Inspraak- en overlegnota bestemmingsplan ‘Buitengebied 2010; Remmelinkdijk 10 Keijenborg, Velswijkweg 11 en Eeltinkweg 4 Zelhem’
mei 2012
Inspraak Het voorontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2010; Remmelinkdijk 10 Keijenborg, Velswijkweg 11 en Eeltinkweg 4 Zelhem’ heeft van 17 november tot en met 28 december 2011 voor een ieder ter inzage gelegen. Ingezetenen en belanghebbenden konden gedurende de termijn van terinzagelegging hun inspraakreactie naar voren brengen. Hiervan is gebruik gemaakt door: • ’t Bonte paard advies, Loilseweg 3, 6941 DA Didam • reclamanten 1 • reclamant 2 • reclamanten 3 • reclamant 4 Vooroverleg Gedurende deze termijn heeft ook het vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. Bro plaatsgevonden. • De VROM-inspectie heeft schriftelijk te kennen gegeven geen opmerkingen te hebben; • Het waterschap Rijn en IJssel heeft schriftelijk te kennen gegeven enkele opmerkingen te hebben. • De provincie Gelderland heeft schriftelijke te kennen gegeven dat het plan past binnen het provinciaal beleid. Vervolg Naar aanleiding van enkele inspraakreacties worden de volgende zaken gewijzigd en aangevuld: - Het wijzigen van de landschappelijke inpassing door het wijzigen en vervallen van wandel- en ruiterpaden; - Het wijzigen van de landschappelijke inpassing door het vervallen van het bos/struweel bij de speeltuin aan de Boomgaard te Zelhem; - Het wijzigen en aanvullen van de regels door publieksaantrekkende evenementen uit te sluiten; Naar aanleiding van de overlegreactie van het waterschap Rijn en IJssel zal de waterparagraaf worden aangepast. Conclusie Met in achtneming van bovenstaande wijzigingen en aanvullingen staan de ingediende reacties een vervolg van de procedure niet in de weg.
Inspraakreactie ’t Bonte Paard advies 1. Na overleg met twee omwonenden aan de Banninkstraat en Kruisbergseweg is besloten een inspraakreactie in te dienen. Deze omwonenden hebben bezwaren tegen een wandelpad dat is ingetekend vanuit privacyoverwegingen. Bovendien is het laatste stukje wandelpad dat uitkomt op de Banninkstraat ingetekend op een perceel van derden dat inmiddels is ingericht als tuin. In overleg met de omwonenden is een oplossing gezocht en wordt een alternatief aangedragen. Het alternatief betreft de aanleg van een wandelpad over perceel 772, ten noorden van het perceel Kruisbergseweg 16 Zelhem. Op die locatie volgt een oversteek van de Kruisbergseweg bij de bestaande mogelijkheid voor voetgangers, waarna de route over het bestaande fietspad langs de Kruisbergweg in noordelijke richting wordt vervolgd tot het bestaande wandelpad langs de watergang. Vanwege de inspraakreactie zal de landschappelijke inpassing worden aangepast. 2.
Er wordt verzocht om het nieuwe struikgewas nabij de speeltuin aan de Boomgaard te laten vervallen, omdat een buurtbewoner het uitzicht als een kwaliteit ziet en grote bezwaren heeft. Er staat al groen. Er is geen bezwaar tegen het vervallen van dit deel van de landschappelijke inpassing. Vanwege de inspraakreactie zal de landschappelijke inpassing worden aangepast. 3. De omwonenden hebben geen bezwaar tegen het initiatief, maar vinden de belemmeringen die ze zouden ondervinden onacceptabel. Omdat er een oplossing voorhanden is zouden zij, en daarmee ook de initiatiefnemer, het op prijs stellen om daarin mee te bewegen. Zie ad 1. 4. Een laatste aanpassing is dat er één oversteek vanaf het hippisch centrum over de akker langs de haag naar de Velswijkweg wordt gerealiseerd (richting het oosten). De andere oversteek vanaf het hippisch centrum naar de Banninkstraat (richting het noorden) wordt definitief weggelaten. Landbouwkundig geeft dit problemen en een omwonende aan de Banninkstraat heeft bezwaar tegen een oversteek in de nabijheid van hun woning. Vanwege de inspraakreacties van 't Bonte Paard advies en reclamant 2 zullen de oversteek over de akker en richting het noorden vervallen. Ruiters kunnen gebruik maken van (de berm langs) de Velswijkweg in oostelijke richting. Vanwege de inspraakreactie zal de landschappelijke inpassing worden aangepast.
