installatie- en gebruikershandleiding Flesst Systeem
installatie- en gebruikershandleiding Flesst Systeem
Geachte klant, Bedankt voor de aanschaf van Flesst. Deze handleiding bevat alle benodigde informatie om snel vertrouwd te raken met het product. Wij verzoeken u vriendelijk om deze informatie zorgvuldig door te nemen, alvorens met het product te gaan werken. Deze handleiding is bedoeld voor de installateur en de gebruiker van het Flesst systeem. Via de inhoudsopgave kunt u de informatie die u nodig heeft terugvinden in de handleiding. Dit is de oorspronkelijke handleiding. Bewaar deze handleiding goed! Naast deze handleiding is er ook een digitale handleiding beschikbaar.
Voor meer informatie of het bestellen van handleidingen, neem contact op met: FLESST BV Koekoeksweg 6 8084 GM ‘t Harde Nederland Tel: Fax: E-mail: www:
+ 31 (0)525 651 954 + 31 (0)525 651 034
[email protected] www.flesst.nl
Document version: V1 07-2013
Inhoud
Proloog 1. Inleiding 1.1. Beschrijving product 1.2. Verklarende woordenlijst 1.3. Gebruikte symbolen 2. Technische specificaties 2.1. Algemene product specificaties 2.1.1. Daktypes 2.2. Omgevingsinvloeden 2.3. Gereedschappen nodig voor de installatie van het Flesst systeem 2.4. Belangrijkste onderdelen 2.4.1 Onderdelen Flesst Systeem 2.4.2. Onderdelen Flesst Koppeltouw 2.4.3. Overige materialen 2.4.4. Persoonlijke beschermingsmiddelen compatibel met het Flesst systeem 3. Voorzorgsmaatregelen en veiligheidsinstructies 4. Montage, installatie en ingebruikname 4.1. Algemeen 4.2. Voorbereiding 4.3. Plaatsen Multiplex stroken 4.3.1. Vastzetten multiplex stroken op dak zonder ingestorte latten 4.3.2. Vastzetten multiplex stroken op dak met ingestorte latten 4.4. Ruitersteunen aan het ruitersteunprofiel vastzetten 4.5. Plaatsen van de ruitersteunprofielen op het dak 4.6. Het invoeren van ondervorsten in het ruitersteunprofiel 4.7. Het invoeren van de Flesst Loopwagens 4.8. Het monteren van de Flesst koppelunit 4.9. Het plaatsen van de pendulestops 4.10. Het demonteren van de rangeerblokken 4.10.1. Het terugplaatsen van de rangeerblokken 4.11. Optioneel: het plaatsen van een Wolfseind profielunit. 4.12. Optioneel: het plaatsen van een Flesst D-ring 4.13. Het aanbrengen van de nokvorsten 4.13.1. Het aanbrengen van vullatten tbv. de nokvorsten 4.14. Het aanbrengen van de dakpannen en het bevestigen van de ondervorsten 4.15. Het aanbrengen van de stalen trekkabel en het Terminal-blok 5. Gebruik 5.1. Algemeen 5.2. Voorbereiding voor gebruik 5.3. Het vastzetten van het Flesst koppeltouw 5.4. Het dak betreden 5.5. Het plaatsen en uitnemen van accessoires 5.6. Het verlaten van het dak en het loshalen van het Flesst koppeltouw 6. Onderhoud en inspectie Flesst Systeem 7. Onderhoud en inspectie Flesst koppeltouw 8. Reparatie 9. Milieu en afdanken 10. Garantievoorwaarden Bijlage I. EG verklaring van overeenstemming [FLESST valbeveiliging systeem] Bijlage II. EG verklaring van overeenstemming [FLESST Koppeltouw] Bijlage III. Identificatiekaart van het product Bijlage IV. Periodieke inspectie en overzicht reparaties
4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 8 8 8 9 10 10 10 11 11 12 12 13 15 15 17 18 19 19 20 20 21 22 23 24 27 27 27 27 30 31 33 35 35 35 36 36 37 38 39 40
3
Proloog
Flesst Systeem
Het gepatenteerde Flesst systeem stelt gebruikers voor het eerst in staat zich vanaf de ladder automatisch aan te lijnen aan een veiligheidslijn. Een gebruiker kan zodoende zelfs steile en uiterst kwetsbare daken veilig betreden. Een duizend jaar oud probleem Om veilig een schuin dak te kunnen betreden moet een dakbetreder gebruik maken van een veiligheidssysteem dat zich boven hem bevindt. Idealiter moet dit systeem de gebruiker in staat stellen in één rechte lijn omhoog te klimmen, zonder gebruik te hoeven maken van dakhaken, paaltjes of hiermee vergelijkbare producten. Dit wordt mogelijk als op het hoogste punt van het dak een veiligheidssysteem aangebracht is, bij voorkeur in de nok. Dan kan van dakvoet tot nok veilig worden gewerkt. Het bereiken van dit punt is echter een uitdaging. Eén waar al velen zich over gebogen hebben. Wat voor iedereen duidelijk is, is dat het ongezekerd omhoog gaan om dit punt te bereiken, het nut van het veiligheidssysteem ondermijnt. Dit zal, dankzij Flesst niet langer nodig zijn. Vanaf nu is het voor iedereen mogelijk zelfs de meest kwetsbare monumentale daken, veilig te betreden. De oplossing In twee jaar tijd is Flesst er in geslaagd het Flesst Connection System® te ontwikkelen. Dit systeem zal in de komende jaren een revolutie op het gebied van veiligheid op schuine daken veroorzaken. Het Flesst systeem is een technisch hoogwaardig product, ontwikkeld en geproduceerd in Nederland. Met dit systeem wordt het mogelijk om vanaf de dakvoet, voordat men het dak betreedt, een veilige verbinding tot stand te brengen met het hoogste punt van het dak. Het Flesst Connection System® maakt het voor vakmensen mogelijk om op het dak zowel veilig als comfortabel hun werkzaamheden uit te voeren.
1.
1.1.
Inleiding
Flesst Systeem
Beschrijving product Het Flesst systeem is een valbeveiligingssysteem voor werkzaamheden op hellende daken. De gebruiker heeft zowel horizontaal als verticaal volledige bewegingsvrijheid. Het Flesst systeem is ontwikkeld en geconstrueerd om personen met gebruikmaking van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm’s) tegen vallen te beveiligen (richtlijn 89/686/EG). Het Flesst systeem kan ook gebruikt worden om door Flesst goedgekeurde accessoires, zoals dakladders, op het dak te zekeren. Elk ander gebruik wordt beschouwd als oneigenlijk gebruik. Flesst B.V. kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt door oneigenlijk, verkeerd of onverstandig gebruik. Lees en begrijp deze handleiding volledig. Flesst B.V. geeft een CE keurmerk af voor wat betreft het Flesst valbeveiligingssysteem. Daartoe is een Technisch Constructie Dossier beschikbaar. De veiligheid moet altijd gewaarborgd zijn, zodat de gebruiker, de installateur en derden veilig gebruik kunnen maken van Flesst. Vóór in gebruikname dient een goedgekeurd ‘Technisch Dossier’ afgegeven te worden door een Flesst aangewezen gecertificeerd bedrijf.
1.2. Verklarende woordenlijst Ladder opstelplek De plaats waar gebruikers de ladder plaatsen om het dak te kunnen betreden. Deze plaats is aangegeven in het ‘Technisch Dossier’. PBM Persoonlijk beschermingsmiddel RI&E Risico inventarisatie en -evaluatie TRA Taak risico analyse 1.3. Gebruikte symbolen In deze installatie- en gebruikershandleiding worden, om de aandacht te vestigen op bepaalde onderwerpen of acties, de volgende markeerconventies gebruikt.
!
Waarschuwing! Een waarschuwing duidt op ernstige schade aan de gebruiker of aan het product, als de gebruiker de procedures niet zorgvuldig uitvoert.
!
Voorzichtig! De markering “Voorzichtig” duidt op schade aan het product of de omgeving, als de gebruiker de procedures niet zorgvuldig uitvoert.
! Let op! De opmerking “Let op” maakt de gebruiker attent op mogelijke problemen. ! Tip! De markering “Tip” geeft de gebruiker suggesties en adviezen om bepaalde taken gemakkelijker of handiger uit te voeren.
5
2. Technische specificaties Flesst Systeem
2.1. Algemene product specificaties Maximale werklast: 125 kg/meter Minimale profiellengte
1,50 meter
Aantal personen:
Systeem is gecertificeerd voor gelijktijdig gebruik door maximaal 5 personen aan één zijde van het dak.
