INHOUDSOPGAVE Inleiding
03
01 Pegasus in de klassieke oudheid
05
De oorsprong van de mythen 02 Pegasus in de middeleeuwse encyclopedieën
09
Veranderingen in reputatie en uiterlijk 03 Interpretatie van klassieke mythen
16
Christelijke moraal van Pegasus toegelicht 04 Christine de Pisan en L’epistre Othea
20
Klassiek uiterlijk met christelijke moraal Conclusie
25
Bibliografie
26
Verantwoording voor de afbeeldingen
28
Aantal woorden platte tekst: 5836
2
INLEIDING ‘ De Pegasus is een afschuwwekkend dier dat voorkomt
‘Ethiopia produces lynxes in great numbers, and
in Ethiopië, zegt Plinius in zijn boek over de natuur.
sphinxes with brown hair and a pair of udders on the
Hij is zo groot als een paard en heeft de vleugels van een
breast, and many other monstrosities – winged horses
arend, maar dan veel groter. Op zijn kop staan grote
armed with horns, called pegasi...’ & ‘ The Pegasus bird
horens. Zo vervaarlijk is hij dat hij alles wat hij
with a horse’s head and the griffin with ears and a
tegenkomt vrees inboezemt. Met vleugels en poten kan dit
terrible hooked beak – the former said to be found in
vliegende paard zo’n snelheid ontwikkelen, dat hij als een
Scythia and the latter in Ethiopia...’ 2
wervelwind voorbij komt stormen. Hij heeft veel voedsel
De beschrijvingen die Van Maerlant en
nodig. De Pegasus is de schrik van alle dieren, maar het
Plinius geven verschillen sterk van Pegasus uit de
meest heeft hij het op de mens voorzien.’ 1
klassieke mythologie. Het grote gevleugelde paard, geboren uit het hoofd van Medusa, dat
Jacob van Maerlant, c. 1266
doorgaans als hulp van Bellerophon en Medusa wordt afgebeeld.3 Een andere traditie waarin De middeleeuwse dichter en auteur Jacob van
Pegasus
Maerlant (c. 1235 – c. 1300) geeft in zijn
moraliserende en verhalende traditie. Deze
natuurencyclopedie
tradities zullen ook worden besproken.
Der
naturen
bloeme
een
beschrijving van een dier genaamd Pegasus. In de
hierboven
genoemde
tot omstreeks 1500 in het westen van Europa. De nadruk zal worden gelegd op de vergelijking
Pegasus toegevoegd die een duidelijk visueel
tussen de middeleeuwse natuurencyclopedieën
beeld geeft bij de beschrijving van Van Maerlant
en
(afb. 4). Hij noemt in zijn beschrijving de
bestiaria wordt de Middelnederlandse traditie
twee die
of
het onderzoek naar de natuurencyclopedieën en
Oudere (c. 23 – 79 n. Chr.). Plinius geeft in zijn de Pegasus,
(dierenencyclopedieën
verhalende manuscripten aan de andere kant. Bij
baseert, namelijk de Romeinse auteur Plinius de
van
bestiaria
‘beestenboeken’) enerzijds, en de middeleeuwse
klassieke bron waarop hij zijn beschrijving
beschrijvingen
middeleeuwse
Pegasus doormaakt vanaf de klassieke oudheid
beschrijving is ook een afbeelding van de
Naturalis
de
iconografische en literaire ontwikkeling die
angstaanjagend dier uit Ethiopië. Naast deze
Historia
is
Dit onderzoek zal zich richten op de
beschrijving
karakteriseert Van Maerlant Pegasus als een
encyclopedie
voorkomt
aangehouden. Hiermee worden specifiek de
Van
manuscripten van Jacob van Maerlant bedoeld,
Maerlant, naar het lijkt, direct kopieert.
omdat deze natuurencyclopedieën voldoende Pliny, Natural history III, Libri VIII-XI, vers XXX & LXX, in: H. Rackham, The Loeb classical library, Londen 1961, pp. 52-53 & pp. 378-379. 2
1Jacob
van Maerlant, Het boek der natuur, samengesteld en vertaald door Peter Burger, Amsterdam 1989, pp. 56-57.
