Inspiring Associations augustus 2013 – juli 2014 Het beste uit 45 digitale newsletters
© 2013-2014 - 2Mpact nv
2Mpact Brussels, Sinter-Goedelevoorplein 5, 1000 Brussels (Belgium) 2Mpact Gent, Kortrijksesteenweg 1007, 9000 Ghent (Belgium) Tel. +32 9 233 48 66 –
[email protected] – http://www.2mpact.be Version 1 (8 juli 2014) Coordination: Marc Mestdagh Auteurs: Josefien D’haene, Nathanëlla Monsaert, Marc Mestdagh, Jurgen Plyson, Patriick De Sutter Disclaimer and copyright: This publication has been carefully made and in good faith. Publisher and authors can in no way guarantee the accuracy or completeness of the information. Publisher and authors accept no liability for damage, of any nature whatsoever, resulting from actions and/or decisions based on information provided. ALL RIGHTS RESERVED. Any unauthorized reprint or use of this material is prohibited. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording, or by any information storage and retrieval system without express written permission from the publisher and authors.
Inspiring Associations 2013-2014
2
Inhoud Een website bouwen doe je niet zonder architect ________________________________________ 5 Wat de agenda van een bestuursvergadering verklapt… ___________________________________7 Hoe mijn website het fundament van onze verenigingscommunicatie is _____________________ 9 Welk model van organisatiestructuur past bij jouw vereniging? ____________________________ 12 MVO wint aan belang _____________________________________________________________ 14 Hoe organiseer je het best professionele vorming ? _____________________________________ 16 Lid worden is geen gebeurtenis, maar een proces! ______________________________________ 18 Hoe een lans breken voor een beroep dat niet bestaat? __________________________________ 19 12 Tips voor een efficiënte internetcommunicatie _______________________________________ 21 Belangenbehartiging is niet de core business van beroepsverenigingen en sectororganisaties ____ 23 Verenigingsmanagers ook persoonlijk aansprakelijk?! ____________________________________ 24 Optimaliseer het verloop van uw events! ______________________________________________ 26 Jong bloed gezocht?! ______________________________________________________________ 26 Jaarverslagen komen in vele vormen en maten _________________________________________ 27 Zet in op oprechte testimonials om leden te werven _____________________________________ 29 Haal het meeste uit je enquête! _____________________________________________________ 29 Help je leden met 'information overload' ______________________________________________ 31 Waarom feedback na een event zo belangrijk is ________________________________________ 33 Help, de directeur vertrekt! Reden tot paniek? _________________________________________ 34 Duurzaamheid door de aders van verenigingen _________________________________________ 34 Een goed geïnformeerde bestuurder is er twee waard! ___________________________________ 36 5 simpele tips om je organisatie groener te maken ______________________________________ 36 Wat Parijs en verenigingsmanagement gemeen hebben __________________________________ 37 5 redenen waarom je eens in de schoenen van je leden moet gaan staan ____________________ 39 Leden leren kennen door technologie ________________________________________________ 41 European Association Summit (14 mei 2014, Brussel) ____________________________________ 42 IMEX, where the European Associations and their providers meet __________________________ 44 Nieuwe leden ontmoeten __________________________________________________________ 47 Zonder zorgen de zomer tegemoet… _________________________________________________ 48
Inspiring Associations 2013-2014
3
3 tips voor het bouwen van een formidabele online community ____________________________ 49
Wist je dat… _____________________________________________________________________ 50 Uitsmijters – inspirerende quotes ____________________________________________________ 52 Over 2Mpact ____________________________________________________________________ 58
Wil je meer weten over hoe je wij je kunnen helpen bij al de issues die aan bod komen in deze artikels, neem contact op met 2Mpact (
[email protected]).
Inspiring Associations 2013-2014
4
Een website bouwen doe je niet zonder architect (14/08/2013)
Net zoals je beter geen huis bouwt zonder architect, kan je best beroep doen op gespecialiseerde begeleiding om uw website vorm te geven. We geven een overzicht van aandachtspunten, valkuilen, maar vooral opportuniteiten om van je website een meerwaarde te maken voor je organisatie en leden. Ook al lijkt dat op het eerste gezicht een complex en technisch verhaal. Binnen de huidige maatschappelijke context is het essentieel om over langere termijn na te denken. Een website staat niet langer op zichzelf, maar maakt deel uit van een online ecosysteem. Nadenken over de uitbouw van je website is nadenken over de toekomst. Vergelijk het met het bouwen van een huis. Zelf weet je wat je wenst, maar om de realisatie te ondersteunen is meestal een architect nodig. Een architect helpt jou om je wensen om te vormen tot een bouwplan en om de geschikte materialen uit te kiezen met jou. Op die manier verloopt je project vlotter en heb je een garantie voor de toekomst. Niemand tekent toch zijn eigen bouwplan uit? Kiezen van een juiste partner Het is niet altijd evident om te starten aan de uitbouw van je website op langere termijn. Dit proces begint al bij het kiezen van een juiste partner. Hoe weet je nu wie de beste partij is, wat moet er in je lastenboek staan, hoe vergelijk je twee voorstellen, … Een pak vragen die beantwoord moeten worden. Een internet architect die je bijstaat als adviseur kan je daarbij helpen. Wat is het voordeel?
Het juiste kader voor je project o Wettelijk kader voor de opdracht o Gebruik van meest geschikte methodiek/techniek voor de opdracht o Gebruik van meest geschikte software voor de opdracht o Focus op de toekomst/lange termijn Technische kwaliteit Uitbreidingsmogelijkheden, ... Opmaak van het lastenboek o Opmaak van een geschikt lastenboek / Request For Proposal o Bewaken van de beperkingen/voorwaarden van de opdrachtgever o Stellen van de juiste vragen samen met de opdrachtgever
Inspiring Associations 2013-2014
5
o o o o
Essentieel om te kunnen vergelijken en“appelen en peren” te vermijden Selectie potentiële kandidaten met een objectieve check op de kwaliteit van de dienstverlener Aanschrijven van potentiële dienstverleners Opvolging van de communicatie in voorbereiding op een presentatie …
Jurering o o o o
o o
Vergelijking van de offertes op basis van objectieve gegevens Detectie van valkuilen/uitdagingen Jurering (ondersteunend) van de offertes Bewaken kostprijs: Inzicht in marktconforme tarieven Eenmalige versus terugkerende kosten Licentiekosten Valkuilen Opmaak juryverslag Communicatie met dienstverleners
Daarnaast weet je dat je kan rekenen op:
Raadgever aan de kant van de klant (niet aannemer) Second Opinion (prijs / kwaliteit / werkwijze) Advies over de impact op het eigen team of de eigen werking Bewaken plan van aanpak
Naar de verdere uitwerking kan je terugvallen op je architect bvb. voor een quality check ten opzichte van het uitgevoerd werk. Kortom je weet dat je gesteund wordt in de uitwerking van je website, hetgeen de kwaliteit ten goede komt (en je eigen gemoedsrust). CASE: FEDERAUTO Voor FEDERAUTO was het duidelijk: er was nood aan een nieuwe website in lijn met de vernieuwde doelstellingen van de organisatie. Al snel bleek dit een uitdaging voor de organisatie om de meest geschikte partner te vinden. 2Mpact is daarom bijgesprongen als adviseur en architect. Uiteraard is het essentieel om de noden op langere termijn te kennen. Daarom organiseerde 2Mpact een workshop (dialoog2Mpact) om deze noden te detecteren binnen de werking van FEDERAUTO samen met de geselecteerde verantwoordelijken.
Inspiring Associations 2013-2014
6
Deze workshop leverde het nodige materiaal voor de uitbouw van een helder lastenboek dat het kader schetste voor de mogelijke dienstverleners. In samenspraak met FEDERAUTO werden de dienstverleners gekozen en aangesproken. 2Mpact maakte een voorbereidend rapport op voor de jurering en stond de organisatie met raad en daad bij tijdens de jurering. Jean-François Dinant, Marketing & Communication manager FEDERAUTO: "La collaboration avec 2Mpact s’est déroulée de manière optimale. Malgré la complexité de notre organisation, la traduction du brainstorming interne en un cahier des charges était impressionnante. Mais recevoir des offres n’est pas le plus difficile. Il faut savoir les analyser. Ici aussi, l’expertise de 2Mpact s’est directement fait ressentir et s’est traduite en une approche structurée, objective et adaptée." Dit resulteerde in een vlotte start voor de organisatie met een geschikte partner nu en in de toekomst voor hun nieuwe website. Neem dus binnenkort een kijkje als FEDERAUTO zijn nieuwe website lanceert. ***
Wat de agenda van een bestuursvergadering verklapt… (20/08/2013) Er zijn heel wat manieren om te peilen naar de maturiteit van de organisatiecultuur van een organisatie, en heel wat modellen om de resultaten van die peiling te analyseren en te benchmarken. Maar er is ook een heel eenvoudige check. Neem twee opeenvolgende agenda’s van vergaderingen van de Raad van Bestuur en probeer dit eens uit… 1. Staat op 1 het klassieke ‘goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering’ ? En wordt dat als een bijna onzichtbare formaliteit behandeld, terwijl de stemmen rond de tafel nog moeten stilvallen of de laatkomers nog vlug aanschuiven ? Of houdt dat punt ook in dat de acties en to do’s uit het vorig verslag worden overlopen, en de bestuurders op hun genomen engagementen gewezen worden, indien nodig natuurlijk ? 2. Check even hoeveel agendapunten er dezelfde omschrijving hebben ? Als dat meer dan de helft is kan dat leiden tot agendablindheid, het effect waarbij bestuurders de agenda hebben zien binnenlopen, maar met moeite naar de punten gekeken hebben. Misschien is het beter om iets meer teasende titels te gebruiken – aandacht gaat vóór interesse en betrokkenheid.
Inspiring Associations 2013-2014
7
3. Check hoeveel agendapunten betrekking hebben op praktische zaken die met de organisatie op zich te maken hebben. Als er een goed afsprakenkader is met het uitvoerende secretariaat/bureau moet dit gevat kunnen worden in maximum 2 agendapunten. Eén waarbij verslag wordt uitgebracht over de praktische werking, bij voorkeur gebruikmakend van indicatoren of beter nog een dashboard. En één om nieuwe issues onder de aandacht van het bestuur te brengen. Alle andere items moeten over het beleid en de inhoud gaan! 4. Check de volgorde van de agendapunten en denk even na of die bewust in functie van de moeilijkheidsgraad van beslissingen opgelijst staan. Met andere woorden: reken je erop dat bepaalde punten wegens tijdsgebrek vlugger of misschien zelfs helemaal niet worden behandeld? Is het niet zinvol om per punt aan te geven welk soort bespreking het punt vergt: in tijdsbesteding, in format (bv. toelichting, vraagstelling, discussie, eerste visievorming,…) en in resultaat (bv.beslissing, verderzetting, actiepunt,…)? 5. Tot slot iets over het klassieke ‘varia-punt ’ (in het Engels mooi en symbolisch ‘Any other business’ genoemd). Gebruik het bij voorkeur niet. Niet om zotte ideeën van bestuurders te herbergen, maar ook niet om vlug nog over een issue (en hoe dikwijls gaat dit dan niet over een concreet voorval?) van gedachten te wisselen. Niet doen, op de eerste plaats om juridisch geen inbreuk op de wetgeving inzake eerlijke mededinging te plegen, maar zeker ook niet om zotte ideeën de kans te ontnemen om een zinvolle opportuniteit te worden. Voor dat laatste kan je best een vast ‘regulier’ agendapunt ‘Ideeën/opportuniteiten’ voorzien. En wat die meting van maturiteit dan precies inhoudt, als je meer dan driemaal de wenkbrauwen hebt opgetrokken of al dan niet zuur hebt geglimlacht, dan is er nog wat werk aan de organisatiewinkel.
***
Inspiring Associations 2013-2014
8
Hoe mijn website het fundament van onze verenigingscommunicatie is (28/08/2013) Gebruiksvriendelijkheid, vindbaarheid, toegankelijkheid,... het zijn allemaal belangrijke factoren die ervoor moeten zorgen dat je meer uit je website haalt. Hoe je dat doet en vooral, wat dat meer wel mag zijn, lees je in volgend artikel... Onderzoek toont aan dat een gebruiker op gemiddeld vier seconden een beslissing neemt om je website verder te bezoeken. Voor een gebruiker is het dan ook essentieel dat de website van je organisatie afgestemd is op zijn noden. De gebruiksvriendelijkheid staat dan ook centraal. De toptaken voor de gebruiker moeten prominent naar voren komen, eerder dan de structuur van de organisatie. Wat voor jou duidelijk is, is dat niet per se voor je gebruiker. Men spreekt in deze context wel eens van User Centric. Een website moet in deze tijden User Centric opgebouwd zijn en volgens de goede principes van onder meer webschrijven om de gebruiker te ondersteunen in zijn scannend, scrollend of swipend gedrag. Binnen die vier seconden moet je de gebruiker dan ook nog eens overtuigen van je “merk”. Als organisatie ben je immers een autoriteit binnen je vakgebied. Deze autoriteit moet ook duidelijk zijn voor je gebruiker en moet je content versterken. Als organisatie heb je immers alle baat bij een goede branding van je merk, een sterk merk! Denken we maar aan het delen van je informatie op sociale media. In één oogopslag moet duidelijk zijn welke organisatie achter de content zit. Vertrouwen begint in de zoekmachine De ervaring die gebruikers op je website hebben staat centraal in het beeld of de perceptie die gebruikers over je website hebben. Deze perceptie bepaalt in sterke mate hoe gebruikers omgaan met je informatie (bv. lezen, delen,…). Helaas is de perceptie snel gevormd. Het vertrouwen van je gebruikers ben je veel sneller kwijt, dan dat je het kan opbouwen (zelfs met een nieuwe website). Eens het vertrouwen geschonden is, zal het veel tijd kosten om dat opnieuw op te bouwen. Al bij het zoeken in de zoekmachines (in Europa is dit voor 95% Google) speelt vertrouwen een rol. De gebruikers moeten het vertrouwen hebben dat je site voor hen een meerwaarde zal betekenen. Hou er rekening mee dat voor veel gebruikers je website niet de startpagina is, maar Google dat is. Dat betekent ook dat je elke pagina op je website als een startpagina moet beschouwen. Landing pages zijn dan ook belangrijk vanuit communicatief standpunt, maar ook voor het behouden van je bezoeker. Maak je website toegankelijk
Inspiring Associations 2013-2014
9
Naast de gebruiksvriendelijkheid speelt ook toegankelijkheid een steeds belangrijkere rol. Toegankelijk betekent dat je website bruikbaar is voor iedereen, ook voor personen met een beperking. Toegankelijkheidsrichtlijnen overlappen vaak met andere principes van modern webdesign en documentopmaak. Daarom zijn toegankelijke websites over het algemeen beter geschikt voor kleine beeldschermen van smartphones en tablets, zijn ze bruikbaar in iedere webbrowser en scoren ze beter in de resultaten van zoekmachines. Toegankelijke websites en documenten helpen dus alle bezoekers en lezers. En zo kunnen we nog wel even verder gaan. Kortom, veel factoren waar je rekening mee moet houden. Hoe vorm je dit nu om in een geslaagd bouwplan of een goede blauwdruk van je website? Want hoe mooi je website er ook uitziet de ervaring van de bezoeker wordt in sterke mate bepaald door de functionele uitwerking. Een internet architect die je bijstaat als adviseur kan je daarbij helpen. Wat is het voordeel? Ervaring:
Ervaring met bevragingen van je doelgroep Ervaring met het analyseren van bestaande statistieken Ervaring met het zoeken en vinden van geschikte trefwoorden om gevonden te worden in Google Ervaring met best practices die werken voor je bezoekers Ervaring met diverse stakeholders (overheid (lokaal, provinciaal, Vlaams, federaal), pers, beroepsverenigingen/sectororganisaties, bedrijven/kmo’s, wetenschap, internationale projecten) Ervaring met het wettelijk kader
Ondersteuning: Second opinion (“Advocaat van de duivel”)
Objectieve ondersteuning Geen focus op techniek, wel op eindgebruiker Stellen van de juiste vragen aan de opdrachtgever Schrijven voor het web (vier seconden!) Content marketing
Inspiring Associations 2013-2014
10
Uitstippelen plan van aanpak
Procesbegeleiding
Inzicht in methodieken voor ondersteuning eigen team Voorbereiding content traject, grafisch traject, technische uitrol. Organisatie van workshops / brainstorms voor het bepalen van de doelstellingen, wensen, … van de organisatie
Functionele blauwdruk Als resultaat krijg je een functionele blauwdruk (wireframes, klikmodel, …) van je website. Het grootste voordeel hiervan is dat je deze blauwdruk vlot kan voorstellen aan je doelgroep op informele contactmomenten, netwerkmomenten, via e-mail, … Kortom een “kleine” gebruikerstest. Een echte aanrader voor de gebruiksvriendelijkheid van je website. In dit stadium kan je immers nog vlot bijsturen met minimale repercussies naar het vervolg (budget!). Met deze blauwdruk kan je aan de slag voor het zoeken en vinden van geschikte partners voor de grafische en technische uitbouw/verbetering van je website. Door de uitgebreide briefing die je kan geven aan je partners krijg je een budget dat beter is afgestemd op je wensen. Uiteraard kan je nog altijd kiezen om bepaalde zaken uit te stellen, maar je weet minstens waar je met je website binnen 1, 3, 5 jaar wil staan. Conclusie Bouw aan je website. Denk aan de toekomst en de langere termijn zodat je website de doelstellingen van je organisatie ten goede komt. Aarzel echter niet om je te laten bijstaan door een adviseur – architect. Dit komt je website ten goede. Door dergelijk advies kan je als organisatie je website inzetten als een optimaal middel om je doelstellingen te realiseren. Je website is immers meer gefocust op de noden van je doelgroep en zal een hogere conversie bewerkstelligen. Het gaat daarbij niet om de loutere statistieken van je website, maar wel om relevante indicatoren voor je organisatie en de rol die je website speelt in het halen van je doelstellingen. Zo haal je meer uit je website dan je zelf dacht en vooral, je blijft evolueren als organisatie op internet doordat je weet waar je op langere termijn wilt staan. Je werkt naar een duidelijk doel en dat helpt altijd!