2.1.1. Daktypes Het Flesst valbeveiligingssysteem is geschikt voor de volgende daken:
Wolfsdak
Kruis zadeldak
Mansarde dak
Schilddak
Sleepdak
Zadeldak
Zwaarddak
Zadeldak met kilkeeper
2.2. Omgevingsinvloeden Het Flesst valbeveiliging systeem is bestand tegen alle normale atmosferische omstandigheden. 2.3. Gereedschappen nodig voor de installatie van het Flesst systeem
Rolmaat
Smetlijn
Afkortzaag
Inbussleutel 2, 3, 4, 6
Steeksleutel 13, 17
Nijptang
Hamer
Kitspuit
Schroevendraaier (Zie paragraaf 4.3.1 en 4.3.2 om te bepalen welk type voor u van toepassing is)
Metaalzaag (indien de ruitersteunprofielen ingekort moeten worden)
PBM Schroevendraaier Torx 20, 30
Vereiste Persoonlijke beschermingsmiddelen
2.4. Belangrijkste onderdelen 1. Controleer aan de hand van uw bestelling of alle onderdelen aangeleverd zijn. Kijk ook of alle onderdelen onbeschadigd zijn.
! Waarschuwing! Neem nooit een systeem in gebruik waaruit onderdelen ontbreken of waarin beschadigde of niet door Flesst goedgekeurde onderdelen gebruikt worden.
2.4.1 Onderdelen Flesst Systeem In de onderstaande tabel vindt u de naamgeving van het Flesst systeem zoals gebruikt in deze handleiding.
4 1
2
2a
14
14a 14b
3
16
3a
8
3b
9
5
6a
6b
6c
6
7
15
10
11 12
13
1
Flesst koppelstift
9
Terminal blok
2
Pendulestop A. Bevestigingsplaat pendulestop
10
Flesst ruitersteun
3
Flesst koppelunit A. Katrolhuis B. Ankerblok koppelunit
11
Blauwe Flesst ruitersteun schroeven
4
Flesst ruitersteunprofiel*
12
Ruitersteun slotbout en borgmoer
5
Topvent ondervorst
13
Ventilerende pannenlat (verplicht voor vlakke dakpannen, optioneel voor andere types)
6
Flesst rangeerblok* A. Blauw instructielabel B. O-ringen C. Inbus bouten
14
Flesst D-ring (optioneel) A. D-ring B. Ankerblok D-ring
7
Flesst loopwagen
15
Flesst bliksem antenne (optioneel)
8
Stalen trekkabel met terminal
16
Flesst wolfseind profielunit (optioneel)
*Niet ieder Flesst ruitersteunprofiel is voorzien van rangeerblokken
7
2.4.2. Onderdelen Flesst Koppeltouw Het Flesst koppeltouw dient gebruikt te worden bij het betreden van het dak middels het Flesst systeem. De naamgeving van de verschillende onderdelen van het Flesst koppeltouw is in de onderstaande tabel weergegeven.
1 2 3 4 4a
5
1
Koppeltouw
4
Release adapter A. Release knop
2
Connector beschermingshoes
5
Borgring
3
Connector
2.4.3. Overige materialen De onderstaande materialen zijn nodig voor de installatie van het Flesst systeem, maar worden niet standaard meegeleverd. Watervast verlijmde stroken multiplex, minimaal klasse 3 Exterieur De multiplex stroken moeten 250 mm breed zijn. De totale lengte van de stroken moet twee keer de lengte van de ruitersteunprofielen bedragen. De dikte van de multiplex stroken moet in alle gevallen minimaal 18 mm bedragen. Montageschroeven voor stroken multiplex Type schroef afhankelijk van het type isolatie. (Zie paragraaf 4.3.1 en 4.3.2 om te bepalen welk type voor u van toepassing is) T30 Nokvorstschroeven en neopreen volgringen De lengte van de schroef is afhankelijk van de bevestigingsmethode van de nokvorsten op de Flesst ruitersteunprofielen. (Zie paragraaf 4.13 om te bepalen welke lengte voor u van toepassing is) Opvullatten Afhankelijk van het type dak en de gebruikte nokvorsten. Zie paragraaf 4.13. Polymeerkit Hechtprimer Karabijnhaak De karabijnhaak is niet bedoeld als onderdeel van het Flesst systeem, het dient enkel als hulpmiddel tijdens de installatie. 2.4.4. Persoonlijke beschermingsmiddelen compatibel met het Flesst systeem
! Waarschuwing! Om het dak te kunnen betreden met het Flesst systeem heeft u een eigen veiligheidslijn, een lijnklem
(type: Petzl ASAP B71) met schokdemper (type: Petzl Absorbica L57) en een veiligheidsharnas nodig. (zie ook pagina 30) De veiligheidslijn, lijnklem, schokdemper en het veiligheidsharnas zijn niet meegeleverd bij het Flesst systeem. ! Waarschuwing! Alle persoonlijke beschermingsmiddelen die gebruikt worden in combinatie met het Flesst systeem dienen te voldoen aan Richtlijn 89/686/EG persoonlijke beschermingsmiddelen. ! Waarschuwing! Alle persoonlijke beschermingsmiddelen die gebruikt worden in combinatie met het Flesst systeem dienen jaarlijks gekeurd te worden door een hiervoor gecertificeerde instantie. Lijnklem Schokdemper
Petzl ASAP B71 Petzl Absorbica L57
Voor een actuele lijst met voor Flesst geschikte producten, gaat u naar de website van Flesst: www.flesst.nl.
3.
Voorzorgsmaatregelen en veiligheidsinstructies Flesst Systeem
Installatie
Algemeen • Waarschuwing! Gebruik tijdens de installatie altijd de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen. • Waarschuwing! Voor het installeren van het Flesst valbeveiliging systeem is specifieke deskundigheid vereist en mag daarom alleen door Flesst gecertificeerde bedrijven worden uitgevoerd. • Waarschuwing! Gebruik voor de installatie van het Flesst systeem alleen de door Flesst aangeleverde of door Flesst voorgeschreven onderdelen. De correcte werking van het Flesst systeem kan anders niet gegarandeerd worden. • Waarschuwing! Installeer het Flesst systeem conform specificaties leverancier. Voorbereiding • Let op! De ruitersteunprofiel lengte is vooraf bepaald. Verifieer de lengte van de profielen voordat u deze besluit in te korten. • Waarschuwing! Tijdens het slijpen of zagen komen scherpe aluminium deeltjes vrij. Gebruik daarom altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen. Plaatsen multiplex stroken • Waarschuwing! (Voor isolatie zonder ingestorte latten) Zorg ervoor dat bevestigingsschroeven van het multiplex niet naast de nokgording gedraaid worden. Het multiplex zit dan niet voldoende vast! • Waarschuwing! (Voor isolatie met ingestorte latten) Zorg ervoor dat de bevestigingsschroeven van het multiplex niet naast de ingestorte latten gedraaid worden. Het multiplex zit dan niet voldoende vast! Plaatsen van de ruitersteunprofielen op het dak. • Waarschuwing! Houd voor de tussenruimte tussen de profielen altijd de aanwijzingen op de dilatatie stickers aan. • Waarschuwing! Gebruik voor het bevestigen van de ruitersteunen op de multiplex stroken alleen de bijgeleverde blauwe Flesst ruitersteun schroeven. Het invoeren van de Flesst loopwagens • Let op! De beschermfolie van de kleefstrook aan de onderzijde van de ondervorsten in deze fase (zie paragraaf 4.7) NIET verwijderen. Het plaatsen van de pendulestops • Let op! Afhankelijk van de plaatsing, kan een rangeerblok of een Flesst koppelunit ook dienen als stop. Plaats in beide gevallen alsnog pendulestops ter borging. • Waarschuwing! Indien het rangeerblok gebruikt wordt als stop, dient de pendulestop aangebracht te worden tussen het rangeerblok en het open uiteinde van het profiel. Het demonteren van de rangeerblokken • Let op! Bewaar de losgehaalde bevestigingsmiddelen zorgvuldig. Deze heeft u nodig bij terugplaatsen van het rangeerblok. Het aanbrengen van de nokvorsten • Let op! Zorg ervoor dat alle onderdelen die in de profielen opgenomen moeten worden, zoals Flesst loopwagens, koppelunits en rangeerblokken geplaatst zijn, voordat u met deze fase begint. (zie paragrafen 4.7 - 4.12) • Waarschuwing! Controleer of de pendulestops op de juiste wijze geplaatst zijn voordat u met deze fase begint. (zie paragraaf 4.9) • Waarschuwing! De nokvorst schroeven moeten altijd tot in het ruitersteunprofiel gedraaid worden. Alleen dan zijn de nokvorsten voldoende geborgd. Het aanbrengen van de dakpannen en het bevestigen van de ondervorsten • Let op! Dek in deze fase (paragraaf 4.14) niet verder dan de ladder opstelplek. • Let op! Zorg ervoor dat het waterdichte deel van de ondervorst lijnt met de bovenzijde van de pannen en voorkom gootvorming. Het aanbrengen van de stalen trekkabel en het Terminal-Blok • Waarschuwing! Hanteer de aangegeven doorvoerrichting van de stalen trekkabel door de koppelunit. (zie paragraaf 4.15) Wanneer u de kabel vanaf het verkeerde gat invoert, zal de koppelunit niet werken!
