INSPRAAKEINDVERSLAG Ontwerp Intergemeentelijke Structuurvisie Parkstad Limburg (inclusief bijbehorend planMER)
Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 : Inleiding …………………………………..…………………………………
p. 2
Hoofdstuk 2: 2.0: Gevolgde inspraakprocedure …………………………………..………………….. 2.1: Rechtsbeschermingsmogelijkheden …………………………..…………………. 2.2: planMER …………………………………………………………….………………….
p. 2 p. 2 p. 3
Hoofdstuk 3: 3.0 Buitenring ………………………………………………………………………………. 3.1 Handelwijze Parkstad Limburg t.a.v. inspraakreacties over de buitenring ………………………………………… Hoofdstuk 4: Ontvangen inspraakreacties …………………………………………….. 4.0 Overzicht indieners inspraakreacties ……………………………………………… 4.1 Essentie ontvangen inspraakreacties + intergemeentelijke reactie hierop … (al dan niet aanpassing van de intergemeentelijke Structuurvisie)
p. 3- 4 p. 4 p. 4 p. 5 p. 6- 30
Hoofdstuk 5: Aanpassingen/wijzigingen 5.0: Overzicht wijzigingen naar aanleiding van de inspraakreacties ……………… 5.1: Ambtshalve aanpassingen ………………………………………………………….. 5.1a: Overzicht tekstuele toevoegingen en actualiseringen ……………….……….. 5.1b: Overzicht aanpassingen kaartmateriaal ……………………………….…………
p. 30 p. 30 p. 31 - 40 p. 41
Hoofdstuk 6: Conclusie ……………………………………………………………………
p. 41
Bijlage 1 voorblad: …………………………………………………………………………. Schematische weergave nee/tenzij-principe ………………………………….………
p. 43 p. 45
Versie: 4 augustus 2009
Hoofdstuk 1 Inleiding Het samenwerkingsverband Parkstad Limburg is bezig om samen met de Parkstad-Limburggemeenten, zijnde Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Landgraaf, Voerendaal, Simpelveld en Onderbanken een intergemeentelijke structuurvisie op te stellen, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening. De regionale structuurvisie Parkstad Limburg bevat een richtinggevend beleidskader voor de ruimtelijke ontwikkeling van de regio voor de komende 20 jaar. De visie doet recht aan de centrale missie van Parkstad Limburg: het tot stand brengen van een economische structuurversterking. Verder doet de visie recht aan een veranderende samenleving. Het is een visie die ruimte maakt voor de toekomst en meegroeit met de tijd. Het ontwerp van de visie en het bijbehorende planMER (milieu-effectrapportage) zijn gereed en beide documenten hebben inmiddels de inspraakprocedure doorlopen. In het volgende hoofdstuk wordt op deze procedure nader ingegaan. Vervolgens passeren de rechtsbeschermingsmogelijkheden de revue en wordt even stil gestaan bij het opgestelde planMER. In hoofdstuk 3 wordt stil gestaan bij de Buitenring. Hoofdstuk 4 bevat een overzicht van de ontvangen inspraakreacties alsmede een weergave van de essentie ervan en een intergemeentelijke reactie hierop. In hoofdstuk 5 volgt een overzicht van de door te voeren wijzigingen in de definitieve versie van de intergemeentelijke structuurvisie, zowel naar aanleiding van de ontvangen inspraakreacties, als ambtshalve aanpassingen. Tenslotte wordt het geheel in hoofdstuk 6 afgerond met een conclusie.
Hoofdstuk 2 2.0 De gevolgde inspraakprocedure Aangezien het een intergemeentelijke visie betreft is unaniem door de Parkstad-Limburg gemeenten besloten om de regionale inspraakverordening van toepassing te verklaren. Dit betekent dat het indienen van de inspraakreacties ten aanzien van de ter inzage liggende documenten bij één centraal punt is gebeurd: bij Parkstad Limburg. De ontvangen inspraakreacties zijn vervolgens door een intergemeentelijke werkgroep bekeken, waarna een intergemeentelijke reactie hierop is geformuleerd. Tenslotte is er een inspraakeindverslag gemaakt, dat door het Parkstadbestuur wordt/is vastgesteld. De ontwerp-intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg en het bijbehorende planMER heeft van 11 maart 2009 t/m 21 april 2009, gedurende 6 weken, ter inzage gelegen met de mogelijkheid een inspraakreactie in te dienen. Tijdens deze periode zijn 2 informatie-avonden gehouden: - op 11 maart 2009 voor het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen en organisaties - op 6 april 2009 voor de inwoners van Parkstad Limburg en overige belangstellenden. Daarnaast is gedurende de inspraakperiode in iedere Parkstad-Limburggemeente, zijnde Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Onderbanken, Voerendaal en Simpelveld, een presentatie gehouden in de betreffende raadscommissie.
2.1 De rechtsbeschermingsmogelijkheden Wat betreft de rechtsbescherming tegen de intergemeentelijke structuurvisie betreft, kunnen we kort zijn: de structuurvisie is niet vatbaar voor bezwaar en (hoger) beroep. De structuurvisie is opgenomen in de negatieve lijst van de Algemene wet bestuursrecht (Awb; de bijlage behorend bij art. 8:5 Awb) hetgeen betekent dat deze niet vatbaar is voor bezwaar en (hoger) beroep.
2
De structuurvisie heeft geen derdenwerking, maar bindt enkel het vaststellende bestuursorgaan zelf. Dat wil zeggen dat de Parkstad-Limburg gemeenten de intergemeentelijke structuurvisie dienen te verankeren in de gemeentelijke bestemmingsplannen en dergelijke. In het vaststellingstraject daarvan worden de rechtsbeschermingsmogelijkheden voor o.a. de burger geopend. 2.2 Het planMER* ( * zowel MER als m.e.r betekent milieueffectrapportage c.q. milieueffectrapport) Het planMER is een milieu-effectrapport voor plannen; de mogelijke milieu-effecten van in de structuurvisie opgenomen activiteiten zijn op hoofdlijnen onderzocht; met name omdat de meeste activiteiten nog niet concreet genoeg zijn om de betreffende milieugevolgen minutieus in beeld te brengen. Toen met de vervaardiging van de intergemeentelijke structuurvisie is gestart, was het opstellen daarvan ingevolge de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) nog een verplichte activiteit voor Parkstad Limburg. Door de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 is echter het een en ander ingrijpend gewijzigd. Het vaststellen van een intergemeentelijke structuurvisie is niet langer verplicht. Omdat het geen verplichte planvorm meer is, is ook de planMERplicht komen te vervallen. Gelet op het feit dat wij al zo ver in het traject zaten en belang hechten aan het milieu, is ervoor gekozen om het planMER gewoon te laten opstellen. De gegevens van het planMER zijn dan ook terdege gebruikt bij de totstandkoming van de definitieve intergemeentelijke structuurvisie, maar het planMER zal er niet langer integraal onderdeel van uitmaken. Het planMER is voor eventueel commentaar naar de commissie m.e.r. toe gestuurd. Mede in verband met het vorenstaande (het niet langer verplicht zijn) heeft de commissie m.e.r. van het geven van commentaar afgezien. Bovendien is door de provincie Limburg een project-MER ten behoeve van de Buitenring uitgevoerd. De commissie m.e.r. heeft deze MER wel uitgebreid van commentaar voorzien. Voor de milieugevolgen van de Buitenring wordt dan ook naar deze milieu-effectrapportage verwezen (zie www.buitenring.nl). Hoofdstuk 3 3.0 De Buitenring Voordat tot individuele behandeling van de ontvangen inspraakreacties wordt over gegaan volgt hieronder eerst een algemene reactie ten aanzien van de inspraakreacties die zijn ingediend met betrekking tot de aanleg van de Buitenring. Ongeveer 75% van de ingediende inspraakreacties heeft namelijk betrekking op de Buitenring. Bij de behandeling van de ontvangen reacties wordt naar dit hoofdstuk verwezen indien de inspraakreacties betrekking hebben op de Buitenring. Voorop staat dat de aanleg van de Buitenring een provinciale aangelegenheid is. Het nut en de noodzaak ervan wordt echter zowel door Parkstad Limburg als de hierbinnen gelegen gemeenten onderschreven. De uitvoering van het project door de Provincie gebeurt dan ook in nauw overleg met Parkstad Limburg, de Parkstad Limburg-gemeenten (in deze zijnde: Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Kerkrade en Onderbanken) en de buiten Parkstad gelegen gemeenten Nuth en Schinnen. Alle betrokken bestuurspartijen hebben hun gezamenlijke inzet voor de Buitenring verankerd in een Bestuursconvenant (2005) en een Realiseringsconvenant (2006). De provincie Limburg is dus het bevoegd gezag en voert de vaststellingsprocedure uit. De intergemeentelijke structuurvisie volgt dit provinciale traject; mocht hierin iets veranderen, dan zal de structuurvisie op dat punt moeten worden aangepast. Ingediende inspraakreacties ten aanzien van dit onderwerp leiden derhalve niet tot aanpassing van de structuurvisie. De Buitenring Parkstad Limburg zal een volledige ringweg gaan vormen rondom de regio Parkstad Limburg, die bestaat uit de gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Simpelveld, Voerendaal en Onderbanken. Daarnaast komt er aan de zuidkant, in Duitsland, een nieuwe weg, de B258n, die de Buitenring zal verbinden met de L232. Zo ontstaat een hechtere schakel tussen Parkstad Limburg en de regio Aken. Op grond van de richtlijnen en de Startnotitie uit 2006 zijn verschillende alternatieven onderzocht om de weg aan te leggen. Deze alternatieven werden vervolgens uitgebreid onderzocht, ten behoeve van het/de Tracénota/MER-UVS. Deskundigen gingen na wat de effecten zouden zijn op onder meer leefbaarheid, veiligheid, milieu (geluid/bodem/water/fijnstof e.d.), woonomgeving en landschap (o.a. de Natura-2000 gebieden).
3
De exacte ligging van de Buitenring wordt juridisch vastgelegd in een Provinciaal Inpassingsplan. De Provincie zal de ruimtelijke inpassing van de Buitenring uitwerken in één provinciaal bestemmingsplan voor het gehele tracé. In deze procedure is voorzien in een met waarborgen omklede rechtsgang met ruimte voor bezwaar en beroep. Bij het opstellen van het Inpassingsplan wordt rekening gehouden met de aandachtspunten uit de Nota Zienswijzen en de resultaten van onderzoeken in het kader van onder andere bodem, lucht, geluid en archeologie. De Provincie zal daarnaast, in goed overleg met de omgeving, nagaan hoe de invloed van de Buitenring op het leefmilieu en de natuur zoveel mogelijk beperkt kan worden. Als het Inpassingsplan gereed is, wordt dit ter inzage gelegd. Naar verwachting gebeurt dit in het laatste kwartaal van 2009. Vervolgens kan iedereen een inspraakreactie indienen op dit plan. Provinciale Staten nemen aan de hand van de ingediende reacties een besluit, waarna het definitieve Inpassingsplan wordt vastgesteld. Wie het niet eens is met het vastgestelde Inpassingsplan kan beroep aantekenen bij de Raad van State.
3.1 Handelwijze Parkstad Limburg ten aanzien van de inspraakreacties over de Buitenring Alle in het kader van de ontwerp-intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg en het bijbehorende PlanMER ontvangen zienswijzen ten aanzien van de Buitenring worden ter kennisname naar de provincie Limburg door gestuurd. Dit laat echter onverlet dat de insprekers ten tijde van de ter inzage legging van het Inpassingsplan wederom hun zienswijze bij de provincie Limburg moeten indienen. Dit is met name van belang om gebruik te kunnen maken van de rechtsbeschermingsmiddelen in het kader van het vaststellen van het Inpassingsplan. Als er dan geen zienswijzen worden ingediend kan ook geen beroep worden aangetekend. Het door ons doorsturen van de bij de intergemeentelijke structuurvisie ontvangen zienswijzen is daarvoor onvoldoende. Dit gebeurt namelijk voorafgaande aan het ter inzage leggen van het Inpasssingsplan en daarmee zullen deze inspraakreacties niet ontvankelijk zijn: te vroeg ingediend. Tegenstanders van c.q. bezwaarmakers tegen de Buitenring zullen derhalve alert moeten zijn op publicaties betreffende het Inpassingsplan.
Hoofdstuk 4 De ontvangen inspraakreacties en de intergemeentelijke reactie hierop In totaal zijn 43 inspraakreacties ingediend. Eén persoon heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om zijn inspraakreactie mondeling te komen toelichten. In dit hoofdstuk wordt een weergave gegeven van de inspraakreacties die zijn ingediend. De ontvangen inspraakreacties zijn individueel samengevat. Vervolgens zijn de inspraakreacties voorzien van een intergemeentelijke reactie. Deze is cursief weergegeven. Tevens wordt per inspraakreactie aangegeven of deze al dan niet leidt tot aanpassing van de uiteindelijke structuurvisie.
4
4.0 Overzicht indieners inspraakreacties:
Nummer: Naam inspreker:
Adres:
Postcode:
Gemeente:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
p/a St. – Jansganck 20 Oelovenstraat 29 Postbus 31042 Birgittagracht 6 p/a Kerkeveld 3 Postbus 2960 Klingstaat 16 Postbus 2551 Roekenveldweg 2 Klingstraat 12 Marshallstraat 32 Dr. Poelsstraat 11
6466 LB 6442 BJ 6370 AA 6465 EK 6351 LA 6401 DL 6441 KG 6401 DB 6446 DK 6441KG 6441 JX 6451 EL
KERKRADE BRUNSSUM LANDGRAAF KERKRADE BOCHOLTZ HEERLEN BRUNSSUM HEERLEN BRUNSSUM BRUNSSUM BRUNSSUM SCHINVELD
Birgittagracht 28 Klingstaat 10
6465 EL 6441 KG
KERKRADE BRUNSSUM
Keep 2 Postbus 600 Merkelbeekerstraat 57 Klingbemden 191 Klingbemden 193 De Gasperistraat 52 Klingstraat 13 Klingbemden 149 Birgittagracht 30 Postbus 135 Sperwerdreef 9 Roekenveldweg 2 John Erkensstraat 28 Klingstraat 14
6446 DE 6460 AP 6441 KJ 6441 KX 6441 KX 6441 JL 6441 KE 6441 KW 6465 EL 6460 AC 6446 DJ 6446 DK 6466 MA 6441 KG
BRUNSSUM KERKRADE BRUNSSUM BRUNSSUM BRUNSSUM BRUNSSUM BRUNSSUM BRUNSSUM KERKRADE KERKRADE BRUNSSUM BRUNSSUM KERKRADE BRUNSSUM
Sperwerdreef 8 p/a Lindegracht 11 p/a Lindegracht 11 p/a Keep 2 v.h.t. Westerflierhof 21
6446 DJ 6374 LN 6374 LN 6446 DE 6431 DE
BRUNSSUM LANDGRAAF LANDGRAAF BRUNSSUM HOENSBROEK
p/a Boslaan 20
6371 CP
LANDGRAAF
Godsweerderstraat 2
6041 GH
ROERMOND
Postbus 5700 Postbus 250 Postbus 185 Postbus 23000
6202 MA 6440 AG 6130 AD 6367 ZG
MAASTRICHT BRUNSSUM SITTARD VOERENDAAL
Klingbemden 155 Postbus 22000 Wilhelminasingel 25 (Postbus 960) Postbus 1
6441 KX 6360 AA 6040 AZ
BRUNSSUM NUTH ROERMOND
6400 AA
HEERLEN
40. 41.
K.B. Spruijt Vereniging Stop Awacs Overlast Hestia Groep Dhr. Beulen Bocholtz Zelfstandig Verder OU Nederland Mw. van Leeuwen en dhr. Apon Adhara Dhr. en mw. Wevers Mw. Geenen-Helwig Dhr. ir. Debie Stichting Leefbaarheid Onderbanken (Dhr. Borger) Dhr. en mw. Joost Dhr. en mw. Theunissen (+ rectificatie) Dhr. Luit Gemeente Kerkrade K. Albert Dhr. Vankan en mw. Brouns Dhr. Verkissen Dhr/mw. Falkingham Dhr. en mw. Muyres-Mulder Dhr. en mw. Wijnen M.H. Schaap Woningstichting Land van Rode Fam. de Esch L.A.M.M. Jansen K.A. Keischgens Dhr. en mw. LagerwaardDonnars Fam. Zijlstra-Versteeg Belangenvereniging Rimburg Belangenvereniging Rimburg PAK Brunssum Actiecomité Buitenring Parkstad ’t Höfke Stichting Bewonersbelangen Bungalowpark de Bousberg Stichting Milieufederatie Limburg Provincie Limburg Gemeente Brunssum Waterschap Roer en Overmaas Gemeente Voerendaal (commissie leefomgeving) Familie H.A.G. Peters Gemeente Nuth
42. 43.
LLTB Gemeente Heerlen
12. 13 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.
* tabel 1*
5
4.1 Essentie ontvangen inspraakreacties + intergemeentelijke reactie hierop De inspraakreacties staan in volgorde zoals genoemd in tabel 1. Na iedere beknopte weergave volgt in het cursief een intergemeentelijke reactie hierop. Tevens wordt vermeldt of de inspraakreactie heeft geleid tot aanpassing van de structuurvisie.
