Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31
Links:
BelgoStat Online
Publicatie
Algemene informatie
2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) publiceert vandaag, 31 januari 2014, de volledige regionale rekeningen voor de periode 2003-2011/2012. De resultaten zijn coherent met de nationale rekeningen gepubliceerd in september 2013. Voor 2012 betreft het voorlopige resultaten. Brussels Hoofdstedelijk Gewest In 2011 stagneerde de economische groei op 1,5 %. De beloning van werknemers steeg met 4,6 %, wat 0,9 %punt meer was dan de toename van de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen (3,7 %). Hierdoor nam het aandeel van de loonmassa in de toegevoegde waarde in Brussel terug toe. Het aantal loontrekkenden steeg met 1,8 % en het aantal zelfstandigen met 2,8 %. Dit bracht de groei van de totale werkgelegenheid op 1,9 %. De bruto-investeringen in vaste activa namen toe met 2,3 %, wat in vergelijking met de groei in beide andere gewesten eerder bescheiden was. Toch betekende dit voor Brussel een groeiversnelling t.o.v. 2010. De economische groei was vooral toe te schrijven aan de bedrijfstakken "openbaar bestuur", de zakelijke dienstverlening (of voluit in ESR-termen “rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening, hoofdkantoren, adviesbureaus, architecten en ingenieurs, technische testen en toetsen”), "telecommunicatie" en "vervoer en opslag". Samen waren ze goed voor 1,39 %punt van de totale groei. Hij werd echter significant naar beneden getrokken door de daling van de toegevoegde waarde in volume in de industrie (-0,43 %punt) - meer specifiek de "vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten" - en de "administratieve en ondersteunende diensten" (-0,24 %punt) - vooral bij verhuur en lease. Het aantal loontrekkenden steeg er met bijna 11 000 personen en nam het sterkst toe in de bedrijfstakken "administratieve en ondersteunende diensten" - vooral bij de interim- en reinigingsactiviteiten - en "openbaar bestuur". In de totale overheidssector konden ruim 3 300 personen meer aan de slag, wat een groeibijdrage opleverde van 0,54 %punt. Dit was meer dan in beide andere gewesten (Vlaanderen -0,01 %punt; Wallonië 0,08 %punt) en vooral toe te schrijven aan de toename in Brussel van het aantal loontrekkenden bij de federale en gewestelijke administraties en defensie (in beide andere gewesten deed zich hier een daling voor). Dit was eveneens de bedrijfstak die het meest bijdroeg (1,18 %punt) tot de stijging van de loonmassa. Ook de bedrijfstak "financiële activiteiten en verzekeringen" leverde een significante bijdrage (0,58 %punt) tot de toename van de loonmassa, terwijl het aantal loontrekkenden er stagneerde. De groei van het aantal zelfstandigen in Brussel (1 900 personen) deed zich opnieuw vooral voor bij de zakelijke dienstverlening, die verantwoordelijk was voor bijna drie vierden van de totale stijging en werd daarbij vooral gedragen door de adviesbureaus m.b.t. bedrijfsvoering en beheer. Ook in de bouwnijverheid was er een aanzienlijke toename met ruim 400 zelfstandigen. De veel beperktere toename van de investeringen in Brussel in vergelijking met beide andere gewesten was vooral te wijten aan de sterk negatieve bijdrage van de bedrijfstakken "vervoer en opslag" (-2,93 %punt), "productie en distributie van electriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht" (-1,60 %punt) en de "vervaardiging van transportmiddelen" (-0,95 %punt). De in die takken opgetekende daling van de investeringen werd wel gecompenseerd door de stijgingen in vooral de "administratieve en ondersteunende diensten" - vooral bij de verhuur en lease van motorvoertuigen -, de "exploitatie van en handel in onroerend goed" en de "financiële activiteiten en verzekeringen" met een groeibijdrage van respectievelijk 4,04; 1,45 en 0,76 %punt. De investeringen in woningen door gezinnen lagen onder het niveau van 2010 en hadden dus een negatief impact op de groei van de investeringen in Brussel (-0,79 %punt).