Inspraakreactie reclamanten 1 5. Op basis van de bijlagen ‘omgevingsbeeld’ en ‘wandelroute’ ontstaat een globaal idee hoe het ‘paardendorp’ er uit zal gaan zien. Tegen het wandelpad dat vanaf het paardendorp in de richting van de Kruisbergseweg loopt, achter Kruisbergseweg 14 en langs Banninkstraat 8 en de benzinepomp, bestaat bezwaar wegens een aantasting van de privacy. Het pad loopt vlak langs het terras van Kruisbergseweg 14 en Banninkstraat 8. Beide huishoudens hebben altijd de vrijheid gehad om te genieten van het landschap. Dit wordt nu door het pad aangetast. Zie inspraakreactie ’t Bonte Paard advies, ad. 1. 6. De aanleg van het pad betekent een aantasting van de veiligheid. Door de aanleg van een extra pad rondom de huizen ontstaan meer mogelijkheden voor ongenode gasten om de percelen te benaderen. Zie inspraakreactie ’t Bonte Paard advies, ad. 1. 7. Door de aanleg van de pad worden de percelen ingesloten door wegen. Dit geldt met name voor Kruisbergseweg 14 die aan de voorzijde te maken hebben met de steeds drukker wordende Kruisbergseweg en vervolgens ingesloten zouden worden door een pad waar wandelaars, ruiters en misschien voertuigen (al dan niet geoorloofd) voorbij zouden kunnen komen. Het pad betreft een onverhard wandelpad van circa 1 meter breed, geen pad dat geschikt is voor ruiters of voertuigen. Zie verder inspraakreactie ’t Bonte Paard advies ad. 1. 8. De stroken langs de sloot aan de Banninkstraat hebben aparte kadastrale nummers. Is het mogelijk dat hier op termijn wandelpaden worden gecreëerd? Zo ja, dan bestaat hiertegen bezwaar in verband met de privacy van Banninkstraat 6 en 8. Het kadastrale perceel gemeente Zelhem, sectie T, nummer 546 is geen onderdeel van het plangebied en niet in eigendom bij de initiatiefnemers van de plannen. In de landschappelijke inpassing is niet voorzien in de aanleg van een wandelpad op het perceel. Op basis van het vigerende bestemmingsplan ‘Buitengebied Zelhem 2011’ is extensief recreatief medegebruik, waaronder het gebruik als wandel- en ruiterpad, overigens reeds toegestaan voor alle gronden met de bestemming ‘Agrarisch’. Of de eigenaar van perceelnummer 546 voornemens is om een pad aan te leggen is niet bekend. 9. Reclamanten hebben in overleg met de initiatiefnemers van de bestemmingsplanherziening gezocht naar een oplossing voor het wandelpad. Hiervoor wordt verwezen naar de inspraakreactie en tekening van ’t Bonte Paard advies. Zie inspraakreactie ’t Bonte Paard advies, ad. 1.
Inspraakreactie reclamant 2 10. De wandelpaden of paardenwandelpaden die worden aangelegd over de gronden van reclamant hebben in landbouwkundige zin teveel nadelen. Reclamant wil graag in overleg met de initiatiefnemers en gemeente Bronckhorst over een oplossing. Zie inspraakreactie ’t Bonte Paard advies, ad. 4.
