I r.R e ë e l
België Belgique P.B. Leuven 1 2/649
VLAAMSE TECHNISCHE KRING Semesterieel - Editie 2 : december 2010 - februari 2011 magazinenummer P708339
Architectuur: AS&P
Cultuur: Halloween Comedy Night
Buitenland: Erasmus Mundi
Wetenschap: Los Alamos V.U. Karen Helderweirt, Studentenwijk Arenberg 6, bus 0, 3001 Heverlee - Afzender: Vlaamse Technische Kring vzw - gratis - 2000 exemplaren - Afgiftekantoor: Leuven 1
presented
U wa
s we
er ge
weld
ig!
Ir.Reëel 2 december 2010 - februari 2011
4
32 Proffenwoordje:
Sport: Parkour
Prof. Van den Bulck geeft zijn toch wel eigenzinnige kijk op het energievraagstuk en heeft het in zijn betoog onder andere over een paar van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van de fysica, maar ook over vroeg-middeleeuwse filosofen. En over koning Sysiphus!.
8
Na het vorige artikel over de dodentocht blijven we in de loopsfeer, maar gaan we het gevaar niet uit de weg met de nog relatief jonge sport Parkour, niet te verwarren met freerunning. Ook kom je te weten hoe je moet vallen zonder je te bezeren.
38 Update Impuls-standpunten
Allemaal goed en wel die VTK-verkiezingen, maar doet Impuls ook wat ze beloofd hebben? Of is het bij ons even slecht gesteld als in de politieke wereld? Daarom speciaal voor jullie: een update van de Impuls-standpunten..
Inhoud 4 6 8 10 11 14 17 18 20 27 28 30 32 34 37 38 41 42 44 45 46
Proffenwoordje: Prof. Van den Bulck Praeses vs vice Standpunten Impuls 24-urenloop: wat voorafging... Buitenland: Erasmus Mundi Wetenschap: Los Alamos Galabal: sfeerreportage Publireportage: Consulting en burgies Afterlife: Freddy Dezeure Babelicious: de meisjes van Revue Dans Cultuur: Halloween Comedy Night Telex Sport: Parkour Vetcool Test jezelf: Hoe burgie/archie ben jij? Doorgelicht: profilering archi’s Goedfout Architectuur: AS&P Culinair BEST Ontspanning
Doorgelicht: profilering archi’s
Burgerlijk ingenieur-architect. Het beste van twee werelden: zowel wetenschap als esthetiek. Maar is dit wel zo? Hoe staan we ons mannetje tussen de burgerlijk ingenieurs enerzijds en de hogeschool architecten anderzijds?
Redactioneel We zijn reeds december en dat wil zeggen dat de dagen alsmaar korter worden, de temperaturen blijven zakken en de eerste cursussen beginnen boven te komen. Deadlines komen dichterbij, ontwerpen en taken moeten nu toch echt wel dringend afgerond worden. Al een geluk is VTK er nog om voor de nodige ontspanning te zorgen in deze moeilijke tijden. Ook Communicatie draagt hun steentje bij. Het resultaat heb je nu in handen: de tweede Ir.Reëel van dit jaar. So grab a beer, kick back and enjoy!
Colofon Ir.Reëel: Gratis kringblad van de Vlaamse Technische Kring vzw, Leuven Redactie en layout: Karen Helderweirt, Yuri Van Havere, Ruben Wouters Verschijning: 4 maal per jaar, september-decemberfebruari-mei
Oplage: 2000 exemplaren Contact: Communicatie VTK vzw, Studentenwijk Arenberg 6 bus 0, 3001 Heverlee,
[email protected] Advertenties: VTK Bedrijvenrelaties,
[email protected] Druk: Drukkerij Peeters, Herent
Ir.Reëel 2
3
Proffenwoordje: Eric Van den Bulck Voor elke Ir.Reëel lenen we even onze schrijverspen uit aan een professor van de faculteit Ingenieurswetenschappen om ons een glimp te vergunnen in zijn of haar kijk op de wereld. Dit keer nam prof. Eric Van den Bulck de pen ter hand. U zou hem moeten kennen van boeiende, maar ook vaak als aartsmoeilijk ervaren vakken zoals Warmteoverdracht en Verbrandingsmotoren. Uit zijn geanimeerde lessen herinnert u zich vast ook zijn voorliefde voor fysica en recente ontwikkelingen daaromtrent. Vanuit die optiek heeft hij het hieronder over een brandend actueel thema, waarover al veel is geschreven: het energievraagstuk. Voor u zich verwacht aan een zoveelste pleidooi voor windmolens en zonnecellen: wees gerust, het tegendeel is zelfs waar! Om het met zijn eigen woorden te vatten: “een ietwat eigenzinnige beschouwing van een prof over hoe we het energievraagstuk zouden kunnen oplossen”. Persoonlijk denk ik dat wij momenteel in het meest interessante tijdperk leven dat wij als ingenieur tot hiertoe hebben mogen beleven. Natuurlijk is er de continue vooruitgang van technologie in de Westerse wereld die dit deels verklaart, maar er is meer aan de hand. Veel heeft te maken met de verwachtingen die de maatschappij aan de ingenieur stelt. Tot in het recente verleden waren deze verwachtingen niet bijzonder uitgesproken. De maatschappij verwelkomde het aanbod van elektriciteit en de automobiel zonder daar eerst naar te vragen. Nu is dat anders.
Het energievraagstuk
Algemeen verwacht de maatschappij van de ingenieur dat hij of zij een steen of kei zou verleggen, als symbool voor de vooruitgang van onze maatschappij. Sommige van onze voorgangers hebben echt grote keien verlegd die onze Westerse maatschappij grondig hebben veranderd. Rudolf Diesel met zijn verbrandingsmotor die overal te velde goedkoop paardenkracht kon leveren. Charles Parsons met zijn traagdraaiende turbine die grootschalige elektriciteitsproductie mogelijk maakte. Frank Whittle met zijn straalmotor die intercontentinentaal vliegtuigtransport heeft mogelijk gemaakt. En tenslotte, Nicolaus Otto die met zijn verbrandingsmotor ons nieuw opium heeft gegeven, de automobiel.
Anno 2010 is er voor het eerst in de geschiedenis een duidelijke vraag van de maatschappij naar een oplossing van het energievraagstuk, t.t.z. behoud van een groot levenscomfort zonder impact op het milieu. Hier moet een grote kei worden verlegd en die hebben we tot nu toe nog niet echt gevonden. Dat creëert een spanningsveld met duidelijk waarneembare irrationele uitlopers als gevolg. Een voorbeeld hiervan is het verschijnen van al die fotovoltaïsche panelen op onze Vlaamse daken. Dit is in alle economische studies opgeklommen tot schoolvoorbeeld van een Matheuseffect: enkel zij die het financieel niet nodig hebben, kunnen profiteren van de gemeenschapssteun, anderen niet. Even perverse neveneffecten vinden we terug bij de windmolenindustrie. De economische crisis heeft er indirect toe geleid dat duizenden beleggers in windmolenbedrijven hun spaarcenten verloren hebben en veel ingenieurs werden naar huis gestuurd. Het is duidelijk dat de huidige beschikbare en aangeboden technologieën maar partieel bevredigend en zeker niet voldoende zijn.
Dergelijke grote keien verleggen is niet voor iedereen weggelegd. De meesten onder ons zullen zich wel tevreden stellen met een veel kleinere steen, en dat is OK. Een te grote steen aanpakken houdt immers het risico in om te eindigen als de Grieks-mythologische koning Sisyphus, die veroordeeld werd tot het naar boven rollen van een grote steen om die dan, eens boven, terug naar beneden te zien rollen en dit te moeten herhalen tot
De hamvraag stelt zich hoe we hieruit geraken en hoe we kunnen komen tot een nieuw evenwicht, zonder in de Sisyphusval te trappen en zonder moeizaam vergaard belastingsgeld te verkwisten. Hoe kunnen we deze steen verleggen? Ik denk dat de oplossing ligt in het volgen van meerdere pistes. De nu bewandelde pistes, de nucleaire piste met de generatie-4kernreactoren en de door biologische wetenschappen ondersteunde aanmaak van
Koning Sisyphus
4
in de eeuwigheid. De ontwikkeling van de Stirlingmotor is hier een voorbeeld van. Onnoemelijk veel geld is gestoken in de ontwikkeling van deze motor, keer op keer sinds 1970, zonder te resulteren in een economisch product.
Ir.Reëel 2
biobrandstoffen hebben zeker potentieel maar behandel ik niet. Ik vernoem gewoon mijn twee favoriete pistes: de natuurkunde en het abstract denken.
“Wow”-moment Het opvolgen van nieuwe ontwikkelingen in de natuurkunde is één van mijn hobbies. Met de elektronische nieuwsbrieven waarop je jezelf kan abonneren, is dat de dag van vandaag zeer gemakkelijk geworden. Ik tracht deze ontwikkelingen bij te houden om ze eventueel te verwerken in mijn cursussen of om nieuwe ideeën te vergaren voor onderzoeksprojecten. Voorbeelden van nieuwe wetenschappen/ technologieën die zijn doorgefilterd naar mijn cursus warmteoverdracht zijn: elektrochromatografie, met zogenaamd “slim glas” als nieuwe toepassing, en FabryPerrot-oppervlakken, om de bandbreedte van infraroodemissie van oppervlakken te beperken. Deze technieken hebben het potentieel om in de toekomst belangrijke bijdragen te leveren voor het recupereren van warmte op lage temperatuur, als alternatief voor de Stirlingmotor. Grafeen staat reeds enkele jaren in mijn cursus als voorbeeld van excellente warmtegeleider om elektronische chips te koelen. Het was gemakkelijk om de ontwikkelingen rond grafeen op te volgen want sinds de ontdekking ervan in 2004 was er een continue stroom van “opmerkelijk” positief wetenschapsnieuws. Het was voor mij dan ook een bevestiging van mijn nieuwsopvolgmethode om te vernemen dat dit
Eric Van den Bulck jaar de ontdekking van grafeen de Nobelprijs voor de fysica had gekregen.
Bohr quantumenergieverdeling van het atoom. Couder’s werk werd onmiddellijk door MIT overgenomen in een samenwerHet volgen van wetenschapsnieuws, met kingsakkoord. Lorenzo Maccone is ovede nadruk op de natuurrigens ook op sabkunde, levert vaak een batical naar MIT “wow”-moment. Zo is er vetrokken. Het is het werk van een Finse nog te vroeg om onderzoeksgroep die rehieruit conclusies cent (in 2008) de tweede te trekken, maar hoofdwet van de thereen inzichtelijke modynamica hebben ontrafeling van toegepast op Darwin’s de tweede hoofdevolutieleer van natuurwet zal zonder lijke selectie, en meer twijfel aanleiding algemeen hebben ze via geven tot nieuwe de tweede hoofdwet een natuurkunde en, verband ontdekt tussen daarmee samenDarwin’s evolutieleer en gaand, nieuwe het principe van kleinste materiaalkunde. actie van Hamilton en Een nieuwe NoLagrange. Deze fundabelprijs in de mentele natuurprincifysica is hier moDeze foto toont de quantumverdeling van druppeltjes die zweven over een oppervlak, zoals pes werden allen meer gelijk in de maak. aangetoond door Yves Couder in oktober 2010. dan 100 jaar geleden We kunnen alleen (bron: https://hekla.ipgp.fr/spip.php?article12) ontwikkeld en toch is maar hopen. het inzichtelijk verband tussen hen nog niet volledig ontrafeld. Homo Universalis Ontwikkelingen hierin spreken echt tot de verbeelding. Als voorbeeld hiervan vermeld ik de nieuwste inzichten in verband Voor nieuwe fysica, en daaruit vloeiend met de paradox van Loschmidt. Deze pa- nieuwe technologie, hebben we niet radox, ook genoemd de “arrow-of-time”- noodzakelijk de Large Hadron Collider paradox, handelt over de tegenstrijdig- van Genève nodig. Sommige onderzoeheid tussen de bewegingsvergelijking van ken van de nieuwe fysica sluiten overiNewton, die volledig tijd-symmetrisch is, gens nauw aan bij de ingenieurswetenen de tweede hoofdwet van de thermo- schappen. Wat nodig is om hiermee iets dynamica, die tijd-asymmetrisch is. De te doen, is wat ik noem een “universalis”meest recente theorie om deze asym- attitude. Met plezier kijk ik terug naar de metrie te verklaren komt van een Italiaans tijd van de verlichting, naar Huygens, natuurkundige, Lorenzo Maccone (Pavia, Galileo en Newton. Wetenschappers en 2009), die een verklaring tracht te vinden ingenieurs, zij waren homo universali die in de quantummechanica. De verandering alles wisten wat er toen te weten viel. Het van entropie van een geïsoleerd stelsel lijkt evident om te stellen dat veel weten zou toch in twee richtingen kunnen ver- belangrijk is en dat dat vroeger gemakkelopen, positief of negatief, maar alle rich- lijker was dan nu. Eén van mijn motto’s tingen die leiden tot een vermindering van is de stelling van de vroeg-middeleeuwse de entropie zouden niet waarneembaar filosoof Hugo van Saint-Victor: “Leer alles, zijn. Quantummechanica is een vreemde want later zal je zien dat niets overbodig wereld die moelijk te bestuderen valt en was”. Hiermee kom ik tot mijn tweede daarom blijven zulke theorieën meestal piste voor het oplossen van het energiein de lucht hangen. Maar laat nu net een vraagstuk: abstract denken. Abstract Frans onderzoeker (Yves Couder, Parijs, denken laat toe om parallellen te trekken oktober 2010) twee allermerkwaardigste en patronen te identificeren tussen schijnfluïdummechanische experimenten heb- baar ongerelateerde processen. Abstract ben opgezet die de wereld van natuur- denken laat toe om meer creatief te denkundigen met verstomming heeft gesla- ken, “outside-of-the-box” te denken en gen. In zijn fluïdumexperimenten toonde meer en dieper conceptueel te denken. hij de equivalentie op macroscopische Dit denkproces kan worden aangeleerd schaal aan van (1) het fameuze lichtex- door het bestuderen van voorbeelden periment met de twee spleten van Tho- in een ruime context. Bijvoorbeeld, de mas Young, dat aan de grondslag ligt van parallel tussen de Coriolis-kracht in de de quantummechanica, en (2) de Niels mechanica en de Lorentz-kracht in de elektrotechniek, of de link tussen het Ha-
miltonprincipe van kleinste actie en op handen en voeten vooruit kruipen, ... Een deel van mijn onderzoek gaat samen met mijn ploeg ook in deze richting. Het trekken van een parallel tussen hoe mensen hun wagen aanvuren (gas geven) en het principe van de kleinste actie, of het ontwikkelen van een autonome vis die energie haalt uit de rivier waarin hij zwemt. Om het energievraagstuk te kunnen oplossen met abstract denken, moet je veel weten van de ruime natuurkunde met de nodige diepgang, zodanig dat je oplossingen voor nieuwe ontwerpen kunt terugvinden in iets wat je misschien dagdagelijks kunt waarnemen maar daarom niet altijd ziet. Het opklimmen op de ladder van abstract denken zou de ambitie kun-
Hugo van Sint-Victor
nen zijn van elke jongere met een universitaire opleiding zoals die van ingenieur. Hiervoor moet je continue je kennishorizon verruimen en het is daarom dat nagenoeg alle opleidingen ter wereld zich als grote doelstelling hebben voorgenomen: het aanbrengen van een attitude van levenslang leren. Onze vriend, Hugo van Saint-Victor, wist dit al 900 jaren geleden.