Communicatie Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be
Ondernemingsnummer: 0203.201.340 – RPR Brussel
2
Het primair inkomen van de inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg € 23,9 mld. (+1,9 % t.o. 2010) en het beschikbaar inkomen € 19,4 mld. (+1,6 % t.o. 2010). Beide grootheden groeiden in Brussel iets minder dan in beide andere gewesten. Per inwoner kwam dit neer op een primair inkomen van € 21 130 of 90,6 % van het nationale gemiddelde en een beschikbaar inkomen van € 17 200 of 92,6 % van het nationale gemiddelde. T.o.v. 2010 was dit een lichte daling voor beide maatstaven die mede veroorzaakt werd door de sterke groei van de gemiddelde bevolking in Brussel (2,2 %). Op basis van de eerste voorlopige ramingen kromp de Brusselse economische activiteit in 2012 met 0,3 %. De eerste indicaties wijzen voor de Brusselse economie op een iets mindere krimp dan in Wallonië, maar een iets grotere dan in Vlaanderen. Het aantal werkzame personen in Brussel steeg nog lichtjes met 0,1 % en kwam volledig op rekening van het aantal zelfstandigen (3,9 %), want de loontrekkende werkgelegenheid daalde met 0,3 %. De krimp van de Brusselse economische activiteit manifesteerde zich, net zoals in beide andere gewesten, vooral in de privésector. In Brussel was dit het meest uitgesproken bij de bedrijfstakken "financiële activiteiten en verzekereningen" en de handel. De industrie daarentegen leverde een positieve bijdrage tot de groei en was quasi volledig toe te schrijven aan de bedrijfstak "vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten". De daling van het aantal loontrekkenden met 2 000 personen situeerde zich vooral bij de “financiële activiteiten en verzekereningen". In alle andere bedrijfstakken wijzigde het aantal loontrekkenden met enkele honderden personen in min of plus. De zelfstandige werkgelegenheid nam, net zoals in voorgaande jaren, het sterkst toe bij de bedrijfstak zakelijke dienstverlening, meer specifiek bij de adviesbureaus m.b.t. bedrijfsvoering en beheer. Het was precies in deze bedrijfstak dat Brussel het grote verschil optekende met beide andere gewesten wat de toename bij het aantal zelfstandigen betreft. Ook de bouwnijverheid leverde opnieuw een significante bijdrage tot de toename van het aantal zelfstandigen in Brussel. Vlaams Gewest In 2011 groeide de Vlaamse economie met 2,8 %. Hiermee was Vlaanderen het enige gewest dat, na de forse remonte in 2010, ook in 2011 een groeiversnelling kon realiseren. De werkgelegenheid trok eveneens verder aan (1,2 %), zij het in iets mindere mate dan in beide andere gewesten. Het aantal zelfstandigen in Vlaanderen steeg met 1,0 % en de loontrekkende werkgelegenheid met 1,3 %. De beloning van werknemers nam toe met 4,3 %, net iets minder dan de toegevoegde waarde tegen lopende prijzen (4,5 %). Hierdoor daalde het aandeel van de loonmassa in de toegevoegde waarde lichtjes. In beide andere gewesten was dit niet het geval. De investeringen in vaste activa kenden een forse groei (8,0 %). De economische groei werd vooral gerealiseerd in de bedrijfstakken bouw, industrie en "administratieve en ondersteunende diensten” (vooral de interimdiensten), die samen goed waren voor 1,53 %punt van de totale groei. Vlaanderen was het enige gewest waar de industrie in 2011 verder een positieve bijdrage leverde. Het aantal werknemers nam toe met 27 000 personen. Het grootste deel hiervan werd geregistreerd bij de “administratieve en ondersteunende diensten” (9 700 personen; vooral interim- en reinigingsdiensten) en de “maatschappelijke dienstverlening” (8 000 personen). Ook in de handel (+4 000 personen) en de bouw (+2 300 personen) konden heel wat extra personen aan de slag. In de industrie daarentegen daalde het aantal loontrekkenden (-2 150 personen). Dit was vooral het geval bij de "vervaardiging van transportmiddelen" (-1 250 personen) en "van textiel, kleding, leer en producten van leer" (-900 personen). De bedrijfstakken die het meest bijdroegen tot de groei van het aantal loontrekkenden waren