Ziekenhuis Maas en Kempen vzw Campus Maaseik Mgr. Koningsstraat 10 3680 Maaseik Tel.: 089/509 200
Campus Bree Rode Kruislaan 40 3960 Bree Tel.: 089/509 800
INTRODUCTIEBROCHURE:
Inwendige geneeskunde D2 Maaseik
089/509 269
Hallo,
Wij willen je van harte welkom heten op onze afdeling, inwendige geneeskunde D2. De eerst volgende dagen en weken zullen nieuw en spannend voor je zijn, maar zeker ook heel leerrijk. Samen willen we deze periode vlot laten verlopen. Om je te helpen is er alvast deze brochure.
Na een korte rondleiding op de afdeling zal er een introductiegesprek plaatsvinden met de hoofdverpleegkundige, peter/meter of stagementor. Om je hierop voor te bereiden is er alvast deze brochure. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze afdeling. Het is een beknopte begeleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet allesomvattend zijn, daarom staan zowel de artsen, hoofdverpleegkundige en verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt.
Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. We gunnen je de nodige tijd om je aan te passen. We staan ook altijd klaar om antwoorden en extra uitleg te geven. Aarzel dus nooit om hulp te vragen als je problemen ondervindt bij het uitvoeren van je taken. Wij wensen je veel succes en plezier in je werk! Vanwege ons team.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
2
Versie november 2008
INHOUD 1 Architectuur
6
2.
Patiëntenpopulatie
7
3.
Specifiek verpleegtechnische interventies
8
3.1. A-handelingen
8
3.2. B-handelingen (wijziging t.e.m. KB 07/10/02 – BS 07/11/02)
8
3.2.1. Ademhalingsstelsel
9
3.2.2. Bloedsomloopstelsel
9
3.2.3. Spijsverteringsstelsel
9
3.2.4. Urogenitaal stelsel
9
3.2.5. Huid en zintuigen
9
3.2.6. Metabolisme
9
3.2.7. Medicamenteuze toedieningen
9
3.2.8. Voedsel en vochttoediening
9
3.2.9. Mobiliteit
9
3.2.10 Hygiëne
10
3.2.11 Fysische beveiliging
10
3.2.12.Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose 10 3.2.13.Assistentie bij medische handelingen
10
3.3. C-handelingen
10
4.
Dagindeling
11
5.
Multidisciplinair team
13
5.1. Verpleegkundigen
13
5.2. Logistiek assistenten
13
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
3
Versie november 2008
5.3. Paramedisch personeel
14
5.4. Medisch team
15
6.
Visie en missie
16
7.
Organisatie van de verpleegzorg
17
8.
Praktische afspraken algemeen
18
8.1. Dienstlijst
18
8.1.1. Verlofaanvraag
18
8.1.2. Wensen
18
8.2. Beletsignaal
18
8.3. Maaltijden
18
8.4. Logboek
19
8.5. Preventie diefstal
19
8.6. Teamvergaderingen
19
8.7. Observatie en rapportage
20
8.8. Begeleiding van de familie
20
9.
21
Praktische afspraken naar de nieuwe medewerker
9.1. Algemeen
21
9.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke)
21
9.1.2. Algemene introductie op de eerste werkdag
21
9.1.3. Infodag
21
9.2. Afdelingsspecifiek
22
9.2.1. Stappenplan voor introductie en inscholing op de dienst
22
9.3. Vragenlijst
22
9.4. Begeleiding door peter of meter
22
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
4
Versie november 2008
10.
Praktische afspraken naar de studenten
25
10.1. Algemeen
25
10.1.1. Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke)
25
10.1.2. Algemene introductie op de eerste stagedag
25
10.1.3. Jobbeurs
25
10.2. Afdelingsspecifiek
26
10.3. Begeleidingsformulieren
26
10.3.1. Beschrijving van het begeleidingsformulier
26
10.3.2.Doel van begeleidingsformulieren
27
10.4. Belevingsformulieren
27
10.4.1. Beschrijving van het belevingsformulier
27
10.4.2.Doel van het belevingsformulier
28
10.5. Mentorschap
28
10.5.1. Omschrijving ‘mentor’
28
10.5.2.Taken van de mentor
28
10.5.3.Profiel van een mentor
29
10.5.4.Omschrijving ‘stagebegeleider’
29
10.6. Verwachtingen
30
10.6.1. Verwachtingen
30
10.6.2.Algemene taken
30
10.6.3.Stagegebonden verwachtingen voor elke student
31
10.6.4.Specifieke verwachtingen
32
11.
33
Risicoanalyse/werkpostfiche
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
5
Versie november 2008
1 Architectuur De afdeling inwendige geneeskunde D2 ligt op het 3de verdiep, hoofdgang. Onze dienst telt 28 bedden. Deze zijn als volgt verdeeld: -
8 éénpersoonskamers 7 tweepersoonskamers 1 vierpersoonskamers
Alle patiëntenkamers zijn voorzien van wasgelegenheid, televisie, koelkast en telefoon. De inrichting van de afdeling als volgt: centraal op de afdeling bevindt zich rechts de dienstplaats met hierin het bureel van de hoofdverpleegkundige, kasten en laden voor de nodige administratie. Links op de gang ligt de linnenkamer, de bergruimte, de spoelruimte, de badkamer, de toiletten, de dokterskamer, kamer met slaaplabo en keuken. Op het einde van de gang is er nog een kleine zitplaats voor de patiënten.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
6
Versie november 2008
2.
Patiëntenpopulatie
Onze afdeling is een afdeling voor inwendige geneeskunde D2, d.w.z. gastroenterologie, endocrinologie (diabetes pat) en enterologie en oncologie. Dus een grote verscheidenheid aan pathologie is bij ons te vinden. Op onze afdeling worden voornamelijk patiënten opgenomen voor observatie, die onderzoeken moeten ondergaan om de juiste diagnose te stellen. Er worden ook patiënten gehospitaliseerd voor de behandeling van acute en/of chronische geneeskundige pathologie. We werken ook heel veel samen met de diabetes conventie van ons ziekenhuis. Volgende specialismen kan je aantreffen op de afdeling:
Gastro-enterologie: maag-darmbloedingen, maagulcera, colitis, oncologie,… Endocrinologie: diabetes, hypo/hyperthyroïdie, oncologie,… Oncologie
Palliatieve zorgen Neurologie: CVA, verwardheid, epilepsie, migraine, ziekte van Parinson,…op D1, D2 of geriatrie.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
7
Versie november 2008
3.
Specifiek verpleegtechnische interventies
De verpleegtechnische interventies die vooral voorkomen op onze afdeling vind je in onderstaande lijst. De indeling is gebaseerd op de opsomming van de prestaties zoals vermeld in het KB van 18 juni 1990 en wijzigingen: Wat is verpleegkunde. Onder de uitoefening van de verpleegkunde wordt verstaan het vervullen van de volgende activiteiten:
A-handelingen B-handelingen: er wordt een onderscheid gemaakt tussen technisch verpleegkundige prestaties waarvoor geen voorschrift van een arts nodig is (aangeduid met code B1) en de prestaties waarvoor wel een voorschrift van een arts vereist is (aangeduid met code B2) C-handelingen zijn medisch toevertrouwde handelingen.
