IVVU – LEERGANG INNOVEREN VAN LOCATIES VOOR INTRAMURALE ZORG
4 MODULES 27 maart 10 april 24 april 22 mei 2013
Een praktische interactieve leergang die inzicht geeft in de alternatieven voor bestaande zorglocaties die gezien het overheidsbeleid te maken krijgen met de gevolgen van het vervallen van lichte zorgzwaartepakketten
Januari 2013
Inleiding In het regeerakkoord worden een groot aantal maatregelen aangekondigd die betrekking hebben op de langdurige zorg in het kader van de AWBZ. De maatregelen die de regering inzake de AWBZ voor de komende jaren voorstelt en betrekking hebben op intramurale zorg, zijn onder meer: de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt omgevormd tot een nieuwe landelijke voorziening waarin de intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg (vanaf ZZP 5) landelijk wordt georganiseerd met een budgetgrens middels de contracteerruimte. cliënten met een lichtere zorgvraag die voorheen in een intramurale setting verblijf en zorg zouden ontvangen, krijgen voortaan de zorg in de eigen omgeving (fysiek scheiden wonen en zorg); de aanspraak op de zorgzwaartepakketten ZZP 1 en 2 is inmiddels vervallen en de komende jaren wordt de aanspraak op ZZP 3 en 4 geschrapt. het verhogen van de intramurale eigen bijdrage in de AWBZ. Met betrekking tot het tweede punt stelt de NZa in haar advies aan VWS dat de extramuralisering leidt tot veranderingen op de markt voor extramurale en intramurale zorg. Extramuraal zal tijdelijk schaarste ontstaan en intramuraal krijgt de aanbieder te maken met overcapaciteit en als gevolg daarvan mogelijk met leegstand. Het werkelijke effect van de overcapaciteit is afhankelijk van de mate waarin voor leegstand geen nieuwe instroom/alternatief aanwezig is. Zorgaanbieders kunnen, aldus de NZa, op verschillende manieren omgaan met de overcapaciteit die ontstaat door de extramuralisering van de lagere ZZP’s. De vrijgekomen capaciteit kan worden ingezet voor het leveren van intramurale zorg aan cliënten met een zwaardere ZZP-indicatie, worden verhuurd of afgestoten. Ook kan de zorgaanbieder inspelen op de toenemende vraag naar extramurale zorg. Naast bovenstaande maatregelen en effecten van het regeringsbeleid hebben de leden van de IVVU te maken met Achmea-Agis Zorgkantoren (AAZ), die in het kader van de zorginkoop van intramurale zorg aanvullende maatregelen hebben genomen. In het kader van de Zorginkoop 2013 heeft AAZ dat gedaan door 12,2% minder volume in te kopen van de zorgzwaartepakketten 1 en 2 en tegelijkertijd te bepalen dat vrijkomende plaatsen niet meer ingezet mogen worden voor intramurale zorg. AAZ gaat voor de komende jaren uit van verdergaande extramuralisering, hetgeen zal leiden tot een alternatieve aanwending van het bestaande zorgvastgoed en derhalve krimp van het aantal intramurale plaatsen. Kortom: de gecontracteerde intramurale productie zal (steeds verder) afnemen, terwijl het aantal appartementen inclusief infrastructuur van het gebouw gelijk blijft. De maatregelen hebben ingrijpende consequenties voor zorgorganisaties in de intramurale ouderenzorg, met name voor het toekomstig gebruik van de bestaande gebouwen, die daardoor deels in het regime van scheiden van wonen en zorg gaan vallen. De eerste effecten doen zich voor in 2013 en dat leidt tot veel vragen en onzekerheden. De IVVU wil haar leden in deze ontwikkeling ondersteunen, zodat de leden goed voorbereid zijn op de gevolgen voor de organisatie en continuïteit kunnen bieden ten aanzien van de zorgdoelstellingen. De IVVU wil haar leden een leergang aanbieden in het kader van scheiden van wonen en zorg, waarbij nadrukkelijk de bestaande gebouwen (grootschalig en kleinschalig) het uitgangspunt zijn. Welke keuzes kan een zorgorganisatie maken voor de (nabije of verdere) toekomst ten aanzien van het aanbod op het gebied van zorg, wonen en welzijn binnen de bestaande locaties. In aansluiting daarop gaat het om de vraag hoe de zorgorganisaties deze keuzes kunnen uitvoeren. Hoe kunnen ze het gaan doen, welke gevolgen heeft dit voor het gebouw, met welke partijen krijgen ze te maken en welke wet- en regelgeving is van toepassing. In deze folder vindt u meer informatie over het aanbod van de IVVU aan de leden. Wij verwachten dat veel leden gebruik zullen maken van de leergang.
