HOOFDSTUK 1 : DE WETENSCHAPPELIJKE
BEWEGINGEN DIE NAAR DE EVOLUTIEPSYCHOLOGIE HEBBEN
GELEID
Vier vragen van de evopsycho: 1. 2. 3. 4.
waarom is onze geest ontworpen zoals hij nu is ? hoe is onze geest ontworpen ? wat zijn de functies van de samenstellende delen ? hoe interageert de input van de (sociale) omgeving met de geest ?
Vier vragen van Tinbergen 1. 2. 3. 4.
causaliteit ontwikkeling functie (adaptieve betekenis) fylogenetische oorsprong
instinctenpsychologie => nature behaviorisme => nurture (contiguïteit en equipotentialiteit) Margeret Mead => culturele variabiliteit => idyllische cultuur => loempe trien
HOOFDSTUK 2 : EVOLUTIEPSYCOLOGIE, DE NIEUWE
WETENSCHAP
Producten van de evolutie 1. adaptaties 2. bijproducten 3. randomeffecten EEA Environment of evolutionary adaptedness = moederland Proximale causaliteit = directe veroorzaking van een gedrag. Ultieme causaliteit = evolutionaire oorzaak van een gedrag, fitness verhogende functie Herkennen adaptiviteit 1. universele menselijk kenmerken 2. traditionele samenlevingen 3. huidige psychologische mechanismen
HOOFDSTUK 3 : DE STRIJD TEGEN VIJANDIGE NATUURKRACHTEN (MENSELIJKE OVERLEVINGS-PROBLEMEN) Ochtendmisselijkheid => teratogenen giftig voor embryo ~ organogenese Babies vinden spruiten en broccoli vies Menswording : 2 hypothese Jachthypothes Verzamelhypothes Jachthypothese: MAN centraal
: man : vrouw
ontwikkelen werktuigen, grote hersenen, taal verklaart : 1. de voor primaten unieke ouderinvestering van mannen 2. langdurige mannelijke coalities 3. sterk wederkerig altruïsme en de sociale uitwisseling 4. seksuele arbeidsverdeling 5. gerbuik van stenen voorwerpen teveel aan vlees : verdelen binnen familie, buren => buurvrouwen sex + reciprook => verdelen van vlees verhoogt fitness verzamelaarshypothese : VROUW centraal Vrouwen bleven in kamp, bij kinderen veelvuldig moeder/kind contact dingen aanleren ervaringen uitwisselen ondeling adviseren over opvoeding, voedsel, ziekten emotioneel helpen en steunen veranderd in mannelijke-dominantie-maatschappij met de komst van de landbouw mannen thuis en beter dan vrouwen vrouwen web-denken mannen lineair denken geeft geen verklaring voor : - arbeidsverdeling - ouderinvestering door vader gulden middenweg vinden van schuilplaatsen; savannehypothese mensen nu een voorkeur voor fotoos van open landschap angsten angst => gekoppeld aan reëel gevaar fobie => niet zo, buiten proportie angst biedt bescherming door : 1. bevriezing, immobilisering 2. vluchten of vermijden 3. agressieve verdediging 4. onderwerping, submissie ontogenetisch : hoogtevrees 6 maanden start kruipen scheidingsangst 9 – 13 maanden angst voor dieren 2 jaar exploratief gedrag agorafobie later bij verlaten thuisbasis allergieën adaptieve waarde : relatie duidelijk in EEA, niet nu wegens complex dieet koorts ijzerarmoede in het bloed
Zijn mensen geprogrammeerd om te sterven ? Sterven is niet adaptief => toch gebeurt het ! Slechte genen die zich manifesteren op latere leeftijd blijven bestaan, zijn niet vatbaar voor selectie => seniliteit Mannen variabeler vplsucces dan vrouwen => mannen gevoeliger voor ‘goede’ genen, genen die vpl verhogen zullen beter vespreiden, ook als ze slecht zijn op latere leeftijd. Noet zo bij vrouwen (minder variabel vplsucces) => mannen pleiotropie gevoeliger => sneller dood (7 jaar) Zelfmoord Inclusieve fitness : slecht voor fitness verwanten : beter zelfmoord plegen
HOOFDSTUK 4 : DE VROUWELIJK
SEKSUELE STRATEGIE OP LANGE TERMIJN
hulpbronnen