3.1. A-handelingen A A A A A
A A
Het observeren, het herkennen en het vastleggen van de gezondheidsstatus zowel op psychisch, fysisch als sociaal vlak Het omschrijven van verpleegproblemen Het bijdragen aan de medische diagnose door de arts en aan het uitvoeren van de voorgeschreven behandeling Het informeren en adviseren van de patiënt en zijn familie Het voortdurend bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen, waardoor de verpleegkundige het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van gezonde en zieke personen en groepen beoogt De handelingen van palliatieve zorg te verrichten Het verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het rouwproces
3.2. B-handelingen (wijziging t.e.m. KB 07/10/02 – BS 07/11/02) De verpleegkundige zorgen omvatten de planning, de uitvoering en de evaluatie met inbegrip van de gezondheidsbegeleiding van de patiënt en van zijn omgeving. Uit een verpleegkundig dossier, dat enkel door beoefenaars van de verpleegkunde mag worden samengesteld en bijgehouden, moet blijken dat aan de voorschriften van dit artikel is voldaan. De procedures i.v.m. deze verpleegtechnische handelingen vind je terug in het procedureboek op de afdeling. Het is belangrijk dat je deze procedures ook zo toepast, bij de verzorging van de aan jouw toegewezen patiënten.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
8
Versie november 2008
3.2.1. Ademhalingsstelsel B1 B2
Luchtwegenaspiratie en –drainage Zuurstoftoediening
3.2.2. Bloedsomloopstelsel B2 B2 B2
Plaatsen van intraveneuze katheters in perifere venen Aanbrengen van verbanden en kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen Voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies, eventueel met technische hulpmiddelen
3.2.3. Spijsverteringsstelsel B1 B2 B2
Manuele verwijdering van faecalomen Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op lavementen Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op gastro-intestinale tubage en
drainage
3.2.4. Urogenitaal stelsel B2 B2 B2
Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op blaassondage Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op blaasspoelingen en blaasinstillatie Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op drainage van de urinaire tractus
3.2.5. Huid en zintuigen B1 B1 B2 B2 B2
Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op wondverzorging Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op de verzorging van stomata, wonden met wieken en drains Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op het verwijderen van cutaan hechtingsmateriaal, cutane wieken en drains en cutane katheters Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op neusspoeling Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op het verwijderen van een epidurale katheter
3.2.6. Metabolisme B2
Het in evenwicht houden van de vochtbalans
3.2.7. Medicamenteuze toedieningen B2
B2
Voorbereiding en toediening van medicatie via volgende toegangswegen: oraal met inbegrip van inhalatie, rectaal, vaginaal, subcutaan, intraveneus, intramusculair, via luchtweg, via gastro-intestinale katheter, oogindruppeling, oorindruppeling, via percutane weg Voorbereiding en toediening van een medicamenteuze onderhoudsdosis via een door de arts geplaatste epidurale katheter, met als doel een langdurige analgesie te verkrijgen bij de patiënt
3.2.8. Voedsel en vochttoediening B1 B2
Enterale vocht- en voedseltoediening Parenterale voeding
3.2.9. Mobiliteit B1
De patiënt in een functionele houding brengen met technische hulpmiddelen en het toezicht hierop
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
9
Versie november 2008
3.2.10 Hygiëne B1 B1
Hygiënische zorgen bij patiënten met A.D.L.-dysfunctie Specifieke hygiënische zorgen als voorbereiding op een onderzoek of behandeling
3.2.11
Fysische beveiliging
B1 B1
Vervoer van patiënten die een bestendig toezicht nodig hebben Maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen, isolatie, beveiliging, toezicht Maatregelen ter preventie van infecties Maatregelen ter preventie van decubitusletsels
B1 B1
3.2.12. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose B1 B2 B2 B2 B2
Meting van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels Staalafname en collectie van secreties en excreties Bloedname door veneuze en capillaire punctie en langs aanwezige arteriële katheter Gebruik van apparaten voor observatie van de verschillende functiestelsels Voorbereiding van en assistentie bij invasieve ingrepen tot diagnosestelling De term “assistentie” veronderstelt dat de arts en verpleegkundige samen handelingen verrichten bij een patiënt, waarbij er direct visueel en verbaal contact tussen hen bestaat.
3.2.13. Assistentie bij medische handelingen B1 B2
Voorbereiding van de patiënt op de anesthesie en de chirurgische ingreep Voorbereiding, assistentie en instrumenteren bij medische ingrepen De term “assistentie” veronderstelt dat de arts en verpleegkundige samen handelingen verrichten bij een patiënt, waarbij er direct visueel en verbaal contact tussen hen bestaat.
3.3. C-handelingen C C C C
Beoordeling van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels Voorbereiding en toediening van chemotherapeutische middelen Vervanging van de externe tracheacanule Het debrideren van decubituswonden
De toevertrouwde geneeskundige handelingen mogen enkel worden verricht door de gegradueerde verpleegkundigen en de gebrevetteerde/gediplomeerde verpleegkundigen.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
10
Versie november 2008
4.
Dagindeling
Met dit overzicht willen we je een idee geven hoe het eraan toe gaat op onze afdeling. Deze dagindeling is natuurlijk alleen maar richtinggevend. Elke opname en acute of onvoorziene omstandigheden moeten flexibel ingepast kunnen worden in de dagplanning. 6u30 – 6u45
Briefing nachtdienst vroege dienst
6u45 - 7u30:
Controle van de verpleegdossiers van de toegewezen patiënten. Controle en toedienen van de medicatie aan de toegewezen patiënten. Bloednames en prikken van de glycemiedagcurven. Controle parameters en debieten (vochtbalansen).
7u30 – 8u
Opdekken van ontbijt en eten geven indien nodig
8u – 8u15
Briefing aan de hoofdverpleegkundige van de toegewezen patiënten
8u15 – 8u30
Afdekken
8u30 – 10u30
Totaalzorg bij toegewezen patiënten
10u30 – 11u
Mogelijkheid tot pauze voor 1 groep verpleegkundigen. Orde op de afdeling, opruim spoelruimte, linnenkamer. Invullen van de verpleegdossiers.
11u – 11u30
Mogelijkheid tot pauze voor de andere groep verpleegkundigen. Orde op de afdeling, opruim spoelruimte, linnenkamer. Invullen van de verpleegdossiers.
11u30 – 12u30
Controle en toedienen van medicatie aan toegewezen patiënten. Prikken van glycemiedagcurven. Opdienen van het middagmaal en eten geven waar nodig. Uitdelen van koffie aan patiënten die dit wensen. Afruimen.