Pagina 2 IVVU-0130042
Leergang op maat Opzet Om de leergang aantrekkelijk te laten zijn voor de leden van de IVVU en aanvullend op het aanbod in de markt, is het uitgangspunt dat met de leergang concrete, praktische en kwalitatief hoogwaardige ondersteuning wordt geboden aan de leden. Voor de uitvoering van de leergang heeft de IVVU gekozen voor AAG, hét expertise- en servicecentrum voor de zorg. De aanbieding van AAG sloot inhoudelijk en qua werkwijze het beste aan op het pakket van eisen dat de IVVU in afstemming met een drietal leden had opgesteld. De leergang bestaat uit 4 modules, waarbij op een interactieve manier wordt gewerkt. Presentaties worden afgestemd op casussen, die kunnen worden ingebracht door de leden. Voorafgaand aan de leergang wordt bij de deelnemers geïnventariseerd welke interne casus/welke locatie bij hen centraal staat, waarop zij de inhoud van de leergang zouden willen toepassen. Hierdoor kan zoveel mogelijk rekening worden gehouden met relevante uitgangssituaties en de diversiteit van de leden. Er wordt ruimte geboden voor discussie, al dan niet in subgroepen, zodat de deelnemers ideeën, kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. In deze subgroepen wordt gewerkt aan de onderdelen van een plan van aanpak voor een intramurale locatie, die te maken heeft met de gevolgen van het vervallen van de lichte ZZP’s. Synchroon aan de leergang kunnen deelnemers dan ook werken aan het plan van aanpak voor de eigen organisatie of specifieke locatie. Het is mogelijk om gedurende de leergang hierover vragen te stellen aan of dit te bespreken met AAG. Naar verwachting zal gedurende de looptijd van de leergang door VWS meer duidelijkheid gegeven worden over onderdelen van het beleid en de genomen maatregelen. Alle actualiteiten zullen direct in de leergang worden ingepast. Doelgroep Bij het ontwikkelen van de leergang is rekening gehouden met de betrokkenheid van verschillende functionarissen. De transitie die in de zorglocatie moet worden gerealiseerd heeft gevolgen voor de strategie/visie van de organisatie en betrekking op zorg en personeel, vastgoed en financiën. Het is daarmee niet alleen de verantwoordelijkheid van de bestuurder of (locatie)directeur, maar van het hele management. De doelgroep van de leergang zijn dan ook bestuurders, managers, directeuren en/of projectleiders. De leergang biedt de mogelijkheid dat één functionaris uit de organisatie de hele leergang volgt (heeft de voorkeur) en dat deze elke keer een collega meeneemt waarvoor de betreffende module het meest interessant is. U kunt er echter ook voor kiezen alle modules door verschillende medewerkers te laten bijwonen. Resultaat Na de leergang moet het voor de deelnemers duidelijk zijn, waar hun organisatie nu staat, waar het naar toe wil en op welke wijze het daar kan komen.
Programma De leergang ‘Innoveren van locaties voor intramurale zorg’ bestaat uit 4 modules. Alle bijeenkomsten starten met een presentatie van de actuele ontwikkelingen. In de eerste bijeenkomst wordt daarnaast kort kennis genomen van de specifieke problematiek, die centraal staat in de locaties van de deelnemers. In elke module staat een specifiek thema centraal; deze thema’s worden hieronder toegelicht. De deelnemers kunnen voorafgaand aan een module vragen en suggesties indienen.