ook de bedrijfstakken die het meest bijdroegen tot de groei van de beloning van werknemers. Alleen kwam hier ook nog het onderwijs bij, terwijl de aangroei van het aantal loontrekkenden er (+950 personen) slechts een verwaarloosbare groeibijdrage opleverde. De sterkere stijging dan in 2010 van het aantal zelfstandigen (4 500 personen) kwam, net zoals in de andere gewesten, voor een groot deel tot stand bij de grootste bedrijfstak, met name de zakelijke dienstverlening (3 600 personen). Ook in de bouw (1 500 personen) en de "overige diensten" (1 100 personen) kwamen er veel zelfstandigen bij. Bij de landbouw (-2 500 personen) en de handel (-1 100 personen) daarentegen nam de zelfstandige werkgelegenheid gevoelig af. Communicatie Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be
Ondernemingsnummer: 0203.201.340 – RPR Brussel
3
In Vlaanderen waren het, net zoals in Brussel, de bedrijfstakken "administratieve en ondersteunende diensten" (2,08 %punt) - vooral de verhuur en lease van motorvoertuigen, machines en andere werktuigen en "exploitatie van en handel in onroerend goed" (1,43 %punt) die de grootste bijdrage leverden tot de groei van de investeringen. Daarnaast realiseerden ook de industrie (1,08 %punt), de handel (0,72 %punt), de "productie en distributie van electriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht" (0,67 %punt) en "vervoer en opslag" (0,57 %punt) een belangrijke bijdrage. De investeringen in woningen door gezinnen lagen in 2011 iets lager dan in 2010 en hadden daardoor een licht negatief impact op de groei (-0,25 %punt). Het primair inkomen van de inwoners van het Vlaams Gewest bedroeg, in 2011, € 160,0 mld. (+2,4 % t.o. 2010) en het beschikbaar inkomen € 124,7 mld.( +1,9 % t.o. 2010). Beide grootheden namen, in tegenstelling tot 2010, iets meer toe in Vlaanderen dan in Brussel en Wallonië. Per inwoner kwam dit neer op een primair inkomen van € 25 300 of 108,4 % van het nationale gemiddelde en een beschikbaar inkomen van € 19 700 of 106,0 % van het nationale gemiddelde. De eerste voorlopige ramingen voor 2012 wijzen ook voor Vlaanderen op een terugval van de economische activiteit (-0,1 %). De krimp was weliswaar iets kleiner dan in Brussel en Wallonië. De binnenlandse werkgelegenheid nam toe met 0,3 % (6 950 personen), wat heel wat geringer was dan in 2011. Het aantal zelfstandigen steeg met 0,8 % (3 400 personen) en het aantal loontrekkenden met 0,2 % (3 550 personen). In beide andere gewesten liep het aantal werknemers terug. De terugval van de Vlaamse economische activiteit situeerde zich vooral in de privésector. De toegevoegde waarde in volume in de industrie daalde met 2,8 % en trok de economische groei met 0,47 %punt naar beneden. Maar ook de dienstenbedrijfstakken deden het niet goed, zonder noemenswaardige uitschieters in min of in plus. De bijkomende loontrekkende werkgelegenheid werd vooral gecreëerd in de bedrijfstakken “maatschappelijke dienstverlening” (+3 850 personen), “gezondheidszorg” (+2 500personen), "zakelijke dienstverlening" (2 450 personen) en de handel (2 000 personen). In de industrie daarentegen was het verlies aan loontrekkenden in 2012 - 4 000 personen, waarv an 1 550 bij de "vervaardiging van textiel, kleding, leer en producten van leer" - nog groter dan in 2011 (2 150 personen). Het aantal zelfstandigen nam opnieuw vooral toe bij de zakelijke dienstverlening (+4 550 personen) en daalde verder bij de handel en de landbouw. Waals Gewest In 2011 vertraagde de economische groei in Wallonië (+0,9 %) na de forse opleving in 2010 (2,8 %). De totale werkgelegenheid trok wel verder aan en nam toe met 1,6 % t.o. 1,1 % in 2010 en was erg gelijkmatig verdeeld over enerzijds loontrekkenden (+1,6 %) en anderzijds zelfstandigen (+1,5 %). De loonmassa nam toe met 5,1 %, wat eveneens meer was dan in 2010, maar ook ver boven de toename van de bruto toegevoegde waarde tegen lopende prijzen in 2011 (2,8 %). Hierdoor nam in Wallonië het aandeel van de loonmassa in de toegevoegde waarde terug gevoelig toe. De bruto-investeringen