Onstaan sex vpl : red queen-parasieten Ouderinvesteringe en sex selectie 1. sexe die meest investeert in nageslacht zal meer kieskeurig zijn ivm partner keuze 2. sexe die minst inv in nag zal meer competitie kennen voor de meer investerende sexe mens : beide sexen veel investering (vrouw wel meer dan man) => allebei kieskeurig vrouwelijke voorkeuren voor een partner LTR: 1. economische hulpbronnen 2. goede financiële vooruitzichten 3. hoge sociale status 4. oudere mannen (niet te oud => tegenwerkende tendens => 3,5 jaar) 5. ambitie en ijver 6. bertrouwbaarheid en stabiliteit 7. atletisch lichaam en dapperheid 8. voorkeur voor goede gezondheid 9. liefde 10. bereidheid tot vaderinvestering contextafhankelijkheid : - omvang van de hulpbronnen waarover de vrouw reeds beschikt => klopt niet - temporele context van de relatie (LTR-KTR) : KTR voorkeur minder uitgesproken invloed partnervoorkeur van de vrouw op het seksueel gedrag uit krantenadvertenties :
ouder, hoog inkomen en hoog geschoold
knappe vrouwen stellen hogere eisen, meer kans om hun voorkeur te volbrengen huwelijken met oudere mannen : over heel de wereld
HOOFDSTUK 5 : DE MANNELIJK SEXUELE STRATEGIE OP LANGE TERMIJN vruchtbaarheidswaarde voordelen LTR – huwelijk - mannen die bereid zijn tot een LTR meer kans om een goede partner te vinden omdat ze aantrekkelijker zijn - grotere zekerheid omtrent vaderschap - overlevingskansen kinderen groter - voortplantingskansen kinderen groter omdat ze van hun vader leren hoe een goede partner te vinden problemen omtrent inschatten vrouwelijk vruchtbaarheid => crytische ovulatie, geen genitale zwelling voortplantingswaarde : hoeveelheid kinderen die een vrouw in de toekomst zal kunnen hebben (max op 18 jaar) vruchtbaarheid : actuele prestatie in de voortplatings, het aantal leefbare kinderen die worden gebaard : max op 25 jaar allebei niet direct waarneembaar => mannen moeten zicg baseren op jeugd en gezondheid voorkeur voor een partner van een man 1. jeugd => voorkeur 2,5 jaar jonger, behalve jongens => ouder meisjes (vruchtbaardheid) 2. schoonheid, uiterlijk en gedrag : babies kunnen al mooi van lelijk onderscheiden : ze kijken langer naar fotoos van mooie mensen => geen leerproces, universeel, aangeboren symmetrie, ontwikkelingsruis 3. lichaamsvet, THV voor puberteit idem jongens en meisjes (0,85 – 0,95) vrouwen : 0,67 – 0,80 mannen : 0,85 – 0,95 aantrekkelijkst zijn vrouwen met 0,70 belangrijker dan hoeveelheid vet is de verdeling (lagere THV makkelijker zwanger, minder diabetes, hartaanval, hoge bloeddruk, hersenbloeding e.d.) goede indicator voor gezondheid en vruchtbaarheid mannen meer belang aan uiterlijk dan vrouwen, universeel media en televisie rol : standaard verhoogd, want mannen zien meer vrouwen voorkeur voor ovulerende vrouwen ? ovulatie : wangen blozen, huid helderder, THV kleiner invloed nog niet aangetoond (ook niet of verschillen ondubbelzinnig waar te nemen zijn) onzekerheid van vaderschap oplossingen : huwelijk + maagden kiezen uit onderzoek : vrouwen die voor hun huwelijk met veel mannen sexen plegen later vaker overspel context mannen met macht : zelf meer te bieden => kieskeuriger
tonen van aantrekkelijke modellen : na tonen van ‘mooie vrouwen fotoos’ vinden mannen hun eigen partner minder mooi en hun relatie minder “vast” dan na het tonen van ‘gewone vrouwen fotoos’. supranormale prikkels, media, supermodellen invloed partnervoorkeur op mannelijk paargedrag uit krantenadvertenties : -
vrouwen krijgen meer reactie dan mannen jonge vrouwen krijgen meer reactie vrouwen die zeggen dat ze knap zijn krijgen meer reactie
uit huwelijken : eerste 3 jaar verschil, tweede 5, derde 8 effecen op tactiek van de vrouwen : meer schoonheid accentueren => gezicht en lijn. + Als vrouwen elkaar willen negatieveren zeggen ze dat ze lelijk en promiscue zijn
HOOFDSTUK 6 : SEKSUELE STRATEGIEËN OP KORTE TERMIJN MANNEN Voordelen
- verhogen vplsucces door met meer dan één partner kinderen te hebben
Nadelen
- SOAs - reputatie van ontrouw - kinderen minder overlevingskansen - geweld vanwege partner - wraak, scheiding toch KTR algemeen bij mannen
oplossen adaptieve problemen: prob van veel partners verlangen naar veel vrouwen eisen verlagen tijd besteed aan een KTR laag houden prob vrouwelijk sex-bereidwilligheid vrouwen pakken die niet gepakt zouden worden voor LTR prob herkennen vruchtbaarheid KTR eerder vruchtbaarheid, LTR eerder voortplantingswaarde prob vermijden verbintenis vermijden van vrouwen die hoge eisen stellen bewijs voor bestaan van een KTR-psychologie fysiologisch