1. Dhr. Spruijt (de inspraakreactie is op 6 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. In de ontwerp-structuurvisie is slechts sprake van herstel van bestaande natuurgebieden in plaats van dat nieuwe natuur wordt gecreeërd c.q. oorspronkelijke flora en fauna de kans krijgen zich opnieuw gaan te ontwikkelen. b. een schoon milieu zou het hoofddoel van de structuurvisie moeten zijn: in dat kader worden door inspreker diverse gegevens op milieuhygiënisch terrein gevraagd met betrekking tot lucht, bodem, geluid en water c. inspreker verzoekt om af te zien van de aanleg van de Buitenring d. het voorheen agrarische gebied tussen de Spekhofstraat te Kerkrade tot aan Bocholtz verandert langzaam in een aaneengesloten bedrijventerrein; verzocht wordt om geen nieuwe schadelijke bedrijven aan te trekken e. inspreker doet een aantal aanbevelingen: eigenaren van schadelijke bedrijven zouden zo veel mogelijk bij hun eigen bedrijven moeten wonen; Parkstad Limburg zou zo veel mogelijk energie zelfvoorzienend moeten zijn; inspreker pleit voor schoon openbaar vervoer zoals elektrisch aangedreven bussen e.d.; inspreker wenst een beeldhouwwerk ter nagedachtenis van de drugsslachtoffers en het optekenen van verhalen hierover in boekvorm Reactie: a. De structuurvisie gaat naast herstel van natuur en landschap ook uit van aanleg van nieuwe natuur. b. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. Wat betreft de gevraagde gegevens wordt verwezen naar de hiervoor bevoegde instanties, te weten: provincie, Waterschap Roer en Overmaas, de gemeenten en het Zuiveringsschap. c. Verwezen wordt naar hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. d. Bedoeld gebied is een bedrijventerrein. e. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. Wat betreft de zelfvoorzienendheid op het vlak van energie wordt verwezen naar de uitwerking van het programma “Nieuwe Energie “ dat door de gemeente Heerlen regionaal wordt uitgewerkt De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
2. Dhr. Fijnaut namens de Vereniging Stop AWACS Overlast (de inspraakreactie is op 7 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de Vereniging heeft tot doel de belangen te behartigen van de omwonenden met betrekking tot leefklimaat, milieu en gezondheid in de omgeving van vliegveld Teveren/Geilenkirchen; de structuurvisie zou dat ook moeten doen b. er wordt gevraagd naar het nut en de noodzaak van de aanleg van de Buitenring c. er wordt gewezen op de hinderlijke en/of milieugevaarlijke gevolgen van de aanleg van de Buitenring Reactie: a. Deze zienswijze wordt samen met de overige zienswijzen over de buitenring behandeld. Verwezen wordt naar hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Verwezen wordt naar hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Verwezen wordt naar hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
6
3. De heer Vinken namens de Hestia groep (de inspraakreactie is op 15 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. Hestia is voorstander van hechte samenwerking en wenst daar graag invulling aan te geven b. er is sprake van een mogelijk te harde scheiding tussen rood en groen c. in Langraaf en Kerkrade zijn in tegenstelling tot wat in de structuurvisie staat ook goede stadsranden; verzocht wordt om daarin een nuancering of prioritering aan te brengen opdat de knelpunten nadrukkelijker naar voren komen d. er is begrip voor het sturen op slechts één hoofdcentrum (Heerlen); zijn bereid mee te denken over het vorm geven aan een aangenaam woonmilieu in Heerlen centrum e. het thema wonen is qua middelen onderbelicht f. Hestia groep is het niet eens met de stelling m.b.t. bedrijventerrein Willem-Sophia: “woningbouw zal niet hier, maar bij het stedelijk gebied, dichter bij de centra moeten plaatsvinden” g. Landgraaf vormt een “dode vlek” in de in de visie beschreven Via Belgica; Hestia groep vraagt hiervoor aandacht en met name voor de wijk Lichtenberg, waarover veel Romeinse historie is beschreven h. er worden vraagtekens gezet bij de inpassing van de Buitenring in de 3 natuurgebieden i. de structuurvisie is moeilijk te lezen: veel dubbels, onduidelijke structuur en opbouw: er wordt geadviseerd om de inhoud enthousiaster en beeldender te presenteren j. de formulering van de strategie “acceptatie van de demografische ontwikkelingen zonder ons hierbij neer te leggen, nu anticiperen en de opgave integraal aanpakken waarbij we investeren in een duurzame economische structuurversterking van de regio” sluit naadloos aan op het Hestiaondernemingsplan. Reactie: a. De intergemeentelijke structuurvisie legt de fundamenten voor samenwerking. Bij de uitwerkingen van het plan zullen wij zeker van het aanbod van Hestia gebruik maken. b. Vanuit het regionale perspectief is er sprake van een negatieve verweving tussen stedelijk en landelijk gebied. Het accent ligt hierbij vooral op stenen structuren die de landschappelijk structuren als beekdalen en reliëfpatronen onherkenbaar maken. Daarbij bemoeilijkt dit een adequaat ecologisch functioneren van deze natuurlijke structuren. Ook dijt het stedelijk gebied daarbij uit tot een homogene massa waar geen touw aan is vast te knopen. Vanuit dit perspectief zet de regio in op het verhogen van het contrast. Dit moet leiden tot een heldere landschappelijke/hydrologische en ecologische structuur. Tegelijkertijd zetten wij in op meer nuancering en concentratie van het stedelijk gebied. De stad meer stad en het groen meer groen. Vanuit een meer lokaal en projectmatig perspectief bekeken leidt de bovengeschetste ruimtelijke beweging tot meer areaal voor een sterkere interactie tussen rood en groen, de ontwikkeling van kwaliteit en goede uitloopmogelijkheden voor recreatieve activiteiten. De combinatie van deze strategiën leidt dus niet tot een harde scheiding tussen stad en land c.q. tussen rood en groen, maar tot een betere interactie tussen het stedelijk en landelijk gebied. c. Natuurlijk is het zo dat er ook goede stadsranden zijn. Deze vindt u in de structuurvisie op de kaart huidige kwaliteiten-ruimtelijk. Op de ontwikkelingskaart vindt u de randen waar vanuit een landschappelijk perspectief en van uit een stedelijk perspectief werk aan de winkel is. De verdere nuancering van deze aan te pakken randen vindt u in de Analyse Identiteit Parkstad Limburg (2004). In dit inspraakeindverslag vindt u ook de potenties, kansen en bedreigingen voor ontwikkelingen van deze gebieden. Indien in deze gebieden transformatieopgaven aan de orde zijn dan ligt hier een opgave voor een kwaliteitsverbetering. d. Indien aan de orde zal de regio van dit aanbod gebruik maken. e. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van beleid en geeft de ruimtelijke kaders. De verdere uitwerking van deze hoofdlijnen zijn te vinden in de woonvisie “lekker thuis in Parkstad Limburg”. Daarnaast wordt gewerkt aan een Herstructureringsvisie. In deze plannen en programma’s worden de middelen verder uitgewerkt. f. In het betreffende projectgebied is uitgegaan van de door-ontwikkeling van het aanwezige bedrijventerrein gekoppeld met aan bedrijven gekoppelde woningbouw (woon/werkkavels). g. In het projectgebied Via Belgica is deze historische as als zone aangegeven. Daarnaast zijn de highlights benoemd (Voerendaal-Heerlen-Rimburg). Het is evident dat er méér op of in de periferie van deze as op historisch gebied valt te beleven. Onderzoek toont dit ook aan. Het is dan ook daarom dat de langs deze as liggende gemeenten in augustus 2008 een convenant gesloten hebben om gezamenlijk en grensoverschrijdend verder te gaan. Dit betreft niet alleen routering van de Via Belgica, maar ook het ontsluiten van en het beleefbaar maken van de schatten langs deze route waarvan Lichtenberg er één van de vele is.
7
Vervolg 3 h. Verwezen wordt naar Hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. i. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. j. Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Indien aan de orde zullen wij op dit vlak als partners optrekken. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
4. De heer W.R. J. Beulen (de inspraakreactie is op 16 april 2009 ontvangen en op 23 april 2009 mondeling toegelicht; deze valt binnen de gestelde inspraaktermijn). Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. door de aanleg van de Buitenring wordt de leefbaarheid van de wijk de Gracht te Kerkrade in ernstige mate aangetast (geluid, fijnstof, bereikbaarheid) b. het communicatieproces ten aanzien van zowel de Buitenring als de ontwerp-structuurvisie is onvoldoende: te weinig publicaties en bekendmakingen e.d. Reactie: a. Verwezen wordt naar hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag b. De structuurvisie is conform de wettelijke voorschriften gepubliceerd en is daarbij op de website als downloadbaar document geplaatst. Daarnaast zijn informatieavonden georganiseerd. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
5. De heren Trines, Rademakers en Voncken namens Bocholtz Zelfstandig Verder (de inspraakreactie is op 17 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. er wordt onvoldoende rekening gehouden met Bocholtz; Bocholtz wordt op de beheer - en sturingskaart zelfs buiten de Parkstad-Limburggrens gesitueerd b. de infoverstrekking over de tervisielegging e.d. was erg matig c. er is sprake van een te starre acceptatie van krimp d. er wordt te veel nadruk op het nee/tenzij beginsel gelegd (inspreker is tegenstander van dit principe) e. Bocholtz is ingedeeld in S, inspreker vindt dat Bocholtz een M dient te zijn f. de contouren rond Bocholtz moeten worden opgerekt naar de Bocholtzerheide g. de visie is te sterk gericht op het creëren van contrasten tussen rood en groen en de zogenaamde centrumgemeentes binnen het groen en de daarbij behorende dorpen; niet ieder dorp behorend tot een centrumgemeente in het groen is met elkaar te vergelijken h. door de S-status dalen de huizenprijzen (straks resteert alleen maar sloop) Reactie: a. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. Op de beheers- en sturingskaart zoals deze bij de structuurvisie is bijgevoegd is Bocholtz binnen de begrenzing van de Parkstad Limburg gesitueerd. b. De structuurvisie is conform de wettelijke voorschriften gepubliceerd en is daarbij op de website als downloadbaar document geplaatst. Daarnaast zijn informatieavonden georganiseerd. c. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. d. De structuurvisie geeft een beeld van de regionale samenhangen en zet in op een adequate sturing op de regionaal relevante en samenhangende kwaliteiten. Daarbij past een krachtig nee-tenzijprincipe als uitgangspunt. Afwijken daarvan is mogelijk, maar vergt een integrale regionale afweging. Planologisch/ruimtelijk maatwerk om juist de unieke gebiedseigenschappen en bijzondere ontwikkelingsmogelijkheden van een plek vorm te geven. e. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. f. De contouren zijn opgenomen op basis van het huidige POL. Op de ontwikkelingskaart is de verandering in deze contouren aangegeven waarbij aangesloten wordt op de feitelijke bebouwingssituatie. De in de zienswijze aangegeven oprek is daarbij niet aan de orde.
8
Vervolg 5 g. In reactie 3 b. wordt de aanleiding voor dit uitgangspunt uitgelegd. De bedoelde versterking van het contrast beperkt zich niet alleen tot de centrumgemeenten, maar geldt voor iedere kern. In 2004 is, om vat te krijgen op de ruimtelijke stedelijke en landelijke kwaliteit te krijgen, een onderzoek gedaan (Analyse Identiteit Parkstad Limburg) gevolgd door de landschapsvisie Zuid-Limburg van de provincie. Beide documenten kunnen dienen voor uitwerkingen van specifieke plekken. h. De S-status voorziet in een kwaliteitsontwikkeling passend bij de situatie van Bocholtz. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
6. Dhr. M.J. Stefens namens de OpenUniversiteit Nederland (de inspraakreactie is op 17 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de impact van de ontwikkeling van de Onderwijscampus komt onvoldoende tot uitdrukking in de ontwerp-structuurvisie b. de positioning paper Provinciale Onderwijscampus Mijnstreek is bijgevoegd; de daarin voorgestane ontwikkelingen ontbreken in de ontwerp-structuurvisie en het verzoek is om deze ontwikkelingen in de uiteindelijke structuurvisie op te nemen Reactie: a. In krimpgebieden is de kwaliteit van het onderwijs essentieel. Bedrijven vestigen zich daar waar voldoende goed gekwalificeerde arbeidskrachten voorhanden zijn. Daarvoor is een kwalitatief goede onderwijs infrastructuur die zorg draagt voor een optimale aansluiting met de arbeidsmarkt, een divers en kwalitatief goed aanbod en weinig schooluitval noodzakelijk. Tegelijkertijd wordt het onderwijs door krimp geconfronteerd met een toenemende druk, zowel in financieel als in kwalitatief opzicht. Herstructurering van het onderwijsaanbod is onontkoombaar. Een heldere regie op dat proces vertrekkend vanuit een overtuigend, inhoudelijk onderwijskundig concept is noodzakelijk. b. De ontwikkeling van de onderwijsboulevard / onderwijscampus is een conceptueel antwoord op de voornoemde ontwikkeling. Een zekere concentratie van het onderwijsaanbod biedt niet alleen de mogelijkheid om de diversiteit van het aanbod naar de toekomst toe te garanderen. Het biedt ook mogelijkheden om tot kwaliteitsverbetering en innovatie te komen. Het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen wordt op een zichtbare manier naar de praktijk vertaald. Jongeren worden in de eindfase van de ene leerlijn al direct in contact gebracht met de startfase van de daarop volgende leerlijn. Op een zelfde manier zullen ook leerkrachten en vakgroep actief in de onderscheiden leerlijnen inhoudelijk en programmatisch meer op elkaar aansluiten. Een sterke wisselwerking met het regionale bedrijfsleven moet de aansluiting naar de arbeidsmarkt optimaliseren. Tegelijkertijd wordt daarmee ook de onderwijscampus en haar aanbod ontsloten voor werkenden en werkzoekenden. Het concept leven lang leren wordt een tastbare en aantrekkelijke realiteit. De inspraakreactie leidt tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg. De tekst als hierboven aangegeven worden aangepast. Het gedeelte onder a. zal op pagina 37 worden toegevoegd. Het gedeelte onder b. zal op pagina 73 worden toegevoegd.