in vaste activa namen, na de daling in de twee vorige jaren, opnieuw toe (6,9 %). De Waalse economische groei werd hoofdzakelijk gedragen door de bouwnijverheid (0,62 %punt) en in mindere mate ook door de "administratieve en ondersteunende diensten" (0,31 %punt) - vooral interim- en overige zakelijke activiteiten -, "vervoer en opslag" (0,26 %punt) en de handel (0,23 %punt). De bijdrage van de industrie daarentegen was sterk negatief (-1,46 %punt) - vooral in de farmaceutische nijverheid. Nieuwe loontrekkende werkgelegenheid (+15 900 personen) werd vooral gecreëerd in de bedrijfstakken "administratieve en ondersteunende diensten" (+3 550 personen) - vooral in de interim- en reinigingsactiviteiten -, "maatschappelijke dienstverlening" (+2 700 personen), "groot- en detailhandel" (+2 500 personen) en onderwijs (+2 450 personen). Het aantal loontrekkenden in de Waalse industrie bleef quasi op het peil van 2010. Bij de openbare besturen daarentegen waren 1 550 personen minder aan de slag in 2011 en dan vooral bij de federale administraties en defensie. Net zoals in Brussel en Vlaanderen steeg het aantal zelfstandigen het meest in de bedrijfstakken zakelijke dienstverlening (+1 700 personen) en de bouwnijverheid (+800 personen). De daling van de zelfstandige werkgelegenheid in de landbouw (-700 personen) en de handel (-450 personen) zette zich verder door.
Communicatie Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be
Ondernemingsnummer: 0203.201.340 – RPR Brussel
4
De toename van de investeringen werd vooral ondersteund door de bedrijfstakken "vervoer en opslag" (1,96 %punt), handel (1,36 %punt) en "distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering" (0,86 %punt). Daarnaast leverden ook de bedrijfstakken "onderwijs", "bouwnijverheid", "financiële activiteiten en verzekeringen" en "telecommunicatie" een significante bijdrage van om en bij de 0,6 à 0,5 %punt elk. Net zoals in Brussel werd de groei sterk naar beneden getrokken door de daling van de investeringen bij de "productie en distributie van electriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht" (-1,23 %punt). Ook de daling van de investeringen in woongebouwen door gezinnen en dit voor het derde jaar op rij, trok de groei van de investeringen in Wallonië gevoelig naar beneden (-1,19 %punt). Het primair inkomen van de inwoners van het Waals Gewest bedroeg, in 2011, € 72,3 mld. (+2,2 % t.o. 2010) en het beschikbaar inkomen € 60,1 mld. (+1,8 % t.o. 2010). Per inwoner kwam dit neer op een primair inkomen van € 20 450 of 87,8 % van het nationale gemiddelde en een beschikbaar inkomen van € 17 000 of 91,5 % van het nationale gemiddelde. Op basis van de eerste voorlopige ramingen kromp ook de Waalse economie in 2012 (-0,5 %), maar dan wel in een iets sterkere mate dan in Vlaanderen en Brussel. De totale werkgelegenheid groeide met 0,1 % en die stijging was, net zoals in Brussel, volledig toe te schrijven aan het aantal zelfstandigen (1,3 %). Het aantal werknemers daalde met 0,1%. De daling van de Waalse economische groei was, net zoals in Brussel en Vlaanderen, vooral te wijten aan de terugval in de privésector, waarbij geen enkele bedrijfstak het erg goed of erg slecht deed. De enige vermeldenswaardige bijdragen kwamen van de gezondheidszorg (0,19 %punt), de farmaceutische nijverheid (-0,21 %punt) en de handel (-0,18 %punt). De totale loontrekkende werkgelegenheid veranderde nauwelijks (-1 200 personen). De grootste bewegingen deden zich voor bij de "maatschappelijke dienstverlening" en gezondheidszorg waar er telkens zo'n 1 400 personen extra aan de slag konden. In de industrie, "vervoer en opslag" en "openbaar bestuur, defensie en verplichte sociale verzekeringen" verloren telkens 1 400 à 1 200 personen hun job. Het aantal zelfstandigen nam verder toe in vooral de zakelijke dienstverlening en de bouwnijverheid, maar in heel wat mindere mate. In de handel zette de daling zich verder door. De tabel op de laatste pagina bevat de sleutelvariabelen uit de regionale rekeningen 2011/2012.
