Nummer archiefinventaris:
2.06.068
Inventaris van het archief van het CommissariaatGeneraal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland, 1945-1949 (1950)
Auteur: Centrale Archief Selectiedienst Nationaal Archief, Den Haag 1988 Copyright: cc0 This finding aid is written in Dutch.
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
3
I N H O U D S O P G A V E Beschrijving van het archief......................................................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen....................................................................................................... 6 Beperkingen aan het gebruik...................................................................................................... 6 Aanvraaginstructie...................................................................................................................... 6 Citeerinstructie............................................................................................................................ 6 Archiefvorming...........................................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer............................................................................................ 7 Organisatie............................................................................................................................. 7 Organisatie Commissaris-Generaal.................................................................................. 9 Taakuitvoering...................................................................................................................... 10 Geschiedenis van het archiefbeheer.......................................................................................... 13 Inhoud en structuur van het archief.........................................................................................14 Selectie en vernietiging............................................................................................................. 14 Verantwoording van de bewerking........................................................................................... 14 Ordening van het archief........................................................................................................... 14 Verwant materiaal....................................................................................................................15 Overzicht van geraadpleegde bronnen.......................................................................................... 15
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen................................................17
A STUKKEN VAN ALGEMENE AARD................................................................................................ 17 B STUKKEN BETREFFENDE BIJZONDERE ONDERWERPEN...........................................................18 1 ORGANISATIE..........................................................................................................................................18 1.1 Instelling en ontwikkeling...............................................................................................................18 1.2 Economische en rechtspositie........................................................................................................18 2 PERSONEEL.............................................................................................................................................19 3 TAAKUITVOERING..................................................................................................................................20 3.1 Restitutie..........................................................................................................................................21 3.1.1 ALGEMEEN...............................................................................................................................21 3.1.2 AANDELEN, OBLIGATIES, GOUD- EN ZILVERWERK..............................................................22 3.1.3 INDUSTRIE...............................................................................................................................23 3.1.4 INSTRUMENTEN EN APPARATUUR.......................................................................................25 3.1.5 KUNST.....................................................................................................................................25 3.1.6 LAND- EN TUINBOUW EN VEETEELT.....................................................................................25 3.1.6.1 Vee, produkten en machines..........................................................................................25 3.1.6.2 Paarden, wagens en tuigen (detachement Amersfoort)..............................................26 3.1.7 SCHEEPVAART.........................................................................................................................27 3.1.8 TREIN-, TRAM-, EN ANDER TRANSPORTMATERIEEL...........................................................28 3.2 Behartiging van Nederlandse belangen ten aanzien van onroerende goederen in Duitsland.. .28 3.3 Aangelegenheden van juridische en economische aard...............................................................29 3.4 Transport........................................................................................................................................30 3.5 Vertegenwoordigers van het Commissariaat-Generaal bij buitenlandse militaire missies........30 3.5.1 BELGIË (Brussel)......................................................................................................................30 3.5.2 DUITSLAND............................................................................................................................30 3.5.2.1 Amerikaanse zone (Hoechst).........................................................................................30 3.5.2.2 Engelse zone...................................................................................................................31 3.5.2.2.1 - Algemeen..............................................................................................................31 3.5.2.2.2 - Bad Salzuflen (Voor 10 augustus 1946 Bad Oeynhausen)..................................31 3.5.2.2.3 - Düsseldorf............................................................................................................31 3.5.2.2.4 - Hamburg..............................................................................................................31 3.5.2.2.5 - Hannover.............................................................................................................32
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
5
Beschrijving van het archief
BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF Naam archiefblok: Ministerie van Economische Zaken: Commissariaat-Generaal van de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland Periode: 1945-1950 merendeel 1945-1949 Archiefbloknummer: E20222 Omvang: 6,40 meter; 221 inventarisnummers. Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands Soort archiefmateriaal: Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers: Commissariaat-Generaal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland, 1945-1949 Samenvatting van de inhoud van het archief: Op 18 april 1945 werd het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland ingesteld. Het had een tweeledige taak: de restitutie van weggevoerde goederen en de behartiging van de economische belangen van Nederland in Duitsland. Het bureau, onder leiding van W.Ch. Posthumus Meyjes, werd gevestigd in Amsterdam. Vanaf oktober 1945 werd het Commissariaat geleid door kolonel L.F. Otto. Het Commissariaat begon met het verzamelen van gegevens over ontvreemde goederen. In november 1945 werd de eerste restitutiemissie naar de Amerikaanse zone gezonden. Er volgden missies naar de Engelse en Franse zones. De Russen verrichtten zelf onderzoek aan de hand van Nederlandse lijsten. Met Frankrijk, België, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije werden regelingen getroffen. Vervolgens werden de goederen naar Nederland gebracht en daar hielden verschillende diensten zich bezig met de teruggave: de Sectie Oorlogsbuit van het Ministerie van Financiën, het Bureau Terugvoer Vaartuigen, het Beheersinstituut en de Stichting Nederlands Kunstbezit. Vanaf 1948 werden de werkzaamheden ingekrompen en op 31 mei 1949 werd het Commissariaat opgeheven. Het archief bevat agenda's van ingekomen en uitgaande stukken, notulen, correspondentie, verslagen en rapporten en stukken over de werkzaamheden. Er zijn veel gegevens over ontvreemde goederen waaronder treinen, trams, (binnen-)schepen, vee, machines, apparatuur, instrumenten, edelmetalen, waardepapieren en kunst. Tevens rapporten over Nederlands bezit in Duitsland zoals onroerend goed en waardepapieren. Daarnaast zijn er gegevens over teruggevoerde goederen, waaronder verladinglijsten en overzichtsrapporten.
6
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht. Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. U maakt een profiel aan op www.gahetna.nl, en logt vervolgens in; 2. Via de archiefinventaris (alleen de beschrijvingen met rode nummers) selecteert u het gewenste archiefstuk door op de knop 'Reserveren' te klikken; 3. In het volgende scherm geeft u aan op welke dag u het archiefstuk wilt inzien; 4. Indien u zich bevindt in de studiezaal en een tafelnummer heeft ontvangen kunt u dit nummer vermelden. Als u geen tafelnummer heeft kunt u tafelnummer 777 laten staan; 5. Vervolgens bevestigt u uw reservering door deze te versturen. Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Economische Zaken: Commissariaat-Generaal van de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland, 1945-1950, nummer toegang 2.06.068, inventarisnummer ... VERKORT: NL-HaNA, Economische Belangen Duitsland, 2.06.068, inv.nr. ...
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
7
Archiefvorming
Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Organisatie
ORGANISATIE Nadat de geallieerden in 1944 België en Frankrijk hadden bevrijd, konden de Duitse legers zich aanvankelijk, in Nederland benoorden de grote rivieren, staande houden. De periode van september 1944 tot mei 1945 kenmerkte zich door het op grote schaal plunderen en stelen van Nederlandse eigendommen. Fabrieken werden systematisch leeggehaald en de goederen op transport gezet naar Duitsland. Ook steden en streken, zoals Arnhem en de Veluwezoom, werden ontruimd en geplunderd. Van alles wat uit Nederland is geroofd, is ongeveer negentig procent na september 1944 weggehaald. Voor deze datum werd er nog gevorderd met officiële vorderingspapieren; later gebeurde dit veelal zonder. De steeds groter wordende verkeerschaos in Duitsland, als gevolg van het herhaaldelijk bombarderen van spoorlijnen en wegen door de geallieerden, maakte het echter onmogelijk om alles wat uit Nederland geroofd was op de plaats van bestemming te doen belanden. Toen Duitsland in 1945 ineenstortte, lagen talloze uit Nederland afkomstige goederen door het land verspreid, zonder dat zij van enig belang waren geweest voor de Duitse oorlogseconomie. Reeds voor het einde van de Tweede Wereldoorlog werd door de Raad van Ministers van de Nederlandse regering te Londen besloten een commissariaat in te stellen, dat zich moest gaan bezighouden met de opsporing en terugvoering van de door de Duitsers gestolen goederen. Hiertoe werd op 18 april 1945, door de toenmalige Minister van Handel, Nijverheid en Landbouw, J.H. Gispen, het Commissariaat-Generaal voor de Nederlandse Economische Belangen in Duitsland (hierna: Commissariaat) ingesteld. 1 Met ingang van deze datum werd de reserve-kolonel voor Algemene Dienst, W.Ch. Posthumus Meyjes, tot commissaris-generaal benoemd. Deze legde reeds in november 1945 zijn functie neer en werd opgevolgd door kolonel L.F. Otto, die zijn functie vervulde tot de opheffing van het Commissariaat in 1949. De taak die het Commissariaat van de minister kreeg opgedragen was een tweeledige: 1. De zorg voor het namens de Nederlandse regering terugverkrijgen van uit Nederland weggevoerde goederen, of vervanging van die goederen welke niet meer opgespoord konden worden; 2. De zorg voor de beveiliging van de overige Nederlandse economische belangen in Duitsland. Omdat er een intensief contact met het bedrijfsleven en de verschillende departementen werd onderhouden, werd Amsterdam vanwege zijn geografische ligging, door de heer W.Ch. Posthumus Meyjes als plaats van vestiging aangewezen. Tot juni 1947 was de organisatie van het Commissariaat steeds aan wijzigingen onderhevig geweest. Vanaf die datum was de organisatie definitief.