Inspraakreactie reclamanten 3 11. Het plan houdt in dat er na sloop van de agrarische bebouwing 13 nieuwe woningen en een ruitersportcentrum in Velswijk gebouwd zullen worden. Gezien de geschetste toekomstperspectieven omtrent krimp en vergrijzing in de regio juichen reclamanten vanuit beginsel dit soort initiatieven toe. Bij de concrete invulling van het plan bestaan echter zorgen over de groei van het verkeer op de Velswijkweg. Al het verkeer naar de nieuwe woningen en het ruitersportcentrum verloopt via de Velswijkweg. De weg wordt op dit moment gebruikt door bestemmingsverkeer en schoolgaande jeugd naar de OBS Velswijk. Er is geen onderzoek gedaan naar de verhoging van de verkeersintensiteit ten opzichte van de bestaande situatie, er is slechts gekeken naar de geluidsbelasting ten opzichte van de nieuw te bouwen woningen. Reclamanten verwachten dat de verkeersintensiteit meer dan zal verdubbelen en dat daardoor de veiligheid van de schoolgaande jeugd in het geding komt. De toename aan verkeersbewegingen vanwege het plan is in kaart gebracht. Zie hiervoor paragraaf 6.4 van de toelichting. Door de bouw van het ruitersportcentrum en de woningen zal het aantal verkeersbewegingen in vergelijking met de huidige situatie toenemen. De bijdrage aan extra verkeer als gevolg van de realisatie van de woningen bedraagt 94 voertuigen (weekdaggemiddelde). Vanwege de realisatie van het ruitersportcentrum zal de bijdrage aan extra verkeer 72 voertuigen bedragen. De totale bijdrag aan extra verkeer in het plangebied bedraagt daarmee 166 voertuigen per etmaal. Van dit aantal zal ca. 10% vrachtverkeer zijn voor de aan- en afvoer van paarden en bevoorrading van het ruitersportcentrum. Er worden geen grootschalige- en publieksaantrekkende evenementen op het ruitersportcentrum mogelijk gemaakt. De toename van het verkeer kan opgenomen worden in het heersende verkeersbeeld van de Velswijkweg. 12. In het verleden is er reeds een bewonersprotest geweest tegen toenemend (vracht)verkeer over de Velswijkweg, dat door de gemeente werd gehonoreerd en als gevolg waarvan er verkeersbelemmerende maatregelen genomen zijn. Ten opzichte van het agrarisch bedrijf dat nu op Velswijkweg 11 is gevestigd wordt er geen toename van (bevoorradend) vrachtverkeer verwacht in de nieuwe situatie. 13. Het complex kan alleen financieel-economisch rendabel gehouden worden wanneer er op zeer regelmatige schaal evenementen georganiseerd worden. Dit zal een enorme toename van verkeer op de Velswijkweg teweeg brengen. Afgezien van de effecten op de verkeersveiligheid zal dit ook een flinke afbreuk doen aan het woongenot van de bewoners aan of direct bij de Velswijkweg. Het is niet de bedoeling om grootschalige- en publieksaantrekkende evenementen zoals regionale of landelijke wedstrijden op het ruitersportcentrum te organiseren. In het voorontwerp-bestemmingsplan wordt dit niet expliciet uitgesloten. Dit zal worden aangepast. Wel bestaat de mogelijkheid voor bijvoorbeeld het organiseren van een oefenparcours of onderlinge wedstrijden voor de gebruikers van de manege. Ten opzichte van het geven van rijlessen kan dit iets meer verkeersbewegingen op hetzelfde tijdstip opleveren, maar dit is niet van dien aard dat de verkeersveiligheid in het geding komt. Vanwege de inspraakreactie worden publieksaantrekkende evenementen uitgesloten in de regels van het bestemmingsplan. 14. Reclamanten vragen zich af of er ook gekeken is naar alternatieve toegangswegen. Zij doen de suggestie voor een toegang via de Kruisbergseweg, ter hoogte van het tankstation of via de Banninkstraat. Door een keuze voor deze opties wordt het verkeer uit de kern van Velswijk gehouden. Er wordt verzocht deze alternatieven nader te onderzoeken en mee te nemen in het bestemmingsplan. De genoemde alternatieven zijn onderzocht bij het opstellen van het plan. Het realiseren van een extra ontsluiting op de Kruisbergseweg richting Velswijkweg 11 bleek niet mogelijk,
