vrucht bare aarde editie 2 Ŝ zomer 2012
‘Stilte is voor mij heel belangrijk’ Geluidskunstenaar Nathalie Bruijs
Inwijdingswegen in pastel Juke Hudig over Dantes spirituele weg Een persoonlijke reactie op Van Goghs Roze perzikboom Glimlichtjes van geluk Natuurervaringen van kinderen
redactioneel
Glimlach D
antes dichtwerk Divina Commedia wordt gerekend tot de grote meesterwerken van de Westerse cultuur. Door de eeuwen heen hebben schilders en beeldhouwers zich door deze spirituele zoektocht uit de 14e eeuw laten inspireren. Een weg die duister begint en eindigt in het licht. “Zelf heeft de schrijver de hele weg doorleefd,” zegt Juke Hudig elders in dit nummer. “Daar ben ik in de drie jaren dat ik stap voor stap de beelden van deze reis heb getekend van overtuigd geraakt.” De essentie van Dantes leven is de liefde, zeggen nogal wat Danteliefhebbers. Al op negenjarige leeftijd stond hij oog in oog met de bijna even oude Beatrice Portinari, op wie hij verliefd werd. Vanuit de verte adoreerde, vereerde en idealiseerde hij haar – geheel in de lijn van de troubadoursliefde, waarvan veel dichters en zangers in zijn tijd zongen. Beatrice kwam al op jonge leeftijd te overlijden. Maar in De Goddelijke Komedie duikt ze weer op als een van Dantes gidsen. Zijn tweede gids. Ze wacht hem op aan de poorten van de hemel. Maar eerst moet Dante nog door het louterende vuur – waar hij niet doorheen durft. Tot zijn eerste gids hem eraan herinnert dat zij aan de andere kant van het vuur op hem wacht. ‘Dit alleen scheidt u nog van Beatrice’. En dan gaat Dante voor haar door het vuur. “Deze liefde is platonisch,” lees ik in een bijna honderd jaar geleden geschreven boekje van filosoof Bierens de Haan dat bij het opruimen van ons huis ineens tevoorschijn komt. Uit het oog verloren. Jaren geleden is het me toegestuurd, herinner ik me nu, door de bijzondere en visionaire tuinfilosoof Rob Leopold. Tijdens het bladeren door dit vergeten werk komt ineens ook een door hem geschreven ansicht tevoorschijn, met de aansporing dit boekje vooral te gaan lezen. “Voor mij echt een kleinood!”
En in dat kleinood blijkt Bierens de Haan uitgebreid in te gaan op Dantes liefde voor Beatrice. “Een stijging des gevoels.” Beginnend bij de bewondering voor het meisje Beatrice, opklimmend tot de verering voor de eeuwige schoonheid en volmaaktheid die zich in Beatrice belichaamt. Uiteindelijk staat zij voor hem symbool voor de hoogst denkbare, goddelijke wijsheid. Wat Dante voor Beatrice voelt, zegt Bierens de Haan, is liefde zonder verlangen. En liefde zonder verlangen is niets anders dan verering. “Verering voor de Verhevene, verering voor haar glanzende ogen, verering voor haar hemelse glimlach. Het is de zuivere vreugde die Dante in haar nabijheid ondervindt. Alle wens is opgehouden. Hier is het hoogst menselijke bereikt.” In het interview met Juke Hudig op de volgende pagina’s zal Dante nog uitgebreid ter sprake komen. Hudigs naam was ik tegengekomen bij de voorbereiding van het interview met Pim van Lommel in de vorige editie van dit blad. Ik had naar een uitzending van TV Gelderland gekeken, waarin Pim van Lommel een cadeau mocht weggeven. De camera had hem gevolgd naar een boekwinkel waar hij zijn keuze voor een door Juke Hudig geïllustreerd boek toelichtte. Geïnspireerd door Van Lommels commentaar was ik verder gaan speuren, en ontdekte zo hoe intens Juke Hudig zich drie jaar lang had beziggehouden met Dantes Divina Commedia. Zij bleek de enige niet. Op betrekkelijk korte afstand van elkaar zijn maar liefst drie kunstenaars bezig geweest de Divina Commedia te illustreren; en dat zonder het van elkaar te weten. Jacques Jansen, hoogleraar cultuur- en godsdienstpsychologie in Nijmegen, spreekt van een “magische cirkel met een straal van nog geen vijftien kilometer”.