Inspiring Associations 2013-2014
11
***
Welk model van organisatiestructuur past bij jouw vereniging? (04/09/2013) Verenigingen zijn veel meer dan een vzw met een raad van bestuur en secretariaat. Afhankelijk van de doelstellingen en de middelen is er voor elke organisatie een optimale verenigingsstructuur. Nieuwsgierig wat jou op het lijf geschreven is? Aan de hand van vijf professionaliseringsmodellen krijg je inzicht in de ‘governance’ die bij je organisatie past. Huizenga en Tack geven ons hun theorie van verschillende professionaliseringsmodellen binnen verenigingen en we geven enkele aanbevelingen voor een deugdelijk bestuur mee. Frans Huizenga en Peter Tack, beiden betrokken bij onderzoek naar verenigingsmanagement in Nederland, lichten in hun boek ‘Architectuur van verenigingen’ de professionaliseringsmodellen toe. Niet alle verenigingen worden op dezelfde manier ingedeeld en taken durven bij verschillende verenigingen nogal eens verschuiven van de ene naar de andere functie. Taken zoals leden controleren, strategie en toezicht, beleidsvoering en uitvoering komen bijvoorbeeld naargelang het soort bestuur van de vereniging bij verschillende personen terecht. Op basis van de taakverdeling tussen de algemene ledenvergadering, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de directeur en het bureau maken ze een onderscheid tussen vijf professionaliseringsmodellen. Verenigingsarchitectuur Als eerste model beschrijven ze een executief dagelijks bestuur als een bestuur waarbij de algemene ledenvergadering een controlerende taak van toezicht en goedkeuring op zich neemt en het algemeen bestuur en dagelijks bestuur dooreenlopen en zorgen voor de beleidsvorming en de executieve taken. Daarnaast spreken ze over een directief dagelijks beleid waarbij er een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen het algemeen bestuur, dat het beleid bepaalt, en het dagelijks bestuur, dat -soms samen met een bureau- instaat voor de uitvoering. Als derde professionaliseringsmodel benoemen ze het beleidsvoerend dagelijks bestuur, waarbij het dagelijks bestuur voor een stuk aan een directeur overgedragen wordt. Uitvoerende taken worden dan meestal grotendeels overgedragen aan het bureau. Het dagelijks bestuur formuleert in dit geval beleidskaders voor de uitvoering en het algemeen bestuur beoordeelt het gevoerde beleid. Ten vierde is er het voorwaardenscheppend dagelijks bestuur. Dat is een model waarbij het bureau naast uitvoerend werk, ook beleidsmatige ondersteuning voorziet met specialisten op allerlei vlakken. Ook voor het dagelijks bestuur komt er dan een geleidelijke accentverschuiving van sterk Inspiring Associations 2013-2014
12
inhoudelijke bemoeienis naar strategische benadering en toezicht, waardoor het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur beslist voor elkaars voeten lopen. En ten slotte vermelden Huizenga en Tack het toezichthoudend bestuur. Bij dat professionaliseringsmodel zorgt het bureau voor een groot deel voor de beleidsvoering, en het bestuur stuurt een zo sterk mogelijk ontwikkeld bureau aan. Het bestuur zorgt voor het grootste deel voor de strategie en het toezicht samen met een Ledenraad. Zoals duidelijk wordt uit de bevindingen van Huizenga en Tack worden de verschillende taken naargelang de verschillende verenigingen anders opgedeeld. Bij de ene vereniging gaat de voorzitter al wat meer executieve taken op zich nemen dan bij een andere vereniging. De directeur staat gewoonlijk in voor het dagelijks bestuur van een organisatie en rapporteert aan de Raad van bestuur. Hij is ook degene die de medewerkers gaat aansturen. De voorzitter van een vereniging zit de Raad van Bestuur voor en gaat de koers van de vereniging bepalen. Theoretisch gezien zou men kunnen stellen dat de voorzitter instaat voor het strategisch gedeelte van het bestuur van een vereniging en dat een directeur het praktische gedeelte voor zijn rekening neemt. In de praktijk botsen deze functies weleens doordat hun taken overlappen of doordat ze verschillende doelstellingen en taken in gedachten hebben. Aanbevelingen voor deugdelijk bestuur Er is echter weinig literatuur beschikbaar over de dynamiek tussen voorzitters en directeurs in beroepsverenigingen. We kunnen wel de vergelijking maken met corporate governance of social governance, waarover meer literatuur beschikbaar is. Excellence for Non Profit is bijvoorbeeld een organisatie die een excellentiepool op het gebied van vzw’s en stichtingen wil creëren en fungeert als observatorium voor het verenigingsleven. Zij ontwikkelden in 2008 een code voor deugdelijk bestuur in het verenigingsleven. Uit een grote publieke raadpleging door Excellence for Non Profit in samenwerking met VBO, Acerta en IBS van ruim 1300 leden, bestuurders, werknemers en vrijwilligers van Belgische verenigingen en stichtingen hebben zij aanbevelingen voor een deugdelijk bestuur opgesteld. Wij halen er hun voornaamste aanbevelingen uit om botsingen tussen voorzitters en directeurs te vermijden. 1. Het is aangewezen te vermijden dat een meerderheid van de bestuurders of leden tevens werknemer is van dezelfde organisatie. Zo’n situatie zou kunnen leiden tot een verzwakking van de controle die de wettelijke organen uitoefenen. 2. Het is aangewezen om de cumul van de mandaten van voorzitter en gedelegeerd bestuurders te vermijden opdat er een evenwicht bestaat inzake de uitoefening van de bevoegdheden. 3. Een harmonieuze verdeling van de bevoegdheden tussen de operationele directie en de raad van bestuur draagt bij tot een efficiënte samenwerking tussen de organen en het management.
Inspiring Associations 2013-2014
13
Goed afsprakenkader Een duidelijke verdeling van taken tussen directeur en voorzitter wordt hier dus aanbevolen, hoewel er in de praktijk vaak te weinig scheiding blijkt te zijn tussen de twee. Marc Mestdagh, CEO van verenigingsmanagementbureau 2Mpact: “Waar echt aan gewerkt moet worden is de dialoog tussen het bestuur en de directie en medewerkers van de organisatie. En bij voorkeur wordt hierbij een goede afbakening van taken als basis genomen. Duidelijke afspraken wie wat doet, maar ook hoe de twee organen mekaar kunnen ondersteunen en waar nodig kunnen controleren. Uiteraard kan de governance nog veel verder gaan, maar een goed afsprakenkader zou voor veel organisaties een belangrijke stap inzake professionalisering betekenen.” Frans Huizinga en Peter Tack, Architectuur van verenigingen, VM Uitgevers BV, Beekbergen, 2006, 135 p. ISBN: 90-808943-5-4
***
MVO wint aan belang (11/09/2013) MVO wint steeds meer aan belang. Maatschappelijk verantwoord ondernemen streeft naar een meerwaardecreatie in drie dimensies: de economische, de sociale en de ecologische. Ook de vraag van bedrijven naar aantoonbare MVO-initiatieven groeit sterk. Daarom is er nu de MVO prestatieladder gekomen, als certificeerbare variant op ISO26000. Jochen De Smet, consultant bij 2Mpact, volgde de opleiding GRI-duurzaamheidsverslaggeving en ontving hiervoor het certificaat van duurzaamheidsverslaggever. “Door middel van het opmaken van een duurzaamheidsverslag kan een bedrijf of organisatie, maar ook een sector op zich, haar MVO-inspanningen aantonen. Dit kan zorgen voor een opstapmoment voor deze organisaties.” Een duurzaamheidsverslag helpt immers ook de koers van uw organisatie bepalen en zet aan om bepaalde doelen te stellen en nieuwe initiatieven te nemen. “Duurzaam ondernemen wordt ook steeds meer als een middel gezien om de economische crisis te overstijgen”, aldus Jochen De Smet. Niet laagdrempelig, maar haalbaar Door het behalen van het GRI-certificaat kan Jochen De Smet verenigingen en organisaties begeleiden in het opmaken van hun duurzaamheidsverslag. Jochen De Smet: “MVO is belangrijk voor sectoren. Als men als organisatie bezig is met MVO toont men een zeker niveau van ambitie om het goed te doen op ecologisch, sociaal en economisch vlak. MVO is niet laagdrempelig, maar Inspiring Associations 2013-2014
14
wel haalbaar met wat hulp. Sectororganisaties moeten zich bewust zijn van de hoeveelheid business intelligence en data die zij in huis hebben."
Op vraag van de consument Vooral de consument stuurt aan op duurzaamheid, dat blijkt uit een recent rapport van het internationaal adviesbureau Accenture dat 250 managers van bedrijven uit onder andere de VS, Japan, Duitsland, China en Brazilië ondervroeg. Een derde van de onderzochte bedrijven kan zelf de vraag naar duurzame producten en diensten momenteel niet bijhouden. Vooral in opkomende economieën overstijgt de groene consumentenvraag het aanbod. Bovendien blijkt uit die studie dat 78 procent van de ondervraagde managers zegt dat duurzaamheid een cruciale spil is voor de groei van hun bedrijf. 83 procent van de managers vindt duurzame uitgaven een waardevolle investering in plaats van een kostenpost. Hoewel het onderzoek kleinschalig is en er bijna geen respondenten uit Europa aangesproken zijn, merkt men ook in België dat steeds meer bedrijven interesse tonen in MVO. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen biedt tal van voordelen. Niet alleen voor het milieu en de samenleving, maar ook voor de organisatie. Kostenbesparing, betere klantenrelaties, betrokken personeel en nieuwe inzichten voor producten en diensten zijn enkele voordelen van MVO. De redactie van Sectorlink schreef over dit thema een uitgebreid artikel dat in het Europees nichemagazine voor Europese verenigingsmanagers ‘Headquarters’ in de mei-editie 2013 verscheen. De redactie werkte samen met de European Society of Association Executives (ESAE) en de Union for International Associations (UIA). MVO Prestatieladder De huidige initiatieven zijn inderdaad versnipperd, volgens VMx vzw, Beroepsvereniging van Vlaamse MilieuProfessionals: "De vraag van bedrijven naar een gecertificeerde norm groeit sterk. Ze voelen de druk van de overheid, consumenten en leveranciers toenemen. Daarom is de MVO Prestatieladder opgericht. Die bestaat uit vijf niveaus, waar de drie P’s, people, planet, profit centraal staan. Bovendien moeten bedrijven een dialoog aangaan met hun stakeholders. Klanten, personeel, leveranciers, buren, andere organisaties,… moeten betrokken worden bij het opstellen van hun MVO beleid.” De MVO Prestatieladder is de eerste certificeerbare norm voor MVO. Aan de basis liggen de richtlijnen ISO 26000, AA 1000 en het Global Report Initiative voor duurzaamheidsrapportering. Elk niveau kan apart gecertificeerd worden. Voor de eerste twee opstapniveaus is het certificaat één jaar geldig, vanaf het derde niveau drie jaar. Dit systeem is heel toegankelijk voor de bedrijven, er wordt namelijk gestart met een nulmeting. Belgische bedrijven kunnen onder meer terecht bij KIWA Belgium en Lloyds Register Quality Assurance. Inspiring Associations 2013-2014
15
Bent u ook op zoek naar een MVO initiatief, maar heeft u nog niet het juiste instrument ter beschikking? Een mogelijkheid is om duurzaamheidsverslagen op te stellen, maar dat kan in de praktijk erg complex worden. Een andere oplossing is dus de MVO Prestatieladder. De MVO Prestatieladder leidt tot een certificaat dat de conformiteit met ISO 26000 attesteert. Altijd leuk voor uw leden om op het einde een ‘diploma’ uit te reiken. Beide instrumenten hebben hun verdienste, maar er is wel een duidelijk verschil tussen de twee. De methodiek steunt op drie punten: omschrijf uw beleid, maak een actieplan op dat u ook uitwerkt en het MVO beleid verduurzamen via een managementsysteem. Daarnaast kan u voor uw leden een MVO ondersteunende service ontwikkelen: 1. Help hen met het in kaart brengen van de actiepunten. 2. Ga een gesprek aan met de stakeholders. 3. Sta uw leden bij in een traject om de belangrijkste indicatoren aan te duiden (materialiteitsoefening). 4. Zet een traject op om uw leden stap voor stap te begeleiden in de richting van een MVO certificaat.
