Inspectierapport Voorschool de Brenner (PSZ) Brenner 9 1060 NT Amsterdam Registratienummer: 320970760
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van de gemeente: Voorschool de Brenner Datum inspectie: 08-01-2014 Type onderzoek: Onderzoek na aanvraag Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 17-01-2014
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
1/14
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Ruimte en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
2/14
Het onderzoek Onderzoeksopzet De houder heeft op 1 oktober 2013 een aanvraag gedaan tot registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek na aanvraag. In dit onderzoek is beoordeeld in hoeverre de vestiging redelijkerwijs zal gaan voldoen aan de kwaliteitseisen; kwaliteitseisen met betrekking tot de praktijk zijn hierbij niet beoordeeld.
Beschouwing Op 8 januari 2014 heeft een inspectie na aanvraag plaatsgevonden bij voorschool de Brenner. Voorschool de Brenner is een vestiging van de landelijke organisatie Kinderopvang Humanitas. Indien de voorschool overgaat tot exploitatie zal voorschoolse educatie worden aangeboden aan kinderen tussen 2,5 en 4 jaar. De voorschool bevindt zich in het pand van basisschool de Horizon (dependance) en beschikt over een eigen entree en een eigen buitenruimte. Tijdens het inspectieonderzoek geven de beroepskrachten en de locatiemanager aan dat de voorschool al actief betrokken wordt bij de (activiteiten van de) basisschool. De vestigingen van Kinderopvang Humanitas zijn in verschillende regio’s ondergebracht. Elke regio heeft een eigen regiomanager die de ondersteunende diensten en de locatiemanagers aanstuurt. Elke vestiging beschikt over een locatiemanager. Deze is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het kindercentrum en onderhoudt de contacten met de ouders en de beroepskrachten. Via intranet kunnen de beroepskrachten onder andere het digitale kwaliteitshandboek van Humanitas raadplegen. In de handboeken zijn alle protocollen en beleidsstukken van Humanitas opgenomen. Humanitas is HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector)-gecertificeerd. Humanitas heeft een externe vertrouwenspersoon voor het personeel aangesteld. Deze functie wordt vervuld door een van de medewerkers van Arbo Unie. In een document, genaamd ‘Gedragscode’, zijn de werkwijze en het functieprofiel van de vertrouwenspersoon opgenomen. De vertrouwenspersoon maakt ieder jaar een verslag van het aantal contactmomenten en neemt hier tevens (indien van toepassing) aanbevelingen in op ten behoeve van de organisatie. De beroepskrachten ontvangen bij indiensttreding de gedragscode. Verder hebben de beroepskrachten via intranet en ‘Mijn Humanitas’ toegang tot de informatie die voor het personeel van belang kan zijn, waaronder de gedragscode. Voor klachten van het personeel heeft Humanitas een interne procedure, eveneens beschreven in de ‘Gedragscode’. Voor ouders is er een interne en externe klachtenprocedure. De klachtenprocedures staan omschreven in de informatiefolder en op de website. Tijdens het intakegesprek ontvangen de ouders een folder met informatie over de externe klachtenprocedure. De klachten worden geregistreerd en in een jaarverslag verwerkt.
Advies aan college van B&W De houder heeft een aanvraag gedaan voor de exploitatie van een voorschool met 15 kindplaatsen. Gezien de bevindingen adviseert de toezichthouder aan Stadsdeel Nieuw-West om het besluit te nemen de aanvraag tot exploitatie van het kindercentrum toe te wijzen en voorschool de Brenner op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen met de in de aanvraag genoemde gegevens. Bij de voorwaarden waaraan niet is voldaan, is de toezichthouder van mening dat de houder hier redelijkerwijs voor aanvang van exploitatie aan zal voldoen (zie toelichting toezichthouder). De toezichthouder zal bij de driemaanden-inspectie beoordelen of de houder inmiddels aan de voorschriften heeft voldaan. Indien tijdens dat onderzoek beoordeeld wordt dat dit niet het geval is, dan zal de toezichthouder de gemeente adviseren om handhavend op te treden.
