T00339
Inventaris van het archief van de Rooms-Katholieke Parochie ’t Goy, 1863-1978
L.P.W. de Graaff 1985
INHOUDSOPG AVE
INLEIDING 4 INVENTARIS 10 1 ARCHIEF VAN DE PAS TOOR 10 1.1 Stukken van algemene aard 10 1.2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 10 1.2.1 Zielzorg en liturgie 10 1.2.2 Financiën 11 1.2.3 Kontakten met geestelijken van buiten 11 1.2.4 Persoonlijk 11 2 ARCHIEF VAN H ET KERKBESTUUR 12 2.1 Stukken van algemene aard 12 2.2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 12 2.2.1 Organisatie en reglementen 12 2.2.2 Parochiegrenzen 12 2.2.3 Eigendommen 12 2.2.3.1 Algemeen 12 2.2.3.2 Kerk en pastorie 13 2.2.3.3 Kerkhof 13 2.2.3.4 Schoolgebouw 13 2.2.3.5 Overige onroerende goederen 14 2.2.3.6 Effecten en geldleningen 14 2.2.3.7 Legaten, schenkingen en fundaties 15 2.2.4 Financiën 15 2.2.5 Personeel 16 2.2.6 Onderwijs 16 2.2.6.1 Algemeen 16 2.2.6.2 Financiën 17 2.2.6.3 Personeel 17 3 ARCHIEF VAN HET ARMBESTUUR (PAROCHIËLE CHARITASINSTELLING) 18 3.1 Stukken van algemene aard 18 2
3.2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 18 3.2.1 Organisatie, functionarissen 18 3.2.2 Eigendommen 18 3.2.3 Financiën 18 BIJLAGE 20
3
INLEIDING Algemeen Het dorp Houten had al zeer vroeg een kerk, misschien al in de 8e, maar zeker in het begin van de 9e eeuw. Het dorp 't Goy, waar zeker in de 12e eeuw en mogelijk al eerder een kapel stond, ressorteerde onder de parochie Houten. Het heeft tot omstreeks 1400 geduurd voordat 't Goy een zelfstandige parochie werd. De stichting van de parochie Schalkwijk hing nauw samen met de ontginning van dat gebied in de 12e eeuw. De drie parochies bleven functioneren tot de Hervorming, die in Utrecht omstreeks 1580 werd doorgevoerd. De kerken van Houten en Schalkwijk werden in dat jaar ter beschikking gesteld van de calvinistische eredienst. 't Goy kreeg geen eigen predikant, maar werd na consolidatie van de Hervorming bij Houten gevoegd. Zoals elders in het Kromme-Rijngebied ging slechts een deel van de bevolking tot de hervormden over. De meerderheid in de drie parochies bleef trouw aan de katholieke kerk, maar moest zich hiervoor wel offers getroosten. Aanvankelijk bleven de pastoors van Houten, 't Goy en Schalkwijk op hun plaats. Uit het visitatieverslag van 1593, opgesteld op last van de staten van Utrecht, blijkt dat de pastoors hun diensten nog waarnemen. In 't Goy staat Jan van Busco, afkomstig uit Aalst in Vlaanderen, Brigittijner priester, die de visitatoren laat weten dat hij begeerde te blijven bij het oude ende bij den eet, dien hij sijnen bisschop gedaen hadde. De pastoor van Schalkwijk, Cornelis Bartholomeus van Eck, is een typische overgangsfiguur. Hij is nog katholiek, maar heeft het latijn afgeschaft en leest sermoenen van een devote minderbroeder. Maar hij staat niet geheel afwijzend tegenover de hervormde religie. In Houten staat nog steeds Jan Aartsz. als priester, die weinig van theologische zaken schijnt af te weten, maar wel het katholicisme trouw blijft. Ook in de naburige dorpen 't Waal en Honswijk staan nog steeds pastoors. In Honswijk is dat Dirck van Eck van Malsen en in 't Waal is dat Cornelis Alphertsz. van Everdingen. Langzamerhand valt er enige vooruitgang in de protestantisering waar te nemen. In het jaar 1606 is er al een predikant in Houten, Floris Gerritsz., terwijl 't Waal en Schalkwijk een predikant hebben in 1612. 