7. Mw. J.M. van Leeuwen en dhr. A. Apon (de inspraakreactie is op 17 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. het projectgebied Noord- en Oostflank wordt enerzijds gekwalificeerd als het groenareaalgebied van Parkstad Limburg, terwijl er anderzijds geen basis wordt gelegd voor een koppeling van natuurgebieden b. de lightrailverbinding Heerlen - Aken via Kerkrade kan worden gerekend tot de categorie illusies c. de haalbaarheid en de consequenties van de Buitenring zijn onvoldoende bekeken en/of onderbouwd d. er staan diverse strijdigheden in de ontwerp-structuurvisie e. de ontwerp-structuurvisie richt zich met name op de ontwikkeling van Heerlen tot Parkstad Centrum f. de nog te doorlopen inspraakprocedures krijgen het karakter van een schertsvertoning g. de ontwerp-structuurvisie bevat te veel herhalingen; veel besluiten zijn al genomen; mosterd na de maaltijd
9
Vervolg 7 PlanMER h. de Buitenring is onvoldoende belicht: het is gemakkelijk om zich te verschuilen achter de provincie c.q. een provinciale procedure i. de waarden en het behoud van bepaalde natuurwaarden in Brunssum wordt niet besproken j. de aanleg van de Buitenring heeft ongewenste gevolgen voor het verkeer, het woon- en leefmilieu en dergelijke. k. de aanleg van de Buitenring kan niet als serieus project worden gezien; ook hier weer mosterd na de maaltijd: keuzes zijn al gemaakt en naar alternatieven wordt niet gekeken Reactie: a. Deze basis en bedoelde koppelingen tussen natuurgebieden is duidelijk verwoord in het plan en het projectgebied Oostflank en is op de ontwikkelingskaart aangegeven. b. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. c. Verwezen wordt naar hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag d. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. e. Niets is minder waar. De structuurvisie richt zich op een ontwikkeling van Heerlen tot ParkstadCentrum in samenhang met de ontwikkeling van de andere centra in Parkstad Limburg f. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. g. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. PlanMER h. Zie paragraaf 2.2 en hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag i. Zie paragraaf 2.2 van dit inspraakeindverslag j. Zie paragraaf 2.2 en hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag k. Zie paragraaf 2.2 en hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
8. De heer A. Kannegieter namens Adhara (de inspraakreactie is op 20 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: * verzoek tot aanpassing van de gebezigde terminologie: Zorgboulevard dient Zorgvallei te zijn Reactie: Dit verzoek kan zondermeer worden ingewilligd; de term Zorgboulevard wordt vervangen door “Zorgvallei”. De inspraakreactie leidt op dit punt tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
9. De heer en mevrouw Wevers uit Brunssum (de inspraakreactie is op 22 april 2009 ontvangen valt gelet op de zogenaamde verzendtheorie (de datum van verzenden is doorslaggevend; i.c. 21 april 2009) binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. in de ontwerp-structuurvisie wordt onvoldoende rekening gehouden met de effecten voor de leefomgeving van de mens, de natuur en het milieu door aanleg van de Buitenring; verder wordt de noodzaak ervan ter discussie gesteld PlanMER: b. thema ruimtelijke identiteit: kritiek op het feit dat de aanleg van de Buitenring de financiële basis vormt om de doelstellingen te realiseren c. thema economie: er wordt onvoldoende rekening gehouden met revitalisering van bestaande bedrijventerreinen (er wordt nog te veel in groeitermen gedacht) d. thema mobiliteit: scoort negatief bij voorkeursvariant; 0+variant is een goed alternatief e. thema wonen: de ontwikkeling van de randgebieden ten gunste van landschap en ecologie wordt te zeer benadrukt
10
Vervolg 9 f. er is sprake van hinder en nadelige gevolgen door aanleg van de Buitenring g. definitie/afkadering Oostflank: het is onduidelijk of het Sigranogebied er nu wel of niet bij hoort of dat enkel het gebied ten oosten van Brunssum wordt bedoeld h. insprekers vragen zich af waarom de commissie MER geen advies heeft gegeven i. de bezwaren tegen de buitering zijn ook al verwoord in de ingediende inspraakreactie, gedateerd 11 juli 2008, bij de provincie Limburg in het kader van de vaststelling van de Tracénota-MER-UVS Buitenring Parkstad Limburg (betreffende brief is bij de inspraakreactie gevoegd) Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag PlanMER: (zie paragraaf 2.2. van dit inspraakeindverslag) b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Thema economie gaat uit van de SER-ladder; eerst revitaliseren. d. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. e. Standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. f. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. g. Het projectgebied wordt duidelijk gedefinieerd in de structuurvisie. h. Zie hoofdstuk 2.2. van dit inspraakeindverslag. i. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
10. Mevrouw Geenen-Helwig (de inspraakreactie is op 20 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijk de Kling in Brunssum b. inspreker verzoekt om alternatieven voor de Noordroute te zoeken c. verwezen wordt naar eerder ingediende reacties bij de provincie Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
11. De heer P.W.H. Debie (de inspraakreactie is op 20 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijk de Kling in Brunssum b. inspreker verzoekt om alternatieven voor de Noordroute te zoeken c. verwezen wordt naar eerder ingediende reacties bij de provincie Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
11
12. J.G.R. Borger namens de Stichting Leefbaarheid Onderbanken (de inspraakreactie is op 20 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de Stichting streeft naar een gezond leefmilieu: de voorgestane ontwikkelingen met betrekking tot de oostflank in Brunssum en de aanleg van de Buitenring tasten dit aan b. er wordt betwijfeld of de fijnstof-norm in Schinveld wordt gehaald c. de geluidsoverlast wordt vergroot door de Buitenring d. er worden vraagtekens geplaatst bij de verschillende functies in één gebied: recreatie, zware industrie en natuur: tevens bedreiging voor Natura-2000gebieden e. de ontwikkeling Hendrikterrein en Buitenring zijn aan elkaar gekoppeld: geen Buitenring, geen industrieterrein Hendrik; de cumulatieve effecten hiervan dienen in beeld te worden gebracht f. AWACS, Hendrik, Buitenring en N274 trekken een zware wissel op de leefomgeving g. geadviseerd wordt om specialisten bij deze ontwikkelingen te betrekken Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. d. De Provincie, gemeenten, Waterschap Roer en Overmaas, de regio en private partijen hebben besloten het gebied van de Oostflank te ontwikkelen. Dit vraagt om een integrale aanpak. Enerzijds om een economische impuls te genereren. Anderzijds om een zo hoog mogelijke omgevingskwaliteit te ontwikkelen. Dit betekent ook dat functies met elkaar gecombineerd moeten worden. De ontwikkeling van de Oostflank is gericht op bedrijvigheid/werkgelegenheid in de toeristisch recreatieve sector, ingepast in de natuur. De visie gaat uit van sanering, transformatie en revitalisering van bestaande bedrijfsterreinen, zodanig dat de toekomstige activiteiten aansluiten of inpasbaar zijn bij de toeristisch recreatieve uitgangspunten (“te gast in de natuur”). Omdat de oostflankontwikkeling inhaakt op het grensoverschrijdend concept “Heidenatuurpark” wordt het areaal aan natuur- en recreatiegebieden aanmerkelijk vergroot. Hiermee kan de recreatieve druk over een groot gebied gespreid worden, waardoor de druk op de Natura2000-gebieden zal verminderen. Wij zien in deze ontwikkeling derhalve geen bedreiging voor de aangrenzende Natura2000-gebieden. e. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De ontwikkeling van het Hendrikterrein, conform de Structuurvisie, en de Buitenring zijn niet aan elkaar gekoppeld. Wel is er een relatie, in die zin dat de Buitenring de voorwaarden schept voor een integrale gebiedsontwikkeling Oostflank, inbegrepen het gebied Hendrik. M.b.t. het in beeld brengen van (cumulatieve) effecten, zijn de relevante studies betrokken in de MER/tracéstudie Buitenring en wordt hiernaar verwezen. Bij een meer specifieke invulling van het Hendrikterrein op het gebied van groene werkgelegenheid, zullen alsdan de milieuaspecten van zo’n ontwikkeling in kaart gebracht worden in het kader van het bestemmingsplan. f. Deze zienswijze moet samen met de overige zienswijzen over de buitenring worden behandeld Zie hiervoor hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. g. Bij de ontwikkeling van de Oostflank is het evident dat er specialisten betrokken zullen gaan worden. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
13. De heer en mevrouw Joost (de inspraakreactie is op 20 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. insprekers zijn tegen de aanleg van de Buitenring, met alle nadelige gevolgen van dien, ter hoogte van de Hamstraat te Kerkrade Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
12
14. De heer en mevrouw Theunissen (de inspraakreactie is op 20 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. insprekers hebben bezwaar tegen de aanleg van de Buitenring, met alle nadelige gevolgen van dien, in de huidige vorm als 100 km - 4 baans snelweg en in het bijzonder tegen de Noord-variant; zien graag alternatieven onderzocht b. er worden ethische normen en waarden overschreden c. insprekers voelen zich aangetast in hun rechtsgevoel en hun rechtsbeschermings- mogelijkheden d. de gezondheid van de mensen moet het leidend principe zijn e. insprekers doen voorstellen ter heroverweging van de Noordflankvariant; verzoeken in zorgvuldige uiterste mogelijkheid te kiezen voor een zo direct mogelijke verdieping van de overgang N274 richting Brunssum Noord en samengaand met ondertunneling ter hoogte van de bewoners van o.a. Klingbemden en het huidige tracé meer noordelijk te situeren opdat er geen sprake is van eigendomsaantasting f. verder wordt zich afgevraagd wat er met het afgegraven mijnafval wordt gedaan en wordt een oproep gedaan om een emissie- en geluidswaardenonderzoek uit te voeren Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. d. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. e. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. f. Het afgraven van de mijnsteenberg past binnen de activiteiten van de groeve Hendrik, zodat dit materiaal binnen het (mijnsteen)gebied zelf verwerkt kan worden. Het gebruik van mijnsteen als funderingsmateriaal voor de Buitenring is niet aan de orde. M.b.t. tot een emissie- en geluidwaardenonderzoek wordt verwezen naar de MER/tracé- nota Buitenring. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
15. De heer Luit (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is blij dat er kaders worden geformuleerd; de visie probeert verleden, heden en toekomst met elkaar te verbinden en dan is de kans op ontsporingen groot; hetgeen ook nu is gebeurd b. de Buitenring is een absoluut verkeerde keuze uit het verleden; het nut en noodzaak ervan zijn nog niet aangetoond; revitaliseren en aanpassen van bestaande tracés en wegvakken kunnen de bereikbaarheid van Parkstad Limburg ook al aanzienlijk verbeteren; daarnaast zijn ook nog andere varianten denkbaar waarbinnen de economie van Parkstad Limburg duurzaam versterkt kan worden (langs de as Sittard - Geleen - Maastricht en de as Sittard - Parkstad - Aken) c. door aanleg van de Buitenring wordt de Brunssummerheide aangetast d. er moet een einde komen aan de zeer ernstige vorm van grensplanologie Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. d. Een intergemeentelijke structuurvisie met landgrensoverschrijdende aspecten doorbreekt het grensplanologisch denken. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
13
16. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker heeft met instemming kennis genomen van de toegezonden ontbrekende pagina van de ontwerp-structuurvisie en stemt ook in met het besluit van het Parkstad Bestuur van 18 maart 2009 aangaande het “nee-tenzij-principe” b. verzocht wordt om voor het gebied Holzkuil een woonbestemming in de uiteindelijke structuurvisie op te nemen; een en ander conform vastgesteld beleid en contractuele verplichtingen c. de memorie van toelichting van de gemeenteraad van 21 januari 2009 is bijgevoegd: deze gaat o.a. in op de centrumpositie van Kerkrade en het nee-tenzij-principe, de Buitenring (het volgen van het voorkeursalternatief heeft onaanvaardbare gevolgen voor de Kerkaadse gemeenschap) en het ruimtelijk concept van de Parkstad (te grote contrasten tussen rood en groen). Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Op basis van het vastgestelde beleid met betrekking tot de regionale woningbouwprogrammering tot en met 2010, past het gebied Holzkuil op de ontwikkelingskaart van de structuurvisie. De kaart zal hierop worden aangepast. c. Naar aanleiding van de Memorie van Toelichting zijn gesprekken met de gemeente Kerkrade gevoerd over: de centrumpositie van Kerkrade en de toepassing van het “nee tenzij-principe. De in de structuurvisie opgenomen matrices is een weerslag van vastgesteld regionaal beleid (Woonvisie, Retailvisie e.a.). Het geeft een bandbreedte aan waarbinnen een voorgestane ruimtelijke ontwikkeling zou kunnen plaatsvinden. Met het “nee, tenzij”-principe wil de structuurvisie aan de ene kant de belangrijke kwaliteiten van de regio beschermen, verder ontwikkelen en de regionale samenhang waarborgen. Aan de andere kant wil het plan ook de mogelijkheid bieden, indien de situatie daartoe aanleiding geeft, niet extreem met de gestelde eisen om te gaan en maatwerk te bieden. Tijdens overleg met de gemeente Kerkrade heeft deze voldoende aannemelijk kunnen maken waarom van de 4-bouwlageneis op specifieke plekken afgeweken dient te worden. Door juist de toepassing van het “nee, tenzij”-principe kan de door de gemeente Kerkrade voorgestane centrum- en Atriumontwikkeling doorgang vinden. de Buitenring (het volgen van het voorkeursalternatief heeft onaanvaardbare gevolgen voor de Kerkraadse gemeenschap). Ten aanzien van dit punt wordt naar hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag verwezen. het ruimtelijk concept van de Parkstad (te grote contrasten tussen rood en groen). Vanuit het regionale perspectief is er sprake van een onevenwichtige verweving tussen stedelijk en landelijk gebied. Het accent ligt hierbij vooral op stenen structuren die de landschappelijk samenhang als beekdalen en reliëfpatronen slecht herkenbaar maakt. Daarbij bemoeilijkt dit een adequaat ecologisch functioneren. Ook dijt het stedelijk gebied uit tot een homogene bouwmassa waar geen touw aan is vast te knopen. Om dit om te buigen zet de regio in op het verhogen van het contrast. Dit moet leiden tot een heldere landschappelijke/ hydrologische en ecologische structuur, naast een heldere stedelijke structuur. Tegelijkertijd zetten wij in op meer nuancering en concentratie binnen het stedelijk gebied naast het hanteren van de huidige begrenzing van het stedelijke als harde grens voor de bebouwing. Dit leidt tot “De stad meer stad en het groen meer groen”. Kijkend naar de krimp en vanuit een meer lokaal en projectmatig perspectief bekeken leidt de bovengeschetste ruimtelijke beweging tot meer areaal voor een sterkere interactie tussen rood en groen, de ontwikkeling van kwaliteit en goede uitloopmogelijkheden voor recreatieve activiteiten. Juist de combinatie van de hierboven beschreven strategieën leidt dus niet tot een harde scheiding tussen stad en land c.q. tussen rood en groen, maar tot een betere wisselwerking tussen het stedelijk en landelijk gebied en tot een hogere kwaliteit van en afwisseling tussen beide. De Ontwikkelingskaart zal worden aangepast naar aanleiding van opmerking b. van deze inspraakreactie. Op dit punt leidt de ingebrachte zienswijzen tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg. De overige punten leiden niet tot aanpassing van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
14
17. K. Albert (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijk de Kling in Brunssum b. inspreker verzoekt om alternatieven voor de Noordroute te zoeken c. verwezen wordt naar eerder ingediende reacties bij de provincie Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
18. De heer R. Vankan en mevrouw N. Brouns (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. insprekers zijn tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijk Klingbemden in Brunssum b. insprekers verzoeken om alternatieven voor de Noordroute te zoeken c. verwezen wordt naar eerder ingediende reacties bij de provincie Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. Vervolg 18 De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
19. J. Verkissen (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijken in Brunssum Noord: Klingbemden, de Kling, de flats aan de Europalaan, de Titus Brandsmastraat en elders b. inspreker verzoekt om alternatieven voor de Noordroute te zoeken c. verwezen wordt naar eerder ingediende reacties bij de provincie Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
15
20. Falkingham (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijken in Brunssum Noord: Klingbemden, de Kling, de flats aan de Europalaan, de Titus Brandsmastraat en elders b. inspreker verzoekt om alternatieven voor de Noordroute te zoeken c. verwezen wordt naar eerder ingediende reacties bij de provincie Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
21. De heer en mevrouw Muyres-Mulder (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. insprekers zijn tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijk de Kling in Brunssum b. insprekers verzoeken om alternatieven voor de Noordroute te zoeken c. verwezen wordt naar eerder ingediende reacties bij de provincie d.d. 8 juli 2008 Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
22. De heer en mevrouw Wijnen (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. insprekers zijn tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijken in Brunssum Noord: Klingbemden, de Kling, de flats aan de Europalaan, de Titus Brandsmastraat en elders b. insprekers verzoeken om alternatieven te onderzoeken Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
23. M.H. Schaap (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. door de aanleg van de Buitenring wordt de leefbaarheid van de wijk de Gracht te Kerkrade in ernstige mate aangetast (geluid, fijnstof, bereikbaarheid) Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag.
16
Vervolg 23 De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
24. De heer Logister namens Woningstichting Land van Rode (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de samenvattende tabel op p. 138 suggereert dat er apart aandacht moet worden geschonken aan zorgwoningen in deze regio; dit belang wordt onderschreven; zorgwoningen zijn echter ook woningen en dienen integraal deel uit te maken van de kwantitatieve opgave in Parkstad Limburg b. er wordt aandacht gevraagd voor de concretisering van de middelenkant bij het thema wonen c. het sturingsprincipe “herstructurering vóór uitbreiding” wordt onderschreven d. de corporatie is bereid om een substantiële rol in de herstructureringopgave te spelen; de particuliere sector moet echter ook inspanningen leveren: dit aspect moet meer aandacht krijgen e. het kwaliteitsprincipe in “Van Zeef naar Zwengel mag niet ondersneeuwen in de kwantitatieve opgave” f. voor de buurten Bleijerheide en Rolduckerveld zal t.z.t. indien noodzakelijk een verzoek tot inwerkingtreding van het nee-tenzij-beginsel worden gedaan (toestaan van grotere bouwhoogte c.q. dichtheid) g. de corporatie is bereid tot samenwerking met alle partijen die de handen in elkaar moeten slaan om gestalte te geven aan de structuurvisie Reactie: a. Dit is juist, maar Parkstad Limburg wil graag ook zicht houden op de specifieke opgaven op dit punt. b. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van beleid weer. Dat de middelenkant van het onderdeel wonen verdieping behoeft is op zich juist, maar dit kan ook zijn beslag krijgen in onderliggende beleidsnota’s van de sector wonen. Na deze specificatie binnen de sectorale plannen kan de structuurvisie op dit punt geconcretiseerd worden. c. Deze opmerking wordt instemmend voor kennisgeving aangenomen. d. De regio Parkstad Limburg is verheugd over dit aanbod en zal, bij gelegenheid, van dit aanbod gebruik maken. Dat er bij de herstructureringsopgaven ook in de particulier sector een taak ligt, staat buiten kijf. Het is evident dat deze bijdrage ook zijn beslag zal moeten krijgen in de totale herstructureringsopgave. e. De structuurvisie gaat uit van kwaliteitsontwikkeling. Het is daarom dat bijvoorbeeld bij wonen het kwaliteitskader “van zeef naar zwengel” expliciet als richtinggevend raamwerk benoemd wordt. f. Een daartoe strekkend verzoek zien wij te zijner tijd vol belangstelling tegemoet. g. De regio Parkstad Limburg is verheugd over dit aanbod en zal, bij gelegenheid, van dit aanbod gebruik maken. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