Pagina 3 IVVU-0130042
Module 1 – Strategie & omgeving De strategie wordt beïnvloed door de missie en visie van uw zorgorganisatie, door ontwikkelingen in uw omgeving en door de functionele en financiële status van uw vastgoedportefeuille. Aan de hand van een casus, waarin een aantal van deze kenmerken beschreven staat voor een locatie, gaat u in subgroepen aan de slag met de strategie voor deze casus. U analyseert de omgeving, de functionele status en de financiële status van uw gebouw met een aantal analysemethoden, die u aangereikt krijgt. Uit deze analyse kunnen diverse mogelijke strategieën afgeleid worden. Elke strategie heeft andere gevolgen voor de wijze waarop zorg, wonen en services georganiseerd worden. Deze gevolgen brengt u voor de betreffende casus in beeld, evenals een inschatting van de personele, materiële, juridische en financiële gevolgen. De (verschillende) strategieën worden plenair besproken en bediscussieerd. Het resultaat van ‘blok 1 – Strategie & omgeving’ is dat de deelnemer zicht heeft op de onderdelen die van invloed zijn op de strategie, deze een aantal analysemethoden kent en daarmee heeft geoefend om de situatie te analyseren en zo verschillende strategieën te ontdekken. De deelnemer heeft een blauwdruk van de gevolgen van strategie op haar bedrijfsvoering. Module 2 – Zorg en bedrijfsvoering In het tweede dagdeel staat het thema Zorg en bedrijfsvoering centraal. In het eerste blok heeft u ervaren dat de gekozen strategie niet alleen van invloed is op het gebouw, maar ook op de zorg en de bedrijfsvoering, verdeeld over personele, materiële, juridische en financiële thematiek. In het tweede blok gaan we de gevolgen van de verschillende strategieën bepalen voor: de wijze waarop zorg verleend wordt en de gevolgen daarvan voor bedrijfsvoering; de wijze waarop vastgoed gewaardeerd wordt en de gevolgen daarvan voor bedrijfsvoering. Met elkaar bepalen we de verschillen in het zorglogistieke primaire proces tussen de intramurale en extramurale wijze van zorg verlenen. Het primaire proces wordt verdeeld in drie onderdelen, namelijk: 1. de organisatie – denk hierbij aan toewijzing, toekenning, planning en levering; 2. de administratieve organisatie – denk hierbij aan registratie; 3. de interne controle – denk hierbij aan controle en facturatie. Het eerste onderdeel wordt benaderd vanuit de organisatiekunde en het tweede en derde onderdeel vanuit bedrijfskunde. Vanuit dit bedrijfskundig perspectief wordt ook gekeken naar het vastgoed. De wijze waarop het vastgoed gewaardeerd wordt is afhankelijk van de strategische keuze die gemaakt is. Daarnaast beïnvloedt het de financiële situatie van de organisatie sterk. Deze invloeden op de bedrijfsvoering gaat u toepassen op een praktijkcasus. Het resultaat van ‘blok 2 – Zorg & bedrijfsvoering’ is inzicht krijgen in de gevolgen van de gemaakte keuzes voor bedrijfsvoering, waarbij het zorglogistieke primaire proces en de waardering van vastgoed centraal staat. Daarnaast heeft de groep ervaring opgedaan met het concreet uitwerken van de zorglogistiek en waardering voor haar casus. Module 3 – Wonen en (huur)wetgeving Het gebouw dat in het eerste en tweede blok als casus besproken is kan ook in het derde blok centraal staan. De appartementen van deze casus gaat u namelijk verhuren. Na een inleiding waarin (belangrijke facetten van) het juridische kader geschetst wordt, gaat u aan de slag om een verhuurorganisatie op te zetten. Een aantal vragen staat hierbij centraal: 1. Mag u de appartementen verhuren? In dit kader wordt onder meer aandacht besteed aan de kenmerken van (on)zelfstandige woningen, het verschil tussen huur/gebruik en servicekosten en de voorschriften die van toepassing zijn uit de -sociale- woningbouw. 2. Welke mensen zijn nodig om te verhuren en wat is hun functie? 3. Welke tools zijn nodig om te kunnen verhuren? De aandachtspunten van de verschillende instrumenten worden behandeld. Pagina 4 IVVU-0130042