't Goy heeft nooit een eigen predikant gehad maar werd bij toerbeurt bediend door de predikanten van Houten en Werkhoven. Ten gevolge van het verbod van de rooms- katholieke eredienst, uitgevaardigd na de dood in 1580 van de laatste aartsbisschop van Utrecht, Frederik Schenck van Toutenburg, raakte de rooms-katholieke kerkprovincie gedesorganiseerd. Er werden voorlopig door Rome geen nieuwe bisschoppen benoemd. In 1583 werd door de vicaris van het aartsbisdom Utrecht Johannes van Bruhezen het bestuur over het diocees in delegatie opgedragen aan Sasbout Vosmeer. De andere diocesen zouden in de loop der jaren volgen. De paus bekrachtigde deze ontwikkelingen door in 1592 Sasbout te benoemen als apostolisch vicaris voor de Hollandsche Zending. In 1622, bij de oprichting van de Congregatio de Propaganda Fide wordt de Hollandsche Zending onder dit instituut geplaatst. De Hollandsche Zending, sinds het eind van de 16e eeuw tot het begin van de 18e eeuw onder leiding van een apostolisch vicaris kende een indeling in 4
aartspriesterschappen en in lokale staties (zendingsposten). De begrenzing van deze staties kwam bijna op geen enkele wijze meer overeen met de middeleeuwse parochiegrenzen. In het algemeen waren de staties veel groter dan de voormalige parochies. De statie Schalkwijk en later ook Houten behoorden tot het aartspriesterschap van Utrecht. Bij het herstel van de kerkelijke hiërarchie in 1853 werd het gebied van de Hollandsche Zending in twee bisdommen ingedeeld: Haarlem en Utrecht. Nadat eerst de indeling in dekenaten was doorgevoerd en alle bestaande staties bij een dekenaat waren ingedeeld werd in 1854 begonnen met de heroprichting van parochies. Zo werd in 1855 de parochie Houten ingedeeld bij het dekenaat Utrecht, terwijl de parochie Schalkwijk tot het dekenaat Culemborg gaat behoren. In 1866 wordt de dan opgerichte parochie 't Goy ingedeeld bij het dekenaat Culemborg, welk dekenaat overigens in 1867 het dekenaat Wijk bij Duurstede gaat heten. In 1922 wordt Houten ingedeeld bij het dekenaat Montfoort, terwijl in 1958, bij de nieuwe dekenale indeling 't Goy en Schalkwijk ook hiertoe gaan behoren. Sinds 1973 behoren de drie parochies tot het dekenaat Zeist. Tegenwoordig wordt officieus het Amsterdam-Rijnkanaal als scheidingslijn aangehouden tussen de parochie Schalkwijk enerzijds en de parochies 't Goy en Houten anderzijds. De grens tussen de parochies 't Goy en Houten loopt via de Tiendweg en het Oosteromsdijkje. Schalkwijk In de eerste helft van de 17e eeuw worden de katholieke diensten aanvankelijk zeer onregelmatig, later meer geregeld, afwisselend in kerken en schuren gehouden. Gedurende de eerste periode speelden de oude pastoors nog een zekere rol maar zij werden allengs verdrongen door rondtrekkende priesters. In de omgeving van Schalkwijk zijn dat Dirk Jacobsz. van den Horst, Tilman Hendriksz. van Gestel, Gerardus van Wijck en P. Teeckelenbergh. In het midden van de 17e eeuw had Adriaan Ram, heer van Schalkwijk, zijn kasteeltoren tot kerk ingericht. De priester Dirk Jacobsz. van den Horst woonde zelfs bij hem. Toch kunnen wij dan nog niet spreken van een echte statie te Schalkwijk. Dit kan pas met de aanstelling van Simon Swaninck tot vaste pastoor in 1664. De statie omvat dan het grondgebied van de middeleeuwse parochies Schalkwijk, 't Goy, Houten, 't Waal en Honswijk, welke toestand zal blijven bestaan tot respectievelijk 1798 en 1866 wanneer de parochies Houten en 't Goy van Schalkwijk worden afgesplitst. Personen, wonend aan de periferie van dit gebied achtten zich te ressorteren onder andere staties zoals Bunnik, Jutphaas en Utrecht. In 1696 koopt het kerkbestuur van Schalkwijk een huis waarin werd gekerkt. Het voorhuis van de woning werd ingericht tot pastorie terwijl het achterhuis werd verbouwd tot kerk. Waarschijnlijk hebben daarna nog vele verbouwingen plaats gehad. Er zou zelfs een toren met spits voor gestaan hebben. Omdat het kerkje in de loop der jaren toch zeer bouwvallig werd, richtte men in 1760 een verzoek aan de staten van Utrecht om een nieuwe kerk te mogen bouwen.
