Inspectierapport LoGé in Huis V.O.F. (KDV) Willaerlaan 1a 3925HL SCHERPENZEEL GLD Registratienummer 245852943
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Scherpenzeel 12-05-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 30-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. De toezichthouder is ter plekke in alle documenten voorzien. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum(en de inspectiegeschiedenis), volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum: LoGé in Huis biedt kleinschalige opvang en is gevestigd aan de Willearlaan 1a te Scherpenzeel. Dit pand wordt gedeeld met een dierenartsen praktijk. Er wordt gecombineerde opvang geboden. Dat betekent dat er opvang geboden wordt aan kinderen van 0 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. LoGé in Huis bestaat uit één groep voor maximaal 16 kinderen. Beide houders staan dagelijks op de groep. Bevindingen op hoofdlijnen: Er heeft een observatie plaatsgevonden bij KDV LoGé in Huis in de ochtend. De volgende domeinen zijn getoetst; Pedagogisch Klimaat en Personeel en groepen. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat men aan alle getoetste voorwaarden van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: · emotionele veiligheid; · persoonlijke competentie; · sociale competentie; · overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum ( versie Januari 2015). Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Er is geobserveerd tijdens het vrij spelen, het voeden van een baby, het opruimen en het buiten spelen van de kinderen. Pedagogische praktijk Hieronder worden de 4 pedagogische basisdoelen beschreven zoals die bij KDV LoGé in Huis tijdens de observatie tot uiting kwamen; Het waarborgen van de emotionele veiligheid; "De beroepskrachten weten op welke wijze zij kunnen aansluiten op bioritme en afspraken voor individuele baby’s. Er is informatie over iedere baby bekend bij de beroepskrachten. Binnen de groepsroutine houden de beroepskrachten rekening met de eigenheid van ieder kind en zijn thuisgewoontes (knuffel, muziekje, drinktempo, favoriet speeltje)." Wanneer een kleine baby huilt loopt de beroepskracht er zachtjes wiegend mee door de ruimte. De andere beroepskracht zoekt het speentje van de baby en geeft deze om vervolgens een flesje klaar te maken. De beroepskracht gaat rustig in een hoekje zitten om een baby de fles te geven De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorg draagt dat de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd. Ontwikkeling van de persoonlijke competenties; "De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en –niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces." Er zijn veel gesprekjes tussen de kinderen en de beroespkrachten. Wanneer de beroepskracht de zandbak klaarmaakt om te spelen en een kind aangeeft dat hij een plan heeft om te doen in de zandbak, staat zij open voor zijn idee. De beroepskracht probeert spelenderwijs ook de kinderen iets te leren door hardop en samen te tellen wanneer ze in de zandbak spelen. Een kind zegt ' ik hoor een harde knal" , de beroepskracht reageert erop door te zeggen ' hoorde jij een harde knal?, waar kwam die harde knal vandaan?" De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorg draagt dat de ontwikkeling van de persoonlijke competenties wordt gewaarborgd. Ontwikkeling van de sociale competenties; "De beroepskrachten begeleiden ook de positieve interacties tussen kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen (bv. leren delen, naar elkaar luisteren, wachten, helpen). Zij benoemen en belonen het als kinderen een (bijna) conflict zelf hebben opgelost." Een jongen die 2 scheppen heeft wordt door de beroepskracht gestimuleerd om 1 schep aan iemand anders te geven. Wanneer de jongen wat twijfelend kijkt, schiet de beroepskracht te hup en doen ze het samen en zeggen ze er 'asjeblieft' bij. De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorg draagt dat de ontwikkeling van de sociale competenties wordt gewaarborgd.
4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
Overdracht van normen en waarden; "Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen." De beroepskracht wijst de kinderen op regels die gelden binnen het KDV zoals; de emmer met zand moet in de zandbak, het zand mag niet op de deksel geschept worden en wanneer een jongen op de zandbakrand gaat staan zegt ze dat hij eraf moet gaan omdat hij kan vallen. De conclusie uit bovenstaande is dat de houder zorgt draagt dat de overdracht van normen en waarden wordt gewaarborgd. Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd, waarbij geconstateerd is dat er voldoende zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de vier pedagogische basisdoelen. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (met de 2 houders) • Observaties (de pedagogische praktijk)
5 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag Er is een steekproef afgenomen onder de vaste beroepskrachten (waaronder ook de 2 houders). Van 4 vaste beroepskrachten (waaronder de 2 houders), een nieuwe beroepskracht en een stagiaire zijn de verklaring omtrent het gedrag ingezien en in orde bevonden.
Passende beroepskwalificatie Er is een steekproef afgenomen onder de vaste beroepskrachten (waaronder ook de 2 houders). Van 4 vaste beroepskrachten (waaronder de 2 houders), een nieuwe beroepskracht zijn de beroepskwalificaties ingezien en in orde bevonden.
Opvang in groepen Een stamgroep is een vaste groep kinderen. Er zijn 2 vormen van groepen binnen de kinderopvang; horizontaal en verticaal. In een horizontale groep zitten kinderen van dezelfde leeftijd, in een verticale groep zitten kinderen van 0 tot 4 jaar. Bij LoGé is sprake van een gecombineerde groep KDV en BSO, dit betekent dat er kinderen worden opgevangen van 0 tot 12 jaar. Onder schooltijd bestaat de groep uit maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, na schooltijd (en in vakanties) komen hier afhankelijk van het aantal KDV kinderen 4 tot 6 kinderen bij. De groep is echter nooit groter dan 16 kinderen van 0 tot 12 jaar. Bovenstaande is zo afgesproken tussen gemeente, toezichthouder en houder. LoGé in Huis vormt hiermee een uitzondering maar dit is mogelijk vanwege de afname van opvang per uur. KDV LoGé in Huis voldoet wat betreft omvang en samenstelling van de groepen aan de wettelijke voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal kinderen. Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten blijkt dat de beroepskracht-kindratio op deze locatie voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (met de 2 houders) • Verklaringen omtrent het gedrag (juni 2014 ( nieuwe beroepskracht, maart 2015 (stagiaire)) • Diploma's beroepskrachten • Arbeidscontracten • BBL-contracten • Presentielijsten (week 18 en 19) • Personeelsrooster (week 18 en 19)
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: LoGé in Huis V.O.F. : 12 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
LoGé in Huis V.O.F. Fluitekruidlaan 35 3925SC SCHERPENZEEL GLD www.loge.in.huis.nl 32131724
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Annemarie Bovenschen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Scherpenzeel : Postbus 100 : 3925ZJ SCHERPENZEEL GLD
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
12-05-2015 24-06-2015 Niet van toepassing 30-06-2015 30-06-2015
: 30-06-2015 : 07-07-2015
9 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-05-2015 LoGé in Huis V.O.F. te SCHERPENZEEL GLD