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
3/14
Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Stichting Kinderopvang Humanitas bestaat uit kinderdagverblijven, buitenschoolse opvangcentra, gastouderopvang en peuterspeelzalen verspreid over Nederland. In de regio Amsterdam heeft de houder vier kinderdagverblijven en vijf buitenschoolse-opvangcentra. De huidige aanvraag betreft de eerste peuterspeelzaal van de houder in de regio. Naleving wet- en regelgeving Tegen een aantal vestigingen van de houder in de regio Amsterdam, loopt handhaving. De houder treft maatregelen om geconstateerde tekortkomingen te voorkomen. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 2.5 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels w erkw ijze toezichthouder kinderopvang.)
Gebruikte bronnen: inspectieonderzoek
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
4/14
Pedagogisch klimaat De houder heeft een algemeen pedagogisch beleidsplan dat geldt voor alle locaties in Nederland. Hierin is bijvoorbeeld uitgebreid opgenomen op welke wijze de houder zorg draagt voor het waarborgen van de vier basisdoelen, zoals onder andere emotionele veiligheid. Daarnaast is voor elke vestiging een locatiespecifiek werkplan opgesteld, namelijk het 'locatiekader': ‘De Dagelijkse praktijk op..’. Hierin worden beschrijvingen opgenomen die specifiek betrekking hebben op de vestiging. Pedagogisch beleidsplan Tijdens de inspectie op de locatie is geconstateerd dat het locatiekader niet voldeed aan alle eisen. De houder heeft echter nog tijdens het inspectieonderzoek een aangepaste versie aangeleverd. De aangepaste versie van het locatiekader voldoet niet volledig aan de gestelde eisen. Een beschrijving van de activiteiten waarbij de groep de groepsruimte verlaat, ontbreekt. Ook ontbreekt een beschrijving van de zogenaamde achterwachtregeling. In het locatiekader is het volgende opgenomen: ‘Onze pedagogisch medewerkers houden hun kennis op het gebied van zorgkinderen d.m.v. studiedagen, trainingen, workshops en literatuur op peil.’ Deze beschrijving biedt onvoldoende duidelijkheid over de wijze waarop beroepskrachten toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Zo is bijvoorbeeld niet duidelijk om welk soort trainingen het hier gaat en hoe vorm wordt gegeven aan de ondersteuning. Aandachtspunt is dat enkele voorbeelden van de wijze waarop de houder zorg draagt voor het waarborgen van de vier basisdoelen niet zijn toegespitst op de doelgroep van de locatie. Zo wordt op de eerste pagina beschreven: ‘In de buitenschoolse opvang maken groepsgenootjes een nieuw kind wegwijs [..]’ en ‘kinderen die een speentje zoeken voor een baby die verdrietig is;[..]’. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep danwel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 lid 2 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 lid 4 Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Voorschoolse educatie De voorwaarden met betrekking tot voorschoolse educatie maken geen onderdeel uit van het onderzoek na aanvraag tot exploitatie. Gebruikte bronnen: - Aangepaste versie van 'De dagelijkse praktijk op voorschool de Brenner' (januari 2014), ontvangen op 8 januari 2014; - gesprek met de locatiemanager en beroepskrachten.