Coverbeeld: In de tuin van de tovervrouw ©Juke Hudig, 2010. Uit: De sneeuwkoningin, A3 Boeken. Ook als postkaart nr. JH 194, www.aurora-productions.com
Bart Hommersen VA editie 2 • 2012 • 3
vrucht bare aarde
Inhoud editie 2
Vruchtbare Aarde
Een uitnodiging tot blikverruiming. Vier keer per jaar zoekt Vruchtbare Aarde de dwarsverbanden en de samenhangen. Of we nu schrijven over kunst, reizen, architectuur, gezondheid, licht, water of de relatie mens - natuur. Op dat punt zijn we grenzeloos nieuwsgierig. Misschien willen we het onmogelijke en misschien lukt het ons niet altijd, maar we streven ernaar, elke drie maanden weer: op een leesbare wijze door proberen te dringen tot ‘de binnenkant’ der dingen. Vruchtbare Aarde als een driemaandelijkse inspiratiebron voor levenskunstenaars. Zie ook onze website: va-magazine.nl uitgever/hoofdredacteur
Bart Hommersen aan Vruchtbare Aarde werkten mee
Amalia Baracs, Mirre Bots, Marjan van Duin, Marjet Maks, Frans Olofsen, Selma Sevenhuijsen, H.C. Moolenburgh, Hapé Smeele (fotografie) en Martin Stevens (fotografie). vormgeving
De Ruimte Ontwerpers (Albert Hennipman) omslagbeeld
Uit: De sneeuwkoningin. In de tuin van de tovervrouw ©Juke Hudig, 2010. Ook als postkaart www.aurora-productions.com: nr. JH 194 Collage: Albert Hennipman en Hapé Smeele
Hoeveel ou oude dere ren n he heef eft Juke ke Hud udig in ud n de lloo oop p de der jaren n niet geluk ukki uk kig ku ki kunn nnen nn en mak aken en m met et e een en ttui uinpas aste tel? Een mooi mo oie herinnering g aa aan n ee een geliefde tuin n na d de ve verh rhuizing naar een verzorgings na gste gs tehuis. In lat te atere jaren illu lust streerde de Juke Hudig sproo ookj kjesbo boeken, ge bo gedi dich di chten en Dan ch ante an tess te grote me gr meesterw rwer rw erk er k De G God odde delilijke Ko Kome medi me diee. “A di “Als ls k kind wass ik e een en ban ang g me meis isje, ge is geplaa aagd d doo oor na nach chtm tmer erri ries en slaa sl aapw aa pwan ande deling ngen en.. Da en Dante le leerde de m mij ook hoe oe iik mijn scha sc hadu duwz wzijden n onde derr og de ogen moest zien.” In drie jaar tijd teke kend nde ze 111 etappes v van an Dantes sp spir iritue uele reis. “Een we weg g die e du duis iste ter be begi gint nt en ei eind ndigt in het licht ht.” .”
z ome r
illustraties/collages
Albert Hennipman correctie
a
Ineke Vlug druk
Senefelder Misset abonnementen
Nederland € 19,20 (4 nummers). België € 22. Overig buitenland € 33,-. Een abonnementsjaar wordt stilzwijgend verlengd, tenzij schriftelijk wordt opgezegd voor 1 december advertentieacquisitie
► n e d a nde p
g 20 We
eba g e d van
Foto: Nederlands Media Instituut: Opening Virtuele geluidsmuseum, 2008
Heleen Petter, 06 480 51 056.