- grootte van de testes (monogaam promiscue) - variatie in sperma inseminatie ; meer bij vermoeden ontrouw - sperma oorlog : vormen van zaadcellen
psychologisch
- verlangen naar meer sex partners - tussentijd tot geslachtgemeenschap klein - verlagen van de normen
- sluitingsuur fenomeen - sexuele verschillen in sexuele fantasieën waarneembaar gedrag
- buitenechtelijke relaties - prostitutie
VROUWEN Aanwijzingen :
- orgasme => minder zaad uitvloeiing. + Minnaar geeft vrouw vaker een orgasme - in alle culturen plegen vrouwen overspel - mannelijk testes ook voor vrouwen een aanwijzing want dit is een uitspraak over de soort
voordelen
- hulpbronnen: vlees, voorwerpen, bescherming, vaderzorg - genetisch : verhoogde vruchtbaarheid, sexy son, gene shopping - veranderen van partner : anticiperen - verhogen sexuele vaardigheden (leerproces) - manipulatie partnes
kosten
- verlaagt eigen aantrekkelijkheid voor LTR - kans op geen vaderzorg => verhoogde infanticide - kans verlaten te worden - competitie tussen kinderen van verschillende vaders - SOAs
effecten van context
meer tijdens adolescentie, meer na scheiding afh van sex verhouding sexueel dirmorfisme door eigenwaarde - mannen met grote eigenwaarde : veel KTR - vrouwen : weinig KTR
HOOFSTUK 7 : HET OUDERSCHAP Waarom moeders meer ouderzorg dan vaders ? Empirisch :
- pupildilatie bij zien van eigen kind bij vrouw 17 %, bij man 0 % - vrouwen kunnen hun pasgeboren babie herkennen aan geur - moeders herkennen sneller emoties op gezicht van de babie
drie hypotesen ONZEKERHEID VAN VADERSCHAP MOGELIJKHEID VAN IN DE STEEK GELATEN TE WORDEN => bij inwendige bevruchting KOST VAN DE GEMISTE PARINGEN = groter voor mannetjes dan voor wijfjes afhankelijk van man/vrouw ratio >1 : minder kans <1 : meer kans op KTR
=> onjuist
evolutionair perspectief parentaal favoratisme = ouders geven meer zorg aan nakomelingen die een hoge return aan vpl zullen geven => slectiedruk die voor mannen en vrouwen werkt drie contexten die ouderzorg kunnen beïnvloeden :
genetische verwantschap met de nakomelingen stiefouders investeren minder in stiefkinderen door onzekerheid omtrent vaderschap zoekt vader naar gelijkenissen met kind moeder, en haar verwanten, spelen hier (onbewust op in) door meer naar gelijkenissen te zoeken met de vader dan met de moeder éénjarige lijken meer op hun vader dan op hun moeder en dan ze zullen doen op latere leeftijd investering in onderwijs : minder in stiefkinderen meer kindermoord op stiefkinderen
omzetting ouderinvestering in vplsucces kinderen die een groter vplsucces zullen hebben worden bevoordeeld congenitale afwijkingen gezonde babie hypothese leeftijd kind : kans op kindermoor kleiner naarmate kind ouder => kind wordt waardevoller, en het vervangen zou veel meer inverstering vragen
alternatieven voor ouderzorg ouder vrouwen minder kindermoord, jonge vrouwen kiezen minder voor ouderinvestering en meer voor andere fitness verhogende dingen ongehuwde moeders plegen vaker kindermoord vaders : als onzekerheid hoog : minder vaderzorg en meer KTR
ouder/kind conflict drie hypothesen - speentijd - ouders willen dat kinderen elkaar meer waarderen - ouders straffen conflicten tussen kinderen en belonen samenwerking in utero => foetus honger, scheidt stoffen uit die vasoconstrictie veroorzaken, mama bloeddruk stijgt, foetus meer eten, mama nierproblemen oedipus complex Frued zegt ja, hoofdstuk 5 en 6 zeggen nee
HOOFDSTUK 8 : VERWANTSCHAP Hamilton inclusiebe fitness => theoretishe implicaties - broers en zussen: 50 % verwant => ambivalente relatie - halfbroers en –zussen : 25 % verwant => nog geen onderzoek naar gedaan - grootouders en kleinkinderen : 25 % grootmoederhypothese empirische bewijzen inclusieve fitness bij de mens: hulpgedrag bij vrouwen in los angeles