1
Inventarisnummer 15.
8
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
Aan het hoofd van het Commissariaat stond de commissaris-generaal, bijgestaan door de staf. Onder de commissaris-generaal vielen zeven afdelingen.
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
9
De afdeling restitutie (eerste afdeling), waaronder de secties industrie, landbouw en veeteelt, spoor- en tramwegen, scheepvaart, haveninstallaties, waarden, instrumenten en bijzondere gevallen vielen, en de afdeling restitutie kunst (tweede afdeling), waaronder de secties kunstschatten én bibliotheken en archieven vielen, hielden zich bezig met de opsporing van de gestolen goederen. In Amersfoort werd ter ondersteuning van de sectie landbouw en veeteelt van de afdeling restitutie een speciale sectie ingesteld, die zich alleen bezighield met de opsporing van paarden, wagens en tuigen. Deze sectie was verantwoording schuldig aan het hoofd van de sectie landbouw en veeteelt. De afdeling beheer (derde afdeling) was belast met de behartiging van de belangen van Nederlandse bedrijven, handelsondernemingen en particulieren in Duitsland. Dit betrof veelal onroerende goederen zoals fabrieken, huizen, grondbezit en mijn interessen, maar ook hypotheken, octrooien en licenties. De afdeling juridische en economische zaken (vierde afdeling) had tot taak economische en juridische problemen, die zich zowel bij de afdeling restitutie als bij de afdeling beheer konden voordoen, op te lossen. Het ging hier met name om problemen ten aanzien van eigendomsrechten. De afdeling transport (vijfde afdeling) was belast met de terugvoering van de Nederlandse goederen uit Duitsland. De afdeling interne dienst (zesde afdeling) was belast met het archief, de boekhouding, de post en de huishoudelijke dienst. Onder de afdeling militaire zaken (zevende afdeling) vielen de sectie motordienst, die verantwoordelijk was voor de eigen transportmiddelen, en het stafdetachement, dat de personele zaken behartigde. Deze afdeling had verder ook nog een taak ten aanzien van de verpleging, intendance en militaire administratie. Daar het hele restitutiegebeuren in Europa een militaire aangelegenheid was, kon het Commissariaat niet met burgerpersoneel werken. Daarom werden veel specialisten uit het bedrijfsleven gemilitariseerd en aangesteld als officieren civiele dienst. Organisatie Commissaris-Generaal
ORGANISATIE COMMISSARIS-GENERAAL Staf, waaronder: – Organisatie bureau – Organisatie buitenland – Contact met pers Ie Afdeling Restitutie (Excl. Kunst) – Sectie A: Industrie – Sectie B: Landbouw en veeteelt – Sectie C: Spoor- en Tramwegen – Sectie D: Scheepvaart – Sectie E: Haveninstallaties – Sectie F: Waarden – Sectie G: Instrumenten – Sectie H: Bijzondere gevallen IIe Afdeling Restitutie Kunst – Sectie A: Kunstschatten – Sectie B: Bibliotheken en archieven IIIe Afdeling Beheer, waarin worden onderscheiden:
10
Economische Belangen Duitsland
– – – – – – – – – – – – – – – –
2.06.068
Grote bedrijven en handelsondernemingen Kleine bedrijven en handelsondernemingen Huizen, grondbezit, hypotheken, mijninteressen Octrooien en licenties Ve Afdeling Transport Transport van vrijgegeven goederen per schip, per spoor per auto VIe Afdeling Interne Dienst, waarin worden onderscheiden: Boekhouding, Archief, Post en telefoon, Huishoudelijke dienst VIIe Afdeling Militaire Zaken Sectie A: Stafdetachement Sectie B: Depot afd. Motordienst Militaire Administratie Verpleging Intendance
Taakuitvoering
TAAKUITVOERING Alvorens het Commissariaat daadwerkelijk met de opsporingswerkzaamheden in Duitsland kon beginnen, moesten er in Nederland eerst gegevens worden verzameld over de te restitueren goederen. Hiervoor stelde men zich in verbinding met de verschillende hoofd-, vak- en bedrijfsgroepen van het georganiseerde bedrijfsleven en met de Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid. Deze verzamelden door middel van enquêtering bij bedrijven gegevens over vermiste goederen. Deze gegevens werden door het Commissariaat gebruikt om de Nederlandse goederen in Duitsland te kunnen identificeren. De gegevens werden gesplitst in goederen waarvan de vermoedelijke verblijfplaats bekend was en in goederen met een onbekende verblijfplaats. Tot de eerste categorie behoorden over het algemeen die goederen die met officiële papieren waren gevorderd. Tot de tweede categorie behoorden die goederen, die zonder vorderingspapieren waren weggehaald. Voor de opsporing en restitutie van de gestolen goederen in het door de geallieerden bezette Duitsland, moest het Commissariaat toestemming hebben van de bezettingsautoriteiten. Op 22 januari 1946 werden door de Geallieerde Bestuursraad te Berlijn (Allied Control Council) de restitutiebepalingen bekend gemaakt. Onder deze bepalingen vielen die goederen welke geïdentificeerd konden worden en die onder een vorm van dwang uit de door de Duitsers bezette landen waren weggevoerd. De voorschriften waaraan de landen zich moesten houden bij de restitutie van goederen waren in de restitutieregels uitgewerkt. Uit besprekingen met geallieerde officieren was gebleken dat vooral de Engelse en Amerikaanse zone voor Nederland erg belangrijk was. Het Commissariaat drong er bij deze twee bezettingsmachten dan ook sterk op aan om officieren naar de betreffende zones te mogen sturen. Op uitnodiging van de Amerikaanse bezettingsautoriteiten vertrok op 10 november 1945 een Nederlandse delegatie van vier officieren naar Hoechst in de Amerikaanse zone. Doel was het starten van een Nederlandse restitutiemissie bij de Restitution Control Branch, die een controlerende taak had ten aanzien van alle restitutiewerkzaamheden. Bijna tegelijkertijd werd een uitnodiging ontvangen om een restitutiemissie op te richten in de door de Amerikanen bezette
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
11