Eric Van den Bulck
Ir.Reëel 2
5
Praeses vs Vice “Ingenieursstudies dalen aan populariteit”. Het was bij het begin van het academiejaar een vaak gehoorde zin. Uiteraard nogal een domper voor een ingenieurskring, niet waar? Want laten we eerlijk en vooral chauvinistisch zijn: wat is er interessanter dan archie of burgie studeren? 10 minuutjes Discovery Channel of National Geographic en je hebt al driemaal gedacht: “Damn, hoe awesome is dat?” Hoe contradictorisch het ook klinkt: hoe meer ingenieurs, hoe beter het eigenlijk voor ons allemaal is. Je zou verwachten dat de wetten van de vrije markt ook op ingenieurs toepasbaar zijn: hoe minder studenten, hoe meer we later zullen verdienen, want hoe gewilder we zijn. Maar de economische realiteit is vooral dat een job die niet door een ingenieur wordt ingevuld, door iemand anders wordt ingenomen. En dat willen we al helemaal niet, toch? We willen dus meer ingenieurs aantrekken, maar wat is dan de reden dat jongeren er niet voor kiezen? Want dat is de logische reden dat er minder studenten zijn: minder jongeren kiezen voor onze faculteit. Hebben de Lego-blokken afgedaan? Zijn de wiskunde-leerkrachten in het middelbaar opeens niet meer de grote promotoren van onze richtingen? En ik vrees dat we het daar moeten gaan zoeken... Veel scholen, op een paar welgekomen uitzonderingen na, hechten geen belang meer aan techniek en creativiteit en jongeren zien wetenschap niet meer als iets nuttigs. Zonder een degelijk wetenschapsbeleid van de overheid gaan we er dus ook nooit meer geraken. Het is tijd om de studenten van morgen weer duidelijk te maken welke uitdagingen er allemaal mogelijk zijn in hun eigen wereld. Een extra factor die, hoewel nu nog niet aan de orde, in de toekomst zeker zal meespelen: de academisering. De wat? De academisering: binnen niet-afzienbare tijd worden de hogescholen ook geïntegreerd in de universiteit en is hun diploma eveneens een K.U.Leuven-diploma. Waarom zou je dan nog kiezen voor burgerlijk ingenieur of ingenieur-architect, als je ook kan kiezen voor architectuur of industrieel ingenieur aan de K.U.Leuven en zolang het niet duidelijk is wat de verschillende richtingen echt verschillend maakt? Het wordt dus hoog tijd om na te denken over onze profielen en weer te weten te komen wat onze richting zo eigen maakt! Is het bovenstaande allemaal gemijmer? Misschien wel. Maar nog meer is het een oproep aan al onze studenten: laat zien dat onze richtingen hun eigenheid waard zijn en help mee nadenken wat een burgerlijk ingenieur(-architect) nu juist zo uniek maakt. Want eenheidsworst is toch niet waar we voor willen gaan? Bovenstaande tekst is een louter persoonlijke mening en staat niet noodzakelijk voor de mening van VTK als studentenvertegenwoordigers. Vincent Goffin, Praeses 2010-2011
Wanneer je dit tekstje begint te lezen, heb je normaal gezien het zware, doch interessante hoofdgerecht over “de ingenieur en haar/ zijn plaatsje in de wereld” al naar binnen gespeeld. Maar uw vice zou uw vice niet zijn, moest hij niet een poging doen het natuurlijk evenwicht, de yin en de yang, te herstellen. En elke meergangenliefhebber weet natuurlijk dat na een zwaar hoofdgerecht een licht tussengerecht of het nagerecht komt. Laat mij mezelf opofferen en het dessert voor mijn rekening nemen. Mag ik ten eerste vermelden dat het onderwerp mij werd aangeraden door een aantal vrouwelijke ingenieurs in spe en het dus uiteraard geen zatte cafépraat bevat. Dit om represailles van feministische groeperingen te vermijden natuurlijk. Mijn luchtige en lichte nagerecht is tweeledig, ten eerste de vrouwelijke vormgeving. Vanaf het eerste jaar werd burgies al de kennis gegeven dat de vrouw eenvoudig te beschrijven is aan de hand van een klein aantal splines. Maar zeg nu eerlijk, aan een digitale babe met borsten zo groot dat het fysisch (en anatomisch) onmogelijk lijkt het evenwicht te bewaren bij een zover vooruit geplaatst zwaartepunt, heb je toch niets? En aangezien de meerderheid van de burgies en archies mij het belangrijkste deel van de pubertijd ontgroeid lijkt te zijn, zullen real life topics interessanter zijn. Belangrijkste topics over de vrouwelijke vormgeving zijn de boezem, ook wel borsten genoemd en het achterwerk, ook wel billen genoemd. Vele synoniemen, eerbaar en oneerbaar, zijn mogelijk. Ze zijn er in vele soorten en maten, kunstmatig verstevigd en opgevuld of niet. Om iedere vrouw gerust te stellen, smaken verschillen en op elk potje past een deksel. En om uit persoonlijke ervaring te spreken, één persoon kan zeker verschillende smaken hebben en/of ontwikkelen. Zeg nu eerlijk, eet jij enkel frambozensorbet als nagerecht of kijk jij ook wel eens lekkerbekkend naar die dame blanche? En stel je de vraag, doe je daar chocolade schilfers en/of slagroom bij? En met die laatste vraag kan ik overgaan naar het tweede luik van mijn nagerecht, de primaire verpakking van de vrouwelijke vormgeving. De man (veralgemening) heeft hier een duidelijke mening over en om het te zeggen met de woorden van Frank De Mulder: “Elk lapje stof moet een functie hebben, anders kan je het net zo goed niet gebruiken.” Een aantal stukjes stof, hoe miniscuul dat soms kan zijn, kunnen hun nut dusdanig bewijzen. Een goed voorbeeld hiervan is de bustehouder, beter gekend bij de afkorting. Het stukje stof dient vele doelen: ondersteuning, opvulling, vormgeving, verleiding en versiering. In de jaren ‘70 was het een teken van vrouwelijke onderdrukking, tegenwoordig een teken van pure vrouwelijkheid. En ik hoor mannen (meestal) niet klagen. Misschien dan even een mannelijk keuzehulpje. Zoals al gezegd is, verschillen de smaken, maar één ding is zeker: sexy en gemakkelijk zijn het toverwoord. Het sexy zijn spreekt natuurlijk voor zichzelf, want een man moet verleid worden. Het haantje moet als een draadje rond de vinger van de vrouw gewonden worden door het aanschouwen van de verpakking die eventueel leidt naar meer. En om daarmee naar het gemakkelijke aspect te komen, ooit gaat de verpakking uit en in handen van een man is dat meestal een hele uitdaging. Het figuurlijke (of letterlijke) lostrekken van het strikje springt hier in mijn gedachten. Kort gezegd, ik hou van vrouwelijke vormgeving in een mooie verpakking! Kus, uw vice. Daan van Berkel
6
Ir.Reëel 2
Als wereldleider in chemie creëren we grootse dingen, ook op kleine schaal. Zoals een persoonlijke aanpak met oprechte aandacht voor mensen. Door opleiding, een carrièreplan, of gewoon door samen te werken als een hecht team. Want bij BASF creëren we chemie. Bekijk nu ons jobaanbod op www.jobs.basf.be
multinational houdt van thuisgevoel
Impuls standpunten: stand van zaken Het jaar is ondertussen al goed gevorderd en het lijkt ons dus het ideale moment om eens stil te staan bij wat VTK voor jullie al verwezenlijkt heeft. Daarom hebben we eens nagekeken hoe het staat met de standpunten van Impuls, de verkiezingsploeg die het VTK praesidium gevormd heeft vorig jaar!
8
Cursusdienst
Lidkaarten en leden
Impuls wou graag de studenten architectuur helpen in hun zoektocht naar maquette-materiaal, maar is in zijn zoektocht naar Kadapack voorbijgestoken door Acco. Maar niet getreurd! Kalkrollen en snijmesjes zijn aan voordelig tarief bij Cursusdienst te verkrijgen. Na een grondige economische analyse werd ook besloten dat het niet realistisch is om voor standaard studeermateriaal onder de prijs van de supermarkten te gaan... Ook een automatische e-mail bij een nieuw artikel stond op de planning, maar is technisch niet haalbaar. Maar er zijn ook nog een aantal dingen bezig en volop in ontwikkeling: een betere informatiedoorstroom naar de proffen, apart onderdeel voor studentencursussen etc. Bovendien komt er in de nabije toekomst een kleurenkopieermachine in het Theokot – het was geen standpunt, maar nietemin toch de moeite: goedkoop je slides of ontwerpbundels afdrukken en dat onder de prijs van de copyshops, Acco of zelfs de KUL? Het is bijna mogelijk, dus hou zeker het Theokot de komende weken in de gaten!
Een standpunt waarvan je vermoedelijk al wist dat het er ook gekomen is: de vernieuwde lidkaarten! Je loopt nu trots rond met een stevige, duurzame lidkaart! Bovendien komen er meer toepassingen voor de lidkaart aan: je kan nu al snel inloggen op Cursusdienst, maar binnenkort kan je er ook veel vlotter mee binnen op een VTK-activiteit. More to come! Ook voor jullie zelf zijn we nog volop bezig: onze uitleendienst (misschien heb je een slijpschijf nodig of gewoon een moersleutel om je fiets te herstellen?) zit in zijn laatste implementatiefase. We hopen dat jullie de hernieuwde VTK inschrijvingen konden smaken? Het heeft ons heel wat bloed, zweet en tranen gekost op IT-vlak, maar de kinderziektes zijn er nu uit en volgend jaar zou alles nog vlotter moeten verlopen!
Ir.Reëel 2
Impuls standpunten: stand van zaken
Communicatie Impuls wilde meer en efficiënter met jullie communiceren, en dit is er al een voorbeeld van! Een nieuwe facelift voor de website staat op de planning en de structuur van het Bakske werd aangepast (mét een onderwijs-rubriek zodat je eindelijk weet wat er allemaal te gebeuren staat met je diploma). Ook de Facebook pagina heeft veel succes, zoek ons dus zeker op moest je nog geen fan zijn! Enig minpuntje: het forum is voorlopig uitgesteld...
Jaarwerkingen, werkgroepen en medewerkers Zonder al die mensen is VTK uiteraard niets en Impuls wou dan ook een betere ondersteuning en grotere appreciatie voor deze groep mensen. De ondersteuning en appreciatie is er, maar hier en daar moeten we nog wat finetunen: gerichte informatie over je eigen jaarwerking op de homepage staat op de planning en een plaatsje in de spotlights op de website komt eraan!
Ontspanning Een upgrade van het Theokot was een van de belangrijkste doelstellingen: wat vind je dus van de nieuwe toog en de nieuwe likjes verf? De verbeteringen zijn hopelijk merkbaar! Ook onze 90e verjaardag staat volop in de stijgers. In plaats van pintjes aan 90cent zijn we zelfs helemaal over the edge gegaan door 90 gratis vaten uit te delen doorheen het hele jaar! En bovenop alles hebben we Apolloon weer het vuur aan de schenen gelegd en laten zien dat burgies en archies vette standjes kunnen bouwen!
Bereikbaarheid We wilden ons praesidium bereikbaarder maken en zijn daar nog volop mee bezig! De permanentie-uren kan je al terugvinden op de website (bij de vice) en een overzichtspagina komt eraan. Bovendien is ook de nieuwe VTK-pull gearriveerd, we hopen dat jullie hem zien zitten!
Ir.Reëel 2
9
24-urenloop: wat vooraf ging... Elk jaar is er die ene dag waar we allemaal 24 uur lang supporteren voor onze lopers en hopen op de overwinning. Elk jaar is er ook een heel team van harde werkers die een plek creëert waar jullie kunnen komen supporteren: het VTK-standje! Voor sommigen zo bekend als hun eigen broekzak, voor anderen een vaag iets, waar wel van geweten is dat het er staat, maar niet hoe het daar komt en wie het daar neerzet.
De aanloop
Het verhaal begon al in de zomervakantie bij die eerste vergadering waar er nagedacht werd over een thema. Vele mogelijkheden werden genoemd: van een kerk tot zelfs een pot mayonaise, maar uiteindelijk kon de meerderheid van de standjesbouwers zich wel vinden in een station. De eerste stap was gezet, we weten wat we willen bouwen. Nu moesten we enkel nog weten hoe! We begonnen met het bepalen van het basismateriaal voor het standje. Aangezien we nog steeds ingenieurs in spé zijn en toch steeds onze capaciteiten willen tonen, kon een verdieping uiteraard niet ontbreken. Bij een 24-urenloop-standje horen ook een pak veiligheidsregels die ons opgelegd worden vanuit de KUL, waaronder de verplichting met stellingen te werken wanneer men een verdieping wilt. Toen we wisten waarmee we gaan bouwen, moesten we beslissen hoe we met deze stellingen een vorm konden creëren die aan een station doet denken. Verschillende weken gingen voorbij en enkele ontwerp-voorstellen passeerden de revue, tot we uiteindelijk aan het einde van de zomervakantie een definitief ontwerp hadden. De ruwe constructie was bekend, en het was dus tijd om te beginnen nadenken over hoe we dit ‘geraamte’ zouden kunnen gaan opvullen met muren, daken, vloeren, inkleding… kortom: hoe we hier een gezellig plekje van konden maken. Ondertussen was het academiejaar begonnen en vulden nieuwe horden medewerkers en geïnteresseerden onze rangen aan. Het standjebouwersteam begon vorm te krijgen! Op dat moment restten er ons nog vier weken tot aan de 24-urenloop en begon de spanning te stijgen. Er werd nagedacht over bevestigingsmethoden voor muren, dakconstructies die ons droog zouden kunnen houden, fancy inkleding, verlichting en elektriciteit. De plannen werden opgemaakt, de hoeveelheden berekend en
10
Ir.Reëel 2
de boodschappenlijstjes gevormd. Toen was het tijd om onze geliefde kar meermaals naar de Brico (lees: meerdere Brico’s, één Brico heeft blijkbaar niet voldoende voorraad van bepaalde producten om een VTK-standje te voorzien) te sturen om het nodige materiaal te voorzien! Eens alles voor handen was, kon iedereen in gang schieten. Er werd duchtig gemeten, getekend, gezaagd, geschilderd, geschroefd, genageld, etc.
Het startschot Twee werkweekends en een week lang elke avond hard labeur later kwam dan de dag van de opbouw! Vroeg in de ochtend verzamelden de eerste werkers voor het opbouwen van de stellingen: Eerst het grondplan uitzetten, daarna alles uitlijnen, zorgen dat alle hoeken 90° staan en alles waterpas zetten. Daarna konden de vloerstukken erin. Vervolgens de gelijkvloerse verdieping opbouwen: staanders zetten, liggers plaatsen en alles verstevigen met diagonalen. Dan kan de bovenverdieping gebouwd worden, vloerstukken steken, trappen installeren en verder opbouwen naar boven. Als laatste werden de diagonalen op hun plaats gezet om de dakhelling te maken. Met de stellingen helemaal opgebouwd, kon er overgegaan worden tot de opbouw van daken en muren. Eerst werden er een kleine 400 klemmen geplaatst die op de stellingbuizen vastgemaakt kunnen worden en waarop we dan houten blokjes vast moesten schroeven. Hierop kon dan enerzijds de dakconstructie gemonteerd worden, en anderzijds een geraamte voor de muren. Eens de dakconstructie in elkaar getimmerd was, konden golfplaten bevestigd worden, zodat we alleszins al beschut waren tegen eventuele neerslag. De nacht brak aan, de eerste werkdag werd beëindigd tegen een uur of drie ’s nachts. De volgende ochtend begonnen we er weer zeer vroeg aan. En dat was nodig want er was nog massa’s werk te doen.
De laatste loodjes
Tegen het begin van de namiddag waren quasi alle binnenmuren bevestigd, aan de buitenmuren werd ook al gewerkt. Binnenin werd er ondertussen hard geknutseld aan de inkleding. De computers arriveerden en alles werd in gereedheid gebracht om tijden van de lopers bij te houden en te projecteren, zodat alle supporters de spannende uren konden volgen. Het afdak boven het perron begon eindelijk vorm te krijgen. Nu nog de afwerking! Ramen en deuren afwerken, hoeken verfraaien en we zijn er....bijna. Er restte ons nog maar een klein uurtje en er moest nog volledig opgeruimd worden: veel te veel te doen, in veel te weinig tijd! Dan maar vlug alles wat al weg kon naar de kar doen, de raamkaders waren bijna af en de deur was ook afgewerkt ondertussen. Nog wat kleine details en we zijn er! De rommel was weg, het laatste materiaal was onderweg naar de kar. Bijna, we zijn er bijna! Nog 10 minuutjes restten ons, net genoeg! De eerste mensen begonnen al binnen te stromen, de gelijkvloerse verdieping was gelukkig af. Enkel nog wat bijwerken op de bovenverdieping. De tijd was op, het was 8u dinsdagavond, het startschot voor de 24-urenloop werd gegeven, maar ons standje was afgeraakt! Nu maar hopen dat we de andere kringen kunnen verslaan met ons standje.
De afloop
De 24-urenloop is inmiddels voorbij, de vermoeidheid van het standje opbouwen is nog niet helemaal weg, maar we hebben allemaal toch al een beetje kunnen rusten. Wanneer de winnaars afgeroepen worden, hoopt elke standjesbouwer voor die eerste plaats. En we hebben het gehaald! Hiephiep Hoera! Maar ow, nu begint de afbraak. Hup dan maar, alweer terug aan het werk! Het leven van een standjesbouwer, binnen een jaar is het weer van dat… Karen Helderweirt
Buitenland: Erasmus Mundus Een dag in het leven zoals het is als Erasmusstudent aan Anna University, Chennai, India... Het einde van mijn rondreis in het noorden van India komt in zicht en ik zit momenteel op de trein van Darjeeling naar Kolkata, waar ik vanavond het vliegtuig terug zal nemen naar Chennai. Chennai is de vierde grootste stad van India en met zijn 10 miljoen inwoners zo groot als België. Het is de stad waar ik, nu ondertussen al vier maanden geleden, landde om aan mijn Erasmus-avontuur te beginnen. De treinrit zal zo’n 21 uur duren, tijd genoeg dus om ondermeer een artikel te schrijven voor de Ir.Reëel...
Hoe, wat Erasmus Mundus buiten Europa? En waarom India? Een Erasmus Mundus-samenwerking is een uitwisselingsovereenkomst tussen verschillende universiteiten, vergelijkbaar met de Erasmus-uitwisselingen die iedereen wel kent. Het voornaamste verschil is, zoals de naam al doet vermoeden, dat je met Erasmus Mundus op uitwisseling gaat naar bestemmingen buiten Europa. Een ander verschil is dat de Erasmus Mundus-uitwisselingen stevig gefinancierd worden door de Europese Unie. Zo worden je vliegtuigtickets betaald en krijg je daarenboven 1000 euro per maand op je rekening gestort.
Anna University, Chennai, India
dia les gegeven wordt in het Engels (voor de Latijns-Amerikaanse landen werd er een kennis van Spaans vereist) en omdat ik aan Anna University enkele interessante vakken kon volgen die zouden passen in mijn opleiding. Ik wist van toeten noch blazen wat te verwachten van India of Chennai en omdat ik zonder verwachtingen wilde vertrekken, had ik er, naast het nodige, ook amper iets over opgezocht... Ik zal het daar wel ontdekken, dacht ik... Dus nadat mijn applicatie was goedgekeurd, regelde ik mijn learning agreement, kocht mijn paspoort, vroeg mijn visum aan, liet mij inenten, kocht malariapillen, downloadde het boek “Colloquial Tamil”, vulde mijn rugzak en nam het vliegtuig... *
Chennai, de eerste indrukken Fré Leys en een lokale inwoner
Toen ik pas eind december, op het idee kwam op Erasmus Mundus te gaan waren de applicatieprocedures voor de meeste uitwisselingen reeds afgesloten. Naast enkele uitwisselingen met universiteiten in Latijns-Amerikaanse landen, had ook de Eurindia-samenwerking zijn applicatieprocedure terug geopend omdat niemand zich had ingeschreven. De reden waarom ik uiteindelijk voor India en Anna University heb gekozen, is omdat er in In-
Aan veel van die dingen die je in het begin nog overrompelen, geraak je na een paar maanden wel gewend... Verkeer zonder regels, vuil op straat, apen op de campus, eten met je handen, overal ventilators, elke dag weer zeven nieuwe, platgedrukte muggen tegen de wand van de douche... Omgekeerd zijn ook de Erasmusstudenten - wij zijn met 31 op de campus - hoe langer, hoe minder vreemde objecten voor onze autochtone medestuden-
ten... Dat was wel anders toen ik op een ochtend ergens begin juli voor het eerst het klaslokaaltje binnenstapte waar ik de komende 5 maanden les zou krijgen van professor Arumugam Sir...