Gebruik • • • • • • • • • • • • Het • • • • Het • • • Het • • • Het • • •
Waarschuwing! Gebruik het Flesst systeem alleen wanneer u hier fysiek en mentaal toe in staat bent. Waarschuwing! Het Fless koppeltouw is een persoonlijk beschermingsmiddel en moet zodoende jaarlijks gekeurd worden door een door Flesst gecertificeerde instantie conform EN365. Waarschuwing! Controleer voor gebruik het Flesst koppeltouw en de stalen trekkabel met terminal altijd op beschadigingen. Het touw mag niet gerafeld zijn en/of andere gebreken vertonen. De release adapter en de connector mogen geen barsten en/of andere gebreken vertonen. De stalen trekkabel mag geen scheuren of andere zichtbare beschadigingen hebben. Indien u beschadigingen constateert mag u het Flesst systeem NIET gebruiken. Waarschuwing! Controleer voor gebruik het Flesst koppeltouw altijd op verontreiniging. Vuil, zand en andere materie in de Flesst connector kunnen ertoe leiden dat het Flesst koppeltouw niet meer correct functioneert. Gebruik het koppeltouw in dit geval NIET. Reinig de connector in dit geval zoals omschreven in hoofdstuk 7. Waarschuwing! Controleer voor gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen die u in combinatie met het Flesst systeem gebruikt. Waarschuwing! Een calamiteitenplan moet aanwezig zijn tijdens werkzaamheden met het Flesst systeem. Waarschuwing! Gebruik het Flesst systeem alleen in combinatie met door Flesst aangeleverde- of door Flesst goedgekeurde producten. Gebruik deze producten alleen op de door de producent voorgeschreven wijze. De correcte werking van het Flesst systeem kan anders niet gegarandeerd worden. Let op! Het Flesst systeem kan gebruikt worden in combinatie met verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen (bijvoorbeeld lijnklemmen). Een overzicht van deze producten kunt u vinden op de Flesst website: www.flesst.nl. Waarschuwing! Gebruik het Flesst systeem niet in combinatie met beschermingsmiddelen die een negatief effect hebben op elkaars functioneren. Waarschuwing! Maak geen aanpassingen of toevoegingen aan het Flesst systeem zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de producent. Let op! Het Flesst koppeltouw is alleen bedoeld om het dak te betreden, neem altijd een eigen lijn (conform richtlijn 89/686/EG) mee om uzelf aan een loopwagen te kunnen zekeren. Let op! Controleer voor gebruik of u de Flesst loopwagen soepel in het profiel heen en weer kan bewegen en of deze niet beschadigd is. vastzetten van het Flesst koppeltouw. Voorzichtig! Als u de hoes voor de connector niet gebruikt, loopt u het risico dat de dakpannen tijdens het gebruik van het koppeltouw beschadigd raken. Waarschuwing! Betreed het dak niet voordat u gezekerd bent aan het Flesst koppeltouw. Let op! Wees bij het omhooghalen van het koppeltouw bedacht op obstakels of scherpe randen op het dak. Waarschuwing! Controleer voor gebruik altijd of het koppeltouw geborgd is. Doe dit door twee maal krachtig aan het koppeltouw te trekken. dak betreden Waarschuwing! Om het dak te kunnen betreden met het Flesst systeem heeft u een lijnklem met schokdemper en een veiligheidsharnas nodig. Zowel de lijnklem, schokdemper als het veiligheidsharnas zijn niet meegeleverd bij het Flesst systeem. Voor een lijst met voor Flesst geschikte producten gaat u naar de website van Flesst: www.flesst.nl. Waarschuwing! Hanteer bij het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen altijd de veiligheidsvoorschriften van de producent. Let op! Het Flesst koppeltouw is alleen bedoeld om gezekerd de nok van het dak te bereiken. Aldaar dient u een EIGEN lijn aan een loopwagen te koppelen en om te zekeren naar uw eigen lijn. verlaten van het dak en het loshalen van het Flesst koppeltouw Waarschuwing! Verbreek uw zekering met het Flesst koppeltouw niet voordat u weer op de ladder staat. Waarschuwing! Ontkoppel het Flesst koppeltouw niet voordat u weer op de ladder staat. Voorzichtig! Hoewel de Flesst connector bedekt is met een zacht omhulsel, kan onzorgvuldig gebruik resulteren in beschadigingen van de dakpannen. plaatsen en uitnemen van accessoires Waarschuwing! Zeker uzelf tijdens het plaatsen en uitnemen van accessoires niet aan een loopwagen. Deze kan uit het ruitersteunprofiel schuiven wanneer het rangeerblok verwijderd is. Zeker uzelf in tijdens deze handeling daarom altijd aan het Flesst koppeltouw of eventueel aan een Flesst D-ring. Let op! Neem een Flesst D-ring mee wanneer u de koppelunit moet verwijderen om accessoires te plaatsen en/of uit te nemen via het rangeerblok. In tegenstelling tot de loopwagen, kunt u veilig omzekeren naar de D-ring wanneer het rangeerblok verwijderd is. Let op! Plaats de koppelunit altijd op dezelfde locatie terug wanneer u klaar bent met het plaatsen of uitnemen van accessoires. Zonder de koppelunit kunt u het dak niet gezekerd betreden.
Onderhoud en inspectie • • •
Waarschuwing! Reparaties of onderhoudswerkzaamheden aan het Flesst systeem mogen alleen uitgevoerd worden door een door Flesst gecertificeerd bedrijf. Waarschuwing! Vuil, zand en andere materie in de Flesst connector kunnen ertoe leiden dat het Flesst koppeltouw niet meer correct functioneert. Gebruik het koppeltouw in dit geval NIET, neem contact op met uw leverancier om het koppeltouw te laten reinigen. Waarschuwing! Het Flesst Koppeltouw is een persoonlijk beschermingsmiddel en moet zodoende jaarlijks gekeurd worden door een door Flesst gecertificeerde instantie, conform EN 365.
Reparatie •
Waarschuwing! Indien het Flesst systeem een val heeft opgevangen dienen de onderdelen die hieraan hebben blootgestaan te worden geinspecteerd. Dit dient gedaan te worden door een door Flesst aangewezen, gecertificeerde instantie, zelfs als er geen zichtbare beschadigingen zijn. Het systeem dient na vervanging van beschadigde onderdelen door een door de Flesst aangewezen, gecertificeerde instantie gekeurd te worden. Pas na schriftelijke toestemming van voorgenoemde instantie, mag het systeem weer gebruikt worden. De correcte werking van het Flesst systeem kan anders niet gegarandeerd worden.
9
4. Montage, installatie en ingebruikname Flesst Systeem
4.1. Algemeen
! Waarschuwing! Gebruik tijdens de installatie altijd de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen. ! Waarschuwing! Het installeren van het Flesst valbeveiliging systeem vereist specifieke deskundigheid en mag daarom alleen door Flesst gecertificeerde bedrijven worden uitgevoerd.
! Waarschuwing! Neem nooit een systeem in gebruik waaruit onderdelen ontbreken of waarin beschadigde of niet door Flesst goedgekeurde onderdelen gebruikt worden.
! Waarschuwing! Gebruik voor de installatie van het Flesst systeem alleen de door Flesst aangeleverde of door Flesst voorgeschreven onderdelen. De correcte werking van het Flesst systeem kan anders niet gegarandeerd worden.
! Waarschuwing! Installeer het Flesst systeem conform specificaties leverancier.
A
4.2. Voorbereiding 1. Stel, voor u begint met het plaatsen van het Flesst systeem een TRA/ RI&E op.
A=A
2. Tref de benodigde veiligheidsmaatregelen om het dak veilig te kunnen betreden. 3. Haal de Flesst ruitersteunprofielen uit de verpakking. 4. Meet de lengte van de nok en controleer of de totale lengte van de geleverde ruitersteunprofielen hiermee overeen komt. (Afbeelding 1)
A
1.