***
Hoe organiseer je het best professionele vorming ? (02/10/2013) Vorming blijft één van de voornaamste redenen waarom leden aansluiten bij sectororganisaties, beroepsverenigingen of federaties. Het creëert een directe invulling van ‘what’s in it for me’ voor het lid. Bovendien bieden verenigingen niet alleen inhoudelijk een perfecte ‘match’, zij houden ook de kostprijs democratisch. Dat neemt uiteraard niet weg dat de vorming toch professioneel moet georganiseerd worden. Voor heel wat verenigingen, en beroepsverenigingen in het bijzonder, staat vorming van de professional centraal in de werking. Of het nu om de invulling van de door de wetgever opgelegde vorming gaat of om vrijwillige vorming die tot een betere uitoefening van het beroep leidt, in alle gevallen is het voor de organisatie belangrijk dat de praktische organisatie vlot verloopt en een gepaste invulling geeft aan de behoeften van de leden. In tegenstelling tot commerciële organisaties die vlugger de opportuniteit verkennen, kunnen verenigingen zich niet permitteren om
Inspiring Associations 2013-2014
16
reputatieschade op te lopen door opleidingen te organiseren die niemand interesseren en bovendien een verspilling van de schaarse verenigingsmiddelen zijn. Externe ondersteuning Als de organisatie zelf niet over de mensen en middelen beschikt om kwalitatieve vorming professioneel te organiseren, zal die op zoek moeten naar externe dienstverleners. Professionele eventorganisatoren zijn er genoeg, maar er is een verschil tussen het jaarcongres dat met de nodige pracht en praal (meestal met dank aan de sponsors) de leden een leuke ervaring biedt, en klassieke vormingsmomenten, die overigens niet per definitie saai moeten zijn, maar alleszins wel professioneel georganiseerd moeten zijn. Verenigingsmanagementbureau 2Mpact heeft hiervoor een eigen kwaliteitshandboek op maat van sectororganisaties en beroepsverenigingen ontwikkeld. De dienstverlening die op basis van het handboek verloopt werd door een extern bedrijf geauditeerd. Op basis van het behaalde kwaliteitslabel werd 2Mpact door het Agentschap Ondernemen erkend dienstverlener voor de KMO-portefeuille. Op die manier krijgen deelnemers van professionele opleidingen een financiële tegemoetkoming (tot 50%) van de overheid en organisaties krijgen een gegarandeerde professionele afhandeling van hun opleiding. In de praktijk… Jurgen Plyson, verantwoordelijke vorming bij 2Mpact: “We zorgen voor de volledige opvolging van opleidingen. We staan in voor de programmering, de aankondiging, de communicatie, de inschrijvingen, de facturatie en inning, het opmaken van de informatiebundels, het onthaal van en de aanwezigheid tijdens het vormingsmoment. Tot slot zorgen we voor een correcte afhandeling,naar sprekers, catering en de organisatie zelf. We voeren hiervoor ook een tevredenheidsenquête uit bij de deelnemers.” De nadruk ligt vooral op een transparante samenwerking met de organisatie, waarbij er een volledige traceerbaarheid is van alles wat een opleiding te maken heeft. Jurgen Plyson: “Niet enkel de kwaliteit van de locatie, sprekers en materie moet geëvalueerd worden, ook die van de communicatie naar de deelnemers toe, rond bevestigingen en evaluatie van de opleidingen. Rekening houdend met het feit dat het kwaliteitslabel verbonden is aan de KMO-portefeuille en de opleidingen dus in aanmerking komen voor subsidiëring door de Vlaamse overheid is ook de kennis van de werking van de KMO-portefeuille van groot belang voor het behalen van het label.” Tot 50% subsidie Door het behalen van het kwaliteitslabel KMO-portefeuille kunnen alle opleidingen die bijdragen tot de professionele vorming van de deelnemers in aanmerking komen voor subsidiëring via de KMOportefeuille. Na aftrek van kosten voor catering en cursusmateriaal kan een subsidie tot 50% van de Inspiring Associations 2013-2014
17
deelname bekomen worden. Jurgen Plyson: “Maar ook intern heeft het werken met een kwaliteitslabel en de bijhorende procedures en het kwaliteitshandboek een groot voordeel omdat dit een duidelijk kader vormt waarbinnen alle georganiseerde opleidingen dezelfde stappen doorlopen en het de projectmedewerkers doet stilstaan bij elke stap in het proces”. 2Mpact Momenteel organiseert 2Mpact voornamelijk opleidingen rond milieu (voor de verenigingen VEB en VMx), rond energie (voor OVED) en rond farmaceutische geneeskunde (BeAPP, ACRP).Jurgen Plyson: “Elke klant die een kwaliteitsvolle opleiding wil organiseren en de praktische organisatie ervan liever uit handen geeft kan bij ons terecht.”
***
Lid worden is geen gebeurtenis, maar een proces! (09/10/2013) Een lidmaatschap vangt meestal pas aan nadat iemand de ‘ik verklaar me akkoord met de statuten’ heeft aangevinkt op je site of de eerste lidmaatschapsfactuur heeft betaald. Maar is men dan wel echt lid geworden? Professionals binnen de organisatie zullen onmiddellijk “ja” knikken, maar of het nieuwe lid dat ook zo aanvoelt is de vraag. Naar aanleiding van zijn workshop over ledenbinding, deelt Marc Mestdagh enkele interessante bedenkingen mee. Om een antwoord op deze vraag te vinden, moeten we eerst enkele dingen op een rijtje zetten. Niemand staat ’s morgens op en denkt: vandaag word ik lid van een organisatie. Neen, hij stelt die vraag pas nadat er een probleem is opgedoken en een oplossing niet meteen binnen handbereik ligt. De zoektocht start. Hij roept de hulp in van het internet en de directe kennissenkring. Misschien is er wel een beroepsvereniging of sectororganisatie die kan helpen? Hoe lang duurt het voor de ‘problem-owner’ kan inschatten welke organisatie hem soelaas zal bieden – lees: hoeveel marketingpagina’s op de verenigingssite moet hij doorworstelen? Welk beeld kan hij vormen van de organisatie? Welke van de vele ledenvoordelen en -diensten zullen zijn probleem oplossen? Kan hij makkelijk eens bellen of een mail sturen om zeker te zijn dat lid worden een goede beslissing is? Dat betekent wellicht opnieuw wachten, tijdverlies, en misschien ook minder ‘goesting’ om lid te worden. Stel dat de ‘conversie’ er dan toch komt en het gebruiksvriendelijke online formulier ingevuld geraakt is, wat doe je als organisatie méér dan alleen Inspiring Associations 2013-2014
18
een factuur sturen? Verzend je een kennismakingspakket (nog meer dingen om te lezen)? Een uitnodiging voor het eerstkomende event volgende maand (op een moeilijk uur of aan de andere kant van het land)? Een bevestiging dat het probleem wordt aangepakt? Hoe dat zal gebeuren en binnen welke timing!? Dat moet pas heerlijk aanvoelen. Maar stopt het hier? Is het lid nu voor eeuwig en altijd ‘geprofiled’ binnen een bepaalde ledencategorie? Weten we wat hij misschien nog graag zou ‘consumeren’ van de organisatie? Weet het lid wat er nog allemaal op het menu staat? Laten we minstens de moeite doen om dat heel kort na het ‘lid worden’ samen uit te zoeken. Een lid heeft al een hele weg afgelegd voordat hij lid werd, maar nu begint het pas echt. Nog belangrijker dan ‘lid worden’, is de evolutie naar het ‘lid zijn’. Leden, of het nu bedrijfsleiders, managers of professionals van een beroep zijn, groeien. Ze worden beter in wat ze doen, ze wisselen van functie, ze krijgen andere behoeften, de wereld rondom hen verandert. Het zijn allemaal factoren die een impact hebben op het verdere verloop van het ‘lidmaatschap’. Als organisatie moet je voldoende gewapend zijn om met deze dynamiek om te gaan en om het proces dat lid en organisatie ondergaan in goede banen te leiden. Om al die moeite van ‘lid worden’ niet te zien verwateren en leden te zien afhaken is er maar één vuistregel: ‘retention starts at recruitment’!
***
Hoe een lans breken voor een beroep dat niet bestaat? (15/10/2013) Naar aanleiding van de Dag van de Verenigingsprofessional is het gepast om meer dan één lans te breken voor de verenigingsprofessional. Dat brengt ons terug naar het verleden toen de secretaris eigenhandig het fort moest verdedigen, maar ook naar vandaag waar geëngageerde professionals zich als toekomstwerkers manifesteren. Niet iedereen is het met me eens dat verenigingsprofessional een beroep op zich is. Zitten we daar wel op te wachten? Nog een hokje om mensen in te duwen. Kannibaliseren we hun effectieve waarde als jurist, sociaal of economisch adviseur? Administratief medewerker of management assistent, dat is voldoende bagage om het ook in een vereniging waar te maken. Hoe ga je dat verenigingengedoe in een vacature zetten? Wie wil zich zo ‘outen’ op een familiefeest? En ook die duizendpoten die van alles moeten doen binnen de organisatie: die heb je in het bedrijfsleven en op andere werkplekken ook, maar om ze een aparte titel te geven…
Inspiring Associations 2013-2014
19
Misschien dekt de term verenigingsprofessional wel niet helemaal de lading, maar dat lijkt me vooral een probleem van de lading. Te weinig werknemers binnen beroepsverenigingen, sectororganisaties, en federaties - ze zijn volgens Sectorlink toch makkelijk met meer dan 3000 staan te weinig stil bij de belangrijke taak die ze vervullen. In een Nederlands artikel las ik recent nog dat het een job is waarbij ”je écht de wereld een beetje kunt veranderen”. Of om een bekend Amerikaans citaat uit de vakliteratuur te parafraseren: ‘Verenigingsprofessionals zijn als cement tussen de bakstenen, ze vallen meestal niet op, maar zonder hen zou het huis niet blijven staan.’ Op zijn minst hebben verenigingsprofessionals hun geschiedenis tegen. De traditie wil dat we een verenigingsland van secretarissen zijn, half ingebed binnen de raad van bestuur, half ingebed of, nog frequenter voorkomend, vereenzelvigd met het secretariaat. Ik vergelijk het graag met de appendix, iedereen heeft er een, het lijkt van alles te doen, maar eens je er vanaf bent mis je het niet. Hoor je mij zeggen dat een vereniging zonder secretariaat kan? Natuurlijk niet, maar laten we daar een volwaardig orgaan van maken – iets waar de organisatie leven uit kan halen. En dat minstens evenwaardig is als het bestuur, zij het dat het duidelijke andere taken heeft. We noemen het op zijn Hollands het Bureau (met hoofdletter B) en bevolken het niet alleen met een directeur, maar ook met stafmedewerkers en ondersteunende profielen. Samen ‘runnen’ ze de organisatie alsof het hun eigen ‘bedrijfje’ is. Naar de Raad van Bestuur wordt gerapporteerd over hoe ze het beleidsplan vorm geven en successen boeken, en soms ook eens niet, maar dat hoort erbij. Als het maar vooruit gaat. De opdracht: werken aan de toekomst van het beroep of de sector waar de vereniging voor staat. Wat we dan echt nodig hebben zijn niet zomaar profielen, harde en zachte skills en competenties, maar ‘professionals’, jawel verenigingsprofessionals. Los van hun basisopleiding en professionele achtergrond, moeten ze de dynamiek van de organisatie aankunnen, de permanente verandering waaraan het beroep, de sector en de leden onderhevig zijn, de socio-economische wispelturigheid, de slaande en zalvende overheid. Teveel om op te sommen, maar alles bijeen op zijn zachtst uitgedrukt een ‘challenge’. Nergens meer dan binnen een beroepsvereniging of sectororganisatie is ervaring de beste leermeester. Het aanbod van opleidingen (zij het basisonderwijs, zij het vorming) is beperkt. Dat maakt dat de omstandigheden waarbinnen de verenigingsprofessionals moeten werken optimaal moeten zijn. Een professionele en stimulerende omkadering, bij voorkeur niet geleid door de perfecte manager die te veel de uitvoerder-secretaris benadert, maar door een ‘thought leader’, iemand met visie en wilskracht. Iemand die op een evenwaardig niveau zijn mannetje kan staan tegenover de Raad van Bestuur. Enkele jaren terug heb ik hem (of toenemend haar) nog een ‘Zeppos’ genoemd, naar de eigenwijze en geheimzinnige kapitein die in zijn amfibiewagen met op de achtergrond een Don Quichotaanse windmolen elke opdracht tot een goed einde bracht. Dat is het beeld dat elke
Inspiring Associations 2013-2014
20
verenigingsprofessional vandaag in de spiegel moet zien. Wie dat ziet en ook voelt dat hij niet alleen vandaag maar ook morgen de toekomst van een beroep of een sector zal veranderen is het meer dan waard om de titel van verenigingsprofessional te dragen.
***
12 Tips voor een efficiënte internetcommunicatie (23/10/2013) Het internet biedt heel wat mogelijkheden voor een sectororganisatie om te communiceren naar de diverse doelgroepen: leden, potentiële leden, pers en media, overheden, enzovoorts. Het is dan ook van het grootste belang om zorgvuldig na te gaan hoe concrete behoeften op dat vlak in functie van beperkingen van budget en middelen gedefinieerd kunnen worden. We geven hierna alvast 12 tips, waarbij een gezond evenwicht tussen waardevolle inhoud en technische performantie wordt 1. Zorg ervoor dat uw website onmiddellijk aanspreekt Internetsurfers willen vlug zicht hebben op wat ze van een website kunnen verwachten. Een transparante ‘navigatie’ is essentieel. Vermeld in een korte paragraaf wat uw organisatie doet, welke informatie men op de website mag verwachten en voor wie die bedoeld is (bv. enkel voor leden, voor media, voor het grote publiek). Zorg er ook voor dat de stijl van uw website in lijn ligt met uw eigen huisstijl en het professionalisme van uw organisatie uitstraalt. 2. Hoe kan men u contacteren? Stel dat de bezoeker toch niet onmiddellijk vindt wat hij zoekt, zorg voor een eenvoudige manier om contact met u op te nemen (e-mailadres, contactformulier,…). Adres- en contactgegevens horen nog altijd tot de meest gezochte informatie op websites. 3. Laat zien wat u doet Een up-to-date rubriek met nieuws of aankondigingen van events en opleidingen bevestigt de dynamiek van uw organisatie. Nieuwe ‘content’ is een must om hoger in Google-resultaten te komen. Vergeet ook niet nieuws en events aan te kondigen of te verspreiden op andere websites. Vooral daar waar veel bezoekers zijn. Dit kan indirect meer bezoek naar uw website genereren. Denk bv. aan social media. 4. Hoe kan iemand lid worden? Inspiring Associations 2013-2014
21
Lidmaatschap is het hart van een organisatie. De manier waarop informatie over de voordelen, de kostprijs en andere praktische zaken wordt vermeld, is niet alleen voor potentiële leden belangrijk, maar illustreert ook de transparantie van uw organistiewerking. 5. Denk goed na over de zoekfunctie op uw website Er zijn klikkers en zoekers. De eerste ‘navigeren’ door een website, terwijl zoekers zo vlug mogelijk hun trefwoord willen ingeven in de zoekfunctie. Probeer u in te leven in wat bezoekers zouden kunnen zoeken en check de resultaten. Laat ook de ingegeven zoekwoorden opslaan, zodat u daaruit kunt leren door opnieuw de resultaten te checken. Pas desnoods uw content aan. 6. Juridische aspecten verbonden aan uw website Zorg voor een goede disclaimer waarin u wijst op de rechten (bv. privacy bescherming) en plichten van de bezoekers, op eigendomsrechten, enz. Doet u aan e-mailmarketing, licht u goed in over wat mag en wat niet (cf. spam-wetgeving). Heeft u een e-shop, informeer u dan goed over de verplichtingen. 7. Bijzondere, unieke, autoritatieve content is het goud van een website Als sectororganisatie creëert u unieke documenten. Bekijk hoe u die informatie best on line kunt brengen (publiek, enkel voor leden, na registratie). Werk een strategie van ‘content beheer’ uit om te zorgen dat de informatie actueel blijft en makkelijk vindbaar is. Veel en actuele content is overigens belangrijk voor een betere opname in zoekmachines zoals Google. 8. Opletten met commerciële boodschappen Veel organisaties proberen ook inkomsten te halen uit advertenties of vermelding van sponsors op de website. Hou ermee rekening dat dergelijke informatie duidelijk gemarkeerd is, zodat de bezoeker niet verward geraakt of het autoritatieve informatie van de organisatie, dan wel commerciële boodschappen zijn. 9. Ledeninformatie als bron van informatie De verenigingenwebsite kan makkelijk gevoed worden met informatie over en zelfs van de leden. Dit biedt een breder beeld op de sector en zal dus ook het belang ervan kunnen onderstrepen. Interactie onder leden (bv. forum) moet goed bekeken worden in functie van relevantie en opvolging. Uiteraard kan u ook vlot feedback capteren uit uw ledenachterban. 10. Het sociale internet
Inspiring Associations 2013-2014
22
Social media zijn niet meer weg te denken uit het internetlandschap. Als sectororganisatie kan u op een louter passieve manier deelnemen door te monitoren wat er over uw organisatie gezegd en geschreven wordt. Aan de andere kant kan u ook zelf bepaalde initiatieven nemen (bv. Twitteraccount, Facebook-page) waardoor u op een actieve participeert aan het social media-gebeuren op internet. Hoe dan ook is het essentieel om vooraf een degelijke strategie uit te stippelen. 11. Aandacht voor de technische aspecten Uw internetcommunicatie (website, e-mailcampagnes) kunnen maar met succes gerealiseerd worden als u rekening houdt met technische standaarden. Dit zorgt ervoor dat uw website en applicaties voor iedereen toegankelijk zijn, dat de energie en middelen die in het gebruik ervan (contentmanagement, versturen van nieuwsbrieven) geïnvesteerd worden optimaal renderen. Denk bv. na over de mobiele context en kies bv. voor een website met responsive design. Daarbij past u website zich aan het medium aan (computer, laptop, tablet, smartphone) en hoeft u toch maar één website te onderhouden. 12. Internet is ook meer dan u ziet Vergeet ook niet van bij het begin na te denken over hoe u uw inspanningen zal opvolgen en evalueren. Zorg voor data aan de hand van statistieken, logs (bv. van zoekwoorden, gegevens over de abonnees op de nieuwsbrief), maar zorg vooral dat u er conclusies uit kunt afleiden die leiden tot verbeteracties of aanpassingen aan uw strategie. Meten is weten, maar meet alleen die dingen die voor u relevant zijn.