5
Noch van het kerkhuis uit 1696, noch van de nieuwe kerk met pastorie uit 1760 weten we hoe deze er hebben uitgezien. Waarschijnlijk in 1819 werd groot onderhoud aan de kerk verricht. In de jaren 1834-1838 werd een nieuwe pastorie gebouwd en het kerkgebouw vergroot. Cornelius Ludovicus van Wijckersloot, bisschop van Curium i.p.i., zegende het vergrote kerkgebouw in en wijdde haar toe aan de H.Michael. Door het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853, nam het zelfbewustzijn van de katholieken langzaam toe, wat weer resulteerde in het bouwen van grote kerken. Zo ook in Schalkwijk. Het werd een indrukwekkende schepping van Alfred Tepe. In 1879 werd de kerk ingewijd, maar het heeft tot het eind van de 19e eeuw geduurd voordat ook het interieur van de kerk klaar was. Eigenlijk was de kerk te zwaar voor de grond waarop zij werd gebouwd. Het was dan ook noodzakelijk om in de dertiger jaren de kerk van nieuwe funderingen te voorzien. Ook werden er de nodige veranderingen in de kap aangebracht. In 1957 werd de oude pastorie aan de noordzijde van de kerk vervangen door een nieuwe aan de zuidzijde. Wegens de hernieuwde waardering voor neo-gothiek en neo-klassisme werd de kerk in 1976 op de monumentenlijst geplaatst. Het kerkbestuur vormde ook het schoolbestuur en had dus de zorg voor het onderwijs. Het kocht daartoe in 1922 de openbare scholen die in Schalkwijk en Tull en 't Waal stonden. Met de zusterschool, waarin een kleuterschool en een meisjesschool waren gevestigd, en de aangekochte openbare scholen had het bestuur vier scholen onder haar hoede. In 1976 werd het bestuur over de scholen overgenomen door de katholieke Scholenstichting Michaelparochie. Houten Vóór 1798 trokken de inwoners van Houten voor het merendeel naar Schalkwijk doch ook naar Jutphaas of Bunnik om in de daar gevestigde statie de mis bij te wonen en de sacramenten te ontvangen. Volgens de bepalingen van de grondwet van 1798 zou de godsdienstige groepering met de meeste leden aanspraak kunnen maken op het bestaande kerkgebouw. Er werden tellingen gehouden onder katholieken en protestanten. Er zouden 295 hervormden en 381 katholieken zijn, althans volgens tellingen van de katholieken. Volgens de volkstelling van 1809 zouden er zelfs 508 katholieken en 180 hervormden zijn. Niettegenstaande de steun van de schout van Houten is de poging van de katholieken om de oude kerk weer in bezit te krijgen uiteindelijk gestrand op het verzet van de hervormden. Ter compensatie hebben de hervormden wel meegedaan aan de inzameling van geld om de katholieken in staat te stellen een eigen kerk te bouwen. Van de opbrengst kochten de kerkmeesters van Houten een boerderij met boomgaard. De boerderij werd ingericht tot pastorie, terwijl in de boomgaard een schuurkerk werd gebouwd, die bij de inwijding in 1798 werd toegewijd aan O.L.V. Hemelvaart. Toen werden ook de grenzen van de nieuwe statie vastgesteld. Hiertoe behoorden het toenmalige gerecht Houten met uitzondering van een gedeelte van Schonauwen langs de Houtense Wetering en het dorp 't Goy die onder de statie Schalkwijk bleven ressorteren; het overige gedeelte
6
van Schonauwen en een gedeelte van Oud-Wulven die tot de statie Jutphaas bleven behoren; de rest van Oud-Wulven en Rijsbrug die onder Bunnik bleven. Tot eerste pastoor van Houten werd Antonius van Rossum benoemd, die echter in hetzelfde jaar 1798 weer vertrok. Een van zijn opvolgers was pastoor Wilhelmus Robert. Deze moet zeer vermogend zijn geweest. Direkt na zijn aankomst in Houten, in 1843, liet hij tenminste op eigen kosten de pastorie vergroten en de kerk opnieuw bepleisteren en de nodige reparaties verrichten. Daarnaast schonk de pastoor aan de kerk onder meer een nieuw orgel, een communiebank en een tabernakel. Bij zijn vertrek in 1855 deed hij nog vele schenkingen. Hij vestigde zich in Harmelen om vandaaruit het ambt van deken van Montfoort te vervullen. Tot opvolger van pastoor Robert werd benoemd pastoor Hermanus Bergman. Onder zijn pastoraat werd een geheel nieuwe kerk gebouwd, evenals die in Schalkwijk enkele jaren eerder, volgens ontwerp van de architekt Alfred Tepe. Overigens was Tepe geen onbekende in Houten want hij was ook de architekt van de school uit de jaren 1869-1870. De kerkconsecratie vond plaats in 1885. Het oude patrocinium van O.L.V. ten Hemelopneming bleef gehandhaafd. Omstreeks 1925 werden verschillende