25. Fam. de Esch (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. in de ontwerp-structuurvisie wordt onvoldoende rekening gehouden met de effecten voor de leefomgeving van de mens, de natuur en het milieu door aanleg van de Buitenring; verder wordt de noodzaak ervan ter discussie gesteld PlanMER: b. thema ruimtelijke identiteit: kritiek op het feit dat de aanleg van de Buitenring de financiële basis vormt om de doelstellingen te realiseren c. thema economie: er wordt onvoldoende rekening gehouden met revitalisering van bestaande bedrijventerreinen (er wordt nog te veel in groeitermen gedacht) d. thema mobiliteit: scoort negatief bij voorkeursvariant; 0+variant is een goed alternatief e. thema wonen: de ontwikkeling van de randgebieden ten gunste van landschap en ecologie wordt te zeer benadrukt f. hinder en nadelige gevolgen door aanleg van de Buitenring g. definitie/afkadering Oostflank: het is onduidelijk of het Sigranogebied er nu wel of niet bij hoort of dat enkel het gebied ten oosten van Brunssum wordt bedoeld
17
Vervolg 25 h. insprekers vragen zich waarom de commissie MER geen advies heeft gegeven Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag PlanMER: (zie paragraaf 2.2. van dit inspraakeindverslag.) b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Thema economie gaat uit van de zogenaamde SER (sociaal economische raad)-ladder: 1. gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden; 2. maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen; als 1 en 2 onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Met andere woorden revitaliseren staat voorop. d. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. e. Standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. f. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. g. Het projectgebied wordt duidelijk gedefinieerd in de structuurvisie. h. Zie hoofdstuk 2.2 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
26. L.A.M.M. Jansen (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring (4-baans); de 0+variant is een goed alternatief b. de bewoners zouden nadrukkelijk bij de plannen betrokken moeten worden; nu ligt er een document met een te ver door geschoten academisch gehalte Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Dit standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
27. K.A. Keischgens (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring (4-baans): deze maakt de verbinding tussen landschap en stad kapot, groengebieden worden doorsneden, soorten worden bedreigd b. het voorkeurstraject heeft onaanvaardbare gevolgen voor de Kerkraadse gemeenschap; de 0+variant is een goed alternatief Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
18
28. De heer en mevrouw Lagerwaard-Donnars (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. insprekers zijn tegen de aanleg van de Buitenring als 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijken in Brunssum Noord: Klingbemden, de Kling, de flats aan de Europalaan, de Titus Brandsmastraat en elders b. insprekers verzoeken om alternatieven te onderzoeken c. deze inspraakreactie is ook bij de provincie bekend Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
29. Fam. P.D.H. Zijlstra-Versteeg (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. in de ontwerp-structuurvisie wordt onvoldoende rekening gehouden met de effecten voor de leefomgeving van de mens, de natuur en het milieu door aanleg van de Buitenring; verder wordt de noodzaak ervan ter discussie gesteld PlanMER: b. thema ruimtelijke identiteit: kritiek op het feit dat de aanleg van de Buitenring de financiële basis vormt om de doelstellingen te realiseren c. thema economie: er wordt onvoldoende rekening gehouden met revitalisering van bestaande bedrijventerreinen (er wordt nog te veel in groeitermen gedacht) d. thema mobiliteit: scoort negatief bij voorkeursvariant; 0+variant is een goed alternatief e. thema wonen: de ontwikkeling van de randgebieden ten gunste van landschap en ecologie wordt te zeer benadrukt f. hinder en nadelige gevolgen door aanleg van de Buitenring g. definitie/afkadering Oostflank: het is onduidelijk of het Sigranogebied er nu wel of niet bijhoort of dat enkel het gebied ten oosten van Brunssum wordt bedoeld h. insprekers vragen zich waarom de commissie MER geen advies heeft gegeven Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag PlanMER: (zie paragraaf 2.2. van dit inspraakeindverslag) b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Thema economie gaat uit van de zogenaamde SER (sociaal economische raad)-ladder: 1. gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden; 2. maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen; als 1 en 2 onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Met andere woorden revitaliseren staat voorop. d. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. e. Standpunt wordt voor kennisgeving aangenomen. f. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. g. Het projectgebied wordt duidelijk gedefinieerd in de structuurvisie. h. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
19
30. Mw. H. Haarbosch-Toussaint en J. Joosten namens Belangenvereniging Rimburg (de Dorpsraad Rimburg) (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie met betrekking tot de PlanMER: a. de inspraakreactie heeft betrekking op de kern Rimburg b. in het PlanMER staat niets vermeld over het voornemen aan Duitse zijde om in de nabije toekomst te komen tot de mogelijke verdere ontwikkeling van de L240n richting Mönchengladbach via de L42n; de vraag is hoe hiermee wordt omgegaan in relatie tot de kern Rimburg Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Zie paragraaf 2.2. en hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De randweg Abdissenbosch is een nieuw te realiseren weg ten noorden van de wijken Parkheide en Abdissenbosch, ter plaatse van de bestaande Abdissenboschweg. De randweg sluit in het westen aan op de N299 ofwel toekomstige Buitenring Parkstad Limburg, in het oosten sluit hij aan op een in Duitsland tevens nieuw aan te leggen weg, de Ortsumgehungsstrasse Scherpenseel oftewel L42n. Deze L42n sluit vervolgens aan op de B56 nabij Geilenkirchen. Door de realisatie van deze beide wegen wordt er vanuit het hart van de Buitenring Parkstad Limburg een nieuwe hoogwaardige aansluiting gerealiseerd op het Duitse hoofdwegennet. De huidige kernen van met name Ubach over Worms en Scherpenseel zullen hierdoor worden ontlast van het huidige, voor veel overlast veroorzakende, doorgaand verkeer. De randweg Abdissenbosch is opgenomen in de structuurvisie. Wat betreft de L240n kunnen wij u berichten dat de haalbaarheid van deze weg onderzocht wordt in Duitsland. Zolang hierover geen duidelijkheid is, is de opname in de structuurvisie niet aan de orde De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
31. Mw. H. Haarbosch-Toussaint en J. Joosten namens Belangenvereniging Rimburg (de Dorpsraad Rimburg) (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie met betrekking tot de ontwerp-structuurvisie: a. er wordt waardering uitgesproken voor de integrale en interdisciplinaire benadering b. de inspraakreactie heeft betrekking op de kern Rimburg c. in de visie wordt niets vermeld over het voornemen aan Duitse zijde om in de nabije toekomst te komen tot de mogelijke verdere ontwikkeling van de L240n richting Mönchengladbach via de L42n, waarbij er een verbinding zou komen tussen de Roermonderstrasse in Übach-Palenberg en (via de L42n) de geplande Buitenring ter hoogte van Abdisschenbosch; de inwoners van Rimburg tekenen bezwaar aan tegen het realiseren van deze verbindingsweg d. vele landschappelijke en andere kwaliteiten worden bedreigd door aanleg van de Buitenring e. op de beheer- en sturingskaart wordt de vermelding van Rimburg als cultuurhistorische kern gemist Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. c. Juridisch gezien staat de procedure van een structuurvisie niet toe bezwaar in te dienen. U kunt slechts uw zienswijze kenbaar maken. Zie paragraaf 2.1 (rechtsbeschermingsmogelijkheden) van dit inspraakeindverslag. c. De randweg Abdissenbosch is een nieuw te realiseren weg ten noorden van de wijken Parkheide en Abdissenbosch, ter plaatse van de bestaande Abdissenboschweg. De randweg sluit in het westen aan op de N299 oftewel toekomstige Buitenring Parkstad Limburg, in het oosten sluit hij aan op een in Duitsland tevens nieuw aan te leggen weg, de Ortsumgehungsstrasse Scherpenseel oftewel L42n. Deze L42n sluit vervolgens aan op de B56 nabij Geilenkirchen. Door de realisatie van deze beide wegen wordt er vanuit het hart van de Buitenring Parkstad Limburg een nieuwe hoogwaardige aansluiting gerealiseerd op het Duitse hoofdwegennet. De huidige kernen van met name Ubach over Worms en Scherpenseel zullen hierdoor worden ontlast van het huidige, voor veel overlast veroorzakende, doorgaand verkeer. De randweg Abdissenbosch is opgenomen in de structuurvisie. Wat betreft de L240n kunnen wij u berichten dat de haalbaarheid van deze weg onderzocht wordt in Duitsland. Zolang hierover geen duidelijkheid is, is de opname in de structuurvisie niet aan de orde
20
Vervolg 31 d. Zie paragraaf 2.2. en hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag e. In de structuurvisie zal in het projectgebied Via Belgica de beschermde status van de kern van Rimburg tekstueel worden aangegeven. Daarbij zal dit ook op de ontwikkelingskaart worden gezet als kansrijke potentie voor het versterken van deze culturele hoofdas door Parkstad Limburg. De inspraakreactie leidt met betrekking tot e. tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
32. De heer Luit namens het PAK, raadsfractie gemeente Brunssum (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is blij dat er kaders worden geformuleerd; de visie probeert verleden, heden en toekomst met elkaar te verbinden en dan is de kans op ontsporingen groot; hetgeen ook nu is gebeurd b. de Buitenring is een absoluut verkeerde keuze uit het verleden; het nut en noodzaak ervan zijn nog niet aangetoond; revitaliseren en aanpassen van bestaande tracés en wegvakken kunnen de bereikbaarheid van Parkstad Limburg ook al aanzienlijk verbeteren; daarnaast zijn ook nog andere varianten denkbaar waarbinnen de economie van Parkstad Limburg duurzaam versterkt kan worden (langs de as Sittard - Geleen - Maastricht en de as Sittard - Parkstad - Aken) door aanleg van de Buitenring wordt de Brunssummerheide aangetast c. er moet een einde komen aan de zeer ernstige vorm van grensplanologie Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Zie tevens reactie op 15c. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
33. P. Snijders namens Actiecomité Buitenring Parkstad ‘t Höfke (de inspraakreactie is op 21 april 2009 ontvangen en valt daarmee binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. men is teleurgesteld dat vastgehouden wordt aan het aanleggen van een 2x2baans autosnelweg met alle mogelijke schadelijke gevolgen van dien (aantasting landschap, aantasting woon- , lucht- en leefkwaliteit, toename geluidsbelasting) vooral in de buurt van de Akerstraat-Noord te Hoensbroek, vlak bij de van Hövell tot Westerflierhof b. gepleit wordt voor het zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande wegen met daar waar nodig creatieve oplossingen voor eventuele knelpunten Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
34. Mevrouw M. Bastiaans en de heer R.H.A. Hijlkema namens de Stichting Bewonersbelangen Bungalowpark de Bousberg (de inspraakreactie is op 22 april 2009 ontvangen; uitgaande van de zogenaamde verzendtheorie (de datum van verzenden is doorslaggevend; i.c. 21 april 2009) valt de reactie binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de Stichting staat overwegend positief tegenover de ontwerp-structuurvisie, met dien verstande dat: b. de bescherming van de bestaande natuurgebieden sterker dient te worden aangezet: uitbreiding van de rode contouren ten koste van de natuur kan niet aan de orde zijn
21
Vervolg 34 c. het doorsnijden van natuurgebieden door wegen (met uitzondering van de binnen- en Buitenring) dient niet te worden toegestaan d. woningbouwplannen die nog niet zijn gerealiseerd moeten (opnieuw) worden getoetst aan de (ontwerp)structuurvisie: voorbeeld de Bousberg (is in strijd met de uitgangspunten van de ontwerpstructuurvisie); economische motieven mogen de visie niet doorkruisen e. verleende strijdige bouwvergunningen dienen automatisch te vervallen, als nog niet is gestart met de realisatie ervan Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. De bescherming van natuurgebieden zoals de Brunssummerheide is voldoende gewaarborgd in de structuurvisie; voor wat betreft het natuurbeschermingsregime is aansluiting gezocht bij hogere regelgeving. c. Wij delen de opvatting niet dat het noodzakelijk is om in de structuurvisie een verbod tot uitbreiding van de rode contouren/ doorsnijding natuurgebieden op te nemen. d. Aan het woningbouwproject De 'Bousberg heeft een integrale en zorgvuldige belangenafweging ten grondslag gelegen waarbij uitdrukkelijk rekening is gehouden met de natuurwaarden ter plaatse en omliggende natuurgebieden. Het plan 'De Bousberg' ligt op ruime afstand van de Brunssummerheide en doet hier geen afbreuk aan. Voor het project zijn uitgebreide natuurwaardenonderzoeken uitgevoerd; daarnaast zijn de woningen landschappelijk zorgvuldig ingepast. Het plan 'De Bousberg' met haar alternatieve verkaveling en landschappelijk ontwerp versterkt de stadsrand in stedenbouwkundige zin en versterkt het goede aan de huidige situatie, namelijk de natuur- en landschapstructuren. De structuurvisie en hogere regelgeving bieden voldoende waarborgen om tot een zorgvuldige belangenafweging te komen over vraagstukken omtrent uitbreidingsplannen van rode contouren/ doorsnijding natuurgebieden. e. Het plan De Bousberg past binnen het rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid. Tevens past het plan binnen het volkshuisvestingsbeleid. In parkstadverband is ter ondersteuning van het volkshuisvestingsbeleid intrekkingsbeleid voor bouwvergunningen vastgesteld. Dit wordt reeds actief uitgevoerd. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
35. De heer J.H. Heijnen namens de Stichting Milieufederatie Limburg (de inspraakreactie is op 22 april 2009 ontvangen; uitgaande van de zogenaamde verzendtheorie (de datum van verzenden is doorslaggevend; i.c. 21 april 2009) valt de reactie binnen de gestelde inspraaktermijn) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de Stichting is verheugd over het feit dat de 7 Parkstad-gemeenten samen hebben nagedacht over de toekomst van Parkstad b. inspreker is niet gelukkig met het feit dat de ontwerp-structuurvisie voorafgaand aan de planMER is opgesteld c. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring in de huidige vorm: er wordt gepleit voor een oplossing in het bestaande wegennet met op een aantal locaties extra maatregelen PlanMER: d. thema ruimtelijke identiteit: in Parkstad is nauwelijks sprake van een slechte verkeers- doorstroming; verbetering van de bewegwijzering en een goede afstelling van de verkeersregelinstallaties leiden al tot een betere doorstroming e. thema ruimtelijke identiteit: de zone tussen het bedrijventerrein Abdisschenbosch en de Brandenberg is aangewezen als robuuste verbindingszone, maar ook als golfbaanlocatie: deze functies zijn onverenigbaar f. thema economie: de groei van bedrijventerreinen gaat vaak ten koste van landschap en cultuurhistorie; dit wordt in de PlanMER niet genoemd g. thema mobiliteit: op bijna alle punten scoort dit thema negatief omdat wordt uitgegaan van een Buitenring volgens de voorkeursvariant van de provincie Limburg; de stichting is voorstander dan de 0+ variant; dit is een goed alternatief h. de Parkstadgemeenten en de provincie zouden conform het eigen beleid in de verkeers- en vervoersplannen de juiste volgorde van de 3 B’s moeten aanhouden: benutten, beïnvloeden en dan pas bouwen
22
Vervolg 35 i. er wordt betreurd dat de commissie MER heeft afgezien van het geven van een advies Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. Het planMER is opgesteld op basis van het laatste concept-plan voor het ontwerp. Daarenboven hebben wij de keuze om vroeg of laat in de planvoorbereiding met de planMERprocedure te starten. Voordeel van een late start is dat de planontwikkeling verder is ontwikkeld en er meer duidelijkheid bestaat waarop de planMER zich dient te richten. Verder wordt voor dit onderwerp verwezen naar paragraaf 2.2. van dit inspraakeindverslag. c. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag d. Inderdaad dit klopt, maar daarmee worden niet de lange termijn problemen op het vlak van verkeer, economie en leefbaarheid opgelost. e. Dit standpunt wordt niet gedeeld en wordt voor kennisgeving aangenomen. f. De structuurvisie gaat uit van de SER-ladder (zie tevens de reactie op 25c en 29c). Dit houdt in dat de beschikbare ruimten eerst zo optimaal mogelijk worden benut. Daarnaast zal ook door de herstructurering ruimte vrij komen die mogelijk voor bedrijventerreinen kunnen worden ingezet. Groei van bedrijventerreinen betekent niet dat er per definitie ruimte van natuur en cultuurhistorie nodig is. g. Zie paragraaf 2.2 en hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. h. Zie opmerking onder d. i. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen; zie tevens paragraaf 2.2 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
36. Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg (de inspraakreactie is op 23 april 2009 ontvangen, dus buiten de inspraaktermijn; gelet op het feit dat de provincie ruimschoots van te voren gemotiveerd heeft aangegeven de inspraakreactie iets later in te dienen, wordt deze behandeld als ware deze binnen de inspraaktermijn ontvangen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker spreekt zijn waardering uit voor het opstellen van de ontwerp-structuurvisie; echter: b. planopzet: inspreker ziet graag een fysieke scheiding van “visie, doorwerking en uitvoering” in de uiteindelijke structuurvisie zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening c. er is sprake van enkele (kleine) interne tegenstrijdigheden of onduidelijkheden, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van de Oostflank te Brunssum; inspreker is bereid om in gezamenlijk overleg na te gaan hoe de tegenstrijdigheden in de betreffende onderdelen kunnen worden opgeheven d. natuur en landschap: de themakaart ruimtelijke identiteit komt op meerdere plaatsen niet overeen met de groene waardenkaart uit het POL (aanpassen of onderbouwen waarom van provinciaal beleid wordt afgeweken) e. natuur en landschap: de uitbreiding van de golfbaan conflicteert met de aanleg van een ecoduct ter hoogte van Brandenberg f. volkshuisvesting: de vier in Voerendaal geprojecteerde toekomstige woongebieden in een groene setting zijn, vooralsnog, in strijd met provinciaal beleid; de op 3 plaatsen in Onderbanken voorgestelde uitbreidingen van de rode contouren zijn in, vooralsnog, strijd met provinciaal beleid g. economie: de groeve Hendrik te Brunssum is in de POL-aanvulling 2003 opgenomen als gebied dat zich tot een logistiek-industrieel bedrijventerrein zal ontwikkelen; hieraan is nog geen invulling gegeven; de gemeente heeft andere plannen; de provincie heeft aan Parkstad Limburg aangegeven het overleg te willen aangaan over de regionale ruimte- behoefte en de invulling daarvan. In afwachting van de resultaten hiervan blijft de POL-bestemming gehandhaafd. Inspreker roept op tot gezamenlijk overleg op korte termijn om te zoeken naar een adequate invulling van de behoefte aan werklocaties binnen Parkstad Limburg. Tot het moment dat daaraan gezamenlijke conclusies worden verbonden is aanpassing van het POL niet aan de orde en zijn afwijkende opvattingen in de (ontwerp)structuurvisie ongewenst h. grondexploitatie: de (ontwerp)structuurvisie geeft niet aan welke instrumenten de regio respectievelijk de gemeenten wil(len) inzetten bij de uitvoering van de visie. Het is noodzakelijk om in de visie per (nieuwe) bouwontwikkeling af te wegen welke bovenplanse voorzieningen (bijv. infrastructurele ontsluiting) en dito kosten worden gemaakt t.b.v. deze ontwikkelingen. Overwogen dient te worden om t.b.v. kostenlatende aspecten een regionaal fonds op te richten.
