Inspectierapport Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens (BSO) Macharenseweg 14 5346JM OSS Registratienummer 517733031
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant OSS 13-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 01-12-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing BSO Russenuil bevindt zich in een sportaccommodatie van de hockeyclub MHC. Op deze locatie worden maximaal 30 kinderen in de leeftijd van 8-13 jaar opgevangen. Naast de gebruikelijke BSO-activiteiten kan er gebruik gemaakt worden van de naastgelegen sportvelden. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risico gestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Het inspectiebezoek heeft op twee momenten plaatsgevonden. De eerste keer op donderdag 13 november 2014, echter toen waren op het late tijdstip nauwelijks nog kinderen aanwezig. Op donderdag 20 november 2014 heeft de pedagogische observatie plaatsgevonden. De BSO heeft twee ruimten tot hun beschikking die beperkt van afmeting zijn. Het aantal beschikbare vierkante meters is 42 m2. Daarnaast kan de BSO gebruik maken van de kantineruimte. Hier kan een tafeltennistafel geplaatst worden. Van deze ruimte wordt veel gebruik gemaakt. Tijdens het eerste bezoek was de kantineruimte in gebruik door een sportclub, hierdoor was deze ruimte niet beschikbaar voor de BSO. Pedagogisch medewerkers gaven aan dat dit met tussenpozen plaats vindt. Het gaat hierbij om in totaal 10 tal dagen in 10 weken. Als het mooi weer is, is dit geen probleem omdat de kinderen dan naar buiten gaan om te spelen. Maar bij slecht weer is de bestaande BSO-ruimte van 42 m2 te beperkt. Hier kunnen maximaal 12 kinderen opgevangen worden. Er dient namelijk per aanwezig kind 3,5 m2 binnenruimte beschikbaar te zijn. De kantineruimte is noodzakelijk om aan de hoeveelheid vierkante meters te voldoen. De binnenruimte was geen onderdeel van deze inspectie derhalve is geconstateerde bovenstaand beschreven als aandachtspunt. De BSO gaat binnen afzienbare tijd gebruik maken van een nieuw gebouw, dit is gezien de aankleding van de kantine (gedateerd) en de vervelende akoestiek ook wel aan te bevelen. Overleg en overreding De houder heeft waar mogelijk in overleg met de inspecteur gebruik gemaakt van overleg en overreding. Dit houdt in dat de documenten die nog niet gereed of compleet waren binnen 1 week aangepast zijn en overlegd aan de toezichthouder. Dit is alleen mogelijk bij documenten die op afstand te beoordelen zijn. Daar waar dit van toepassing is staat het beschreven in de toelichting bij de betreffende domeinen. Zo zijn naar aanleiding van overleg en overreding de volgende punten al opgelost: - aanwezigheid van diploma's van medewerkers - afmetingen binnenruimte Inspectiegeschiedenis 17-12-2013 reguliere inspectie, geen overtredingen 21-08-2012 reguliere inspectie, geen overtredingen 20-12-2011 reguliere inspectie, 1 overtreding, instellen oudercommissie Conclusie Er zijn geen overtredingen uit deze inspectie gekomen. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. 3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. • De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. • De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. • De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan en handelen ernaar. Observatie dd. 20 november 2014 Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen (cursief) zijn aan dat instrument ontleend en zijn tijdens het onderzoek onder andere op locatie geconstateerd. Na een beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er is een verdeling gemaakt per kerncompetentie. Op deze locatie werken 2 pedagogisch medewerkers en een vrijwilliger/stagiaire, in onderstaande beschrijvingen is hier geen onderscheid in gemaakt en wordt gesproken over een pedagogisch medewerker ook als het de vrijwilliger/stagiaire betreft. Het waarborgen van sociaal emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen
De pedagogisch medewerkers kennen de kinderen, een kind wat later binnenkomt wordt individueel begroet. Ook de kinderen kennen de pedagogisch medewerkers goed, dit blijkt uit een kind dat bij binnenkomst roept; ‘E, wij zijn er’ De pedagogisch medewerker is op de hoogte van de situatie van kinderen, zij weten of een kind jarig is geweest of ergens heen is geweest, zij tonen belangstelling. De pedagogisch medewerker gedraagt zich sensitief en responsief naar de kinderen. Een van de kinderen voelt zich niet zo lekker. De pedagogisch medewerker informeert uitvoerig wat er aan de hand is en toont betrokkenheid. De pedagogisch medewerker heeft gesprekjes met kinderen, waarbij zij “beurt wisselt” pedagogisch medewerker en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. De pedagogisch medewerker moedigt door haar houding gesprekjes tussen kinderen aan. Het is merkbaar bij de kinderen dat zij dit prettig vinden.
De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen
Er is continue interactie tussen pedagogisch medewerkers en kinderen; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. De pedagogisch medewerkers laten merken dat ze de kinderen mogen; ze maken grapjes, geven complimentjes en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de pedagogisch medewerker. 5 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep
Het welbevinden van de kinderen is goed, bij binnenkomst kunnen kinderen wat drinken en wordt er fruit gegeten, dit vindt in een ontspannen en plezierige sfeer plaats. Er wordt veel gekletst en pedagogisch medewerkers/stagiaire zijn vol aandacht voor de kinderen. De meeste kinderen kiezen activiteiten, een deel van de kinderen kiest ervoor om te gaan knutselen, een groepje kleurt eerst een poosje aan een kleurplaat en gaat later hockey spelen of met een pedagogisch medewerker voetballen op de sportvelden. Ook een deel van de kinderen blijft lekker aan tafel zitten kletsen met elkaar. Het geheel geeft een prettige en gemoedelijke indruk. De kinderen reageren positief op elkaar.