Bremen-enclave, die in de Engelse zone lag. Hiervoor werden drie officieren uitgezonden. De twee missies werkten geheel zelfstandig, maar het algemene beleid van de missie Bremen viel onder de missie Hoechst. De Amerikaanse bezettingszone was verdeeld in 'Länder' met elk een eigen restitutiesectie, die gecontroleerd werd door bovengenoemde Restitution Control Branch. De aanvraagformulieren van het Commissariaat werden in Hoechst bij de Restitution Control Branch ingediend en vervolgens ter behandeling doorgestuurd naar de restitutieorganisaties in de 'Länder'. Daar onderzochten Amerikaanse officieren of door de Amerikanen aangewezen Duitse instellingen de gevallen en rapporteerden hun bevindingen aan de Restitution Control Branch. Deze schreef, als er geen bezwaar tegen vrijgave van de goederen was, een vrijgave (release) uit. De Restitution Control Branch deelde dit vervolgens mee aan de Nederlandse missie, die zich in verbinding stelde met de betreffende restitutieorganisatie in de zone om het transport naar Nederland te regelen. Toen aan het eind van 1946 de vondsten in Bremen minder en minder werden, werd de missie opgeheven en het nog te verrichten werk ondergebracht bij de missie Hoechst. De Engelse bezettingsautoriteiten volgden de Amerikaanse op de voet en gaven ook toestemming om officieren van het Commissariaat bij hun restitutieorganisatie, de Reparations, Deliveries and Restitution Division, te accrediteren. Bij de Engelse bezettingsautoriteiten had het Commissariaat twee verbindingsofficieren gestationeerd die alle aanvraagformulieren van het Commissariaat in ontvangst namen en bij het Engelse hoofdkwartier te Detmold indienden. Het hoofdkwartier zond de aanvraagformulieren door aan de verschillende districten binnen de Engelse zone: Bad Salzuflen, Hamburg, Hannover of Düsseldorf. Hierop gingen de daarvoor aangewezen Engelse officieren op onderzoek uit. Zij bezochten Duitse bedrijven die van tevoren een lijst hadden opgesteld van alle Nederlandse machines en goederen in hun bedrijf. Deze lijsten werden vergeleken met de door het Commissariaat ingediende aanvraagformulieren. De missies in de districten rapporteerden hun bevindingen aan het hoofdkwartier. Dat schreef, als er Nederlandse eigendommen waren aangetroffen een vrijgave uit en deelde dit mee aan de Nederlandse verbindingsofficieren, die op hun beurt een 'packing team' naar het betreffende district zonden om het transport naar Nederland te regelen. In april 1946 kreeg het Commissariaat van de Engelse autoriteiten toestemming om een eigen Nederlandse Reparations, Deliveries and Restitution missie te installeren. Het hoofdkwartier werd te Bad Salzuflen gevestigd, en de verbindingsofficieren werden vervangen door vier vaste vertegenwoordigers, de zogenaamde 'accredited members'. In elk district werd één vaste vertegenwoordiger aangesteld. De Nederlandse organisatie liep nu volkomen parallel met de Engelse en dit had tot gevolg dat het tempo van het werk kon worden opgevoerd. In de Franse zone werd de restitutie geregeld door de Directions des Reparation et Restitution. De officieren van het Commissariaat kregen de grootst mogelijke medewerking van de Fransen en mochten in deze zone ook zelf opsporingswerk verrichten. Tot hoofd van de Nederlandse militaire missie te Baden-Baden werd een officier benoemd die oorspronkelijk tot het Commissariaat behoorde. Aan hem werd de leiding van de restitutiewerkzaamheden toevertrouwd. In de Russische zone was een speciale afdeling, die te Berlijn gevestigd was, met de restitutie belast. De Russen voerden zelf alle restitutiewerkzaamheden uit en stonden de officieren van het Commissariaat slechts toe om de opgespoorde goederen officieel te identificeren en verzendklaar te maken.
12
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
De Nederlandse Militaire Missie bij de Geallieerde Bestuursraad te Berlijn, die onder leiding stond van de vice-admiraal L.A.C.M. Doorman, had de algemene verantwoordelijkheid over het restitutiewerk in Duitsland. Omdat Duitsland in zones was verdeeld, had de missie tevens een vertegenwoordiging in elk der zones. Voor de restitutie van in Berlijn liggende goederen konden bij de Engelse, Amerikaanse en Russische bezettingsautoriteiten de aanvragen voor teruggave op de normale manier in de zone worden ingediend. De in Berlijn gestationeerde Franse autoriteiten behandelden de aanvragen afzonderlijk. 2 Het transport van de goederen bleek een groot probleem, omdat het Duitse transportwezen volkomen gedesorganiseerd was. Auto's waren er vrijwel niet meer, het spoorwegennet was door de geallieerden bijna geheel weggebombardeerd en schepen konden niet varen vanwege de vernielde bruggen en vaarwegen. Volgens de restitutieregels kwamen de transportkosten van de vrijgegeven goederen tot aan de Duitse grens voor rekening van Duitsland. De kosten vanaf de grens tot aan de plaats van bestemming moesten door Nederland worden betaald. Maar gezien de toestand in Duitsland zou Nederland zelf voor de transportkosten moeten opdraaien. Daarom werd besloten eerst af te wachten hoe de situatie zich zou ontwikkelen, daar het voor de geallieerden ook van groot belang was om de infrastructuur in de kortst mogelijke tijd weer op orde te hebben. De voornaamste spoorwegverbindingen werden door de bezettende machten met de meeste spoed hersteld en al spoedig werden spoorwegwagons voor de restitutie van de goederen aan het Commissariaat ter beschikking gesteld. De door de Duitsers gevorderde Nederlandse schepen, die in grote getale in Duitsland aanwezig waren, werden met restitutiegoederen beladen en konden zodra de kanalen en rivieren weer bevaarbaar waren naar Nederland terugkeren. Indien het mogelijk was werd aan spoorwegvervoer de voorkeur gegeven. Alleen speciale partijen werden per schip vervoerd, zoals bijvoorbeeld grote partijen ijzer. Transport per auto vond bijna niet plaats, behalve zeer waardevolle zendingen of zeer gevoelige machines. Daar er zowel in België als in Frankrijk Nederlandse goederen werden aangetroffen en omgekeerd, werd er met deze landen een retroverse-restitutieovereenkomst gesloten. Dit hield in dat in Nederland aangetroffen Belgische en Franse goederen en omgekeerd naar het land van oorsprong werden teruggevoerd. Hiervoor werd op 19 oktober 1945 te Brussel een speciale missie ingesteld. Voor wat betreft de restitutie van goederen uit Frankrijk werd de missie in Brussel vanaf maart 1946 bijgestaan door een medewerker van de Nederlandse ambassade te Parijs. De Nederlandse goederen die in Oostenrijk werden aangetroffen, konden dankzij de goede samenwerking met de geallieerde autoriteiten in snel tempo worden gerestitueerd. Al in februari 1947 was het werk bijna afgerond, zodat het resterende restitutiewerk aan het Nederlandse gezantschap te Wenen werd overgedragen. In Tsjecho-Slowakije liep het restitutiewerk via het Nederlands gezantschap te Praag. Een officier van het Commissariaat deed het uitvoerende werk. Het Commissariaat kreeg van Tsjechoslowaakse kant alle mogelijke medewerking bij de opsporing en restitutie van de Nederlandse eigendommen. Als de goederen in Nederland waren aangekomen was de taak van het Commissariaat beëindigd. De goederen werden aan Rijksinstellingen overgedragen, die beslisten wat er verder met de goederen gebeurde. De goederen werden of aan de oorspronkelijke eigenaren teruggegeven, of aan personen die goederen waren kwijtgeraakt, welke niet waren teruggevonden. Als ontvanger in Nederland traden de volgende instellingen op: 1. De Sectie Oorlogsbuit van het Ministerie van Financiën (voorheen Rijksbureau voor Metalen) voor alle machines, grondstoffen, transportmiddelen en dergelijke. 2
Inv.nrs. 9-10.
