Inspectierapport Het Kinderhuisje (KDV) Oost-Breukelderweg 1 a 6721PG BENNEKOM Registratienummer 214537031
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Ede 19-05-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 09-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 19 mei 2015 is een inspectiebezoek gebracht aan kinderdagverblijf 'Het Kinderhuisje'. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht. Op basis van het model risicoprofiel zijn de onderzoeksactiviteiten bepaald. Deze onderzoeksactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, eventueel aangevuld met aandachtspunten uit vorige onderzoeken. Uit het onderzoek van 5 augustus 2014 zijn geen aandachtspunten naar voren gekomen. In het incidentele onderzoek van 17 november 2014 is gekeken naar de samenstelling van de stamgroepen en de beroepskracht-kindratio. De inspectie-items 'Opvang in groepen' en 'Beroepskracht-kindratio' maken standaard deel uit van het jaarlijkse onderzoek. Deze items zijn dan ook opnieuw bekeken tijdens het onderzoek van 19 mei 2015. De houder was tijdens het onderzoek niet op de locatie aanwezig. De toezichthouder heeft een gesprek gevoerd met de planner. De kindaanwezigheidslijsten en het personeelsrooster zijn tijdens het onderzoek bekeken; andere documenten zijn later toegestuurd en vervolgens beoordeeld.
Oudercommissie Op 19 mei heeft de toezichthouder een vragenlijst naar de voorzitter van de OC gestuurd. De gemeenschappelijke OC van de 3 locaties in Bennekom, bestaat uit 7 leden. De lijst is op 26 mei geretourneerd. De mening van de leden is in het rapport verwerkt. Beschouwing Feiten over kinderdagverblijf Het Kinderhuisje Kinderdagverblijf (KDV) 'Het Kinderhuisje' maakt deel uit van de Christelijke kinderopvangorganisatie 'BijdeHandjes'. Het KDV is gehuisvest in het gebouw van het Opella verpleeg- en verzorgingshuis ‘Walraven’. Het gebouw staat in het 'Baron van Wassenaerpark' te Bennekom. Op het KDV kunnen per dag maximaal 30 kinderen terecht. Er zijn twee stamgroepen voor kinderen van 0 tot 4 jaar en er is één stamgroep voor kinderen van 2½ à 3 jaar.
Inspectiegeschiedenis Na het incidentele onderzoek van 17 november 2014 is het aantal kindplaatsen uitgebreid met 2 plaatsen, omdat tot de zomer van 2015 twee kinderen extra zouden worden opgevangen. Het ging om kinderen die al 4 jaar geworden waren. Vanaf dat moment is ook besloten om met de oudste peuters uit beide stamgroepen activiteiten op de gang te gaan doen. Een vaste beroepskracht zou deze 3+-groep begeleiden. De toezichthouder heeft in het huidige onderzoek bekeken of deze werkwijze voldoet aan de eisen die in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) staan.