gebrandschilderde ramen aangebracht. In 1958 werd de kerk van binnen geheel overgeschilderd met een lichte kleur verf waardoor het interieur een geheel ander aanzien kreeg. Het Kerkbestuur had samen met het armbestuur ook de zorg voor het onderwijs. Het bouwde daartoe in 1870 een lagere school. In 1880 werd ook nog een naai- en breischool opgericht, die gevestigd werd in het huis van de knecht van de pastoor. In 1881 werd hierin ook de bewaarschool gevestigd. Het archief van de naai- en breischool is niet bewaard gebleven. Kort na de tweede wereldoorlog werd de bewaarschool opnieuw opgericht onder naam van S. Joseph. Tot 1971 heeft het kerkbestuur ook als schoolbestuur gefungeerd in welk jaar de oprichting plaats vond van de scholenstichting Houten voor rooms- katholiek onderwijs. 't Goy Sinds de 17e eeuw ressorteerde het dorp 't Goy onder de statie Schalkwijk. Deze toestand zou voortduren tot 1866, toen ter plaatse een noodkerk werd gebouwd. In 1867 kwam de pastorie gereed. De plannen voor de bouw van een nieuwe kerk en pastorie hadden al vorm gekregen in 1863. De bevolking van 't Goy verlangde er sterk naar om weer een zelfstandige parochie te zijn. Tijdens een bezoek van Cornelis Uyttewaal Az. aan Gijsbert van Kooten, de Goyse vertegenwoordiger in het kerkbestuur van de parochie Schalkwijk, werd het plan opgevat om een eigen parochie voor 't Goy van de grond te krijgen. We zijn in de gelukkige omstandigheid dat deze Cornelis Uyttewaal Az. in een vijftal dikke katernen het precieze verloop van de voorbereiding en de bouw van de noodkerk, evenals de bouwgeschiedenis van de nieuwe kerk heeft opgetekend. Tot eerste pastoor van 't Goy werd benoemd Wilhelmus Johannes van de Wiggelaar, tot dan kapelaan te Kampen. Hij is de grote stimulator geweest van de bouw van de nieuwe kerk en pastorie. Bij de kerkconsecratie in 1871 door de deken van Wijk bij Duurstede, waartoe 't Goy toen 7
behoorde, werd de kerk toegewijd aan O.L.V. ten Hemelopneming. Aanvankelijk bestond er meningsverschil over de plaats waar de kerk gebouwd moest worden: op het land van Willem Melsen of op het land dat de weduwe van Gijsbert van Kooten ter beschikking had gesteld. De aartsbisschop van Utrecht heeft uiteindelijk de knoop doorgehakt en beslist dat de kerk moest komen op het land van Willem van Melsen. In de loop van deze eeuw zijn verschillende restauratiewerkzaamheden aan in- en exterieur verricht. In 1970 werd de oude pastorie afgebroken en een nieuwe op dezelfde plaats opgebouwd. Evenals in Houten en Schalkwijk had het kerkbestuur van 't Goy de zorg voor het onderwijs. In de jaren '20 van deze eeuw kocht het de openbare school aldaar. In 1972 werd ook nog een éénklassige kleuterschool gebouwd. In 1973 droeg het zijn taak over aan de Scholenstichting 't Goy. DE ARCHIEVEN Schalkwijk In dit archief werd evenmin als in de archieven van Houten en 't Goy enige ordening aangetroffen. Wel was aanwezig een lijst van archiefstukken, opgesteld in 1961. Het archief is zeker niet compleet. Er ontbreekt een groot gedeelte van de correspondentie van het kerkbestuur en van het armbestuur. Bekend is dat enkele decennia geleden archiefstukken uit opruimingswoede verbrand zijn. Waarschijnlijk is toen ook een gedeelte van de financiële administratie verloren gegaan. Toch werden nog wat stukken van de ondergang gered door de heer P.M. Heijmink-Liesert die er ook zorg voor heeft gedragen dat het archief in 1982 door het kerkbestuur bij het rijksarchief in bewaring werd gegeven met als einddatum 1979. Houten Een werkelijk gerichte zorg voor de archieven is er over het algemeen niet geweest. Een gunstige uitzondering hierop is de toewijding waarmee kapelaan Th.J.M. van Rossum zijn inventarissen heeft gemaakt van de verschillende onderdelen van het archief. De stukken in deze chronologische lijsten beschreven zijn nagenoeg allemaal nog aanwezig. Tot ongeveer 1912 werden genoemde inventarissen nog bijgehouden. De stukken van na die tijd zijn ook vrijwel allemaal weer boven water gekomen door naarstig speurwerk van de heren L.M.J. de Keijzer en M.F.M. Steijvers. Sinds 1981 werd het archief door het kerkbestuur in verschillende gedeelten bij het rijksarchief in Utrecht in bewaring gegeven met als einddatum 1983, zodat in dit archief de neerslag van de wijziging in de besuursstructuur van de parochie, tengevolge van het tweede Vaticaanse Concilie, is vertegenwoordigd.