[email protected] WG Plein 380, 1054 SG Amsterdam, tel 020 6898468 (14.00-17.00 uur), fax
0842 238904 e-mail
[email protected] website
va-magazine.nl
4
32 Geluk uit de kindertijd Of het nu gaat om een agressieve zwaan die je als kind ooit in je vinger heeft gepikt, het bouwen van een zandkasteel, het lopen door een ijskoud beekje om waterbeestjes te vangen of het maken van een vuurtje op een zomeravond… op oudere leeftijd kunnen sensaties uit de kindertijd ineens weer boven komen, samen met het geluksgevoel en het gevoel van vrijheid die er destijds bij hoorden. Mirre Bots beschrijft een aantal van haar mooiste herinneringen en verzamelde natuurervaringen van ouders van nu. “Als mijn kinderen van een duin afrollen, rol ik zelf mee.”
©Wolverlei/MartinStevens
redactie en administratie
38 Van Goghs Roze perzikboom
2012 Een geluidskunstenares die de bezoekers van een gemeentelijke begraafplaats een healing geeft… Nathalie Bruys verlaat graag gebaande paden. Sinds haar opleiding aan de Rietveld Academie is ze geboeid door de mogelijkheden om mensen met behulp van geluid te inspireren, te prikkelen en te healen. Advocatenkantoor Kennedy Van der Laan gaf haar vier maanden de vrijheid om het advocatenbewustzijn op te schudden met een intrigerende mix van muziek, performances, tekeningen, video’s en acties, waarbij ze de hulp inriep van roofvogels en samuraidanseressen. “Ik wil mensen raken in hun ziel.”
Het is al weer tientallen jaren geleden, maar Karin Stolwijk herinnert zich goed hoe heftig ze als kind reageerde op een prent van Vincent van Gogh. Ten einde raad besloot haar moeder De roze perzikboom dan maar van de muur te halen. Tientallen jaren gingen voorbij. Het kind van toen werd volwassen. En kwam bij een bezoek aan het Van Gogh Museum oog in oog te staan met het schilderij uit haar jeugd. Ze realiseerde zich dat de reproductie van haar ouders een gespiegelde versie was geweest. Kan ‘spiegeling’ een dergelijke reactie teweegbrengen? Een arts, een parapsycholoog, een beeldend kunstenaar en een holistisch therapeut denken mee.
31 Zeven uur ’s morgens Zet haar in een trein, vliegtuig of riksha, en ze is gelukkig. Het liefst wil ze voelen hoe mensen in andere continenten zijn, hoe ze eten, hoe ze met hun kinderen/ouders omgaan. Tuinontwerpster, reizigster, ayurveda-therapeute en VA-abonnee Marjan van Duin stuurde een brief naar de VA-redactie, vergezeld van een mogelijke column. Een kort Afrikaans reisverhaal. Gevolgd door nog een tweede reisverhaal, en toen nog een derde. Opvallend hoe al die verhalen rond een kern van rust/stilte zijn geschreven. Aflevering 1: Marie.
en verder 16 Column Marjet Maks: De kracht van water 18 Column Frans Olofsen: Zwembroek 28 Column Selma Sevenhuijsen: Vrouwelijk eiland 30 Er Even Uit 37 Amalia’s verwonderingswandelingen 45 Webwinkel: Zomerse films 46 Column H.C. Moolenburgh: De Leprechaun VA editie 2 • 2012 • 5
fotografie hapé smeele
“Ik zal nooit in een pastel gaan poetsen! Dat is de dood van een tekening. Het papier, dat altijd wit is, moet juist kunnen ademen, als de poriën van een huid. Dan kan het licht zich door de tekening heen werken, hoe duister een pastel ook is. Het licht dat van binnenuit straalt, is wellicht het meest essentiële in een pastel.”