omdat dit een doorgaande provinciale route is waar, zeker buiten de bebouwde kom, zo min mogelijk afslaande bewegingen gewenst zijn. De Banninkstraat is een zandweg die afgesloten is voor het doorgaande gemotoriseerde verkeer, waardoor de weg zou moeten worden verbreed en verhard. Daarnaast beschikken de initiatiefnemers niet over een grondpositie die rechtstreeks aansluiten op de Banninkstraat mogelijk zou maken. Tot slot is er geen belemmering voor verkeersafwikkeling via de Velswijkweg. Zie verder inspraakreactie reclamanten 3, ad. 11. 15. Het voorontwerp-bestemmingsplan staat ondersteunende horeca toe. Reclamanten vragen zich af hoe rekbaar dit begrip is en op welke wijze de gemeente naleving gaat handhaven. Zoals al aangegeven zal de eigenaar om het complex financieel rendabel te houden zich moeten gaan toeleggen op het organiseren van allerlei ruitersportevenementen. Reclamanten vrezen dat er bij de organisatie van dit soort evenementen een ruime interpretatie van het begrip ‘ondersteunende horeca’ gehanteerd zal worden. Grootschalige- en publieksaantrekkende evenementen op het ruitersportcentrum worden niet toegestaan volgens het bestemmingsplan. Zie verder inspraakreactie reclamanten 3, ad. 13. Ondersteunende horeca staat in artikel 1.61 van de regels omschreven als ‘een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren’. De horeca is dus toegestaan ten dienste van de manege/ruitersportcentrum en bedoeld als kleinschalige voorziening (kantinefunctie) voor de gebruikers daarvan. Er worden geen zelfstandige of grootschalige horeca-activiteiten zoals bruiloften of verjaardagen toegestaan. 16. Reclamanten verzoeken om informatie over de eventueel af te geven vergunningen voor evenementen en hoe de ondersteunende horeca zich verhoudt tot de activiteiten bij buurthuis D’n Draeijer aan de Velswijkweg. Kleinschalige activiteiten vanuit de manege zoals onderlinge wedstrijden of een oefenparcours in de rijhal zijn toegestaan volgens het bestemmingsplan. Grootschalige- en publieksaantrekkende evenementen op het ruitersportcentrum worden niet toegestaan volgens het bestemmingsplan. Zie verder inspraakreactie reclamanten 3, ad. 13. Daarnaast is voor het organiseren van evenementen een vergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening noodzakelijk. Zie inspraakreactie reclamanten 3, ad. 15. Er wordt geen zelfstandige horecafunctie mogelijk gemaakt. De initiatiefnemers hebben contact gelegd met de exploitant van D'n Draeijer om zijn expertise en ondersteuning te gebruiken bij de openstelling van de ondersteunende horeca. 17. Reclamanten vragen zich af of de bouw van de 13 nieuwe woningen past binnen de Regionale Woonvisie. Door het plan is er per saldo sprake van een toevoeging van 13 nieuwe woningen. Deze passen binnen de aantallen die gebouwd mogen worden in het kader van de Regionale Woonvisie.
Inspraakreactie reclamant 4 18. Reclamanten zijn als omwonenden op diverse manieren voorgelicht over de plannen. De verstrekte informatie door de initiatiefnemer verschilt sterk van de informatie in het voorontwerp-bestemmingsplan. Het (voorontwerp-)bestemmingsplan vormt het kader voor de toekomstige gebruiks- en bouwmogelijkheden binnen het plangebied. 19. Reclamanten vragen zich af wat de economische haalbaarheid van het plan is. Op basis van marktonderzoek is de belangstelling van het plan in kaart gebracht (zie bijlage 4 bij de toelichting van het bestemmingsplan). De kosten voor het plan en de inrichtingskosten worden gedragen door de initiatiefnemer en er zijn geen kosten voor de gemeente aan verbonden. Het plan is vanuit het licht van de gemeente bezien dan ook financieel uitvoerbaar. Aan de initiatiefnemer is gevraagd inzicht te geven in de financiële haalbaarheid. Hieruit blijkt dat de kosten en baten van het plan in evenwicht zijn. Er is daarom op voorhand geen reden om te twijfelen aan de financiële uitvoerbaarheid. 