12u30 – 13u30
Middagverzorging van toegewezen patiënten. Invullen van verpleegdossiers.
13u30 – 14u
Briefing van vroege dienst late dienst.
14u – 17u
Controle en toedienen van medicatie aan toegewezen patiënten. Opruimen en ontsmetten kamers van ontslagen patiënten.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
11
Versie november 2008
Uitpakken en opruimen van medicatie en medisch materiaal van de apotheek. Namiddagverzorging van toegewezen patiënten. Controle van de parameters. 17 – 18u
Prikken van glycemiedagcurven. Toedienen van medicatie aan toegewezen patiënten. Opdienen van avondmaal en eten geven waar nodig. Afdekken.
18u – 18u30
Mogelijkheid tot pauze.
18u30 – 21u30
Invullen van verpleegdossiers. Orde en opruimen van spoelruimte, linnenkamer, keuken,…. Toedienen van medicatie aan toegewezen patiënten. Avondverzorging bij toegewezen patienten en alles in orde brengen voor de nacht. Prikken van glycemiedagcurven.
21u30 – 21u45
Briefing late dienst nachtdienst.
21u45 – 6u30
Toezicht op patiënten. Parametercontrole waar nodig. Controle en toedienen van medicatie. Klaarzetten van medicatie van alle patiënten voor de volgende dag. Invullen van verpleegdossiers. Bestelling van de apotheek.
6u30 - 6u45
Briefing nachtdienst vroege dienst.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
12
Versie november 2008
5.
Multidisciplinair team
Om de zorg rond de patiënt zo optimaal mogelijk te laten verlopen, zijn er een heleboel mensen betrokken bij de zorgverlening op onze afdeling. Met volgende personen zal je zeker dagelijks samenwerken. 5.1. Verpleegkundigen Mevr. Relinde Janssen heeft als hoofdverpleegkundige de leiding over ons team. Zij is overkoepelend hoofd van de dienst D2 op campus Maaseik. De samenstelling van ons team wisselt regelmatig, net zoals het aantal fulltime en parttime werkende verpleegkundigen. Er zijn mentoren op de afdeling voor de begeleiding van de studenten. Ook kan er beroep gedaan worden op verpleegkundigen werkzaam in de mobiele equipe.
5.2. Logistiek assistenten Voor de ondersteuning van niet-verpleegkundige taken worden we bijgestaan door 1 logistiek assistente. De logistieke assistente behoort tot het niet-gediplomeerd hulppersoneel van een verzorgingsinstelling. Zij is toegewezen aan onze afdeling, waar zij onder leiding en eindverantwoordelijkheid van de hoofdverpleegkundige werkt. In het team neemt zij een eigen plaats in. De logistiek assistente krijgt een aantal specifieke niet-persoonsgebonden taken toegewezen, waarover ze zelf de volledige verantwoording draagt: o.a.orde, onderhoud en opruim van de verpleegafdeling, boodschappendienst,…. Onze logistiek assistente verricht onder geen enkele voorwaarde zelfstandig, verpleegkundige of verzorgende taken. Zij wordt dus nooit rechtstreeks ingeschakeld bij de directe patiëntenzorg. Wel kunnen we beroep op haar doen om ons te helpen, vb. met het opzetten of draaien van patiënten. Om dit naar patiënten toe duidelijk te maken (logistiek assistenten worden nogal eens verward met verpleegkundigen) draagt zij een broekpak of schort in een andere kleur.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
13
Versie november 2008
5.3. Paramedisch personeel Hier worden de mensen voorgesteld die aan onze afdeling verbonden zijn. -
Diabetes conventie voor volwassenen
•
Diabetes vpk: Arlette Meijssen en Martine Maesen
•
Diëtisten
•
Podoloog
•
Dr Ph. Marcq
-
Psychologen
•
Petra Van Rens
•
Daisy Thys
-
Patiëntenbegeleiding
•
Ann Peeten
•
Carolien Wojtasik
-
Kinesisten
•
Carlo Schrooten
-
Diëtisten:
Liliane Claes Anneleen Truyen Valerie Smeets
Indien nodig kunnen we ook beroep doen op de kinesisten, ergotherapeuten, diëtisten en logopedisten. Zij zijn niet verbonden aan onze afdeling, maar zijn wel oproepbaar.
Introductiebrochure Inwendige D2 Maaseik
14
Versie november 2008
5.4. Medisch team -
Dr. J. Eyben, internist, gastro-enteroloog Dr. S. Delen, internist, gastro-enteroloog Dr. P. Marcq, internist, endocrinoloog, diabetoloog
Dr. K. Darquenne, internist Dr. E. Cox, pneumoloog, geriater Dr. T. Geerts, internist, geriater Dr. F. Janssens, intenist Dr. G. Jeurissen, cardioloog Dr. A. van Wylick, internist, cardioloog Dr. M. Vandereyd en Dr. Rädisch, neurologen
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
15
Versie mei 2008
6.
Visie en missie
Elke patiënt is uniek als persoon. Wij trachten om bij de uitvoering van de verpleegkundige zorgen dit op een verantwoorde wijze te respecteren daar de patiënt hier recht op heeft.
Bij de patiënten die opgenomen worden voor inwendige ziekten zijn er vaak de gevoelens van angst en verdriet voor de uitslag van onderzoeken en de invloed ervan op hun leven. De aandacht voor de psychosociale gevolgen van de ziekenhuisopname mag dus zeker niet uit het oog verloren worden. De organisatie van de verpleegkundige zorgverlening is gericht op totaalzorg: elke verpleegkundige krijgt een aantal patiënten toegewezen en staat in voor zoveel mogelijk verpleegkundige zorgaspecten bij deze toegewezen patiënten, op de wijze die overeenstemt met de wettelijke bepalingen inzake verpleging. We willen het welzijn van de patiënt op de eerste plaats stellen door aandacht te hebben voor alle aspecten van de zieke mens, lichamelijk, sociaal, psychisch, relationeel en geestelijk, hierbij rekening houdend met de fase in het leven van de patiënt en omstandigheden waarin hij/zij verkeert. De patiëntenzorg is op afdelingsniveau een teamgebeuren waarvan de hoofdverpleegkundige de leiding heeft. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid op en verleent zijn medewerking aan het opbouwen en het behoud van een goede werksfeer, een goede samenwerking en een goede communicatie die er op de eerste plaats op gericht is dat patiënten kwalitatief hoogstaande zorg ontvangen en tevreden zijn over de verleende zorg en het verblijf in het algemeen.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
16
Versie mei 2008
7.