6
Dante in het aards paradijs ©Juke Hudig, 1999. Ook als kaart: JH 112D
Beeldend kunstenaar Juke Hudig
“Dante is ergens toch ook een schlemiel, net als wij allemaal. Gewoon een mens met angsten en onhebbelijkheden. En geloof me, hij kon er wat van… Alle angsten die hij beschrijft, ja daar herken ik mezelf ook zo in.” De Betuwse beeldend kunstenaar Juke Hudig stortte zich drie jaar lang in Dantes Goddelijke Komedie. Een middeleeuws, literairhistorisch meesterwerk, maar voor haar in de eerste plaats een spirituele reis. “Dante is de hele weg die hij beschrijft zelf gelopen. Het kan niet anders. Daar ben ik in die drie jaar van overtuigd geraakt.” Een gesprek over twee reusachtige eiken, de gidsfunctie van vader en moeder, schilderen vanuit het midden, het mooist denkbare kerstverhaal en de weg van het hart.
en de weg van het hart “Ja, Ierland…”, hoor ik Juke Hudig zacht zeggen. “Maar dan noem je ook een land.” We zitten in haar tuin in Neerijnen. Een koele, verkwikkende, stille oase. Heel aangenaam voor een stadse interviewer die net de drukte van Amsterdam achter zich heeft gelaten op een ongewoon warme maandagmiddag in mei. Ze lacht. Ze kent de stad. Ze hield van de stad. Maar wie eenmaal de stap heeft gezet om Amsterdam te verlaten, valt het altijd zwaar de drukte weer op te zoeken. “Zelf woonde ik in de Jordaan, op de Bloemgracht. Maar vaak verruilde ik de stad voor de Betuwe. Ik had vrienden wonen bij de kerk van Neerijnen en hielp hen mee in de tuin.” Tot er, 35 jaar geleden, een huis vrijkwam in het dorp en Juke Hudig haar kans greep. In de loop van de middag is in ons gesprek warempel even het woord ‘Ierland’ gevallen. Ik vertel over de mooiste tuin die ik tot nu toe in mijn leven ben tegengekomen: een wilde tuin achter een Iers landhuis. Een heel bijzonder stukje natuur. Het enige plekje waar ik ooit het gevoel had op Midden-Aarde rond te lopen. Sprookjesachtig, geheimzinnig, mistig. Zo’n plek waar je een vermoeden kunt hebben van het bestaan van elfjes en kabouters… Juke Hudig: “Toen ik zelf begin twintig was, reisde ik voor het eerst met een vriendin naar Ierland. Zo onbeschrijflijk mooi vond ik Ierland toen. Zes weken liftten we er rond, tot ons geld op was. Een wilde tijd – niet echt gevaarlijk, wel heel avontuurlijk. Vier jaar geleden ben ik er nog eens teruggegaan. Veel moois was verdwenen. Maar op het moment dat ik met zo’n oude Ier aan de praat raakte, smolt ik weer helemaal. Meteen was de oude betovering er weer.” Ze vertelt over een uithoek op de Aran Islands, waar ze vier jaar geleden terecht kwamen, omdat ze even naar de zonsondergang wilden kijken. “Een groot hoefijzerachtig, stil plateau waar niemand kwam – vol gestapelde stenen muurtjes met zo’n oeroude, heilige, bijna magische sfeer. Voor mijn gevoel zinderde het er helemaal. We stonden uit te kijken over die enorme oceaan, terwijl de zon onderging en het net weer begon te regenen. De ene na de andere regenboog verscheen... Het was zo’n ongelooflijk schouwspel.”
