Inspectierapport Buitenschoolse opvang De Barte (BSO) Dominee Veenweg 10a 8456 HR DE KNIPE Registratienummer 148505120
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Fryslân Heerenveen 10-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 5 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De werkzaamheden van de toezichthouder bestonden in dit onderzoek uit: • Een bureauonderzoek van verkregen documenten; • Een locatiebezoek. Daarnaast heeft de toezichthouder mail contact gehad met de houder.
Beschouwing Op verzoek van de Gemeente Heerenveen heeft er op 10 augustus 2015 een onaangekondigde inspectie plaatsgevonden door GGD Fryslân, op basis van risico gestuurd toezicht bij Buitenschoolse opvang De Barte te De Knipe. Bij een inspectie op basis van risico gestuurd toezicht worden niet alle onderdelen beoordeeld, het gaat met name om de uitvoering van de praktijk. Buitenschoolse opvang De Barte is onderdeel van Kinderwoud B.V. Naast buitenschoolse opvang biedt Kinderwoud ook dagopvang, peuteropvang en gastouderopvang aan. De buitenschoolse opvang is gehuisvest in een multifunctioneel gebouw dat bestaat uit een dorpshuis, basisscholen, gymzaal, buitenschoolse opvang, dagopvang voor ouderen en een ruimte voor de dorpskrant. De buitenschoolse opvang heeft de beschikking over twee ruimtes in het multifunctionele gebouw; een groepsruimte die ook door de peuterspeelzaal wordt gebruikt en een speellokaal. Als buitenspeelterrein wordt het schoolplein gebruikt en het speelveld "stoer", waar kinderen onder andere kunnen voetballen. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren hebben de volgende inspectie plaatsgevonden: 25 oktober 2012; risico gestuurd toezicht. Geen tekortkomingen geconstateerd. 9 april 2013; risico gestuurd toezicht. Geen tekortkomingen geconstateerd. 25 oktober 2012; risico gestuurd toezicht. Geen tekortkomingen geconstateerd. Inspectiebevindingen Tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn geen tekortkomingen geconstateerd.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid wordt aan de pedagogische praktijk getoetst. Kinderwoud werkt met een algemeen pedagogisch beleidsplan, een algemeen werkplan per opvangsoort en ter aanvulling hierop het document "Locatie specifieke bijlage", welke van BSO De Barte digitaal is ontvangen en ingezien.
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk heeft de toezichthouder gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk – kindercentra en peuterspeelzalen (www.rijksoverheid.nl). Het veldinstrument is ingedeeld naar de vier pedagogische basisdoelen die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang. Deze basisdoelen zijn: • • • •
Het waarborgen van emotionele veiligheid; Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie; Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie; Socialisatie; het overdragen van waarden en normen.
Aan de hand van het genoemd veldinstrument is de pedagogische praktijk tijdens het onderzoek op locatie beoordeeld. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden op 10 augustus en 20 augustus 2015. Tijdens het inspectiebezoek van 10 augustus waren er 5 kinderen aanwezig en 1 beroepskracht werkzaam. Tijdens het inspectiebezoek van 20 augustus waren er 22 kinderen aanwezig en 3 beroepskrachten en een vrijwilligster werkzaam. De observatie heeft plaats gevonden tijdens een tafelmoment en buitenspelen. Conclusie: De beroepskrachten handelen volgens de vier competenties uit de Wet kinderopvang zoals deze beschreven staan in het pedagogisch beleidsplan, het werkplan en de locatie specifieke bijlage.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw H. de Wal, clustermanager) • Interview anderen (beroepskrachten) • Observaties (Tijdens vrij spel en buitenspelen) • Pedagogisch werkplan (Locatie specifieke bijlage ontvangen op 18 augustus 2015).
4 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Op 1 maart 2013 is er gestart met continue screening in de kinderopvang. Medewerkers in de kinderopvang worden voortdurend gescreend op strafbare feiten die een belemmering vormen bij het werken met kinderen. Vrijwilligers en stagiaires kunnen vooralsnog geen deel uitmaken van het systeem van continue screening. Door een wetswijziging die op 1 juli 2013 inwerking is getreden, is daarom geregeld dat deze medewerkers iedere twee jaar een nieuwe VOG moeten aanvragen. De Verklaringen omtrent gedrag (VOG's) van de 3 vaste beroepskrachten, 3 vaste invalkrachten, 2 stagiaires en de vrijwilligster zijn ingezien. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de verklaringen omtrent gedrag voldoen aan de gestelde wettelijke criteria.
Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. De diploma's van de 3 vaste beroepskrachten en de 3 vaste invalkrachten zijn ingezien. Conclusie: Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO Kinderopvang.
Opvang in groepen Een basisgroep is een vaste groep kinderen in de dagopvang in een passend ingerichte vaste groepsruimte. Er wordt gewerkt met twee groepen. Voor de kinderen tot 8 jaar vindt het eet- en drink moment plaats in de groepsruimte die gedeeld wordt met de peuterspeelzaal. De kinderen van 8 jaar en ouder hebben een eet- en drinkmoment aan een uitklapbare tafel in de speelhal. De indeling van de twee groepen wordt, aan de hand van kleuren, inzichtelijk gemaakt in de agenda. Wanneer er niet meer dan 20 kinderen aanwezig zijn worden de twee groepen samengevoegd en is het eet- en drink moment voor alle kinderen in de groepsruimte. Dit was gedurende de vakantieperiode ook het geval. Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria in en op het gebied van de opvang in groepen.
5 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
Beroepskracht-kindratio Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverheid.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreft het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag. Ten tijde van de observaties werd aan de beroepskracht-kindratio voldaan; er waren op 10 augustus 5 kinderen aanwezig die begeleid werden door 1 beroepskracht en op 20 augustus waren er 22 kinderen aanwezig die begeleid werden door 3 beroepskrachten en een vrijwilligster. De toezichthouder heeft de presentielijsten en roosters ingezien op de locatie (week 28 t/m 34). Uit een steekproef van de presentielijsten en de roosters en tijdens de inspectie blijkt dat de beroepskracht-kindratio op de groepen voldoet aan de eisen uit de Wet Kinderopvang. Uit het rooster, de presentielijsten en het interview met de beroepskrachten blijkt dat er geen sprake is van afwijken van de beroepskracht-kindratio. Conclusie: De toezichthouder constateert dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van de beroepskracht-kindratio.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw H. de Wal, clustermanager) • Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag ( VOG’s beroepskrachten ontvangen op 18 augustus 2015, • VOG vrijwilligster ontvangen op 24 augustus 2015) • Diploma's beroepskrachten (ontvangen op 18 augustus 2015) • Presentielijsten (agenda week 28 t/m 34 ingezien op de locatie) • Personeelsrooster (week 28 t/m 34 ingezien op de locatie en ontvangen op 10 augustus 2015).
6 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: De Barte : www.kinderwoud.nl : 40
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kinderwoud Kinderopvang Trambaan 1e 8441 BH HEERENVEEN www.kinderwoud.nl 01106502
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Mevrouw K. Wilpshaar
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Heerenveen : Postbus 15000 : 8440 GA HEERENVEEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
10-08-2015 24-08-2015 03-09-2015 08-09-2015 08-09-2015
: 29-09-2015
9 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 10-08-2015 De Barte te DE KNIPE