Organisatie van de verpleegzorg
Zoals je reeds hoger kan lezen werken we met patiëntentoewijzing per shift. D.w.z. dat elke verpleegkundige dagelijks een aantal patiënten toegewezen krijgt waarvoor hij/zij tijdens de shift verantwoordelijk is. We moeten de totaalzorg rond de patiënt organiseren en coördineren. Dit wil echter niet zeggen dat we alles zelf moeten doen. We kunnen natuurlijk nog beroep doen op de anderen voor hulp, maar de eindverantwoordelijkheid over de uitgevoerde zorgen ligt bij ons zelf. We proberen de zorg op een systematische wijze te organiseren. De hoofdverpleegkundige stelt dagelijks het werkschema op, met de patiëntentoewijzing. Dit is vermeld in het dagboek, dat steeds ter inzage is in de dienstplaats. De briefing gebeurt ook per kant. De verantwoordelijke verpleegkundige brieft haar patiënten aan de verpleegkundige die van haar overneemt. De briefing dient beknopt, maar volledig en duidelijk te zijn. De verdere informatie moet terug te vinden zijn in het verpleegdossier. Dit is het meest belangrijke werkinstrument voor een goede verpleegkundige zorgverlening. Planning van de zorg, doelstellingen, interventies en evaluaties moeten duidelijk terug te vinden zijn in het verpleegdossier. Hulpmiddelen zijn zeker al de procedureboeken die je op de afdeling kan terugvinden.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
17
Versie mei 2008
8.
Praktische afspraken algemeen
8.1. Dienstlijst 8.1.1.
Verlofaanvraag
De verlofaanvraag dient te gebeuren volgens de richtlijnen, zoals opgesteld in het arbeidsreglement. 8.1.2.
Wensen
Bij het opstellen van de dienstlijst probeert de hoofdverpleegkundige in de mate van het mogelijke rekening te houden met bepaalde wensen van de verpleegkundigen. Deze wensen kunnen worden opgeschreven in het wensenboekje. Als de dienstlijst klaar is, kan er ook steeds geruild worden, mits bepaalde afspraken gerespecteerd worden en mits goedkeuring van de hoofdverpleegkundige.
8.2. Beletsignaal Het is erg belangrijk om het beletsignaal aan te doen op de kamer waar je bezig bent. Dit is erg belangrijk voor de privacy van de patiënt, weet iedereen onmiddellijk iemand te vinden en je hoort de bellen van de andere kamers beter. 8.3. Maaltijden Bij een aantal,vooral zwaar zieke patiënten is de voeding een extra aandachtpunt. Het is heel belangrijk hieraan voldoende aandacht te schenken: Oplopende patiënten moeten zoveel mogelijk gestimuleerd worden om aan tafel te eten. Op zaal hebben de patiënten vaste plaatsen aan tafel om te eten. Dit om vergissingen te voorkomen (patiënt die dieet volgen). Bedlegerige patiënten: aandacht voor de houding in bed. Een half ineengedoken houding in niet bevorderlijk voor de eetlust en bemoeilijkt de zelfstandigheid van de patiënt. Zelfzorg i.v.m. voeding stimuleren: eventueel helpen met de voorbereiding = potjes openen, smeren van de boterhammen, koffie reeds inschenken, vlees snijden,… Controleer het dieet van de patiënten alvorens eten en drinken te brengen, diabetisch patiënten geen suiker geven! Voor patiënten die hulp nodig hebben bij het eten, wordt voldoende tijd uitgetrokken. Je moet er zeker van zijn dat de patiënt ook voldoende gegeIntroductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
18
Versie mei 2008
ten heeft. Indien het moeilijk gaat, ook mogelijke alternatieven onderzoeken. Bij risicopatiënten op ondervoeding: steeds nagaan en rapporteren wat de patiënt eet en drinkt. Extra aandacht geven als patiënten nuchter moeten blijven voor een onderzoek. Dit duidelijk uitleggen aan de patiënten, de avond voordien.
8.4. Logboek
Map met nieuwe richtlijnen: In de dienstplaats van de afdeling ligt een map ter inzage van iedere verpleegkundige. Hierin worden veranderingen of nieuwe afspraken, nota’s, wijzigingen in procedures,… opgeschreven, zodat mensen die voor korte of langere tijd niet op dienst aanwezig waren, toch op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen op de afdeling of algemeen in het ziekenhuis. Iedere verpleegkundige heeft de verantwoordelijkheid deze map door te lezen na iedere afwezigheid en te paraferen als dit gebeurt is. Postvakje: In de dienstruimte is voor iedere verpleegkundige een postvakje voorzien. Hierin wordt de persoonlijke post gelegd, met eventueel nieuwe aandachtspunten. De bedoeling is dat men regelmatig in het postvakje kijkt, om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes. Prikbord: Het prikbord vind je in de dienstplaats. Hierop hangen beleidsnieuws, mededelingen, aankondigingen voor bijscholingen,…
8.5. Preventie diefstal Op de afdeling zelf beschikken we niet over afsluitbare kastjes om onze eigen spullen en tassen in op te bergen. In principe heeft iedereen er toegang tot. Daarom is het verstandig om waardevolle voorwerpen of veel geld thuis te laten of eventueel in de kleedkastjes achter slot te laten. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen spullen.
8.6. Teamvergaderingen 3/4 maal per jaar wordt er een teamvergadering gehouden, waarop de belangrijkste veranderingen of nieuwe aandachtspunten besproken worden. Iedereen mag hieraan zijn steentje bijdragen. Er wordt van je verwacht om hierbij aanwezig te zijn.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
19
Versie mei 2008
8.7. Observatie en rapportage -
-
Rapporteer mondeling en schriftelijk afwijkende waarden, bijvoorbeeld vitale functies, patiënten die zich onwel voelen, e.a. , steeds aan de hoofdverpleegkundige of arts melden. Dagelijks stoelgangcontrole. Steeds nagaan en noteren wat de patiënt eet en drinkt. Zelfzorg stimuleren. Inkijken van het medisch dossier van de patiënt kan, mits overleg.
8.8. Begeleiding van de familie -
-
Als de familie iets komt vragen in verband met de gezondheidstoestand van de patiënt, verwijs je deze persoon/personen door naar de hoofdverpleegkundige. Diagnoses worden enkel door de behandelende geneesheer meegedeeld aan de patiënt. Vriendelijk en beleefd omgaan met familie en patiënt.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
20
Versie mei 2008
9.
Praktische afspraken naar de nieuwe medewerker
9.1. Algemeen 9.1.1.
Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke)
ZMK Algemene brochure Deze staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be De nieuwe medewerker leest deze, alvorens te starten. Hierin vindt men algemene info over ZMK, zoals historiek, organigram, visie, overleg- en beleidsstructuren, overzicht van de verschillende ziekenhuisfuncties en aangeboden medische zorg. Daarnaast is er ook aandacht voor praktische info over de eerste stagedag, kleedkamers, parkeren, toegang tot het ziekenhuis,… Afdelingsspecifieke brochure Is deze brochure, staan specifieke info over de afdeling zelf. Staat op onze website www.zmk.be De nieuwe medewerker leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten. 9.1.2.