8
't Goy Van het archief van de parochie 't Goy is in de loop der tijd het een en ander verdwenen. Zo zijn de notulen van het kerkbestuur niet meer aanwezig. Ze zullen er zeker geweest zijn, omdat van het armbestuur de notulen wel bewaard zijn gebleven. Ook van de correspondentie is weinig overgebleven. Waarschijnlijk zijn veel archiefstukken verloren gegaan bij de bouw van de nieuwe pastorie in 1970. Een bijzondere vermelding van de schenking door Cornelis Uijttewaal van vijf dikke katernen, waarin het precieze verloop van de bouw van de noodkerk en de nieuwe kerk staan opgetekend is hier zeker op zijn plaats. In 1983 is het kerkbestuur ertoe overgegaan om het archief bij het rijksarchief in bewaring te geven met als einddatum 1978. Ontbrekende stukken De inventarisnummers 30a en 86 ontbreken sinds de overdracht door Het Utrechts Archief in 2010. Geraadpleegde literatuur Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht, dln.1-75 (Utrecht, 18741957). C. Dekker, Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen. Een institutioneelgeografische studie, (Zutphen, 1983). P.M. Heijmink-Liesert, Schalkwijk, Geschiedenis van een Stichts dorp (Schalkwijk, 1979). P.M. Heijmink-Liesert en L.M.J. de Keijzer, 't Goy door de eeuwen heen (z.pl., 1966). J.A. de Kok O.F.M., Nederland op de breuklijn Rome-Reformatie (Assen, zj.). H.L.Ph. Leeuwenberg en A.M.A. van Geloven, Inventaris van het archief van de aartspriesters van de Hollandsche Zending, 1727-1853 (1867) (= Inventarissenreeks RAU, nr.16, (Utrecht, 1982), Inleiding. Visitatie der kerken ten platten Lande in het Sticht van Utrecht ten jare 1593, bijlage XIV bij: H. Verloren van Themaat, Rapport over de vicariegoederen in hun verband tot de andere kerkelijke goederen in de provincie Utrecht (z.p., z.j.).
9
INVENTARIS 1 ARCHIEF V AN DE P AS TOOR 1.1 Stukken van algemene aard 1-2.
Registrum memoriale, register van aantekeningen betreffende de belangrijkste gebeurtenissen, schenkingen, namen van pastoors en kapellaans, samenstelling van huisgezinnen, statistische gegevens betreffende dopen, trouwen, overlijden en financiën, 1866-1968. 2 delen 1. 1866-1910 2. 1911-1968
3-4.
Collectiones epistolarum pastoralium, decretorum, aliorumque documentorum quae quo regimine archidiocoesis ultraiectensis publicata fuerunt, (Utrecht, 1896, 1914), 1859-19132 delen 3. I 4. II
5.
Acta et statuta synodi, 1867. 1 deel 1.2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 1.2.1 Zielzorg en liturgie
6.
Doopregister, 1866-1938, met alfabetische index tot 1900. 1 deel
7-8.
Documenta matrimonialia, ingevulde huwelijksformulieren, 1942-1971. 2 omslagen 7. 1942-1962 8. 1963-1971
9.
Overlijdensregister, 1866-1973, met alfabetische index tot 1900 en 19421944; bevattende tevens: - plattegrond van het kerkhof, z.j.; - kerkhofreglement en aantekening over de toestand van het kerkhof, 1911. 1 deel
10-12.
Alfabetische registers van parochianen die hun pasen hebben gehouden, 1859-1861, 1867- 1871. 3 deeltjes 10. 1859 (onvolledig) 11. 1860 12. 1861, 1867-1871
10
13.
Memorandum, register aangelegd door pastoor Lauwaert, met aanwijzingen voor de bediening van kerkelijke plechtigheden, alfabetisch op trefwoord, 1941-1963. 1 deel
14.
Zielenboek, alfabetisch register van overledenen die maandelijks worden afgekondigd, 1959-1968. 1 deel
15.
Akte van oprichting van de kruisweg in de kerk, 1893. 2 stukken
16.
De officieële koorgids, catalogus van muziekwerken met kerkelijke goedkeuring, 1910. Gedrukt. 1 deel
17.
Akte van oprichting van de broederschap van de H. Rozenkrans, 1943. 1 stuk 1.2.2 Financiën
18.
Register van inkomsten en uitgaven van de pastoor om jaarlijks te verrekenen met het kerkbestuur, 1887-1907. 1 deel
19.
Register van inkomsten en uitgaven van fondsen die beheerd worden door de pastoor, 1963-1976. 1 deel 1.2.3 Kontakten met geestelijken van buiten
20.