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
13
2. Het Bureau Terugvoer Vaartuigen te Rotterdam (voorheen Marine Commissie Teruggave Vaartuigen) voor binnenschepen. 3. Het Beheersinstituut (Nederlands-Indische Trust Maatschappij) voor waardepapieren, juwelen, diamanten en dergelijke. 4. De Stichting Nederlands Kunstbezit voor alle culturele goederen. Met de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer werd een overeenkomst gesloten, dat de restitutiegoederen zonder formaliteiten de grens konden passeren, indien ze vergezeld waren van een speciale ladinglijst waarop vermeld stond dat het teruggevorderde goederen betrof. Vanaf 1948 werden de werkzaamheden van het Commissariaat belangrijk ingekrompen. Aan de ene kant omdat de verzoeken tot restitutie steeds minder werden en aan de andere kant omdat het onderzoek naar bepaalde goederen geen resultaat opleverde. Op 1 januari 1948 werkten er nog 27 officieren in Duitsland en telde het kantoor te Amsterdam nog 18 mensen. Op 1 januari 1949 waren er nog maar 12 mensen in Duitsland en 8 in Amsterdam werkzaam. Op 31 mei 1949 werd het nog resterende werk overgedragen aan het Bureau Herstelbetalingen en Recuperatiegoederen van het Ministerie van Financiën. 3 Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER Het Commissariaat ressorteerde onder het Ministerie van Handel, Nijverheid en Landbouw (sinds 3 juli 1947 het Ministerie van Economische Zaken). Het archief bestond uit een gedeelte algemene uitgaande correspondentie, een onderwerpsgewijs geordend gedeelte en een gedeelte geordend naar correspondent. Deze laatste twee gedeelten werden per afdeling opgeborgen. De ingekomen stukken werden door het Commissariaat ingeschreven en voorzien van een stempel, waarop de afdeling of sectie die het stuk behandelde werd vermeld. Uitgaande stukken werden door de typekamer voorzien van een doorlopend nummer. Deze stukken werden getikt met drie doorslagen. Een doorslag dat op nummer werd opgeborgen, een doorslag dat per afdeling op onderwerp werd bewaard bij het stuk waarop het betrekking had én een doorslag dat bij de centrale administratie werd bewaard. Uitgaande stukken werden gedurende de periode 1945 tot en met september 1949 niet ingeschreven met uitzondering van die van de sectie landbouw en veeteelt. Vanaf 1 oktober 1949 werden uitgaande stukken wel ingeschreven. Militaire brieven werden niet ingeschreven maar direct doorgestuurd naar het hoofd van de postkamer. Behalve een serie agenda's waren er geen toegangen aanwezig. Op 9 juni 1969 werd het archief, voorzien van een plaatsingslijst, door het Ministerie van Economische Zaken overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. Tot 1986 heeft er geen selectie of herordening van het archief plaatsgevonden. Wel zijn er bij het Ministerie van Economische Zaken stukken betreffende de eigen transportmiddelen, financiële stukken en stukken betreffende de ontslagen van officieren civiele dienst vernietigd. In september 1986 werd het archief ter bewerking naar de Centrale Archief Selectiedienst gebracht. Overbrenging van een overheidsarchief
3
Idem.
14
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief Selectie en vernietiging
SELECTIE EN VERNIETIGING De selectie ter vernietiging vond plaats aan de hand van de officieel vastgestelde lijst uit 1965 van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden, behorende tot het archief van het Ministerie van Economische Zaken. Tevens werden er categorieën gevormd van stukken die voor incidentele vernietiging in aanmerking kwamen. De oorspronkelijke lengte van het archief bedroeg 19,75 meter. Na de selectie bleef hiervan 3.50 meter bewaard, hetgeen een vernietigingspercentage betekent van 82. Op 15 april 1988 werd door de beheerder machtiging tot vernietiging verleend. De daadwerkelijke vernietiging werd gerealiseerd door het Bureau Vernietiging Overheidsarchieven te Apeldoorn. Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING De begincesuur voor het archief werd vastgesteld op 18 april 1945, de instellingsdatum van het Commissariaat. De eindcesuur werd vastgesteld op 31 mei 1949, omdat op die datum het nog resterende werk werd overgedragen aan het Bureau Herstelbetalingen en Recuperatiegoederen van het Ministerie van Financiën. De stukken van na 31 mei 1949 die in de inventaris zijn opgenomen betreffen zaken die nog door het Commissariaat zijn afgehandeld. Het archief is waarschijnlijk niet compleet. De stukken binnen het archief waren zoals eerder reeds vermeld op drie verschillende manieren geordend. Omdat er wat betreft de uitgaande stukken met drie doorslagen werd gewerkt werden er zeer veel dubbelen in het archief aangetroffen. De dubbelen uit het gedeelte dat op nummervolgorde was geordend werden tijdens de bewerking verwijderd. De doorslagen die bij de centrale administratie werden bewaard, werden niet aangetroffen. Ordening van het archief
ORDENING VAN HET ARCHIEF Omdat tijdens de bewerking bleek dat bepaalde onderwerpen werden behandeld door meer dan één afdeling was een ordening op afdeling niet mogelijk. Daarom is bij de ordening van de beschrijvingen in de inventaris uitgegaan van de taakuitvoering van het Commissariaat, te weten: restitutie (3.1), behartiging van Nederlandse belangen ten aanzien van onroerende goederen in Duitsland (3.2) en de behandeling van juridische en economische kwesties (3.3). De beschrijvingen ten aanzien van de werkzaamheden van het Commissariaat in Duitsland en België zijn geplaatst onder de rubriek vertegenwoordigers van het Commissariaat bij buitenlandse militaire missies (3.5). De stukken binnen deze rubriek zijn opgemaakt en ontvangen door werknemers van het Commissariaat die in Duitsland en België gestationeerd waren. Binnen de rubrieken 3.1 en 3.5 is de volgorde van de sub-rubrieken alfabetisch. De agenda's vormen geen toegang op het archief. Ingekomen stukken werden weliswaar ingeschreven, maar niet op nummervolgorde opgeborgen. De stukken werden op onderwerp of naar correspondent bewaard. De beschrijvingen zijn binnen de rubrieken chronologisch geordend. De inventarisnummers 26-28 zijn niet uitgesplitst, omdat het onmogelijk was er een deelbeschrijving van te maken. De benamingen in het schema zijn zoveel mogelijk ontleend aan de taakuitvoering van het Commissariaat en aan de basis-archiefcode.
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
Verwant materiaal
Verwant materiaal Overzicht van geraadpleegde bronnen
OVERZICHT VAN GERAADPLEEGDE BRONNEN Jong, dr. L. de. Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 10b, eerste helft. 'sGravenhage: Martinus Nijhof, 1981.