Mark P.O. Morford, Robert J. Lenardon & Michael Sham, Classical mythology. International ninth edition, New York 2011, p. 550. 3
3
INLEIDING vergelijkend
beeldmateriaal
bieden.
Het
onderzoek naar de verhalende traditie worden bekeken aan de hand van manuscripten van L’epistre Othea door de middeleeuwse auteur Christine de Pisan (c. 1364 – 1430), omdat deze wederom rijkelijk verlucht zijn. Ook zal er worden gekeken naar het ontstaan en de functie van
de
christelijke
moraal,
die
in
de
middeleeuwen veelvuldig werd toegepast op de klassieke mythen. Door verschillende afbeeldingen, beschrijvingen en tradities met elkaar te vergelijken zal worden getracht een antwoord te vinden op de vraag: hoe werd Pegasus uit de klassieke mythologie overgeleverd aan de middeleeuwen?
4
PEGASUS IN DE KLASSIEKE OUDHEID
Om een duidelijk beeld te krijgen van de iconografische en literaire tradities omtrent Pegasus is het van belang om de oorsprong van de mythe en de daarmee gepaarde iconografie vast te stellen. De oorsprong van de mythe Pegasus wordt voor het eerst genoemd in de mythe rondom de Griekse held Bellerophon, in zijn queeste tegen de monsterlijke chimaera, een mythisch wezen in de vorm van een leeuw met een geitenkop op zijn rug en een slang als staart.
Afb. 1 Toegeschreven aan de Boread schilder, Bellerophon dood de chimaira, c. 565 v. Chr., (kylix) terracota, 10.5x18.4 cm, J. Paul Getty Museum, Los Angeles.
In deze mythe wordt verhaald hoe Bellerophon met behulp van Athena het gevleugelde paard Pegasus overmeesterd. Nadat hij Pegasus heeft getemd kan Bellerophon de chimaera van doden.4
bovenaf
Chryaor geboren uit het hoofd van Medusa.5 De
Na de voltooiing van de
geboorte van Pegasus wordt in de vroeg Griekse
queeste wil Bellerophon op Pegasus naar de
kunst doorgaans weergegeven in de vorm van
hemel vliegen om zich tussen de onsterfelijken te
een klein paard, afgebeeld onder de arm van
vestigen. Oppergod Zeus is het hier niet mee
Medusa (afb. 2 en 3).
eens en stuurt een steekvlieg die Pegasus onder zijn staart prikt. Bellerophon wordt van de rug
De mythen over Bellerophon en Perseus
van de geschrokken Pegasus afgeworpen en
zijn verteld door vele klassieke auteurs en
belandt terug op aarde. Het gevleugelde paard
dichters. Eén van de eerste verwijzingen naar de
wordt vervolgens wel opgenomen op de
mythe is die van Homerus (c. 800 – c. 750
Olympus.
v. Chr.). Maar ook Hyginus (c. tweede eeuw v. Chr.), Apollodoros (c. 180 – 115 v. Chr.) en
In de latere mythe van Perseus, zoon
Euripedes (c. 480 – 406 v. Chr.) hebben over
van Zeus en Danaë, komt Pegasus ook voor. Na
hen geschreven.6
de queeste van Perseus om de gorgoon Medusa te doden, wordt Pegasus, samen met de krijger
Eric Moormann & Wilfried Uitterhoeve, Van Alexander tot Zeus. Figuren uit de klassieke mythologie en geschiedenis, met hun voortleven na de oudheid, Amsterdam 2007, p. 98. 4
Robert Graves, The Greek myths. Volume I, Edinburgh 1955, p. 237. 6 Moormann & Uitterhoeve 2007 (zie noot 4) p. 98. 5
5
PEGASUS IN DE KLASSIEKE OUDHEID
Afb. 2 Onbekend, Perseus dood Medusa, c. 550 v. Chr., (metoop) marmer, afmetingen niet teruggevonden, Museo Archeologico, Palermo.