***
Belangenbehartiging is niet de core business van beroepsverenigingen en sectororganisaties (06/11/2013) Dit is de stelling van Peter Noordhoek, auteur van het boek Branchebrede kwaliteit. Noordhoek pleit voor een nieuw positief paradigma, een herwaardering van de brancheverenigingen als dragers van het economisch elan, waarbij zelfregulering en zelforganisatie geen negatieve bijklank hebben. Voor Noordhoek is branchebrede kwaliteit een evenwicht tussen 'bewegen' en 'beheersen'. Het zijn niet mijn woorden, maar ik kan er me heel erg in vinden. Het is de stelling van Peter Noordhoek, auteur van het boek Branchebrede kwaliteit*, die ik vorige week in Gouda ontmoette.
Inspiring Associations 2013-2014
23
We hadden het niet over de kwaliteit van kaas, maar wel over de gaten die beroepsverenigingen en sectororganisaties slaan door niet in te zetten op branchebrede kwaliteit. Noordhoek pleit voor een nieuw positief paradigma, een herwaardering van de brancheverenigingen als dragers van het economisch elan, waarbij zelfregulering en zelforganisatie geen negatieve bijklank hebben. Integendeel, ze vormen de basis voor een dynamische benadering van het collectief organiseren van de sector, wat dan weer de ledenbinding ten goede komt. Hierbij moeten we vaststellen dat de spanning over wat een vereniging en haar leden van elkaar verwachten zich finaal altijd in een discussie over de kwaliteit vertaalt: wie mag toetreden, wie is representatief voor de sector, hoe kunnen we naar buiten toe aantonen dat we professioneel zijn, enzovoort. Branchebrede kwaliteit is voor Noordhoek een evenwicht tussen ‘bewegen’ en ‘beheersen’. Veel kwaliteitsinitiatieven beperken zich tot het ‘beheersen’ van een bestaande situatie: we zijn goed bezig en zullen dat bewijzen en bestendigen door het invoeren van bv. een kwaliteitslabel of keurmerk. Tegelijk probeert men daarmee ook de overheid te overtuigen. Interessanter is de ontwikkeling waarbij de organisatie als gevolg van interne of externe factoren gedwongen wordt om te ‘bewegen’, om actief na te denken en te werken aan de kwaliteit van diensten, producten, processen van de leden van de organisatie. Belangrijk hierbij is dat we beginnen met een breuk te maken met het verleden en vooral met het klassieke denken over kwaliteit. Noordhoek noemt het ‘ontregelen, ontdekken en omdenken’. Laat dat samengaan met een actief richting geven aan het vak of het beroep en we komen al heel ver om vanuit de organisatie een brede gemeenschappelijke ‘fond’ inzake kwaliteitszorg te leggen voor een hele sector of beroepsgroep. Dat zorgt op zijn beurt voor de continuïteit en toekomst van de leden en is dus per definitie core-business van de organisatie. Organisaties die hierop inzetten benutten ten volle de kracht van de zelforganisatie en realiseren een optimale ledenbinding. De kracht en visie die ze uitstralen en feitelijk kunnen bewijzen, maken dat ze ‘incontournable’ zijn voor de stakeholders. Belangenbehartiging krijgt hierdoor een heel ander gezicht en wordt des te krachtiger en duurzamer dan eenzaam op de barricades te staan roepen om stakeholders te overtuigen dat men de beste is.
***
Verenigingsmanagers ook persoonlijk aansprakelijk?! (27/11/2013) De nieuwe Belgische mededingingswet is op 6 september 2013 in werking getreden. De wet brengt
Inspiring Associations 2013-2014
24
grote veranderingen voor het Belgisch mededingingsrecht. Ondernemingen en organisaties kunnen nu ook zonder rechterlijke tussenkomst en op basis van versnelde procedures veroordeeld worden. En in geval van zware inbreuken kan nu ook het management van een onderneming of ondernemersorganisatie beboet worden. Ze lopen het risico persoonlijk veroordeeld te worden.
In het vizier Doordat ook het management nu beboet kan worden, lopen ook de verenigingsmanagers het risico een sanctie te krijgen. De invoering van de persoonlijke aansprakelijkheid is een mijlpaal. Als manager is het nu meer dan ooit tijd om kennis op te doen over het mededingingsrecht en deze ook na te leven. Net als bij de vorige reglementering worden ondernemersverenigingen met naam genoemd in de nieuwe Belgische mededingingswet. Door die verwijzing kunnen personen die onderhandelen of afspraken maken voor een beroepsvereniging of federatie in het vizier genomen worden. In Nederland is het systeem van persoonlijke aansprakelijkheid op basis van administratieve sancties al langer ingevoerd. Precedenten zijn daar dus zeker te vinden. Uiteraard is de wetgeving daar enigszins anders geformuleerd. In België zal de persoonlijke aansprakelijkheid, minstens in een eerste fase, nog de vorm aannemen van eerder beperkte administratieve geldboetes. Maar zowel de wetgever als het auditoraat hebben signalen gegeven dat de beperkte sancties slechts een opstapje zijn naar een latere wijziging van de wet waarin zwaardere sancties zullen worden opgenomen. Geen immuniteit Het behoren tot een vereniging mag ook niet als immuniteit beschouwd worden. Het VBO zegt daarover: “Wat concurrenten buiten een vereniging niet mogen op grond van het mededingingsrecht, blijft ook binnen het kader van die vereniging verboden. Als ontmoetingsplaats bij uitstek voor concurrenten worden verenigingen en federaties van ondernemingen geviseerd door de mededingingsregels.” Het VBO wijst er ook op dat het opvallend is dat de beslissingen van de Raad voor de Mededinging vaak betrekking hebben op professionele verenigingen (de Federatie van Beroepsautorijscholen van België, de nationale Orde der dierenartsen, het Beroepsinsituut van Vastgoedmakerlaars,…). Wees dus op uw hoede! Een verwittigd man is er twee waard.
*** Inspiring Associations 2013-2014
25
Optimaliseer het verloop van uw events! (22/01/2014) Als beroepsvereniging, sectororganisatie of federatie organiseert u regelmatig opleidingen, workshops, congressen, netwerkmomenten en andere evenementen. De organisatie van dit soort evenementen heeft de voorbije decennia een hele evolutie meegemaakt. Andy Freed, verenigingsmanagementprofessional in Amerika, schreef een blog over vijf manieren om events nog beter te doen verlopen. Dit zijn de 5 tips die hij meegeeft: 1. Houd presentaties korter! Met de bekende 18 minuten durende ‘TED-talks’ zijn de tijden van keynote presentaties van anderhalf uur bijna achter ons. Het concentratievermogen van mensen is over het algemeen veel korter geworden. Het is dus een uitdaging om de nodige informatie in een kortere tijd gepresenteerd te krijgen. 2. Netwerken is belangrijker dan ooit tevoren. Tegenwoordig verlopen heel veel contacten via technologie. Maar ook face-to-face contact blijft belangrijk. Best zorg je tijdens fysieke netwerkmomenten ook voor genoeg gelegenheid om online contacten te leggen. 3. Stop presentatiekaraoke! De tijd dat Powerpoint bijna een letterlijke weergave was van wat de spreker zei is voorbij. Presentaties moeten eerder versterken wat de spreker vertelt. 4. Kies eens voor een andere zaalindeling! Er is geen vaste regel die zegt dat de tafels op een schoolse manier of volgens theateropstelling moeten staan. Ook andere opstellingen, zoals de Uvorm, cabaret-opstelling, lezing-opstelling, et cetera kunnen perfect dienen tijdens evenementen. U hoeft bovendien niet steeds de klassieke stoelen te voorzien, kies ook eens voor banken, zeteltjes of zelfs –waarom niet- bean bags. 5. Verbondenheid met het publiek is een must. Steeds vaker wordt er gebruik gemaakt van conference apps. Via deze apps of een website gelinkt aan het evenement kan er contact gehouden worden met het publiek en kunnen deelnemers contact zoeken met elkaar.
***
Jong bloed gezocht?! (30/01/2014) Net zoals de voorbije jaren zal het dit jaar weer een uitdaging worden voor organisaties om in de jongere generaties leden aan te trekken. Eenmaal een organisatie enkele jongere leden
Inspiring Associations 2013-2014
26
aangetrokken heeft, wordt het makkelijker om verder te gaan rekruteren in deze leeftijdsklasse. We geven u enkele tips van XYZ University mee over het aantrekken van jongere leden. Rekruteer persoonlijk Probeer potentiële leden persoonlijk op te bellen en nodig hen al eens uit op een event. U kan hen ook een proeflidmaatschap aanbieden. Als de potentiële leden een specifieke expertise hebben kan je hen vragen bij te dragen aan content of bij een opleiding. Op die manier komen ze al eens in contact met uw vereniging. Dit soort telefoontjes of uitnodigingen kan door de stafmedewerkers worden gedaan, maar men kan ook de leden zelf inschakelen hiervoor. Zorg dat duidelijk is wat de organisatie voor hen kan betekenen Vertel niet enkel over de waarde van uw organisatie, maar toon die ook echt aan. Zorg ervoor dat de potentiële leden op een event in contact komen met andere mensen of bedrijven die voor hen zeer nuttig kunnen zijn. Als ze een proeflidmaatschap genomen hebben, kan u als organisatie een extra inspanning doen om ervoor te zorgen dat ze op dat moment een specifieke opleiding kunnen volgen die voor hen van toepassing is. Ook door hen toegang te geven tot informatie en studies die anders enkel voor leden toegankelijk zijn kan u overtuigen. Zorg voor goede eerste indrukken Leer van de jonge leden die zich aansluiten bij uw vereniging en zorg dat zij kunnen leren van u. Begin een constante dialoog met hen om te leren wat ze verwachten. Zij doen er hun voordeel mee en u leert wat de verwachtingen bij de jonge leden zijn. Als ze voor de eerste maal voor bepaalde professionele uitdagingen komen te staan kan u hen in contact brengen met andere professionals die reeds met dezelfde problemen af te rekenen kregen. Door in te zetten op de generaties X,Y en Z kan u binnenkort een volledig nieuw en bloeiend ledensegment aanboren.
***
Jaarverslagen komen in vele vormen en maten (05/02/2014) Aan het begin van het jaar worden we weer om de oren geslagen met de jaarverslagen. Denk jij ook vaak als je er zo eentje in je mailbox krijgt: “Toch niet weer zo’n saai, ellenlang verslag?”. Weet dan Inspiring Associations 2013-2014
27
dat jaarverslagen helemaal niet saai hoeven te zijn! De laatste jaren zien we meer en meer voorbeelden van alternatieve jaarverslagen in alle mogelijke vormen en maten. Dat kan gaan van een website speciaal ontwikkeld voor jaarverslagen, jaarverslagen die geïllustreerd zijn of jaarverslagen in videovorm. Het website-jaarverslag Voor het jaar 2012 verstuurde FedNot, de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, geen pdf- of word-bestand van hun jaarverslag naar hun stakeholders, maar een link naar een website waarop hun jaarverslag in onderdelen mooi weergegeven werd. Dat is overzichtelijk, gebruiksvriendelijk en bovendien helemaal niet saai, door onder meer het gebruik van (video-) interviews. Zeker eentje om te onthouden dus. Het digitale geanimeerde jaarverslag Ook het UZ Brussel bleek een uitblinker te zijn in het origineel brengen van een jaarverslag. Zij kregen in 2013 de Prijs voor Digitale Communicatie, uitgereikt door Kortom en V-ICT-OR, voor hun originele communicatieproject ‘UZ Brussel in 2012: de switch’. Zij brachten een digitaal geanimeerd jaarverslag. Hun jaarverslag werd opgedeeld in 3 lagen. Een eerste laag bestaat uit geanimeerde tekeningen, in de nadere lagen vind je ook nog de klassieke cijfers en details die eigen zijn aan een jaarverslag. Het video-jaarverslag Flanders DC, de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit, stelde onlangs haar jaarverslag voor in de vorm van -hoe kan het ook anders voor deze organisatie- een creatieve videoclip. In de clip zien we niet enkel medewerkers van Flanders DC en van het Flanders Fashion Institute, maar ook buitenstaanders zoals creatieve ondernemers, acteur Tom Van Dyck, presentator Sven Ornelis, ministers Ingrid Lieten en Kris Peeters, enzovoort. Zij blikken terug op het jaar 2013, maar kijken ook al vooruit naar wat het jaar 2014 kan brengen. Het Instagram-jaarverslag Wil je echt volledig buiten de comfort-zone gaan? Neem dan een voorbeeld aan het jaarverslag 2012 van de Calgary Zoo in Canada. Zij vatten hun jaar 2012 samen in Instagram-foto’s, met daar telkens een korte uitleg bij.