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
5/14
Personeel en groepen Het personeel zal bestaan uit twee vaste beroepskrachten die reeds in dienst zijn van de houder. Deze personen zullen dagelijks op de groep aanwezig zijn. Bij uitval van de vaste beroepskrachten worden, indien mogelijk, vaste invalkrachten ingezet. Deze invalkrachten zijn ook al in dienst bij de houder. Er is een locatiemanager aangesteld; inclusief de huidige vestiging stuurt zij drie vestigingen aan. De locatie zal uit één groep van maximaal vijftien kinderen tussen 2,5 en 4 jaar oud bestaan. Verklaring omtrent het gedrag Op 1 oktober 2013 heeft de houder een aanvraag tot exploitatie ingediend. De verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor de rechtspersoon was ten tijde van de aanvraag recent. Zowel voor de vaste beroepskrachten als voor de invalkrachten is een geldige VOG overgelegd aan de toezichthouder. Passende beroepskwalificatie Zowel de vaste beroepskrachten als de invalkrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Tijdens het inspectiebezoek verklaart de locatiemanager dat er tien aanmeldingen zijn binnengekomen. Dagelijks zullen de twee vaste beroepskrachten worden ingezet. Dit aantal beroepskrachten is voldoende voor de opvang van maximaal zestien kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. De vestiging zal vier dagdelen geopend zijn voor de opvang van kinderen. Gedurende de openingstijden zullen beide beroepskrachten aanwezig zijn; zij starten samen en sluiten samen af. In geval van calamiteiten kunnen de beroepskrachten een beroep doen op het personeel van basisschool de Horizon waarin de peuterspeelzaal gevestigd is en/of op de locatiemanager. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de opvang zal door alle beroepskrachten Nederlands worden gesproken. Gebruikte bronnen: - afschriften VOG's; - diploma's; - gesprek met de locatiemanager en beroepskrachten.
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
6/14
Veiligheid en gezondheid De houder inventariseert jaarlijks per vestiging de veiligheids –en gezondheidsrisico’s die zich kunnen voordoen in een kindercentrum en stelt aan de hand hiervan beleid op. Dit beleid bestaat uit een overzicht van maatregelen die genomen moeten worden indien een risico zich voordoet (een plan van aanpak), werkinstructies (opgenomen in het Kwaliteitshandboek van Humanitas) en huisregels. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Beleid veiligheid In november 2013 zijn de risico’s met betrekking tot de veiligheid voor deze vestiging ingeschat. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat de veiligheidsrisico’s van de gymzaal niet zijn geïnventariseerd terwijl het kindercentrum hier wel gebruik van zal maken gedurende de opvang. Daarnaast zijn de veiligheidsrisico’s die het gebruik van een zandbak met zich meebrengt, niet geïnventariseerd. De locatiemanager heeft echter tijdens het inspectieonderzoek deze risico’s alsnog geïnventariseerd en het plan van aanpak aangepast. Een aantal veiligheidsmaatregelen dient nog genomen te worden voor aanvang van exploitatie. De houder heeft een overzicht gemaakt van deze maatregelen. De toezichthouder constateert op basis van dit overzicht en de inspectie op locatie dat de uitvoerdatum van een aantal maatregelen al verstreken is, terwijl deze nog niet zijn uitgevoerd. Zo dienen bijvoorbeeld de deuren nog te worden voorzien van vingerstrips, terwijl in het overzicht is opgenomen dat deze actie in week 45, 2013 al had moeten worden uitgevoerd. De locatiemanager verklaart dat deze maatregelen voor opening genomen zullen worden. Beleid gezondheid Op 16 oktober 2013 zijn de risico’s met betrekking tot gezondheid voor deze vestiging ingeschat. In de groepsruimte bevindt zich een verschoontafel, maar geen keukenblok. De toezichthouder heeft tijdens het inspectiebezoek aangegeven dat de beroepskrachten naar alle waarschijnlijkheid vaker behoefte zullen hebben aan een aanrecht/keukenblok in de groepsruimte dan aan een verschoontafel. De locatiemanager heeft vervolgens in overleg met de beroepskrachten