15
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
17
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN A STUKKEN VAN ALGEMENE AARD
A STUKKEN VAN ALGEMENE AARD 1
Notulen van de vergadering van afdelingshoofden, gehouden op 8 oktober 1945, 1945 1 stuk
2
Verslagen van werkzaamheden verricht door de verschillende afdelingen, 1945 1 omslag
3
Agenda van ingekomen en uitgaande stukken van de sectie landbouw en veeteelt, 1945-1946 1 stuk
4
Notulen van de stafvergaderingen, 1945-1948
5-8
9-10
Agenda's van ingekomen stukken, 1945-1950 5 1 aug. 1945 - 15 okt. 1945, 1 stuk 6 16 okt. 1945 - 31 dec. 1946 7 2 jan. 1947 - 25 juni 1949 8 1 okt. 1949 - 1 dec. 1950, 1 stuk Jaarverslagen over 1945-1946 en 1948, 1947,1949 9 1945-1946 10 1948
1 omslag 2 stukken en 2 delen
2 delen
11
Agenda van uitgaande stukken, 1949-1950
1 stuk
185
Jaarverslag over het jaar 1947, 1948
1 deel
18
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
B STUKKEN BETREFFENDE BIJZONDERE ONDERWERPEN
1 ORGANISATIE
1.1 Instelling en ontwikkeling
B STUKKEN BETREFFENDE BIJZONDERE ONDERWERPEN 1 ORGANISATIE 1.1 INSTELLING EN ONTWIKKELING
12
Verslag van een bespreking tussen de vertegenwoordigers van de Ministeries van Buitenlandse Zaken, van Algemene Oorlogvoering van het Koninkrijk, van Justitie, van Financiën en van Oorlog met betrekking tot de eventuele oprichting van een apparaat voor het opsporen van uit Nederland gestolen goederen, doorslag, 1945 1 stuk
13
Rapporten opgemaakt door commissaris-generaal W.Ch. Posthumus Meyjes betreffende de opbouw, organisatie én werkwijze van het Commissariaat, 1945 1 omslag
14
Brief van commissaris-generaal W.Ch. Posthumus Meyjes aan de Minister van Handel en Nijverheid met het verzoek om het Commissariaat niet onder te brengen bij de Nederlandse Militaire Missie bij de Geallieerde Bestuursraad in Berlijn, afschrift, 1945 1 stuk
15
Stukken betreffende de instelling en taakomschrijving van het Commissariaat, 1945-1946 1 omslag
1.2 Economische en rechtspositie
1.2 ECONOMISCHE EN RECHTSPOSITIE 16
Stukken betreffende de publiciteit over de werkzaamheden van het Commissariaat, 1945-1946 1 omslag
17
Bekendmakingen aan het personeel betreffende interne zaken. 1945-1947
18
Stukken betreffende door ministeries en geallieerde instanties opgemaakte richtlijnen voor de taakuitvoering, 1945-1947 1 omslag
19
Stukken betreffende de begrotingen over 1946, 1947 en 1949, 1945-1948
1 omslag
20
Stukken betreffende de huisvesting te Amsterdam en Huizen, 1945-1949
1 omslag
29-37
Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot de eigen transportmiddelen, 1945-1949
21
Balansen over 1946 tot en met 30 juni 1949, met bijlagen, 1946-1949
1 omslag
1 omslag
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
19
186
Stukken betreffende de liquidatie, 1949-1950
187
Stukken betreffende de onderzoeken door de accountantsdienst en de afdeling comptabiliteit van het Ministerie van Economische Zaken naar de financiële administratie en de restitutiewerkzaamheden van het Commissariaat, 1945-1952 1 pak
188
Lijst houdende een overzicht van overgedragen archiefbescheiden van het Commissariaat aan de liquidateur, 1949
189-190
Grootboeken over het jaar 1949, 1949 189 jan. 1949-juni 1949 190 juli 1949-dec. 1949
1 omslag
1 stuk 2 delen
191
Kas- bank- giroboek over de periode 1 januari 1949 tot en met 31 juli 1951, 1949-1951
192
Staat opgemaakt door de liquidateur van het Commissariaat houdende een overzicht van overgedragen archiefbescheiden aan de Schade Enquete Commissie, 1950 1 stuk
193
Balans over de periode 1 januari 1950 tot en met 30 juni 1950, 1950
2 PERSONEEL
1 deel
1 stuk
2 PERSONEEL 22
Stukken betreffende de benoeming van W.Ch. Posthumus Meyjes tot commissarisgeneraal voor de Nederlandse economische belangen in Duitsland, 1945 1 omslag
23
Instructies voor de nieuw aangekomen officieren betreffende de te volgen procedure bij hun taakuitvoering, 1945 1 omslag
24
Stukken betreffende het onderzoek naar de politieke betrouwbaarheid van J. Bakker, chauffeur bij het Commissariaat, 1945 1 omslag
25
Reglement betreffende de verlofregeling voor het personeel, minuut, (1945)
26-28
Rapporten van ongevallen, vermissingen en overtredingen van het personeel, 1945-1948 3 pakken De stukken zijn toegankelijk door middel van genummerde lijsten.
26 27 28
Eerste deel Tweede deel Derde deel
1 stuk
20
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
29-37
Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot personele zaken en eigen transportmiddelen, 1945-1949 9 omslagen 29 sept.1945 - febr.1946 30 mrt. 1946 - sept.1946 31 okt. 1946 - dec. 1946 32 jan. 1947 - febr.1947 33 mrt. 1947 - apr. 1947 34 mei 1947 - juni 1947 35 juli 1947 - okt. 1947 36 mrt. 1948 - aug. 1948 37 okt. 1948 - mrt. 1949
38
Stukken betreffende onderzoeken naar de betrokkenheid van werknemers van het Commissariaat bij smokkelaffaires. 1945-1950 1 omslag.
39
Stukken betreffende de bijdrage van officieren van het detachement Amersfoort aan het afscheidscadeau voor commissaris-generaal W.Ch. Posthumus Meyjes, doorslagen, 1946 1 omslag
40
Verslag van een reünie van het Commissariaat gehouden op 8 juni 1946, 1946
1 stuk
41
Lijst houdende opgave van het personeel dat per 1 oktober 1946 van Amersfoort naar Amsterdam wordt overgeplaatst, doorslag, 1946 1 stuk
42
Stukken betreffende de aanstelling en benoeming van officieren civiele dienst, 1946-1949 1 omslag
194
Stukken betreffende het conflict tussen het Commissariaat en de heer van der Zanden over de betaling van de begrafeniskosten van zijn dochter de luitenante M. van der Zanden, 1946-1950 1 omslag
195
Proces-verbaal opgesteld door de rijksrecherche te 's-Gravenhage betreffende een onderzoek naar vermoedelijke onregelmatigheden gepleegd door werknemers van het Commissariaat, 1949 1 stuk
196
Staten houdende opgaven van personeel werkzaam bij het Commissariaat, z.d. 1 omslag
3 TAAKUITVOERING
3 TAAKUITVOERING Zie ook inv.nr. 23.
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
21
3.1 Restitutie
3.1 RESTITUTIE 197-200
Verladinglijsten houdende opgaven van uit Duitsland teruggevoerde goederen, 1945-1949 4 pakken Geordend op lijstnummer.
197 198 199 200 201 3.1.1 ALGEMEEN
1-500, 1945-1946 501-1200, 1946-1947 1201-1750, 1947-1948 1751-2319, 1948-1949
Correspondentie met het Ministerie van Economische Zaken betreffende de restitutie van goederen, 1945-1949 1 omslag 3.1.1 ALGEMEEN
43
Instructie voor het invullen van formulieren voor de import van gerestitueerde goederen uit Duitsland, met bijlage, 1945 1 omslag
44
Circulaire van commissaris-generaal L.F. Otto aan de secretarissen van de afdelingen betreffende het verzamelen van gegevens over weggevoerde goederen bij bedrijven, met geleidebrief, 1945 1 omslag
45
Stukken betreffende de procedure bij de import en de toezending door de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer van aanvraagformulieren voor de import van gerestitueerde goederen uit Duitsland, 1945 1 omslag
46
Stukken betreffende de samenwerking met de geallieerde bezettingsautoriteiten met betrekking tot de restitutie van goederen, 1945-1946 1 omslag
47
Rapporten opgemaakt door de commissaris-generaal betreffende de stand van zaken met betrekking tot de restitutie van goederen, 1945-1946 1 omslag
48-49
Stukken betreffende verzoeken van het Commissariaat aan verschillende bedrijven om inlichtingen over door de Duitsers gevorderde of gestolen goederen, 1945-1946 2 pakken Geordend op afzender.
48 49
A-L M-Z
50
Notulen van vergaderingen van het Commissariaat met diverse Nederlandse en geallieerde instanties betreffende de restitutie van goederen, 1945-1947 1 omslag
51
Stukken betreffende de restitutie van door Duitsers gestolen goederen aan Belgi~ en Frankrijk alsmede de teruggave van goederen door België en Frankrijk aan
22
Economische Belangen Duitsland
Nederland, 1945-1947
2.06.068
1 omslag
52
Rapporten opgemaakt door officieren van het Commissariaat betreffende dienstreizen naar Duitsland, Tsjecho-Slowakije, België, Frankrijk en Oostenrijk, 1945-1947 1 omslag
53-55
Correspondentie met de Nederlandse militaire missies in Duitsland betreffende de opsporing van goederen, 1945-1948 3 omslagen 53 Bad Salzuflen, 1946 54 Hoechst, 1945-1947 55 Berlijn, 1946-1948
56
Correspondentie met diverse ministeries betreffende de restitutie van goederen, 1945-1949 1 omslag
57
Staat houdende overzicht van tot 16 februari 1946 uit Duitsland teruggevoerde goederen, 1946 1 stuk
58
Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot de retroverse restitutie van goederen tussen België, Frankrijk en Nederland, 1946-1948 1 omslag Geordend op afzender.