Algemene introductie op de eerste werkdag
Op de eerste werkdag krijgt elke nieuwe medewerker een algemene introductie doorheen het ziekenhuis. Afhankelijk van de werkplaats zal dit in campus Bree of campus Maaseik zijn of op beide campussen. Deze introductie wordt gegeven door de referentieverpleegkundige binnen het ziekenhuis. Zij zal op voorhand contact opnemen met de afdeling en de nieuwe medewerker om afspraken te maken rond deze introductie. Deze introductie omvat enkele algemene afspraken, een rondleiding doorheen het ziekenhuis, de begeleiding naar de afdeling en er wordt verder gezorgd voor de praktische zaken zoals kledij, kleedkastje, toegangsbadge,… 9.1.3.
Infodag
Jaarlijks in september wordt er in het ziekenhuis een infodag gegeven voor alle nieuwe medewerkers binnen het ZMK die het afgelopen jaar dan nieuw zijn begonnen. Tijdens de infodag wordt er uitleg gegeven over de visie en werking van ZMK. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
21
Versie mei 2008
Daarnaast komen ook een aantal diensten hun werking kort voorstellen. 9.2. Afdelingsspecifiek 9.2.1.
Stappenplan voor introductie en inscholing op de dienst
De referentieverpleegkundige begeleiding overhandigt dit stappenplan bij de introductie. Het stappenplan bevat een reeks van onderwerpen i.v.m. kennis en vaardigheden, nodig om op de dienst te kunnen fungeren en die geacht worden gekend te zijn per bepaalde periode. Tijdens deze periode is er regelmatig overleg tussen het diensthoofd en de nieuwkomer, om te bespreken waar hij/zij staat, om bij te sturen indien nodig en eventueel bijkomende vormingsbehoefte op te sporen. De nieuwe medewerkers zijn ook zelf verantwoordelijk voor de opleiding. Ze weten wat binnen een bepaalde termijn van hen verwacht wordt, zodat ze ook zelf op zoek kunnen gaan naar bijkomende info. Evaluatie kan gebeuren op aantoonbare feiten. Er kunnen eveneens afspraken gemaakt worden tussen diensthoofd en nieuwkomer i.v.m. verwachtingen en dergelijke. De functieomschrijving en de afspraken i.v.m. de functionering- en evaluatiegesprekken worden nu ook meegedeeld. 9.3. Vragenlijst Wanneer een nieuwe medewerker 1 maand in dienst is ontvangt deze van de referentieverpleegkundige een vragenlijst m.b.t. de algemene introductie in het ziekenhuis, op de afdeling, het stappenplan en het peter/meterschap. Deze vragenlijst is verplicht in te vullen en wordt na twee weken terug verwacht bij de referentieverpleegkundige. Deze gegevens worden verwerkt in een databank. Het doel van deze vragenlijst is feedback krijgen omtrent de introductie om zo een betere werking te organiseren naar de toekomst toe. Deze vragenlijst is niet anoniem, maar de gegevens worden met alle respect behandeld. 9.4. Begeleiding door peter of meter Op de diensten verwacht men van nieuwe medewerkers dat ze zo snel mogelijk goed kunnen meewerken in het team. Een nieuwkomer kan echter niet zomaar een ingewerkte en ervaren collega vervangen. Een snelle aanpassing en integratie in het ziekenhuis en op de verschillende diensten is mede afhankelijk van een goed georganiseerde opvang. Wanneer het taIntroductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
22
Versie mei 2008
kenpakket systematisch en snel wordt duidelijk gemaakt, heeft dit een positieve invloed op de motivatie en het prestatieniveau. Er moet dus veel aandacht besteed worden aan goede opvang en begeleiding van nieuwe medewerkers om hen op relatief korte termijn optimaal te laten functioneren en gemotiveerd te houden. Peter/meterschap is een onderdeel van deze georganiseerde opvang.
Elke nieuwe medewerker krijgt een peter of meter toegewezen. Nieuwe collega’s kunnen bij hen terecht met hun vragen, problemen, opmerkingen, onzekerheden,…in de eerste periode op de nieuwe dienst. Deze periode wordt bepaald per dienst, afhankelijk van de behoefte. Het zou ideaal zijn als iedere nieuwkomer gedurende enkele dagen dubbel ingepland zou kunnen staan met een ervaren medewerker, maar in de praktijk is dit niet altijd haalbaar. We streven er echter naar dat nieuwkomers toch minstens de eerste werkdag gekoppeld worden aan hun peter/meter. Het peter/meterschap moet een meerwaarde betekenen voor de dienst, de nieuwe medewerker en de peters/meters zelf.
Doel peter/meterschap: De nieuwe medewerkers helpen om zaken sneller of vroeger te leren, of zaken aan te leren die ze anders niet zouden geleerd hebben. Bevorderen van kwaliteit door de opgebouwde kennis, expertise en ervaring die reeds op de diensten aanwezig is, beter te benutten en door te geven. De nieuwe medewerkers een vertrouwd gevoel geven, hen coachen en zo snellere integratie bevorderen. Voordeel peter/meterschap: Peters/meters kennen de struikelblokken, de valstrikken, de trucjes of de knepen van het vak en zijn dus geschikt om de nieuwe medewerkers met raad en daad bij te staan, steun te verlenen en te luisteren naar de problemen waarmee ze te maken krijgen. Ze fungeren als rolmodel voor de beginnende medewerkers en moeten daarom het eigen functioneren steeds in vraag stellen en bijblijven. Ze dragen mee de verantwoordelijkheid over de nieuwe medewerkers. Ervaringsuitwisseling op basis van een gelijkwaardige relatie: nieuwe medewerkers kunnen steeds een beroep op hen doen voor advies en informatie. Peters/meters geven geen beoordeling over de nieuwe collega’s. Taken van de peters/meters: Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
23
Versie mei 2008
Ze begeleiden de medewerkers in de dagelijkse praktijk op een ondersteunende, stimulerende en motiverende wijze. Ze coachen de nieuwe collega’s: stimuleren, motiveren, aanwijzingen en raad geven. Ze zijn vraagbaak voor de nieuwe collega’s als die vragen hebben over, praktische zaken, algemene dingen tot complexe (verpleeg)situaties. Ze vertonen een voorbeeldgedrag. Ze doen voorstellen aan de diensthoofden voor maatregelen zodat de nieuwe medewerkers zo snel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. Ze hebben gesprekken met de nieuwe medewerkers gedurende de inwerkperiode, voor een continue opvolging en inventarisatie van de kennis/stappenplan. Profiel peters/meters: Iemand die ervaren is: zelf min. 1 jaar ervaring op de dienst (met uitzondering van een aantal medisch-technische diensten waar meer ervaring vereist is) Op vrijwillige basis Geduldig Communicatieve en sociale vaardigheden Spontaan en vlot Objectief Inzicht in eigen handelen Theoretisch en praktisch sterk Bereid om nieuwe medewerkers te begeleiden Begaan met nieuwe collega’s: iemand die openstaat voor de behoeften van nieuwkomers en deze ook aanvoelt
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
24
Versie mei 2008
10.