Anna University, de eerste les en... didactiek Zo’n dertig paar nieuwsgierige ogen staren me aan. Ik voel me een beetje ongemakkelijk, zoals een alien die zich van planeet vergist heeft, maar ik kom in peace en iedereen is zeer vriendelijk. Er valt weinig licht door de getraliede ramen van het grauwe klaslokaal en boven het verhoog waarop de professor verwacht wordt, draaien ventilatoren. Het valt meteen op dat er een hormonale scheidingslijn door de klas loopt, een scheidingslijn die zoals later zou blijken, doorheen heel de Chennaise maatschappij loopt. Op de scheidingslijn zit er nog eentje die zich van planeet vergist heeft. Hij heet Daniel en komt van de planeet Spanje. Alle banken zijn bezet, maar de jongens op de laatste bank maken wat plaats voor mij en dan mag de show beginnen... De professor komt binnen en begint vooraan de klas te ijsberen. Het is muisstil in de klas. Hier en daar lopen wat hagedissen over de grond en de muren. Het duurt wel tien minuten vooraleer de prof van wal steekt in een onverstaanbaar En-
Ir.Reëel 2
11
Buitenland: Erasmus Mundus schikken die nodig zijn om te bereiken wat hij wil.
gels.. een Engels dat weldra zal wennen en een Engels dat door meer mensen gesproken wordt dan het Engels dat wij gewoon zijn... Af en toe zegt hij “Write down”, waarop al de studenten hun pen nemen en naarstig exact datgene wat de professor zegt, neerpennen. Ik versta er amper iets van, maar mag gelukkig van mijn buur overschrijven... Het onderwijs hier is volledig gebaseerd op memoriseren. Oefeningen worden er niet gemaakt en op de testen en examens vraagt men naar een letterlijke kopie van de tekst die we in die klas hebben neergepend, die de professor had gedicteerd en die dan weer letterlijk uit het tekstboek komt... Mijn medestudenten beschikken over een fenomenaal goed getraind geheugen dat in staat is om per dag een tiental bladzijden met definities van buiten te leren. Ik mag vooral van geluk spreken dat ik, naast mijn labo, maar één vak volg...
Dag in het leven van samosas tot het contrast tussen rijk en arm... Elke dinsdag- en woensdagochtend neem ik de trein of de bus tussen de main campus, waar mijn hostel staat en de MITcampus in Chrompet, waar ik les heb... De trein reed al toen ik erop sprong. Ricardo, een andere Erasmusstudent, zette zijn eindsprintje een seconde later in, omdat hij met zijn rug naar de trein zat en omdat hij aan het dagdromen was. De trein, die ondertussen net iets te snel reed om er nog op te springen...vertrok zonder Ricardo.
Samosas Wanneer ik na mijn lessen terug ga naar mijn hostel, passeer ik altijd eerst even langs het winkeltje op de campus. Ik vraag daar dan gewoonlijk (omdat er niet zoveel keuze is en ik ondertussen alles geprobeerd heb) een samosa en een frutnik. Het eerste is een bladerdeegding gevuld met een half ei, wat groentjes en een pikant sausje. Het tweede is een mierzoet mangosapje.
Zwepen Vervolgens, na mijn bezoek aan het winkeltje, stap ik verder door de campus om dan langs een zijuitgang de voetgangersbrug te nemen die over de spoorweg
12
Ir.Reëel 2
Het jonge meisje van hierboven is niet alleen. Hier langs de straten zie je ongelooflijk veel mensen, kinderen, die (over)leven van dag tot dag, die nooit over de mogelijkheid beschikt hebben of zullen beschikken om zich te ontplooien en zich zo tot hun maximale nut voor de maatschappij te ontwikkelen. De voetgangersbrug in Crompet
staat. Deze brug ligt altijd bezaaid met vuil, modder, honden die het moeilijk hebben met ademen (soms dood), mensen die slapen, mensen die wat prulletjes verkopen of bedelen. Ik werd plots aangevallen door twee kinderen, hooguit 12 jaar oud. De ene, de kleinste, had een zweep die hij net voor mijn voeten deed neerklakken en de iets grotere trok aan mijn arm. Ik duwde hen uit reflex en een beetje verbaasd opzij. Nog geen vijf minuten later werd ik aangeklampt door een jong meisje van, ik schat, 4 jaar oud en zo vuil als de straat. Ze vroeg naar panram (geld)...
Geniën Alhoewel dit soort dingen uiteraard erg vervelend zijn en ik er nooit op in ga, mag je niet vergeten dat het niet toevallig is dat ze juist jou aanklampen... Het deed me denken aan een gesprek dat ik gisteren had gehad met Barath, een doctoraatstudent en één van de personen die me helpt met mijn labo’s. Hij is één van de weinige gezette Indiërs die ik ken. Toch is hij van bescheiden komaf. We zijn na het labo samen iets gaan drinken en we hebben onze visies over India eens naast elkaar gelegd. Meer specifiek ging het over wat het verschil is tussen India als “developing nation” en India als “developed nation” Voor hem betekent ontwikkeld zijn, dat de staat, of organisaties binnen de staat, kunnen beschikken over alles wat ze nodig hebben. Hij haalde bijvoorbeeld het probleem aan dat het moeilijk is om in India aan bepaalde materialen te geraken die nuttig zijn in de luchtvaartindustrie. Volgens mij hoort bij ontwikkeld zijn ook dat niet alleen instanties, maar ook elk individu, zich kan ontwikkelen naar zijn wensen. Dat iedereen over de basismogelijkheden kan be-
De kans is groot dat de grootste geniën van India zich bevinden tussen de vele kinderen die leven op straat en niet eens de mogelijkheid krijgen om zelfs maar te leren lezen...
Vliegen Ik steek de spoorwegbrug over naar de bushalte waar ik mijn bus wil nemen. Al wachtend op mijn bus zag ik aan de overkant van de bushalte een oude man die op wat kranten zat die hij er had neergelegd. Hij was gewond aan zijn voet. Het leek erop dat een deel van zijn rechtervoet aan het rotten was en hij deed geen moeite meer om de vliegen die ervan genoten weg te jagen. Ook zijn handen waren verwond waardoor hij met een lepel moest eten. Hij kon niet meer stappen of niets en toch was hij iets klaargemaakt aan het eten, wat doet vermoeden dat er toch iemand is die voor hem zorgt, misschien was de vrouw die ergens verder aan het bedelende was, wel zijn vrouw? Net voor ik de bus opstapte, zag ik nog een man van middelbare leeftijd die een paar restjes van een poster van een betonnen paal trok. Hij gooide de papieren restjes wat verder weg, veegde met zijn hand de straat mooi, spreidde een katoenen zak uit en legde er zichzelf op te slapen. Voor mij was het absurd dat hij eerst de moeite had gedaan om de papieren restjes van de paal te trekken.. alsof dat niet past in zijn slaapkamer...
Stofzuigers De bus brengt me naar de main campus, waar ik eerst een afspraak heb met de barbier... Regelmatig valt het me op hoe goedkoop arbeid hier is. Veel zaken die in België machinaal gedaan worden, worden hier dan ook met de hand gedaan, omdat dat gewoon goedkoper is. Zo worden de
Buitenland: Erasmus Mundus straten in de campus bijvoorbeeld niet proper gehouden door een rondrijdende stofzuiger zoals je die in België geregeld ziet rondrijden. Neen, de straten worden gewoon geveegd door een groepje vrouwen met in elke hand een bundel lang gras. Ook is het opvallend hoeveel mensen er in een restaurant werken, geregeld meer dan het aantal klanten... De barbier nam zijn tijd. De scheerbeurt kostte 20 roepies... als ik er vanaf nu elke week twee keer passeer, dan zal dat mij tegen dat ik terug kom naar België 480 roepies kosten of 8 euro. Dat is goedkoper dan zelf een scheermes en scheerzeep kopen...
Een hormonale scheidingslijn Met een vers geschoren baard zette ik me neer onder een van de paddestoelen hier op de campus, dat zijn ronde, overdekte zitplaatsen waar de wifi-verbinding een stuk beter is en waar je altijd wel weer nieuwe mensen tegenkomt... Hebben jullie een vriendin? vroeg ik. “Nee zot, wij zijn nog maar bachelor-studenten, wij vinden meisjes niet leuk”... Het blijft een van de grootste verschillen tussen Europa en India en men weet het. Ze zien mij en mijn fellow-Erasmus-kameraden als losbandigen, kussers! Meer zelfs! Jakkes!! Sommigen kijken daar wel stiekem naar op, maar durven niet te ontsnappen onder het loodzwaar juk van de sociale controle. Anderen vinden het echt niet
proper. Gemiddeld heeft men hier 1 of 2 relaties in één leven. Bij zeer velen is dat meteen en zonder enige ervaring een gearrangeerd huwelijk. En de jeugd ziet dat
hier in het algemeen ook wel zitten. Of zoals Barath het laatst verwoorde: “Hoe zou je zelf zijn als je 24 bent, gefrustreerd geraakt en je vader plots komt vertellen dat hij iets voor je gevonden heeft... “ Het is ook zeer moeilijk om in deze maatschappij een zogenaamd liefdesrelatie te beginnen. Niet alleen is er die hormonale scheidingslijn waardoor het om te beginnen al moeilijk is om iemand te leren kennen. Bovendien is het ook een belediging voor je ouders om hen niet te vertrouwen met het zoeken naar een geschikte partner.
Het contrast tussen rijk en arm ‘s Nachts zijn we met de Erasmusbende in een otto, zo’n gele driewieler, nog heel Chennai rondgereden op zoek naar een bar of club vooraleer te eindigen in “Ten Downingstreet”, een club waar er op woensdagavond altijd véél volk is. Iedereen danste en was gelukkig en op de tv kon je zien hoe India een cricketmatch won en in Mumbai het grootste huis ter wereld staat... ver, ver, ver weg van de bushalte in Chrompet...
En dan natuurlijk nog... apen!
Fré met een paar Indiërs
Strak keken we elkaar in de ogen. In mijn linkerhand een fles water, het perfecte bat, en in mijn
rechterhand een kartonnen bekertje met wat mangosap. Ik wist wat hij van plan was, want een kleiner exemplaar had net iets eerder bijna hetzelfde geprobeerd. Bijna, want het kleiner exemplaar was, met zijn staart tussen de benen, afgedropen na het zien van de blik in mijn ogen. Dit groter exemplaar had dit tafereel met veel interesse gade geslagen en wanneer hij afkwam wist ik dus dat de blik in mijn ogen onvoldoende zou zijn... Ik had er al vaker over gehoord. Een paar weken geleden had Andy, de Duitser, hetzelfde meegemaakt. Naar Duitse gewoonten had hij de veldslag verloren en ik was niet hetzelfde van plan, want ik behoor tot de dappersten van alle Galliërs en bovendien was dat mangosapje me te dierbaar. Ook moet gezegd worden dat er veel volk in de buurt was en ik niet wou afgaan. Er stond dus veel op het spel! Ik moest snel iets bedenken, want die bananeneter naderde steeds sneller en sneller. In een fractie van een seconde dacht ik plots terug aan een tafereel dat ik één van de eerste dagen na mijn aankomst op deze campus had gezien. Een man had namelijk uit reflex (en alsof het de normaalste zaak van de wereld is) een tak van de grond genomen en, succesvol, agressief gegesticuleerd. Het was mijn laatste hoop. Maar, doeme toch, er was nergens een tak te bespeuren... Met de moed der wanhoop, want dat klinkt zo dramatisch, nam ik mijn flesje water nog wat steviger vast en wanneer hij net dicht genoeg was genaderd gesticuleerde ik enorm agressief en met de intentie hem een “joef op zijn meule” te verkopen. Wat hem net op tijd wijselijk deed besluiten om deze Belg toch maar met rust te laten. Trots en met een scheutje adrenaline keek ik even rond, om te zien of iedereen het wel gezien had... en ja hoor, genoeg volk had het gezien. Fré vs harige dief: 1- 0... Fré Leys
Meer is terug te vinden op http://erasmusindia.blogspot.com/
*Met dank aan de mensen van het International Office die mij zeer goed begeleid hebben.
Ir.Reëel 2
13
Living in Los Alamos Burgerlijk ingenieur is een beroep waar tegenwoordig veel vraag naar is. Maar was dit altijd het geval? Tijdens WO II in ieder geval wel. Stond u aan Duitse zijde, dan kon u aan de slag bij Wernher von Braun, de man die medeverantwoordelijk was voor de eerste man op de maan, maar tijdens de oorlogsjaren vooral gespecialiseerd was in V-2’s, oorlogsraketten. Of u kon bij Werner Heisenberg aan de slag om atoombommen te ontwikkelen. Maar dan was u eigenlijk beter af aan de kant van de geallieerden, waar Robert Oppenheimer een heel legertje van de beste wetenschappers en ingenieurs onder zich verzamelde, en ook nog eens in zijn opzet slaagde! (Dit in tegenstelling tot zijn Duitse kompaan Heisenberg.) Het relaas van de atoombom, of hoe wetenschap oorlog werd…
De brief van Einstein We schrijven het jaar 1938. In Duitsland is Adolf Hitler al zo’n vijf jaar aan de macht als Rijkskanselier, wanneer Otto Hahn en Fritz Strassmann in Berlijn ontdekken hoe ze een kernspijting kunnen realiseren. De Hongaarse natuurkundige Léo Szilárd besluit hierop een brief te schrijven naar Franklin D. Roosevelt, president van de Verenigde Staten, om hem te waarschuwen voor de desastreuze gevolgen van kernwapens. Om zijn boodschap meer gewicht te geven roept hij de hulp in van zijn wereldbefaamde vriend Albert Einstein. Na een paar keer over en weer rijden naar Einsteins vakantiehuisje is de brief op 2 augustus 1939 eindelijk klaar. Jammer genoeg had Einsteins medewerking niet het gewenste effect. De brief bereikte de Amerikaanse president pas op 11 oktober 1939, mede doordat Duitsland op 1 september Polen binnenviel en alzo WO II van start ging. Nadat Roosevelt op de hoogte was gesteld van de potentiële nucleaire dreiging, stemde hij in met de oprichting van het “Uranium Committee”, maar het kreeg slechts een budget van – ocharme - $6000. Albert Einstein, een overtuigd pacifist, betreurde achteraf dat zijn brief, waarin hij wáárschuwde voor het gebruik van kernwapens, paradoxaal genoeg geleid heeft tot de ontwikkeling van de atoombom.
Het Uranium Committee President Roosevelt gaf aan ene Lyman James Briggs de opdracht om in het geheim het Uranium Committee op te richten. Briggs was op dat moment 65 jaar oud en in slechte gezondheid, wat maakte dat er maar weinig actie van het Committee uit ging. Toen in maart 1941 het MAUD Committee, een soortgelijk Brits gezelschap, tot de
14
Ir.Reëel 2
conclusie kwam dat een atoombom technisch uitvoerbaar was en de hulp inriep van het Uranium Committee, kregen ze geen gehoor. Uiteindelijk vloog Marcus Oliphant als afgevaardigde eigenhandig naar de Verenigde Staten om het comité van de ernst van de zaak te overtuigen. Het bleek dat Briggs de rapporten van het MAUD Committee ongelezen in zijn kluis had gedeponeerd. Na wat lobbywerk werd uiteindelijk in december 1941 een grotere en krachtigere organisatie opgericht: het Office of Scientific Research and Development (OSRD).
Het Manhattan project Onder impuls van het OSRD kwam het onderzoek in een stroomversnelling. In verschillende onderzoekscentra verspreid over het hele land, deden onderzoek naar de theoretische aspecten van het ontwerp van de atoombom. Eén van de onderzoeksgroepen werd geleid door
een zekere J. Robert Oppenheimer. Op een conferentie in juni 1942, waar alle puzzelstukken van de verschillende onderzoeksgroepen bij elkaar gelegd werd, pleitte Oppenheimer voor een gecentraliseerd laboratorium voor het verder onderzoek. Om krachtdadiger op te treden werd beslist om een hoge militair, Leslie Groves (die net de bouw van het Pentagon had afgewerkt), aan te trekken, iets waar deze met tegenzin mee instemde. Onder zijn impuls werd Robert Oppenheimer het wetenschappelijk hoofd van het gecentraliseerde laboratorium, dat de naam “Project Y” kreeg. Als locatie voor “Site Y” stelde Oppenheimer Los Alamos in New Mexico voor, een plek waar hij als kind vaak had vertoefd. De regering kocht het prompt aan, vooral omdat het zo’n afgelegen en dunbevolkte streek was. De hele locatie moest immers volledig geheim blijven. Zelfs de gouverneur van New Mexico wist niet van het bestaan van Los Alamos. Op het gebied
Living in Los Alamos Robert J. Oppenheimer (1904-1967) Deze joods-Amerikaanse natuurkundige was de wetenschappelijke leider van het Manhattanproject en staat daarom ook bekend als “de vader van de atoombom”. gggggg
Hij studeerde aan Harvard, maar trok ook naar Europa om zich verder in de natuurkunde te verdiepen. Al snel bleek dat hij een kluns was in het labo en dus was de theoretische natuurkunde hem op het lijf geschreven. Hij specialiseerde zich in de astrofysica, met de zwarte gaten als belangrijk topic. Verder boog hij zich ook over kernfysica, kwantummechanica en zelfs talen en oosterse filosofie. Toen WO II uitbrak, nam Oppenheimer enthousiast deel aan de pogingen om een atoombom te ontwikkelen. Hij wist een selectie van de meest briljante natuurkundigen van die tijd om zich te scharen - waaronder vele (toekomstige) Nobelprijswinnaars. En met succes, want op 16 juli 1945 maakte de wereld voor het eerst kennis met de atoombom. Was hij bij de test met de “Trinity” nog euforisch, dan voelde hij na de aanvallen op Hiroshima en Nagasaki alleen nog afschuw en schuldgevoelens. Niet veel later diende hij dan ook zijn ontslag in als directeur van het Manhattanproject. Hij werd een bepleiter tegen de nucleaire wapenwedloop en vóór een internationalisering van kernenergie. Verder volgde hij Albert Einstein op als hoogleraar in de theoretische natuurkunde in Princeton, zonder zich ooit te kunnen ontdoen van de schaduw van zijn illustere voorganger. Hij keurde ook – tevergeefs – de ontwikkeling van een waterstofbom af, die nóg vernietigender was dan de atoombom. Omwille van zijn vroegere communistische sympathieën werd Oppenheimer meer en meer als een veiligheidsrisico beschouwd. Dit had finaal als gevolg dat hem de toegang tot geheime onderzoeksprojecten ontzegd werd. Velen aanzien het als een grote vergissing dat Oppenheimer nooit met de Nobelprijs is beloond. Vele van de mensen waarmee hij tijdens zijn loopbaan in contact kwam, werden wel met die eer bekroond. Sommigen wijten dit aan zijn veelzijdige interesse, waardoor hij zich nooit volledig op één enkel onderwerp heeft gefocust. Anderen zijn dan weer van mening dat mocht hij langer hebben geleefd, hij zéker zou beloond zijn voor zijn ontwikkelingen op het vlak van zwarte gaten. was een school gelegen en daarom kon de bouw pas van start gaan na het einde van het semester in februari 1943.