VA editie 2 • 2012 • 7
“De Divina Commedia houdt je voortdurend een spiegel voor.” die de bomen mocht overkomen. “Hoewel ik er nooit heb gewoond, voelde ik me heel erg verbonden met die twee eiken. Ik woonde in Amsterdam en was veel bij mijn ouders om voor ze te zorgen. Als ze rustten, zat ik vaak buiten te werken. De twee eiken heb ik in alle seizoenen getekend – steeds uit een ander perspectief. Op een gegeven moment voel je de sapstromen door de stam lopen.” Margrieten, pastel ©Juke Hudig, 1993
De Kerstroos Ik las deze week voor het eerst Selma Lagerlöfs sprookje De Kerstroos. Vijfendertig jaar geleden door jou geïllustreerd met twaalf tekeningen. “In mijn kindertijd begon Kerstmis voor ons met het voorlezen van De Kerstroos, bij een kaars. Geweldig vond ik dat. Ik kan het stralende gezicht van mijn vader nog voor de geest halen – hoe hij de ochtend van kerstavond binnenkwam, met een kostbare kerstroos in zijn hand. Als was hij één van de drie koningen. Kerstrozen waren in die tijd nog iets heel bijzonders. Mijn vader liet er altijd eentje trekken bij de bloemist. Soms zat er maar één enkele bloem aan. “Ik kan me nog altijd geen mooier kerstverhaal voorstellen. De gelaagdheid van de legende is zo groot... Als kind viel me elk jaar wel weer iets nieuws op. Later heb ik pas begrepen hoeveel andere gezinnen dezelfde traditie kenden van het voorlezen van dit sprookje. Zo ontroerend vind ik dat; dat je dat helemaal niet van elkaar weet.
Zo meteen zullen we ons terugtrekken in de stilte van haar atelier. Maar eerst krijg ik haar eigen Betuwse tuinparadijsje nog te zien. Over twee weken zullen hier drommen tuinliefhebbers rondlopen tijdens de twee open tuindagen van Neerijnen. En er is nog zo onnoemelijk veel te doen. Eigenlijk is dit helemaal geen dag om te praten. Het is een middag om te werken. Ze wijst naar het oprukkende zevenblad dat zich maar moeilijk in het gareel laat houden. Een van de beruchtste voorbeelden van een onkruid dat tuinliefhebbers het leven zuur kan maken. “Tuinieren is zo arbeidsintensief omdat je graag een aantal mooie planten in je tuin wilt hebben die het zonder jouw bescherming niet zouden redden.” Ze vertelt hoe ze na de dood van haar moeder op een dag bij haar vader langsging die haar iets moois wilde laten zien. Ze liep achter hem aan de tuin in, waar ze verbouwereerd naar een zee van zevenblad keek. “Hij riep: ‘Kijk eens, Juuk, wat schitterend!’ Maar hij was volkomen oprecht. Ik zag een veld vol lastig onkruid; hij zag een veld vol schoonheid.” Juke Hudig (1945) groeide op in Hengelo. Haar grootouders woonden buiten. “En zo ben ik toch heel erg buiten opgegroeid.” Maar ook beide ouders waren enorme natuurmensen. “Mijn vader was de vogelaar en de bomenman. Een liefhebber van landschappelijke doorkijkjes. Mijn moeder was meer van de plantjes. Zij gaf mij de liefde voor bloemen mee.” Enkele jaren nadat zij en haar broer het huis uit waren gegaan, verhuisden vader en moeder naar een boerderijtje in Boekelo. “Op het erf stonden twee reusachtige eiken die mijn vader met hand en tand heeft verdedigd. Bij de renovatie van de boerderij plaatste hij een hek om de eiken en stelde de aannemer aansprakelijk voor elke beschadiging 8
De Kerstroos ©Juke Hudig, 1975
Tuinparadijsje
“Bij sommige plekken in de natuur krijg je het gevoel dat je binnen mag komen. Zolang je er ‘tegenaan’ blijft kijken, werkt het niet. Dan kan een pastel nooit meer worden dan een plaatje”