De kinderen worden uitgenodigd tot participatie
De activiteiten passen bij de individuele interesses en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Zij krijgen daarbij de ruimte om zelf te kiezen en te bepalen wat zij doen. Bijvoorbeeld een aantal kinderen gaat kleuren, knutselen of sporten. De BSO biedt ruimte voor diverse activiteiten, er kan in de BSO ruimte tv gekeken worden, er staat een voetbalspel en er is een tafel voor knutselactiviteiten. Tijdens de observatie wordt veelal gebruik gemaakt van de kantine van de sportclub. Er is een knutselactiviteit voorbereid waar kinderen aan mee kunnen doen, maar er kan ook onder begeleiding gesport worden op naastgelegen sportveld. Er is binnen de BSO een kinderraad, hierin wordt samen met de kinderen en de pedagogisch medewerkers gesproken over de zaken die de BSO aangaan en de activiteiten die zij leuk vinden.
Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen
Kinderen hebben op hun opvang dag altijd vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep. Dat blijkt uit de opmerking van een van de kinderen; is S er vandaag niet?’ Een vast team van 2 pedagogisch medewerkers is werkzaam op deze locatie, tevens is er een vast vrijwilligster/stagiaire aanwezig.
De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen
De pedagogisch medewerkers sluiten op een passende wijze aan bij het ontwikkelingstempo en niveau van de kinderen. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die passend zijn voor deze leeftijd. De pedagogisch medewerker stimuleert een kind om bijvoorbeeld ook nog een stofje te gebruiken tijdens het knutselgebeuren.
Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen.
Gedurende de gehele observatie is er een goede interactie tussen de pedagogisch medewerkers en kinderen. Kinderen gaan ontspannen om met de pedagogisch medewerkers en vertellen wat hun bezig houdt. De kinderen gedragen zich zelfstandig en zijn zelf verantwoordelijk bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten.
Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting
De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit, zoals kleuren, knutselen of buitenspelen/sporten. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Kinderen kunnen in overleg binnen de gehele BSO spelen. Het is mogelijk dat kinderen een eigen plekje voor privacy zoeken, dit kan op de bank bij de tv. De meeste kinderen zijn meestal bezig. Er is ook ruimte voor ontspanning zoals lekker kletsen.
6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Er is aandacht voor leermomenten
Er is spelmateriaal voor verschillende ontwikkelingsgebieden, knutselen, verkleden, computeren, lezen, buitenspelen enz.
De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen de kinderen onderling.
De pedagogisch medewerkers benutten de gebeurtenissen van de kinderen die zij vertellen om kinderen te leren om emoties met elkaar te delen en te verwoorden. Andere kinderen gaan hierop in en reageren hierop. Bijvoorbeeld een kind geeft aan dat hij/zij hoofdpijn heeft. Dit wordt gedeeld met elkaar, kind krijgt even later advies om goed te drinken.
De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren
De pedagogisch medewerkers hebben met alle kinderen in de groep een persoonlijke relatie. Voorkeur of ergernis is niet waarneembaar. De pedagogisch medewerkers zetten zich in voor een positieve sfeer door hun houding en aandacht. Tijdens de observatie formeren er zich diverse groepjes, geen enkel kind valt buiten. De pedagogisch medewerkers laten veel initiatief voor samen spel over aan de kinderen.
Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig.
De kinderen eten en drinken gezamenlijk aan tafel, een kind vraag: mag ik een halve appel’. Kinderen komen binnen en hangen jas op en gaan aan tafel zitten.
Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld.
De pedagogisch medewerker geeft de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met ander kinderen en ouders; ze is vriendelijk, luistert en leeft mee. De pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld met betrekking tot de gezondheidspraktijk (gezond eten, en actief bewegen) in het bijzijn van de kinderen. Pedagogisch medewerkers eten fruit met de kinderen mee en neemt deel aan het spel buiten.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (Pedagogisch medewerkers en vrijwilliger/stagiaire) Observaties (13 november 16.45 - 17.30 uur en 20 november 14.15-15.20 uur) Pedagogisch beleidsplan
7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de aanwezig pedagogisch medewerkers als 1 pedagogisch medewerker die als vrijwilliger ingezet wordt, gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De vrijwilliger is tevens stagiaire. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een verklaring omtrent het gedrag, die voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Op dit punt is overleg en overreding toegepast, de diploma's zijn in een later stadium via de mail beoordeeld. Opvang in groepen De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor de kinderen eindigt. Beroepskracht-kindratio Op deze locatie kunnen in totaal 30 kinderen opgevangen worden in de leeftijd van 8-12 jaar. Op moment van inspectie waren 17 kinderen aanwezig met 2 pedagogisch medewerkers en een vrijwilliger. Een steekproef uit een tweetal dagen in week 46 blijkt dat aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Pedagogisch medewerkers en vrijwilliger/stagiaire) Observaties (13 november 16.45 - 17.30 uur en 20 november 14.15-15.20 uur) Verklaringen omtrent het gedrag (2 pedagogisch medewerkers en 1 vrijwilliger/stagiaire) Diploma's beroepskrachten (2 pedagogisch medewerkers en 1 vrijwilliger/stagiaire) Plaatsingslijsten (13 november, 11 november en 10 november 2014) Presentielijsten (13 november, 11 november en 10 november 2014)
8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens : http://www.buitenschoolsenet.nl : 30
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Het Buitenschoolse Net Rossinistraat 9 5344AK OSS www.buitenschoolsenet.nl 17109926
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 C. van Hulst
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: OSS : Postbus 5 : 5340BA OSS
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
13-11-2014 28-11-2014 Niet van toepassing 01-12-2014 05-12-2014
: 05-12-2014 : 26-12-2014
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 13-11-2014 Het Buitenschoolse Net, Locatie Russenuil 4Teens te OSS