20. Het is onduidelijk hoe de planontwikkeling vorm gaat krijgen. Reclamanten vrezen dat als de huizen gebouwd zijn, de manege achterwege blijft. In de eerste fase worden het ruitersportcentrum, de 2 bedrijfswoningen en de 7 aaneengebouwde woningen gerealiseerd. De 5 vrijstaande woningen volgen in een later stadium. 21. Het plan is in strijd met de afgekondigde bouwstop voor het buitengebied die vorig jaar per direct in werking is getreden. Het betreft een initiatief waar enkele jaren geleden om medewerking is verzocht bij de gemeente Bronckhorst, waar in 2009 principemedewerking aan is toegezegd door het college en dat dus dateert van voor de wijziging van de Regionale woonvisie. Zie verder reclamanten 3, ad 17. 22. Een deel van het plan valt onder de ‘rood voor rood’-regeling. Deze is ook afgeschaft. De woningen zijn een verkapte vorm van ‘rood voor rood’. Het functiewijzigingsbeleid 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' is niet afgeschaft en van toepassing op het plan. Drie agrarische functies worden beëindigd, op de twee locaties Remmlinkdijk 10 en Eeltinkweg 4 worden de stallen afgebroken en krijgt de bedrijfswoning een woonbestemming. Op de derde locatie Velswijkweg 11 worden, na afbraak van voormalige agrarische bebouwing, woningbouw en het ruitersportcentrum mogelijk gemaakt. Er is sprake van een koppeling van drie functiewijzigingen, waarbij de nieuwe functies op één locatie worden geconcentreerd. Dit is een verbetering ten opzichte van de drie intensieve veehouderijen, die mogelijk waren en werden uitgeoefend op grond van het bestemmingsplan. De locatie Velswijkweg 11 ligt volgens het Streekplan van de provincie Gelderland daarnaast in een zoekzone wonen en werken, waardoor ook op basis van het streekplan woningbouw op de locatie kan worden toegestaan. Zie verder hoofdstuk 3 van de toelichting van het bestemmingsplan. 23. Het aangegeven aantal terug te bouwen m2 onder de kop recreatie is de 50% ook overschreden. Het is onduidelijk welke kop ‘recreatie’ wordt bedoeld, omdat deze niet aanwezig is in het bestemmingsplan. 24. Het plan is in strijd met het functieveranderingsbeleid. Voor Bronckhorst geldt een regionale rood-voor-roodregeling. Dat beleid is ten eerste locatiegebonden. Herbouw is alleen mogelijk op de locatie waar ook wordt afgebroken.
Het functiewijzigingsbeleid 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' gaat in eerste instantie inderdaad uit van locatiegebonden verevening. Naarmate de gevolgen van hergebruik of de functieverandering voor de omgeving groter zijn is de te volgen planologische procedure zwaarder en kan de vereveningsbijdrage hoger zijn. Het initiatief past niet binnen de genoemde afwijkingsmogelijkheden in het vigerende bestemmingsplan en het beleid. Het functiewijzigingsbeleid noemt echter nadrukkelijk de mogelijkheid om op basis van het beleid maatwerk te leveren en een bestemmingsplanherziening te doorlopen voor initiatieven die passen binnen de doelstellingen van het beleid. De kwaliteitsverbetering en de verevening voor deze initiatieven moeten proportioneel zijn. In dergelijke situaties wordt de provincie per geval betrokken in de besluitvorming. Het plan past binnen de doelstellingen van het functiewijzigingsbeleid. Voorafgaand aan het in procedure brengen van het bestemmingsplan is er contact geweest met de provincie over de koppeling van initiatieven. Dit heeft geleid tot een positieve vooroverlegreactie van de provincie. Om die reden achten wij de koppeling van de locaties niet in strijd met het gemeentelijke, het regionale en het provinciale beleid met betrekking tot functiewijziging in het buitengebied. 