3.1.2 AANDELEN, OBLIGATIES, GOUD- EN ZILVERWERK
3.1.2 AANDELEN, OBLIGATIES, GOUD- EN ZILVERWERK 59
Stukken betreffende de opgaven door het Rijksbureau voor Diamant van door de Duitsers gestolen diamantvoorraden in Arnhem en Amsterdam, 1945 1 omslag
60
Staten opgemaakt door de firma Lippmann Rosenthal en Co. houdende overzichten van de bij hun op last van de Duitsers ingeleverde sieraden en kunstvoorwerpen, met geleidebrief, 1945 1 omslag
61
'Interne' formulieren van de Stichting Nederlands Kunstbezit voor de aangifte van door de Duitsers gestolen sieraden en gouden en zilveren gebruiksvoorwerpen, doorslagen, 1945-1946 1 pak
62
Formulieren voor de aangifte van door de Duitsers van particulieren en bedrijven gestolen edele metalen, gouden en zilveren munten, edelstenen en sieraden, doorslagen, 1945-1946 1 omslag
63
Stukken betreffende de opgaven door de N.V. Ledeboer en van der Held's Textielhandel te Rotterdam en het Nederlands Handelskantoor te Amsterdam van op last van de Duitsers ingeleverde sieraden en kunstvoorwerpen bij de firma Lippmann Rosenthal en Co. te Amsterdam, 1945-1946 1 omslag
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
23
64
Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot de opsporing en restitutie van gestolen aandelen, effecten, obligaties en goud- en zilverwerk, 1945-1947 1 omslag
65
Aanvraagformulieren ingediend bij de Engelse, Russische en Amerikaanse bezettingsautoriteiten in Duitsland voor de restitutie van aandelen, sieraden en gouden en zilveren gebruiksvoorwerpen, met bijlagen, 1946-1948 1 omslag
202
Aanvraagformulieren ingediend bij de Engelse bezettingsautoriteiten voor de restitutie van aandelen en effecten uit Duitsland, doorslagen, 1946-1948 1 omslag
3.1.3 INDUSTRIE
3.1.3 INDUSTRIE 66
Stukken betreffende de opgave door notaris W.W. Rutgers en de accountantsmaatschappij Bianchi en Co. van door de Duitsers bij de Nederlandse Dokmaatschappij te Amsterdam gestolen goederen, 1945 1 omslag
67-71
Stukken betreffende de opgaven door diverse bedrijven van door de Duitsers gestolen machines, 1945 5 omslagen 67 N.V. Gazelle Rijwielfabriek te Dieren 68 N.V. Hollandse Metallurgische Bedrijven te Arnhem 69 N.V. Rademakers Metaalbedrijf te Rotterdam 70 Wallramit Hardmetaalmaatschappij te Rotterdam 71 Watson Bedrijfsmachinemaatschappij N.V. te Amsterdam
72
Stukken betreffende het verzoek van de maatschappij tot exploitatie van Ten Bosch Octrooien N.V. om opsporing van tekeningen, aandelen en octrooien van een hogedruk-brikettenpers, 1945 1 omslag
73
Stukken betreffende de opgaven door het Ministerie van Overzeese Gebiedsdelen, de N.V. Handelsvereeniging Amsterdam en de N.V. Deli Maatschappij te Amsterdam van door de Duitsers gestolen machines welke bestemd waren voor bedrijven in Nederlands-Indië, 1945 1 omslag
74
Stukken betreffende de opgave door het Rijksbureau voor Papier, Papierverwerkende en Grafische Industrie van in Duitsland in beslag genomen of naar Duitsland weggevoerde partijen papier, 1945 1 omslag
75-90
Stukken betreffende de toezending van gegevens door hoofd-, vak- en bedrijfsgroepen van door de Duitsers gestolen goederen welke toebehoren aan de onder hen ressorterende leden, 1945-1946 15 omslagen en 1 stuk 75 Bedrijfsgroep detailhandel, 1945
24
Economische Belangen Duitsland
76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90
2.06.068
Bedrijfsgroep houtindustrie, 1945 Bedrijfsgroep openbare nutsbedrijven, 1945 Bedrijfsgroep plaatverwerkende en aanverwante industrie, 1945 Vakgroep van fabrieken van blikemballage, vaten en fusten, 1945, 1 stuk Vakgroep van fabrieken van verwarmings- en kookapparaten, 1945 Verenigde bedrijfsgroepen metaalindustrie, 1945 Vakgroep groothandel in auto- en motoronderdelen, 1945 Vakgroep band- en vlechtindustrie, 1945 Vakgroep cementwarenindustrie, 1945 Vakgroep groothandel in granen, 1945 Vakgroep lederindustrie, 1945 Vakgroep groothandel in machines, 1945 Bedrijfsgroep steen-, cement-, glas- en fijnkeramische industrie, 1945 Bedrijfsgroep textielindustrie, 1945 Hoofdgroep banken, 1945-1946
91
Stukken betreffende de opgaven door de bedrijfsgroep electrotechnische industrie van de behoefte aan materialen in de Nederlandse bedrijven, alsmede de opgaven van fabrikanten van electrotechnische materialen in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjecho-Slowakije, Italië en Denemarken, 1945-1946 1 omslag
92
Stukken betreffende de opgaven van door de Duitsers gestolen goederen bij machine- en metaalfabrieken, scheepswerven en electrotechnische bedrijven, 1945-1946 1 omslag
93
Stukken betreffende de opgaven door de N.V. Nederlandse vliegtuigenfabriek Fokker, de Rijksluchtvaartdienst en de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart van door de Duitsers gestolen goederen, 1945-1946 1 pak
94-98
Stukken betreffende de behandeling van verzoeken van particulieren, bedrijven en handelsondernemingen om opsporing en terugvordering van door de Duitsers gestolen goederen, 1945-1946 5 omslagen Geordend op afzender.
94 95 96 97 98
A-B C-J K-M N-R S-Z
99
Stukken betreffende de opsporing en terugvoering van goederen afkomstig uit de Compagnie Neerlandaise te Sluiskil, alsmede de verkoop van machines uit dit bedrijf aan Polen, 1945-1949 1 omslag
100
Stukken betreffende de opgaven door Duitse bedrijven betreffende de ontvangst van Nederlandse goederen gedurende de periode 1 september 1939 - 1 mei 1945,
2.06.068
101
102
25
Economische Belangen Duitsland
1946
1 omslag
Stukken betreffende de verstrekking van gegevens door machine- en zuurstoffabrieken van het aantal door de Duitsers weggevoerde gas- en zuurstofcylinders, 1946
1 omslag
Staten houdende overzichten van weggevoerde en teruggevoerde machines en gereedschappen, 1946-1947 1 omslag
3.1.4 INSTRUMENTEN EN APPARATUUR
3.1.4 INSTRUMENTEN EN APPARATUUR 103
Stukken betreffende de opgaven door ziekenhuizen, instellingen en bedrijven van door de Duitsers gestolen laboratoriumapparatuur, 1945 1 omslag
104
Stukken betreffende de toezending van gegevens door de vakgroep groothandel in medische en pharmaceutische artikelen van door de Duitsers gestolen goederen welke toebehoren aan de onder haar ressorterende leden, 1945 l omslag
105
Stukken betreffende de opgave door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van door de Duitsers gestolen apparatuur uit het Nederlandse nijverheidsonderwijs, 1945 1 omslag
106
Stukken betreffende de opgave van het hoofdbestuur der Posterijen, Telegrafie en Telefonie van door de Duitsers gestolen goederen alsmede aanvraagformulieren voor import van telefoonmaterialen uit Duitsland, 1945-1946 1 omslag
3.1.5 KUNST
3.1.5 KUNST Zie ook inv.nrs. 60, 63, 155 en 178.
107 3.1.6 LAND- EN TUINBOUW EN VEETEELT
Instructie van het Geallieerd Bestuur voor de restitutie van kunstvoorwerpen uit de Engelse en Amerikaanse zone in Duitsland, met geleidebrief, 1947 1 omslag 3.1.6 LAND- EN TUINBOUW EN VEETEELT Zie ook inv.nr. 3.