23
Vervolg 36 Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. De regio wil een werkbare visie die ook in de uitvoering ruimtelijke prioriteiten stelt richting de onderliggende plannen als de Groene agenda, Woonvisie, RVVP en het economisch beleid. Daarnaast willen wij een duidelijke relatie leggen met de nieuw op te zetten uitvoeringsorganisatie. c. Ten aanzien van tegenstrijdigheden of onduidelijkheden zijn wij graag bereid in overleg te treden. d. De aanduiding XL/L/M/S geeft geen waardering van het betreffende gebied, maar geeft de relevantie De verwarring ontstaat door in de matrix de relatie met het POL te leggen. Deze betreffende rij zal in de matrix worden verwijderd. e. De begrenzing van de golfbaan zal op de ontwikkelingskaart worden aangepast. f. Voerendaal : Deze op de ontwikkelingskaart aangegeven mogelijke woningbouwlocaties (twee stuks) ten noorden van de spoorlijn vormen een onderdeel in de realisatie van het Archeologische Landschapspark Voerendaal. De uitwerking van deze plannen zal in nauwe samenspraak tussen de gemeenten, regio en provincie verder worden ontwikkeld op basis van regulier instrumentarium zoals Rood voor Groen, VORM en andere regelingen. Bovendien heeft de Provincie Limburg het convenant ''intentieovereenkomst Archeopark Villa Voerendaal'' van 30 augustus 2007 mede ondertekend. Daarnaast zijn deze locaties ontleend aan het provinciale document ''Landschapsvisie Zuid-Limburg''. Deze ontwikkelingen zijn derhalve niet strijdig met het provinciale beleid. Onderbanken: De contour in de kern Schinveld is abusievelijk als uitbreiding van de contour opgenomen. Het betreft hier echter de bestaande rode contour van de uitbreidingslocatie "Aan de Belboom", die in het conceptplan niet op de juiste wijze was aangegeven. Dit zal ambtshalve worden aangepast. Voor de twee plaatsen in de kern Merkelbeek zijn wij van mening, dat de huidige rode contour geen recht doet aan de begrenzing van de dorpskern. De aangewezen straten (Wilmenweg en Mgr. Mannensstraat) zijn zo dicht bebouwd, dat er sprake is van continue bebouwing. Het zijn geen lintvormige uitlopers met her en der verspreide bebouwing. Een ander criterium om al dan niet binnen de rode contour te vallen, is de vraag of er sprake is van inbreidingslocaties. Aangezien deze in beide straten voorhanden zijn/waren, voldoen zij aan dit criterium en dienen de straten te worden betrokken bij de rode contour om de kern Merkelbeek. g. Op grond van de werkgelegenheidscomponent en de gebiedseigenschappen, zien wij potentie in een ontwikkeling die geënt is op toeristisch-/recreatieve uitgangspunten; daarnaast kan middels herverkaveling en herschikking van bedrijventerreinen tot invulling van bedrijvigheid gekomen worden, waarbij een logistiek-industriële invulling overigens niet onze voorkeur heeft. De ruimtelijke claim vanuit het POL blijft echter bestaan. Door de toepassing van de SER-ladder willen de gemeenten en de regio echter eerst een efficiënt ruimtegebruik op werklocaties verbeteren en zo invulling geven aan een deel van de ruimtelijke reservering van het POL. Het op dit moment ruimtelijk vastleggen van de totale reservering zou dit proces ernstig frustreren en niet leiden tot de beoogde ruimte-efficiëntie. Dit geldt vooral voor de Oostflank-ontwikkeling. In de toekomst zullen provincie, gemeenten en regio gezamenlijk invulling moeten geven aan het restant van de beoogde reservering. Dit is niet slechts een economisch vraagstuk, maar moet integraal worden opgepakt. Met betrekking tot deze Oostflankontwikkeling is inmiddels een bestuurlijke intentieovereenkomst gesloten met de Provincie. De in de structuurvisie voorgestelde ontwikkeling is ook in de regiodialoog Provincie-Regio met instemming van GS opgenomen. Gezien deze overeenstemming zal de discussie binnen deze kaders plaats moeten vinden. h. De intergemeentelijke structuurvisie is een plan op hoofdlijnen. De detaillering van het plan zal in gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen plaats moeten vinden mede gezien het ontbreken van regionaal instrumentarium op grond van de Wet ruimtelijke ordening en de wetgeving op het vlak van de grondexploitatie. Bij de gemeentelijk structuurvisies zal, als afgeleide van deze detaillering, dan ook aandacht besteed worden aan het in te zetten instrumentarium met het oog op een afweging van (nieuwe) bouwontwikkelingen en bovenplanse voorzieningen (bijv. infrastructurele ontsluiting) en ook de kosten die worden gemaakt t.b.v. deze ontwikkelingen. Met betrekking tot de oprichting van het regionale fonds zijn wij als regio graag bereid met de provincie in overleg te treden. De inspraakreactie leidt voor de onderdelen d. en e. tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
24
37. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum (de inspraakreactie is op 23 april 2009 ontvangen, dus buiten de inspraaktermijn; gelet op het feit dat door inspreker ruimschoots van te voren gemotiveerd is aangegeven de inspraakreactie iets later in te dienen, wordt deze behandeld als ware deze binnen de inspraaktermijn ontvangen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker spreekt waardering uit over de ambitie die de visie uitademt en onderschrijft de noodzaak van het bundelen van krachten om de kwaliteiten en potenties van de regio te benutten voor een duurzame ontwikkeling b. inspreker heeft bij schrijven van 27 oktober 2008 kenbaar gemaakt dat de gemeente ter plaatse van het Emmaterrein streeft naar een functie van stedelijk dienstenterrein met retailfunctie; er wordt verzocht om het Emmaterrein op kaart en in tekst met de aanduiding “retail” in overeenstemming te brengen c. de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de Oostflank Brunssum wordt te kort gedaan door deze in eerste aanleg toe te bedelen aan Gravenrode en daarna pas aan de Oostflank; gebiedseigenschappen en -potenties dienen leidend te zijn voor de ontwikkeling van nieuwe economie d. verzocht wordt om de term kleinschalige verblijfsmogelijkheden (bij de Oostflankontwikkeling) te vervangen door de term verblijfsmogelijkheden, aangezien anders grootschalige ontwikkelingen op het gebied van verblijfsrecreatie op voorhand worden uitgesloten e. de kwaliteitenkaart dient te worden aangepast voor wat betreft het zorgcluster Atrium/ Schuttershof/Bronnenhof; zowel op het gebied van zorg als werkgelegenheid ziet de gemeente Brunssum deze zorgcluster als één van de huidige kwaliteiten van Brunssum f. er wordt verzocht om de JFC Headquarters (defensieterreinen) als zodanig herkenbaar in de (ontwerp)structuurvisie op te nemen g. er wordt aandacht gevraagd voor de Openbaar Vervoer (OV) ontsluiting van de Oostflank Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Cartografisch zal de paarse kleur op de subkaart Economie verdwijnen. Tegelijkertijd zal op de subkaart economie Retail het betreffende gebied een blauwe kleur L krijgen. c. Natuurlijk is het zo dat gebiedseigenschappen en -potenties leidend dienen te zijn voor de ontwikkeling van nieuwe economie. De bedoelde opmerking is gebaseerd op bestaand regionaal toeristisch/recreatief beleid en is vooral bedoeld om vanuit regionaal perspectief de ontwikkelingen te bekijken. Het kan niet zo zijn dat de ene ontwikkeling een andere ontwikkeling frustreert of uitholt. d. De terminologie zal tekstueel en cartografisch worden aangepast. e. De kwaliteitenkaart zal hierop worden aangepast. f. JFC Headquarters (defensieterreinen) zal als bestaande kwaliteit op de functionele kwaliteitskaart worden opgenomen. g. Dit is in de structuurvisie voorzien (zie bladzijde 101 van de ontwerp-visie). De inspraakreactie leidt voor de onderdelen b, d, e en f tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
38. De heer J.M.G. In den Kleef krachtens mandaat namens het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas (verder te noemen WRO) (de inspraakreactie is op 27 april 2009 ontvangen, dus buiten de inspraaktermijn; gelet op het feit dat door inspreker ruimschoots van te voren gemotiveerd is aangegeven de inspraakreactie iets later in te dienen, wordt deze behandeld als ware deze binnen de inspraaktermijn ontvangen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de lopende en toekomstige projecten voor beekherstel zijn correct in de visie opgenomen; in hoofdlijn is het thema waterhuishouding op juiste wijze verankerd in de visie; echter: b. op p. 14 staat dat er een watertoets heeft plaats gevonden; dat is niet correct; wel is bij de voorbereiding contact geweest met het WRO, doch niet met de andere waterbeheerders; bij de verdere planologische vertaling en uitwerking van de visie moeten ook zij worden betrokken als er concrete belangen zijn c. er wordt expliciet aandacht gevraagd voor de kleinere beekdalen, droogdalen regenwaterbuffers en kwetsbare bron- en kwelgebieden; deze gebieden dienen beschermd te worden tegen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, in dit geval de beheer- en sturingslijnen van de visie; de effecten op de waterhuishouding dienen te worden onderzocht; m.a.w. er dient een watertoets te worden uitgevoerd
25
Vervolg 38 d. het ontkluizen van diverse beken binnen Parkstad Limburg dienen expliciet als kansrijke maatregel te worden opgenomen in de visie en op de plankaart e. de stedelijke wateropgave dient te worden meegenomen bij de stedelijke herstructurering; het WRO wenst bij de herstructureringslocaties in het stedelijk gebied vroegtijdig te worden betrokken f. het WRO zal ervoor zorgen dat de negatieve gevolgen van de Buitenring voor de waterhuishouding en hun ecologische functies beperkt blijven g. naar verwachting hebben de ontwikkelingen aan de oost- en westflank de meeste impact op de waterhuishouding h. bij de 5 topprioriteiten zijn de stedelijke herstructurering en de gebiedsontwikkeling Parkstadring relevant voor de waterhuishouding; hier liggen kansen PlanMER: i. het WRO stemt in met de gekozen aanpak en de beschreven milieu-effecten j. het WRO dringt aan op een watertoets Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Het is correct dat ten behoeve van deze structuurvisie géén watertoets heeft plaats gevonden. De structuurvisie is voor wat betreft het onderdeel water gebaseerd op het Regionaal Waterplan. Voor dit plan is wel een watertoets uitgevoerd. Tijdens het overleg dat met het Waterschap is gehouden is geconstateerd dat er geen discrepantie bestaat tussen het Regionaal Waterplan en de structuurvisie. Bij de verdere planologische vertaling en uitwerking van de visie naar gemeentelijke structuurvisies zullen ook andere waterbeheerders betrokken worden indien er sprake is van concrete belangen. c. De structuurvisie is een kaderstellend plan op hoofdlijnen. Zodra sectoraal beleid aan de orde is wordt verwezen naar de betreffende sectorplannen als de woonvisie, het RVVP en het regionaal waterplan. In de structuurvisie wordt expliciet het regionaal waterplan als voorwaardelijk en als toets naar voren gebracht. In dit plan zit een adequate borging van de kleinere beekdalen, droogdalen regenwaterbuffers en kwetsbare bron- en kwelgebieden. Ook de analyse Identiteit Parkstad Limburg borgt deze kwaliteiten. d. Deze zijn terug te vinden op de ontwikkelkaart en gearceerd op de Beheer- en sturingskaart e. Herstructurering is een integrale opgave. Wij zijn graag bereid het WRO te betrekken bij deze opgave. f. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. g. Het is mede daarom dat deze gebieden als integraal regionaal projectgebieden zijn aangemerkt h. Wij zijn graag bereid deze kansen samen met het WRO en andere actoren te ontwikkelen. PlanMER: i. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. j. Zie met name de laatste zin van het gestelde onder reactie b: “Bij de verdere planologische vertaling en uitwerking van de visie naar gemeentelijke structuurvisies zullen ook andere waterbeheerders betrokken worden indien er sprake is van concrete belangen”. Verder is sinds 1 juli 2008 (de inwerkingtreding van de Wro -wet ruimtelijke ordening-)het watertoetsproces niet meer verplicht bij structuurvisies van het Rijk, provincies en gemeenten. Naar analogie hiervan dus ook niet voor intergemeentelijke visies. Waterbeheerders moeten zelf zorg dragen voor een goede borging van de waterbelangen (zie: www.helpdeskwater.nl). In casu zijn wij van mening dat de waterbelangen voldoende recht zijn gedaan. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
39. De commissie Leefomgeving van de gemeente Voerendaal (de inspraakreactie is op 24 april 2009 ontvangen, dus buiten de inspraaktermijn; gelet op het feit dat door inspreker bij brief van 16 april 2009 is aangegeven de inspraakreactie iets later in te dienen, wordt deze behandeld als ware deze binnen de inspraaktermijn ontvangen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de visie focust zich voor Voerendaal uitsluitend op het Archeologisch Landschapspark en de Via Belgica; verder vermeldt de visie een transferium in de kern van Voerendaal (bij het station). De commissie wenst geen afbreuk te doen aan deze keuze, maar stelt vast dat een transferium daar geen toegang biedt tot en niet transfereert naar extensieve recreatie in de natuurgebieden van het buitengebied. Daarvoor zou het transferium op een andere plek gesitueerd moeten worden, bijvoorbeeld binnen de te restaureren kalkovens aan de Daelsweg (Putberg) op de grens met de gemeente Simpelveld
26
Vervolg 39 b. er wordt voorgesteld om op de ontwikkelingskaart een transferium “stedelijk gebied- natuurgebied” aan te duiden voor extensieve dagrecreatie in het gebied ten zuiden van de A76 (omgeving Daelsweg) Reactie: a. Wat Voerendaal betreft focust de visie zich ondermeer op de volgende zaken: het Archeologisch Landschapspark als onderdeel van de Via Belgica; Het versterken van de verbindingen tussen het stedelijk en landelijk gebied Het verbinden van Natura2000-gebieden Het versterken van de landschappelijke structuur en ecologische verbindingen Het ontwikkelen van een natuurtransferium bij het station van Voerendaal De keuze van het natuurtransferium ter plaatse van de stationomgeving is een bewuste keuze. Enerzijds vanwege de aanwezigheid van verbindingen voor openbaar vervoer. Anderzijds ook vanwege de nabijheid van huidige en toekomstig te ontwikkelen “greenescapes” zoals het genoemde Archeopark, Cortenbach,Terworm en andere extensieve gebieden. Daarnaast ligt het punt op een knooppunt van fiets- en wandelroutes. Deze zaken rechtvaardigen de gemaakte keuze. Kijkend naar de door u voorgestelde locatie dan valt deze vanuit regionale optiek af door het ontbreken van openbaar vervoer, geen fietsroute en een beperkter wandelroutenetwerk. Het is hierom dat wij niet zullen ingaan op de verplaatsing van het transferium van de stationzone naar de Daelsweg/Putberg. b. Het laat echter onverlet deze kwaliteiten vanuit lokaal perspectief ter plaatse te ontwikkelen bijvoorbeeld bij de ontsluiting van de aanwezige kalkovens. Als zodanig zullen wij dit punt dan ook op de ontwikkelingskaart opnemen. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg; wel wordt op de ontwikkelingskaart de Daelsweg/Putberg als te ontwikkelen transferium naast de Stationsomgeving Voerendaal aangegeven.
40. Fam. H.A.G. Peters (de inspraakreactie is op 28 april 2009 ontvangen en valt daarmee buiten de gestelde inspraaktermijn Ambtshalve is ervoor gekozen om deze inspraakreactie toch in behandeling te nemen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker is tegen de aanleg van de Buitenring als 100 km - 4 baans autoweg met alle mogelijke kwalijke gevolgen van dien voor met name de woonwijk de Kling in Brunssum b. inspreker verzoekt om alternatieven te onderzoeken Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
41. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuth (de inspraakreactie is op 29 april 2009 ontvangen, dus buiten de inspraaktermijn; gelet op het feit dat door inspreker bij mail van 21 april 2009 is aangegeven de inspraakreactie iets later in te dienen, wordt deze behandeld als ware deze binnen de inspraaktermijn ontvangen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. de Buitenring en het bijbehorende knooppunt Buitenring/A76 dienen de Nuthse belangen te respecteren; het knooppunt moet voorzien in een verbetering van de lokale verkeerssituatie b. er wordt verwezen naar de bij de provincie ingediende inspraakreactie in het kader van de Tracénota MER/UVS c. het project Corio-Glana wordt ondersteund Reactie: a. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. b. Zie hoofdstuk 3 van dit inspraakeindverslag. c. Deze opmerking wordt voorkennisgeving aangenomen.
27
Vervolg 41 De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
42. De heer Erkens en de heer Kleuters namens de LLTB (de inspraakreactie is op 8 mei 2009 ontvangen en valt daarmee buiten de gestelde inspraaktermijn. Ambtshalve is ervoor gekozen om deze inspraakreactie toch in behandeling te nemen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. inspreker onderschrijft op hoofdlijnen de visie, maar is van mening dat de positie en de rol van de land- en tuinbouw wordt onderschat b. de verwachte krimp van de bevolking en de daarmee samenhangende sloop van woningen biedt kansen voor nieuwe ontwikkelingen binnen het stedelijk gebied; inspreker ziet een duidelijke meerwaarde in de aanleg van groen en recreatievoorzieningen in het stedelijk gebied; zelfs agrarisch getinte functies moeten niet worden uitgesloten; het mes snijdt aan twee kanten: enerzijds wordt er voor de bewoners uitloop geboden bij de “voordeur”, anderzijds wordt er geen landbouwgrond opgeofferd c. als het open landschap blijft behouden kan de land- en tuinbouw haar economische functie behouden of zelfs versterken d. er zijn een aantal specifieke kansen voor agrarische bedrijven in het buitengebied van Parkstad, juist omdat het stedelijk gebied zo vlakbij is (denk aan: paardenhouderij, zorglandbouw, verkoop van agrarische producten aan huis en recreatieve activiteiten); de relatie tussen stad en platteland wordt versterkt e. de landbouw is van belang voor het landschap, de economie en de bewoners van Parkstad Limburg; de agrariërs dienen de ruimte te krijgen om hun rol hierin te blijven spelen en waar mogelijk te versterken Reactie: a. De potenties van en kansen voor de landbouw worden in de structuurvisie niet onderschat. Het punt is dat de grootste kansen om deze verzilveren op het gemeentelijk niveau liggen. De regionaal ruimtelijke strategie is daarom gericht op de effectuering van deze kansen op gemeentelijk niveau. b. De uitgangspunten van de structuurvisie en de onderliggende uitwerkingen staan niet haaks op deze ontwikkelingen. c. De structuurvisie gaat uit van het feit dat de land- en tuinbouw één van de economische motors van het landelijk gebied is. Het is daarom dat wij bij gemeenten aandringen op meer flexibiliteit in het ruimtelijk beleid zodat de land- en tuinbouw haar economische functie kan behouden of zelfs weet te versterken d. Zie antwoord onder c. e. Zie antwoord onder c. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
43. Het college van burgemeester en wethouders namens de raad van de gemeente Heerlen (de inspraakreactie is op 18 juni 2009 ontvangen en valt daarmee buiten de gestelde inspraaktermijn. Wel is tijdens de inspraaktermijn aangegeven dat de reactie later zal worden ingediend. Deze inspraakreactie wordt derhalve in behandeling genomen) Beknopte weergave van de inspraakreactie: a. De gemeenteraad stemt in algemene zin in met de visie (er zijn geen moties of amendementen ingediend), maar heeft wel nog een aantal vragen c.q. kanttekeningen die de raad graag beantwoord dan wel verwerkt ziet in de uiteindelijke visie. Vragen en kanttekeningen: b. Wie is projecttrekker van het project Via Belgica ? Kan deze de rol aan of is het wenselijk dat de drie betrokken gemeenten gezamenlijk het project trekken ? c. Wie is eigenaar van het proces structuurvisie en gaat derhalve sturend optreden als de visie is vastgesteld d. Wordt het “nee-tenzij-principe” principaal toegepast als sturingsinstrument en is de in Kerkrade toegestane afwijking een uitzondering of een interpretatie e. Moet de Buitenring zo prominent aanwezig zijn in de structuurvisie ?