25. Het functieveranderingsbeleid is gericht op een reductie van de bebouwde oppervlakte van 50%. Daarvan is geen sprake, zeker niet als de verkapte rood-voorroodhuizen worden meegerekend. Het uitgangspunt van het functiewijzigingsbeleid is inderdaad een reductie van 50% van de bebouwde oppervlakte, maar hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, bijvoorbeeld als een initiatief een bijdrage levert aan de milieukwaliteit of de sociale kwaliteit. Beide zijn hier aan de orde; enerzijds door het wegvallen van een drie intensieve agrarische bouwpercelen, anderzijds door ruimte te bieden aan nieuwe economische dragers en woningbouw in het buitengebied, waarmee de leefbaarheid van het platteland en dus de sociale kwaliteit gediend is. Daarnaast kan afgeweken worden van de eis van 50% reductie van het bebouwde oppervlakte uit het functiewijzigingsbeleid, omdat woningbouw kan worden toegestaan op basis van de zoekzone wonen en werken uit het Streekplan. 26. Het functieveranderingsbeleid is gericht op ontstening van het buitengebied. Daarvan is geen sprake. Het beleid wordt gebruikt voor verdere verstening. Zie inspraakreactie reclamant 4, ad 23. 27. Er is geen onderzoek gedaan naar de ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Dit is in strijd met het functieveranderingsbeleid. Op alle locaties is sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Zie verder paragraaf 3.5 van de toelichting van het bestemmingsplan. 28. Er is geen noodzaak voor de bouw van woningen en een manege. In een straal van 15 km rond Velswijk staan op het moment 4405 woningen te koop, waarvan 72 nieuwbouwwoningen. De initiatiefnemer spreekt over 50 geïnteresseerden, dit zijn geen kopers. In de nabije omgeving zijn 24 maneges en stallen aanwezig. In Vorden, 12 km van Velswijk, is men gestart met de bouw van een dubbele rijhal met 100 stallen. Door de initiatiefnemers is marktonderzoek verricht dat als bijlage 4 bij de toelichting van het bestemmingsplan is gevoegd. In het najaar van 2011 is er door de initiatiefnemers een informatie bijeenkomst georganiseerd waarbij de belangstelling voor het initiatief is bevestigd. Het plan verschilt van maneges en stallen in de omgeving door in te zetten op de mogelijkheid om te wonen met paarden door de stallen en rijhallen. 29. De provincie Gelderland en gemeenten streven naar een afname van verstening van het buitengebied. Aan de Velswijkweg komt een veelvoud van stenen terug. Zie inspraakreactie reclamant 4, ad 21 en 22.
30. De initiatiefnemers hebben toegezegd dat er geen wedstrijden en lessen gegeven zouden worden. Van de gemeente hebben reclamanten begrepen dat dit wel is toegestaan. Het opladen en afladen van paarden geeft overlast. Naast gebruikt van de rijhallen door de bewoners maakt het bestemmingsplan een manege mogelijk op de locatie waar het geven van rijlessen en het houden van onderlinge wedstrijden of een oefenparcours is toegestaan. Zie inspraakreactie reclamanten 3, ad 13. 31. De initiatiefnemers hebben aangegeven dat er geen ramen in de rijhal komen met de daarbij horende lichtoverlast. Volgens de gemeente liggen de bouwwijze en de keuze van de materialen nog helemaal open. In het bestemmingsplan zijn de locatie, maximale oppervlakte, goot- en nokhoogte van het ruitersportcentrum vastgelegd. Er worden geen regels opgenomen voor het al dan niet plaatsen van ramen in de rijhal. Het is aan de initiatiefnemer om de afweging te maken over het uiterlijk van de gebouwen en waar ramen worden geplaatst. Bij de (toekomstige) aanvraag omgevingsvergunning bouwen zal het bouwwerk worden getoetst aan redelijke eisen van welstand. De welstandscommissie heeft in juli 2010 de stedenbouwkundige opzet getoetst. Deze vormt samen met de welstandsnota het beoordelingskader. 32. In het plan is de toename van het aantal verkeersbewegingen geschat op 10%. Dit aantal wordt beduidend hoger door het houden van wedstrijden en lessen van bijvoorbeeld verenigingen. Gemiddeld zijn er zo’n 5 tot 6 deelnemers per les. Bij wedstrijden gaat het in een dergelijke accommodatie om 75 tot 100 deelnemers. Zie inspraakreactie reclamanten 3, ad 11 en 13. 33. Er is sprake van een aantasting van het woongenot van reclamanten door het aantal woningen dat op slechts 200 meter afstand van hun woning zal worden gebouwd. Dit in verband met geluid van mens en eventuele huisdieren, verlichting en geuren (door bijvoorbeeld barbequeën). Ten opzichte van het bestaande intensieve agrarische bedrijf op Velswijkweg 11 wordt geen verslechtering van het woongenot van reclamanten verwacht in de nieuwe situatie. 