3.1.6.1 Vee, produkten en machines
3.1.6.1 Vee, produkten en machines 108
Staten houdende overzichten van naar Duitsland gevoerde wagens, tuigen en vee, 1945 1 omslag
109
Aanvraagformulieren ingediend bij de Engelse en Amerikaanse militaire missies voor de export van vee, produkten en machines, doorslagen, 1945 1 omslag
110-112
Stukken betreffende de toezending van gegevens door bedrijfschappen van door
26
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
de Duitsers gevorderde goederen welke toebehoren aan de onder hen ressorterende leden, 1945 3 omslagen 110 Bedrijfschap voor groenten en fruit 111 Bedrijfschap voor tuinbouwzaden 112 Bedrijfschap voor siertee1tprodukten 113
Stukken betreffende de opgaven door verschillende agrarische industrieën van door de Duitsers weggevoerde goederen en machines, 1945 1 omslag
114
Stukken betreffende de opgaven door de provinciale voedselcommissarissen van door de Duitsers gestolen vee en goederen van land- en tuinbouwbedrijven, 1945 1 omslag
115
Staten opgemaakt door het Bedrijfschap voor vee en vleesch houdende overzichten van geleverd vee aan gedupeerde bedrijven en gebieden, met geleidebrieven, 1945 1 omslag
116
Stukken betreffende de verzoeken van particulieren en bedrijven om opsporing en restitutie van door de Duitsers gestolen vee en machines, 1945-1946 1 omslag
117
Stukken betreffende de opgave door de Nederlandse Agrarische Industrie N.V. te Rotterdam van een door de Duitsers weggevoerde flessenreinigingsinstallatie, 1945-1946 1 omslag
118
Verslag van een bespreking, gehouden op 30 april 1946 te Wiesbaden, tussen majoor F.J.M. Roelvink en het hoofd van de Tjechische restitutiecommissie betreffende de restitutie van Nederlands vee uit TsjechoSlowakije, doorslag, 1946 1 stuk
3.1.6.2 Paarden, wagens en tuigen (detachement Amersfoort)
3.1.6.2 Paarden, wagens en tuigen (detachement Amersfoort) 119
Brief van kapitein J.M. Nijssen aan het bedrijfschap voor vee en vleesch met het verzoek om een mening te geven over de taxatie en de toewijzing van oorlogsbuitpaarden, met bijlage, 1945 1 omslag
120
Stukken betreffende de opsporing, verzorging en verkoop van paarden van prins Bernhard, 1945-1946 1 omslag
121
Circulaire aan de provinciale voedselcommissarissen met richtlijnen voor de behandeling van vorderingen van Nederlanders op geallieerde eenheden met betrekking tot het onderhoud van paarden, 1945-1946 1 stuk
122
Stukken betreffende de voorbereiding van de aanbieding van paarden door de Nederlandse regering aan het Koninklijk Hof te Engeland, 1945-1946 1 omslag
2.06.068
Economische Belangen Duitsland
27
123
Stukken betreffende het onderzoek naar en getroffen maatregelen tegen de zwarte handel in en onregelmatige overdracht van paarden, 1945-1946 1 omslag
124
Stukken betreffende de opsporing van Belgische paarden welke zich in Nederland bevinden alsmede de opsporing van Nederlandse paarden in België, 1945-1946 1 omslag
125
Stukken betreffende de opsporing en terugvoering van door de Duitsers gestolen paarden, wagens en tuigen, 1945-1947 1 omslag
126
Stukken betreffende het proces, aangespannen door de Amsterdamse Rijtuigmaatschappij, tegen de Staat der Nederlanden, inzake de aankoop van paarden, 1945-1949 1 omslag
127
Circulaire aan de provinciale voedselcommissarissen betreffende de opheffing van het verbod van verkoop van paarden, wagens en tuigen behorende tot de oorlogsbuit, afdruk, 1946 1 stuk
128
Staat opgemaakt door kapitein J.M. Nijssen houdende een overzicht van het aantal zwarte paarden en schimmels in het depot te Amersfoort, doorslag, 1946 1 stuk
129
Stukken betreffende de voorbereiding van de import van vijf Arabische paarden uit Polen, 1946 1 omslag
3.1.7 SCHEEPVAART
3.1.7 SCHEEPVAART 130
Rapport betreffende de vernielingen en diefstallen van materieel van de Nederlandse Scheepsbouwmaatschappij te Amsterdam door de Duitsers, met bijlagen, 1945 1 omslag
131
Staat opgemaakt door de Rotterdamse Droogdokmaatschappij houdende een overzicht van de na 15 september 1944 weggevoerde machines en electromotoren bij de scheepsbouwmaatschappij Nieuwe Waterweg te Schiedam en de Rotterdamse Droogdokmaatschappij, 1945 1 stuk
132
Stukken betreffende de procedure die gevolgd dient te worden bij de terugvoering van schepen uit Duitsland, 1945-1947 1 omslag
133-134
Stukken betreffende de opsporing en terugvoering van door de Duitsers gestolen schepen, 1945-1947 2 omslagen Geordend op afzender.
28
Economische Belangen Duitsland
133 134 135 3.1.8 TREIN-, TRAM-, EN ANDER TRANSPORTMATERIEEL
2.06.068
1945 1946-1947
Staten houdende overzichten van schepen welke naar Nederland teruggevoerd dienen te worden, 1948 1 omslag 3.1.8 TREIN-, TRAM-, EN ANDER TRANSPORTMATERIEEL
136
Stukken betreffende de opsporing en terugvoering van transportmiddelen, doorslagen, 1945 1 omslag
137-142
Stukken betreffende de opsporing en restitutie van trein- en trammaterieel, 1945-1949 6 omslagen 137 Verslagen en rapporten van besprekingen en dienstreizen van officieren van het Commissariaat, 1945-1947 138 Correspondentie met ministeries, andere overheidsinstanties, geallieerde instanties en de European Central Inland Transport Organisation, 1945-1948 139 Correspondentie met de Nederlandse Tankvervoer Centrale, 19451948 140 Correspondentie met bedrijven, 1945-1948 141 Correspondentie met tramwegmaatschappijen, 1945-1948 142 Correspondentie met de Nederlandse Spoorwegen, 1945-1948
143
Stukken betreffende de opgave van plaatsen waar Nederlands spoor- en tramwegmaterieel is gesignaleerd, 1946
1 pak
3.2 Behartiging van Nederlandse belangen ten aanzien van onroerende goederen in Duitsland
3.2 BEHARTIGING VAN NEDERLANDSE BELANGEN TEN AANZIEN VAN ONROERENDE GOEDEREN IN DUITSLAND 144-148
Aangifteformulieren ingediend door particulieren en bedrijven van verloren gegane onroerende goederen in Duitsland, met bijlagen , 1945-1947 5 omslagen 144 Frankfurt, 1945-1946 145 Stuttgart en omgeving, 1945-1946 146 Bremen en omgeving, 1945-1947 147 Karlsruhe en omgeving, 1945-1947 148 Neurenberg en omgeving, 1945-1947
149
Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot de belangen van Philips in Duitsland, 1945-1950 1 omslag
150
Staat houdende een overzicht van de belangen van Nederlandse transportondernemingen in Duitse aanverwante ondernemingen, z.d.
151
1 stuk
Staat houdende een overzicht van de belangen van Nederlandse bedrijven in Duitse
2.06.068
29
Economische Belangen Duitsland
industri~le objecten, z.d.