28
Vervolg 43 f. De Oostflank wordt toegevoegd als leisure en toerisme-onwikkeling; dit is echter ook toebedeeld aan Landgraaf, is het niet verstandiger om eerst Landgraaf tot ontwikkeling te brengen en daarna pas de Oostflank ? g. Wat wordt bedoeld met de term “groei van de kwaliteit” ? h. Wat wordt bedoeld met “kansen bieden aan kansrijke groepen”? i. Hoe is de bevolking en de gemeenteraden van Parkstad bij de ontwikkeling van deze visie betrokken. Besteed extra tijd aan het betrekken van de bevolking ! j. Worden er niet te veel prioriteiten gesteld ? k. Wie evalueert de structuurvisie jaarlijks? Indien dit de Parkstadraad is wordt verzocht om de evaluatie in de gemeenteraad te laten plaatsvinden. Reactie: a. Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Regionaal projecttrekker Via Belgica is de gemeente Voerendaal. Wij hebben geen enkele twijfel aan het projecttrekkerschap van deze gemeente gezien de voortvarendheid waarmee deze te werk gaat. Het is dan ook – sowieso – niet wenselijk het project door meerdere gemeenten gezamenlijk te gaan trekken. c. Zowel de gemeente, de regio als de provincie zijn eigenaar van het proces en kunnen sturend optreden na vaststelling van de intergemeentelijk structuurvisie. De gemeente zal na vaststelling het intergemeentelijk beleid een lokale vertaling moeten geven en vast moeten leggen in ruimtelijke planvormen. De gemeente Heerlen is hier al hard mee bezig. Dit geldt evenzo voor de provincie. Deze instantie heeft al aangegeven de strategische delen in het POL op te willen nemen. Daarmee wordt de provincie ook proceseigenaar. Zowel de gemeente als de provincie hebben deze taken en bevoegdheden op grond van de Wro. Voor Parkstad Limburg ligt dit anders. De regio kan niet terugvallen op deze wettelijke bevoegdheden ex Wro, maar heeft wel taken en bevoegdheden opgrond van de WGR+. Daarmee is de regio ook proceseigenaar. Het is dus evident dat samenwerking en afstemming tussen gemeente, regio en provincie essentieel zijn om de in de intergemeentelijk structuurvisie aangegeven gewenste regionale ontwikkelingen van de grond te krijgen. d. Bij de beheer- en sturingskaart is een gebiedsdekkende kaart die een planologisch kader biedt voor het beheer van de bestaande gebiedskwaliteiten en sturing voor gebiedsontwikkelingen. Voor elke plek in de regio zijn spelregels voor de verschillende thema’s beschreven in een matrices waarin per thema de eenheden XL-L-M-S worden gehanteerd. De XL-L-M-S-aanduiding vormt geen absoluut waardeoordeel, maar is een reeks (range) in hiërarchische kwaliteiten –spelregels/bandbreedte- die regionaal relevant zijn. Deze indeling is gebaseerd op vastgestelde regionale plannen en visies zoals de Retail- en Woonvisie. Van deze aanduiding wijken wij niet af. Een adequate regionale sturing op deze kwaliteiten is slechts mogelijk door een “nee-tenzij”-beleid te hanteren. Ook daar wijken wij niet van af. Het is daarbij de uitdrukkelijke wens van het Parkstadbestuur om in deze intergemeentelijke structuurvisie heldere keuzen te maken en daarop te kunnen sturen. Op deze wijze blijven de uitgangspunten van de structuurvisie Parkstad Limburg overeind. Wanneer het echter gaat om de daadwerkelijke invulling van gebieden en aan te geven wat wel en wat niet kan is het noodzakelijk de ontstaansgeschiedenis, morfologie, strategische ligging, grootte, demografische problematiek en andere zaken in een gebiedsgerichte afweging te betrekken en te interpreteren. Een en ander zonder daarbij de uitgangspunten van de structuurvisie ter discussie te stellen. Daarbij gaat het om planologisch/ruimtelijk maatwerk. Bij Kerkrade is gebruik gemaakt van de toepassing van het ‘nee tenzij’-principe. e. Gezien de potentie die de aanleg van de Parkstadring teweeg brengt in termen van economische ontwikkeling is het evident deze prominent op kaart aan te geven. f. De structuurvisie is een plan voor lange termijn. De visie is gebaseerd op de Toeristische visie die uitgaat van meerdere primaire plekken voor toeristische trekkers langs de Parkstadring (Leisurering) onder andere Gravenrode en Oostflank. Momenteel worden plannen ontwikkeld voor de completering van het intensieve – Landgraafse -deel van Gravenrode (Waterworld).Daarnaast worden ook in het Anselderbeekdal (Kerkrade) ontwikkelingen voorzien. Deze zijn meer gericht op extensieve, rustgeoriënteerde vormen van recreatie en toerisme Het is dus goed om juist nu een start te maken met de ontwikkeling van de Oostflank. g. Daarmee wordt bedoeld de ontwikkeling van woon-, leefkwaliteit, kwaliteit van verbindingen voor rail en autoverkeer, maar ook voor langzaam verkeer en de ontwikkeling van een goed werkklimaat. h. De doelgroepgerichte benadering en de ontwikkeling van woonmilieu’s wordt specifiek gemaakt in “Lekker Thuis in Parkstad Limburg”.
29
Vervolg 43 i. De bevolking is op reguliere wijze bij totstandkoming van deze visie betrokken; in de aanloop naar de visie zijn er divers stakeholdersbijeenkomsten georganiseerd en is met diverse doelgroepen gesproken; het ontwerp is gepubliceerd, waarna het ontwerp de inspraak is ingegaan; gedurende deze periode (zes weken) is er één info-bijeenkomst voor de inwoners en één voor de bedrijven/instanties/belangengroeperingen gehouden; verder is gedurende deze periode in iedere gemeente van Parkstad Limburg een raad(scommissie)-info-avond gehouden, waarin raads- en /of commisssieleden door middel van een presentatie zijn geïnformeerd en in de gelegenheid zijn gesteld om vragen te stellen. Verder staat er informatie op de site van Parkstad Limburg. De bevolking wordt in voldoende mate bij het proces betrokken. j. De vijf topprioriteiten zijn in goed overleg met gemeenten, provincie en stakeholders vast gesteld. k. Ook in de monitoring en evaluatie is een driedeling aan te brengen (zie ook antwoord onder c). Iedere bestuurslaag heeft haar eigen verantwoordelijkheid vastgelegd beleid te evalueren. Ook hier is het evident dat samenwerking, afstemming tussen gemeente, regio en provincie en gemeenschappelijke sturing op resultaten essentieel zijn om de in de intergemeentelijk structuurvisie aangegeven gewenste regionale ontwikkelingen van de grond te krijgen. De inspraakreactie leidt niet tot wijziging van de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
Hoofdstuk 5 Overzichten van de aanpassingen Dit hoofdstuk is uit meerdere onderdelen opgebouwd: in 5.0 staan de aanpassingen naar aanleiding van de ontvangen inspraakreacties; in 5.1 staan de ambtshalve aanpassingen waarbij onderscheid is gemaakt tussen de tekstuele aanpassingen/toevoegingen en actualiseringen (5.1a) en de aanpassingen van het kaartmateriaal (5.1b). 5.0 Overzicht wijzigingen in de intergemeentelijke structuurvisie naar aanleiding van de inspraakreacties In onderstaand schema staan de door te voeren wijzigingen opgenomen. De linkerkolom verwijst naar het nummer van de inspraakreactie. De rechterkolom bevat de op te nemen c.q. de te verwerken aanpassing. Inspraak reactie nummer:
8 6 16 b 31 e 36 d 36 e 37 b 37d 37 e 37 f 39
Aanpassing: De term zorgboulevard wordt vervangen door zorgvallei De onderwijsboulevard zal op twee punten in het plan sterker worden verankerd. Het gebied Holzkuil (Kerkrade) wordt met een woonbestemming opgenomen in de structuurplankaart. Op de beheer- en sturingskaart zal Rimburg (Landgraaf) als historische kern worden vermeld. De matrix ruimtelijke identiteit, die op meerdere plaatsen niet overeen kwam met de groene waarden uit het POL, wordt aangepast. De begrenzing van de golfbaan wordt op de ontwikkelingskaart aangepast. Het Emmaterrein (Brunssum) wordt op de kaart en in tekst met de aanduiding “retail” in overeenstemming gebracht. De term kleinschalige verblijfsmogelijkheden bij de oostflankontwikkeling te Brunssum wordt veranderd in verblijfsmogelijkheden (kleinschalig wordt verwijderd). De kwaliteitenkaart wordt aangepast voor wat betreft het zorgcluster Atrium/Schuttershof/ Bronnenhof, zowel op het gebied van zorg als van werkgelegenheid. JFC-headquarters worden als zodanig herkenbaar in de structuurvisie opgenomen. Op de ontwikkelingskaart wordt Daelsweg/Putberg als te ontwikkelen transferium naast de Stationsomgeving Voerendaal aangegeven.
30
5.1 Overzicht ambtshalve aanpassingen Bij ambtshalve wijzigingen gaat het om aanpassingen in het plan vanuit: a. een tekstuele invalshoek waarbij het handelt om tekstuele verbeteringen en verbeteringen in de zinsconstructies resulterend in b. tekstuele toevoegingen en actualiseringen c. aanpassingen van het kaartmateriaal. Onderstaand overzicht richt zich met name op de verbeteringen genoemd onder a en b. Uitgangspunt bij de aangegeven paginanummering is gebaseerd op de ter visie gelegde ontwerp intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.
5.1a Tekstuele toevoegingen en actualiseringen Nr. 1
Blz. 3
Globale locatie tweede tekstblok opsomming
2 3
3 4
Laatste tekstblok bij 2007-2008 Eerste bulletpoint voor groen
4
4
Tweede bulletpoint zin wordt
5 6
4 5
7
5
Laatste tekstblok Derde alinea benoeming van de pijlers onder ad 2 Derde alinea benoeming van de pijlers onder ad
8
6
9
6
10
6
11
7
12
7
13
7
14
9
Eerste alinea punt 3
15
9
Onder Ontwikkelingslijn vierde zin na ‘snellere’
Onder ontwikkelingslijn eerste bulletpoint Onder ontwikkelingslijn tweede bulletpoint Onder ontwikkelingslijn laatste bulletpoint
Actie Toevoeging bulletpoint: ‘een sterk toeristisch/recreatief netwerk’ Verwijderen ‘intergemeentelijk’ Toevoegen ‘en beter bereikbaar’
Een sterke economie voortbouwend op bestaande kwaliteiten en ontwikkelend op o.a. een innovatieve energiesector, toeristische attracties, ….. Verwijderen Toevoeging ‘en hoogstedelijke’ na EUregionale Verwijderen; ‘en stedelijk gebied’ Toevoegen; ‘stedelijk en landelijk gebied, van’ Verwijderen ‘bos- en natuurgebied’ Toevoegen ‘bos-, park- en natuurgebied Na Geleen toevoegen ‘- en Caumer
Opsplitsen in twee bulletpoints met • Ontwikkelen Via Belgica/Archeologisch Landschapspark Voerendaal en Archeopark Rimburg/Baesweiler (ARB) • Ontwikkelen Eurodepark Onder ontwikkelingslijn toevoegen Toevoegen bulletpoint • Onderwijs en arbeidsmarkt met als concentratiepunt de onderwijscampus aan Westflank Onder beheer- en sturingslijn derde Verwijderen ‘aan de randen’ Toevoegen ‘omgeving’ alinea Onder beheer- en sturingslijn laatste Na mits toevoegen ‘economisch en alinea laatste zin landschappelijk’ Na nieuwe toevoegen ‘verbrede’
Verwijderen ‘wijken en woningen…. duurzaamheid’ Toevoegen ‘Projecten worden duurzaam ontwikkeld’ Toevoegen ‘verkeers-‘
31
Motivering Dit is een belangrijke kwaliteit van de regio en dient benoemd te worden. Het gaat om benoeming van de fasering Het gaat niet alleen om verhogen van kwantiteit en kwaliteit van groen te verhogen, maar ook om de bruikbaarheid te verhogen en de interactie stad-land te verhogen voor recreatief gebruik Benoeming van uitgangspunt van het plan dat bestaande kwaliteiten richtinggevend zijn en benoeming van meest belangrijke kwaliteiten Inhoud voegt niets toe Parkstad centrum (Heerlen centrum) dient deze uitstraling te krijgen Het is juist de combinatie van stedelijk en landelijk gebied die Parkstad uniek maakt. Het in 1999 gesloten convenant heeft het over bos-, park en natuurgebied Hiermee zijn de te renatureren beken benoemd. Eurodepark heeft geen relatie met Via Belgica. Toevoeging grensoverschrijdende activiteit geeft belang van Via Belgica in groter verband aan
Kansencluster was nog niet benoemd in het plan en is nu op meerdere plaatsen opgenomen. Omgeving is in deze een meer adequate aanduiding Perspectieven moeten niet alleen economisch doel hebben, maar integraal doelstelling. Dit is ook de crux van de stimuleringsregelingen in het landelijk gebied. Mogelijkheid bieden aan meervoudige doelstellingen voor agrarische bedrijven. Bij mobiliteit gaat het niet om woningen en wijken. Meer “to the point”
Nr.
Blz.
Globale locatie
Actie
16
9
Onder Ontwikkelingslijn achtste zin na ‘snellere’
Verwijderen ‘historische wegenpatronen’
17
9
18
9
Toevoegen na bereikbaarheid ‘voor OV van de’ Toevoegen aan cluster ‘s’
19
9
20
10
Onder Ontwikkelingslijn tweede bulletpoint Onder Ontwikkelingslijn tweede bulletpoint Onder Ontwikkelingslijn tweede bulletpoint Bij 2 Projectgebied Oostflank
21
10
22
10
Onder projectgebied 3 Zuidflank eerste zin Projectgebied Westflank
23
11
Tweed alinea derde zin
24
11
Projectgebied 6 Via Belgica laatste zin
25
12
Tweede tekstblok onder stedelijke herstructurering zesde zin
26
12
27
14
Tweede tekstblok onder stedelijke herstructurering laatste zin Achtste zin voor ontwikkelingen
Toevoegen achter Gravenrode ‘en de Oosflank’ Verwijderen, segmenteren en toevoegen In dit gebied spelen een viertal ontwikkelingen: 1. Centraal thema is de versterking van het landschap tot het grootste openbare groen-areaal van Parkstad Limburg en als toeristisch recreatief gebied; het Heidenatuurpark, met als focus de kwaliteit van de Brunssummerheide/Schinveldse Bossen, Natuur- en Landschapspark Rodebach/Roode Beek en Tevenerheide. We werken vanuit de gedachte ‘te gast in de natuur’. Doel is één uniek samenhangend en gekoppeld heide- en natuurgebied dat aansluit richting Duitsland. Binnen dit robuuste gebied wordt ingezet op de renaturering van de Roode Beek. 2. De bestaande bedrijventerreinen ondergaan een transformatie waarbij wordt ingezet op de realisatie van grootschalige dagrecreatieve voorzieningen en verblijfsmogelijkheden ingebed in een landschappelijk raamwerk. 3. Het Zandgroevengebied ontwikkelt zich als een Blauw Hart met een aantal grote waterplassen, waarvan sommige een meer recreatieve functie krijgen, andere zullen meer natuurgericht zijn. In dit gebied zal ook beperkte woningbouw en verblijfsrecreatie mogelijk zijn 4. De Parkstadring wordt de belangrijkste ontsluiting, maar vormt ook de belangrijkste impuls voor het mogelijk maken voor bovengenoemde ontwikkelingen Verwijderen Mergelland toevoegen Heuvelland Toevoegen inleidende zin ‘Dit projectgebied bestaat uit de westcorridor en Parkstad centrum. Vervangen gewaagde door ‘tot de verbeelding sprekende’ Verwijderen Romeins straatdorp ‘in Rimburg’ en vervangen door, ‘Archeopark Rimburg-Baesweiler (Romeinse straatdorpen) Na oplossing toevoegen ‘in de zin van wettelijk, financieel en organisatorisch instrumentarium’ Verwijderen ‘realiseren’ Toevoegen ‘succesvol oppakken’ Toevoegen ‘detaillering van’
32
Motivering In de aangegeven opsomming is dit een verwarrende opmerking die niet past in de aangegeven trits. Het gaat om meerdere toeristische clusters Tekst spoort hierdoor beter met thematische uitwerking verder in het plan. Aangeven dat het om meerdere ontwikkelingen in een gebied gaat, deze projecten beter benoemen
Mergelland is een verkeerde term in deze context Aangeven dat het om meerdere ontwikkelingen in een gebied gaat, deze projecten vervolgens benoemen Gewaagd is op deze plaats een te pikante aanduiding Betere aanduiding voor de beoogde ontwikkeling Naast de fysieke aanpak van het stedelijk gebied vraag herstructurering ook om de toegevoegde instrumenten Realiseren is in deze een verkeerde woordkeuze. Spreekt voor zich
Nr.
Blz.