Controleren lengte ruitersteunprofielen
5. Indien de totale profiellengte te lang is, kort u het laatste profiel in met behulp van een doorslijpschijf of een metaalzaag. (Afbeelding 2)
A
X
! Let op! De profiellengte is vooraf
bepaald. Verifieer de lengte van de profielen voordat u deze besluit in te korten. ! Waarschuwing! Tijdens het slijpen of zagen komen scherpe aluminium deeltjes vrij. Gebruik daarom altijd de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen.
A+
PBM
2.
Inkorten ruitersteunprofielen
A=A+
6. Kort vanaf de bovenzijde van het dak - aan beide zijden over de gehele dakbreedte - de tengels 250 mm in. (Afbeelding 3) Dit dient zeer nauwkeurig te gebeuren, omdat dit rechtstreeks invloed heeft op de uitlijning van de profielen die op het multiplex bevestigd zullen worden. Gebruik daarom altijd een smetlijn voor het markeren van de zaaglijnen. Zorg ervoor dat de tengels haaks worden afgezaagd. De kopse kant moet zo vlak mogelijk te zijn, aangezien de multiplex stroken hierop komen te rusten.
250 mm
3.
Inkorten tengels met 250 mm
4.
Plaatsen multiplex stroken op het dak
5.
Vastzetten multiplex stroken aan nokgording (GOED)
4.3. Plaatsen Multiplex stroken 1. Leg de multiplex stroken zo strak mogelijk tegen de kopse kanten van de ingekorte tengels. (Afbeelding 4) 2. Ga naar paragraaf 4.3.1 voor het fixeren van de multiplex stroken op een dak zonder ingestorte latten. 3. Ga naar paragraaf 4.3.2 voor het fixeren van de multiplex stroken op een dak met ingestortte latten.
4.3.1. Vastzetten multiplex stroken op dak zonder ingestorte latten 1. Als het dak voorzien is van isolerende elementen zonder ingestorte latten, dan dient het multiplex aan de nokgording vastgezet te worden. U kunt hiervoor de schroeven gebruiken, die u ook gebruikt bij het vastzetten van de isolerende elementen. Gebruik voor elke multiplex strook minimaal één schroef per 60 cm en minimaal twee schroeven per strook. (Afbeelding 5)
! Waarschuwing! Zorg ervoor
dat bevestigingsschroeven van het multiplex niet naast de nokgording gedraaid worden. (Afbeelding 6) Het multiplex zit dan niet voldoende vast! 6.
Vastzetten multiplex stroken aan nokgording (FOUT)
11
4.3.2. Vastzetten multiplex stroken op dak met ingestorte latten 1. Indien de isolerende elementen voorzien zijn van ingestorte latten, dan kunnen de stroken multiplex met behulp van schroeven op deze latten bevestigd worden. Gebruik per lat minimaal twee 4,5x45 spaanplaat schroeven. (Afbeelding 7) 2. Draai de spaanplaat schroeven aan tot 5 Nm.
5 Nm 7.
Vastzetten multiplex stroken aan ingestorte latten (GOED)
8.
Vastzetten multiplex stroken aan ingestorte latten (FOUT)
! Waarschuwing! Zorg ervoor dat de bevestigingsschroeven van het multiplex niet naast de ingestorte latten gedraaid worden. (Afbeelding 8) Het multiplex zit dan niet voldoende vast!
4.4. Ruitersteunen aan het ruitersteunprofiel vastzetten 1. Zet de ruitersteunen met behulp van de bijgeleverde M10 slotbouten en borgmoeren vast op het ruitersteunprofiel. (Afbeelding 9) 2. Draai de borgmoeren aan tot 20 Nm. 3. Zorg ervoor dat op elk montagegat in het ruitersteunprofiel, een ruitersteun vastgezet wordt.
17 20 Nm 9.
Vastzetten ruitersteunen op ruitersteunprofiel
4.5. Plaatsen van de ruitersteunprofielen op het dak
! Let op! Uw Flesst product is speciaal voor u samengesteld. Houd daarom tijdens de installatie altijd het legplan dat bij uw Flesst product geleverd is, bij de hand.
1. Zet het eerste ruitersteunprofiel op de nok. (Afbeelding 10)
10. Plaatsen ruitersteunprofielen op het dak
2. Plaats twee koppelstiften volledig in de daarvoor bestemde uitsparingen. (Afbeelding 11) 3. Schuif het volgende ruitersteunprofiel over de stiften totdat de twee profielen vlak op elkaar aansluiten. Tussen alle profielen moet een dilatatie groef aangehouden worden (Afbeelding 12 A). Op elk profiel is een sticker aangebracht die de breedte van deze groef aangeeft (Afbeelding 12 B).
11. Plaatsen koppelstiften en aanschuiven ruitersteunprofielen
4. De volgorde waarin de profielen geassembleerd moeten worden staat beschreven in het legplan.
A B
! Waarschuwing! Houd voor de
tussenruimte tussen de profielen altijd de aanwijzingen op de dilatatie stickers aan (Afbeelding 12 B).
12. Bepalen dilatatie groef
13
! Waarschuwing! Gebruik voor
het bevestigen van de ruitersteunen op de multiplex stroken alleen de bijgeleverde blauwe Flesst ruitersteun schroeven. ! Waarschuwing! De schroeven mogen nooit in de naad tussen twee multiplex stroken geschroefd worden. De ruitersteun zal dan niet voldoende vast zitten! 5. Lijn de ruitersteunprofielen uit zoals bij een normale ruiter. Correcties ten behoeve van de uitlijning zijn mogelijk door de ruitersteunen te buigen. (Afbeelding 13) Alle ruitersteunen dienen plat op de multiplex strook te rusten.
13. Aanpassen hoek ruitersteunen
6. Schroef de ruitersteunen vast op het multiplex met behulp van de meegeleverde blauwe Flesst ruitersteun schroeven. (Afbeelding 14) 7. Zet elk been van de ruitersteunen vast met minimaal 10 schroeven. Zorg er hierbij voor dat de schroeven gelijkmatig verdeeld worden. 8. Draai iedere schroef aan tot 4 Nm.
Torx 20 4 Nm 14. Vastzetten ruitersteunen op multiplex stroken mbv. blauwe Flesst ruitersteun schroeven
9. Plaats vervolgens de bovenste pannenlatten. (Afbeelding 15) Wanneer het dak voorzien is van vlakke dakpannen, dient u de bijgeleverde ventilerende pannenlatten te gebruiken. Voor andere dakpannen is dit optioneel.
15. Vastzetten (ventilerende) pannenlatten
! Let op! Indien het fysiek niet
mogelijk is uw ruitersteunprofiel over de volledige lengte van de nok te plaatsen, dient u waar nodig de ruiter te verhogen tot het niveau van de ruitersteun profielen zodat de nokvorsten in een rechte lijn op het dak geplaatst kunnen worden. (Afbeelding 16)
16. Ophogen ruiter
4.6. Het invoeren van ondervorsten in het ruitersteunprofiel
! Let op! De ondervorsten zijn aan
één uiteinde van het profiel verlengd zodat ze overlappen met een aanliggende ondervorst.
1. Schuif de ondervorsten aan beide zijden in het ruitersteunprofiel. (Afbeelding 17)
17. Invoeren ondervorsten in ruitersteunprofiel
4.7. Het invoeren van de Flesst Loopwagens De Flesst loopwagens worden vanuit de fabriek recht afgeleverd. Voordat de loopwagens in het ruitersteunprofiel geplaatst kunnen worden, dient het vlakke plaatdeel van de loopwagen aan de dakhoek aangepast te worden. Voer hiervoor de volgende acties uit: 1. Leg van de eerste drie rijen dakpannen, de bovenste drie dakpannen op het dak. (Afbeelding 18)
18. Leggen tijdelijke dakpannen
15
2. Vouw beide ondervorsten los en vouw deze strak over de bovenste rij pannen. (Afbeelding 19)
5.
! Let op! De beschermfolie van de
kleefstrook aan de onderzijde van de ondervorsten in deze fase NIET verwijderen.
19. Ondervorsten strak over de pannen vouwen
! Let op! De Flesst loopwagen
heeft een boven- en een onderkant. (Afbeelding 20) De bovenkant is voorzien van een sticker die het buigbare gedeelte van het plaatdeel aangeeft (Afbeelding 20 A). ! Waarschuwing! Verbuig het plaatdeel alleen op de plaats die door de sticker aangegeven wordt.