1 stuk
152
Staat houdende een overzicht van de belangen van Nederlandse bedrijven in de Duitse mijnbouw, z.d. 1 stuk
153
Staat houdende een overzicht van bedrijven welke door de Duitsers zijn gedupeerd, z.d. 1 stuk
3.3 Aangelegenheden van juridische en economische aard
3.3 AANGELEGENHEDEN VAN JURIDISCHE EN ECONOMISCHE AARD 154
Stukken betreffende het onderzoek naar de verduistering van goederen in het kamp Westerbork, 1945-1946 1 omslag
155
Stukken betreffende het onderzoek naar de betrokkenheid van diverse personen bij illegale handel en diefstal van kunstvoorwerpen en meubilair, 1945-1946 1 omslag
156
Censuurrapporten opgemaakt door de sectie Post, Telegrafie en Telefonie van het Militair Gezag van in beslag genomen post, ter kennisgeving aan het Commissariaat gezonden, doorslagen, 1945-1946 1 omslag
157
Stukken betreffende de bemiddeling van het Commissariaat bij vorderingen van particulieren en bedrijven op Duitse instellingen en ondernemingen. 1945-1947 Geordend op afzender.
158
Notulen van de vergaderingen van de Commission Mixte Franco-Belge, ter kennisgeving aan het Commissariaat gezonden door het hoofd van de Nederlandse Militaire Missie in België, L.L.M. van Nispen tot Sevenaer, met geleidebrieven, 1945-1947 1 omslag
159
Stukken betreffende het verzoek van de gemeente Rotterdam om stalen platen voor het aanleggen van een tijdelijk vliegveld bij de Waalhaven, 1946 1 omslag
160
Stukken betreffende het onderzoek naar onrechtmatigheden begaan door Canadese militairen, 1946 1 omslag
161
Stukken betreffende het onderzoek naar de werkzaamheden van de heer E. Bartels met betrekking tot het afvoeren van Nederlandse schepen naar Noorwegen, 1946-1947 1 omslag
162
Stukken betreffende de vordering van onkosten op de N.V. Nederlandse Instrumenten Compagnie, 1948-1950
203
1 omslag
Proces-verbaal opgesteld door de rijksrecherche te Amsterdam betreffende een
30
Economische Belangen Duitsland
2.06.068
onderzoek naar vermoedelijke diefstallen en/of verduisteringen gepleegd door Canadese militairen, 1946 1 stuk 3.4 Transport
3.4 TRANSPORT 163
Stukken betreffende het transport van gestolen goederen, 1946-1949
1 omslag
3.5 Vertegenwoordigers van het Commissariaat-Generaal bij buitenlandse militaire missies
3.5 VERTEGENWOORDIGERS VAN HET COMMISSARIAAT-GENERAAL BIJ BUITENLANDSE MILITAIRE MISSIES Zie ook inv.nrs. 53-55. 3.5.1 BELGIË (Brussel)
3.5.1 BELGIË (BRUSSEL) 164
Stukken betreffende de opsporingswerkzaamheden van de Nederlandse Militaire Missie, 1945-1947 1 omslag
3.5.2 DUITSLAND
3.5.2.1 Amerikaanse zone (Hoechst)
3.5.2 DUITSLAND 3.5.2.1 Amerikaanse zone (Hoechst) 165
Maandrapporten opgemaakt door de militaire gouverneur in de Amerikaanse zone, over de periode november 1945 tot en met september 1946, betreffende herstelbetalingen en restitutie van goederen, 1945-1946 1 omslag
166
Aanvraagformulieren ingediend bij de Amerikaanse en Engelse bezettingsautoriteiten voor de restitutie va~ goederen uit Duitsland, doorslagen, 1945-1948 1 omslag
167
Correspondentie met de afdeling restitutie te Amsterdam betreffende de restitutiewerkzaamheden van de Nederlandse Militaire Missie, 1945-1948 1 omslag
168
Rapporten opgemaakt door officieren van de Nederlandse Militaire Missie betreffende hun werkzaamheden in dit gebied, doorslagen, 1945-1948 1 omslag
169
Rapport van majoor H. Didriksen van de Restitution Control Branch Economics Division betreffende zijn onderzoek naar de bruikbaarheid van de dossiers van georganiseerde Duitse vorderingsinstanties, met bijlagen, 1946 1 omslag
170
Formulieren houdende opgaven van door de Duitsers gestolen goederen, 1946 1 omslag
171
Ontvangstbevestigingen van vrijgegeven goederen, 1946-1948
1 omslag
2.06.068
172
Economische Belangen Duitsland
Correspondentie met de afdeling beheer te Amsterdam betreffende beheerswerkzaamheden, 1946-1948
31
1 omslag
173
Stukken betreffende de opsporing van goederen door de Nederlandse Militaire Missie, 1946-1948 1 omslag
174
Stukken betreffende de terugvoering van Nederlandse goederen uit Duitsland door de firma Schenker uit Karlsruhe, 1947 1 omslag
175
Stukken betreffende de opsporing en restitutie van schepen, 1947-1948
1 omslag
3.5.2.2 Engelse zone
3.5.2.2.1 - Algemeen
3.5.2.2 Engelse zone 3.5.2.2.1 - Algemeen
176
Instructie opgemaakt door Headquarters British Army of the Rhine houdende voorschriften voor onderzoekers in de Engelse zone, 1946 1 stuk
3.5.2.2.2 - Bad Salzuflen (Voor 10 augustus 1946 Bad Oeynhausen)
3.5.2.2.2 - Bad Salzuflen (Voor 10 augustus 1946 Bad Oeynhausen) Zie ook inv.nr. 182.
177 3.5.2.2.3 - Düsseldorf
Stukken betreffende verzoeken van de Nederlandse Militaire Missie bij de Geallieerde Bestuursraad om onderzoek te verrichten naar vermiste goederen, 1945-1948 1 omslag 3.5.2.2.3 - Düsseldorf
178
Stukken betreffende de opsporing en terugvoering van gestolen kunstvoorwerpen, 1946-1948 1 omslag
179
Stukken betreffende de opsporingswerkzaamheden door de Nederlandse Militaire Missie, 1946-1949 1 omslag
3.5.2.2.4 - Hamburg
3.5.2.2.4 - Hamburg 180
Stukken betreffende de opsporingswerkzaamheden van de Nederlandse Militaire Missie, 1945-1948 1 omslag
181
Stukken betreffende het transport van haveninstallaties van Hamburg naar Rotterdam en Dordrecht, doorslagen, 1946-1948 1 omslag
182
Correspondentie met de Nederlandse Militaire Missie te Bad Salzuflen betreffende
32
3.5.2.2.5 - Hannover
Economische Belangen Duitsland
de restitutiewerkzaamheden, 1946-1948
2.06.068
1 omslag
3.5.2.2.5 - Hannover 183
Verslagen van opsporingswerkzaamheden te Wilhelmshaven, 1946
184
Stukken betreffende de opsporingswerkzaamheden van de Nederlandse Militaire Missie, 1946-1948 1 omslag
204
Stukken betreffende de behandeling van aangelegenheden met betrekking tot de restitutie van drijvende kranen van de Hollandse Stuwadoors Mij. en de Steenkolen-Handelsvereeniging N.V. te Rotterdam, 1947-1950 1 omslag
205-219
Formulieren voor de aangifte van Nederlandse ondernemingen, onroerende goederen, beleggingen enz., voorzover de belangen in Duitsland, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en het Memelgebied zijn gelegen of gevestigd en aan Nederlanders toebehoren of door Nederlanders hoofdzakelijk worden gecontroleerd. 1945-1946 15 pakken 205 B1000-1399; woonhuizen en bedrijfspanden 206 B1400-1799 207 B1800-2199 208 B2200-2498; B2500-2599 hypotheken op woonhuizen en bedrijfspanden 209 B2600-2999 210 B3000-3305 211 B4000-4149 212 B4150-4499 213 B4500-4863 214 B5020-5480 hypotheken op boerderijen en landerijen 215 C octrooien en licenties, op naam geordende a-z 216 D6000-6599 onderneminging 217 D6600-6863 218 E10000-10800 grote ondernemingen 219 E10900-13344
220
Lijsten van aangifteformulieren van Nederlandse economische belangen in Nederland, gemerkt B. D en E, welke berusten in de inventarisnummers 205-219. 1947 1 pak
221
Agenda's
1 omslag