Praktische afspraken naar de studenten
10.1. Algemeen 10.1.1.
Introductiebrochures (Algemene & afdelingsspecifieke)
ZMK Algemene brochure Deze staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, alvorens te starten op stage. Hierin vindt men algemene info over ZMK, zoals historiek, organigram, visie, overleg- en beleidsstructuren, overzicht van de verschillende ziekenhuisfuncties en aangeboden medische zorg. Daarnaast is er ook aandacht voor praktische info over de eerste stagedag, kleedkamers, parkeren, toegang tot het ziekenhuis,… Afdelingsspecifieke brochure Is deze brochure, staan specifieke info over de stageafdeling zelf. Staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten op stage.
10.1.2.
Algemene introductie op de eerste stagedag
Op de eerste stagedag krijgen alle studenten een algemene introductie doorheen het ziekenhuis. Afhankelijk van de stageplaats zal dit in campus Bree of campus Maaseik zijn of op beide campussen. Deze introductie wordt gegeven op een maandag vast uur, door de referentieverpleegkundige binnen het ziekenhuis. De introductie omvat algemene afspraken, noteren van studentgegevens, controle doelstellingen/medische geschiktheidattesten, kleedkamertoewijzing, toegang studenten, een rondleiding doorheen het ziekenhuis en de begeleiding naar de stageafdeling. Neem geen grote rugzak/tas mee, omdat onze kastjes (kleedruimte) en kasten (afdeling) maar klein zijn.
10.1.3.
Jobbeurs
Eenmaal per jaar organiseert ZMK rond januari/februari een jobbeurs voor alle laatstejaars studenten verpleegkunde/vroedkunde. Bij deze willen we alle laatstejaars studenten uitnodigen op onze jaarlijkse JobIntroductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
25
Versie mei 2008
beurs, graag op voorhand inschrijven bij onze referentieverpleegkundige begeleiding.
10.2. Afdelingsspecifiek Is deze brochure. Staat op de site van school en/of op onze website www.zmk.be Student leest deze, samen met de algemene brochure alvorens te starten op stage. Voor de introductie op de stageafdeling, kan de mentor/vk gebruik maken van een checklist. Dit is een leidraad. Op de 1ste (of 2de) stageafdeling krijgt de student een rondleiding door de mentor/vk van de afdeling. Hoofd en afdeling krijgen op voorhand de stageplanning gemaild.
10.3. Begeleidingsformulieren 10.3.1.
Beschrijving van het begeleidingsformulier
Vanaf september 2008 werken alle Limburgse scholen en instellingen met nieuwe begeleidingsformulieren, namelijk met competenties.
We spreken niet meer van kennis/inzicht, attituden en vaardigheden. Vanaf de eerste tot de laatste stagedag heeft de student dit formulier bij zich. De student krijgt dit formulier vanuit de school. Dit formulier wordt gebruikt en ingevuld door alle mentoren, verpleegkundigen, hoofdverpleegkundige, stagebegeleiders en studenten. Competenties (6 items) Beroepsspecifieke attitudes Communicatie Lid van het multidisciplinair team Kwaliteit bewaker Coördinator/teamverantwoordelijke Klinische beoordelaar en zorgverlener Elk van deze 6 items zijn opgesplitst in deelcompetenties. Deze deelcompetenties worden door het beschrijven van gedragsindicatoren specifiek verduidelijkt. Persoonlijke leerdoelen Deze zijn opgemaakt door student in functie van de stage Deze leerdoelen worden door stagebegeleider, mentor en student overlopen en eventueel bijgestuurd Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
26
Versie mei 2008
Voldoende of onvoldoende Geen D tot A codes meer. A = aandachtspunten. Enkel voldoende = V of onvoldoend = O Feedback Feedback pagina’s voor mentor, vk, hoofdvk, student,… Feedback mbt doelstellingen, competentie en 8 basisprincipes. Feedbackgever altijd zijn/haar naam (geen paraaf) noteren. Tussentijdse bespreking Tussentijdse evaluatie tussen stagebegeleider en student Eventueel in aanwezigheid met mentor/vk Eindbespreking eindevaluatie tussen stagebegeleider en student eventueel in aanwezigheid met mentor/vk
10.3.2.
Doel van begeleidingsformulieren
Het systematisch geven van feedback (concrete feiten). Het registreren van de gegeven feedback. Aan de student en de begeleiders een overzicht te bieden van de gemaakte progressie of regressie. Aan de student de kans te bieden om zichzelf tijdig bij te sturen. Verantwoordelijkheid van de student om zijn leerproces mee te sturen en anderzijds op de opdracht van de begeleidende stagementor/verpleegkundige/stagebegeleider om de student systematisch te informeren over zijn geplande leerdoelen en de evoluties die hierbij gemaakt worden.
10.4. Belevingsformulieren 10.4.1.
Beschrijving van het belevingsformulier Is een A4 formulier met 27 belevingsvragen. Wordt ook wel eens het bolletjesformulier genoemd, omdat studenten de vragen met een zwart/blauw bolletjes beantwoorden. Is anoniem, enkel naam school, afdeling 1-2-3ej en semesterperiode staan vermeld op dit formulier. Dit formulier krijgt de student op haar eerste stagedag van de referentieverpleegkundige begeleiding studenten. Student vult op haar eind van haar stage, vòòr de eindevaluatie dit formulier in en geeft dit af aan de stagebegeleider.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
27
Versie mei 2008
De stagebegeleider neemt dit ingevuld formulier (in gesloten enveloppe) mee naar school en wordt naar KHLim Rob Trippas verzonden. Deze scant en verwerkt alle formulieren van Limburg en geeft de resultaten 1/jaar door aan de referentieverpleegkundige. Dit formulier niet kopiëren, kreuken, nieten en perforeren. In studentklapper op de afdeling zitten reserve belevingsformulieren.
10.4.2.
Doel van het belevingsformulier
Dit formulier is een meetinstrument. Student geeft zijn beleving van stage weer in dit formulier. De student beoordeeld de stageplaats op 27 items. Is het enigste meetinstrument van de stageplaats. Afdelingen krijgen persoonlijk feedback van deze resultaten. Resultaten van deze bevraging worden besproken op de jaarlijkse evaluatievergadering mei/juni. Daarom willen we u vragen om deze belevingsformulieren in te vullen, ook wij hebben nood aan feedback.
10.5. Mentorschap 10.5.1.
Omschrijving ‘mentor’ Een mentor is een verpleegkundige die zich engageert om studenten te willen begeleiden. Zij probeert studenten te begeleiden, coachen en bijsturen. Zij probeert samen met haar team, studenten verpleegkundige competenties aan te leren.