Communicatie Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be
Ondernemingsnummer: 0203.201.340 – RPR Brussel
5
Technische nota Structuureffect van revisies in de nationale cijfers De regionale rekeningen zijn coherent met de september 2013-versie van de nationale rekeningen. Wijzigingen in de nationale cijfers t.o. vroegere versies hebben een verschillend impact per gewest doordat de bedrijfstakken een verschillend gewicht hebben in het totaal per gewest (= structuureffect). Versie van het RSZ-vestigingenbestand Voor de raming van het laatste jaar, in casu 2012, werd gebruik gemaakt van het RSZ-vestigingenbestand van het jaar 2012, m.u.v. de SUT-bedrijfstakken "opslag en vervoersondersteunende activiteiten", "openbaar bestuur, m.u.v. defensie en verplichte sociale verzekeringen" en "onderwijs" binnen de overheidssector, waarvoor de structuur van 2011 overgenomen werd. Data 2012 De cijfers over 2012 hebben een voorlopig karakter en moeten met de nodige omzichtigheid worden behandeld. Aanwezigheid van de bedrijfstak "vervaardiging van cokes en geraffineerde aardolieproducten" in Brussel In Brussel is er een onderneming die eigenaar is van de aangekochte en verkochte goederen, maar die de verwerking van de grondstoffen in maakloonwerk laat uitvoeren door een in een ander arrondissement gevestigde onderneming van dezelfde groep. Herziening van de bruto toegevoegde waarde in de farmaceutische nijverheid in Wallonië voor het jaar 2011 De groei van de toegevoegde waarde in de farmaceutische nijverheid in 2011 werd sterk neerwaarts herzien in de huidige regionale rekeningen. In de versie gepubliceerd in februari 2013 steunden de regionale resultaten op de voorlopige gedetailleerde nationale rekeningen van september 2012. In beide versies wordt de toegevoegde waarde voor het jaar 2011 geraamd aan de hand van indicatoren. Voor de nationale rekeningen zijn dit de kwartaalramingen en voor de regionale rekeningen de evoluties bij de lonen volgens de RSZ. De kwartaalcijfers zelf zijn voor de farmaceutische nijverheid gebaseerd op evoluties volgens het indexcijfer van de industriële productie, die voor het jaar 2011 een lichte stijging van de productie in de farmaceutische nijverheid weergeven. In de huidige versie van de regionale rekeningen zijn de resultaten, net zoals bij de nationale cijfers van september 2013, gebaseerd op de definitieve methode waarbij gebruik gemaakt wordt van alle gedetailleerde bronnenmateriaal. Voor de farmaceutische nijverheid worden vooral jaarrekeningen gebruikt. Hieruit vloeide voort dat de productie van een belangrijke speler binnen de Belgische farmaceutische nijverheid sterk gedaald was in 2011 door het niet langer ontvangen van de in 2009 en 2010 uitzonderlijk hoge bijdragen voor octrooien en licenties m.b.t. een specifiek griepvaccin. Dit fenomeen werd niet gecapteerd in het indexcijfer van de industriële productie, dat de grondslag vormt voor de kwartaalrekeningen.