Thin Man vs. Fat Man Tussen april 1943 en augustus 1944 lag de nadruk van het onderzoek op het schieten van een stuk uranium of plutonium op een stuk van hetzelfde materiaal in de hoop zo een kettingreactie teweeg te brengen. Dit project droeg de naam “Thin Man”. Uit experimenten bleek dat plutonium hiervoor niet geschikt was en daarom moest men, als men plutonium wou gebruiken, overschakelen op een andere methode: implosie. Oppenheimer herorganiseerde “Site Y” volledig naar dit nieuwe denkspoor. Dit resulteerde in de vroege lente van 1945 in “Fat Man”, de nieuwe plutoniumbom gebaseerd op implosie. De technologie die hiervoor gebruikt werd, was echter van zo’n technische veeleisendheid, dat een testversie noodzakelijk was. Het idee om die test direct op een vijandelijke basis uit te voeren, werd onmiddellijk van tafel geveegd: ten eerste was bij mogelijk falen van de bom het verrassingseffect volledig weg, en bovendien kreeg de vijand hierdoor misschien gratis en voor niets een
grote hoeveelheid recupereerbaar plutonium in handen. De testversie van de atoombom kreeg als codenaam “Trinity”. Uit een lijst van zeven testlocaties kwam de Jornada del Muerto valley (toepasselijk: de Vallei van de Tocht der Doden) uit de bus, op ongeveer een halve dag rijden van Los Alamos. Op 16 juli 1945 om 5u29 was het zover: ’s werelds eerste atoombom werd tot onploffing gebracht op 100 voet boven de woestijn. Bij het zien van de vuurbal en de paddenstoelvormige wolk citeerde J. Robert Oppenheimer een zin uit een oostersfilosofisch werk: “I am become death the destroyer of worlds”. Al wordt er ook wel beweerd dat hij gewoon zei: “It works!” Ook al lag de nadruk van het onderzoek op de implosie-methode, toch werd er ook nog verder gewerkt aan de “Thin Man”-methode voor het gebruik van uranium. Uranium kende immers niet de technische problemen die plutonium wel had. Het enige probleem was dat er nog maar net voldoende uranium beschikbaar was voor één bom. Testen was dus uitgesloten, maar toch ging men ervan uit dat de bom redelijk veel kans op succes had. Dit project droeg de naam “Little Boy”.
vorm kreeg, begon men in maart 1945 met het voorbereiden van de aanval op Japan. Een gespecialiseerd team moest ervoor zorgen dat de onderdelen van de bom veilig naar het eiland Tinian in de Stille Oceaan gebracht konden worden. Deze operatie werd geleid door de latere Nobelprijswinnaar Norman Foster Ramsey (die - voor alle duidelijkheid - zijn prijs te danken had aan zijn bijdrage aan de constructie van atoomklokken, niet aan zijn logistieke vaardigheden). Maanden eerder, op 10 mei 1945, twee dagen na de capitulatie van nazi-Duitsland, werd een Target Committee opgericht, met als taak het selecteren van potentiële doelwitten (nu het oorspronkelijke doelwit zich vroegtijdig had overgegeven). Gelukkig was er Japan nog. Men zocht vier steden die voldeden aan volgende criteria: 1. De doelwitten moesten een zekere sentimentele waarde hebben. 2. De doelwitten moesten van een zeker militair belang zijn. 3. De doelwitten moesten nog grotendeels intact zijn, om de vernietigende kracht van de atoombom beter tot zijn recht te laten komen. 4. Elk doelwit moest groot genoeg zijnvoor een ferme atoombomaanval.
Terwijl de atoombom stilaan zijn definitieve
Ir.Reëel 2
15
Living in Los Alamos De ‘gelukkige’ uitverkorenen waren Hiroshima, Kokura, Niigata en Nagasaki. Kyoto was oorspronkelijk ook één van de kanshebbers, maar verteld wordt dat Henry L. Stimson, de Secretary of War, gepleit had om Kyoto te besparen, omdat hij toch zo’n mooie herinneringen overhield aan zijn huwelijksreis daar.
Onvoorwaardelijke overgave was voor de Japanners een brug te ver en dus sloeg ze het ultimatum af. Als reactie hierop steeg op 6 augustus 1945 vanop het eiland Tinian de bommenwerper Enola Gay (genoemd naar de bevelhebber van de operatie) op. Na een vlucht van zes uur dropte deze stipt om 8u15 de uranium-
cier werd belast met de taak om per vliegtuig polshoogte te nemen. Deze bracht, met verstomming geslagen, het ongelooflijke en afgrijselijke nieuws dat Hiroshima met de grond gelijk was gemaakt. Na het bombardement herhaalde Truman zijn eisen en kondigde aan dat bij wei-
De werking van een atoombom in een notendop De atoombom is in wezen niet meer of niet minder dan een mooie toepassing van Einsteins befaamde wet E = mc². Men moet hierbij een onderscheid maken tussen bommen die gebaseerd zijn op kernsplijting (zoals de bommen op Hiroshima en Nagasaki) en die op basis van kernfusie (zoals de waterstofbom). In essentie bestaat het principe van kernsplijting erin verrijkt uranium of plutonium tot boven een bepaalde kritische massa te tillen, waarna een kettingreactie ontstaat, die resulteert in een ontploffing. Eén manier om dit te bereiken is het inschieten van een kogel bestaande uit een subkritische hoeveelheid splijtstof in een andere subkritische massa (ook “Thin Man” genoemd). Dit werkt alleen met uranium, omdat bij plutonium de kettingreactie te vroeg op gang komt en daardoor minder krachtig is. Het moordwapen dat hieruit voortvloeide, kreeg de schattige naam “Little Boy” en legde - met succes - Hiroshima in puin. Een andere manier om de kritische massa te bereiken, is implosie. Een subkritische massa wordt door een conventionele explosie van explosief materiaal, dat om die massa heen geplaatst is, sterk samengedrukt, waardoor de massa superkritisch wordt. Belangrijk voor het succes en de efficiëntie van deze methode is de gelijkmatigheid waarmee de comprimerende ontploffing plaatsvindt. Gezien de hoge technische eisen en de vereiste exactheid van de berekeningen was een testversie van de bom genoodzaakt. De “Trinity” werd succesvol en tot grote euforie van het aanwezige wetenschappelijke publiek boven de woestijn van New Mexico tot ontploffing gebracht. Ook het uiteindelijke resultaat kreeg een mooie, ontschuldig klinkende naam: “Fat Boy”, die hij zeker verdiende aangezien hij nóg meer ravage aanrichtte dan kleine broer “Little Boy”. Nagasaki zal het geweten hebben.
De dag van de waarheid Op 17 juli 1945 begon de conferentie van Potsdam, waar de geallieerden verenigd waren om samen de voorwaarden van de overgave van Japan te bespreken. Hier onthulde president Harry S. Truman (de opvolger van de op 12 april 1945 overleden president Roosevelt) aan de Sovjectleider Jozef Stalin dat de Amerikanen atoomwapens bezaten. Ironisch genoeg was Stalin - door zijn spionnen - hier naar alle waarschijnlijkheid eerder van op de hoogte dan Truman, maar zoals het een echt staatsman betaamt, veinsde hij met overtuiging lichte verbazing bij Trumans woorden. Stalin was er, net als Truman, van overtuigd dat de bom in de strijd moest gegooid worden om Japan op de knieën te krijgen.Op 26 juli 1945 werd een ultimatum gesteld aan Japan, met als niet mis te verstane ondertoon dat het anders “onvermijdelijk en totaal verwoest zou worden”. Hierbij werd uiteraard met geen woord gerept over de atoombom.
16
Ir.Reëel 2
bom “Little Boy” boven Hiroshima. Toen de bom 43 seconden later explodeerde, kwamen ogenblikkelijk 78 000 mensen om het leven als gevolg van de immense drukgolf en de intense hitte en raakten tegelijk nog eens 70 000 mensen gewond. De ontploffing had een kracht van 3 kiloton TNT of zo’n 54 TJ. De Amerikanen schatten dat een oppervlakte van een goeie 12 km² totaal vernietigd werd. Het duurde een paar uur voordat elders in Japan de omvang van de ramp doordrong. Men merkte dat de uitzending van de nationale omroep was weggevallen en dat ook de belangrijkste telegraaflijn was verbroken. Ook pogingen om de militaire basis in Hiroshima te bereiken draaiden op niets uit. In het hoofdkwartier in Tokyo waren ze er nochtans van overtuigd dat er niks ergs kon gebeurd zijn: ze wisten via de radar dat er geen grote luchtaanval was geweest en dat er op dat moment geen grote hoeveelheid springstof in Hiroshima lag opgeslagen. Een jonge offi-
gering nog een tweede atoombom zou worden ingezet. Japan hield echter voet bij stuk en dus steeg op 9 augustus 1945 een tweede bommenwerper op, ditmaal met als doel Kokura. Daar aangekomen bleek de lucht echter te bewolkt om de bom te droppen en daarom werd besloten om direct koers te zetten naar plan B, Nagasaki. Om 11u01 braken de wolken even open, net genoeg om te richten. De “Fat Man” had een kracht van maar liefst 21 kiloton TNT (of 88 TJ). De ontwikkelde warmte liep op tot 3900 °C. Mede daardoor stierven onmiddellijk zo’n 40 000 tot 75 000 mensen. Op 14 augustus 1945 zond de Japanse openbare omroep een verklaring van overgave uit. Over of Japan zich ook zou hebben overgegeven zonder de inzet van de atoombom, woedt de discussie nog steeds. Op 16 oktober 1945 nam Robert J. Oppenheimer ontslag als directeur van Los Alamos. Yuri Van Havere
Galabal: sfeerverslag Op woensdag 10 november 2010 zakte alles wat mooi en chique is, af naar de Kelders van Cureghem voor één van de hoogtepunten van het jaar: het Galabal des Vlaamse Technische Kring. Voor zij die er niet bij waren en willen weten wat ze allemaal gemist hebben én voor zij die wel van de partij waren en er dus graag herinneringen aan ophalen, proberen we hier in een paar foto’s de sfeer te vatten van deze memorabele avond. In drie woorden: decadent, decanter, decadentst...
Voor een feestje kan je maar beter een goede fond leggen en daarom was er vooraf een overheerlijk diner met wijn à volonté en een paar van de heerlijkste delicatessen in restaurant Octogoon...
Voor de gokverslaafden was er een casino voorzien...
In het Kasteel van Arenberg kreeg iedereen een lekker glaasje cava voor de bussen richting Brussel vertrokken...
Maar het epicentrum van het Galabal lag uiteraard in de Feestzaal, waar allerlei orkestjes het beste van zichzelf gaven. En wie het feestgedruis even beu was, kon altijd rustig gaan verpozen in de stijlvolle Lounge, met een cocktail of met een dessertje...
En wat is een galabal zonder de obligatoire galabalfoto? Voor meer foto’s: www.vtk.be
Ir.Reëel 2
17
Consulting en burgies, the perfect match?
18
Ir.Reëel 2
Consulting en burgies
Ir.Reëel 2
19
Afterlife: Freddy Dezeure De toekomst voorspellen kan natuurlijk niemand - iedere ingenieur weet immers dat extrapolatie not done is - maar om toch niet geheel onvoorbereid door het leven te moeten gaan nadat we onze Alma Mater de rug toe hebben gekeurd, gaan we in elke Ir.Reëel op bezoek bij iemand die ons is voorgegaan. Deze keer vroegen we Freddy Dezeure naar zijn carrière als ingenieur. Freddy studeerde in 1982 af in de richting Elektrotechniek en kwam, na 5 jaar in de industrie, in 1987 bij de Europese Commissie terecht. Met veel enthousiasme vertelt hij ons over de verschillende functies waar hij daar is terecht gekomen. Een niet-doorsnee carrièrepad van een niet-doorsnee-ingenieur! “Ik heb mijn humaniora gevolgd in Hasselt. Ik deed Latijn met 8 uur wiskunde en dan was het eigenlijk een logische stap om voor burgerlijk ingenieur te kiezen. Al wou ik eigenlijk eerst natuurkunde studeren en dan meer bepaald de fysica van de elementaire deeltjes (quarks, de relativiteitstheorie et cetera). Maar op de kennismakingsdagen van de universiteit hoorde ik dat de mensen die voor fysica kiezen meestal in het onderwijs terechtkomen, en dat was iets wat ik absoluut niet zag zitten. En zelfs als je in het onderzoek terecht kwam, dan nog was het niet gegarandeerd dat ik zou terechtkomen bij het onderzoek naar fundamentele deeltjes. Het logische alternatief was dan burgerlijk ingenieur, waarbij ik nog even overwogen heb om naar Gent te gaan omdat ze daar een soort van combinatie hadden van burgerlijk ingenieur en natuurkunde. Maar uiteindelijk heb ik toch voor Leuven gekozen, vanwege de excellente reputatie en ook om praktische redenen.”
volgens mij een heleboel mensen ‘weggefilterd’, die wel goede ingenieurs hadden kunnen worden. Misschien was het toegangsexamen in die tijd op dat vlak iets te eenzijdig. Puur op basis van wiskundige proeven kan je niet altijd zeggen of iemand ongeschikt is voor de richting. Sommige mensen beginnen met een wiskundige achterstand, maar weten die gaandeweg in te halen. Wat dat betreft, is het huidige systeem misschien eerlijker.” “De eerste twee jaren van de kandidatuur waren gemeenschappelijk. Nadien moesten we dan een afstudeerrichting kiezen. Ik heb toen gekozen voor elektrotechniek, met als specialisatie regeltechniek. Dat had voor een deel te maken met de inspirerende lessen van Joos Vandewalle, onder andere over niet-lineaire processen en hoe die te modelleren (lacht). Desondanks heb ik mijn technische bagage in mijn latere carrière nooit moeten toepassen. Volgens mij is die pure technische kennis minder doorslaggevend om een goede ingenieur te zijn. De belangrijkste kwaliteit die je leert in je opleiding, is dat je in staat bent complexe problemen te vatten en te begrijpen, ze als het ware te analyseren om er vervolgens iets mee te doen. Die attitude van analyse en synthese is wel altijd blijven terugkomen in mijn beroepsleven.”
De eerste job
“Tegenwoordig vindt de grote schifting plaats in de eerste bachelor, terwijl dat bij ons bij het toegangsexamen gebeurde. Toen slaagde zowat zeventig procent van de 1e-kan’ers (nu slaagt grosso modo de helft in eerste bachelor, red.). Het is moeilijk om te zeggen of het vroeger beter was. Ik denk dat het toegangsexamen zeker zijn nut had als filter, maar anderzijds zijn er
20
Ir.Reëel 2
“Na mijn studies heb ik snel uitgemaakt dat prof worden niks voor mij was. Les geven was iets wat ik zeker niet wou doen, te veel routine. Ik was er ook niet voor te vinden om voor vijf jaar aan een doctoraat te werken. Men had mij verteld dat je daar niet per se dichter bij een betere job mee kwam, en dat het ingenieursdiploma op zich al meer dan voldoende mogelijkheden bood. En dus heb ik er maar voor gekozen om te gaan werken in de industrie. Mijn eerste plannen waren om ergens in de Arabische wereld te gaan werken: in de petro-industrie, bij de grote bouwprojecten… De combinatie van een
technisch interessante job, die dan ook nog eens goed betaald werd, op een exotische locatie in een nieuwe cultuur, dat avontuur sprak me wel aan. Maar uiteindelijk ben ik toch naar een job in België op zoek gegaan. Het is heel fascinerend om te zien hoe er op zo’n moment vanuit de familie druk is om toch maar een job te vinden (lacht). Er waren zo’n tien bedrijven waar ik kon beginnen, maar de eerste drie, vier heb ik direct geweigerd. Ik wou namelijk iets vinden dat technisch interessant was in een boeiend bedrijf, iets dat me aansprak.” “Een bedrijf dat me bijvoorbeeld wel interesseerde, was Eurosense Belfotop, een bedrijf gespecialiseerd in het analyseren en verwerken van satellietbeelden. Door middel van digitale beeldverwerking kon men op basis van deze beelden dan bijvoorbeeld de vegetatie uit afleiden en (wegen)kaarten maken. Dit was een klein bedrijfje in een nieuwe sector, dus zeer interessant.”
Innovatief tekstverwerken “Een ander klein bedrijf was ETAP (Electro Technische Apparaten, red.) in Westmalle, gespecialiseerd in kantoorverlichting. Dit paste allemaal binnen het concept van de optimale office environment. Daarbuiten hadden ze ook nog een paar andere bedrijfsactiviteiten. Eén van de vernieuwingen die zij zo bijvoorbeeld op poten hebben gezet, betrof tekstverwerkers. Voorheen had je een zwart computerscherm met groene of oranje letters, allesbehalve ergonomisch. Zij hadden het idee om bij tekstverwerking gebruik te maken van een wit A4-beeldscherm, met proportioneel schrift, iets wat uiteraard veel aangenamer is voor iedereen die ermee moet werken. Een bevriende assistent van de unief had me verteld dat ETAP op zoek was naar een afgestudeerde ingenieur en ik heb natuurlijk direct gebeld. Vreemd genoeg mocht ik al de volgende dag op interview
Freddy Dezeure gaan en de dag nadien kreeg ik al te horen dat ik aangenomen was. Nog een dag later stond ik bij de grote baas in zijn kantoor en kreeg ik te horen dat ik precies de man was die ze zochten. Ik werd, net afgestudeerd, aangesteld als hoofd van de informatica-afdeling. Achteraf heb ik vernomen dat van mijn voorgangers de eerste was ontslagen en de tweede een zenuwinzinking had gekregen omdat hij het allemaal niet goed zag zitten. Toen had de directeur persoonlijk naar de decaan gebeld om te vragen welke afstuderende ingenieur het meest geschikt was voor die job en zo ben ik uit de bus gekomen. Tijdens mijn sollicitatie is er over die gesprekken vooraf natuurlijk met geen woord gerept (lacht).”
Apple II als kerstcadeau “Het boeiende aan ETAP was dat men daar sterk geloofde in nieuwe technologieën. Zo kregen alle kaderleden van het bedrijf een Apple II als kerstcadeau. Dat is een vroege voorloper van de Macintosh, met amper 64 kB RAM. Binnen het bedrijf besliste de directeur om af te stappen van het gebruik van een mainframe en gewoon alles op Excel te draaien. Hij hoopte zo het ganse systeem te vereenvoudigen en dynamischer te maken. De Microsoft-pc’s hadden nog geen Excel en dus maakte men gebruik van Apple Lisa. Velen vroegen zich af of dat allemaal niet te complex was om in Excel te doen, maar het is gelukt!