10.5.2.
Taken van de mentor
Ze vervangen niet de stagebegeleiding. Ze zijn schakelfiguren tussen studenten en team enerzijds en studenten en stagebegeleiding anderzijds. Ze doen de introductie op de eerste stagedag. Ze maken op vaste tijdstippen tijd vrij voor overleg- en feedbackmomenten. Ze coachen de studenten: stimuleren, informeren, ondersteunen, motiveren, aanwijzingen, raad en feedback geven. Ze bewaken het leerproces, binnen de vooropgestelde doelstellingen.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
28
Versie mei 2008
Ze hebben een bemiddelende functie tussen studenten en het team. Ze hebben een vertrouwensfunctie, peilen naar de stagebeleving en stellen problemen en emoties bespreekbaar. Ze vertonen een voorbeeldgedrag. Ze bieden leermomenten aan. Ze bewaken de integratie van de studenten op de dienst in het kader van hun leerproces, zonder hen te beschouwen als extra werkkrachten. Ze stimuleren de collega’s in het geven van reflectie en feedback, zowel mondeling als schriftelijk, t.a.v. mentoren en t.a.v. studenten. Ze plegen overleg met de stagebegeleiding van de scholen en zijn de onmiddellijke contactpersonen. Ze adviseren de diensthoofden bij de patiëntentoewijzing aan de studenten, rekening houdend met de doelstellingen van elke student. Ze doen voorstellen aan de diensthoofden voor maatregelen zodat de studenten zo snel mogelijk optimaal worden begeleid.
10.5.3.
Iemand die ervaren is: zelf min. 1 jaar ervaring op de dienst (met uitzondering van een aantal medisch-technische diensten waar meer ervaring vereist is) Op vrijwillige basis Geduldig Communicatieve en sociale vaardigheden Spontaan en vlot Objectief Bereid en geïnteresseerd om studenten te begeleiden Heeft de mentorenopleiding gevolgd Inzicht in eigen handelen Theoretisch en praktisch sterk Begaan met studenten: iemand die openstaat voor de behoeften van de studenten en deze ook aanvoelt Willen up-to-date blijven: volgen nieuwe ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied
10.5.4.
Profiel van een mentor
Omschrijving ‘stagebegeleider’
Stagebegeleider is de begeleider vanuit school. Zij/hij geven tussen- en eindevaluaties van studenten op stages.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
29
Versie mei 2008
Zij maken een verschil tussen leer- en praktijkbegeleiding. Leerbegeleiding door scholen (A1+A2). Stagebegeleiding door scholen (A2) en instellingen. Gediplomeerde verpleegopleiding = 4de graad = A2 Bachelor verpleegopleiding = hogeschool = A1
10.6. Verwachtingen 10.6.1.
Verwachtingen
Als student werk je steeds onder toezicht van een verpleegkundige. Als student heb je dezelfde diensturen als de verpleegkundigen, deze staan in de dienstlijst genoteerd onder de volgende codes: V: 6u30 tot 14u36, L: 13u39 tot 21u45, N: 21u30 tot 6u45 In functie van de drukte kunnen deze uren aangepast worden. Koffiepauze (10min gunst)/middagpauze (30min verplicht) mogen op de afdeling of in de refter genomen worden. Respect voor patiënt, familie, artsen, verpleegkundigen, medewerkers … . Hanteren van het beroepsgeheim. Vraag hulp indien nodig. Verzorgd en vriendelijk voorkomen. Stiptheid. Correct taalgebruik. Basiskennis van inwendige D2 via de introductiebrochure. Laat waardevolle voorwerpen in je kleedkastje, sluit af met eigen hangslot. Op je 1ste stagedag: doelstellingen met verwachtingen, begeleidingsformulier, kopie gezondheidsverklaring, beroepskledij, hangslotje en toegangsbadge meebrengen. Niet in orde = niet starten = terug naar school. Vòòr de eindevaluatie belevingsformulier (bolletjesformulier) invullen en aan je stagebegeleider geven. Op je laatste stagedag kleedkastje leegmaken en toegangsbadge op school inleveren.
10.6.2.
Algemene taken
Verzorgingskarren en kasten aanvullen. Linnenkamer opruimen en karretjes met proper linnen klaarzetten. Serumstaanders afwassen. Onderhoud bedden en zetels.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
30
Versie mei 2008
Etenskar halen in de keuken. Voorraad medisch materiaal en medicatie in apotheek halen en onder begeleiding helpen uittasten. Opruimen van spoelruimte.
10.6.3.
Stagegebonden verwachtingen voor elke student
Na een korte inwerkperiode inzicht krijgen in de werking van de dienst. Eigen leerproces in handen nemen. Stage begeleidingsformulier spontaan aanbieden. Feedback vragen op rustige momenten. Open communicatie student - verpleegkundigen. Open vraagstelling: hoe, wat, waar, waarom, wanneer, ... ? Overleg ‘steeds’ met de verantwoordelijke verpleegkundige. Leer correct omgaan met het verpleegdossier. Actieve inbreng tijdens een briefing. Studenten nemen geen telefoon op. Maak gebruik van het beletsignaal bij betreden van de kamer. Uitdelen van maaltijden gebeurt steeds in overleg met de verpleging.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
31
Versie mei 2008
10.6.4.
Specifieke verwachtingen
Kijkstage (dag achter de schermen) Eens proeven van het verpleegkundig beroep. Met een verpleegkundige meelopen. Verpleegkundige technieken observeren en meebeleven. Geen verpleegkundige technieken uitvoeren. Proberen inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines.
Eerste jaarsstudenten Technieken van het eerste jaar correct en vlot kunnen uitvoeren. Aangeleerde technieken van het eerste jaar kennen en leren integreren in de praktijk. Basistechnieken kennen en leren integreren in de praktijk. Inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines. Verantwoordelijk zijn voor één patiënt (chirurgie,…). Het verpleegdossier met hulp correct kunnen invullen. Gericht observeren, gericht rapporteren en dit zowel mondeling als schriftelijk. Tweede jaarsstudenten Technieken van het eerste jaar correct en vlot kunnen uitvoeren. Aangeleerde technieken van het tweede jaar kennen en leren integreren in de praktijk. Inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines. Verantwoordelijk zijn voor één patiëntengroep (chirurgie,…). Het verpleegdossier met hulp correct kunnen invullen. Gericht observeren, gericht rapporteren en dit zowel mondeling als schriftelijk. Derde jaarsstudenten Technieken van het eerste en tweede jaar correct en vlot kunnen uitvoeren. Aangeleerde technieken van het derde jaar kennen en leren integreren in de praktijk. Inzicht verwerven in de verschillende pathologieën en disciplines. De verantwoordelijkheid voor een patiëntengroep (volledige zorg, briefing en doktersronde) combineren met de organisatie van andere zorgen. Het verpleegdossier zelfstandig kunnen invullen met aandacht voor planning, uitvoering en evaluatie van de zorg. Gericht observeren, gericht rapporteren en dit zowel mondeling als schrifelijk. Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
32
Versie mei 2008
11.