Oudercommissie Het lid van de OC dat de vragen uit de vragenlijst heeft beantwoord, geeft aan dat de leden van de OC in de basis tevreden zijn over de samenwerking met de houder. Er is soms sprake van een minder goede communicatie, waardoor de ouders niet altijd zicht hebben op wat zich op directieniveau afspeelt. Dit communicatieprobleem is in een open sfeer met de houder besproken, aldus het OC-lid. Er heerst tevredenheid over de continuïteit van het personeel op de groepen, over het veiligheidsen gezondheidsbeleid en over het pedagogisch klimaat. Als aandachtspunt noemt het OC-lid de bezetting rond de breng- en haaltijden. De leden van de OC hebben de houder attent gemaakt op het feit dat in het informatieboekje voor belangstellenden geen informatie is opgenomen over 'Het Kinderhuisje'. De houder zou hiermee aan de slag gaan. 3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Conclusie In de praktijk is gebleken dat de 3+-groep een welkome aanvulling is op de twee stamgroepen. De oudste kinderen hebben op de gang weliswaar niet veel speelruimte, maar ze kunnen er wel samen eten, spelletjes doen of knutselen. De communicatie tussen de houder en de leden van de OC is nog voor verbetering vatbaar, evenals de inhoud van het informatieboekje voor ouders. De houder van kinderdagverblijf 'Het Kinderhuisje' voldoet verder aan de getoetste voorwaarden vanuit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid; • persoonlijke competentie; • sociale competentie; • overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het 'Veldinstrument observatie pedagogische praktijk' (versie januari 2015). De cursief gedrukte tekst onder het kopje 'pedagogische praktijk' is afkomstig uit dit document. Bij aankomst op het kinderdagverblijf observeerde de toezichthouder eerst in de stamgroep 'Lieveheersbeestjes'. Negen kinderen zaten aan tafel yoghurt te drinken; twee kinderen lagen in bed. Na het drinkmoment gingen vier kinderen iets voor vaderdag maken, terwijl de andere kinderen op de grond een treinrails bouwden. Eén van de baby's zat nog aan tafel. Na een tijdje werden alle kinderen die dat wilden geschminkt. Na de observatie in stamgroep 'Lieveheersbeestjes' volgden een gesprek met de planner en bezoekjes aan stamgroep 'Vlinders' en de 3+-groep. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De houder draagt zorg voor een goede uitvoering van het pedagogisch locatiewerkplan door: • Pedagogische onderwerpen in teamoverleggen (± 5x per jaar) en groepsoverleggen aan de orde te stellen. • De vaste beroepskrachten een Uk- en Puktraining te laten volgen. • Met de thema's en het dagritme uit de Uk- en Pukmethode te werken. In de periode van het onderzoek was het thema: 'Puk maakt muziek'. Emotionele veiligheid Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op'. In de praktijk: • Eén van de kinderen heeft op de WC gepoept en is daar trots op. Ze komt het vertellen aan één van de beroepskrachten. De beroepskracht reageert enthousiast: 'Ooh wat ben je toch een knapperd. Dan heb je de sticker echt verdiend!' • Eén van de beroepskrachten is spullen aan het klaarzetten, omdat ze wil gaan schminken. Een kind vraagt: 'Wat ga je doen?' De beroepskracht legt uit dat ze gaat schminken: 'Zal ik een mooie prinses van jou maken?' Er komen meer kinderen bij haar staan. De beroepskracht: 'Alle kinderen mogen schminken'. Eén van de kinderen is onder de indruk en zegt: 'Wat mooi doe je dat ... (naam beroepskracht)'. De beroepskracht: 'Vind je het mooi?' De kinderen die al geschminkt zijn, krijgen de nodige complimenten: 'Klaar! Ga maar in de spiegel kijken (het kind weet even niet welke spiegel bedoeld wordt). In de badkamer kun je kijken. Wat ben je mooi! (zegt een beroepskracht waar ze langs loopt)'. • Een jongen loopt met zijn schoenen rond om hulp te zoeken bij het aantrekken. Hij vraagt netjes aan de beroepskracht: 'Juf, wil jij mijn schoenen aandoen?' De beroepskracht: 'Zullen we dat eens samen proberen?' Ze zet de schoenen klaar en laat de jongen er zelf instappen. • Een baby ligt in de box te huilen. De beroepskracht wacht even af of hij uit zichzelf weer stopt met huilen. Als ze merkt dat het huilen aanhoudt, loopt ze naar hem toe en zegt: 'Ha jongen, kun je niet meer op de rug? Hallo, hé'. Ze pakt de baby uit de box, zet hem in een maxi cosi en geeft hem speelgoed waar een muziekje in zit. Hij krijg ook een speentje. Hij houdt op met huilen. 5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Persoonlijke competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De meeste tentoongestelde werkjes of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt. Er is verband tussen (een deel van) de werkjes of rapportages in de groepsruimte, en thema-activiteiten'. In de praktijk: In de groepsruimtes is duidelijk te zien dat het thema vanuit de Uk- en Pukmethode 'Puk maakt muziek' is: • Er hangen overal muziekinstrumenten die de kinderen zelf gemaakt hebben. De instrumenten zijn op een gekleurd papier geplakt en met wasknijpers aan een 'waslijn' gehangen. • Er zijn thema-hoekjes ingericht. Op planken liggen echte muziekinstrumenten, leesboeken in het thema, discobollen etc.