Onderkant loopwagen A Bovenkant loopwagen 20. Flesst loopwagen
3. Verbuig het plaatdeel van de loopwagen ter hoogte van de buigsticker éénmaal zodat de loopwagen over de dakpannen heen kan bewegen. (Afbeelding 21)
! Tip! Vanuit het rangeerpunt kunt
u ook loopwagens, koppelunits en pendulestops invoeren. Zie ook paragraaf 4.10.
21. Ombuigen plaatdeel Flesst loopwagen
4. Plaats een karabijnhaak in het gat van de loopwagen en schuif de loopwagen in het ruitersteun profiel. (Afbeelding 22)
22. Plaatsen van loopwagen in ruitersteunprofiel
6. Controleer of de loopwagen en de karabijnhaak niet achter de pannen of ondervorsten blijven hangen. (Afbeelding 23) De karabijnhaak mag de dakpannen raken, maar mag niet blijven haken. 7. Wanneer de loopwagen en of de karabijn achter de pannen blijft haken, kunt u het plaatdeel ter hoogte van de buigsticker verder buigen. 23. Controle doorgang Flesst loopwagen over dakpannen en ondervorsten
8. Wanneer de karabijnhaak nog steeds achter de pannen of ondervorsten blijft hangen plaatst u, indien de constructie dit toelaat, de bovenste (ventilerende) pannenlat iets lager. (Afbeelding 24) 9. Herhaal de bovenstaande stappen voor de overige Flesst loopwagens. 10. Verwijder vervolgens de dakpannen weer. Deze worden in een volgende fase geplaatst. (zie paragraaf 4.14) 24. Lager plaatsen (ventilerende) pannenlat
4.8. Het monteren van de Flesst koppelunit 1. Schroef het katrolhuis van de Flesst koppelunit op het ankerblok met behulp van de vier bijgeleverde M6 inbusbouten. (Afbeelding 25) Zorg er hierbij voor dat er voldoende ruimte tussen het ankerblok en het katrolhuis zit om de koppelunit in het ruitersteunprofiel te kunnen schuiven.
4 25. Vastschroeven katrolhuis van de Flesst koppelunit op ankerblok
2. Plaats de koppelunit in het ruitersteunprofiel en schuif deze door tot aan de ladder opstelplek. (Afbeelding 26) De ladder opstelplek is aangegeven in het legplan. De precieze plaatsing van de koppelunit wordt beschreven in paragraaf 4.15. A
26. Positioneren Flesst koppelunit in ruitersteunprofiel
17
3. Draai de inbusbouten van de koppelunit aan tot 7,5 Nm. (Afbeelding 27)
4 7.5Nm 27. Vastzetten Flesst koppelunit
4.9. Het plaatsen van de pendulestops De pendulestops voorkomen dat loopwagens of andere accessoires uit het profiel kunnen lopen. Ook beperkt de plaatsing van de pendulestops het penduleren tijdens een val. 1. Bevestig de klemplaat op de pendulestop met behulp van twee M6 inbusbouten. (Afbeelding 28) Zorg er hierbij voor dat er voldoende ruimte tussen de klemplaat en de pendulestop zit om de pendulestop in het ruitersteunprofiel te kunnen schuiven.
4 28. Vastzetten klemplaat op pendulestop
2. Schuif twee pendulestops in zowel het eerste als het laatste ruitersteunprofiel. (Afbeelding 29) 3. Plaats de pendulestops conform het ‘technisch ontwerp’ van de leverancier. 4. Draai de inbusbouten van de pendulestops aan tot 15 Nm. (Afbeelding 30)
! Let op! Afhankelijk van de
plaatsing, kan een rangeerblok of een Flesst koppelunit ook dienen als stop. Plaats in beide gevallen alsnog pendulestops ter borging.
! Waarschuwing! Indien het
29. Plaatsen pendulestops
rangeerblok gebruikt wordt als stop, dient de pendulestop aangebracht te worden tussen het rangeerblok en het open uiteinde van het profiel.
4 15 Nm 30. Vastzetten pendulestops
4.10. Het demonteren van de rangeerblokken
! Let op! Ga voor een beschrijving van het demonteren van de rangeerblokken tijdens gebruik naar paragraaf 5.5. De rangeerblokken stellen u in staat om onderdelen in het ruitersteunprofiel te plaatsen zonder dat u daarvoor de onderdelen via de open uiteinden van het profiel hoeft toe te voeren. Op het moment dat u de pendulestops geplaatst heeft zijn de rangeerblokken de enige toegang tot de inhoud van de ruitersteunprofielen. Om een rangeerblok los te nemen voert u de volgende stappen uit: 1. Draai de twee bouten van het rangeerblok los. Gebruik hiervoor inbussleutel 6. (Afbeelding 31) 2. Neem vervolgens het rangeerblok uit het ruitersteunprofiel. 3. Verwijder ook de twee O-ringen vanonder de bouten en het blauwe instructielabel.
! Let op! Bewaar de losgehaalde
bevestigingsmiddelen zorgvuldig. Deze heeft u nodig bij terugplaatsen van het rangeerblok.
6 31. Loshalen rangeerblok
4.10.1. Het terugplaatsen van de rangeerblokken 1. Schroef het rangeerblok terug op zijn plaats met behulp van de twee bijgeleverde M8 inbusbouten. Vergeet ook de O-ringen en het blauwe instructielabel niet terug te plaatsen. (Afbeelding 32) 2. Draai de inbusbouten aan met 4,3 Nm.
6 4,3Nm 32. Terugplaatsen rangeerblok
19
4.11. Optioneel: het plaatsen van een Wolfseind profielunit. Indien u een wolfsdak of schilddak heeft, kunt u ervoor kiezen een Wolfseind profielunit aan de kopse kanten van uw ruitersteunprofiel te monteren. De Wolfseind profielunit biedt u de mogelijkheid om ook op de kopse kanten van uw dak geborgd te kunnen werken. 1. Schuif de Wolfseind profielunit in het ruitersteunprofiel en zet deze vast met de vier meegeleverde M8 bouten. (Afbeelding 33) 2. Draai de bouten aan met 20 Nm.
13 20 Nm 33. Vastzetten Wolfseind profielunit
4.12. Optioneel: het plaatsen van een Flesst D-ring De Flesst D-ring is een stationair alternatief voor de Flesst loopwagen. 1. Verwijder het rangeerblok indien nodig. (zie paragraaf 4.10) 2. Schroef de D-ring vast op het ankerblok met behulp van de vier meegeleverde M6 inbusbouten. (Afbeelding 34) Zorg er hierbij voor dat er voldoende ruimte tussen het ankerblok en de D-ring zit om de D-ring in het ruitersteunprofiel te kunnen schuiven.
4 34. Vastzetten D-ring op ankerblok
3. Schuif de D-ring in het ruitersteunprofiel via de opening van het rangeerblok. (Afbeelding 35)
35. D-ring in het ruitersteunprofiel plaatsen
4. Draai de inbusbouten van de D-ring aan met 7,5 Nm. (Afbeelding 36) 5. Plaats, indien verwijderd het rangeerblok weer terug (zie paragraaf 4.10.1)
4 7,5Nm 36. Vastzetten D-ring
4.13. Het aanbrengen van de nokvorsten
! Let op! Zorg ervoor dat alle onderdelen die in de profielen opgenomen moeten worden, zoals Flesst loopwagens, koppelunits en rangeerblokken geplaatst zijn, voordat u met deze fase begint.
! Waarschuwing! Controleer of de pendulestops op de juiste wijze geplaatst zijn voordat u met deze fase begint.
! Tip! U kunt een aanmerkelijke tijdwinst boeken door na het plaatsen van de ruitersteunprofielen, direct de nok af te werken met
nokvorsten. De aanwezige ruitersteunprofielen zorgen ervoor dat u de dakpannen ook na het aanbrengen van de nokvorsten nog op het dak kunt plaatsen. HET grote voordeel is dat u niet meer apart omhoog hoeft om de nokvorsten aan te brengen en de ondervorsten af te werken. Deze handleiding gaat uit van deze montagevolgorde.