Apple II
Ook op het gebied van productplanning waren ze heel innovatief. Zo had men bij het Japanse bedrijf Toyota gezien hoe ze zónder pc er toch in slaagden om een heel just-in-time-systeem op te stellen. Het was eigenlijk heel simpel: er was geen stock met afgewerkte auto’s, maar bij elke stap in het productieproces stonden er twee bakjes met onderdelen van de vori-
ge stap. Zodra één bakje leeg was, moest dat dan opnieuw worden bijgevuld. Dit was veel efficiënter. Hetzelfde systeem werd ook ingevoerd bij ETAP en ik werd nauw betrokken bij de invoering. Een andere innovatie die uit Japan werd opgepikt was total quality managment. Dit komt er op neer dat men de intellectuele capaciteiten van de arbeiders gaat uitspelen. Voordien werd van een arbeider gewoon verlangt dat hij zijn taak vervulde, zonder daar veel bij na te denken. Dit terwijl hij net de meest aangewezen persoon is om aan te geven wat er allemaal verbeterd kan worden aan de productiestap waar hij voor verantwoordelijk is. Vanuit die optiek werd aan mij gevraagd om aan de arbeiders een opleiding te geven over bepaalde statistische technieken, bijvoorbeeld de Pareto-verdeling (80 procent van de problemen wordt veroorzaakt door 20 procent van de oorzaken) en ook over groepswerking en dergelijke. Het geeft toch wel een zekere voldoening als je hoort dat een project dat je toendertijd hebt opgezet, 15 jaar later nog altijd loopt.”
De Europese Commissie “Tijdens mijn job bij ETAP deed ik mee aan het examen voor de Europese Commissie. Niet direct met de ambitie om van job te veranderen, maar toen de kans zich twee jaar later stelde, na vijf jaar bij ETAP te hebben gewerkt, koos ik voor de Europese Commissie. Daar begon ik als het ware op het laagste niveau bij informatica, terwijl ik bij ETAP hoofd was van de informatica-afdeling. Toch heb ik het mij nooit beklaagd, want op 25 jaar heb ik een grote diversiteit aan jobs gehad. Ik had ook niet de indruk in een logge overheidsinstelling te zitten: ik kon zaken veranderen, stimuleren, integreren binnen de structuur; net als bij een bedrijf. Mijn eerste taak was het opbouwen van netwerken en departementale systemen. Dit waren zo’n 1500 pc’s per jaar, dus qua organisatie en logistiek was dit zeker wel een uitdaging. Later kwam ik terecht bij het personeelsbeleid: dienstreizen, opleidingen… Al bij al vrij droge en oninteressante materie. Maar zelfs daar lagen de nodige uitdagingen. Zo heb ik bijvoorbeeld mee onderhandeld voor de beste hotels tegen de beste prijs voor de medewerkers van de Europese Commissie. Ik had een analyse van het aantal overnachtingen gemaakt en daaruit bleek dat er jaarlijks zo’n 50 000 plaatsvonden
in Brussel en zo’n 100 000 vanuit Brussel naar het buitenland. Met die cijfers zijn we dan naar grote hotelketens, zoals Novotel, Sheraton en Hilton, gestapt. Na flink wat onderhandelen zijn we uiteindelijk tot een lijst kunnen komen van voordelige hotels waar werknemers kunnen verblijven, dus zonder hen te verplichten dat of dat hotel te kiezen. “Een ander probleemgeval waren Commisie-medewerkers die verplichtingen hadden in oorlogsgebied. In die tijd woedde de oorlog in Joegoeslavië. Zowat alle verzekeringsmaatschappijen hadden een clausule dat ze niemand konden verzekeren die zich bewust in risicovol (oorlogs) gebied bewoog. We hebben dan onderhandeld om tot een speciale offerte te komen, tegen een – voor de belastingbetaler - aanvaardbare prijs en zonder uitzonderingsclausules.”
Eerste webpagina “Bij de Europese Commissie waren een heleboel medewerkers die niet precies wisten hoe het nu juist zat met hun rechten, verplichtingen, pensioenen, premies et cetera en daarom had men het idee om die informatie ergens op een centrale plaats te verzamelen, die voor iedere werknemer toegankelijk was. Het internet zoals we het nu kennen, bestond in ’92, ’93 nog niet. Toen hebben we voor het intranet de allereerste website van de Europese Commissie opgesteld. We hebben hier zelf een webpagina generator voor ontwikkeld, zodat de secretaresse alle informatie kon ingeven zonder zich druk te moeten maken over HTML e. d.”
“Na 5 jaar ben ik gaan werken bij het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie. Dit is het eigen onderzoekscentrum waar op alle mogelijke domeinen wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan ter ondersteuning van overheidsbeslissingen op Europees niveau. Zo wordt er onderzoek gedaan naar luchtkwaliteit: hoe men dit kan meten, hoe men hier iets tegen kan doen, hoe de reglementering moet zijn opgebouwd, … Ik was er als Head of Technology Transfer and Valorisation verantwoordelijk voor de communicatie naar buiten uit. Dit hield o.a. ook het afhandelen van patenten en copyright in.”
Ir.Reëel 2
21
Freddy Dezeure uur aan een stuk) les gaan geven aan de universiteit van Aix-en-Provence. Daar hebben ze namelijk een richting die gespecialiseerd is in fraudebestrijding. Dit toont nog maar eens hoe flexibel een ingenieur moet zijn. Hij wordt gedropt in een voor hem onbekende omgeving en na drie jaar kan het zijn dat hij er opleiding over kan geven op universitair niveau!”
Israëlisch-Libanese oorlog
Volker Liebig, directeur van het ESA’s Earth Observation Programme en Freddy Dezeure tekenen de overeenkomst betreffende de ontwikkeling van ruimtegebaseerde informatiediensten en de toegang en beschikbaarheid van data van aardobservaties op 26 oktober 2005.
Interne aditor “In 1999 kwam de toenmalige Europese Commissaris, Édith Cresson, in opspraak omdat ze gunsten zou verleend hebben aan persoonlijke vrienden. Hierdoor viel de hele Europese Commissie. Om dergelijke financiële of administratieve ongeregeldheden voortaan te verkomen was er meer controle nodig. Binnen de context werd ik benoemd tot interne auditor van de JRC, tevens de eerste interne auditor van de hele Commissie. Dit was opnieuw een nieuwe uitdaging waarin ik me moest inwerken en waarvoor nieuwe methodes en procedures moesten worden voor opgesteld. Hierna werd ik 3 jaar waarnemend directeur van het JRC en pendelde ik tussen België en Italië. Na die drie jaar werd iemand anders aangesteld. Dit soort benoemingen worden immers politiek bepaald en in overeenstemming met het aantal lidstaten.”
Information Society “Vervolgens ging ik werken bij de Information Society van de EC. Dit DirectoraatGeneraal is ondermeer verantwoordelijk voor de wetgeving omtrent internet en valt onder de bevoegdheid van Europees
22
Ir.Reëel 2
commissaris Neelie Kroes. Belangrijke verwezenlijkingen zijn het verlagen van de roamingkosten en het pleiten voor een eenmaking van de digitale markt, maar ook het stimuleren van research projecten. Als een project interessant wordt bevonden, betaalt de commissie 50% van het onderzoek. Ik moet hierbij als Head of External Audit ervoor zorgen dat dit geld goed besteed wordt. Ook dit is op zich een vrij klassieke functie, waarvoor al allerlei financiële procedures bestaan. Maar gezien de omvang was het noodzakelijk om nieuwe methodes toe te passen. Zo werken we nu op basis van een risicoanalyse. Zo gaan we op zoek naar contradicties tussen wat een bedrijf vertelt en wat er op het internet is terug te vinden. Als de zogenaamde specialist van een bedrijf bijvoorbeeld nergens op internet is terug te vinden, dan betekent dat meestal dat er iets niet helemaal koosjer is. En op die manieren proberen we het bedrijf op alle mogelijke manieren te checken vóór we het bezoeken. Door die opgedane voorkennis kunnen we efficiënt te werk gaan en dit stelt ons dan – met succes – in staat geld van de Europese Commissie te recupereren.” “Omwille van dit succes heb ik opleidingen gegeven aan andere departementen van de Commissie over deze methodes. Ik ben zelf onlangs een dag lang (dus 8
“Het boeiende aan mijn job bij de Europese Commissie is dat het werk inhoudelijk interessant is, maar ook dat wat ik doe directe inpak kan hebben, dat je er het resultaat van ziet. Dit kan soms heel concreet zijn. Toen in de zomer van 2006 oorlog uitbrak tussen Israël en Libanon, namen we het initiatief om op basis van satellietbeelden proberen in te schatten hoe groot de schade was in Libanon. Dit was immers de snelste manier om een overzicht van de situatie te krijgen. Het was eigenlijk vrij simpel: de satellietbeelden van voor de oorlog vergelijken met die van na de oorlog, maar zeer tijdsintensief. Bovendien moest het verslag klaar zijn tegen de donorconferentie op het eind van augustus, zodat Javier Solana, de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de resultaten kon voorleggen aan de conferentie. We zijn daar met twintig man gedurende vijf dagen dag en nacht aan bezig geweest en uiteindelijk was het net op tijd af. Natuurlijk gaf dat een kick.”
Talenknobbels “Talenkennis is hoe dan ook belangrijk. De Vlamingen kunnen er maar beter niet te prat opgaan dat ze zo’n grote talenknobbels zijn. Werknemers van nieuwe lidstaten spreken vaak vier, vijf talen en sommigen hebben zelfs twee diploma’s (bv. Rechten en Economie). Bovendien staan die mensen een generatie achter, dat wil zeggen dat wij hier door onze sociale en economische vooruitgang streven naar een balance in life, een gezond evenwicht tussen werk en ontspanning, terwijl in andere landen het werk en de carrière veel belangrijker zijn. Dit creëert uiteraard een spanningsveld en dat mag zeker niet onderschat worden door ons.” Hartelijk bedankt voor het interview! Yuri Van Havere
Cultuur: Halloween Comedy Night Halloween en comedy, een combinatie die even gebruikelijk is als griezelfilms op Valentijn of oorlogsfilms op Kerstmis. Maar omdat je pas echt kan oordelen als je het zelf hebt meegemaakt, trok ik op zondag 31 oktober benieuwd naar de Arenbergschouwburg in Antwerpen. MC en sfeermaker van de avond was Xander De Rycke, die niet voor niets zijn naam gaf aan deze show (Xander De Rycke’s Halloween Comedy Night). Maar hij deed het niet alleen, speciaal voor deze show kon hij rekenen op de hulp van Bart Cannaerts, Michael Van Peel, Jeroen Leenders, Henk Rijckaert en Alex Agnew. Kortom: een line-up om U tegen te zeggen... Klokslag half 9 ging het licht uit en werd de zaal opgewarmd met een eerste filmpje. Xander, die de laatste handen legde aan zijn glitterende lijf, werd plots aangevallen door een gemaskerde slechterik in Scream-outfit en bleef bebloed achter in de toiletten. Toch wist hij zijn kracht nog te bundelen en strompelde hij de zaal binnen. “Allez, jullie blijven hier gewoon allemaal zitten en niemand komt efkes kijken?” Ondanks de overacting van Xanders kant was de sfeer gezet en werd de eerste komiek opgevoerd: Bart Cannaerts. Deze meisjesmagneet, die nochtans heel de avond homograppen kreeg toegegooid dankzij zijn kus met Showbizz Bart tijdens ‘Mag ik u kussen’, maakte zijn debuut in 2006. Slechts enkele maanden later won hij de Culture Comedy Award, Humo’s Comedy Cup 2007 en verwierf hij naamsbekendheid dankzij De Slimste Mens en De tabel van Mendeljev. Hoewel het podium volledig in het teken stond van Halloween, besloot Bart het over de taalkundige boeg te gooien en stak hij een lied af zonder inhoud, maar met de duurtijd “van een halfuurtje”. En zelfs met steeds hetzelfde ritme, zelfde refrein en steeds minder inhoud, kreeg hij de zaal in een mum van tijd mee. Na Barts halfuurtje, dat overigens maar een kwartier bleek te zijn, was het tijd voor het volgende filmpje. Wim Helsen kon er tot zijn spijt niet bij zijn wegens familiale verplichtingen. En spijt had hij, getuige de strop rond zijn nek en de gemaskerde slechterik op de achtergrond. Toch werd niet te lang stilgestaan bij de moord op Wim Helsen en werd het tijd voor Michael Van Peel. Ook
28
Ir.Reëel 2
deze krullenbol kaapte zijn deel aan prijzen mee en mocht CTRL+ALT+DEL, zijn eerste show, uitproberen als voorprogramma van Philippe Geubels. Aan enthousiasme en actualiteit ontbrak het Michael al zeker niet, maar naar mijn mening werd hij een beetje overschaduwd door zijn collega’s die avond. In het volgende filmpje was slachtoffer van dienst Philippe Geubels, ons allen welbekend van M!LF, die er ook met pijn in het hart niet bij kon zijn. Een zeldzaam traantje later werd ook Philippe gruwelijk gedood door diezelfde mysterieuze figuur. Maar over de wie, wat en waarom werd ons geduld nog een hele tijd op de proef gesteld tijdens het stuk van Jeroen Leenders, mijn revelatie van de avond. Na jarenlange politieke impasse maakte iemand me eindelijk weer trots op het Belg zijn. Want eigenlijk zijn wij toch een prachtig volk. Wie ons land ook bezette of regeerde, altijd behielden we onze eigen passies en identiteit. Zolang we maar rustig bier mochten brouwen. Prachtig toch die zelfrelativering? En met dit goede gevoel konden we de pauze ingaan. Helaas was die pauze niet even gunstig voor iedereen. Michael en Bart moesten het na een passioneel douchemoment helaas ook afleggen tegen de gemaskerde slechterik. En dus moest Henk Rijckaert, bekend van Zonde van de zendtijd, de sfeer weer in de zaal brengen met een korte try-out voor zijn nieuwe show, Het experiment. En last but not least betrad Alex Agnew het podium. Over zijn deel alleen al zou ik meer-
dere pagina’s kunnen vullen, maar dat ga ik hier niet doen. Iedereen kent zijn shows immers door en door en dat is ook exact wat hij deze avond bracht: oud materiaal. Om zijn tienjarige bestaan als comedian te vieren, vult hij het Sportpaleis maar liefst vier keer met een best off van de afgelopen jaren. En speciaal om het laagje stof van zijn oudere grappen af te halen, bracht hij op Halloween een try-out voor Larger than Life. Toch liep niet alles als gepland, aangezien de gemaskerde slechterik weer ten tonele kwam. Maar wie Alex kent, weet dat een sprieterige slechterik geen schijn van kans heeft en hij werd bijgevolg in no time overmeesterd. De ontmaskering was nabij en overtrof werkelijk alles. Want hoe kon deze ontspannende Comedy Night anders eindigen dan met een laatste optreden van de enige echte Tom Waes? En zo geschiedde: op de tonen van het immer populaire Dos Cervezas werd het einde van de voorstelling ingeluid en vertrok iedereen nadien met een opgewekt gemoed naar huis. Halloween wie?
Karen Helderweirt
!!
EEN GRATIS RUGZAK ZAL JE NIET LANCEREN IN HET LEVEN. ONS ADVIES HELPT JE ECHT VOORUIT.