Register van bezoekende geestelijken, 1964-1965. 1 deel
21.
Reglement van de vereniging van seculiere priesters van het aartsbisdom Utrecht onder de naam "Olla Sacra", z.j. Gedrukt. 1 stuk 1.2.4 Persoonlijk
22.
Goedkeuringen van de minister voor de zaken der Roomsch Katholieke Eeredienst voor het toekennen van een jaarsalaris van f 100,- aan Wilhelmus Johannes van de Wiggelaar als kapelaan te Hilversum en te Kampen, 1857, 1860. 2 stukken
11
2 ARCHIEF V AN HET KE RKBESTUUR 2.1 Stukken van algemene aard 23.
Ingekomen en minuten van uitgegane stukken, 1910, 1927-1978. 1 omslag N.B. Hierbij ook een minuut van een verzoekschrift aan het ministerie van buitenlandse zaken, administratie voor de zaken van de rooms-katholieke eredienst, om subsidie in de salariëring van een eventueel te benoemen pastoor, (ca. 1865).
24-28.
Historische aantekeningen van Cornelis Uijttewaal Az., kerkmeester, over de stichting van de parochie en de bouw van de kerk en de pastorie; bevattende tevens: afschriften van correspondentie en rekeningen, reisverslagen, besprekingen met deken en bisschop, lijsten van huurders van zitplaatsen in de kerk, vermeldingen van ziekten enz, 1863-1872. 5 delen 24. 1863 juni 18-1864 aug. 5 25. 1864 okt. 17-1866 juni 10 26. 1866 juni 11-1866 dec. 25 27. 1867 jan. 5-1870 dec. 20 28. 1871 mrt. 2-1872 febr. 22
28-a.
Register van afschriften van toegezegde bijdragen, reglement op het verhuur van zitplaatsen in de kerk en dergelijke, deels ook voorkomend in de nrs. 24-28, 1863-1878. 1 deel 2.2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 2.2.1 Organisatie en reglementen
29.
Algemene reglementen, 1854, 1908. Gedrukt. 1 omslag
30.
Stukken betreffende de benoeming van kerkmeesters, 1938-1974. 1 omslag 2.2.2 Parochiegrenzen
30-a.
Kaart van de parochies 't Goy en Schalkwijk met de parochiegrenzen, ca. 1960. 1 stuk N.B. Dit stuk ontbreekt.
2.2.3 Eigendommen 2.2.3.1 Algemeen
12
31.
Stukken betreffende de brandverzekering van kerk en pastorie, 1903, 19631971. 1 omslag
32.
Brandverzekeringspolis van de opstal en inboedel van de school, 1904, met wijzigingen tot 1921. 1 stuk
33.
Lijsten van eigendommen van de parochie, met vermeldingen van kadastrale nummering en grootte van de percelen, 1964, 1966. 2 stukken 2.2.3.2 Kerk en pastorie
34.
Stukken betreffende de bouw en inrichting van een noodkerk, 1866-1872, en z.j. 1 omslag
34-a.
Bestek en voorwaarden voor de bouw van een houten noodkerk en pastorie, (1866). 1 katern
34-b.
Bestek en voorwaarden voor de bouw van de pastorie, 1867. 1 katern
35.
Stukken betreffende herstelwerkzaamheden aan de kerk, 1910-1911, 19681974. 1 omslag
36.
Stukken betreffende de bliksemafleiderinstallatie, 1958-1973. 1 omslag
37.
Stukken betreffende het uurwerk van de kerktoren, 1970-1972. 1 omslag
38.
Stukken betreffende de bouw van een nieuwe pastorie, 1969-1970. 1 omslag 2.2.3.3 Kerkhof
39.
Reglement voor het kerkhof, z.j. Met aanvullingen tot 19633 stukken N.B. Zie ook nr. 9.
40.
Verklaring van A. van Balgooy te Nijmegen dat hij een Calvarieberg-groep zal leveren volgens de foto aan de keerzijde, 1918. 1 foto 2.2.3.4 Schoolgebouw
41.
Stukken betreffende de pomp op de speelplaats van de S. Henricusschool, 1928. 1 omslag
42.
Stukken betreffende de uitbreiding van het schoolgebouw, 1967-1968. 3 stukken
13
43.
Stukken betreffende de bouw van een garage bij de woning van het hoofd der school, 1966. 1 omslag
44.
Stukken betreffende de bouw van een één-klassige kleuterschool, 1972. 1 omslag
45.
Statuten van de "Scholenstichting' t Goy", 1973. Afschrift. 1 stuk 2.2.3.5 Overige onroerende goederen
46.