1. Leg twee nokvorsten los op het ruitersteunprofiel en controleer of de loopwagens vrij onder de nokvorsten door kunnen lopen. (Afbeelding 37) 2. Wanneer de loopwagens WEL vrij onder de nokvorsten door kunnen gaat u verder naar de onderstaande stap 3. Wanneer de loopwagens NIET vrij onder de nokvorsten door kunnen, gaat u verder naar paragraaf 4.13.1. 37. Controle doorgang Flesst loopwagen onder de nokvorsten
3. Als de loopwagens onder de nokvorsten door kunnen, zet u alle nokvorsten direct vast op het ruitersteunprofiel met behulp van nokvorst schroeven en neopreen volgringen. Gebruik hiervoor een Torx 30 schroevendraaier. (Afbeelding 38) 4. Ga hierna door naar paragraaf 4.14. Torx 30 38. Nokvorsten vastzetten op het ruitersteunprofiel
21
4.13.1. Het aanbrengen van vullatten tbv. de nokvorsten
! Waarschuwing! De nokvorst
schroeven moeten altijd tot in het ruitersteunprofiel gedraaid worden. Alleen dan zijn de nokvorsten voldoende geborgd.
1. Wanneer de loopwagens in aanraking komen met de zijkant van de nokvorsten, plaatst u een vullat op de bovenzijde van het ruitersteunprofiel. (Afbeelding 39) 39. Plaatsen vullat op ruitersteunprofiel
2. Leg daarop twee nokvorsten en controleer opnieuw of de loopwagens vrij kunnen bewegen. (Afbeelding 40)
40. Controle doorgang Flesst loopwagen onder de nokvorsten
3. Als dit het geval is, zet u de vullat vast op het ruitersteunprofiel met behulp van nokvorst schroeven. Monteer vullatten over de gehele lengte van het dak. (Afbeelding 41)
Torx 30 41. Vullat vastzetten op het ruitersteunprofiel
4. Schroef vervolgens met behulp van langere nokvorst schroeven en neopreen volgringen, de nokvorsten vast op zowel de vullat als het ruitersteunprofiel. (Afbeelding 42)
Torx 30 42. Nokvorsten vastzetten op de vullat en het ruitersteunprofiel
4.14. Het aanbrengen van de dakpannen en het bevestigen van de ondervorsten
! Let op! Dek in deze fase niet verder dan de ladder opstelplek. ! Let op! Zorg ervoor dat het waterdichte deel van de ondervorst lijnt met de bovenzijde van de pannen en voorkom gootvorming. Begin nu met het aanbrengen van de dakpannen op het dak, tot aan het ladder opstelpunt. Verlijm, tijdens het dekken, de Topvent ondervorsten aan de bovenste dakpannen. Doe dit op de onderstaande wijze. 1. Trek de ondervorst uit zodat de ventilerende strook open komt te staan. (Afbeeldingen 43 en 44)
43. Ondervorst uittrekken
2. Bepaal in deze uitgetrokken positie waar de kleefstrip van de ondervorst verlijmt gaat worden op de bovenste dakpan.
44. Ondervorst in uitgetrokken stand
3. Maak het te verlijmen oppervlak van de dakpan schoon en droog. 4. Breng vervolgens hechtprimer aan op het te verlijmen oppervlak van de dakpan. (Afbeelding 45)
45. Opbrengen hechtprimer
5. Verwijder vervolgens de beschermfolie van de kleefstrook aan de onderzijde van de ondervorsten. (Afbeelding 46) 6. Plak de ondervorsten in uitgetrokken toestand op de bovenste dakpannen zodat de ventilerende strook van de ondervorst open staat. (Afbeelding 46)
46. Beschermfolie verwijderen en ondervorst plakken in uitgetrokken toestand
23
4.15. Het aanbrengen van de stalen trekkabel en het Terminal-blok 1. Verwijder tijdelijk de nokvorst(en) boven de Flesst koppelunit door de nokvorst schroeven los te draaien. (Afbeelding 47)
Torx 30 47. Nokvorsten boven de Flesst koppelunit verwijderen
2. Draai de vier M6 inbusbouten tussen het ankerblok en het katrolhuis van de Flesst koppelunit zo los dat u de koppelunit kunt verschuiven. (Afbeelding 48)
4 48. Losdraaien bouten Flesst koppelunit
3. Schuif vervolgens met de koppelunit, zodat deze zich recht boven de wel van de als laatst gelegde rij dakpannen bevindt, ter hoogte van de ladder opstelplek. In deze wel zal de stalen trekkabel gelegd worden. (Afbeelding 49)
4
4. Draai de inbusbouten van de koppelunit weer vast met 7,5 Nm. (Afbeelding 50)
7,5Nm 49. Koppelunit recht boven wel plaatsen
5. Volg de rij dakpannen ter hoogte van de Flesst koppelunit naar de dakvoet. (Afbeelding 51) 6. Fixeer in deze rij de één na onderste dakpan mechanisch. (Afbeelding 51)
51. Eén na onderste dakpan mechanisch fixereren.
50. Vastzetten Flesst koppelunit
7. Verlijm het Terminal blok rechtop in de wel van de mechanisch gefixeerde dakpan. (Afbeelding 52) U kunt het Terminal blok eenvoudig verlijmen met een polymeerlijm. Zorg er hierbij voor dat het te verlijmen oppervlak vet- en stofvrij is.
52. Verlijmen Terminal blok
8. Trek de stalen trekkabel door de Flesst koppelunit zoals aangegeven in de afbeelding 53.
! Waarschuwing! Hanteer de
aangegeven doorvoerrichting van de stalen trekkabel door de koppelunit. Wanneer u de kabel vanaf het verkeerde gat invoert, zal de koppelunit niet werken!
53. Stalen trekkabel door koppelunit voeren
9. Steek de terminal aan het uiteinde van de stalen trekkabel in het Terminal blok tot deze niet verder gaat. (Afbeelding 54)
54. Terminal in het Terminal blok steken
25
10. Draai de twee M4 inbusbouten aan de zijkant van het Terminal blok los. (Afbeelding 55)
2 55. Losschroeven inbusbouten Terminal blok
11. Voer het losse uiteinde van de stalen trekkabel door het Terminal blok en trek deze los-vast. (Afbeelding 56)
56. Stalen trekkabel door Terminal blok voeren
12. Knip vervolgens de kabel af achter het Terminal blok. (Afbeelding 57)
57. Afknippen stalen trekkabel
13. Draai vervolgens de twee inbusbouten aan de zijkant van het Terminal-blok weer vast met 0,3 Nm. (Afbeelding 58) 14. De stalen trekkabel is nu vastgezet. 15. Breng de rest van de dakpannen aan. Het Flesst systeem is nu klaar voor gebruik!
2 0,3Nm 58. Stalen trekkabel vastzetten in het Terminal blok
5. Gebruik
Flesst Systeem
5.1. Algemeen
! Waarschuwing! Het Flesst systeem mag alleen gebruikt worden door personeel gecertificeerd voor werkzaamheden op hellende daken.
! Waarschuwing! Gebruik het Flesst systeem alleen wanneer u hier fysiek en mentaal toe in staat bent. ! Waarschuwing! Het Flesst Koppeltouw is een persoonlijk beschermingsmiddel en moet zodoende jaarlijks gekeurd worden door een door Flesst gecertificeerde instantie om te voldoen aan Richtlijn 89/686/EG persoonlijke beschermingsmiddelen.
! Waarschuwing! Controleer voor gebruik het Flesst koppeltouw en de stalen trekkabel met terminal altijd op beschadigingen.
! ! !
! ! ! ! ! ! !
!