reeksen.7 Ook Perseus wordt samen met Pegasus
De vroegste afbeeldingen van Pegasus
vanaf de zevende eeuw afgebeeld op keramiek
Vanaf de zevende eeuw v. Chr. wordt
en reliëfs, meestal terwijl hij Medusa doodt
Bellerophon samen met Pegasus afgebeeld op
(afb. 2).8 Tot in de Romeinse tijd blijft dit een
vazen en reliëfs. Hier gaat het doorgaans om
geliefd motief.
scènes waar Bellerophon samen met Pegasus vechtend tegen de chimaera wordt afgebeeld
Opvallend is dat Perseus in latere
(afb. 1). Het complete verhaal van Bellerophon
perioden wordt afgebeeld met Pegasus terwijl
samen met Pegasus wordt veelal afgebeeld op
hij Andromeda redt van het zeemonster. In de
Romeinse sarcofagen. Dit medium leent zich dankzij het grote formaat goed voor verhalende
7 8
6
Moormann & Uitterhoeve 2007 (zie noot 4), p. 98. Moormann & Uitterhoeve 2007 (zie noot 4), p. 329.
PEGASUS IN DE KLASSIEKE OUDHEID mythe neemt Perseus Pegasus niet mee op zijn
bird. And if there ever was such an animal, there would
queeste, maar maakt gebruik van gevleugelde
still be one today.’12
sandalen.9 Dit is een motief dat tot in de
Palaephatus twijfelt sterk aan het vermogen van
middeleeuwen wordt afgebeeld.
een paard om te vliegen en hij gaat uit van een misinterpretatie van de naam in de mythe.
Het geloof in mythen In
de
klassieke
mythologische
wereld
verhalen
zijn nauw
religie met
Aangezien pagae ‘water’ of ‘bronnen’ betekend
en
vindt hij de naam geschikter voor een schip.
elkaar
Palaephatus gaat er dan ook van uit dat
verweven. De goden staan centraal in het
Bellerophon niet met een paard maar met een
dagelijkse leven in de Griekse polis (stadstaat) en
schip genaamd Pegasus de chimaera heeft
men heeft dan ook een sterk geloof in de goden
verslagen.13 Ook concludeert Palaephatus dat als
met de bijbehorende mythen.10 In de oudheid
er ooit een vliegend paard heeft bestaan, er nog
wordt het bestaan van mythische wezens als
steeds zo’n wezen te vinden zou moeten zijn. En
Pegasus echter ook betwijfeld. Een veel
dat bleek uiteraard niet het geval.
gebruikte methode om het bestaan van deze wezens te ontkrachten is het rationalistisch denken. Eén van de eerste rationalistische denkers was de Griekse auteur Palaephatus (c. vierde eeuw v. Chr.). Hij stelt al in de vierde eeuw v. Chr. dat het bestaan van vele mythische wezens te verklaren is door een woordspeling, een naamsmisverstand of foutieve interpretatie van de fysieke eigenschappen van een bepaald dier.11 Palaephatus heeft ook een verklaring voor Pegasus: ‘They say that Pegasus, a winged horse, carried Bellerophon aloft. But it seems to me that a horse could hardly do such a thing – not even with all the wings of a
Graves 1955 (zie noot 5), p. 237. Morford, Lenardon & Sham 2011 (zie noot 3), p. 694. 11 Pamela Gravestock ‘Did imaginary animals exist?’ in: Debra Hassig (ed.), The mark of the beast, New York/Londen 1999, p. 121. 9
10
Palaephatus, On unbelievable tales, vertaald en becommentarieerd door Jacob Stern, Wauconda 1996, p. 58. 13 Palaephatus 1996 (zie noot 12), p. 58. 12
7
PEGASUS IN DE KLASSIEKE OUDHEID
Afb. 3 Medusa reliëf, terracotta, c. 600 v. Chr., Syracuse museum, Sicilië, Italië.