***
Inspiring Associations 2013-2014
28
Zet in op oprechte testimonials om leden te werven (12/02/2014) Je ziet ze heel vaak terugkomen in de communicatiemiddelen van verenigingen, testimonials van reeds actieve leden. Zij delen hun ervaringen als lid met de potentiële leden en kunnen concreet duiden wat het voordeel aan hun lidmaatschap is. Toch moet er ook omzichtig omgesprongen worden met dit soort getuigenissen. Zowel op de website, folders, of in e-mailcampagnes van verenigingen prijken leden van de verenigingen steeds vaker met hun getuigenis. Al te vaak blijft de quote of het interviewtje dat weergegeven wordt vrij vaag en algemeen. Dat is net fout, als je echt iets wil bereiken met testimonials is het belangrijk om dat de leden zeer vrijuit en gedetailleerd hun verhaal kunnen doen. Hoe authentieker de testimonial, hoe beter die overkomt. Het is vooral belangrijk om de getuigenis eerlijk te houden, gebruik de letterlijke woorden van de leden. Zorg ervoor dat de uitspraken zo concreet mogelijk zijn, bijvoorbeeld niet ‘de opleiding was interessant’, maar laat leden vertellen waarom het interessant was en wat ze bijgeleerd hebben. Het is een idee om na een opleiding, event, workshop, netwerkmoment standaard bij het evaluatieformulier een testimonial of reactie te vragen, waarvoor ze de toestemming geven om die te publiceren. ***
Haal het meeste uit je enquête! (19/02/2014) Als beroepsvereniging of sectororganisatie wil je graag weten wat je leden bezighoudt, naar welk soort informatie ze steeds op zoek zijn, wat ze van je vereniging vinden of verwachten. De ideale manier om dit te weten te komen is een peiling of enquête uitvoeren. 1. Wat is het doel van mijn enquête? Denk op voorhand goed na wat je te weten wil komen van de leden en wat het doel is van de gegevens die je gaat opvragen. Zomaar ondoordacht vragen oplijsten en doorsturen, om dan na een paar weken nieuwe vragen op te stellen en opnieuw te laten beantwoorden is geen goed idee. Je moet er immers voor zorgen dat je niet te veel enquêtes opstuurt. Er bestaat gevaar op enquêtemoeheid. We leven in een maatschappij waarbij mensen over van alles en nog wat bevraagd worden. Na een tijd verdwijnt de interesse om er zelfs maar aan te beginnen. Inspiring Associations 2013-2014
29
Leg ook aan het begin van de enquête uit waarom deze gevoerd wordt. 2. Hoe lang zal ik mijn enquête maken? Je hebt zelf wellicht ook al regelmatig enquêtes ingevuld. Niets is zo vervelend als de belofte dat de enquête maar twee minuutjes duurt en uiteindelijk tien minuten verder nog maar halverwege te zijn. Zorg voor een korte enquête! De concentratiespanne of interessespanne van de mens wordt immers steeds korter. 20 vragen is echt een maximum voor een online enquête. Beter is nog om jezelf te beperken tot maximum tien vragen. 3. Is mijn enquête logisch opgebouwd? Je kan er het best voor zorgen dat de enquête op een logische manier verloopt. Vragen over één bepaald onderwerp zet je samen. Je begint best met algemene vragen, daarna stel je specifiekere vragen. Op deze manier kunnen de respondenten de enquête vlotter invullen. 4. Hoe stel ik mijn vragen op? Probeer te vermijden dat vragen dubbelzinnig of onduidelijk zijn. Hierdoor geraken je resultaten immers bezoedeld. Enkele richtlijnen bij de vraagstelling zijn deze: • Zorg ervoor dat de vraag het juiste meet en dus antwoord geeft op de vraag die je beantwoord wil zien. • De vraag moet uit één vraag bestaan, niet uit twee vragen. • Zorg voor een duidelijk, eenvoudig taalgebruik, zodat de vraag begrijpbaar is voor elke respondent. • De vraag moet zo concreet mogelijk zijn. • Vermijd suggestieve vragen, leg geen waardeoordeel in de vraag. • Vermijd ook dubbele ontkenning. • Zorg dat er geen spel- of typfouten in je vragen staan. • Zorg voor een aantrekkelijke, overzichtelijke lay-out van je enquête. Het oog wil ook wat. 5. Wat met antwoordcategorieën bij gesloten vragen? • De antwoordcategorieën moeten alle mogelijkheden dekken.
Inspiring Associations 2013-2014
30
• De categorieën mogen elkaar niet uitsluiten. • Zorg ervoor dat er consequentie is in de antwoordvolgorde bij schaalvragen. • Kies voor een even aantal mogelijkheden als je echt een mening van de respondent verwacht. Men kiest anders nogal makkelijk de middencategorie. 6. Hoe sluit ik mijn enquête af? Geef de respondent op het einde van de enquête steeds de gelegenheid om nog eventuele opmerkingen en/of suggesties te geven. Bedank je respondent zeker voor het invullen van je vragenlijst. Zorg dat er op het einde contactinformatie voorzien wordt.
***
Help je leden met 'information overload' (26/02/2014) Je leden worden langs alle kanten bestookt met sectorinformatie. Ook jouw organisatie wil natuurlijk niet achterblijven wat kwalitatieve informatie betreft. Toch moet je ervoor zorgen dat je niet bijdraagt tot de overload aan informatie en dat jouw informatie door de filter geraakt die leden gebruiken om het kaf van het koren te scheiden. Het onderzoek ‘Looking forward 2014’ door Association Laboratory in Amerika toonde aan dat één van de grootste zorgen bij leden in Amerika het onder controle houden van een teveel aan informatie is. De directeur van Association Laboratory, Dean West, zei over deze tendens dat verenigingen ervoor moeten zorgen dat hun informatie behoort tot de kleine hoeveelheid informatie die de leden in hun flow toelaten. Hij zegt dat de eerste stap om de juiste informatie te brengen als vereniging zelfreflectie is. Hij geeft de raad om als vereniging best eens stil te staan bij de vraag of je bijdraagt tot het probleem van ‘information overload’ of of je vereniging het helpt oplossen. Vooral wanneer je leden eigenlijk in heel verschillende segmenten van een sector werken, is er gevaar op ‘information overload’. Zaken die het ene segment leden wel interesseren, zullen de andere immers niet interesseren. Dan komt het erop aan om de informatie goed van elkaar te
Inspiring Associations 2013-2014
31
onderscheiden en enkel relevant nieuws tot bij je leden te brengen. Dat wil natuurlijk wel zeggen dat dat heel wat werk voor de vereniging met zich meebrengt. Toch hebben de meeste sectorfederaties, beroepsverenigingen en federaties over het algemeen genoeg ervaring met het beheren van data om gemakkelijk een onderscheid te kunnen maken van relevante informatie voor het ene en voor het andere lid. Joe Rominiecki, auteur bij Associations Now, zegt dat de community van professionals, experten en organisaties waarin je vereniging leeft een constante driver van kennis is binnen je sector en dat dat inherent is aan de verschuiving van ‘vereniging als informatiebron’ naar ‘vereniging als knooppunt van informatie’. Tips tegen information overload bij leden: - Zorg dat je informatie op maat aanlevert. Leden moeten alleen informatie krijgen die voor hen relevant is. - Zorg dat je een plan hebt. Weet welk soort informatie de leden zoeken en nodig hebben. Creëer een content strategie om content te cureren, anders voeg je enkel ruis toe. - Zorg dat duidelijk is welke content je verzameld hebt en wat de originele bron is. Zo kan ook duidelijk worden of ze de content al eerder gelezen hebben. - Geef de verzamelde informatie toegevoegde waarde door bijvoorbeeld een mening of meer uitleg toe te voegen. Overtuig je leden van de waarde van de info en waarom die belangrijk is voor hen. Lynx Verenigingsmanagementbureau 2Mpact ontwikkelde Lynx, een platform dat beroepsverenigingen en sectororganisaties toelaat om stakeholders en in het bijzonder hun online informatie en data op te volgen met het oog op een correcte interpretatie en efficiënt gebruik ervan voor de inhoudelijke werking van de organisatie. Lynx combineert daarbij de kracht van internettechnologie met de solidariteit tussen de verschillende organisaties om dankzij collaboratieve inspanningen tot gevalideerde sector- en marktinformatie te komen op maat van de organisaties.
***
Inspiring Associations 2013-2014
32
Waarom feedback na een event zo belangrijk is (05/03/2014) Blij met hoe een spreker op je event gesproken heeft, over de discussie die gevoerd is, over de accommodatie en catering? Leuk! Maar wat vonden de deelnemers ervan? Durf het hen vragen, als organisator maak je uiteraard fouten en daar kan je maar beter uit leren. Maak je fouten bij het organiseren van een evenement of opleiding? Dat is helemaal niet erg, het zorgt er alleen voor dat je in de toekomst nog beter zal doen. Je leert uit je fouten. Vraag dus duidelijke feedback na elke mogelijke opleiding of elk mogelijk event. Waarom? 1. Het verstevigt de band met de deelnemende leden. – De mening van de deelnemende leden vragen, toont aan dat je met hen begaan bent en dat je waarde hecht aan hun opinie. Door hen openlijk de kans te geven om feedback te geven bouw je een vertrouwensband op. 2. Open dialoog leidt tot samenwerking. – Als je een cultuur van open dialoog voedt, dan zal er een betere samenwerking tussen verschillende partijen ontstaan. Alle communicatiebarrières moeten geëlimineerd worden. Enkel in zo’n omgeving is creativiteit mogelijk. 3. Diverse meningen kunnen leiden tot groei. – Soms kunnen meningsverschillen of alternatieve standpunten over een bepaald onderwerp of probleem leiden tot een openbaring die leidt tot vernieuwing. Vraag dus zeker feedback en vooral: ga ermee aan de slag! In het kader van het kwaliteitshandboek wordt na elk event, georganiseerd door 2Mpact, een digitale bevraging naar de deelnemers gestuurd. Daarnaast wordt in overleg met de organisatie ook afgesproken om via informele weg feedback te verkrijgen. Dit kan zowel tijdens het event zelf al gebeuren door een aanwezige medewerker of bestuurder, maar ook nog achteraf. Dat waarborgt een volledig beeld te krijgen – de ervaring leert dat via het anonieme formulier meestal enkel negatieve zaken worden meegedeeld. Een directe bevraging laat toe negatieve zaken in een bredere context te plaatsen, maar ook – en misschien nog belangrijker – positieve feedback te krijgen. Tenslotte is ook dat zinvol om uit te leren.
***
Inspiring Associations 2013-2014
33
Help, de directeur vertrekt! Reden tot paniek? (19/03/2014) Uw bestuur heeft wellicht al eens nagedacht over wat te doen als de directeur vertrekt. Belangrijker is te weten wat te doen wanneer de directeur vertrekt. Want één ding is zeker, op een dag zál de directeur vertrekken. Heeft u een plan? Of een directeur nu op pensioen gaat, zelf een nieuwe weg opgaat of door omstandigheden uit zijn functie gezet wordt, u heeft best een draaiboek voorhanden dat op elk van deze situaties voorbereidt. Zo vermijdt u paniek en onzekerheid over de toekomst van de organisatie. Een draaiboek is een cruciaal strategisch document dat deel uitmaakt van goed bestuur. Vooral kleine tot middelgrote verenigingen doen er goed aan dit te voorzien. Want daar is de directeur vaak alleen verantwoordelijk voor zeer uiteenlopende taken, terwijl grotere organisaties dienst doen op hun medewerkers of uitbesteden aan derden. Vooral de hoeveelheid niet uitgeschreven kennis waarover hij beschikt, is minder gekend bij de voorzitter en de bestuursleden. De zoektocht naar een geschikte opvolger duurt vaak 4 tot 6 maanden of zelfs langer. De belangrijkste uitdaging is om het soort leiderschap af te stemmen op de organisatiestrategie. En net daarom is een draaiboek noodzakelijk. Benieuwd wat er allemaal in zo’n draaiboek hoort te staan? ***
Duurzaamheid door de aders van verenigingen (09/04/2014) Duurzaamheid en milieu zijn onderwerpen die iedereen aangaan tegenwoordig. Het is het gespreksonderwerp van de 21e eeuw. Toch is het ook meer dan dat, meer dan enkel een groene trend. Iedereen moet er zich van bewust zijn dat duurzaam ondernemen opportuniteiten met zich meebrengt. Duurzaamheid vereist echter een mentaliteitswijziging van de grote spelers. En wie kan beter het voorbeeld geven dan beroepsverenigingen en sectororganisaties? Er is een grote vraag naar duurzame producten en diensten van de consumenten zelf uit. Een grote meerderheid van bedrijfsleiders snapt dan ook dat duurzaamheid belangrijk is voor hun groei in de economie. Duurzaam ondernemerschap zorgt voor dikwijls voor besparingen op lange termijn, verbeterde klantenrelaties, geëngageerde werknemers en nieuwe inzichten in producten en diensten. Inspiring Associations 2013-2014
34
Duurzaamheid is een ‘state of being’ Om echte duurzame praktijken te implementeren in een sector moet vooreerst de top van de bedrijven of van de sectororganisaties en beroepsverenigingen duurzaam gaan denken. Australisch onderzoek bij de Macquarie University toonde aan dat duurzaamheid pas echt kan worden bereikt als de leiders kiezen voor een systematische en holistische visie. Het is cruciaal dat duurzame bedrijven een leiderschap hanteren dat een set van duurzame waarden en principes omarmt. Een cultuur van vertrouwen, innovatie en gemeenschapszin zijn nodig om duurzame strategieën uit te voeren, volgens de onderzoekers. Jochen De Smet, GRI-duurzaamheidsverslaggever en verenigingsmanager bij 2Mpact: “Duurzaamheid is een radicaal proces dat kosten- en tijdrovend is. Als de bedrijfsleider of directeur van de organisatie er niet voor de volle 100% achterstaat kan het gewoon niet werken. Er moet op alle aspecten van duurzaamheid gefocust worden. Je kan niet zomaar een beetje duurzaam zijn. Het is alles of niets.” Wees een voorbeeld voor uw leden Als beroepsvereniging of sectororganisatie kan u het voorbeeld geven door het delen van richtlijnen, best practices, en informatie met uw leden. Op deze manier maakt u voor uw sector een verschil voor de duurzaamheidsprestaties van bedrijven. Verschillende Belgische federaties uit de milieusector, de voedingssector, de life sciences industry schreven al een duurzaamheidsverslag. Met deze verslaggeving informeren zij hun leden en hun klanten, werknemers, stakeholders en leveranciers over hun MVO-initiatieven en –doelen. Verhoogde waarde van lidmaatschap Door te concentreren op duurzaamheidsinitiatieven verhoogt u ook de waarde van het lidmaatschap van uw leden. Organisaties kunnen verschillende nieuwe producten en diensten en aanbieden zoals duurzaamheidsopleidingen, -gidsen, -tools, -evenementen, enzovoort. Dat zijn mogelijke inkomstengenererende mogelijkheden. Een eerste cruciale stap naar duurzaamheid is transparantie. Andere belangrijkse stappen zijn het uitstippelen van mogelijke risico’s én opportuniteiten en het werken aan een strategie voor de belangrijkste niet-financiële KPI’s (key performance indicators).
***
Inspiring Associations 2013-2014
35
Een goed geïnformeerde bestuurder is er twee waard! (16/04/2014) De meeste beroepsverenigingen en sectororganisaties zijn vzw’s, maar hoeven daarom helemaal niet als vzw ‘gerund’ te worden. Om de maatschappelijk relevante taak efficiënt te kunnen vervullen en de beroeps- of sectoreigen doelstellingen te halen is een professionele aanpak noodzakelijk. Daarvoor moet er aan twee essentiële randvoorwaarden voldaan worden: een goed functionerend bestuur en een professioneel werkend secretariaat (bureau). Beide hebben een specifieke finaliteit, waarbij het bestuur het beleid uitstippelt en het bureau instaat voor een correcte operationele uitvoering. De voorzitter van de raad van bestuur en de directeur van het bureau vormen een perfecte tandem om de organisatie aan te sturen. Bestuurders spelen een bijzondere rol in de organisatie. Gedreven door zowel een gevoel om de volledige beroepsgroep en sector vooruit te helpen, als door persoonlijke ambities, maken zij het verschil binnen een organisatie. En dat heeft niet alleen met intentie of inzet te maken, veelal spelen verschillende achtergronden en verschillen in maturiteit en kennis als het over organisatiezaken gaat hierbij een rol. Daar komt nog bij dat bestuurders een klik maken ten opzichte van de organisatie waardoor ze soms wat vervreemden van waar het voor de leden echt om draait. Dat alles maakt van een ‘Board Room’ één van de meest dynamische en interessante professionele omgevingen die er zijn. Het expliciteren van het belang van de bestuurder, en het aanreiken van tools om zich te vervolmaken, kan elke organisatie ten goede komen. Bestuurders krijgen niet alleen meer erkentelijkheid, maar ook beter inzicht in de materie, zodat ze zich efficiënt, zorgeloos en tegelijk genietend kunnen inzetten voor de organisatie.