besloten dat de verschoontafel niet als zodanig zal worden gebruikt. De kinderen zullen worden verschoond in de sanitaire ruimte, waar ook de peutertoiletten zijn. De aanwezige verschoontafel in de groepsruimte zal worden gebruikt als keukenblok. De locatiemanager verklaart schriftelijk dat uiterlijk 1 februari 2014 in de sanitaire ruimte een inklapbare verschoontafel zal worden bevestigd. Een aantal gezondheidsmaatregelen dient nog uitgevoerd te worden voor aanvang van exploitatie. In verband met risico’s die betrekking hebben op het binnenmilieu, dienen haakjes geplaatst te worden op de deuren zodat de beroepskrachten kunnen ventileren. Er zijn namelijk geen ramen die open kunnen in de groepsruimte. Ook dient er nog een thermometer op de groep te worden geplaatst zodat de beroepskrachten gezondheidsmaatregelen met betrekking tot het binnenmilieu kunnen naleven. De zonwering voor de ramen functioneert niet goed tijdens het inspectiebezoek. De beroepskrachten verklaren dat er ten tijde van het inspectiebezoek overleg plaatsvindt met het stadsdeel over de plaatsing van zonwering. Door middel van een werkoverleg met de locatiemanager, studiedagen en werkinstructies zullen de beroepskrachten op de hoogte worden gehouden van het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Het werkoverleg zal om de drie weken plaatsvinden. De beroepskrachten kunnen de werkinstructies opzoeken op Intranet; een computer wordt geplaatst in de groepsruimte. Daarnaast zullen de huisregels in de groepsruimte zichtbaar zijn. Beide beroepskrachten zijn in het bezit van een certificaat voor het verlenen van BHV en zijn bekend met het beleid van de houder. Meldcode kindermishandeling De houder is in het bezit van de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Deze zal via Intranet voor de beroepskrachten te raadplegen zijn. Door middel van werkoverleg en studiedagen zal de houder de kennis en het gebruik van de Meldcode bij de beroepskrachten bevorderen. Gebruikte bronnen: - beleid veiligheid d.d. 23 december 2013; - aangepast beleid veiligheid d.d. 8 januari 2014; - beleid gezondheid d.d. 23 december 2013; - aangepast beleid gezondheid d.d. 8 januari 2014; - Handboek Kwaliteit Pedagogiek, 2.1.9. Vermoeden Kindermishandeling V5,0; - Handboek Kwaliteit Pedagogiek 3.6.5 Kindermishandeling door medewerker V4,0; - inspectieonderzoek; - gesprek met de locatiemanager en beroepskrachten.
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
7/14
Ruimte en inrichting Het kindercentrum bestaat uit één groepsruimte en een aangrenzende buitenruimte. Daarnaast kan het kindercentrum gebruik maken van de gymzaal en de buitenruimte van de basisschool. Binnenruimte De groepsruimte heeft een bruto-oppervlakte van 56 m² en is daarmee geschikt voor de opvang van maximaal zestien kinderen. De ruimte is ingericht met verschillende hoeken: een leeshoek, een poppenhoek en een bouwhoek. De beroepskrachten verklaren dat knutselactiviteiten aan tafel zullen plaatsvinden. In de kasten op de groep bevindt zich voldoende knutselmateriaal. In de leeshoek, bouwhoek en poppenhoek is het aanwezige spelmateriaal nog schaars. De locatiemanager en beroepskrachten verklaren dat materiaal is besteld. In een aanvullend telefoongesprek met de locatiemanager wordt verklaard dat uiterlijk 27 januari 2014 de speelhoeken voorzien zijn van voldoende spelmateriaal. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. (art 8 lid 2 Verordening kw aliteitseisen peuterspeelzalen en voorschoolse.)
Buitenspeelruimte De buitenruimte heeft voldoende bruto-oppervlakte voor de opvang van zestien kinderen. De locatiemanager verklaart dat er nog een zandbak zal worden geplaatst. Tijdens het inspectiebezoek is de zandbak al wel aanwezig maar dient deze nog geïnstalleerd te worden. De beroepskrachten verklaren dat er fietsjes beschikbaar zijn voor de kinderen en los spelmateriaal.
Gebruikte bronnen: - plattegronden aangeleverd door de houder op 23 december 2013; - inspectieonderzoek; - gesprek met de locatiemanager en de beroepskrachten; - aanvullend gesprek met de locatiemanager d.d. 14 januari 2014.