Sociale competentie Uit het pedagogisch veldinstrument: 'De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van de ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen [...]'. In de praktijk: • De kinderen die moeten wachten totdat de beroepskracht hen gaat schminken, krijgen een paar keer te horen dat ze echt allemaal aan de beurt komen. Over het meisje dat vooraan zit, zegt de beroepskracht tegen haar collega: 'Verrassend wie er vooraan zit'. Eén van de kinderen vindt het wachten wat lastig en begint met de tafel te schuiven. De beroepskracht corrigeert hem: '... (naam kind), wil je de tafel laten staan?' Later is er nog een ander kind dat zich druk en onrustig gedraagt: 'Lieve ... (naam kind), wil je alsjeblieft even gaan zitten, want ik stoot tegen jou aan (het meisje staat te dicht op de beroepskracht)'. • Na het drinken van de yoghurt, mogen de kinderen die nog geen vaderdagcadeautje gemaakt hebben aan tafel blijven zitten: '... (naam kind), jij mag even blijven zitten, jij mag plakken. ... (naam ander kind) had gisteren al geknutseld dus die mag gaan spelen. Kijk eens, kunnen jullie met de trein gaan spelen. Even de tafel schoonmaken. Mogen jullie zo wat moois gaan knutselen voor papa. Ga je het mooi versieren voor papa? Goed zo, heb je het erop geplakt? Hang ik hem op om te drogen. Mag je gaan spelen'.
Overdracht van normen en waarden Uit het pedagogisch veldinstrument: 'Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij het gedrag en behoefte van individuele kinderen'. In de praktijk: • De kinderen moeten proberen om hun yoghurt helemaal op te drinken. Als het de tweede beker yoghurt is, hoeft dat niet per se. De beroepskracht: '... (naam kind), je hebt nog yoghurt in je beker'. Een ander kind heeft ook niet alles op, maar de beroepskracht weet niet zeker of het kind al voldoende gedronken heeft: 'Heeft ... al wat op?' Antwoord andere beroepskracht: 'Ja, het is haar 2e beker'. Het kind hoeft haar 2e beker niet helemaal leeg te drinken. • 'Ga jij eens op je billetjes'. • '... (naam kind), doe maar niet aan de auto likken'. Conclusie De pedagogische praktijk voldoet aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst oudercommissie (gestuurd op 19 mei; geretourneerd op 26 mei) • Interview anderen (gesproken met de planner) • Observaties (in alle stamgroepen en in de 3+-groep) • Pedagogisch beleidsplan (BijdeHandjes kinderopvang, versie 1.18 van 21 november 2014)
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het onderzoek van 5 augustus 2014 zijn de verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) van de vaste beroepskrachten al bekeken en goedgekeurd. De toezichthouder heeft daarom alleen de VOG's van 2 nieuwe beroepskrachten en de stagiaire ingezien. De VOG's zijn gedateerd op 19 november 2014 (nieuwe beroepskracht), 8 december 2014 (nieuwe invaller) en 5 augustus 2014 (stagiaire). Ze voldoen alle drie aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie Tijdens het onderzoek van 5 augustus 2014 zijn de diploma's van de vaste beroepskrachten al bekeken en goedgekeurd. De toezichthouder heeft daarom alleen de diploma's van twee nieuwe beroepskrachten ingezien. De beroepskrachten beschikken allemaal over een beroepskwalificatie die geschikt is voor de werkzaamheden in de kinderopvang. Opvang in groepen Kinderdagverblijf 'Het Kinderhuisje' heeft 3 stamgroepen: • Stamgroep 'Vlinders' voor maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar. • Stamgroep 'Lieveheersbeestjes' voor maximaal 14 kinderen van 0 tot 4 jaar. • Stamgroep '3+' voor maximaal 8 kinderen van 2 en 3 jaar. 3+-groep De hal is ingericht voor de kinderen van 3 jaar, zodat een vaste beroepskracht daar activiteiten kan aanbieden ter voorbereiding op de basisschool. De kinderen uit de 3+-groep maken dus deel uit van twee stamgroepen: 'Vlinders' of 'Lieveheersbeestjes' en stamgroep '3+'. Ouders hebben schriftelijk toestemming gegeven voor het feit dat hun kinderen deel uit maken van 2 stamgroepen. Beroepskracht-kindratio Op de dag van het onderzoek voldeed de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen aan de gestelde eisen: • In de stamgroep 'Lieveheersbeestjes' vingen 2 beroepskrachten en een stagiaire 14 kinderen op. 2 van de 14 kinderen speelden in de 3+-groep op de gang. • In de stamgroep 'Vlinders' vingen 3 beroepskrachten 16 kinderen op. 5 van de 16 kinderen speelden in de 3+-groep op de gang. Eén van de drie beroepskrachten ving de kinderen van de 3+-groep op. • In de 3+-groep speelden 7 kinderen: 5 kinderen van de stamgroep 'Vlinders' en 2 kinderen van de stamgroep 'Lieveheersbeestjes'. In de week van de steekproef, week 21, was de beroepskracht-kindratio ook conform de eisen die in de Wko staan. In de stamgroep 'Vlinders' zijn alleen op maandag, dinsdag en donderdag 3 beroepskrachten aan het werk. Op die dagen kan dus één van deze beroepskrachten de kinderen van de 3+-groep begeleiden. Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met de planner) • Observaties (in alle stamgroepen en in de 3+-groep) • Verklaringen omtrent het gedrag (van de nieuwe medewerkers en de stagiaire) • Diploma's beroepskrachten (van de nieuwe medewerkers) • Presentielijsten (van week 21) • Personeelsrooster (van week 21)
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Het Kinderhuisje : 30 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Christelijke Kinderopvang BijdeHandjes Nachtegaalweg 20 3 3774PG KOOTWIJKERBROEK www.bijdehandjes.info 56823762
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Postbus 5364 6802EJ ARNHEM 0800-8446000 Miriam Rogmans
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Ede : Postbus 9022 : 6710HK EDE GLD
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
19-05-2015 02-06-2015 09-06-2015 09-06-2015 11-06-2015
: 11-06-2015 : 18-06-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Naar aanleiding van de inspectie op 19 mei schrijf ik deze zienswijze. Als kinderopvang willen wij een plek creëren die veilig is en voelt voor de kinderen. Wij zijn blij dat er geen tekortkomingen zijn geconstateerd. Uiteraard willen wij als organisatie vooruitkijken en de kwaliteit blijven borgen en verbeteren. De communicatie met de oudercommissie had verbeterpunten, dit is ondertussen opgepakt met de oudercommissie en deze punten zijn besproken. Wij kijken uit naar een goede samenwerking. Verder hebben wij een peutergroep gerealiseerd voor kinderen vanaf ongeveer 2,5 jaar waar wij extra activiteiten mee doen. Het is belangrijk dat de ontwikkeling wordt gestimuleerd, op deze manier kunnen wij daar extra aandacht aangeven. De samenwerking met de GGD was wederom prettig, dank ook voor het meedenken en de waardevolle tips.
Rianne van den Brink
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 Het Kinderhuisje te BENNEKOM