8
PEGASUS IN DE MIDDELEEUWSE ENCYCLOPEDIEËN In de middeleeuwse natuurencyclopedieën en
beschrijving vervolgens over. Ten slotte genoten
bestiaria ondergaat Pegasus een ware imago
klassieke auteurs en de Bijbel het hoogste
verandering. Niet alleen zijn uiterlijk, maar ook
aanzien
zijn reputatie wordt uiterst negatief. Aan de hand
beschrijvingen die te vinden zijn in deze
van de natuurencyclopedie van Jacob van
bronnen.15
Maerlant,
Der
naturen
bloeme,
zullen
de
middeleeuwse
encyclopedieën
en
de ontwikkeling
van
niet
aan
de
bestuderen van de natuur was de Griekse filosoof Aristoteles (384 - 322 v. Chr.). In
de
De Animalibus noemt Aristoteles echter geen
encyclopedieën in het algemeen om te kunnen
Pegasus. Eén van de vroegste bronnen waarin
bepalen wanneer Pegasus voor het eerst wordt
Pegasus wel wordt genoemd en één van de
genoemd. Bij het chronologisch bespreken van
belangrijkste
deze ontwikkeling zullen de belangrijkste auteurs
bronnen
voor
middeleeuwse
auteurs, is de Historia Naturalis van Plinius (zie
aan bod komen.
inleiding voor de beschrijving die Plinius geeft van Pegasus). 16 Het lijkt of Plinius niet helemaal
Ontstaan en ontwikkeling van de bestiaria
zeker is van de uiterlijke kenmerken van Pegasus.
Zoals in de inleiding is te lezen, geeft Jacob van
Hij geeft twee beschrijvingen van Pegasus. In de
Maerlant een beschrijving van Pegasus in zijn
eerste vertelt hij over een gevleugeld paard
natuurencyclopedie Der naturen bloeme. Hij geeft
gewapend met grote horens, in de tweede over
aan dat Pegasus een wezen uit Ethiopië is. Het is
een Pegasus vogel met het hoofd van een paard.
nagenoeg geheel uitgesloten dat Van Maerlant
Dit is nogal een wezenlijk verschil. Omdat latere
zelf naar Ethiopië is vertrokken en hier de
auteurs deze beschrijving veelal overnemen, is
Pegasus met eigen ogen heeft gezien. In de
het lastig te bepalen wat Plinius precies bedoelt
eerste plaats omdat Pegasus een niet bestaand
met deze afwisselende beschrijvingen. Ook is het
dier is. Daarnaast staat Van Maerlant in een
niet
lange traditie van (wetenschappelijke) auteurs
te
achterhalen
beschrijving
over de natuur. Het is van belang te realiseren
waarop
Plinius
zijn
baseert. Gezien de tijd waarin
Plinius leeft, is het waarschijnlijk dat hij bekend
dat het wetenschappelijk onderzoek in de
is met de mythen omtrent Pegasus. Maar hij
middeleeuwen niet te vergelijken is met het
noemt
hedendaagse wetenschappelijk onderzoek. De
geen
karakteristieken
van
het
mythologische paard. Waarschijnlijk is deze
onderzoeksmethoden bestonden niet uit eigen
beschrijving van Plinius zelf afkomstig en is dit
observatie of experiment.14 Men ging uit van de beschrijving van een ander, en zij namen deze
Van Maerlant 1989 (zie noot 1), p. 126. Rudolf Wittkower, ‘Marvels of the east. A study in the history of monsters’, in: Journal of the Warburg and Courtauld institutes, Vol. 5 (1942), p. 165. 15 16
14
twijfelde
ging bezighouden met het wetenschappelijk
worden
besproken. Ook zal er worden gekeken naar de geschiedenis
men
Eén van de eerste personen die zich
opvattingen en het uiterlijk omtrent Pegasus in de
en
Van Maerlant 1989 (zie noot 1), p. 126.
9
PEGASUS IN DE MIDDELEEUWSE ENCYCLOPEDIEËN de eerste beschrijving van Pegasus als een
in grote lijnen hetzelfde beschreven, maar in de
daadwerkelijk dier, in plaats van een mythisch
details zijn er verschillen te bemerken:
wezen.