grotere r, meer hulp hulp bij levensgevaar : idem nalatenschap investering grootouders : MoMo > MoFa > FaMo > FaFa ooms en tantes : idem vrouwen in de loop van de evolutie meer baat gehad bij interactie met familie, mannen eerder aan KTR breder perspectief van de evolutie van familie - ecologische ordenning - familiale voordelen
HOOFDTSUK 9 : SAMENWERKENDE
ALLIANTIES
Wederkerig altruïsme Tit for tat Prisoner’s dillema Vb’en :- vampiers die elkaar bloed geven - bavianen; alliantie mannetjes, om te beurten paren - chimpansee-politiek sociaal contact probleem : bedriegen => vijf cognitieve kwaliteiten die een mens in staat stellen om bedriegers te herkennen : 1. 2. 3. 4. 5.
de mogelijkheid om veel verschillende mensen te herkennen “ vroegere interactie herinneren communicatie noden van een ander juist in schatten kosten en baten afwegen, onafhankelijk van de eigenheid van het geruilde waar
psychologie van vriendschap niet verklaard door inclusief en niet door wederkerig niet per se kosten pardox van de bankier onvervangbaar worden meer duidelijkheid door meer onderzoek
HOOFDSTUK 10 : AGRESSIE EN OORLOG Instinct theorie van freud en lorenz => fout want geen rekening houdend met individuele en culturele verschillen Agressie als een oplossing voor adaptieve problemen 1. 2. 3. 4. 5. 6.
verwerven van hulpbronnen van anderen verdediging tegen aanval verzwakken van intrasexuele rivalen verhogen van status in de hiërarchie afschrikken anderen afschrikken van partner van ontrouw
waarom zijn mannen agressiever dan vrouwen mannen grotere voorplantingsvariantie => meer selectie voor risicovolle strategieën. Bij grote variantie (mannen) loont rendeert het meer om zich op de curve van aan het uiteinde met de hoogste waarde te bevinden, dan wanneer de variantie klein is (vrouwen). leidt tot zeer geweldadige competitie binnen de sexe met de grootste variantie agressie ook bij vrouwen, maar vnl verbaal, kwaadsprekerij om de voortplantingswaarde te schaden => minder risicovol dan bij mannen empirische aanwijzingen meta-analyse : mannen > vrouwen intrasexuele moorden : idem intrasexuele pesterijen op school : idem australische aboriginals : idem, als vrouwen wapens gebruiken : eerder stok dan mes young male syndrome
man – man agressie huwelijk en werk : ongehuwde en werkelozen grotere risico’s status en reputatie : in EEA noodzaak seksuele jalozie en intraseksuele rivaliteit
vrouw – vrouw agressie intresexuele rivaliteit : verbaal, neerhalend over lichamelijk aantrekkelijkheid en promiscuïteit
man – vrouw agressie vermoeden van ontrouw het beëindigen van de relatie door de vrouw jonge vrouwen hebben een hoger vplwaarde en veroorzaken daarom een groter jamoezie
vrouw-man agressie verdediging tegen aanvallen vrouw werd langdurig mishandeld
Oorlogvoering
=> mannenzaak
Evolutie : ook chimp, bonobo niet Voorwaarden opdat coalitieagressie zou evolueren : 1. oorlog levert de kansen op meer bevruchtingen (zonder paternale investering) 2. leden van de coalitie moeten in de overwinning geloven 3. winst verdeeld a rato van geleverde deel van het gevecht 4. sluier van onwetendheid : selectie zal verhinderen dat iemand die zeker weet gedood te worden , toch zal deelnemen aan het geweld. - enkel mannen vormen geweld-coalities - mannen schatten hun vechtcapaciteiten in - oorlog vaak veroorzaakt door conflicten over vrouwen + verkrachtingen moordmodules twee hypothesen omtrent evolutionair verklaren van moord
1. mensen hebben de mogelijkheid agressie te vertonen voor diverse biologische doeleinden (zie hoger); onder normale omstandigheden leidt dit tot sublethaal geweld, maar soms kan dit ‘uitglijden’ tot moord 2. mensen, vooral mannen, hebben moordmodules ontwikkeld die de motivatie voor het doden van soortgenoten moeten oproepen onder specifieke omstandigheden waarbij de baten groter zijn dan de kosten onderzoek steunt 2. maar meer onderzoek is nodig.