Risicoanalyse/werkpostfiche R I S I C O F A C T O R E N – W E R K P O S T F I C H E Verpleegkundigen in uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs
Het ziekenhuis neemt maatregelen zodat alle risico’s tot een minimum worden herleid. Toch blijven er restrisico’s bestaan waarvoor preventiemaatregelen kunnen worden genomen. Hieronder vindt u de mogelijke risico’s waarmee u tijdens het werk op de afdeling kan geconfronteerd worden. Draag zorg voor u eigen veiligheid maar ook voor deze van uw collega’s en meldt mogelijke gevaren op de werkvloer. Indien u vragen hebt kan u zich richten tot de hoofdverpleegkundige of tot de preventieadviseur.
Aard van het gevaar Infecties door biologische agentia o.a. TBC HIV / AIDS Hepatitis A-B-C Andere besmettelijke ziekten Gevaarlijke producten o.a. ontsmetting/ reinigingsproducten Cytostatica Gassen / inhalatie-anesthetica Brandgevaarlijke producten Carcinogene agentia Schadelijk/irriterend/giftig
Naalden/scherpen voorwerpen: prikaccidenten
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
Collectieve bescherming
Persoonlijke bescherming
Voorlichting, instructies
Handschoenen, masker, schorten, handhygiëne
Interne procedures en richt- Codex,titel V, hfdst III: lijnen biologische agentia
Contact beperken Contact beperken Bronafzuiging Open vuur vermijden Contact beperken Contact beperken
Handschoenen, maskers, schort
Instructies, procedures, richtlijnen op etiket
- Codex, titel V, hfdst II, art 15 - ARAB, art 124 § 1, 1 en bijlage: beroepsziekte
Naaldcontainer
Handschoenen
Procedures. Instructies “wat te doen bij ongeval” Instructies “prikaccident”
Opvolging door ziekenhuis- Hepatitis B hygiëne (risico besmetting o.a. HIV) en dienst preventie
33
Versie mei 2008
Medisch toezicht
inenting TBC-test, hepatitis B, ....
Tillen van zware lasten
Tiltechniek en gebruik maken van tilhulp-middelen (stalen verpleegster, hoog-laag bed)
Ioniserende stralen Röntgenstralen
Gebruik maken van bestaande beschermingsmateriaal, afstand
(X-stralen)
Radioactief materiaal (isotopen α, β, γ) Niet-ioniserende stralen Magnetisch stralen NMR
Elektriciteit
Aangepaste bescherming (loodschorten, handschoenen, ....). Dosimeter
Afstand
Laserstralen
Vallen op begane grond / stoten / struikelen/uitglijden, hindernissen
Aanleren technieken, Volgen van training.
Naleven interne procedu- Codex, titel IV, hfdst VII, res afd V: ioniserende stralen Opleiding Naleven interne procedure Opleiding Naleven interne procedu- ARAB, art 124, § 1, 1 en re bijlage: beroepsziekte
Beschermingsbril
Effen, slipvrije vloer, Defecten melden Orde en netheid Defecten melden
KB 03.05.99 en 28.05.03 bescherming jongeren/stagiairs
Aangepast schoeisel (bij voorkeur gesloten aan de hiel en antislipzool) Instructies gebruik elektrische Water en elektriciteit !!!!! toestellen en materiaal
Ziekenhuisafval Risicohoudend Niet-risicohoudend Gevaarlijk afval Risico voor ongeboren kind (zwangerschapsbescherming)
Agressie / geweld Omgaan met lijden/dood/rouw
Afgesloten containers. Duidelijke scheiding van afval
Handschoenen Handhygiëne
Interne procedures
Aanpassing werkpost, werkorganisatie en werkinhoud
Onmiddellijke verwijdering in afdelingen of bij werkzaamheden met infectierisico’s en ioniserende stralen.
De student moet onmiddellijk de onderwijsinstelling op de hoogte brengen van zwangerschap
Contactpersoon binnen de Vertrouwenspersoon instelleng (vb bewaking) Organisatie van het werk Vertrouwenspersoon
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
34
Informatie, training, begeleiding Informatie, begeleiding
Versie mei 2008
Tbc-test en hepatitis B
Codex titel VIII, hfdst 1, art. 9
Nachtarbeid
Organisatie van het werk
Huidirriterende stoffen
Toezicht begeleider
Interne procedures
(aangepaste)handschoenen
Instructies
Masker, bril Mond-neus masker bij verkoudheid
instructies Handhygiëne
KB 16.07.04 nacht en ploegenarbeid KB 03.05.99 en 28.05.03 bescherming jongeren/stagiairs
(ontsmettingsmiddelen, latex, ....)
Wegspringend deeltjes/spatten Contact met voedingswaren (overdracht kiemen) Stress
Werkorganisatie
Klimatologische omgevings-voorwaarden: Ventilatie, airco
ARAB, art 124 § 1, 3°
Naleven interne procedure Opleiding Aangepaste kledij
warmte
Beeldschermen
Ergonomie (goede stoel, verlichting, opstelling scherm)
Werk afwisselen met andere taken, goede zithouding
ARAB, art 124 § 1, 6 (> 4 uren)
De stagiair zal enkel werken onder permanent toezicht van een ervaren begeleider Het gezondheidstoezicht en bemiddeling moet door de school zelf gebeuren. Inclusief noodzakelijke vaccinaties of testen (tijdig starten met hepatitisvaccinatie), medische schifting en maatregelen tbv moederschapsbescherming. Deze verantwoordelijkheden en onkosten zijn niet voor het Ziekenhuis Maas & Kempen.
Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
35
Versie mei 2008
Volg de instructies aangegeven op de verpakking. Of vraag informatie aan diensthoofd.
Etikettering van gevaarlijke producten
Gevaarsymbolen corrosief, bijtend
biologische agentia
(licht) ontvlambaar
laserstralen
(zeer) giftig
Ioniserende stralen
Xi: Irriterend, Xn: schadelijk
elektrocutiegevaar
gevaarlijk voor het milieu
gevaar
Bel onmiddellijk toestel 298 Geef de plaats van de brand door
Breng iedereen in de omgeving op de hoogte Onderneem bluspoging. Neem schuimblusser. Spuit op vlammen van op een afstand van ongeveer 4 m.Indien bluspoging niet lukt, houd deuren en ramen zoveel als mogelijk dicht.
Gebruik geen liften Volg de richtlijnen van de tweede interventieploeg Verlaat het gebouw. Inlichtingen kunnen bekomen worden op de dienst preventie, Ziekenhuis Maas en Kempen Preventieadviseur Schevernels Roger tel: 089509926 Introductiebrochure nieuwe medewerkers & studenten Inwendige D2 Maaseik
37
Versie mei 2008