Openingsfoto uit: Pastels 1976 – 1997 - Juke Hudig, Aurora Productions, €19,50
Herinneringen aan een tuin Wie nog een exemplaar bezit van de april-1982uitgave van het blad dat lange tijd gold als de glossy-aller-glossy’s, Avenue, vindt daarin vijf pastels van de toen 36-jarige Juke Hudig. Vijf illustraties bij een artikel genaamd: ‘Herinneringen aan een tuin’. Een mooi artikel dat tuinarchitect Arend Jan van der Horst schreef bij het afscheid van zijn prachtige, wilde stadstuin, hartje Amsterdam. Eerste zinnen: “De tuin waarvan u hieronder enkele wonderschone hoekjes ziet, bestaat helaas niet meer. Wat er nog over is, is de herinnering – en de schitterende tekeningen die Juke Hudig van dit paradijsje maakte, vlak voor het verloren ging.” Het was de tijd, herinnert zij zich, dat ze af en toe benaderd werd door mensen die met bloedend hart hun tuin moesten opgeven. “Vaak oudere mensen die op het punt stonden naar een verzorgingstehuis te verhuizen en afscheid moesten nemen van een dierbare tuin. Ik maakte dan een tekening van hun tuin die mensen mee konden nemen – als herinnering.” Arend Jan van der Horst vertelt hoe Juke Hudig twee weken lang met een grote gele paraplu, potloden, dozen vol pastelkrijt, een speciaal gum en een klapstoeltje in zijn tuin bivakkeerde, van ’s morgens heel vroeg, als er nog mistflarden en dauwdruppels hingen, tot ’s avonds laat, als schaduwen de groene planten aaneensmeedden. “Inmiddels is de tuin in een grasveld veranderd,” schrijft hij in 1982. “Maar onze tuin is gebleven.” VA editie 2 • 2012 • 9
“Dante beschrijft de bewustwordingsweg van de ziel; de zoektocht van de ziel naar god”
“Zelf zet ik de traditie op mijn eigen wijze voort. Ik lees De Kerstroos op tweede kerstdag. Met vrienden die weer hun eigen vrienden meebrengen. We beginnen altijd in huis bij de kerstboom. Daar lees ik het verhaal voor. En als het donker is, lopen we met een kaars naar het atelier, waar de twaalf originele tekeningen uit het boek aan de muur hangen.” Het verhaal van De Kerstroos begint met de roversvrouw die bij de hoofdingang van een klooster om voedsel bedelt. Maar dan ziet ze het achterdeurtje naar de kloostertuin openstaan. Ze stapt de paradijselijke kloostertuin binnen, waar zij als vrouw niet mag komen. Een kloosterbroeder wijst haar op de regels; twee anderen proberen haar tevergeefs naar buiten te werken. Maar dan verschijnt de oude, wijze abt. Het valt hem op dat de roversvrouw in de ban is van zijn tuin, die ze de op een na mooiste lusthof noemt die ze ooit heeft gezien.“De mooiste is bij ons in het Göingebos.” Samen met een jonge lekenbroeder reist de oude abt vervolgens af naar het Göingebos om die tuin met eigen ogen te zien. “Op zijn oude dag is de verbinding met het goddelijke bij de abt zo sterk dat hij in het Göingebos de engelen kan horen en zien. De lekenbroeder die hem begeleidt is nog zó jong en onervaren. Hij heeft zijn hele leven nog voor zich – hij weet nog van niets en is alleen maar doodsbang. Zijn angsten vertaalt hij in de vorm van duivels. En tegen duivels wil hij de abt beschermen. Maar de abt is nou juist de laatste die beschermd hoeft te worden. Die is al helemaal thuis… het is allemaal zo prachtig. Ook dat ‘spelen’ met goed en kwaad in een omgeving waar de roversfamilie heer en meester is.”