Stukken betreffende de verpachting en de gedeeltelijke verkoop door het kerkbestuur van een stuk land genaamd "Het Onze Lieve Vrouwen Land", gelegen aan de Tuurdijk en de provinciale weg, 1907, 1925 en 1968. 1 omslag
47.
Akte van verhuur door het kerkbestuur aan Petrus Antonius de Wit van het huis "Den Eng" c.a. en de beweiding van de boomgaard achter de kerk aan de Tuurdijk, met de akte van inschrijving, 1925. 2 stukken
48.
Begroting van de stichtingskosten voor de aanleg van een sportterrein aan de Tuurdijk, (ca. 1962). 1 stuk
49.
Stukken betreffende de aankoop door het kerkbestuur van het aartsbisdom van de bisschopsboomgaard gelegen aan de Tuurdijk naast de boomgaard de Eng, met situatietekening, 1937. 4 stukken
50.
Stukken betreffende de koop en de verkoop door het kerkbestuur van een dubbele woning met tuin, 1942, 1946. 1 omslag
51.
Akte van overeenkomst tussen het kerkbestuur en Stephanus Hendrikus van Dijk over het gebruik van het kerkepad door laatstgenoemde, 1968. Afschrift. Met situatieschets, 19492 stukken 2.2.3.6 Effecten en geldleningen
52.
Register van geldleningen, 1870-1888. 1 deel
53.
Kwitantie afgegeven door H.M. Uijttewaal ten behoeve van pastoor Wilhelmus Johannes v.d. Wiggelaar wegens een afgeloste schuld van f 3060,-, 1884. 1 stuk
54.
Inventaris van eigendommen, effecten, hypotheken en schulden, 19081941. 1 deeltje
55.
Inventaris van eigendommen en schuldbekentenissen, 1939. 1 stuk 14
56.
Lijst van aandelen, 1903, met aanvullingen tot 1908. 1 stuk
57.
Register van uitgaven wegens aflossing van schulden en betaling van renten over aangegane leningen, 1922-1930. 1 deel
58.
Stukken betreffende een lening van de Parochiële Charitas Instelling aan het kerkbestuur, 1969-1970. 1 omslag 2.2.3.7 Legaten, schenkingen en fundaties
59.
Stukken betreffende legaten, schenkingen en fundaties, 1884-1960. N.B. Betreft de personen: Amerongen, Dirksz., Willem van, 1898 Bijlevelt, Hendrikus Bernardus Gerardus van, 1937 Duin, Antonia van, 1911 Duin, Hester van, 1918, 1932, 1937 Heiligenberg, Johanna, weduwe van Arie van Engen, 1884 Koten, Gijsbertha Maria van, 1960 Kuijk, Johanna van, weduwe van Johannes de Rooij, 1937 Markenhof, weduwe van Hermanus, 1921 Melsen, Cornelia, te wijk bij Duurstede, 1921 Melsen, Cornelius en Zijl, Hillegonda van, 1920 Melsen, Wilhelmus, 1884 Middelweerd, Hermina, 1917 Niekerk, Cornelis, 1922 Prenger, Albertus Josephus, pastoor, 1908-1909 Scheerder, Elisabeth, weduwe van Henricus van der Griend, 1918 Vergeer, Gijs, 1942-1943 Verheijden, Maria Barbara, 1886 Verweij, Arnolda, echtgenote van Cornelis van Dordt, 1907 Vlis, Adriana van der, geboren van Ooi, 1918 Wiggelaar, Wilhelmus Johannes van de, pastoor, 1890 Wit, Anton de, 1900 Wijngaarden, Antonius van, 1953. 1 omslag. 2.2.4 Financiën
60-61.
Begrotingen, 1888-1975. 2 pakken N.B. De jaren 1969 en 1974 ontbreken 60. 1888-1941 61. 1942-1975
62-63.
Jaarrekeningen met balansen van het kerkbestuur afgelegd aan het aartsbisdom, 1888-1963, vanaf 1939 met accountantsrapporten2 pakken 62. 1888-1938 63. 1939-1963
64.
Register van jaarrekeningen van het kerkbestuur, 1908-1941, en van het schoolfonds, 1908- 1914. 1 deel 15
65-76.
Bijlagen bij de rekeningen, 1964-1980. 12 omslagen N.B. Jaarrekeningen ontbreken 65. 1964 66. 1965 67. 1966 68. 1967 69. 1968 70. 1971-1972 71. 1973-1974 72. 1975-1976 73. 1977 74. 1978 75. 1979 76. 1980
77.
Balansen, 1964-1974, 1976. 1 pak
78.
Register van inkomsten, 1881-1897. 1 deel
79.
Register van uitgaven, 1881-1897. 1 deel
80-83.
Registers van inkomsten en uitgaven, 1898-1941. 4 delen 80. 1898-1908 81. 1909-1920 82. 1920-1927 83. 1928-1941
84.