HOOFDSTUK 11 : STATUS, PRESTIGE EN SOCIALE DOMINANTIE DH heeft geen functie, maar is een eigenschap van de groep Vaak lineair, soms cirkelvorming, som despotisme Evolutietheorie over de sexuele verschillen in het streven naar status Hoge DS vergroot vplmogelijkheden van een man door 1. hij zal eerder verkozen worden 2. hij kan meer vrouwen veroveren dan ondergeschikte mannen status en sexuele kansen dominante mannen meer vrouwen, meer overspel streven mannen meer naar een hogere status dan vrouwen ? mannen hebben een sterker voorkeur voor het bestaan van hiërchieën dan vrouwen sexuele verschillen in de expressie van dominantie vrouwen : sociale dominantiehandelingen mannen : egoïstische dominantiehandelingen theorie van het houden van de sociale aandacht SAHP Dominantie determinanten Leeftijd en ervaring Verbale en non-verbale indicatoren Lichaamsgrootte en dominantie Testosteron en dominantie Serotonine en dominantie
houding en stemkenmerken
Oorzaak gevolg Nog onderzoek nodig naar algemene determinanten => crosscultureel Strategieën van ondeworpenheid Drang tot gehoorzamen Decieving down Leedvermaak
HOOFDSTUK 12 : TERRITORIALITEIT
Verkeerde opvatting dat een territorium altijd verdedigd moet worden, het omgekeerd is eerder waar : een terrotorium wordt gevstigd om conflicten te vermijden Binnen-binnen territoria Verkeersagressie : auto = mobiel territorium Behouden van afstand Intieme afstand Persoonlijk afstand Sociale afstand Publieke afstand
0 - 40 cm 40 – 120 cm 120 – 400 cm 400 – 800 cm
cultureel bepaald invasie van persoonlijk afstand leidt tot overspronggedrag
HOOFDSTUK 13 : COMMUNICATIE Vier voorwaarden om van communicatie te spreken : 1. signaal wordt geproduceerd door actor 2. signaal wordt ontvangen door reactor 3. reactor vertoond respons op signaal 4. respons is biologisch relevant olfactorisch communicatie feromonen - signaalfunctie - primerfunctie => werken direct in op de hersenen, men kan er zich niet aan onttrekken VNO Mannen Vrouwen
: Androstenol – Androstenon : copulines is vaginale secreties
Oksels : transpartievocht rijk aan proteïnen, door eigen bacterieënflora afgebroken => individuele geur + geslachtafhankelijk Mensen hebben een lange termijns geheugen voor geuren. VN staat in directe verbinding met limbisch systeem => emoties Oksels feromenen synchroniseren menstruele cyclus bij vrouwen => allemaal samen vruchtbaar => vrouw meer controle over overspel van haar partner. Geur ~ histocompatibiliteit : verschillend is aantrekkelijk => nakomelingen sterker Zweetrituelen Tactiele communicatie Vrijstelling endorfines => kalmerend, vriendelijk stemmend Handenschudden
Verdraagzaamheid van aanraking: Mannen : sexe Vrouwen : bekendheid Taboezones universeel Grooming ~ vlooien, nvl vrouwen. Bij niet-humane primaten is vlooien een sterk bindmiddel om de groepsleden bij elkaar te houden Zoenen ~ mond aan mond voeding Secundaire ritualisatie handkus Autogrooming bij gebrek aan partner Visuele communicatie Expressieve bewegingen. Bv Tong uitsteken
~ babie die geen honger heeft Omlaag : beledigend Omhoog : vriendelijk Een beetje : sexie