Verlokkingen De NRC publiceerde laatst een brief van een lezer die genoeg had van de terugkerende verhalen over mensen die de verlokkingen van het grote geld niet kunnen weerstaan en andere kommer en kwel. ‘Laat de krant de krant,’ schreef hij, ‘en loop naar buiten. Je voelt je herboren. Buiten in de natuur kom je terecht in een zorgvuldig opgebouwde symfonie van vele tinten groen, bloemen en als het meezit zon...’ “Ja radio, tv en krant tonen ons veel voorbeelden van negativiteit, hebzucht, hoogmoed, en ego, ego, ego. Hoogstaande voorbeelden lijken te zijn verdwenen. De boodschap is steeds meer dat we allemaal, elk individu, ons eigen voorbeeld moeten zijn – innerlijk en uiterlijk. “In de ayurveda wordt gesproken over een zwart tijdperk waar we doorheen moeten. Een onafwendbaar onderdeel van de menswording. En ja, als je naar een tuin kijkt, dan is dat van een totaal andere orde dan wat we in de krant lezen of op tv zien. De tuin is het domein van de deva’s, de elementen, de vogeltjes. Daar lees je zelden of nooit iets over in de krant – de eeuwige cyclus van geboren worden, groeien en sterven, van vernieuwen.” Mellie Uyldert gebruikte eens het beeld van de sprookjes-
prinses, wonend in het kasteel van haar ouders, bovenop een berg. Vroeg of laat moet de prinses (ieder mens dus) van de berg af, zegt ze, het ouderlijk huis verlaten, het leven in… “Ja, als mens moeten we op een gegeven moment onder ogen zien wat het leven ons wil laten zien. De prinses waar je het over hebt, moet afdalen van haar berg – om haar schaduwkanten te leren kennen en de grote sprong wagen. Allemaal moeten we – om met Dantes Divina Commedia te spreken – door de hel. Niemand kan tot hoogten stijgen die niet de diepste diepten heeft leren kennen. Ook Dante moet afdalen om zijn gewichtigheid los te laten en zijn schaduw te laten oplossen. Daarbij heeft iedereen weer zijn eigen ‘helle-dingen’ die hij in de ogen moet zien.” Het beeld van de sprookjesprinses is een beeld van volwassenwording, het op eigen benen komen te staan en tegelijk ook een beeld van de eenzaamheid en het afgescheiden raken van de bron van wijsheid. Zijn er op jouw reis tijden geweest dat je het gevoel had er volkomen alleen voor te staan? “Ja, heel veel, heel vaak. Dat gevoel eenzaam te zijn en er alleen voor te staan ken ik maar al te goed. Ik ben veel eenzaam geweest in mijn leven. Als kind had ik een rijke fantasie. Ik was een heel bang meisje, dat vreselijke last heeft gehad van nachtmerries en veel slaapwandelde. Ik leed ontzettend onder mijn angsten. Ik zag ze overal vliegen. Later ben ik die angsten van mij af gaan tekenen in potlood- en pasteltekeningen. “Ik denk wel eens dat mijn werk me heeft gered; dat mijn werk me heeft geholpen mijn angsten te bezweren, en een bewustwordingsweg is geweest. Het tekenen van Dantes hel heeft mij geleerd mijn schaduwzijden te onderkennen. Hoe moeilijk dat ook was. Drie jaar lang tekende ik, stap voor stap, de beelden van Dantes spirituele reis, met Dante als gids. De weg was soms zo zwaar dat ik mij na de hel en de eerste stappen op de louteringsberg niet kon voorstellen ooit het paradijs te mogen betreden.”
Leesgroepje Had je de Divina Commedia al eens gelezen? “Nee, ik wist niets van Dante. Ik had alleen vage noties van hel en paradijs. Dat was alles. Tot iemand met het idee kwam om een leesgroepje op te zetten rond de Divina Commedia. “Het vreemde was dat ik me in de maanden voor het feitelijke begin van het leesclubje ontzettend opgewonden voelde. Er hing iets in de lucht. Er stond iets belangrijks te gebeuren. Een gevoel van: ‘Dit kon wel eens mijn leven gaan veranderen’. “Met zijn zevenen zaten we hardop Dante te lezen, bij mij in de keuken. Een jaar lang, om de week. En de week daarop heb ik mijn eerste pastel getekend. Het beeld van Dante, die in het midden van zijn leven verdwaald is geraakt in een duister woud. Drie jaar lang heeft dat tekenen geduurd. In totaal heb ik 111 pastels gemaakt van de VA editie 2 • 2012 • 11