Het touw mag niet gerafeld zijn en/of andere gebreken vertonen. De release adapter en de connector mogen geen barsten en/ of andere gebreken vertonen. De stalen trekkabel mag geen scheuren of andere zichtbare beschadigingen hebben. Indien u beschadigingen constateert mag u het Flesst systeem NIET gebruiken. Neem in dit geval contact op met uw leverancier. Waarschuwing! Controleer voor gebruik het Flesst koppeltouw altijd op verontreiniging. Vuil, zand en andere materie in de Flesst connector kunnen ertoe leiden dat het Flesst koppeltouw niet meer correct functioneert. Gebruik het koppeltouw in dit geval NIET. Reinig de connector in dit geval zoals omschreven in hoofdstuk 7. Waarschuwing! Om het dak te kunnen betreden met het Flesst systeem heeft u een eigen veiligheidslijn, een lijnklem (type: Petzl ASAP B71) met schokdemper (type Petzl Absorbica L57) en een veiligheidsharnas nodig. (zie ook paragraaf 2.4.4) De veiligheidslijn, lijnklem, schokdemper en het veiligheidsharnas zijn niet meegeleverd bij het Flesst systeem. Let op! Het Flesst systeem kan gebruikt worden in combinatie met verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen. Een actueel overzicht van deze producten kunt u vinden op de Flesst website: www.flesst.nl. Waarschuwing! Controleer voor gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen die u in combinatie met het Flesst systeem gebruikt. Waarschuwing! Een calamiteitenplan moet aanwezig zijn tijdens werkzaamheden met het Flesst systeem. Waarschuwing! Gebruik het Flesst systeem alleen in combinatie met door Flesst aangeleverde- of door Flesst goedgekeurde producten. Gebruik deze producten alleen op de door de producent voorgeschreven wijze. De correcte werking van het Flesst systeem kan anders niet gegarandeerd worden. Waarschuwing! Gebruik het Flesst systeem niet in combinatie met beschermingsmiddelen die een negatief effect hebben op elkaars functioneren. Waarschuwing! Maak geen aanpassingen of toevoegingen aan het Flesst systeem zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de producent. Let op! Het Flesst koppeltouw is alleen bedoeld om het dak te betreden, neem altijd een eigen lijn (conform 89/686/EG) mee om uzelf aan een loopwagen te kunnen zekeren. Let op! Controleer voor gebruik of u de Flesst loopwagen soepel in het profiel heen en weer kan bewegen en of deze niet beschadigd is. Tip! Het gebruik van een Personal Rescue Device in combinatie met het Flesst systeem wordt aangeraden. Met het Flesst koppeltouw kunt u gezekerd het dak betreden. Het Flesst koppeltouw is alleen bedoeld om gezekerd de nok van het dak te bereiken. Aldaar dient u een eigen lijn aan een loopwagen te koppelen en om te zekeren naar uw eigen lijn. Deze lijn dient te voldoen aan richtlijn 89/686/EG persoonlijke beschermingsmiddelen. Hanteer bij het omzekeren van het Flesst koppeltouw naar de Flesst loopwagen altijd de procedure zoals beschreven in deze handleiding.
5.2. Voorbereiding voor gebruik 1. Voer, voor u het dak betreedt altijd een visuele inspectie uit om uzelf ervan te verzekeren dat het Flesst valbeveiligingssysteem zich in goede staat bevindt. Indien u gebreken constateert dient u het Flesst systeem NIET te gebruiken. Neem in dit geval contact op met uw leverancier. 2. Controleer ter hoogte van de ladder opstelplek altijd of er geen sporen van lekkage waarneembaar zijn onder de dakpannen. Indien u sporen van lekkage constateert dient u het systeem NIET te gebruiken. Neem in dit geval contact op met uw leverancier. 5.3. Het vastzetten van het Flesst koppeltouw 1. Bevestig de bijgeleverde hoes om de connector van het Flesst koppeltouw. (Afbeelding 59)
! Voorzichtig! Als u de hoes voor
de connector niet gebruikt, loopt u het risico dat de dakpannen tijdens het gebruik van het koppeltouw beschadigd raken.
59. Hoes om de connector van het koppeltouw bevestigen
27
2. Lokaliseer de stalen trekkabel en het Terminal blok van het Flesst systeem op het dak. Deze zijn aangegeven op de RI&E en bevinden zich ter hoogte van de ladder opstelplek (Afbeelding 60 A).
B
! Tip! U kunt de ladder opstelplek
ook herkennen aan het blauwe instructielabel (Afbeelding 60 B). Dit label bevindt zich onder de nokvorsten ter hoogte van de ladder opstelplek.
A
60. Lokaliseren stalen trekkabel en Terminal blok
3. Plaats uw ladder op de ladder opstelplek. (Afbeelding 61) 4. Bestijg de ladder.
! Waarschuwing! Betreed het dak niet voordat u gezekerd bent aan het Flesst koppeltouw.
75º
61. Ladder plaatsen
5. Neem de stalen trekkabel uit het Terminal blok. (Afbeelding 62)
62. Stalen trekkabel uit het Terminal blok nemen
6. Draai de terminal aan het uiteinde van de stalen trekkabel vast in de connector aan het uiteinde van het koppeltouw. (Afbeelding 63)
63. De terminal van de stalen trekkabel vastschroeven in de connector
7. Trek aan het andere uiteinde van de stalen trekkabel om het Flesst koppeltouw omhoog te brengen. (Afbeelding 64)
! Let op! Wees bij het omhooghalen van het koppeltouw bedacht op obstakels of scherpe randen op het dak.
64. Flesst koppeltouw omhooghalen
8. Trek het Flesst koppeltouw volledig omhoog tot de connector vast klikt in de koppelunit. (Afbeelding 65) Het koppeltouw is nu geborgd aan de koppelunit in de nok.
2 x hard trekken
Klik!
! Waarschuwing! Controleer voor gebruik altijd of het koppeltouw geborgd is. Doe dit door twee maal krachtig aan het koppeltouw te trekken. (Afbeelding 66)
65. Koppeltouw vastklikken in koppelunit
66. Borging koppeltouw controleren
29
9. Plaats de borgring tussen de releaseknop en de release adapter. Het koppeltouw is nu geborgd. (Afbeelding 67)
67. Borgring plaatsen
5.4. Het dak betreden
! Waarschuwing! Om het dak te kunnen betreden met het Flesst systeem heeft u een geschikte PBM set nodig. (zie paragraaf 2.4.4) Voor een lijst met voor Flesst geschikte producten gaat u naar de website van Flesst: www.flesst.nl.
! Waarschuwing! Hanteer bij het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen altijd de veiligheidsvoorschriften van de producent.
! Let op! Het Flesst koppeltouw is alleen bedoeld om gezekerd de nok van het dak te bereiken. Aldaar dient u een EIGEN lijn aan een loopwagen te koppelen en om te zekeren naar uw eigen lijn.
! Let op! Zorg ervoor dat het koppeltouw of uw eigen lijn niet blijft haken wanneer u het dak betreedt. ! Waarschuwing! Voorkom overlengte ten aller tijden. Stel de lengte van de lijn in zodat deze zo kort mogelijk is. ! Waarschuwing! Terwijl u naar boven loopt dient u ervoor te zorgen dat de lijn kort blijft. 1. Breng uw lijnklem met schokdemper aan op het koppeltouw en zeker u aan uw veiligheidsharnas. U bent nu gezekerd en kunt het dak betreden. (Afbeelding 68) 2. Controleer, wanneer u de nok van het dak bereikt heeft, u of de aanwezige loopwagen(s) vrij in de rail kan bewegen. Indien dit niet het geval is dient u de loopwagen NIET te gebruiken en contact op te nemen met de producent.
68. Zekeren aan koppeltouw
3. Wanneer de loopwagen in orde is, koppelt u uw eigen lijn aan de loopwagen. (Afbeelding 69)
69. Eigen lijn koppelen aan Flesst loopwagen
4. Zeker vervolgens over van het Flesst koppeltouw naar uw eigen lijn, e.e.a. conform 89/686/EG. (Afbeelding 70) U kunt nu uw werkzaamheden op het dak uitvoeren. 5. Verwijder aan het einde van het gebruik uw eigen lijn weer. 70. Overzekeren naar eigen lijn
5.5. Het plaatsen en uitnemen van accessoires
! Waarschuwing! Zeker uzelf tijdens het plaatsen en uitnemen van accessoires NIET aan een loopwagen. Deze kan uit het
ruitersteunprofiel schuiven wanneer het rangeerblok verwijderd is. Zeker uzelf in tijdens deze handeling daarom altijd aan het Flesst koppeltouw of eventueel aan een Flesst D-ring. ! Let op! Neem een Flesst D-ring mee wanneer u de koppelunit moet verwijderen om accessoires te plaatsen en/of uit te nemen via het rangeerblok. In tegenstelling tot de loopwagen, kunt u veilig omzekeren naar de D-ring wanneer het rangeerblok verwijderd is. Hanteer de onderstaande methode om accessoires aan het Flesst systeem toe te voegen, of uit het systeem te verwijderen. 1. Lokaliseer het rangeerblok in het ruitersteunprofiel. Het rangeerblok biedt toegang tot het de inhoud van het ruitersteunprofiel. (Afbeelding 71) Het rangeerblok bevindt zich ter hoogte van de ladder opstelplek zoals aangegeven in het RI&E. Het rangeerblok is verder gemarkeerd met een blauw instructielabel dat onder de nokvorsten uitsteekt.
71. Lokaliseren rangeerblok
2. Verwijder de nokvorst(en) boven het rangeerblok door de nokvorst schroeven los te draaien. (Afbeelding 72)
72. Nokvorsten boven rangeerblok verwijderen
3. Draai de twee bouten van het rangeerblok los. Gebruik hiervoor inbussleutel 6. Het rangeerblok kan nu uit het ruitersteunprofiel genomen worden. (Afbeelding 73) 4. Verwijder ook het blauwe instructielabel en de O-ringen onder de inbusbouten.