Communicatie Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be
Ondernemingsnummer: 0203.201.340 – RPR Brussel
6
SLEUTELVARIABELEN VAN DE REGIONALE REKENINGEN In absolute cijfers (€ miljoen of aantal personen) 2011
Aandeel van elk gewest in het Rijk (%) 2011
Veranderingspercentages t.o.v. het vorige jaar
2010
2011
2012(v)
Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, tegen lopende prijzen (volgens werkplaats) 4,3 3,7 18,9 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 62 473,5 57,5 189 805,2 Vlaams Gewest 3,8 4,5 23,5 77 553,8 Waals Gewest 4,9 2,8 0,1 216,6 Extraregionaal gebied 25,5 2,0 100,0 330 049,1 Het Rijk 4,2 4,0 Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen, in kettingeuro's - referentiejaar 2011 (volgens werkplaats) - Economische groei Brussels Hoofdstedelijk Gewest 62 473,5 18,9 1,5 1,5 Vlaams Gewest 189 805,2 57,5 2,0 2,8 Waals Gewest 77 553,8 23,5 2,8 0,9 Extraregionaal gebied 216,6 0,1 17,2 -3,0 Het Rijk 330 049,1 100,0 2,1 2,1 Aantal werknemers (volgens werkplaats) 0,4 1,8 16,3 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 622 415 57,1 2 173 700 Vlaams Gewest 0,5 1,3 26,5 1 011 083 Waals Gewest 1,1 1,6 0,1 2 729 Extraregionaal gebied 12,9 -3,5 100,0 3 809 927 Het Rijk 0,6 1,4 Aantal zelfstandigen (volgens werkplaats) 1,8 2,8 9,6 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 70 458 61,3 451 066 Vlaams Gewest 0,6 1,0 29,2 214 643 Waals Gewest 1,0 1,5 Extraregionaal gebied 100,0 736 167 Het Rijk 0,9 1,3 Aantal werkzame personen (volgens werkplaats) 0,5 1,9 15,2 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 692 873 57,7 2 624 766 Vlaams Gewest 0,5 1,2 27,0 1 225 726 Waals Gewest 1,1 1,6 0,1 2 729 Extraregionaal gebied 12,9 -3,5 100,0 4 546 094 Het Rijk 0,7 1,4 Beloning van werknemers (volgens werkplaats) 1,3 4,6 19,5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 37 137,3 56,2 107 067,0 Vlaams Gewest 2,1 4,3 24,2 46 191,2 Waals Gewest 2,4 5,1 0,1 201,1 Extraregionaal gebied 25,9 2,2 100,0 190 596,6 Het Rijk 2,0 4,6 Bruto-investeringen in vaste activa (volgens werkplaats) 0,8 2,3 13,5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10 341,8 63,1 48 270,0 Vlaams Gewest 1,9 8,0 23,3 17 855,3 Waals Gewest -1,6 6,9 0,0 35,3 Extraregionaal gebied -65,6 36,8 100,0 76 502,4 Het Rijk 0,9 7,0 Primair inkomen van de huishoudens (volgens woonplaats) Brussels Hoofdstedelijk Gewest 23 859,9 9,3 2,2 1,9 Vlaams Gewest 160 008,2 62,4 1,6 2,4 Waals Gewest 72 340,3 28,2 2,0 2,2 Extraregionaal gebied 97,4 0,0 -9,6 4,5 Het Rijk 256 305,8 100,0 1,8 2,3 Beschikbaar inkomen van de huishoudens (volgens woonplaats) Brussels Hoofdstedelijk Gewest 19 419,9 9,5 1,3 1,6 Vlaams Gewest 124 664,9 61,0 -0,1 1,9 Waals Gewest 60 141,9 29,4 1,1 1,8 Extraregionaal gebied 94,0 0,0 -10,4 4,4 Het Rijk 204 320,7 100,0 0,4 1,8 Bron: INR.
Communicatie Nationale Bank van België n.v.
de Berlaimontlaan 14 1000 Brussel
tel. + 32 2 221 46 28 www.nbb.be
Ondernemingsnummer: 0203.201.340 – RPR Brussel
1,6 1,7 1,5 6,5 1,6
-0,3 -0,1 -0,5 16,1 -0,2 -0,3 0,2 -0,1 9,9 0,0 3,9 0,8 1,3 1,2 0,1 0,3 0,1 9,9 0,2 n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.