Tabellarisch kasboek, 1942-1951. 1 deel
85-86.
Kasboeken, 1952-1974. 2 delen N.B. Nr. 86 bevindt zich nog ter plaatse 85. 1952-1963 86. 1964-1974 N.B. Inv.nr 86 ontbreekt.
2.2.5 Personeel 87.
Instructies voor de koster voor werkzaamheden tijdens de Goede Week, 1943 en z.j. 1 omslag 2.2.6 Onderwijs 2.2.6.1 Algemeen 16
88.
Algemeene en bijzondere wetten en voorschriften in het belang van het R.K. bijzonder onderwijs in het aartsbisdom Utrecht, Utrecht, 1921. 1 deeltje
89.
Reglement voor het R.K. bijzonder L.O. en U.L.O. in het aartsbisdom Utrecht, Utrecht, 1923, 1929. 2 katernen 2.2.6.2 Financiën
90.
Bijlagen bij de rekeningen, 1963. 1 omslag
91.
Bijlagen bij de rekeningen, 1963. 1 omslag N.B. Ten laste van de gemeente.
92.
Accountantsrapporten behorend bij de jaarrekening, 1962-1964. 3 stukken
93-95.
Registers van inkomsten en uitgaven van de S. Henricusschool ten laste van de gemeente Houten, 1927-1961. 3 delen 93. 1927-1935 94. 1935-1951 95. 1952-1961
96.
Register van inkomsten en uitgaven van het schoolfonds, 1909- 1930. 1 deel N.B. Zie ook inv. nr. 64. 2.2.6.3 Personeel
97.
Stukken betreffende de benoeming en ontslag van onderwijzend personeel, 1926, 1950, 1959. 4 stukken
98.
Akte van arbeidsvoorwaarden voor Jaantje van Wijngaarden, conciërge van de S. Henricusschool, (ca. 1927). 1 stuk
17
3 ARCHIEF V AN HET AR MBESTUUR (P AROCHIËLE CHARITASINSTELLING) 3.1 Stukken van algemene aard 99.
Notulenboek, 1868-1930. 1 deeltje
100.
Ingekomen en minuten van uitgegane brieven, 1942-1963. 1 omslag 3.2 Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
3.2.1 Organisatie, functionarissen 101.
Reglementen voor katholieke instellingen op charitatief en maatschappelijk gebied en voor de parochiële charitasinstellingen in de Nederlandse kerkprovincie, Utrecht, 1964. Gedrukt. 1 katern
102.
Stukken betreffende de benoeming van armmeesters, 1943-1965. 1 omslag 3.2.2 Eigendommen
103.
Inventaris van bezittingen en schulden, 1908-1941. 1 deel
104.
Akte van schuldbekentenis ten laste van Stephanus Hendrikus van Dijk ten behoeve van het armbestuur, 1952. 1 stuk
105.
Stukken betreffende de overdracht door het armbestuur van het huis van C. Geurts gelegen aan de Beusichemseweg 72, 1962. 2 stukken 3.2.3 Financiën
106-107. Begrotingen, 1888-1963. 2 pakken N.B. De jaren 1896, 1900, 1931 en 1938, 1946, 1951, 1958 ontbreken 106. 1888-1941 107. 1942-1963 108.
Jaarrekeningen met balansen van het armbestuur afgelegd aan het aartsbisdom, 1887- 1939. 1 pak N.B. Het jaar 1899 ontbreekt.
109-110. Registers van jaarrekeningen van het armbestuur, 1908-1958. 2 delen 109. 1908-1941 110. 1942-1958 111.
Bijlagen bij de rekening, 1959-1962, 1966. 1 pak 18
N.B. Jaarrekeningen ontbreken. 112.
Accountantsrapporten behorend bij de jaarrekeningen, 1939-1970, 19721973, 1977. 1 pak N.B. De jaren 1944 en 1959 ontbreken.
113-116. Kasboeken, 1867-1941. 4 delen 113. 1867-1893 114. 1894-1909 115. 1909-1925 116. 1926-1941
19
BIJLAGE LIJST V AN P ASTOORS Wilhelmus Johannes van de Wiggelaar, 1866-1890 Petrus van Hout, 1890-1900 Albertus Josephus Prenger, 1900-1908 Johannes Hendrikus Gerardus Jansen, 1908-1914 Hendrikus Bernardus Gerardus van Bijlevelt, 1914 -1930 Henricus Everardus Elbersen, 1930-1941 Hippolytus Benedictus Lauwaert, 1941-1963 Johannes Franciscus de Lange, 1963-1969 Florentius Wilhelmus van Kats, 1969-1982 Lambertus Hendrikus Antonius Terhorst, 1982-
20