Cadeautjes zijn leuk, maar onze job is jou correct advies geven waar je echt iets mee bent. Maak een afspraak met een KBC-adviseur en kom eens praten. www.kbc.be/jongeren
WIJ GAAN MET JE MEE
Telex Dutje levert 1000 euro op Ook zo’n moeite om ‘s ochtends in de les te geraken? Kan je ook zo genieten van een kleine siësta in de namiddag? Dan had je mee moeten doen met het siëstakampioenschap in Madrid! Gedurende negen dagen stonden er blauwe zetels in een winkelcentrum waar 360 mensen een dutje kwamen doen. Natuurlijk niet zomaar een dutje. Tijdens hun siësta werd er met verschillende factoren rekening gehouden door de jury: snurkvolume, originele slaaphouding en kledij, ... De uiteindelijke winnaar was een 62-jarige werkloze uit Ecuador. Voor zijn dutje van zeventien minuten verdiende hij maar liefst 1000 euro! Doe jij beter met je weekendwerk? Begin dus maar te oefenen voor een volgend kampioenschap, zo heb je meteen een goed excuus als je weeral tijdens de les in slaap bent gevallen! Bron: De Standaard
Zwemmer grijpt witte haai bij de staart In de Indische Oceaan nabij Perth in Australië was een groepje zwemmers onderweg om contact te zoeken met dolfijnen, toen plots één van de zwemmers, leidster van de groep Elyse Frankcom, gebeten werd in haar heup en billen door een witte haai. Gelukkig voor haar greep een man uit het gezelschap het drie meter lange beest bij de staart en sleurde en wrikte tot de haai zijn prooi losliet. Het negentienjarige meisje ging onder, maar werd terug naar de oppervlakte geholpen en vervolgens aan boord van de boot gebracht. Voor je beslist om dat coole zwemuitje tussen de dolfijnen over te slaan op vakantie, dien je wel te weten dat een situatie als dit zich niet vaak voordoet. In de afgelopen 50 jaar zijn er 53 mensen gedood tijdens een aanval van een haai. Bron: De Standaard
85-jarige brengt inbreker bijna tot inkeer Niet alle inbrekers zijn zo zeker van hun stuk als je zou denken. Zo ondervond ook Martha Elias, al bijna 50 jaar uitbaatster van het café ‘Bij Nonkel Jules’ in Gent. Toen ze na sluitingstijd nog wat TV keek in een achterkeukentje van het café, kwam er plots een jonge kerel met bivakmuts binnen. Hij eiste geld en gaf haar een duw. Hij zei dat hij aan de drugs zat en geen inkomen had, ook niet van het OCMW. Toen hij met een schroevendraaier op Martha haar hoofd sloeg en zij huilend vroeg om een 85-jarige vrouw geen pijn te doen kwam de inbreker wonder boven wonder deels tot inkeer. Hij beweerde haar te kennen en geen pijn meer te doen, hielp de vrouw recht en gaf haar twee kussen. Hij nam haar geld en GSM mee, maar beloofde deze terug te geven als hij die nacht nog ergens anders aan geld geraakte. De dure halsketting die ze droeg - gekregen van haar man die al 21 jaar dood is - mocht ze houden. “Ik ben braaf hé”, zei hij er nog bij. Tot slot gaf hij haar nog een afscheidskus en vroeg de politie niet te bellen. Uiteraard alarmeerde de kleindochter van Martha meteen de politie toen haar grootmoeder haar nadien belde. De inbreker was wel zo verstandig om de GSM en het geld niet meer terug te brengen. Bron: Het Nieuwsblad
30
Ir.Reëel 2
Telex
No longer ‘only in America’ Het begon allemaal zeer simpel met Tupperware parties, maar na de Upperdare party of de botox-feestjes (waarop een professional botox kwam inspuiten), was het blijkbaar hoog tijd voor iets nieuws. En zo komt de volgende trend overgewaaid vanuit de States: een ‘shrink party’. Hier zorgt de gastvrouw voor hapjes, drank en ... een psycholoog. De bedoeling is dat de genodigden - enkel vrouwen aangezien zij hier meer voor open staan - praten over hun problemen, beslommeringen, enz. waarbij ze dan professioneel therapeutisch advies kunnen krijgen. We zijn benieuwd wat ze volgende keer uit hun mouw schudden... Bron: Het Nieuwsblad
Even een liedje downloaden... Akkoord het is verboden, maar iedereen downloadt toch gratis dus waarom ik ook niet? Een Amerikaanse vrouw zal het zich nog lang beklagen. Ze haalde een 24-tal liedjes illegaal van het internet, maar werd hiervoor voor de rechtbank gedaagd. Daar werd ze veroordeeld tot het betalen van een boete van 22 000 dollar. Echter, door een formaliteit moest het proces worden overgedaan en werd de boete opgetrokken naar het duizelingwekkende bedrag van 1,9 miljoen dollar! Niet verwonderlijk dat de vrouw in beroep ging en het bedrag nadien terug omlaag gehaald werd. In 2010 werd ze veroordeeld tot het betalen van 54 000 dollar. Om toch een iets haalbaardere schikking te bekomen stelde het RIAA een boete van 22 000 dollar voor. De vrouw zou naar het schijnt toch beslist hebben terug in beroep te gaan. Ironische noot: als ze meteen voor de nummers had betaald bij het downloaden, hadden deze haar 24 euro gekost. Bron: http://datanews.be
Aids krijgen van een WC Uit een onderzoek van condoomfabricant Durex bij een kleine 16 000 Europese jongeren tussen de vijftien en twintig jaar, is gebleken dat één op vier jongeren niet naar de WC gaat op openbare plaatsen of bij vreemden. Zij denken namelijk dat ze op die manier besmet kunnen raken met het HIV-virus bij contact met de WC-bril. Vreemd genoeg staat tegenover deze stelling bij de helft van de jongeren de wel zeer overmoedige gedachte dat ze immuun zouden zijn voor het virus. Blijkbaar staat de seksuele voorlichting zelfs in Europa nog steeds niet op punt... Bron: waarmaarraar.nl
Ir.Reëel 2
31
Sport: Parkour Na de wat rustige sport wandelen, maar dan wel heel ver wandelen, van vorige Ir.Reëel zoeken we in deze editie naar een sport met meer adrenaline. Voor velen blijft dit ook niet enkel een sport, maar wordt dit een heuse levensstijl waarbij je alledaagse straatelementen vanuit een heel ander perspectief bekijkt en de wereld je speelterrein wordt. De film Banlieue 13 is een vaak genoemde aanzet voor mensen die met Parkour willen beginnen. In deze film speelt David Belle, de oprichter van Le Parkour, de hoofdrol. In de making off tonen ze dat alle stunt- en vliegwerk in de film “echt” is en er geen matten of handige montagetechnieken aan te pas kwamen. David Belle wordt ook wel de uitvinder van de sport genoemd en staat bekend om zijn ongelooflijke fysieke kracht. Een ander groot fenomeen is de talentvolle Phil Doyle. Zo ’n prestaties evenaren gaat natuurlijk niet vanzelf en vereist heel wat
Parkour is in tegenstelling tot bijna elke sport absoluut niet competitiegericht
kracht, coördinatie en concentratie. Om dit te oefenen organiseert Pkfed, de parkourorganisatie van België, trainingen en andere activiteiten voor zijn leden. Alle trainingen die echt “gegeven” worden zijn binnen. Dit natuurlijk omdat de omstandigheden binnen veiliger zijn en beter om bepaalde bewegingen aan te leren. Als er dan iets fout gaat val je nog altijd op een zachte mat. Soms worden er ook grote bijeenkomsten (Jams) georganiseerd waar mensen van over heel het land of zelfs heel de wereld
samenkomen om te gaan trainen in een stad en in contact te komen met andere gelijkgestemden. Bij trainingen wordt een verschil gemaakt tussen mensen die al langer bezig zijn, en dus alle basis bewegingen onder de knie hebben en beginners. Mensen die de basis onder de knie hebben werken aan hun afwerking en aan het combineren van verschillende bewegingen. Mensen die de basis nog niet onder de knie hebben, herhalen de basis bewegingen tot ze die blind zouden moeten kunnen. Het leuke is dat de iets “gevorderde” mensen toch de basis blijven herhalen. Perfectie is de boodschap. Natuurlijk is het de bedoeling om alle bewegingen buiten te doen, maar je beslist zelf wanneer je klaar bent om ze buiten uit te voeren. Naast in groep kan je natuurlijk ook alleen trainen buiten waar je wil en op dezelfde plaats blijft voor enkele uren om echt elke beweging die je daar kan doen, onder de knie te krijgen. Het enige wat je nodig hebt is een goede locatie en wat verbeelding over wat je met de aanwezige architectuur allemaal kan doen. Parkour is in tegenstelling tot bijna elke sport absoluut niet competitiegericht, je enige tegenstander zou jezelf zijn, want iedereen heeft een unieke stijl, en unieke reden om parkour te doen. Sommige mensen willen graag spelen, sommige willen fysiek sterker worden, sommige willen parkour in zijn puurste vorm bele-
ven, als de echte “discipline” die het is, met de hele filosofie die er achter schuilt. Om deze redenen zou het ook praktisch onmogelijk zijn om er een echte competitie van te maken. Bij freerunning daarentegen is wel meer competitiegericht. Freerunning lijkt op parkour, maar is puur voor de show. Er worden ook meer salto’s en dergelijke in gebruikt. Al is dit verschil vaak slechts een verschil in benaming. Een traceur is iemand die parkour beoefent en een freerunner is iemand die aan freerunning doet. Bijna iedereen leert salto’s, freerunner of niet, omdat ze leuk zijn om te doen en ze dragen bij aan de lichaamscontrole. Bij wedstrijden beoordeelt men op hoe spectaculair je uitvoering is. Het komt dus ook wel bij elk jaar bij de kampioenschappen eens voor dat er iemand zwaar gewond raakt. Veiligheid is trouwens een groot aandachtspunt bij Parkour. Vallen wordt gezien als een teken dat je nog niet klaar was voor de sprong of dat je je op het moment van de sprong niet genoeg concentreerde op de bewegingen die je ging maken. Parkour is op zich een heel veilige sport omdat er net zo veel aandacht wordt besteed aan het perfect uitvoeren van een beweging totdat je deze zelfs blind kan uitvoeren. De meest voorkomende letsels zijn kleine wondjes op de polsen van steeds naar een muur te springen. Steen en beton zijn vrij ruw dus gebeurt het wel vaak dat je je er aan snijdt. Ook de spieren zien veel af omdat er veel kracht nodig is om bijvoorbeeld jezelf ergens over te tillen of ergens aan
Vallen wordt gezien als een teken dat je nog niet klaar was voor de sprong te blijven hangen. Stijve spieren of soms ook spierscheuren zijn dus ook zeer vaak voorkomende letsels. Je gebruikt ook echt bijna elke spier in je lichaam tijdens een training. Het lage aantal letsels is ook vooral te wijten aan de aandacht die tijdens trainingen gaat naar krachtontwikkeling. Hierdoor is je lichaam goed bestand tegen de impacten die je knieën
32
Ir.Reëel 2
Sport: Parkour of enkels krijgen te verwerken. Als je de juiste landingstechniek toepast (en dit is verplicht, per slechte landing is het
Een simpele techniek om te landen is de verticale beweging en de bijhorende kinetische energie om te zetten in een horizontale beweging minstens 20 keer pompen) dan voorkom je elke pijn aan knie of enkel. Een goede landing heeft ook veel te maken met concentratie. Een simpele techniek om te landen is de verticale beweging en de bijhorende kinetische energie om te zetten in een horizontale beweging door een rol uit te voeren. Het is ondertussen bewezen dat de rol je enkels en knieën be-
schermd door je neerwaartse snelheid om te zetten in voorwaartse. Je lichaam heeft, na genoeg training, automatisch die reflex gekregen. Parkour is een relatief jonge sport, het
bestaat nu ongeveer een 30 jaar in zijn huidige vorm. De Belgische organisatie Pkfed bestaat reeds een 3-tal jaar. Beoefenaars van de sport worden ook vaak gevraagd om te figureren in spotjes van bedrijven of organisaties die er cool willen uitzien. Ook voor videoclips worden af en toe leden van Pkfed gevraagd. Zo hebben ze onlangs meegewerkt aan onder meer de clip van “Blastermind” van het Belgische dj-duo Shameboy, een reclamespot voor Groen! Antwerpen, opgetreden bij de opening van 30CC, het cultuurcentrum van Leuven etc. Voor stuntwerk worden er uiteraard ook soms beoefenaars van Parkour aangesproken. Zo ook voor de opening van de populaire ouderenreeks Benidorm Bastards. Dit is echter niet het hoofddoel voor mensen die deze sport beoefenen. Als je het enkel voor het geld zou willen doen ben je er aan voor de moeite. Parkour doe je voor de adrenaline, het geeft je een kick als je na maanden trainen je trick buiten kan uittesten en je landing lukt. Parkour is voor velen ook meer dan een sport, het is een levenswijze. Parkour is ook het gebruiken van paden of objecten die niet ontworpen zijn voor het gebruik zoals een traceur ze gebruikt. Het afwijken van het alledaagse en creatief omspringen met de alledaagse elementen van de buitenomgeving. Ruben Wouters
Ir.Reëel 2
33
Hoofdtitel in het klein
34
Ir.Reëel 2
Hoofdtitel in het klein
Ir.Reëel 2
35
Vetcool ANYWAY-spray Het moeten niet altijd complexe oplossingen zijn die het leven gemakkeljiker maken. Zo ook bij deze ANYWAY spuitbus die, in tegenstelling tot gewone spuitbussen, over de gehele lengte gaatjes heeft waar de vloeistof doorkan. Hierdoor kan je dus vanuit alle richtingen naar hartelust sprayen
Facebookposter Stilaan beginnen de feestdagen korter bij te komen. Bij deze heuglijke dagen waarin je weer ettelijke keren zal moeten uitleggen hoe het gaat op ‘school’ hoort ook de zoektocht naar originele cadeaus. Wat dacht je van een poster met al de profielfoto’s van de vrienden van degene waar je het cadeau voor moet kopen. Zo kan hij/zij altijd zien hoeveel vrienden hij/ zij wel niet heeft. Kijk voor meer info op www.printingfacebook.com
Poor little fish sink Ideaal voor de groene jongens of de sadisten onder ons. Als je bij het handenwassen veel water verbruikt, zal je goudvis zich met steeds minder water moeten weten te redden. Maar gelukkig komt het water uit de kraan niet van de vistank en wordt ervoor gezorgd dat de vis toch altijd voldoende water heeft.
34
Ir.Reëel 2
Vetcool
PLUGO verlengkabel Het gebruiksvoorwerp waarbij de grootste vraag is waarom het nog niet in alle voorwerpen met een elektrisch snoer is bijgeleverd/ingebouwd. Het komt zelfs in een paar flashy kleurtjes zodat je er zeker niet aan zou kunnen weerstaan.
Telefoonlamp Nu iedereen altijd en overal mobiel bereikbaar is moet er natuurlijk een nut verzonnen worden voor de aansluiting van de telefoonkabel die nog in iedere huiskamer of keuken te vinden is. De phone-jack powered lamp heeft een RJ11-uiteinde die de stroom van de verlaten telefoonaansluiting gebruikt.
Retro-telefoon En we blijven bij de telefoons, maar dan voor het behoud ervan. Deze knaloranje telefoon, die een combinatie is van de oude klassieke telefoon maar heel wat moderne technologie zoals een LCD-display en een draadloze hoorn bevat, zal vooral de harten van menig noorderbuur sneller doen slaan. Maar wie weet staat ie wel onder jouw kerstboom binnenkort.
Ir.Reëel 2
35
HEALTHCARE
BUILDINGS
INDUSTRY
INFRA
Value by design
Ready to design? VK is actief in vier marktsegmenten: Healthcare, Buildings, Industry en Infrastructure. We bieden onze Healthcareklanten een totaalpakket onder één dak: masterplanning, architectuur, engineering, interieur en landscaping. Vastgoedontwikkelaars, architecten, industriële klanten en overheden doen beroep op VK voor engineering van gebouwen, industriële faciliteiten en infrastructuurprojecten. Daarbij is duurzaam bouwen voor ons een topprioriteit. VK heeft vestigingen in Brussel, Merelbeke, Brugge en Roeselare. In het kader van onze internationale plannen, zijn we ook steeds op zoek naar Vietnamees en Russisch sprekende ingenieurs. Mail mevr. Martine Decock via
[email protected] of bel naar +32 474 99 63 15. We ontvangen ook graag spontaan je cv.
Meer info op: www.vkgroup.be/careers
Hoe burgie/archie ben jij? Iedereen heeft wel eens zo’n moment van existentiële twijfel waarop hij of zij zich afvraagt: Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? En: waar ga ik naartoe? Dat de antwoorden op deze vragen niet gesimuleerd kunnen worden in MATLAB zal voor de meesten van jullie al wel duidelijk zijn. Voor de derde vraag verwijs ik graag naar de rubriek Afterlife en voor de tweede vraag zal je nog eens bij de mams en de paps moeten pleiten voor seksuele opvoeding. Maar wie ben ik dan? (Denk je dat we dit toch in MATLAB kunnen simuleren, dan is het antwoord op de titel triviaal: je bent een echte burgie!)
Je bent pas echt een burgie als... • je een uitgebreide schroevendraaiersset op kot hebt liggen. • je gsm meer uit elkaar gehaald is, dan in elkaar steekt. • je niet alleen je mama, maar ook je opa, je tante, je andere opa, je andere oma, de buurvrouw van je oma, ... hebt moeten uitleggen hoe je een e-mail verstuurt. • Discovery Channel jouw VTM is en Eos jouw Dag Allemaal. • MacGyver vroeger je idool was, en eigenlijk nog steeds is. • de kans dat je in een aula naast een meisje zit, gelijk is aan 7,12 % én als je weet hoe je, door een Poissonverdeling te veronderstellen, tot dit resultaat komt. • je per dag evenveel les hebt als een pedagoog op twee weken. • je neerkijkt op industrieel ingenieurs, sportkotters, handelsingenieurs, ...
Je bent pas echt een archie als... • je weet dat niet alleen Harry Potter les heeft in een kasteel. • je het Existenzialisme een feest(je) vindt. • je leven één grote deadline is, en dat je niet zonder zou kunnen. • je weet dat niet alleen Dracula ‘s nachts werkt. En die slaapt dan nog overdag... • je de prijzen van de copyshops tot op twee cijfers na de komma kan opdreunen. • je al opgewonden raakt van een bouwwerf, laat staan van een afgewerkt huis. • je een hart van steen hebben niet eens zo erg zou vinden. • je altijd wint als je bij Pictionnary een huis moet tekenen. • je weet dat niet alleen meningen gefundeerd moeten zijn. Meer dan vijf puntjes OF als je de wetenschappelijke basis van deze test in twijfel trekt: jij bent ontegensprekelijk een burgie/archie. Ontkennen heeft geen zin, trots is op zijn plaats! Tussen twee en vijf puntjes: je bent op de goeie weg. Met een paar kleine aanpassingen (koop een schroevendraaiersset) kom je al een heel eind. Minder dan twee puntjes: misschien wordt het eens tijd dat je je realiseert dat burgie/archie geen studierichting is, maar een manier van leven. Er is werk aan de winkel!
Ir.Reëel 2
37
Doorgelicht: Profilering archi’s “Wat ga ik later worden? Burgerlijk ingenieur-architect of ga ik architectuur studeren aan de hogeschool?” Waarschijnlijk zullen wel meerdere archi’s onder ons zichzelf deze vraag gesteld hebben. Wanneer men de keuze gemaakt had om verder te studeren, kon men zich ook nog eens afvragen of men nog sterker wou inzetten op wetenschap en de opleiding voor burgerlijk ingenieur-bouwkunde aanvatten of toch liever de ‘balans’ tussen ontwerp en wetenschap behield. Echter, door de academisering worden deze studies meer en meer gelijkgeschakeld en groeien ze dichter naar elkaar toe. Nu, alvorens over te gaan tot de profilering van de archi-opleiding zelf, dient met deze zaak eerst te kaderen in het grotere geheel.
Wat is academisering?
Kadering
Academisering is het proces waarbij alle huidige hogeschoolopleidingen van vier jaar niet langer bij de hogeschool zullen horen maar academische opleidingen worden. Een academische opleiding dient gesteund te zijn op onderzoek (universitair concept van onderzoeksgebaseerd onderwijs t.o.v. praktijkgebaseerd onderwijs van hogescholen). Wat houdt dit nu concreet in? 1. Lectoren aan de hogescholen zullen zelf moeten ‘academiseren’, d.w.z. dat ze zelf een academische titel moeten halen. Nu zijn heel wat hogeschooldocenten gewoon mensen uit het beroepsleven. Bvb. beroepsarchitecten die les komen geven. Voor academische opleidingen kan dit uiteraard niet, want dat zijn geen onderzoekers. (Onderzoek houdt o.a. ook nog in dat men regelmatig papers in vaktijdschriften publiceert.) Deze mensen zullen dus op termijn vervangen moeten worden door mensen die op z’n minst een doctoraat hebben. In essentie komt dit erop neer dat ze hetzelfde traject dienen te doorlopen als een universitaire prof. Men kan zich de vraag stellen of deze mensen uit het beroepsleven zich wel geroepen gaan voelen om ook heel deze weg af te leggen. In praktijk zal het voor hen waarschijnlijk wel mogelijk zijn om te blijven doceren, op voorwaarde natuurlijk dat er per opleidingsgroep toch minstens één academisch onderzoeker-docent is. Op lange termijn zullen er dus normaal steeds meer onderzoekers/academisch geschoolde proffen lesgeven in de hogeschoolopleidingen. Docenten met een academische 2. achtergrond zijn noodzakelijk aangezien de huidige hogeschoolopleidingen ook onderzoeksthesissen en doctoraten zullen moeten opstarten en begeleiden. Als al deze proffen
38
Ir.Reëel 2
een doctoraat nodig hebben, zal dit uiteraard ook meer werk met zich meebrengen voor de huidige docenten die extra doctoraten zullen moeten begeleiden. Meer doctoraten laten maken = meer geld nodig. De docenten van de hogescholen 3. moeten niet alleen een onderzoeksgebaseerde opleiding gehad hebben, ze moeten ook zelf continue onderzoek blijven doen, aangezien dat een vereiste is voor onderzoeksgebaseerd onderwijs. Ze zullen daar tijd voor moeten maken en ze zullen daar vooral geld voor moeten hebben. De overheid heeft hier financiële middelen voor beloofd, maar of die er ook effectief komen valt nog af te wachten: de economische crisis tekent zich af in alle domeinen. De kans lijkt bijgevolg reëel te zijn dat het huidige budget voor onderzoek aan universiteiten herverdeeld zal moeten worden. Nu is er wel reeds een beginbedrag toegekend aan de hogescholen, maar dit is veeleer voorzien als startkapitaal. Tegen 2013 zouden de hogescholen hun onderzoek ‘up and running’ moeten hebben.