***
5 simpele tips om je organisatie groener te maken (30/04/2014) Een volledig duurzame organisatie worden in hart en nieren vergt enige inspanning. Daarvoor moet duurzaamheid volledig verweven worden in de strategie van de organisatie. Toch kan je je organisatie door enkele simpele tips al een stuk groener maken. Lees ze hier. 5 tips om je organisatie groener te maken: Inspiring Associations 2013-2014
36
Gebruik online communicatie voor evenementen en opleidingen. Een brief of kaartje om leden uit te nodigen voor events, workshops, opleidingen, … is natuurlijk mooi en kan af en toe noodzakelijk zijn om deelnemers aan te trekken. Toch wordt het ook steeds meer geaccepteerd om via e-mail en mooi gelay-oute e-invites leden uit te nodigen. Door de smart phones en mobile devices kunnen leden ook op gelijk welk moment van de dag meteen de uitnodiging inkijken. Het is niet enkel milieuvriendelijker om geen papier, enveloppen, kaartjes, plastic verpakkingen, enzovoort te gebruiken, je organisatie bespaart er ook geld en tijd mee. Overweeg het gebruiken van kleinere hoeveelheden papier, door uw manier van printen en lay-outen te wijzigen. Probeer ook telkens zo nauwkeurig mogelijk na te gaan hoeveel exemplaren je van een bepaalde publicatie of drukwerk nodig hebt. Bepaalde organisaties reduceren hun hoeveelheid geprint materiaal ook door online zaken aan te vullen. In de gedrukte versies kan u linken naar meer info online. Tegenwoordig zijn ook apps een populaire manier om deelnemers aan een event bijvoorbeeld een geüpdate versie van een programma te geven of om andere zaken te delen met de leden. Moedig alternatieve vervoersmiddelen aan om naar events te komen. Zorg ervoor dat je events doorgaan op een plaats die makkelijk bereikbaar is met het openbaar vervoer. Promoot ook letterlijk het gebruik van het openbaar vervoer of carpooling in je uitnodiging. Hergebruik en recycleer zo veel mogelijk. Creëer bijvoorbeeld richtingaanwijzers die bij meerdere events ingezet kunnen worden. Investeer ook in duurzame items die je gebruikt voor het organiseren van events of opleidingen (bijvoorbeeld herbruikbare naamkaartjes). Op lange termijn kost dit de organisatie minder.Je kan ook oud drukwerk, van bijvoorbeeld programma’s, jaarverslagen en tijdschriften naar een lokaal recyclagebedrijf brengen. Motiveer je leden ook om hun persoonlijke gewoontes milieuvriendelijker te maken. Je kan bijvoorbeeld carpooling tussen leden die samenwerken aanmoedigen. Informeer leden/bedrijven over zaken zoals het niet gebruiken van kartonnen bekers op het werk, enzovoort. Deel informatie over recyclagebedrijven, openbaar vervoer, … om groen worden zo bereikbaar mogelijk te maken voor leden.
***
Wat Parijs en verenigingsmanagement gemeen hebben (07/05/2014) Eind april trok een BSAE-delegatie naar het International and European Associations Congress in Parijs voor een tweedaagse onderdompeling in verenigingsmanagement samen met meer dan 250
Inspiring Associations 2013-2014
37
professionals. Vanuit 2Mpact waren we met 3 verenigingsmanagers present om de diverse events en de verschillende tracks te volgen. Opvallend aan deze editie – in vergelijking met 2013 in Estoril - was dat er uitgesproken gewerkt werd aan de omkadering van het congres. Om te breken met de klassieke plenaire en break-out sessies werd voor een permanente interactie gezorgd. Via een mobile app (en wie geen smartphone had, kreeg een mini I-pad ter beschikking) werd gevraagd om input, feedback en evaluaties te geven. Dit werd via opgelegde ‘stiltemomenten’ op het einde van de sessies actief bewerkstelligd. De sessies zelf waren kort maar sterk gericht op ‘peer2peer’ uitwisseling. Een team van ‘harvesters’ verzamelden permanent getuigenissen van deelnemers. Tijdens plenaire momenten werd al deze interactie (knowledge of the crowd) aan mekaar geweven tot extra content voor de bezoekers. Een ambitieuze formule, arbeidsintensief en voor deelnemers die liever wat anoniem kennis willen opdoen enigszins vermoeiend. Marc Mestdagh (ceo 2Mpact en gedelegeerd bestuurder BSAE)
Organisaties moeten tijd en moeite nemen om uit te leggen wat zij echt betekenen voor de samenleving, en niet enkel dat ze op zich goed bezig zijn en belangrijk zijn voor de leden Bij het bekijken en evalueren van de ‘toegevoegde waarde’ van ledenvoordelen, moet je je ook afvragen welke voordelen het lid haalt uit andere lidmaatschappen Verandering leidt tot weerstand: indien het over bijsturing van de ‘governance’ van bestuurders gaat, is het belangrijk om kleine stapjes te nemen en vertrouwen op te bouwen en vooral expliciet te zijn in wat van een bestuurder verwacht wordt – veel misverstanden ontstaan uit slechte perceptie Als het op communicatie over veranderingsprocessen aankomt moet de organisatie niet enkel de resultaten vertellen, maar ook het proces – leden hebben het recht en willen ook weten wat de organisatie doet Verenigingsprofessionals creëren een grote toegevoegde ‘career value’ door als professional actief te zijn. Dat moet gehonoreerd worden door management en bestuur. Organisaties als ASAE, ESAE en BSAE kunnen deze erkenning stimuleren en expliciteren ten voordele van de verenigingsprofessionals
Jochen De Smet (verenigingsmanager 2Mpact en directeur OVED)
Bevraag regelmatig de tevredenheid van de leden via enquêtes, maar hou wel rekening met het aantal jaren lidmaatschap (een nieuw lid heeft andere verwachtingen dan een lid met meer dan 5 jaar anciënniteit). Een Raad van Bestuur moet vooral een strategische visie op de toekomst ontwikkelen, maar zorg ervoor dat je goede bestuurders met leidinggevende capaciteiten hebt, die de uitwerking minstens ‘psychologisch’ kunnen meehelpen vormgeven. Bestuurders zijn
Inspiring Associations 2013-2014
38
‘decision-makers’ op een positieve manier. Zorg voor een evenwichtige samenstelling van de RvB (type leden, geografie, grootte bedrijf, ...) Er zijn vele mogelijkheden om de inkomsten van verenigingen te verhogen (via sponsoring, verbreding van het netwerk, krachtdadig optreden, ...). Sponsoring kan ook betekenen dat er een strategisch partnerschap afgesloten worden met een kennispartner/leverancier. Zoek altijd een ‘single point of contact’ bij het lid waar je altijd terecht kan. Zorg voor voldoende contact met alle segmenten van je leden. Als je leden professionals zijn uit een bedrijf, verlies zeker de CEO niet uit het oog. Finaal beslist hij over het lidmaatschap. Loop als vereniging vooruit op de evoluties, je leden zullen steeds bij de federatie willen horen om de nieuwste zaken te vernemen en om zich te ‘co-branden’ als voorloper.
Jurgen Plyson (verenigingsmanager 2Mpact en verenigingsmanager BeAPP)
Een organisatie moet permanent het aanbod van ledenvoordelen evalueren tegenover strategie en de noden van leden – de organisatie moet heel flexibel en communicatief zijn en dicht bij de leden blijven om ‘added value’ te kunnen blijven garanderen. Het is belangrijk om te luisteren naar leden, hoe zij de sector zien, waar zij denken dat de toekomst ligt, maar het is een uitdaging om te zorgen dat je naar de juiste leden luistert, zodat je de anderen kan leiden. Als je een paperless conferentie wil organiseren moet je dat ook 100% doen. Niet een combinatie van paperless en paper aanbieden, want dan willen de deelnemers allebei. Als je medische bedrijven congressen of events laat sponsoren moet je creatief zijn: maak een onderscheid tussen product en merk. Een gepersonaliseerde balpen kan niet, maar een grote affiche aan de ingang wel…Werk zelf creatieve voorstellen uit naar je sponsors toe. Zorg ervoor dat deelnemers nog plezier hebben in het evenement: teveel op zoek gaan naar feedback (cf. format van het congres) kan leiden tot frustratie en stress. Een goede bevraging achteraf blijft ook belangrijk.
***
5 redenen waarom je eens in de schoenen van je leden moet gaan staan (14/05/2014) Het is ondertussen een open deur geworden dat leden veeleisender geworden zijn en moeilijker te binden aan de vereniging. Maar kennen we onze leden wel voldoende om hen op een gepaste manier te binden? En dan hebben we het niet over een gepersonaliseerde one-on-one service, maar
Inspiring Associations 2013-2014
39
een ledenaanbod dat een perfecte balans houdt tussen de individuele en de collectieve belangen. Marc Mestdagh legt uit waarom we minstens eens in hun schoenen moeten gaan staan. Voor sommigen zal het een evidentie zijn, voor anderen dan weer een uitdaging, maar niets gaat boven een IRL (in real life) contact met een lid. Meestal wordt een ledenbezoek wel ergens als een soort van ledenvoordeel voorgesteld, zonder dat de organisatie daarbij actief op zoek is om alle leden één per één te bezoeken – een niet zo aangenaam vooruitzicht als je heel veel leden en weinig staff hebt. Andere organisaties maken er zich iets makkelijker van af door een telefonisch gesprek, een bevraging of een informele ‘babbel’ op een event. Soms beperkt dit soort contacten zich tot reactieve ingrepen nadat een lid heeft aangegeven zijn lidmaatschap niet te verlengen of met onbeantwoorde vragen zit. Ongetwijfeld ook belangrijke oefeningen, maar een goed bindende ‘touchpoint’ kan je dat meestal niet noemen. Hierna geef ik 5 redenen waarom het zinvol is om eens in de schoenen van je leden te gaan staan, door daadwerkelijk enkele uren tot een dag met een lid door te brengen. Dit betekent niet noodzakelijk geforceerd in meeting of zelfs in gesprek te gaan, maar gewoon even meelopen, meekijken wat er bij het lid gebeurt. Dit hou je eraan over:
Het bedrijf, de mensen en de activiteiten beter leren kennen. Hieruit kan je afleiden hoe goed het profiel matcht met het profiel dat de organisatie voor ogen heeft als ‘type’ lid, maar ook of de kennis die er is over het lid wel klopt (bv. doordat het lid een infofiche heeft ingevuld bij aansluiting, of op het ledenextranet een profiel heeft). De personen die de menselijke ‘link’ zijn met de vereniging beter leren kennen. Soms is de direct begunstigde niet diegene die het lidmaatschap (lees: bijdrage) moet goedkeuren. Het kan zeker niet kwaad om te zoeken naar een SPOC (single point of contact) om de duurzaamheid en continuïteit van het lidmaatschap te waarborgen. De behoeften van het lid beter in kaart brengen. Een beter begrip van de dagelijkse activiteiten kan tot nieuwe inzichten leiden over wat de noden van de leden zijn. Misschien bied je als vereniging zaken aan die het lid niet kent, misschien zie je ter plaatse nieuwe opportuniteiten. De ‘touchpoints’ met de organisatie optimaliseren. Maak van de gelegenheid gebruik om uit te vissen wanneer er aan de vereniging gedacht wordt: in geval van problemen of pro-actief. En vooral hoe ? Zou het lid liefst telefonisch iemand kunnen bereiken, leest hij de newsletter (komt die op het juiste moment bij de juiste persoon), komt de uitnodiging tot het volgen van een opleiding net na de vastlegging van de vormingsbudgetten,…? De meerwaarde van het lid voor de organisatie detecteren en valoriseren. Het blijft één van mijn stokpaardjes, maar als je een lid omwille van zijn expertise ‘erkent’ is die heel erg bereid om onbaatzuchtig die expertise in te zetten voor de organisatie. Dat kan over simpele feedback gaan, expertkennis, actieve inzet (bv. interesse om bestuurder te worden, maar geen zicht op wat het inhoudt),…
Inspiring Associations 2013-2014
40
Ook al ben je nog niet overtuigd van deze woorden: gewoon doen ! En ervaar hoe leerrijk, en soms ook pijnlijk ogen-openend, dit wel kan zijn.