Globale locatie
28
14
Laatste tekstblok
29
16
30
17
Laatste tekstblok punt 2. van de opsomming Laatste tekstblok eerste alinea laatste zin
31
21
32
21
33
22
34
22
35 36
29 30
37
Actie Verwijderen en vervangen door ‘Sinds 1 juli 2008 (de inwerkingtreding van de Wro wet ruimtelijke ordening-) is het watertoetsproces niet meer verplicht bij structuurvisies van het Rijk, provincies en gemeenten. Waterbeheerders moeten zelf zorg dragen voor een goede borging van de waterbelangen.’ Verwijderen ‘aan het’ Toevoegen ‘en’ Verwijderen ‘ver’ voor toeven
Vierde alinea onder planproces Eerste zin Vierde alinea onder planproces laatste zin Derde alinea eerste en tweede zin
Toevoegen na het ‘verloop van het’ Verwijderen ‘tot de totstandkoming’ Verwijderen ‘intergemeentelijke’
Toevoegen na het ‘in duurzame samenhang’ Verwijderen Industrion veranderen in Continium
30
Vierde alinea eerste zin tweede zin onder Planmethodiek Laatste zin Tweede alinea negende zin en tevens op andere plaatsen in de structuurvisie Tweede alinea tiende zin
38
30
Tweede alinea negentiende zin
39
31
Tweede alinea laatste zin
40
37
Vierde alinea derde zin
41
37
Vierde alinea negende zin
42
37
Vierde alinea derde zin
Verwijderen ‘intergemeentelijke’
Verwijderen ‘een aanvang genomen’ Toevoegen ‘begonnen’ Zorgboulevard veranderen in Zorgvallei. Is overigens in de hele structuurvisie aangepast. Voor Glaspaleis toevoegen ‘Schunck*’ en na glaspaleis toevoegen ‘en het werk van architecten als Stuyt, Boosten, Wielders, Peutz, Sigmond en Bisscheroux.’ Etil veranderen in E’til Verwijderen. ‘Vooral de verstedelijkte gemeenten worden geconfronteerd met bevolkingsdaling’ Toevoegen na 10.000. ‘Bij ongewijzigd beleid ontstaat in de nabije toekomst in Parkstad een personeelstekort van 8.3% in de zorg (Prismant rapport Arbeid in Zorg en Welzijn 2007). Op een bestand van 13.000 personeelsleden komt dat neer op ruim 1000 personen. Tegelijkertijd slaan vergrijzing en ontgroening sneller en harder toe in Parkstad dan in de rest van Limburg en Nederland. De behoefte aan (chronische) zorg voor met name ouderen zal explosief stijgen. De dubbele vergrijzing en ontgroening leiden tot arbeidsmarktkrapte en vragen om innovaties in de zorgverlening. Naast deze toenemende zorgvraag heeft de zorgafnemer steeds hogere verwachtingen t.a.v. de kwaliteit en het aanbod van zorg. In krimpgebieden is de kwaliteit van het onderwijs essentieel. Bedrijven vestigen zich daar waar voldoende goed gekwalificeerde arbeidskrachten voorhanden zijn. Daarvoor is een kwalitatief goede onderwijs infrastructuur die zorg draagt voor een optimale aansluiting met de
33
Motivering Het betreft hier een actualisatie met betrekking tot de procedurele verplichting inzake het uitvoeren van een Watertoets. Deze verplichting is met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening komen te vervallen. Zin loopt beter Het betreft een contaminatie van verblijven en toeven. De uitdrukking is ‘het is goed toeven’ Zin loopt beter Betreft aanduiding van fasering niet van het plan Betreft aanduiding van fasering niet van het plan Hierdoor sluit een en ander beter aan op de missie van Parkstad Limburg Heeft geen betrekking op Parkstad Limburg Naam is gewijzigd dus aanpassing aan huidige naam is op zijn plaats Loopt beter en is minder archaïsch Naast de ingediende zienswijze was duidelijk dat de naamgeving niet consequent was. Dit is nu aangepast in het hele plan. Het betreft een aanpassing van de huidige naamgeving van het Glaspaleis en het benoemen van de toonaangevende architecten tijdens de mijnbouwperiode. Het betreft het aanpassen aan de juiste bedrijfsnaam. De bedoelde demografische ontwikkelingen treffen de hele Parkstad. Krimp is een integraal probleem en heeft zijn weerslag op alle beleidsterreinen. Deze alinea’s zijn toegevoegd om deze breedte te illustreren en als opmaat voor de toevoegingen op pagina 73 bij het thema economie.
Nr.
Blz.
Globale locatie
42 43
40
44
40
45
40
Eerste tekstblok negende bulletpoint Eerste tekstblok laatste bulletpoint laatste zin Tweede tekstblok eerste alinea
46
41
Eerste tekstblok na laatste zin
47
44
Onder tekstblok ‘Thema wonen’ tweede zin na bevolkingsdaling
Actie arbeidsmarkt, een divers en kwalitatief goed aanbod en weinig schooluitval noodzakelijk. Tegelijkertijd wordt het onderwijs door krimp geconfronteerd met een toenemende druk, zowel in financieel als in kwalitatief opzicht. Herstructurering van het onderwijsaanbod is onontkoombaar. Een heldere regie op dat proces vertrekkend vanuit een overtuigend, inhoudelijk onderwijskundig concept is noodzakelijk.’ Wijzigen ‘Forsun..’ in Forschung.. Wijzigen ‘Julich’ in ‘Jülich’ Verwijderen ‘I’ voor A76 en toevoegen ‘)’ na N281 Toevoegen: ‘ De landschapsvisie Zuid-Limburg 2007 (Provincie Limburg en Wageningen Universiteit) is een concrete gebiedsgerichte uitwerking van het rijksbeleid en past binnen de systematiek van het POL. Deze visie gaat uit van vier kernkwaliteiten van het Zuid-Limburgse landschap: Het reliëf Het groene karakter De cultuurhistorie De afwisseling van zeer open gebieden naar besloten Op basis van deze kernkwaliteiten is een landschappelijk raamwerk ontwikkeld die het landschap ordent en een groene context biedt voor cultuurhistorische elementen. Het concept is gebiedsdekkend uitgewerkt in een ontwerp. De daadwerkelijke uitvoering van dit ontwerp zal stapsgewijs in de praktijk gestalte moeten krijgen bij de realisatie van plannen. De Landschapsvisie biedt hiervoor situationele handvatten gericht op de verdere ontwikkeling van de kernkwaliteiten en hun specifieke onderdelen.’ Toevoegen Momenteel wordt in het kader van ‘Krimp als kans’ gewerkt aan een ‘Herstructureringsvisie’ Toevoegen ‘en een evenwichtige woningmarkt’
48
45
Eerste tekstblok voor visie
Toevoegen ‘intergemeentelijke stuctuur..’
49 50
45 45
Eerste tekstblok derde zin Eerste tekstblok vierde zin
Toevoegen ‘ze’ na ‘de’ Verwijderen ‘intergemeentelijke stuctuur..’
51
45
250.000 wijzigen in 240.000
52
47
53
49
Onder ÉÉN HOOFDCENTRUM derde zin Onder BUITENRING=PARKSTADRING twaalfde zin Titel van dit hoofdstuk
54
49
Eerste tekstblok na ‘bereikt?’
Veranderen in PARKSTAD LIMBURG IN 2030; DE VISIE Toevoegen ‘Parkstad Limburg in 2030’
55 56
49 49
Tweede tekstblok, tweede zin Tweede tekstblok eerste alinea, na laatste zin
Verwijderen ‘A2 is verbreed’ Toevoegen ‘Avantis en de RWTH zijn via nieuw spoor met elkaar verbonden’
57
49
Derde tekstblok vijfde zin
‘is gegroeid’ wijzigen in ‘groeit’
V E R V O L G
‘Voor’ vervangen door ‘als anker’
34
Motivering
Aanpassen aan werkelijke naamgeving Verbetering van de aanduiding en afsluiten van het tussen haakjes geplaatste Betreft een actualisatie van bestaand provinciaal beleid.
Betreft een actualisatie Streven naar een evenwichtige woningmarkt is naast aanpakken van de demografische ontwikkelingen van belang. Duidelijker als hier intergemeentelijke structuurvisie staat Zodat er ‘deze’ staat Zodat er ‘visie’ staat en verwezen wordt naar de in de eerste zin aangegeven intergemeentelijke structuurvisie Betreft een actualisatie De Parkstadring levert de impuls voor ontwikkelingen en biedt daarmee de verankering. Uit het commentaar van de gemeenten blijkt dat het niet iedereen duidelijk is dat het hier gaat om een ‘reis in de tijd’ naar het jaar 2030. Wat hebben we dan bereikt. A2 is niet relevant in dit kader. Avantislijn is relevant voor de kennisverbinding tussen de RWTH en Avantis Geeft beter weer dat het gaat om een continu proces
Nr. 58 59
Blz. 49 50
Globale locatie Derde tekstblok laatste zin Eerste tekstblok elfde zin
Actie Verwijderen ‘geworden’ Verwijderen ‘weer te zien’ Toevoegen ‘weer goed zichtbaar en beleefbaar’
60
50
Eerste tekstblok laatste zin
‘Maximaal’ wijzigen in ‘optimaal’
61
51
Onder tekstblok 4 Zuidflank
62
51
63 64
51 51
Laatste tekstblok derde en vierde zin 4 en 5e Laatste tekstblok zevende zin Laatste tekstblok achtste zin
Toevoegen ‘Daarnaast bieden de revitalisering van bedrijventerrein Willem-Sophia en de aanleg van de Parkstadring en de Avantislijn mogelijkheden dit gebied en de omgeving daarvan te verankeren in een Euregionale setting. De accenten liggen hier op wonen/werken, recreatie en op de groene verweving tussen het stedelijk gebied en de Horbacherbörde.’ Wijzigen in ‘vier’ en ‘vijfde’
65
53
66
53
67 68
57 57
69
‘thermen’ wijzigen in ‘Thermen’ Verwijderen ‘en straatdorp’ Toevoegen ‘Archeopark Rimburg Baesweiler’
Derde alinea, achtste zin tussen ‘betekent’ en ‘afstemmen’ Vierde en vijfde alinea van ‘Het herstructureringsgebied …. tot …te creëren.’ Paragraaftitel Veertiende regel naar hiërarchische kwaliteiten
Toevoegen ‘regionaal’
57
Tweede tekstblok negende regel na plek
Toevoegen ‘in samenhang met het totaal aan Parkstadkwaliteiten’
70
59
Eerste tekstblok, negende zin
71 72
59 59
73
59
74
59
Eerste tekstblok, tiende zin Onder energie als fundament, eerste zin na ‘door’ Onder energie als fundament, eerste zin na ‘cradle-to- cradle’ Onder energie als fundament, laatste zin na ‘en’
Verwijderen ‘neemt de’ Toevoegen ‘biedt kansen voor een sterkere’ Verwijderen ‘toe’ Toevoegen ‘het sluiten van kringlopen (‘
75
59 en Titel laatste tekstblok op al deze 71, pagina’s 87, 99
76
60
77
60
78
60
Onder specifieke ontwikkelafspraken punt 2. eerste zin Onder specifieke ontwikkelafspraken punt 2. derde zin na ‘leefbaarheid’ Onder specifieke ontwikkelafspraken punt 4. na laatste zin
Verwijderen Toevoegen ‘en ‘nee tenzij’-principe Toevoegen ‘-spelregels, bandbreedte -‘
Motivering Maakt zin actiever Naast zichtbaarheid in termen van structuur worden beekdalen ook beter beleefbaar voor wat betreft recreatieve ontsluiting. Het betreft een proces van optimalisatie en niet van maximalisatie De crux voor de ontwikkeling in dit gebied is tweeledig: • Verankeren stedelijk en landelijk gebied via de ZLSM en de stationsomgeving in Simpelveld • Verankeren van het totale gebied in een internationale setting Toevoeging maakt dit duidelijker Conform spellingsvoorschriften Betreft een naamsaanduiding. De toevoeging geeft aan dat het vooral gaat om de internationale verankering van deze as binnen Parkstad Limburg, de vermarkting van de reeds aanwezige Romeinse attracties en realisatie van nieuwe attracties op of naast deze as. Meer toegespitst op de werking van de structuurvisie Het betreffen hier oude gedachten om tot herstructurering te komen Het is belangrijk aan te geven dat het niet gaat om starre regels, maar dat het gaat om een range die, bij afwijking, tot overleg aanzetten en de nodige flexibiliteit geven om tot een andere binnenplanse interpretatie te komen. Voorts is het van belang om aan te geven dat daarbij niet sec naar een gewenste ontwikkeling wordt gekeken, maar dat deze in een regionale context wordt geplaatst. Het biedt ontwikkelingsmogelijkheden voor een hechtere band tussen stad en land Woord voegt na verandering C2C is slechts een van de vele filosofieën om kringlopen te sluiten.
Toevoegen ‘)’ Toevoegen ‘andere’ Wijzigen in ‘Economische hoofdas n281/A76 en Parkstadring’
Waterkracht is een alternatieve vorm van energie-opwekking . Toevoeging van andere maakt meerdere vormen mogelijk. Meer uniforme titel
Toevoegen na bos- ‘, park-‘
Convenant heeft het over bos-, park- en natuurgebied.
Toevoegen ‘.’ Wijzigen ‘een’ in ‘Een’
Zin wordt anders te lang
Toevoegen ‘De archeologische en cultuurhistorische waardenkaart Parkstad Limburg kan daarbij als onderbouwing van keuzen dienen.’
Is duidelijk
35
Nr.
Blz.
Globale locatie
Actie
79
61
Onder beheer- en sturingslijn punt 2. eerste zin
Vervangen ‘coördinatie’ door ‘insteek’
80
63
Toevoegen ‘EHS en POG’
81
69
82
71
83
72
84 85
72 72
86
73
87
73
Onder 6. eerste en tweede tekstblok laatste zin voor ‘,etc.)’ Onder 8 laatste zin voor ‘,etc.)’ Matrix Ruimtelijke identiteit regel ‘Relatie met POL’ Eerste tekstblok derde zin na ‘functies’ Vierde tekstblok eerste zin voor ‘van’ Vierde tekstblok eerste zin na ‘van’ Zesde tekstblok derde zin na ‘Emmaterrein’ Tweede tekstblok eerste en tweede zin Derde tekstblok tweede en vijfde zin
88
73
89
73
Derde tekstblok tweede alinea laatste zin. Vierde tekstblok vierde/vijfde zin
90 91
73 73
Vierde tekstblok laatste zin Vijfde tekstblok vijfde en achtste zin
92
73
Na vierde tekstblok
Verwijderen
Motivering Bij de uitvoering binnen de projectgebieden is het van belang om vanuit een regionaal perspectief te kijken en niet slechts van uit een lokale optiek. Het gaat daarbij om krachten te bundelen om van uit een regionale context deze gebieden te ontwikkelen. Coördinatie/regie vanuit de regio is daarbij niet strikt noodzakelijk. Toevoeging van bestaand extra instrumentarium Deze regel schept verwarring.
Toevoegen ‘te concentreren en’ Toevoegen ‘hier’ Verwijderen ‘deze principes’ Toevoegen ‘(Heerlen)’ Verwijderen ‘Health, care and cure’ Toevoegen ‘Medische technologie’ Verplaatsen vijfde zin vanaf ‘Ook’ t/m ‘Simpelveld’ naar tweede zin na ‘Gravenrode.’ Wijzigen ‘ingestoken’ door ‘gefaciliteerd’ Zin verwijderen ‘Voor’ tot en met ‘(onderwijsboulevard).’ Wijzigen ‘op’ naar ‘in’ Wijzigen ‘het Parkstad Limburg stadion’ in ‘de Rodaboulevard’ Toevoegen ‘De demografische ontwikkelingen maken de vraag naar afstemming tussen opleiding, zorg en innovatie steeds urgenter. Om tekorten te voorkomen en scholing aantrekkelijker te maken, moet er vraaggericht opgeleid gaan worden. Bovendien zal zorginnovatie, zowel op het gebied van zorgprocessen als op het gebied van technologie, resulteren in een meer efficiënte en effectieve zorg. Structurele interactie tussen zorginnovatie en onderwijsinnovatie is noodzakelijk om ook in de toekomst te beschikken over voldoende en competente arbeidskrachten in de zorg. Dit heeft geresulteerd in de ontwikkeling van de Zorgacademie Parkstad Limburg. De Zorgacademie bestaat uit drie onderdelen: a.Een fysieke campus: de realisatie gebeurt in het gebied dat wordt aangeduid als de zorgvallei (rondom Atrium MC, Mondriaan en Sevagram). b.Een zorginnovatieprogramma gericht op technologische toepassingen en innovatieve zorgconcepten. c.Een virtuele campus als onderwijs- en kennis ontwikkelingscluster. In de zorgvallei rondom de zorgacademie zal zich ook economische bedrijvigheid in het segment zorgproducten gaan ontwikkelen als vertaalslag van de zorginnovaties die voortkomen uit het zorginnovatieprogramma.
36
Door te verwijzen kan dit verwijderd worden. Betreft het Heerlense deel van het Emmaterrein Voor Avantis is voorzien in een medisch technologische ontwikkeling. Zin is daar beter op zijn plaats Beter Nederlands Staat al verwoord in de eerste zin Beter Nederlands Actualisatie naamgeving Zoals al eerder is aangegeven houdt deze alinea de ruimtelijke impact in van dit kansencluster.
Nr.
Blz.
Globale locatie
Actie
93
73
Na vijfde tekstblok
94
74
95 96 97
75 75 75
98
88
99 100
88 89
101
89
102
89
103
89
104
89
105
99
106
100
107
100
108
101
Zesde tekstblok, laatste zin na ‘Eurodepark’ Tweede tekstblok tweede zin Verwijderen ‘voor Parkstad Limburg’ Derde tekstblok negende zin Verwijderen ‘daarbij’ Derde tekstblok tiende zin na BOM+ Toevoegen ‘, compenserende en mitigerende maatregelen op grond van EHS& POG ‘ Bij punt 1 Uniek, …. Toevoegen na ‘lef.’ Deze leidende principes zijn uitgewerkt in de volgende uitgangspunten:’ Bij punt 1 Uniek, …. Na ‘a.’ Verwijderen ‘Het plan betreft’ Derde tekstblok, eerste alinea, Verwijderen ‘2008’ tweede regel Derde tekstblok, eerste alinea, vijfde Toevoegen voor ‘vervangingsopgave’ regel ‘onttrekkings- en ‘ Derde tekstblok, eerste alinea, Verwijderen ‘Zo zal’ Toevoegen na ‘krimp’ ‘zal’ eerste regel Derde tekstblok, eerste alinea, Vervangen ‘Juist’ door ‘Ook’ zesde regel Derde tekstblok, eerste alinea, Verwijderen ‘Parkstad Limburg …’. tot zevende regel ‘…reeds zij afgerond’ Vijfde tekstblok na laatste zin Toevoegen ‘Ook nieuwe wegen en vervoerssystemen dienen op deze principes gestoeld te zijn.’ Laatste tekstblok eerste bulletpoint Veranderen in ‘Intercity’s (IC EindhovenHeerlen-Aken) en diverse lightrailverbindingen zoals Heerlen via Kerkrade en Avantis naar Aken;’ Laatste tekstblok vierde bulletpoint Vernaderen in ‘Bereikbaarheid toeristische clusters Gravenrode en Oostflank per OV verbeteren.’ Eerste tekstblok, eerste bulletpoint ‘ICE’ wijzigen in ‘IC’
Toevoegen ‘De ontwikkeling van de onderwijsboulevard / onderwijscampus is een conceptueel antwoord op de demografische ontwikkeling. Een zekere concentratie van het onderwijsaanbod biedt niet alleen de mogelijkheid om de diversiteit van het aanbod naar de toekomst toe te garanderen. Het biedt ook mogelijkheden om tot kwaliteitsverbetering en innovatie te komen. Het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen wordt op een zichtbare manier naar de praktijk vertaald. Jongeren worden in de eindfase van de ene leerlijn al direct in contact gebracht met de startfase van de daarop volgende leerlijn. Op een zelfde manier zullen ook leerkrachten en vakgroep actief in de onderscheiden leerlijnen inhoudelijk en programmatisch meer op elkaar aansluiten. Een sterke wisselwerking met het regionale bedrijfsleven moet de aansluiting naar de arbeidsmarkt optimaliseren. Tegelijkertijd wordt daarmee ook de onderwijscampus en haar aanbod ontsloten voor werkenden en werkzoekenden. Het concept leven lang leren wordt een tastbare en aantrekkelijke realiteit.’ Toevoegen ‘en het Schutterspark’
37
Motivering Zoals al eerder is aangegeven houdt deze alinea de ruimtelijke impact in van dit kansencluster.