Waarom willen we academiseren?
1. In België kennen we drie soorten opleidingen: hogeschool korte cyclus (drie jaar met bachelors), hogeschool lange cyclus (vier jaar inclusief één jaar master) en universiteit (zowel vier als vijf jaar, maar op termijn gaan de meeste opleidingen omgevormd worden naar vijf jaar, inclusief twee jaar master). Op Europees vlak zijn er maar twee niveaus: professioneel (enkel bachelor) en academisch (bachelor + master). Nu is de algemene tendens om het tussengeval van vier jaar (één jaar master maar toch professioneel) weg te werken. De eerste mogelijkheid hierin was om de deze opleidingen een jaar in te korten, maar dat is over het alge-
meen geen optie. Daarom heeft men beslist dat alle vierjarige opleidingen moeten ‘upgraden’ naar het niveau van academische opleidingen: d.w.z. dat ze moeten academiseren. 2. We leven in een kennismaatschappij: China, India, etc. zijn veel goedkoper in het produceren van allerlei zaken op grote schaal omdat arbeid daar nu eenmaal goedkoper is. Het enige waar het Westen voorlopig wel nog voorop staat is kennis. Het intellectuele werk gebeurt wel nog hier, ook al wordt de productie zelf vaak doorgeschoven naar Azië. Om onze economie te onderhouden moeten we dus concurreren waar we kunnen concurreren: zijnde op het gebied van ‘intellectueel werk’. Om deze reden wil de overheid zoveel mogelijk studenten aanzetten tot hoger onderwijs, en dan bij voorkeur universitaire studies omdat dat in principe de centra van innovatie zijn. Op universiteiten worden nieuwe dingen ontwikkeld, want er is onderzoek, terwijl een hogeschool meestal praktijkgericht is. Een voorbeeld: een hogeschoolopleiding Kinesitherapie heeft bijvoorbeeld in de eerste plaats als doel de bestaande kennis te leren toepassen in de praktijk. De hogeschoolstudenten spenderen dan ook typisch meer tijd dan hun universitaire tegenhangers aan het inoefenen en volledig beheersen van technieken tijdens praktijklessen. Kort gezegd is de hogeschoolopleiding voornamelijk gericht op het afleveren van goed geoefende kinesitherapeuten. In de universitaire opleiding Kinesitherapie worden studenten ook geconfronteerd met de zogenaamde “Waarom?”-vraag. Waarom werken bepaalde technieken bij de behandeling van bepaalde problemen en hoe zeker zijn we er overigens van dat de techniek effectief helpt en niet enkel een bestrijding van symptomen is? Hoe kunnen we onderzoeken of er eventuele an-
Profilering archi’s dere en betere behandelingsmethoden zijn? Naast het toepassen van bestaande kennis, is er dus ook aandacht voor het vergroten van de bestaande kennis. Door de hogeschoolopleidingen van het lange type te academiseren hoopt men de onderzoeksoutput in Vlaanderen te vergroten, wat moet leiden tot meer innovatie en dus een beter draaiende economie
Bijhorende problemen/vragen
1. Ondanks heel deze reorganisatie, blijven de meeste opleidingen - op enkele gevallen na - gewoon doorgaan in de gebouwen waar ze nu reeds plaatsvinden. Dat betekent in een heel aantal gevallen dus dat het universitaire opleidingen worden die echter doorgaan in gebouwen van de hogeschool. Indien alle opleidingen van een bepaalde hogeschool vier jaar lang zijn, is dat natuurlijk niet zo’n probleem want dan wordt het geheel deel van een universiteit. Het is te zeggen: ze worden eigenlijk partner van een universitaire associatie. Voor de hogescholen waar er zowel drie- als vierjarige opleidingen zijn, is de zaak ingewikkelder: Enerzijds vallen de vierjarige opleidingen wat betreft bvb. vakinhoud, diploma’s en examenreglement onder de universiteit. Beslissingen hieromtrent worden ook centraal goedgekeurd in de beleidsorganen van de universiteit. Anderzijds blijven de driejarige opleidingen onder het beheer van het hogeschoolbestuur. Aanstellingen, loonsbetalingen, etc. zullen ook opgesplitst moeten worden. De grootste moeilijkheid in deze situatie ligt nog steeds in het feit dat de gebouwen en andere infrastructuur in het bezit blijven van de hogescholen en dat de universitaire opleidingen die zullen moeten ‘lenen’ (en mogelijk voor moeten betalen). Op zulke gebouwen zullen dus (figuurlijk?) twee vlaggen hangen: Bvb. “Sint-Lucas Hogeschool” en “K.U.Leuven campus Sint-Lucas”. Men kan zich afvragen of de Vlaam2. se studenten wel en masse geïnteresseerd zijn in onderzoeksgebaseerde opleidingen. Van zodra de academisering ingezet is, zal het vaak geen optie meer zijn om voor een professionele opleiding te kiezen aangezien enkel de academische variant overblijft. Zou dit dan niet leiden tot een verarming van het aanbod? Zoals hierboven al werd gezegd, 3.
zal de reorganisatie gebeuren op basis van de vraag “Is het nu drie of vier jaar?”. Het zou echter correcter zijn om te splitsen op basis van de vraag “Is het academisch onderzoek voor deze opleiding zinvol?”. Een voorbeeld: ‘Instrument en Zang’ wordt een academische opleiding want ze duurt momenteel vier jaar. Marketing daarentegen blijft professioneel want dat is een richting van drie jaar. Terwijl het op het eerste zicht toch niet onzinnig is om marketingonderzoek te laten doen door studenten marketing. Van studenten Instrument en Zang kan men zich omgekeerd wel afvragen of ze zitten te wachten op die onderzoeksbezigheden. (Marketing zou dan natuurlijk wel in het vaarwater van TEW e.d. terechtkomen wat weer een extra profileringsproblematiek met zich zou kunnen meebrengen, maar dit geheel terzijde.) Op dit moment weet iedereen 4. waar een hogeschool- en universitaire opleiding voor staan. Dat er een onderscheid is tussen de types opleidingen is geen nadeel, maar net een voordeel want de markt heeft nood een verschillende profielen die elkaar kunnen aanvullen. Met de academisering lijken die duidelijke verschillen gedeeltelijk te vervagen. 5. Om te academiseren, behoren academiserende opleidingen samen te werken met gelijkaardige opleidingen aan de universiteit waar ze mee samenzitten. Als er zo geen opleidingen bestaan, is dat uiteraard een probleem. Die opleidingen mogen dan volledig zelf bepalen wat zij vinden dat ze aan zichzelf moeten veranderen om ‘voldoende’ onderzoeksgebaseerd onderwijs aan te bieden. 6. Er zijn hogescholen die een excellente reputatie hebben in het onderwijs en het afleveren van gedegen beroepsprofielen. Deze instellingen gaan nu hun opleidingen aanpassen, waarbij een deel van de toepassing en praktijkoefening wordt vervangen door onderzoek, maar is dat wel nodig? Don’t fix it, if it ain’t broken. Waar het onderscheid en de gelij7. kenis tussen opleidingen nu soms duidelijk is uit het type instelling waar ze aangeboden wordt, dreigt dit door de academisering te vervagen. Er zijn Vlaamse universiteiten zonder ingenieursopleiding. Niets houdt een academiserende opleiding tot industrieel ingenieur tegen om aan zo’n universiteit
een Faculty of Engineering op te richten met opleidingen Bachelor and Master of Engineering, dezelfde namen die door onze faculteit worden gehanteerd. Het zou voor middelbare schoolstudenten dan wellicht moeilijk worden om het verschil nog te zien. Wat betreft het aanpakken van de profileringsproblemen die zich stellen door de academisering, kunnen een aantal pistes bewandeld worden: De eerste optie is volledige inte1. gratie en maximaal proberen samenwerken. Voordeel hierbij is dat je in alle bestuursvergaderingen samen zit met de gerelateerde opleidingen. Je kan dus samen bespreken en beslissen hoe iedere opleiding er zal uitzien en zo zou profilering in theorie beter moeten kunnen verlopen. Integratie in één instelling of faculteit, heeft dan weer wel als nadeel dat je misschien verplicht wordt om samen te werken met mensen die een heel andere visie hebben. 2. De andere optie is zoveel mogelijk trachten apart te blijven werken en op die manier te hopen dat het onderscheid vanzelf behouden blijft. Zo lijken het departement ASRO (Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening) van de K.U.Leuven en de SintLucas hogeschool een innige samenwerking niet meteen te zien zitten, ondanks het feit dat beide opleidingen Architectuur en Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening aanbieden. De opleidingen van Sint-Lucas zullen academiseren zonder samenwerking met ASRO en zullen terecht komen in een nieuwe faculteit Architectuur en Kunsten in de groep Humane Wetenschappen, terwijl ASRO onveranderd blijft voortbestaan aan de Ingenieursfaculteit in de groep Wetenschap & Technologie. Zo hopen ze het verschil duidelijk te maken: namelijk dat zijzelf zich meer toespitsen op kunst en dat ingenieur-architecten eerder op wetenschap gericht zijn. Deze tweede piste is een soort interne competitie (want het blijft allemaal K.U.Leuven). Wat betreft het aanpakken van de profi-
Ir.Reëel 2
39
Profilering archi’s
leringsproblemen die zich stellen door de academisering, kan er misschien nog een uitweg gevonden worden via de opleidingsprofielen. Deze profielen zijn minima waaraan de opleiding moet voldoen. Men kan dan kijken welke extra’s elke instelling wilt opleggen bovenop het minimumprofiel (m.a.w. waar zij de focus juist willen leggen binnen hun opleiding). Bij deze profilering worden er competenties opgesteld die de student zou moeten hebben op het moment dat hij afstudeert. Deze competenties worden dan samengevoegd in profielen. Zo zou men dus erover kunnen waken of opleidingen onderling voldoende blijven verschillen in hun vooropgestelde competenties en opleidingsprofielen. Dit houdt natuurlijk wel in dat verschillende associaties moeten samenwerken om een zekere basis vast te leggen van waaruit elk dan apart verder kan. Het blijft echter onduidelijk welke van al deze opties nu uiteindelijk zorgt voor de beste profilering en of er niet nog een andere mogelijkheid is.
Is al deze ‘miserie’ de voordelen waard?
Je zou je kunnen afvragen waarom ze nog doorgaan met het academiseringsplan als er zoveel potentiele problemen zijn. Ten eerste is er natuurlijk de druk op associatie- en overheidsniveau om door te gaan omwille van de uniformiteit binnen Europa en het idee dat men zo de Vlaamse kennismaatschappij kan versterken. De grip van de overheid op de onderwijsinstellingen is erg groot in Belgie. De inschrijvingsgelden liggen immers gedwongen enorm laag in vergelijking met bijvoorbeeld Amerika. Ter compensatie wordt een deel van het belastingsgeld aangewend als subsidies voor de onderwijsinstellingen. Doordat het geld echter via de overheid als tussenpersoon passeert, heeft deze daarmee natuurlijk een excellent drukkingsmiddel in handen. Verder zijn ook de meeste hogeschoolopleidingen voorstander van de academisering. Ze krijgen zo immers toegang tot de onderzoeksbeurzen waar nu enkel universitaire
40
Ir.Reëel 2
opleidingen aanspraak op maken. Nu hebben we reeds eerder gesteld dat de kans reëel is dat dit geld uiteindelijk zal komen uit de herverdeling van de oorspronkelijke onderzoeksgelden voor universitair onderzoek. De huidige universitaire opleidingen dreigen dus zelf minder over te houden. Een ander voordeel voor de hogescholen is ook nog naambekendheid, zowel voor studenten als docenten, die nu plots niet meer bij een onbekende hogescholen afstuderen of werken, maar op een lokale campus van de internationaal befaamde K.U.Leuven.
Profilering architectuur en academisering van de kunsten Specifieke vragen/problemen
Bij academisering an sich van de kunstopleidingen worden door sommigen heel wat vraagtekens geplaatst. De studenten in kunstopleidingen zoals bijvoorbeeld architectuur of instrument en zang zullen in de toekomst ook onderzoeksthesissen en doctoraten moeten kunnen afleggen. De vraag is dan welk onderwerpen iemand die Instrument en Zang studeert zal onderzoeken. Je zou kunnen denken aan onderzoek i.v.m. bepaalde muziekstromingen of bepaalde componisten, maar deze onderwerpen vallen eerder onder opleidingen zoals Kunstwetenschappen en Kunstgeschiedenis. De vraag stelt zich dus hoe het ‘doctoraat in de kunsten’ eruit zal zien. De kunstopleidingen zelf lijken alvast overtuigd dat een doctoraat in de kunsten geen probleem zal vormen. Ze zeggen er zelf wel bij dat men niet moet uitgaan van een te enge definitie van het onderzoek want dat het doctoraat in de kunsten zeker ‘geen typisch onderzoek’ zal zijn.
ASRO
Zoals reeds eerder aangehaald zullen de academiserende kunst- en architectuuropleidingen binnen de associatie K.U.Leuven terecht komen in een nieuwe faculteit Architectuur en Kunsten, ondanks de gelijkenis met de opleidingen van het departement ASRO. Het is erg waarschijnlijk dat beide zullen moeten strijden om onderzoeksgelden voor gelijkaardige projecten. De onderzoeksgelden die beschikbaar zijn voor architectuur-gerelateerd onderzoek staan echter nu al onder druk binnen de K.U.Leuven omwille van een verdeelsystem dat grote onderzoeksdomeinen bevoordeelt. Hoe beide partijen denken het hoofd boven water te houden in deze competitieve situatie, valt nog af te wachten. Bovendien loert ook het gevaar van rationalisatie(*) om de hoek. Indien blijkt dat de opleidingen aangeboden door beide faculteiten onvoldoende verschillen, zouden kunnen beslist worden een van beide af te schaffen of de twee samen te voegen. Het is het niet onmogelijk dat de (ontwerp-gerichte) master architectuur van Sint-Lucas te sterk aanleunt bij de Master Architectuur: optie Architectuurontwerp. Hetzelfde geldt voor de Master in de Stedenbouw en de Ruimtelijke Planning en de Master Architectuur: optie Stedelijk Project. De optie Bouwtechnisch heeft van die kant weinig te vrezen maar leunt dan weer richting de Master Bouwkunde: optie gebouwentechniek. Zullen de faculteiten erin slagen hun opleidingen voldoende te profileren t.o.v. de andere? Het is ongetwijfeld te vroeg om deze vraag met zekerheid te beantwoorden, maar wel hoog tijd om de vraag te stellen en na te denken over het antwoord.
Bart Tuts en Karen Helderweirt
(*) Rationalisatie? Rationalisatie is een proces waarbij wordt gekeken of bepaalde vakken of zelfs hele opleidingen niet te weinig studenten bevatten (en daardoor eigenlijk veel kosten voor wat ze opleveren). De idee hierachter is om geld vrij te maken voor andere (interessantere) opleidingen/vakken en die te verbeteren. Er zijn richtlijnen voor minimumstudentenaantallen maar dat is zeker niet het enige criterium. Zo zal een richting die uniek is in zijn soort en een gegeerde competentie aanleert normaliter niet afgeschaft worden. Tijdens een evaluatie wordt ook gekeken naar overlap tussen verschillende opleidingen. Indien de verschillen te klein blijken, kan beslist worden één van beide af te schaffen en eventueel de afgeschafte opleiding te integreren in het programma van de andere. Zo werden vorig jaar bijvoorbeeld de master informatica en CW samengevoegd tot de vernieuwde master CW. Een vaak opgeworpen argument is dat de bachelor informatica en ingenieurswetenschappen toch fundamenteel verschillend zijn, maar daar wordt geen rekening mee gehouden. De masterprogramma’s op zich werden vergeleken en bleken te veel overlap te vertonen. De richting geotechniek en mijnbouwkunde werd dan weer afgeschaft omdat deze te klein was. Men had zowel te weinig studenten als te weinig verschillende docenten.
Goedfout We hadden jullie gewaarschuwd, elke foute beweging, grijns of outfit leggen we dit jaar vast. De ergste gevallen krijgen een ereplaats in deze rubriek. Gelukkig houdt dit jullie niet tegen om jullie schrale kantjes boven te halen. We’re watching you! Case I: Burgies en vrouwen
nodig en kleden zich gewoon zelf uit. Wil je ook je buikje of sixpack tonen zoals mijnheer hierboven? Let dan op de afwerking en zorg er zeker voor dat je je broek hoog genoeg draagt. Want jongens, een beetje mysterie kan nooit kwaad.
Voor een buitenstaander klinkt dit niet altijd evident. Tenzij met negatieve bijklank. Ons eerste geval voldoet aan de stereotiepe voorwaarden. Veel moeite doen om de vrouwtjes te versieren, maar het toch altijd op de foute manier uitvoeren. Heren, vrouwen vinden die tong bij een eerste ontmoeting stiekem toch niet zo sexy!
Case II: Naakt
Een veelbelovend thema, but don’t get your hopes up want hier laten we zien hoe het zeker niet moet.
Dat de heren van fakbar ‘t ElixIr toffe jongens zijn is geen nieuws. Ze houden zo veel van hun geliefd café dat niets te veel is gevraagd. Maar toch vinden we dat deze vorm van promo (voor een mexicaans avondje) net iets te ver gaat. Heren, hou het in het vervolg bij affiches!
Deze jongeman heeft het al beter begrepen. Hij heeft de aandacht van de vrouwtjes te pakken. Toch is hij niet tevreden. Zijn twee mooie deernes nog niet genoeg voor hem? Of lokte hij de dames net in de val met deze grote pruillip? Barney, meet one of your biggest fans!
We kunnen begrijpen dat de nood soms hoog is als je goede waar hebt gespot. Probeer echter met het echte werk te wachten tot je op kot bent. Want zeg nu eerljk, twee mannen die elkaar en plein public uitkleden wil niet iedereen van dichtbij meemaken.
Nummer drie heeft de basisstappen van het versieren ook duidelijk onder de knie. Maar pas op heren, bezint eer ge begint! Eens de eerste stap is gezet, geraak je je prooi niet meer zo gemakkelijk kwijt. Versier dus enkel wat je effectief in huis wil halen en bespaar jezelf vele genante momenten in tegenstelling tot deze ongelukkige jongen.