Gezichts uitdrukkingen Neocortex gyrus fusiformes => lesie prosopagnosie Bewegingen van de ogen => witte oogbol Pupillen Kijkrichting heel nauwkeurig bepalen Wenkbrauwgroet = universeel ~ aangeboren Snel : herkenning interesse Traag : nieuwsgierigheidn verassing en onderzoek of misnoegen Glimlach ; vriendelijkheid, kalmeringsgedrag, ondewerpingsgebaar, sociaal contact Optrekken ooglid : vermanende functie Antithese principe Negatieve gewaarwording : gezicht wordt gesloten Neen schudden : afwijzen van moederborst door voldane babie Sterke motivatie om te reageren op faciale prikkels proef met electrodemale reactie fysiologische reacties op faciale expressie van iemand anders : angst : HS stijgt, TH daalt vreugde : HS en TH stijgen een beetjes woede : HS en TH stijgen erg afkeer : HS en TH dalen gebaren, lichaamhoudingen en bewegingen met een expressief karakter : wijzen met wijvinger ~ universeel lichaamsmanipulators en lichaamsillustrators dominante mensen houden zich rechter => hoeden, schouderverbredingen e.d. gat toekeren : zowel negatief (anale presentatie, geritualiseerde defaecatie) als positief (genitale presentatie, geritualiseerde parings-invitatie)
HOOFDSTUK 14 : DE EVOLUTIE VAN TAAL
Primaten grote hersenen Verband neocortex en groepsgrootte groepsleven levert nieuwe problemen ivm de informatieverwerking die nodig is om de groep bijeen te houden => grotere neocortex theory of mind mens intentionaliteit vierde orde mensapen tweede of derde andere primaten max twee of een grotere neocortex laat tactisch bedorg toe mens : neocortex grootte voorspelt groepsgrootte van 150 = aantal mensen dan men goed kent aantal mensen waaraan men een vrijblijvende gunst kan vragen aantal mensen dan in gemeenschappen in veel culturen samenleeft primaten 50 : meer dan 50 zou leiden tot een te grote proportie tijd die aan vlooien besteed moet worden, ende groep zou barsten taal biedt oplossing : - niet dyadisch, groter bereik => later ontwikkeld tot informatiekanaal - grotere verspreiding van informatie - zichzelf sneller en uitgebreid kenbaar maken taal als bindmiddel twee voorspelling 1. conversatiegroep groter dan vlooi-groepen 2. tendens naar sociaal gebabbel kloppen beide Endorfines als bekrachtigers Vlooien => aanraking => endorfines Taal => geen endorfines meer Functie van lachen => endorfines vrijstellen Is aangetoond Babbelen = vlooien op afstand Neuro-anatomische benadering Voorste taal gebied => gebied van BROCA Achterste => gebied van WERNICKE Verbinding = fasciculus arcuatus Basisschema : Wernicke (bevat woord betekenissen) => fasciculus arcuatus => broca (maakt er een motorisch programma van) => motorische cortex
Een gehoord woord uitspreken : Auditieve cortex => wernicke => basisschema Spellen van een gehoord woord : Auditieve cortex => wernicke => gyrus angularis (maakt van auditief woord een visueel woord) => wernicke => basisschema Uitspreken van een gelezen woord : Visuele cortex => secundaire visuele cortex => gyrus angularis => wernicke => ... Opschrijven van een gehoord woord Auditieve cortex => wernicke => gurys angularis => visuele cortex => wernicke => ... Opschrijven van een gelezen woord Idem uitspreken gelezen woord, maar naar schrijfmotorische cortx ipv spreekmotorische cortex Gyrus angularis => omzetting auditieve taal in visuele taal Illustreert dat gesproken taal (meer dan 100.000 jaar) veel ouder is dan geschreven taal (enkele duizenden jaren) Verband evolutie van taal en productie van werktuigen hypothese Samenstellen van odnerdelen tot complexe werktuigen ~ samenstellen woorden dezelfde complexe neurale structuur als deze van taal (enige aanwijzing = gebeurt in frontale lob, waar ook broca ligt)