***
Leden leren kennen door technologie (21/05/2014) ‘Internet als gamechanger voor ledenorganisaties’, dat was het thema van de 10e BSAE-meetup, die begin mei 2014 plaatsvond. BSAE, de Belgian Society of Association Executives, had het er over de manier waarop internet en gespecialiseerde tools, zoals member relationship management applicaties, ledenorganisaties kunnen helpen om hun leden beter te leren kennen en beter te bedienen. Waarom kiezen voor een CRM-systeem en waarop let je best bij het implementeren van een CRM-systeem? Belangrijk voor het implementeren van een CRM-systeem is om steeds te onthouden dat het niet om klanten, maar om leden gaat, je verkóópt hen niets. Bovendien kan bij het implementeren van een CRM-systeem ook al verder gedacht worden dan enkel aan leden, ook de gegevens van andere stakeholders kunnen de vereniging een grote stap vooruit helpen. Al zijn er nogal wat organisaties die bij een CRM of beter MRM-systeem enkel de data van leden voor ogen hebben. Vertrek vanuit de doelstellingen van de organisatie Alle aanwezigen waren het er over eens dat je eerst moet bepalen wat de doelstellingen van je organisatie zijn om CRM te gaan gebruiken. Er moet vanuit het standpunt van je doelstellingen en strategie uitgegaan worden, eerder dan vanuit de technologie op zich te vertrekken bij de keuze van een CRM-systeem. Wat wil je kunnen met het systeem? Hoe ver moeten de functionaliteiten reiken? Moet er volledige integratie met de website zijn? In welke mate houd je acties van leden bij? Wat wil je doen met de meetresultaten? Patrick De Sutter, verenigingsadviseur 2Mpact: “Je moet in eerste instantie niet naar de functionaliteiten van een CRM kijken, maar wel naar de processen die je wil optimaliseren in functie van de resultaten die je wil bereiken.” Medewerkers maken CRM-systeem succesvol Een CRM-systeem kan nog zo performant zijn, als er niet juist mee omgesprongen wordt heeft een goed CRM of MRM-systeem weinig zin. Het zijn de medewerkers van de organisatie die de CRMintegratie tot een succes maken door het permanent gebruik. Het grootste deel van de BSAE-leden is het er dan ook over eens dat alle medewerkers gegevens in het CRM-systeem moeten kunnen Inspiring Associations 2013-2014
41
aanpassen. Een ingebouwd controlesysteem kan er dan voor zorgen dat daar geen misbruik van gemaakt wordt. Volledig geïntegreerd systeem droom van veel organisaties Een volledig geïntegreerd CRM-systeem als hart van de organisatie is de natte droom van veel organisaties. Zowel boekhouding, website, document management, sociale media, analytics, reporting,… wordt dan geregeld via het CRM-systeem. Voor een volledig geïntegreerd CRMsysteem moet je als organisatie echter klaar zijn en moet je vooral een groot budget ter beschikking hebben. ***
European Association Summit (14 mei 2014, Brussel) (28/05/2014) De “European Assocation Summit” vond midden deze maand plaats in Brussel. Na de kick-off door de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarin het belang van aanwezigheid van verenigingen in Brussel voor de economie werd benadrukt, kondigde Hervé Bosquet van VisitBrussels het plan van een Brussels huis voor verenigingen aan. When you’re finished changing, you’re finished Na de introductie waren we klaar voor het echte werk en onmiddellijk werden we meegezogen in het boeiende verhaal van Susan Robertson van de ASAE Foundation (link is external). Haar belangrijkste boodschappen waren dat je als vereniging verandering moet anticiperen, je diensten moet ontwikkelen rond de noden en interesses van je leden, het onderling uitwisselen van kennis tussen leden en met de vereniging moet stimuleren. Als organisatie mag je niet stilzitten en moet je ook de veranderingen bij je leden en de omgeving waarbinnen ze actief zijn opvolgen en toetsen aan de huidige werking van je vereniging. Conclusie van haar verhaal was dat continue verandering binnen een vereniging een gegeven feit is, “When you’re finished changing, you’re finished”. Na de keynote was het tijd om zelf aan de slag te gaan in de peer-to-peer sessies die kort werden voorgesteld door de sprekers. Om te beginnen woonde ik de sessie “Cutting-edge technology for transparency and members’ empowerment bij. In deze sessie nam Maria Rosa Gibellini van EIF, de European Internet Foundation, ons mee in de historiek van websites die voor haar vereniging in een paar jaar tijd werden gemaakt. In deze korte tijdspanne werd de website vijf maal volledig herbouwd om te
Inspiring Associations 2013-2014
42
voldoen aan de gewijzigde noden van de leden en transformeerde het platform van een louter informerende website naar een platform waar leden onderling ervaringen kunnen delen en leren. Hoe word je gehoord? Na de lunch koos ik de sessie “From forgotten citizens to policy makers”, die geleid werd door Carlotta Besozzi en Nancy Carfrae. Als kleine vereniging is het niet altijd makkelijk om gehoord te worden bij de overheden en andere beslissers. Na een uitwisseling van ideeën en voorbeelden met alle deelnemers konden we besluiten dat je grootste kans om gehoord te worden afhangt van een aantal zaken waarvan de belangrijkste goede data/cijfers, een goede strategie, de juiste keuze in partners en veel geduld zijn. Wanneer een studiedag bestaat uit meerdere parallelle sessies heb je altijd het gevoel dat je iets gemist hebt. Op de EAS meeting was het dan ook goed dat de resultaten van de parallelle sessies in de plenaire zitting nog eens werden toegelicht door de verschillende coördinatoren. Zo pikte iedereen nog iets mee van de andere sessies. Masterclass in International Association Management Dat niet alleen wij in Vlaanderen wakker liggen van een professioneel kader voor de verenigingsmanager en het aanbieden van vorming bleek toen ESAE samen met de Solvay Business School het voorstel voor een Master class in International Association Management voorstelde. Een vertaling naar de lokale markten zou wenselijk zijn en hiervoor kijken we misschien beter naar BSAE. Plannen op kortere termijn In de laatste plenaire sessie van de dag die keek naar de toekomst van de verenigingen bleek al vlug dat Susan deze morgen gelijk had met haar bewering dat verenigingen continu in beweging zijn bij de vraag naar de termijn van de strategische plannen van de verenigingen. Waar dit vroeger makkelijk een periode van 10 jaar omvatte blijkt nu dat de meerderheid de plannen slechts op 2 tot 5 jaar maakt om makkelijker te kunnen inspelen op een wijzigingen in de noden en wensen van de leden. Kortom het was een leerrijke dag waarbij een open ervaringsuitwisseling tussen verschillende verenigingen iedereen naar huis stuurt met nieuwe ideeën en energie om verder te bouwen aan de vereniging voor zijn leden. ***
Inspiring Associations 2013-2014
43
IMEX, where the European Associations and their providers meet (04/06/2014) Ook dit jaar vond in Frankfurt van 20 tot 22 mei ‘de jaarlijkse wereldwijde beurs voor incentive reizen, meetings en evenementen’ plaats. Deze omschrijving, door de organisatie als tagline gebruikt, dekt echter lang de lading niet van alles wat er te beleven valt. Voorafgaand aan de officiële opening van de beurs zelf was er de dag vooraf, op een afzonderlijke locatie in Frankfurt, een “assocation day”. Blijkbaar hebben organisatoren het altijd moeilijk met het combineren van beurzen en ontmoetingsdagen voor assocation professionals onder één dak. Deze namiddag bestond uit een aantal informatiesessies waarop association professionals hun ervaringen kwamen delen met anderen en op een interactieve manier feedback vroegen en kregen vanuit de zaal. De 3 grote tracks, namelijk executive, operational en meetings werden verder onderverdeeld in opties. Leden waar voor hun geld geven Gezien de executive track dezelfde sprekers omvatte als de European Association Summit, die ik de week voorafgaand aan IMEX volgde in Brussel, koos ik voor de “operational” track. De eerste sessie “Assocation Membership – Enhancing the ROI” werd gegeven door Ajay Kakar, een tandarts uit India, die zelf een aantal jaren geleden een organisatie opstartte voor tandartsen in India (IAACD). Uit de uiteenzetting blijkt nog maar eens dat verenigingen wereldwijd met dezelfde basisvragen blijven zitten, en dat zijn de volgende: - Hoe kan ik mensen overtuigen om lid te worden ? - Hoe bepaal ik het lidgeld en vraag ik wel lidgeld ? - Hoe bewijs ik dat lid blijven van mijn vereniging zijn geld waard is ? - Hebben de zaken die ik aanbied aan mijn leden wel een meerwaarde en is het daarenboven voor hen een aangename ervaring? Deze 4 basisvragen moeten natuurlijk in functie van de potentiële leden, de culturele setting en schaal anders ingevuld worden, maar het blijven wel dezelfde vragen. De vereniging van de spreker koos ervoor om het lidgeld tot een minimum te beperken en via sponsoring door toeleveranciers de leden onmiddellijk een welkomstpakket met een Retail waarde van minstens 2 keer het lidgeld aan te bieden. Voor de meer kapitaalkrachtige leden kan je ook meteen een “membership for life” aangaan, waardoor je als vereniging slechts één maal een factuur voor lidmaatschap moet uitsturen. De setting van een derdewereldland in volle ontwikkeling zal niet vreemd zijn aan deze eerder
Inspiring Associations 2013-2014
44
opportunistische benadering van de reden om lid te worden van een beroepsvereniging, de vraag blijft of dit in onze cultuur ook toepasbaar zou zijn. Voor het evalueren van zijn “diensten” aan leden had hij een goed model. Kort samengevat lijst je de verschillende diensten op die je aan de leden gaat aanbieden. Na het oplijsten geef je elk van die diensten 2 scores, één voor het gehalte aan probleemoplossend vermogen van de dienst voor het lid en één voor de ervaring door het lid van deze dienst (emotionele ervaring). Door deze twee scores in een grafiek uit te zetten krijg je een beter zicht op welke diensten je beter achter je laat omdat ze geen meerwaarde bieden, welke diensten goed zitten en aan welke er moet gewerkt worden. Word of respected mouth In de tweede sessie “Five Ways to Improve your Assocation’s Marketing”, door Willis Turner, zaten we onmiddellijk terug in de big business realiteit van beroepsverenigingen in de Verenigde Staten. Zijn boodschap is in 5 punten samen te vatten : 1. Ontwikkel je gevoel voor marketing 2. Geef mensen iets om over te praten 3. Gebruik het groepsgevoel 4. Verzamel data van potentiële leden, stakeholders … en doe er iets mee 5. WORM (word of respected mouth), zorg dat goede ambassadeurs je waarde uitdragen Kijk hoe anderen marketing aanpakken, zorg dat mensen een verhaal kunnen vertellen waarbij je vereniging aan bod komt aan de hand van een goede ervaring. Iedereen wil bij een club horen. Misschien moet je eens nadenken over een gratis lidmaatschap voor een paar maanden, wanneer je het eenmaal hebt ervaren loop je niet zo vlug weg. Wanneer je via verschillende kanalen kennis met het grote publiek gaat delen kan het belangrijk zijn om daarvoor iets terug te vragen, zoals een naam en een e-mailadres (waar ze het document dan op toegestuurd krijgen), deze adressen kan je dan gebruiken om in latere marketingacties mensen aan te schrijven, warm te maken voor je vereniging en eventueel lid te maken. Het belangrijkste blijft natuurlijk wel de kwaliteit van je diensten waardoor ook vooraanstaande personen in het vakgebied van je vereniging je vereniging uiteindelijk als waardevol aanvaarden en mee je boodschap naar buiten brengen. Leden digitaal activeren Als uitsmijter volgde ik op de Assocation day de laatste sessie “Activating and engaging audiences and stakeholders in a digital world” door Christine Fuchs aka the Social Fox. Tijdens de warm-up werden de deelnemers verdeeld in groepen naargelang hun activiteit op de verschillende social Inspiring Associations 2013-2014
45
media kanalen en het nemen van Selfies binnen de groep #imex14selfie. Daarna werden we aan het werk gezet aan verschillende tafels. Al snel bleek dat iedereen met hetzelfde topic aan de slag was gegaan namelijk “Big Data”. Waar bij ons in Europa de bescherming van de privacygegevens nog een groot gegeven is, blijkt dit in de Verenigde Staten totaal anders te liggen. Daar kunnen niet enkel de website-eigenaars maar ook de hostingbedrijven de data van hun klanten gebruiken om hun eigen activiteiten te promoten, te ontwikkelen, … Deze private informatie is natuurlijk één kant van het Big Data verhaal, daarnaast ging het ook over de overvloed aan informatie op het net waarvan de authenticiteit niet kan achterhaald worden. Het bleek dan ook dat beroepsverenigingen in het bijzonder een belangrijke meerwaarde kunnen hebben voor hun leden door in deze overvloed van informatie een veilige haven te zijn van gecontroleerde informatie. Apps voor congressen in opmars Na een leerrijke dag en uitwisseling van ideeën met andere verenigingsprofessionals was het tijd voor de eigenlijke beurs zelf. Zoals typisch voor beurzen rond meetings en events waren alle continenten, landen, regio’s en gekende congressteden aanwezig met standen en animatie die de bezoeker moesten overtuigen om zijn volgende congres bij hen te organiseren. In de schaduw van al dat grof geweld vond ik ook andere toeleveranciers die een meerwaarde kunnen bieden voor verenigingen. Het betreft hier het volledige ICT-verhaal achter verenigingen en meetings. Waar bij vorige edities de app bouwer een vreemde eend in de bijt was, stonden er nu al zeker 10 verschillende bedrijven die zulke diensten aanbieden, al dan niet geïntegreerd met registraties en opvolging voor congressen, CRM systemen, enzovoort. Op en naast de beursvloer werden continu workshops georganiseerd waarin niet alleen exposanten maar ook experten voordrachten gaven over de meest uiteenlopende onderwerpen, van ICT over eventmanagement tot duurzaamheid en creativiteit. IMEX en de assocation day zijn zeker een aanrader. Mijn advies is echter om je goed voor te bereiden, anders zie je door de bomen het bos niet meer. Stel via de eigen IMEX APP je eigen agenda op, maak vooraf afspreken met personen die je zeker wil zien en bekijk vooraf het uitgebreide aanbod aan opleidingen.
***
Inspiring Associations 2013-2014
46
Nieuwe leden ontmoeten (18/06/2014) Een nieuw lid schrijft zich in? Fijn! Maar welke stappen worden vervolgens ondernomen? Wanneer zie je het lid voor de eerste keer? Leden appreciëren een persoonlijke uitnodiging voor een gesprek ten zeerste. In kleine organisaties kan dit één-op-één gebeuren. Krijgt u veel nieuwe lidmaatschapsaanvragen per maand, dan kan u een lunchmeeting met enkele nieuwe leden samen beleggen. Hoe gaat zo’n meeting in zijn werk? Lees er hier meer over. Door een gesprek met de nieuwe leden te hebben voelen ze zich meteen betrokken bij de organisatie. Dit soort ontmoetingen verloopt liefst vrij informeel. De leden krijgen er een overzicht van de ledenvoordelen en de plannen van de organisatie voor de komende maanden te horen. De leden leren zo ook meteen enkele medewerkers of de manager van de vereniging kennen. Tips: 1. Stuur bij de verwelkomingsmail een uitnodiging voor een lunchmeeting, maar vermeld ook op je website dat dit georganiseerd wordt voor nieuwe leden. 2. Zorg ervoor dat leden keuze hebben in het prikken van een datum voor de ontmoeting. 3. Laat leden mee beslissen waar ze de meeting willen laten doorgaan. 4. Zorg dat ze een vertrouwenspersoon binnen de organisatie ontmoeten, dat kan de CEO of een andere ‘decision-maker’ binnen de vereniging zijn. 5. Overloop de ledenvoordelen nogmaals met hen. Ze zullen ze hoogstwaarschijnlijk nog fris in het geheugen hebben na hun inschrijving, toch is het nuttig om er nog eens in detail door te gaan. Geef hen tijd om vragen te stellen. 6. Als je de gesprekken in groepen van vijf tot acht personen houdt, zorg je ervoor dat iedereen genoeg tijd krijgt om zichzelf voor te stellen. Het is voor de nieuwe leden een mooie gelegenheid om contacten te leggen en toont ook de waarde van je organisatie aan. Het draait dan niet enkel rond het ontmoeten van organisatiemedewerkers. 7. Zorg ervoor dat iemand noteert. Tijdens deze sessie kan je heel veel bijleren over de noden van je leden. Zorg ervoor dat geen enkele nuttige tip verloren gaat of vergeten wordt. 8. Zorg voor een follow-up actie. Zend een bedankingsmail naar leden die deelgenomen hebben. Dat is de start voor het betrekken van leden bij je organisatie. ***
Inspiring Associations 2013-2014
47
Zonder zorgen de zomer tegemoet… (25/06/2014) Ook al is het vakantie voor velen, u wil het contact met uw leden niet verliezen. Tijd dus om eens na te denken om een aantal zaken van onderaan die todo-lijst uit te voeren. U verrast er ongetwijfeld uw leden mee. Bekijk uw website eens en vraag uzelf af: staan de puntjes op de grafische i? Kan die infographic die de kerncijfers van de vereniging weergeeft niet een keer een likje verf gebruiken? Nu de werken in de buurt voorbij zijn mag het routeplan weer aangepast worden? Een medewerker erbij en eentje weg: een coördinaten- en fotoswitch? Het persbericht van net voor de verkiezingen mag nu misschien al vervangen worden door het afgewerkte jaarverslag? En waarom is die ledendirectory nog altijd niet up-to-date? Misschien al even vooruitlopen op de events van het najaar. Klopt het huisstijlhandboek nog zodat het bestellen van drukwerk en promomateriaal voor het eindejaarscongres vlekkeloos verloopt? Kiezen we dan toch nog eens voor een mooie gedrukte uitnodiging ipv de last minute in mekaar gebokste e-mail? Nu we meer en meer sterke dossiers schrijven, moeten we eens niet denken aan een gepaste uniforme stijl van uitgeven? Als u al de gevlagde, maar niet bekeken newsletters opkuist, en u komt ook die van uzelf tegen: hoe dikwijls heeft u niet gedacht, we zouden die ‘header’ eens wat aantrekkelijker moeten maken, of het lettertype vergroten om beter leesbaar te zijn op smartphones. Nu doen! Of indien u liever verkiest om het iets rustiger aan te doen, nodig eens wat leden uit voor een frisse after work-pint. Bespreek al eens enkele ambitieuze of zotte ideeën voor het najaar. Dat is weer een saaie ledenbevraging uitgespaard. Wij, dat is 2Mpact: wij bieden naast onze vele andere diensten voor verenigingen ook kwalitatieve support inzake ‘webmastering’ (op alle mogelijke vlakken: technisch, schrijven van teksten, design, voorzien van grafische elementen zoals banners,…). Haal niet alleen extra resources binnen, maar geniet ook van onze expertise op vlak van ledenorganisaties en verenigingen.