Andere gevallen hebben zelfs geen hulp
Dat het af en toe op drukke feestjes heel warm is in de fak, kunnen we allemaal beamen. Deze twee heren hadden precies niet door dat er op dat moment niet echt een feestje aan de gang was, maar trokken toch hun kleren spontaan uit. Of was het doel net het schaars aantal meisjes te verwarmen op deze manier?
Ir.Reëel 2
41
Architectuur: Albert Speer & Partners Als de naam Albert Speer u aan de Tweede Wereldoorlog doet denken, dan heeft u goed opgelet in de geschiedenislessen. Albert Speer Sr. was Hitlers persoonlijke architect, wiens werk voor NaziDuitsland een litteken heeft nagelaten in de Duitse geschiedenis. Onder meer de monumentale herinrichting van Berlijn - die de naam Germania meekreeg - en De Rijkskanselarij waren ontwerpen van zijn hand. De Albert Speer waarover we het in dit artikel hebben is zijn oudste zoon: Albert Speer Jr. Hij gelooft meer in een individuele aanpak voor elk project, in tegenstelling tot een algemene methode die bij elk project gebruikt kan worden. Duurzaamheid is een thema dat in al hun ontwerpen aanwezig is en waar door dit kantoor al meerdere boeken zijn volgeschreven. Het gebouwde werk van zijn firma bevat onder meer urban planning, urban design, regionale ontwikkeling en hoogbouw. Ook de planning van grote internationale evenementen maakt deel uit van hun uitgebreide oeuvre. Men kan dus stellen dat AS&P meer een omgeving schept voor mensen dan een of ander fancy gebouw te ontwerpen dat binnen 10 jaar gedateerd is.
Speer Jr. vs Speer Speers werk kon niet verder staan dan dat van zijn vader. Zijn urbane ideaal, beschreven in Die Intelligente Stadt is een sociaal-progressieve humane metropool. Hij schuwt ook overmoedige architecturale statements. “Stijl is heel belangrijk, maar als je een verzekeringskantoor in Mannheim moet bouwen, zal dit in een andere stijl zijn dan een verzekeringskantoor in Shanghai. Deze filosofie vertaalt zich in een kameleonarchitectuur, waar men zich altijd aanpast aan de context waarin men bouwt. Dit is ook te danken aan het feit dat er geen typisch ontwerp bestaat in stadsplanning volgens Martin Wentz. Hij had van 1990 tot 2001 de leiding over de stadsplanning van Frankfurt en werkte hierin samen met Albert Speer. Het bureau wordt geleid door Albert Speer himself, Friedbert Greif, Gerhard Brand en zes andere seniorpartners die het bedrijf leiden. Het hoofdkantoor ligt in Frankfurt/ Main, maar doordat hun sites over de hele wereld verspreid liggen hebben ze ook nog een satellietkantoor in Shanghai. Door de groeiende complexiteit van projecten - denk maar aan het thema duurzaamheid dat de afgelopen jaren een steeds grotere aandacht krijgt – worden steeds vaker experts uit een bepaald vakgebied onder de arm genomen.
42
Ir.Reëel 2
Project Nord Bund in Shanghai, China
Ecologie, context en economie Al zijn projecten berusten op 3 hoofdprincipes: ecologische, economische en contextgerelateerde duurzaamheid. Met dit laatste bedoelt men dat gebouwen duurzaam in hun omgeving moeten passen en geen afbreuk aan de identiteit van een bepaalde stad mogen doen. De laatste jaren is AS&P gegroeid van een 70-tal naar meer dan 120 medewerkers. Zo’n 40 architecten werken samen met een 40-tal stadsplanners. Tel hierbij de 15 transportexperts en een handvol andere specialisten en je beseft dat in team werken grote voordelen oplevert bij zulke complexe bouwvragen die ze behandelen. De firma heeft onder meer projecten over heel Azië en het Midden-Oosten en is verantwoordelijk voor het overgrote deel van de moderne delen van Frankfurt. Een leuke anekdote die de effectiviteit van urbane planning bewijst deed zich voor bij de ontwikkeling van downtown Frankfurt. Helmut Jahn, een Duits-Amerikaans architect, deed zijn presentatie aan de hand van een zeer dure maquette. Maar het plan van Jahn vroeg om het ontwerp van een serie grote designertorens zon-
der echt de ruimte ertussen te definiëren. Speer daarentegen gebruikte zijn ervaring op het vlak van ruimtelijke planning om een concept uit te werken waarin hij de variëteit tussen middelmatig dichte bebouwing, een residentieel district en groene zones beklemtoonde. Hiermee maakte hij minstens evenveel indruk als de maquette van Jahn.
Azië Voor de inrichting van het noordelijke gedeelte van het historische district The Bund in Shanghai heeft het Duitse bureau de ideeënprijsvraag gewonnen. Het ontwerp bevatte een mix van hoge stedelijke dichtheid en een parkachtige omgeving. Het urbane gebied bevat een weefsel van nauwe straten en kleine openbare ruimtes. Door de uitbouw van een degelijk openbaar vervoersnetwerk wil men hier het autoverkeer (samen met de bijhorende milieu- en geluidsoverlast) terugdringen. Het ondergrondse metrosysteem is via twee stations aan weerszijden van het gebied verbonden met de route voor voetgangers die de hele ‘North Bund’ doorkruist. Het twee vierkante kilometer omvattend gebied biedt een mix van wonen, werken en winkelen. De meeste van deze voorzieningen zijn gerelateerd
Architectuur: Albert Speer & Partners
Changchun, het nieuwe Detroit van China aan de scheepvaart, die op deze locatie al eeuwen lang een belangrijke rol speelt. Enkele veerbootterminals zijn ondergronds gepland, evenals een aantal winkelcentra. Of en hoe het winnend ontwerp van Speer & Partner hier vorm in krijgt, is nog niet bekend. Een van hun Aziatische projecten was een compleet nieuw staddistrict in Changchun. Een soort Detroit voor China waar de hoofdwerkgever voor de stad Volkswagen zou zijn. Changchun is reeds China’s tweede grootste stad op gebied van autoconstructie. Ook Audi en Mazda zijn al aanwezig in deze industriële stad. Het plan is deels geïnspireerd op Volkswagens Autostadt in Wolfsburg. Dit is een mix tussen automobielconstructie en openbaar toegankelijke culturele mogelijkheden. Albert Speer is ook optimis-
tisch over de Chinese mentaliteit. “Ze zijn beter georganiseerd om problemen aan te pakken dan anderen. Chinezen denken praktisch en direct, daarbij maken ze nog eens razendsnel beslissingen. Mijn indruk is dat niet alles de goede richting uitgaat, maar men leert er snel en men wil dingen anders aanpakken als in het verleden.”
Holisme en social engineering
Duurzaamheid betekent voor Albert Speer het meer holistische – de som van de delen is meer dan het geheel- denken. “We denken te vaak in sectoren en delen problemen op in deelproblemen. Maar we moeten meer in cirkels denken. Maar al te vaak ondervindt hij als architect hinder uit politieke hoek. “Het duurt te lang in deze wereld om beslissingen te maken. Het duurde bijna 2 decennia sinds de conferentie in Rio de Janeiro om duurzaamheid in de hoofden van politici en overheden te krijgen. Ook ‘social engineering’, het integreren van de publieke opinie van vooral de buurtbewoners in grootschalige projecten, speelt een steeds grotere rol. Dit vraagt wel een extra inspanning van de architecten en planners. “Met één lezing te geven zal dit niet lukken, daarom is het ook een proces dat over meerdere jaren gaat.” De grootste verandering die Albert Speer tijdens zijn carrière heeft meegemaakt is de opkomst van het holistisch denken. Het woord ecologisch moest 30 jaar geleden ook nog uitgevonden worden. Maar dankzij technologie en globalisatie is het nu makkelijker om situaties waarmee je geconfronteerd wordt te vergelijken met deze in andere Een van zijn laatste publicaties met op contreien. Zijn favoriete stad Barcelona is de achtergrond het ontwerp voor Abuja, voor hem een goed voorbeeld omdat op Nigeria vlak van transport, groene ruimte, … deze
dingen allemaal goed geïntegreerd zijn in het dichte stedelijke weefsel van de stad. In Azië is dit Singapore, omdat ook hier ondanks de dichtheid van de stad, deze toch leefbaar en groen is. “Een slecht geplande stad is makkelijk te herkennen, maar in een goed ontworpen stad is de hand van de architecten en planners bijna niet te herkennen. In een goed geplande stad zijn de schijnbare tegenstellingen met elkaar verzoend en worden niet langer als tegenstellingen gezien door de gebruikers ervan.” Dat zijn naam hem steeds blijft achtervolgen ondervond hij ook toen hij een artikel over zijn plannen voor Peking in de Britse Sunday Times. De auteur van het artikel had stevige kritiek op het plan van Speer om met een grote as delen van Peking met elkaar te verbinden. Zeker omdat zijn vader dit in Hitlers tijdperk al had gedaan met Berlijn en zo de stad kwaad had gedaan. Men had echter niet de moeite genomen om Albert Speer Jr. zelf te contacteren om zo mogelijke nuances aan te brengen bij zijn ontwerp. Toen het Duitse Bild besloot om dit artikel over te nemen, maar wel op voorhand contact op te nemen met de stadsplanner, werd het artikel in de prullenbak gesmeten. Ondanks alles hoopt Speer toch dat zijn naam bij het bredere publiek meer bekend zal worden dan de naam van zijn vader en hij zo de geschiedenis achter zich kan laten. Ruben Wouters
Ir.Reëel 2
43
Culinair Omdat in deze barre tijden van dwarrelende herfstbladeren een student al eens kan verlangen naar het thuisfront en grootmoeders/moeders keuken, staat er in deze Ir.Reëel een lekker hartig en ouderwets gerecht op het menu.
Andijviestamppot met spekblokjes
Voor 2 personen 400 g aardappelen, geschild 200ml melk 150 g verse andijvie 150 g spekblokjes 50 g boter 1 koffielepel mosterd peper, zout en nootmuskaat
1. Breng geschilde aardappelen met water aan de kook. Op zacht vuur 20 minuten gaarkoken. 2. De andijviebladeren spoelen en in fijne reepjes snijden van ± 5 cm. 3. Bak ondertussen de spekblokjes krokant in tefalpan zonder boter. 4. Giet de aardappelen af en stamp fijn. 5. Warm de melk op, voeg peper, zout en nootmuskaat toe en klop dit onder de puree. 6. Maak een putje in het midden en voeg de boter en mosterd naar smaak toe.
44
Ir.Reëel 2
7. Meng alles goed en roer er de rauwe andijvie onder. 8. Serveer de stamppot onmiddellijk met de spekblokjes bovenop. 9. Voor het geheel nog wat op smaak te brengen voeg je een scheutje azijn toe. Tip: Maak met de rest van de struik de volgende dag gestoofde andijvie als groentenschotel met worst of ander vlees.
Tot slot nog een tip voor de absolute kookklunzen: Ben je het beu om onduidelijke recepten te ontleden en wil je niet weer naar de mama bellen voor advies, dan is het Blue Band Basiskookboek misschien wel nuttig. Hierin staan verschillende makkelijke gerechten stap voor stap uitgelegd met duidelijke foto’s erbij.
Ir.Reëel 2
45
Ontspanning Tijd voor wat ontspannende lectuur en spelletjes.
Fuck my life
Today, I saw a portable speed camera on the highway and braked hard. I caused a 4 car pile-up and my car is totaled. It wasn’t a speed camera. FML Today, I went into a haunted house. Around 30 seconds into the adventure, I couldn’t stop screaming at the top of my lungs from all of the scares. Suddenly, the little girl ahead of me, who was all by herself, turned around and told me to “suck it up and grow a pair, loser.” FML Today, I was waiting for a friend to pick me up. It was after dark and I was nervous, so when he pulled up I immediately jumped in the car. The young girl in the driver’s seat started freaking out, screaming and punching me in the face repeatedly. I’d accidentally gotten in the wrong car. FML Today, I failed to get my drivers licence. My father was the instructor. FML Today, I was cashier at work. The line came to a stop, but there was still people there. I kept saying next, but no one moved. I finally looked over the counter where there was a lady who had been standing there the whole time. She was a midget. FML Today, I was on the train when a cute guy leaned over and asked me if I’d like his seat. I immediately started blushing, smiled and said no thank you. He smiled and nodded. He wasn’t asking me, he was talking to the old lady standing in front of me holding her walker. FML Today, I had a job interview. When I got there, the lady interviewing me shook my hand and said, ‘Hello, I’m gay.’ I found this strange and I didn’t know what to say, so I stated, ‘Aw, it’s OK, I support you.’ She looked pretty offended, and I realized why when I found out that her name was Gaye. FML Today, I was so lonely that I had a 3 hour conversation with a one-legged cricket I found in my room. I’m keeping him. He has a name. FML
46
Ir.Reëel 2
Ontspanning
Ir.Reëel 2
47
Morgen kunnen we sneller chips maken. Vandaag mag jij ons vertellen hoe. Deep UV-licht (193 nm)
De race om steeds meer IC-schakelingen op de vierkante centimeter te realiseren, is niet de enige race in de chipwereld. Fabrikanten willen ook de chipproductie zélf versnellen. Maar hoe voer je een machine op, die op de nanometer nauwkeurig moet presteren?
v
6 m/s 70 60
Chips met 45-nm-details kun je alleen maken als je - tussen versnelling en vertraging door - op de nanometer exact belicht. 1000 sensoren en 8000 actuatoren bedwingen en daarmee 180 wafers per uur belichten. Hoeveel software en processoren vraagt dat? En hoe manage je de architectuur daarvan?
50 40
33 m/s2 In de chip-lithografiesystemen waar ASML nu aan werkt, wordt een schijf fotogevoelig silicium (de wafer) op hoge snelheid belicht.
30 20 10
t
0
33 m/s2
De wafer ligt op de zogenoemde waferstage (ruim 35 kilo). Die beweegt onder het licht door. Heen en weer, dus met een extreme versnelling en vertraging van 33 m/s2. Versnellen met 33 m/s2 is al een uitdaging op zich. Welke motoren kies je? Waar vind je versterkers met 100 kW vermogen, 120 dB SNR en 10 kHz BW? En dan begint het pas. Want voorkom maar ’ns dat al die warmte je systeem weer onnauwkeurig maakt...
Voor engineers die vooruitdenken Profiel: Wereldwijd marktleider in chip-lithografiesystemen | Marktaandeel: 65% | R&D-budget: 500 miljoen euro | Kansen voor: Fysici, Chemici, Software Engineers, Elektrotechnici, Mechatronici en Werktuigbouwkundigen | Ontdek: ASML.com/careers
Impuls standpunten: stand van zaken Het jaar is ondertussen al goed gevorderd en het lijkt ons dus de ideale moment om eens stil te staan bij wat VTK voor jullie al verwezenlijkt heeft. Daarom hebben we eens nagekeken hoe het staat met de standpunten van Impuls, de verkiezingsploeg die het VTK praesidium gevormd heeft vorig jaar!
8
Cursusdienst
Lidkaarten en leden
Impuls wou graag de studenten architectuur helpen in hun zoektocht naar maquette-materiaal, maar is in zijn zoektocht naar Kadapack voorbijgestoken door Acco. Maar niet getreurd! Kalkrollen en snijmesjes zijn aan voordelig tarief bij Cursusdienst te verkrijgen. Na een grondige economische analyse werd ook besloten dat het niet realistisch is om voor standaard studeermateriaal onder de prijs van de supermarkten te gaan... Ook een automatische e-mail bij een nieuw artikel stond op de planning, maar is technisch niet haalbaar. Maar er zijn ook nog een aantal dingen bezig en volop in ontwikkeling: een betere informatiedoorstroom naar de proffen, apart onderdeel voor studentencursussen etc. Bovendien komt er in de nabije toekomst een kleurenkopieermachine in het Theokot – het was geen standpunt, maar nietemin toch de moeite: goedkoop je slides of ontwerpbundels afdrukken en dat onder de prijs van de copyshops, Acco of zelfs de KUL? Het is bijna mogelijk, dus hou zeker het Theokot de komende weken in de gaten!
Een standpunten waarvan je vermoedelijk al wist dat het er ook gekomen is: de vernieuwde lidkaarten! Je loopt nu trots rond met een stevige, duurzame lidkaart! Bovendien komen er meer toepassingen voor de lidkaart aan: je kan nu al snel inloggen op Cursusdienst, maar binnekort kan je er ook veel vlotter mee binnen op een VTK-activiteit. More to come! Ook voor jullie zelf zijn we nog volop bezig: onze uitleendienst (misschien heb je een slijpschijf nodig of gewoon een moersleutel om je fiets te herstellen?) zit in zijn laatste implementatiefase. We hopen dat jullie de hernieuwde VTK inschrijvingen konden smaken? Het heeft ons heel wat bloed, zweet en tranen gekost op IT-vlak, maar de kinderziektes zijn er nu uit en volgend jaar zou alles nog vlotter moeten verlopen!
Ir.Reëel 2
Impuls standpunten: stand van zaken
Communicatie Impuls wilde meer en efficiënter met jullie communiceren, en dit is er al een voorbeeld van! Een nieuwe facelift voor de website staat op de planning en de structuur van het Bakske werd aangepast (mét een onderwijs-rubriek zodat je eindelijk weet wat er allemaal te gebeuren staat met je diploma). Ook de Facebook pagina heeft veel succes, zoek ons dus zeker op moest je nog geen fan zijn! Enig minpuntje: het forum is voorlopig uitgesteld...
Jaarwerkingen, werkgroepen en medewerkers Zonder al die mensen is VTK uiteraard niets en Impuls wou dan ook een betere ondersteuning en grotere appreciatie voor deze groep mensen. De ondersteuning en appreciatie is er, maar hier en daar moeten we nog wat finetunen: gerichte informatie over je eigen jaarwerking op de homepage staat op de planning en een plaatsje in de spotlights op de website komt eraan!
Ontspanning Een upgrade van het Theokot was een van de belangrijkste doelstellingen: wat vind je dus van de nieuwe toog en de nieuwe likjes verf? De verbeteringen zijn hopelijk merkbaar! Ook onze 90e verjaardag staat volop in de stijgers. In plaats van pintjes aan 90cent zijn we zelfs helemaal over the edge gegaan door 90 gratis vaten uit te delen doorheen het hele jaar! En bovenop alles hebben we Apolloon weer het vuur aan de schenen gelegd, laten zien dat burgies en archies vette standjes kunnen bouwen!
Bereikbaarheid We wilden ons praesidium bereikbaarder maken en zijn daar nog volop mee bezig! De permanentie-uren kan je al terugvinden op de website (bij de vice) en een overzichtspagina komt eraan. Bovendien is ook de nieuwe VTK-pull gearriveerd, we hopen dat jullie hem zien zitten!
Ir.Reëel 2
9