73. Loshalen rangeerblok
31
5. U kunt via de uitsparing in het ruitersteunprofiel nu accessoires zoals loopwagens en Flesst D-ringen bijplaatsen of uitnemen. (Afbeelding 74) 6. Volg voor het plaatsen van een loopwagen stappen 3 tot en met 7 uit paragraaf 4.7. Volg voor het plaatsen van een D-ring de stappen uit paragraaf 4.12. 7. Wanneer de locatie van de koppelunit u verhindert bepaalde accessoires uit te nemen (Afbeelding 75 A), kunt u aan de andere zijde van het rangeerblok (tijdelijk) een Flesst D-ring installeren (Afbeelding 75). (zie ook paragraaf 4.12) Door naar deze D-ring over te zekeren (Afbeelding 76), kunt u de Flesst koppelunit tijdelijk verwijderen (Afbeelding 77) en de gewenste accessoires toevoegen of uitnemen (Afbeelding 78).
74. Plaatsen accessoires (loopwagen) via de rangeeropening
A
! Let op! Plaats de koppelunit altijd op dezelfde locatie terug wanneer u klaar bent met het plaatsen of uitnemen van accessoires. Zonder de koppelunit kunt u het dak niet gezekerd betreden of verlaten!
75. Plaatsen D-ring via de rangeeropening
76. Overzekeren naar D-ring
77. Tijdelijk de koppelunit verwijderen.
78. Gezekerd aan een D-ring accessoires in het ruitersteunprofiel plaatsen
8. Schroef na het plaatsen of uitnemen van accessoires het rangeerblok terug op zijn plaats. Vergeet de O-ringen en het blauwe markeerlabel niet terug te plaatsen. 9. Draai de inbusbouten aan met 4,3 Nm. (Afbeelding 79) 10. Plaats vervolgens ook de nokvorsten weer terug.
6 4,3Nm 79. Terugplaatsen rangeerblok
5.6. Het verlaten van het dak en het loshalen van het Flesst koppeltouw
! Waarschuwing! Verbreek uw
zekering met het Flesst koppeltouw niet voordat u weer op de ladder staat. ! Waarschuwing! Ontkoppel het Flesst koppeltouw niet voordat u weer op de ladder staat. 1. Trek de borgring tussen de release knop en de Flesst release adapter vandaan. (Afbeelding 80) 2. Druk op de release knop terwijl u aan de onderzijde van de release adapter trekt. (Afbeelding 81) 3. De connector van het koppeltouw is nu losgekoppeld van de koppelunit.
80. Borgring verwijderen
81. Loskoppelen connector
33
4. Trek met beleid het koppeltouw naar beneden. (Afbeelding 82)
! Voorzichtig! Hoewel de Flesst
connector bedekt is met een zacht omhulsel, kan onzorgvuldig gebruik resulteren in beschadigingen van de dakpannen.
82. Koppeltouw naar beneden halen
5. Draai de terminal van de stalen trekkabel uit de connector. (Afbeelding 83)
83. Terminal uit de connector draaien
6. Steek de terminal van de stalen trekkabel weer in het Terminal blok. (Afbeelding 84) 7. U bent nu klaar met het gebruik van het Flesst systeem.
84. Terminal in het Terminal blok steken
6. Onderhoud en inspectie Flesst Systeem Flesst Systeem
! Waarschuwing! Reparaties of onderhoudswerkzaamheden aan het Flesst systeem mogen alleen uitgevoerd worden door een door Flesst aangewezen, gecertificeerd bedrijf.
Voer, voor u het dak betreedt altijd een visuele inspectie uit om uzelf ervan te verzekeren dat het Flesst valbeveiligingssysteem zich in goede staat bevindt.
7. Onderhoud en inspectie Flesst koppeltouw Flesst Systeem
! Waarschuwing! Het Flesst Koppeltouw is een persoonlijk beschermingsmiddel en moet zodoende jaarlijks gekeurd worden door een door Flesst gecertificeerde instantie conform EN 365.
! Waarschuwing! Vuil, zand en andere materie in de Flesst connector kunnen ertoe leiden dat het Flesst koppeltouw niet meer correct functioneert. Gebruik het koppeltouw in dit geval NIET. Volg in dit geval de procedure zoals hieronder beschreven.
1. Gebruik bij vervuiling van de connector een borstel om de connector inwendig schoon te maken. U kunt de connector pas weer gebruiken als alle vervuiling verwijderd is. 2. Indien uw connector niet op deze manier gereinigd kan worden, dient u contact op te nemen met uw leverancier.
8. Reparatie
Flesst Systeem
! Waarschuwing! Indien het Flesst systeem een val heeft opgevangen, dienen de onderdelen die hieraan hebben blootgestaan te worden geinspecteerd, ook als er geen zichtbare beschadigingen zijn. Deze inspectie dient door een door Flesst aangewezen, gecertificeerde instantie te geschieden Het systeem dient na vervanging van beschadigde onderdelen door een door Flesst aangewezen, gecertificeerde instantie gekeurd te worden. Pas na schriftelijke toestemming van voorgenoemde instantie, mag het systeem weer gebruikt worden. De correcte werking van het Flesst systeem kan anders niet gegarandeerd worden.
35
9. Milieu en afdanken
Flesst Systeem
Het Flesst valbeveiliging systeem bestaat grotendeels uit staal en aluminium en kan zodoende grotendeels gerecycled worden.
10. Garantievoorwaarden Flesst Systeem
De garantievoorwaarden zijn opgenomen in het ‘Technisch Dossier’ behorende bij het systeem en tevens te downloaden op www. flesst.nl.
Bijlage I. EG verklaring van overeenstemming [FLESST valbeveiliging systeem]
Hiermee verklaart Flesst BV te ‘t Harde, dat het hierna genoemde valbeveiligingsproduct voldoet aan de bepalingen van de genoemde richtlijnen, zoals laatstelijk gewijzigd en opgenomen in de nationale wetgeving. Type product:
Flesst valbeveiliging systeem
EG-richtlijnen:
Verordering (EU) 305/2011, CPR norm EN795
Toegepaste normen: EN795 2012 CEN/TS 16415:2013 (D) Plaats/Datum: Nederland, ‘t Harde, maandag 21-juli 2013
Hans Borra Technical Director
37
Bijlage II. EG verklaring van overeenstemming [FLESST Koppeltouw]
Hiermee verklaart Flesst BV te ‘t Harde, dat het hierna genoemde valbeveiligingsproduct voldoet aan de bepalingen van de genoemde richtlijnen, zoals laatstelijk gewijzigd en opgenomen in de nationale wetgeving. Type product:
Koppeltouw [PBM]
EG-richtlijnen:
Richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen: 89/686/EC
Toegepaste normen: EN353-2 EN6706 Plaats/Datum: Nederland, ‘t Harde, maandag 21-juli 2013
Hans Borra Technical Director
Bijlage III. Identificatiekaart van het product
Productnaam Model en typenummer Handelsmerk Identificatienummer Fabrikant
FLESST BV
Adres
Koekoeksweg 6 8084 GM ‘t Harde Nederland
Contactinformatie
Tel: + 31 (0) 525 651 954 Fax: + 31 (0) 525 651 034 E-mail:
[email protected] www: www.flesst.nl
Fabricagejaar Datum eerste gebruik Aankoopdatum Overige relevante informatie Productnaam Model en typenummer Handelsmerk Identificatienummer Fabrikant
FLESST BV
Adres
Koekoeksweg 6 8084 GM ‘t Harde Nederland
Contactinformatie
Tel: + 31 (0) 525 651 954 Fax: + 31 (0) 525 651 034 E-mail:
[email protected] www: www.flesst.nl
Fabricagejaar Datum eerste gebruik Aankoopdatum Overige relevante informatie
39
Bijlage IV. Periodieke inspectie en overzicht reparaties
Datum
Reden voor inspectie of reparatie
Geconstateerde gebreken, verrichte reparaties en andere relevante informatie
Naam en handtekening deskundige
Datum volgende geplande inspectie
Datum
Reden voor inspectie of reparatie
Geconstateerde gebreken, verrichte reparaties en andere relevante informatie
Naam en handtekening deskundige
Datum volgende geplande inspectie
41
43
installatie- en gebruikershandleiding
FLESST BV Koekoeksweg 6 8084 GM ‘t Harde Nederland Tel: Fax: E-mail: www:
+ 31 (0)525 651 954 + 31 (0)525 651 034
[email protected] www.flesst.nl Document version V1 07-2013