Reeds bestaande Schutterspark voorziet in deze beschreven behoeften. Niet noodzakelijke toevoeging Niet noodzakelijke toevoeging Relevante instrumentele aanvulling Stuk krijgt hierdoor meer structuur Niet noodzakelijke toevoeging Betreft actualisatie Meer “to the point” Zo is een niet noodzakelijke toevoeging Juist maakt het meer onderdeel van het bovenstaande. Deze informatie was te specifiek en kreeg daardoor te veel accent. Toevoegen van duurzaamheidprincipes bij aanleg van nieuwe wegen en keuze van nieuwe vervoerssystemen Klopt beter
Klopt beter Wijziging is in de hele structuurvisie doorgevoerd ICE is Duitse term voor IC.
Nr.
Blz.
Globale locatie
109
109
Na tweede tekstblok
110
111
111
113
Derde tekstblok, derde bulletpoint, derde regel Tekstblok vijfde regel
112
113
113
Actie
Motivering
Toevoegen ‘Naast de toetsing op grond van het Limburgs Kwaliteitsmenu en contourenbeleid dienen ontwikkelingen met betrekking tot woningbouw en werklocaties te worden getoetst aan lokaal én regionaal beleid en dienen zowel kwalitatief als kwantitatief binnen de lokale en regionale programmering te passen.’ Wijzigen van ‘bosschages’ in ‘bossages’
Nieuwe ontwikkelingen zijn onderhevig aan een kwantiteits – en kwaliteitstoets
Correcte spelling
Vervangen ‘de Brunssummerheide/Schinveldse Bossen’ door ‘het Heidenatuurpark (Brunssummerheide, Tevenerheide, Schinveldse bossen, Natuuren Landschapspark Roode Beek/Rodebach)’ Tekstblok regels acht, negen en tien Vervangen ‘moet de natuurschakel …….Duitsland in.’ door ‘is de groene long voor het stedelijk gebied’
Betreft de juiste terminologie en geografische aanduiding.
114
Tweede bulletpoint vijfde regel
Vervangen ‘natuurpark in Onderbanken.’ door ‘Natuur- en Landschapspark Roode Beek/Rodebach’
Betreft de juiste terminologie en geografische aanduiding.
114
114
Derde bulletpoint eerste regel
Vervangen ‘bedrijventerreinen’ door ‘gebieden’
115
115
Tweede bulletpoint zesde aandachtstreepje eerste regel
Vervangen ‘Schinveldse bossen’ door ‘Natuur- en Landschapspark Roode Beek/Rodebach’
Niet alle arealen zijn bedrijventerrein. Gebieden is een wat meer neutrale term in dit geval Betreft de juiste terminologie en geografische aanduiding.
116
115
Toevoegen na regio ‘(Heidenatuurpark).’
117
115
118 119
117 117
Tweede bulletpoint zesde aandachtstreepje derde regel Tweede bulletpoint achtste aandachtstreepje eerste regel Tekstblok veertiende regel Na tekstblok
120
119
Eerste tekstblok
121
121
122 123
121 123
124
123
Tweede alinea tweede regel na ‘energie’ Tweede alinea vierde regel Eerste tekstblok negende/tiende regel Eerste tekstblok twaalfde regel
Daar bij 111 de omschrijving gegeven is kan deze komen te vervallen
Betreft de juiste terminologie en geografische aanduiding.
Toevoegen ‘van’ na ‘ontwikkeling’ Verwijderen ‘de’ na ‘worden’ Toevoegen ‘Bovendien kan de Zuidflank inclusief Bocholtz en Simpelveld bijdragen aan het huisvesten van nieuwe werknemers van de ontwikkeling van Avantis en de RWTHcampus en de herstructurering daarmee een extra impuls geven.’ Toevoegen extra bulletpoint • Inzetten op huisvesten nieuwe werknemers Avantis en RWTH ontwikkeling Toevoegen ‘/medische technologie’ Verwijderen ‘(PC)’ Vervangen ‘dichte pakking door ‘hoge dichtheid’ Vervangen ‘Monitoring’ door ‘Realiseren’
38
Naast dat dit gebied de schakel vormt van en naar het landelijk en stedelijk gebied, vormt het ook de verbinding van en naar Duitsland. Deze schakel kan op velerlei wijzen worden ingevuld; aansluitende bedrijvigheid op Avantis, wonen en recreatief
Toevoeging maakt het ontwikkelingspallet voor Avantis compleet Niet relevante toevoeging Term is meer “to the point” Vanwege bovenregionaal belang is regionale insteek van belang
Nr.
Blz.
Globale locatie
125
123
Tweede tekstblok indeling onder ‘ontwikkelen’ en ‘beheren en sturen
126
127
127
128
Tekstblok achttiende regel na ‘Parkstad Centrum’ Eerste tekstblok punt 2 vierde en vijfde regel
128
129
Eerste tekstblok vierde regel
129
129
Eerste tekstblok zevende regel
130
129
Tekstblok ‘Gebiedsontwikkeling Parkstadring’ vierde regel
131
129
Tekstblok ‘Gebiedsontwikkeling Parkstadring’ dertiende regel
132
131
Eerste tekstblok achtste regel
133
131
Eerste tekstblok zestiende regel
134 135
131 131
Tweede tekstblok zevende regel Derde tekstblok tweede zin
136
131
Vierde tekstblok vierde regel
137 138 139
131 132 133
Vierde tekstblok vijfde regel Derde kolom laatste drie cellen Derde kolom eerste cel
140
133
141
133
Vijfde kolom tweede cel, tweede regel Negende kolom derde rij
142
137
Eerste kolom, tweede cel
143
137
Tweede kolom, tweede cel
Actie
Motivering
Anders segmenteren en zaken toevoegen. ‘ Meer “to the point” Tekstblok wordt: ‘Uitvoeren centrumplan Heerlen met o.a.: Uitvoeren van stationsplan boven het spoor en aan het Zuidplein. Inrichten van de omgeving van het spoor als stadspark. Realisatie Schinkelkwartier Herbestemming Royal Theater Beheren en sturen Bundeling van functies in Parkstad Centrum, waarbij de driehoek tussen de hoekpunten ‘het adres’, ‘het Maankwartier’ en ‘het stadshart’ bij voorkeur gereserveerd dient te worden voor multifunctionele en stedelijke functies (meervoudig en intensief grondgebruik). Functies dienen primair binnen de driehoek en secundair binnen de vijfhoek gesitueerd te worden. Toebedelen van ontwikkelingen aan het hoofdcentrum en als gevolg daarvan aanpassen van de retailvisie. Prioriteit geven aan beschikbare woningbouw binnen het centrum.’ Toevoegen ‘(Thermenmuseum)’ Ontwikkeling binnen Heerlen is hierop toegespitst Verwijderen ‘Vici Romani…. van’ Eenvoudiger Toevoegen na Baesweiler ‘(Romeinse straatdorpen).’ Verwijderen ‘het stedelijk gebied’ Bij herstructurering gaat het om het hele Toevoegen na ‘Parkstad’ ‘Limburg’ bebouwde gebied van Parkstad Limburg Toevoegen na ‘bevolkingssamenstelling’ Het gaat niet alleen om bouwen, maar ook ‘en koopkrachtontwikkeling.’ om koopkracht en voorzieningenniveau Wijzigen vierde regel ‘vier’ in ‘vijf’ Meer “to the point” Vijfde regel verwijderen ‘en’ Toevoegen ‘, Noord- en Zuidflank’ Verwijderen ‘en’ voor en toevoegen na Meer “to the point” ‘Schinveldse Bossen’ ‘Natuur- en Landschapspark Roode Beek/Rodebach Toevoegen na ‘schouwburg’ Correspondeert met opmerking onder 125 ‘Schinkelkwartier,’ Toevoegen na ‘vervullen’ ‘samen met o.a. Relevante toevoeging in het cultuurpalet het theater en Schunck Glaspaleis’ van Parkstad Limburg Wijzigen ‘2010’ in ‘2012’ Actualisatie Wijzigen ‘begin’ in ‘eind’ Toevoegen na ‘2009’ ‘begin 2010’ Vervangen ‘ruimtelijke’ door ‘uitvoerings’ Aanpassen aan nieuwe terminologie Toevoegen na ‘programma’ ‘ruimte’ Vervangen ‘programma’s’ door ‘plannen’ Het gaat in dit geval om plannen Toevoegen ‘ontwikkelen’ Doelgerichter maken van operationeel doel Wijzigen ‘Heidenaturpark’ in Aanpassing aan Nederlandse term ‘Heidenatuurpark’ Wijzigen ‘verplaatsen’ in ‘wegnemen’ Actualisatie Toevoegen ‘Waterschap’ bij de genoemde partners Wijzigen ‘Stedelijk gebied’ in ‘Parkstad Limburg’ Vervangen van onder tactiek genoemde tekst en wijzigen in ‘Opstellen van herstructureringsvisies voor de woningvoorraad voor de stedelijke gemeenten en vervolgens voor de landelijke gemeenten. Deze zullen worden geïntegreerd tot één Herstructureringsvisie voor Parkstad Limburg ten behoeve van de gemeentelijke structuurvisies en het opstellen van een Regionale Woningbouwprogrammering
39
Actualisatie Actualisatie Actualisatie
Nr.
Blz.
Globale locatie
144 145
139 142
Vierde kolom, vijfde cel onder ‘Wie’ Laatste tekstblok laatste zin
146
143
Eerste tekstblok vijfde regel
147
143
Eerste tekstblok laatste zin
148
143
Tweede tekstblok
149 150 151 152
143 144 144 144
Voetnoot in beide tekstblokken Derde tekstblok derde regel Derde tekstblok derde regel Derde tekstblok vijftiende regel
153
144/ 145
Tekst onder PlanMER en Watertoets
Verwijderen vanaf ‘Door de milieueffecten …. ‘ tot en met ‘….. bijstelling van de visie leiden.’ Vervangen door ‘en/of de natuur. De centrale thema’s , doelen en geformuleerd beleid hebben een zodanig algemene strekking en inhoud, dat ze vanuit dit plan niet vertaald kunnen worden naar concrete mer-plichtige activiteiten. Daarbij speelt ook dat de gekozen intergemeentelijke structuurvisie een niet verplichte planvorm is. Op grond hiervan wordt afgezien van verdere procedurele koppeling van het reeds opgestelde planmer en deze intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg.’
154
145
Tweede tekstblok
Vervangen door Actualisatie ‘Sinds 1 juli 2008 (de inwerkingtreding van de Wro -wet ruimtelijke ordening-) is het watertoetsproces niet meer verplicht bij structuurvisies van het Rijk, provincies en gemeenten. Waterbeheerders moeten zelf zorg dragen voor een goede borging van de waterbelangen. De stedelijke herstructurering biedt Parkstad Limburg echter de kans de waterhuishouding en watersystemen in het stedelijk gebied te versterken en te herstellen. Dit is een unieke kans waarbij Parkstad Limburg, de gemeenten en het Waterschap Roer en Overmaas (WRO) gezamenlijk zullen moeten optrekken en de kansen samen moet grijpen.’ Toevoegen: Bijlage 1 Schematische weergave van de toepassing het ‘nee tenzij’-principe in een stroomschema.
155
Actie voor 2011 en verder.’ Wijzigen ‘rijk’ in ‘provincie Wijzigen in ‘Indien provinciale belangen aan de orde zijn zal dit advies ook aan de provincie worden voorgelegd.’ Verwijderen ‘Die mogelijkheid kan gedeeld worden’ Verwijderen ‘tenzij …. Parkstadraad’ Verwijderen laatste zin ‘De Wro …..herzien.’ Verwijderen surplus aan structuurvisie Wijzigen ‘naar’ in ‘in’ Verwijderen ‘Immers’ Toevoegen na ‘regionale’ ‘en mogelijk provinciale’
40
Motivering Actualisatie Actualisatie
Overbodig de daarop volgende zin geeft dit al aan. Wettelijk kan deze taak niet worden overgedragen. Actualisatie Verbetering Verbetering Verbetering In het ruimtelijk proces binnen Parkstad Limburg is sprake van een drietal overheidsactoren te weten de gemeenten, de provincie en de regio. Hoewel niet geattribueerd met taken en bevoegdheden opgrond van de de Wro, heeft de regio bepaalde belangen te waarborgen die in het plan benoemd zijn mede op grond van haar WGR+-status. Iedere bestuurslaag heeft dus eigen bevoegdheden die naast elkaar kunnen bestaan. In dat geval is afstemming nodig. Actualisatie
5.1b Aanpassingen in het kaartmateriaal Het kaarmateriaal is ontwikkeld in een ‘GIS-omgeving’. Door verkeerde programmering zijn gewijzigde kleurstelling in de beheer- en sturingskaarten verkeerd doorgevoerd op de verschillende eindkaarten. Deze fout is hersteld. Dit heeft geleid tot een andere kleurstelling van het Emma-terrein (Brunssum) en een meer gebiedsspecifieke inkleuring van de Rodaboulevard en scheiding van dit gebied met De Locht. Verder is op de beheer- en sturingskaart de golfbaan Brunssum beter begrensd en is Afnorth Brunssum als werkgebied aangegeven. De verkeersontsluiting rond Afnorth is aangepast aan het wensbeeld van Brunssum (Ontwerp- Structuurvisie Brunssum 2009). Daarmee is de Rembrandtstraat in hiërarchie gedaald. De beschreven aanpassingen werken door in de onderliggende thematische kaarten. Bij de ontwikkelingskaarten en het kartografisch materiaal van de projectgebieden zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd: 1. De centra zijn beter begrensd 2. De plaatsnamen zijn toegevoegd om de oriëntatie te verhogen 3. De legenda van de Ontwikkelkaart is verbeterd en beter leesbaar gemaakt 4. Foutieve kleurstellingen en toponiemen zijn gewijzigd 5. Schuttershof/Bronnenhof zijn op de kaart onder economie toegevoegd 6. De begrenzing van de Golfbaan Brunssum is beter op kaart aangegeven 7. Bij Parkstad Centrum is het drie- en vijfhoek-verhaal verlaten en is het centrum als punt weergegeven 8. Het woord ‘kleinschalige’ onder e in de Oostflank is verwijderd waardoor kaarten en tekst met elkaar sporen 9. Het oude mijnspoor vanaf Nuth richting ‘de Hendrik’ is op kaart toegevoegd 10. De Avantislijn is op kaart toegevoegd (projectgebied Westflank) Al deze wijziging werken in al het kaartmateriaal door.
Hoofdstuk 6: Conclusie Naar aanleiding van de hiervoor beschreven ingekomen inspraakreacties, de beantwoording ervan en de ambtshalve wijzigingen concluderen wij dat aanpassingen in de definitieve versie van de intergemeentelijke structuurvisie noodzakelijk zijn. Het betreffen grotendeels tekstuele verbeteringen dan wel aanpassingen van de kaarten. Deze wijzigingen zijn inmiddels in de definitieve plantekst aangepast. De intergemeentelijke structuurvisie kan derhalve in definitieve vorm het besluitvormingsproces in gaan.
Aldus vastgesteld september 2009 Het Parkstadbestuur, de directeur/secretaris
de voorzitter.
41
42
Bijlage 1 (schematische weergave nee/tenzij-principe)
43
44
Deels
Is er overeenstemming ?
Niveau
Volledig
Deels of volledig Nee
Provincie verankert, indien aan de orde, plan in ruimtelijk plan (structuurvisie, bestemmingsplan, project- of inpassingsplan of anderszins)
Regio; het plan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het portefeuillehoudersoverleg Ruimte/Wonen/Mobiliteit en Economie en Toerisme (afhankelijk van het onderwerp)
Gemeente kan zienswijze/bezwaar en beroep in dienen tegen opgesteld ruimtelijk plan Regio kan zienswijze/bezwaar en beroep in dienen tegen opgesteld ruimtelijk plan Provincie kan, indien er sprake is van provinciaal belang, zienswijze/bezwaar en beroep in dienen tegen opgesteld ruimtelijk plan, maakt in het uiterste geval een Inpassingsplan of past de Verordening toe
Daarna drie lijnen: Gemeentelijk Regionaal Provinciaal Gemeentelijke en Provinciale lijn zijn vaststellend. Regionale lijn stemt in, stelt niet vast.
Gemeente verankert, indien aan de orde, plan in ruimtelijk plan (structuurvisie, bestemmingsplan, projectplan of anderszins)
Geen probleem, plan of initiatief kan door gaan
Conclusies worden in plan aangepast en toegezonden aan Parkstad Limburg/Gemeente en Provincie.
Deels Ja Gemeentelijk Zie boven Regionaal Zie boven Provinciaal Zie boven
* (Portefeuillehouder, Regionaal ambtelijke ondersteuning en Rayonplanoloog, Initiatiefnemer, gemeente)
Gemeente of initiatiefnemer 1. treedt vooraf in overleg met Parkstad Limburg en/of Provincie * 2. op basis van een goed gemotiveerde ruimtelijke onderbouwing met schets, stedenbouw-kundig plan beeld-kwaliteitsplan met uitgewerkt programma:
Toepassing “Nee tenzij-principe”
Nee
Ja
Besluit GS
Plan en advies wordt ter instemming voorgelegd aan het Parkstadbestuur
Besluit College van B&W
Toepassing “nee tenzij-principe” intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg
Is een ontwikkeling in overeenstemming met de intergemeentelijke structuurvisie Parkstad Limburg ?
Bijlage 1
Besluit PS
Plan en advies wordt ter instemming voorgelegd aan de Parkstadraad
Besluit Gemeenteraad