34. Van de gemeente hebben reclamanten vernomen dat de initiatiefnemers in onderhandeling zijn met aangrenzende perceeleigenaren over het eventueel aankopen of pachten van gronden voor de beweiding van 50 paarden. Dit zorgt voor geluid, stank en overlast van vliegen op een afstand van 10 meter van het perceel van reclamanten. De mest van 50 paarden kan onmogelijk iedere dag worden opgeruimd uit een weiland. De paarden zullen veelal op stal staan en worden bereden in de rijhallen. Er zullen uiteraard paarden in de wei lopen, maar vrijwel nooit 50 tegelijk. De initiatiefnemer heeft aangegeven dat er geen overeenkomsten zijn met de perceeleigenaar tegenover de woning van reclamant over het weiden van paarden. Het weiden van paarden op de gronden rondom Velswijkweg 11 valt overigens onder agrarisch gebruik en is toegestaan volgens het bestemmingsplan 'Buitengebied Zelhem 2011'. Het verwachte gebruik wijkt niet af van wat gebruikelijk is binnen de landbouw. In het kader van dierwelzijn is het aan de eigenaar/beheerder om te voorkomen dat teveel dieren op een te klein oppervlak worden geweid. Ook het dagelijks verwijderen van mest na het weiden van dieren is een verantwoordelijkheid van de ondernemer. 35. De dichte concentratie van zoveel paarden op een kleine oppervlakte zorgt voor een verhoogd risico op het uitbreken van overdraagbara ziektes. Dit is een risico voor de paarden van reclamant. Er is niet aangetoond dat het houden van veel paarden leidt tot het uitbreken van overdraagbare ziektes voor andere paarden. Het is in het belang van de eigenaar/ beheerder
om te voorkomen dat zijn dieren ziek worden. Het is daarom niet aannemelijk dat er een situatie gecreëerd gaat worden waarbij de eigen dieren ziek worden en zo een bedreiging gaan vormen voor de overige paarden en de paarden in de omgeving. 36. In de weilanden moeten waterbakken geplaatst worden voor de paarden, omdat deze te allen tijde aan water moeten kunnen komen. Dit trekt muggen aan zoals de knoet, die dragen kan zijn van het west-nijlvirus. Dit is een risico voor de paarden van reclamant. Volgens de laatste gegevens van de site van het RIVM bestaan er geen aanwijzingen dat het west-nijlvirus in Nederland voorkomt. Er zijn wel importgevallen bekend die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. Daarbij ging het om mensen die drager waren van het virus. Gezien de aard van het virus veroorzaakte dat geen direct risico voor andere zoogdieren, omdat het virus niet rechtstreeks besmettelijk is. Ook zijn tot op heden nog geen aanwijzingen dat het virus via een mug Nederland is binnengekomen. 37. Reclamanten vrezen een waardevermindering van hun woning, omdat het landelijke uitzicht verdwijnt vanwege de verstening. Conform het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening is het mogelijk om vanwege de vaststelling van een bestemmingsplan een verzoek om planschade in te dienen bij burgemeester en wethouders.
Overlegreactie waterschap Rijn en IJssel 1. De genoemde oppervlakken aan verharding zijn niet consequent beschreven in het plan. Er wordt verzocht om de juiste oppervlakten op te nemen in paragraaf 7.2 en 6.1. De juiste oppervlakten zullen worden opgenomen. 2. De watertoetstabel is volledig opgenomen en de relevante waterthema’s zijn voldoende uitgewerkt.. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
Overlegreactie provincie Gelderland 3. Het plan voorziet in functieverandering van vrijkomende of vrijgekomen bebouwing. Er wordt geconstateerd dat het beleid goed is verwerkt in het plan. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 4. Behalve functieverandering is bij het initiatief ook sprake van het zoekzonebeleid. Er wordt geconstateerd dat het beleid goed is verwerkt in het plan. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.