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
8/14
Ouderrecht De houder zal ouders informeren door middel van het locatiekader, een informatiepakket, het intakegesprek, de website van de houder en de website van basisschool de Horizon. Daarnaast zal er maandelijks een nieuwsbrief aan ouders worden verstuurd en zullen er eenmaal per jaar oudergesprekken plaatsvinden. Informatie Ouders worden voldoende geïnformeerd over het te voeren beleid. In het locatiekader is een beschrijving opgenomen van de opleidingseisen van de beroepskrachten met betrekking tot voorschoolse educatie. Een beschrijving van de opleidingseisen voor de beroepskrachten met betrekking tot de wet Kinderopvang ontbreekt echter; dit geldt als aandachtspunt en zal bij het eerstvolgende inspectieonderzoek worden beoordeeld. Tijdens het intakegesprek zullen ouders worden geïnformeerd door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen. De beroepskrachten verklaren dat er daarnaast een informatiebord op de groep zal worden geplaatst waarop is te zien welke beroepskrachten worden ingezet. Klachten De houder beschikt over een klachtenregeling. Deze regeling is te vinden in de algemene informatiefolder. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, namelijk de sKK. De houder brengt de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen: - 'De Dagelijkse praktijk op..' (januari 2014); - klachtenregeling; - inspectieonderzoek; - gesprek met de beroepskrachten en locatiemanager.
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
9/14
Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep danwel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Voorschoolse educatie
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
10/14
A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte speelruimte beschikbaar per kind. De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m2 bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. De houder leeft geheimhoudingsplicht na. Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
11/14
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
12/14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Voorschool de Brenner 000028646738
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Stichting Kinderopvang Humanitas Postbus 591 6400 AN HEERLEN 41208044 www.kinderopvanghumanitas.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. G. Stelk
15 Ja
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Stadsdeel Nieuw-West : Postbus 2003 : 1000 CA AMSTERDAM
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
08-01-2014 15-01-2014 17-01-2014 17-01-2014 17-01-2014
: 17-01-2014 :
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. GGD Infectieziekten, hygiëne en inspectie T.a.v. mevr. J. Worp Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM Amsterdam, 16 januari 2014. Betreft: Zienswijze op inspectierapport Voorschool de Brenner (Brenner 9, 1060 NT AMSTERDAM). Geachte mevrouw Worp, Bij deze geven wij onze zienswijze op het inspectierapport van Voorschool de Brenner, opgesteld naar aanleiding van het inspectiebezoek op 8 januari jl. Tijdens dit inspectiebezoek zijn een aantal voorwaarden geconstateerd waaraan niet is voldaan. Onderstaand treft u onze toelichting hierop aan. Advies aan college van B&W Het is correct dat kinderopvang Humanitas een exploitatievergunning voor 15 kindplaatsen heeft aangevraagd. Dit had echter voor 16 kindplaatsen moeten zijn. Wij zullen met spoed een wijziging op de vergunning indienen. De ruimte, zoals ook benoemd in het inspectierapport, voldoet aan de eis voor 16 kindplaatsen. Pedagogisch klimaat Het pedagogisch beleidsplan zal aangepast worden op de volgende punten: - Spelactiviteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep danwel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten - De wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door onder andere niet structureel ingezette personen - De wijze waarop beroepskrachten toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij hierbij ondersteund worden In week 5 is het beleidsplan aangepast. Ruimte en inrichting Het in het rapport genoemde nog ontbrekende speelgoed is al besteld, tezamen met het meubilair en overige inventaris, maar kon nog niet geleverd worden. Hierover hebben wij contact gehad en houden wij contact met de firma Heutink. Zij kunnen echter niet garanderen dat we het op tijd voor de opening binnen hebben. Mochten zij niet op tijd kunnen leveren zullen wij de materialen op andere wijze aanschaffen. Op de dag van de opening zullen de speelhoeken volledig ingericht en toegerust zijn. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en dat u deze zienswijze op zult nemen in het definitieve rapport. Met vriendelijke groeten, Namens Kinderopvang Humanitas,
Margreet Punter, locatiemanager a.i.
Voorschool de Brenner - Onderzoek na aanvraag 08-01-2014
14/14