***
Inspiring Associations 2013-2014
48
3 tips voor het bouwen van een formidabele online community (02/07/2014) Wat maakt het verschil tussen een goede en een fantastische online community? Veel hangt af van de organisatie die de online community ‘host’ en van de leden. Van belang is dat je een unieke ervaring probeert te creëren. 1. Personaliteit Duid een persoon binnen je organisatie aan die de personificatie van je organisatie zal worden. Zijn of haar stem moet herkenbaar worden voor de leden, die persoon moet zichzelf voor een stukje durven blootgeven. Het is idealiter iemand die stevig ingeplant is in de organisatie en de werking dus van binnen en van buiten kent. Deze taak kan ook over enkele personen verdeeld worden. Wees vriendelijk, maar niet melig. 2. Gedeelde ervaring Leg een link tussen je events en je online community. Sommige leden komen misschien nooit naar een event van je organisatie, maar kunnen wel iets opvolgen online, of omgekeerd. Door beiden te linken zal de interesse bij deze beide groepen gewekt worden. Je kan bijvoorbeeld je online community als eerste info geven op een exclusief evenement dat er aan komt. Foto’s posten van de events kan de online community ook aanmoedigen om een volgende keer deel te nemen. Refereer naar dingen die gebeurden op het evenement zonder heel concreet te vertellen. Prikkel hun nieuwsgierigheid. 3. Lok discussie uit Als je pas je online community begint, denk je best na over onderwerpen die discussie en conversatie zullen uitlokken. Creëer bijvoorbeeld een poll over een actueel onderwerp. Dat mag een controversieel onderwerp zijn waarover de meningen sterk zullen verschillen, of een onderwerp waarvan je weet dat de community veelal dezelfde mening zal hebben. Zorg ervoor dat je in jouw community info en content kan brengen die in andere communities niet beschikbaar is.
Inspiring Associations 2013-2014
49
Wist je dat… Wist je dat... Ook binnen de Europese Unie veel belang gehecht wordt aan beroepsverenigingen en sectororganisaties. Het European Economic and Social Committee, dat meer dan 300 middenveldorganisaties verenigt, is een officieel adviesorgaan van de EU. Het rapport Civil Society and Democracy breekt een lans voor democratie aangestuurd vanuit het middenveld en biedt nuttige tips om een succesvolle Europese stem te hebben. *** Wist je dat... In België ongeveer 1 op 5 sectororganisaties, beroepsverenigingen en federaties een jaarverslag publiceert, dat er bijna 300 organisaties zijn met personeel in dienst en dat zij tussen 2700 en 3700 mensen tewerkstellen. Zonder de zelfstandige, externe consultants en de vrijwillige inzet van bestuurders en leden mee te rekenen. *** Wist je dat... er in Brussel meer dan 2200 ‘business associations’ actief zijn, goed voor 13.500 professionals. Hun hoofdactiviteit blijft ‘lobbyen’. *** Wist je dat...UIA, the Union of International Associations, een Yearbook of International Organizations, uitbrengt? Dit is het referentiewerk voor internationale non-profit organisaties en wereldwijde verenigingen. Er zijn onder meer gedetailleerde beschrijvingen van internationale organisaties in te vinden, het bevat de links met andere internationale organisaties en statistieken en grafieken over die verenigingen. *** Wist je dat... er sinds december een nieuwe gegevensbank ‘beroepsreglementeringen’ terug te vinden is op de website van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO. Die gegevensbank geeft voor elk gereglementeerd beroep de geldende regelgeving en andere nuttige informatie weer, zoals de beroepsordes, de commissies, de instituten en de beroepsorganisaties van die beroepen.
Inspiring Associations 2013-2014
50
Wist je dat... je vereniging het predicaat ‘Koninklijk’ kan krijgen? Dat kan wanneer een Belgische vereniging 50 jaar bestaat. Daarnaast moet de vereniging nog aan enkele andere voorwaarden voldoen, zoals het goed beheer van de vereniging, het niet-winstgevend doel dat door de vereniging wordt nagestreefd, de vitaliteit en de stevigheid van de vereniging. *** Wist je dat... Er volgens de officiële gegevens van DGVM (Deutsche Gesellschaft für Verbandsmanagement) en Verbaende.com, het forum van Duitse verenigingen, sinds 1990 elk jaar ongeveer 5% verenigingen bijkwamen. In 2013 stond de teller op ongeveer 15.000 verenigingen. Tot die verenigingen behoren ook kamers van koophandel, gilden, et cetera. Ongeveer 8500 van die verenigingen hebben een secretariaat dat fulltime gerund wordt. *** Wist je dat... 40% van de tweets van professionals in beroepsverenigingen of sectororganisaties in België sectorgebonden tweets zijn. 30% van de tweets is puur nieuws van de organisatie. Daarnaast versturen ze ook persoonlijke tweets en tweets over de algemene economie. Als Sectorlink-abonnee of BSAE-lid kon je de resultaten van dit onderzoek al in maart 2014 lezen in het Sectorlink Magazine. *** Wist je dat... een vergelijkende studie van organisaties gelinkt aan Unizo, Voka en VBO volgende resultaten geeft: 2 sectororganisaties zijn bij de drie aangesloten (Federauto en Creamoda), drie organisaties zijn bij zowel Voka als Unizo aangesloten (BVBO, CIB Vlaanderen en Coberec), 15 organisaties zijn zowel bij Voka als VBO aangesloten (o.a. Fetra, Fevia, Ori, VGI, essenscia Vlaanderen). Daarnaast zijn er nog eens 162 sectororganisaties die bij één van deze drie organisaties aangesloten is.
Inspiring Associations 2013-2014
51
Uitsmijters – inspirerende quotes “Authentiek groepsgevoel dat toelaat om efficiënte beslissingen en acties te nemen, komt er niet door te streven naar gelijkgezindheid, maar wel door te leren om te gaan met elkaars verschillen.” (Inspiratiebron: “Mensen maken de stad” van Dirk Holemans) *** "Een democratie die geen ruimte laat voor tegenspraak, voor actie buiten de 'normale' besluitvormingskanalen om, die kan zichzelf net zo goed opdoeken." (Roel Stynen, stafmedewerker van Vredesactie, ijvert voor sociale actie tijdens de Werktank Middenveld van de Verenigde Verenigingen) *** “Een succesvol netwerkmoment steunt op drie factoren: plezier, interessante inhoud en mogelijkheid om contacten aan te halen. (…) Het relationele aspect is de kracht van informeel leren.” (Pascal Van Loo, voorzitter van VOV Lerend Netwerk pleit voor informeel leren in Sectorlink magazine (september-november 2013)) *** "We've noticed that associations that have fun have more energy, enthusiasm, and, perhaps most important, higher levels of member participation and engagement." (Harrison Coerver and Mary Byers, in het boek 'Road to Relevance') *** "Het bestuur en de leden zijn de bestaansreden van een federatie. Zonder leden is er geen vereniging. Als een organisatie wil groeien, dan is een bureau noodzakelijk. De voorzitter is verantwoordelijk voor de bestaansreden, de directeur voor de groei.” (David Nassen, directeur van ISB vzw, het Vlaams instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid, tijdens een debat over het profiel van verenigingsprofessional en de noden om het beroep professioneel te kunnen uitoefenen, Sectorlink Magazine 5) *** “Het wordt steeds minder belangrijk tot welke sectoren je behoort en het wordt steeds relevanter welke maatschappelijke problemen je oplost. Ik voorzie dat de volgende stap is dat we sectoren
Inspiring Associations 2013-2014
52
loslaten en ons organiseren op problemen of thema’s. Voor de creatieve industrie is dat gemakkelijk maar samenwerken buiten je eigen sector wordt voor steeds meer bedrijven relevant.” (Harry Starren, voorzitter van de Federatie Nederlandse Creatieve Industrie, in VM van september 2013) *** “Invloed uitoefenen is een langdurig proces, tussen input en output loopt veelal een lange tijd. Er zijn ook heel wat actoren die hun zeg willen doen. Het is niet zoals het mengen van kleuren, waarbij je een direct effect ziet. Men kan het eerder vergelijken met timmeren aan de lange weg of blijven kloppen op dezelfde nagel.” (Marc Hoogmartens, secretaris-generaal Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO (HRZKMO) in Sectorlink Magazine 4) *** “An association of men who will not quarrel with one another is a thing which has never yet existed, from the greatest confederacy of nations down to a town meeting or a vestry.” (Thomas Jefferson, derde president van de VS, filosoof en kunstenaar, 1743-1826) *** “I won’t belong to any organization that would have me as a member.” (Groucho Marx, Amerikaanse komiek en televisiester, 1890-1977) *** “Once an organization loses its spirit of pioneering and rests on its early work, its progress stops.” (Thomas J. Watson, voorzitter en CEO International Business Machines, 1874-1956) *** “Een verenigingsmanager moet in de eerste plaats de taal van zijn leden spreken.” (Bruno Kuylen, directeur Bakkers Vlaanderen in Sectorlink Magazine editie september 2013) *** “Something that’s really important for organizations is this idea that you don’t just sit there and wait for the media to come to you. You really have to be aggressive about owning your strategy, and that means looking at what is your organization’s value?” (Francie Israeli, senior vice president van KellenAdams, in artikel van Associations Now.) ***
Inspiring Associations 2013-2014
53
“Trust is the lubrication that makes it possible for organizations to work.” (Warren G. Bennis, Amerikaanse professor, organisatieadviseur en auteur.) *** “Als sectororganisatie stap je niet naar de overheid met een probleem, maar met de oplossing voor dat probleem.” (Leo Neels, voormalig directeur pharma.be in het Sectorlink Magazine van december 2013) ***
“In Nederland wordt heel veel samenwerking gezocht met verschillende partijen om een zo groot mogelijke achterban te vertegenwoordigen. Dat is dan weer iets wat in België weinig gebeurt.” (Tim van der Rijken, expert in verenigingsstrategie en –management voor brancheorganisaties en beroepsverenigingen) ***
“My personal impression is that membership is just as important as ever for associations.” (Joe Rominiecki’s inzicht na het bekijken van de artikels op Associations Now in het jaar 2013. Joe Rominiecki is senior redacteur bij de American Society of Association Executives.) *** “Your future members will work in industries, businesses and organizations that evolve faster in terms of their focus, products, services and mandates” ( Jim Carroll in een artikel over hoe verenigingen bij kunnen blijven in tijden van verandering. Carroll is trendwatcher en innovatieexpert en spreekt regelmatig voor (beroeps-) verenigingen.) *** “Een organisatie aansturen zonder visie is als knipogen naar een meisje in het donker.” (Fred Gerarts – korpschef Lokale Politie Maasland)
***
Inspiring Associations 2013-2014
54
“Your database is not your community” ( conclusie van Jamie Notter na het lezen van het boek Open Community, geschreven door Lindy Dreyer en Maddie Grant.) *** “The “non-profit” institution neither supplies goods or services nor controls. Its “product” is neither a pair of shoes nor an effective regulation. Its product is a changed human being.” (Peter F. Drucker, Managing the Non-Profit Organization: Principles and Practices.) *** “It’s easy to misread competition if you’re focused on membership numbers alone.” (Joe Rominiecki) *** “Members and mission are at the heart of remarkable associations –and member value is the blood that keeps the heart pumping.” (ASAE & The Center for Association Leadership in het boek ‘7 measures of success’.) *** “Leadership comes from all different directions, all different perspectives, and certainly isn’t gender specific.” (Susan Robertson, executive vice president van ASAE, the American Society of Association Executives) *** “Associations are the hidden glue of our society and economy” ( Jim Collins, in boek ‘7 Measures of success’.) *** “Als ik toestem met een project, moet ik ook mijn belofte houden, want anders haal ik de geloofwaardigheid van de vereniging naar beneden. Neen zeggen is beter.” (Heidi Lenaerts, directeur Smart Grids Flanders in Sectorlink Magazine 7 (maart 2014))
***
Inspiring Associations 2013-2014
55
“De voorzitter hoeft zich niet met alles te moeien. Hij moet er zijn wanneer hij nodig is, een helpende hand uitsteken of een luisterend oor aanbieden. Zijn belangrijkste taak is om erover te waken dat het team en de leden gelukkig zijn.” (John Stoop, voorzitter van de Federatie van Belgische Kamers van Koophandel) *** “Het ‘beroep’ van verenigingsmanager leer je niet op de schoolbanken. Je kan niet afstuderen als verenigingsmanager, dus het is belangrijk om naast je algemene vaardigheden en kennis als manager te kunnen bijleren over de specificiteit van het beroep." (David Nassen, directeur ISB vzw en bestuurder BSAE vzw in Sectorlink Magazine (maart 2014)) *** “De relatie tussen het management en de raad van bestuur van een vereniging is de motor van doordachte vernieuwing.” (Bruno Vermeeren, coördinator VVBAD, in Sectorlink Magazine maart 2013) *** “More and more, it’s not just the mission of the organization that defines success, it’s the strategy.” (Jean Frankel, voorzitter van Ideas for Action, in Associations Now) *** “Elke brancheorganisatie moet meer dan ooit zijn waarde voor de leden aantonen. De voorzitter heeft daarbovenop de taak om het besturen tot een waardevolle ervaring te maken.” (Theo Fledderus, voorzitter BOVAG onafhankelijke autobedrijven in Nederland in het boek ‘Toolkit Goed Bestuur Branche en Beroep’.) *** “Two of the most important concepts in a leader’s toolkit are context and perspective. But it is easy for association leaders to get caught up in responding to the problems of the day and to underinvest in viewing the big picture to be responsive to opportunities and threats.” (Nancy R. Axelrod in ‘Governing for Growth: Using 7 measures of Success to Strengthen Board Dialogue and Decision Making’.)
***
Inspiring Associations 2013-2014
56
"Les associations professionnelles sont aujourd’hui devenues un rouage essentiel de notre démocratie et un maillon indispensable entre l’Etat et les entreprises" (CEDAP (Franse vereniging voor verenigingsmanagers)) *** “Dat belangenorganisaties blijven bestaan, staat voor mij als een paal boven water. Tenminste, als we mee veranderen. En precies daar ligt een taak voor ons als verenigingsprofessional.” (Rob Rommelse, directeur Atrium Groep en bestuurslid Verenigingsprofessionals Nederland (VPN)) *** “Events offer an excellent vehicle for communications from your organisations. Events can normally deliver messages in a different way to other means that you deploy and can deliver those messages in a cost effective way.” (William Thomson, in zijn boek ‘Succesful Events for Not For Profit Organisations’) *** “De echte ‘Return On Investment’ voor een lid is nog altijd engagement, maar dat is natuurlijk minder gemakkelijk te kwantificeren.” (Els Vanden Berghe, in volgend Sectorlink Magazine (juni 2014)) *** “The marketing department isn’t just a ‘service’ segment of your nonprofit anymore but the key part of your strategy.” (Colleen Dilenschneider, Chief Market Engagement Officer for IMPACTS.) *** “Om te kunnen inspelen op veranderende tendensen in de markt, effectiever en efficiënter te werken en te komen tot concrete innovatie is samenwerking tussen organisaties heel belangrijk” (Els Vanden Berghe, coördinator Passiefhuis-Platform in Sectorlink Magazine 8, juli 2014)
Inspiring Associations 2013-2014
57
Over 2Mpact 2Mpact is the leading Belgian Association Management company empowering associations, professional societies and other non-profit organizations both as a full-service Association Management Company and as a strategic association management services provider. With a multidisciplinary staff of 20 we can deliver a broad range of high-level services, amongst which:
Day-to-day administration and management of the association
Membership retention, fulfillment and efficient use of member benefits and services
Communication services: websites, print media, digital newsletters
Event services: working groups, task forces, educational sessions, conferences
Strategic advice concerning content, lobby and thought leadership
We are pioneer and innovator in Belgium concerning association management. We found the Belgian Society of Association Executives (http://www.bsae.be) and are responsible for the management and the unique BSAE member’s magazine Sectorlink. We founded and manage the only Belgian Academy for Association Professionals and we undertook the initiative to bring together in Brussels several locally working association service providers from all over Europe (2013). Finally, we strongly believe in the importance of the international context in Belgium and Brussels. We uphold close relations with several organizations such as ESAE, ASAE, FAIB, Visit Brussels, etc.
Inspiring Associations 2013-2014
58
Inspiring Associations 2013-2014
59
2Mpact Brussels, Sinter-Goedelevoorplein 5, 1000 Brussels (Belgium) 2Mpact Gent, Kortrijksesteenweg 1007, 9000 Ghent (Belgium) Tel. +32 9 233 48 66 –
[email protected] – http://www.2mpact.be
Inspiring Associations 2013-2014
60