Het resultaat van ‘blok 3 – Wonen en wetgeving’ is dat de deelnemers ervaring hebben in het opzetten van een, weliswaar fictieve, verhuurorganisatie. Hierbij hebben ze kennis genomen van relevante wetgeving en weten ze welke praktische tools benodigd zijn om de verhuur vorm te geven. Module 4 – Services en dienstverlening In het laatste blok komen consequenties van de verschillende scenario’s voor Services en dienstverlening aan bod. Bij services kan gedacht worden aan facilitaire diensten zoals onderhoud, schoonmaak of linnenverzorging, maar ook aan gastvrijheidservices, zoals maaltijden. Ook in de laatste module wordt met een casus gewerkt. Hiervoor wordt de IST-situatie vastgesteld, door het huidige niveau van service en dienstverlening te bepalen. Vervolgens wordt de SOLL-situatie bepaald, waarbij het gewenste niveau van service en dienstverlening in kaart wordt gebracht. Vervolgens wordt de MoSCoW-methode gepresenteerd. Deze methode ondersteunt bij het prioriteren en rubriceren van de onderdelen van het gewenste niveau van service en dienstverlening. MoSCoW staat voor: Must have (standaard); Should have (wenselijk); Could have (extra/luxe); Won’t have (geen behoefte). Het resultaat van het vierde blok zijn praktische handvatten om het gewenste niveau van services en dienstverlening te bepalen, te prioriteren en de rubriceren. Daarnaast heeft de deelnemer in een veilige omgeving ervaring opgedaan met deze handvatten.
Overige informatie Coördinatie en sprekers De coördinatie van de leergang ligt bij Brenda Meusen, adviseur bij AAG. Onlangs is haar boek “Scheiden van wonen en zorg doet u zo!” gepubliceerd. Als adviseur bij AAG zet Brenda Meusen onder meer verhuurorganisaties in de zorg op en begeleidt zij zorgorganisaties bij het opstellen van businessplannen en strategisch vastgoedbeleid. Voor verschillende onderdelen in de leergang zullen andere specialisten van AAG worden ingezet of worden deskundige sprekers aangetrokken, zoals een advocaat met betrekking tot huurregelgeving. Looptijd, data en locatie De leergang bestaat uit vier dagdelen in de periode eind maart – eind mei 2013. De cursusdata zijn woensdag 27 maart, 10 april, 24 april en 22 mei 2013. De bijeenkomsten vinden plaats in de middag van 12.30 tot 16.30 uur. De leergang wordt gegeven op een locatie in de omgeving van Utrecht, die later bekend wordt gemaakt. Informatie en instrumenten Per module wordt aan de deelnemers informatiemateriaal verstrekt, waaronder de presentaties en relevante artikelen. Alle deelnemende leden ontvangen een exemplaar van het boek “Scheiden van wonen en zorg doe je zo!”. Er worden in het kader van de leergang geen instrumenten ontwikkeld. Wel wordt eventueel gebruik gemaakt van in de praktijk gangbare instrumenten van AAG en tools die worden ontwikkeld door ActiZ.
Pagina 5 IVVU-0130042
Kosten Voor deelname aan de leergang worden geen kosten in rekening gebracht. Wel wordt € 100 in rekening gebracht als een organisatie/deelnemer niet aanwezig is of zich later dan een week voor de bijeenkomst heeft afgemeld (geldt per module). Inschrijving Voor leden van de IVVU die zich uiterlijk vrijdag 1 maart a.s. aanmelden worden (indien gewenst) 2 plaatsen gereserveerd. Voor leden die zich na 1 maart aanmelden geldt dat deelname door een tweede persoon afhankelijk is van het aantal inschrijvingen. De leergang zal doorgaan als 50% van de leden van de IVVU aangeeft deel te nemen. De inschrijving moet uiterlijk 12 maart 2013 binnen zijn en kan gedaan worden met bijgevoegd aanmeldingsformulier. Voor het doorgaan van de leergang is het belangrijk dat u minimaal aangeeft deel te zullen nemen (bovenste deel formulier). De namen van de individuele deelnemers (onderste deel formulier) mogen ook in een later stadium worden doorgegeven (tot een week voorafgaand aan de module). Reductieregeling Deelnemers die in 2013, in het verlengde van de leergang, een opdracht van tenminste 40 uur geven aan AAG ontvangen een korting van 5% op deze opdracht.
Vragen en informatie IVVU Kees Weevers
[email protected] 030 - 6055544
Pagina 6 IVVU-0130042