‘Pegasus, whose outline astronomers descry in the heavens, Eén van de oudste encyclopedische
werken
die
ten
grondslag
ligt
aan
is a very large, awe-inspiring animal which breeds in
de
Ethiopia and has a composite form with the bodily shape
middeleeuwse bestiaria en natuurencyclopedieën
of a horse, horns on its head and wings like an eagle,
is de Physiologus ofwel ‘De natuurkundige’. De
though much broader in spread. Its overall appearance is
Physiologus, daterend rond 200 n. Chr., is een
so monstrous that most animals are terrified by the sight
verzameling beschrijvingen van dieren, planten
of it. It does not use its wings to soar through the air but
en stenen. Elke beschrijving wordt uitgelegd aan
beats the air to increase the speed of its gallop. It is hostile
de hand van een christelijke moraal.17 Pegasus
to all animals, especially man.’ 21
wordt in de Physiologus niet genoemd.18 Na de
Zeer interessant is dat Albertus hier over de
Physiologus volgt een lange (middeleeuwse)
constellatie Pegasus schrijft. Ook merkt hij op dat
traditie van het beschrijven van dieren en de
Pegasus zijn vleugels niet gebruikt om te vliegen
natuur. Een autoriteit op dit gebied is de geleerde
bisschop
Isidorus
van
maar hiermee snelheid kan maken tijdens het
Sevilla
galopperen.
(560 – 636 n. Chr.). De vele exemplaren van zijn encyclopedie die aan ons zijn overgeleverd tonen
De kern van een bestiarium wordt
aan.19
gevormd door de teksten van de Physiologus in de
Maar ook Isidorus geeft geen beschrijving van
Latijnse versie, aangevuld met etymologische
Pegasus.20
verklaringen uit de Etymologiae van Isidorus van
de grote populariteit van de Etymologiae
Sevilla.22 Doordat de ordening in de Etymologiae
Pas na ruim 500 jaar duikt Pegasus weer
wordt bepaald door de Joodse spijswetten, en de
op in De Animalibus van de Duitse filosoof en
ordening in de Physiologus oorspronkelijk is
theoloog Albertus Magnus (c. 1200 – 1280
bedoeld als een mondelinge overlevering, wordt
n. Chr.). Dit bestiarium geldt als één van de
dit in de bestiaria gecombineerd.23 Deze
vroegste exemplaren. In deze beschrijving,
combinatie leidt in de bestiaria tot een groot
geschreven tussen 1258 en 1262, wordt Pegasus
aantal korte hoofdstukken over afzonderlijke dieren.24 Wellicht valt nog een derde bron te
Van Maerlant 1989 (zie noot 1), pp. 186-189. 18 Twee varianten van de Physiologus zijn doorgenomen om de melding van Pegasus te achterhalen: Physiologus. A medieval book of nature lore, translated by Michael J. Curley, Chicago/Londen 1979. & Bischop Theobald, Physiologus, translated by Allen Wood Rendell, Londen 1928. 19 Nikolas Yalouris, Pegasus, the art of the legend, Athene 1975, p. 81. 20 Voor volledige werk zie: Isidore de Séville, Étymologies. Livre XII. Des animaux, commentaar van Jacques André, Parijs 1986. 17
noemen bij het ontstaan van de inhoud van de Albert the Great (Albertus Magnus), Man and the beasts, De Animalibus (books 22-26), translated by James J. Scanlan , New York 1987, p. 172. 22 Willem Gerritsen, Het spoor van de eenhoorn. De geschiedenis van een dier dat niet bestaat, Leiden 2011, p. 55. 23 Gerritsen 2011 (zie noot 22), p. 55. 24 Gerritsen 2011 (zie noot 22), p. 54. 21
10
PEGASUS IN DE MIDDELEEUWSE ENCYCLOPEDIEËN bestiaria. Aangezien
de
Physiologus
en de
door een selectieve keuze te maken uit de
Etymologiae geen van beiden een vermelding
beschrijvingen in de Liber Natura Rerum.28
maken van Pegasus, maar deze wel wordt
Wanneer
genoemd in De Animalibus van Albertus Magnus, is het niet ondenkbaar dat Albertus geïnspireerd is door Plinius.
gekeken
bovenstaande
ontwikkeling
beschrijven
van
wordt
naar
de
blijkt
dat
het
in
de
Pegasus
natuurencyclopedieën, bestiaria, en in zijn
Een tijdgenoot van Albertus Magnus is
voorlopers niet vanzelfsprekend is. Pegasus
de geleerde dominicaan Thomas van Cantimpré
wordt door enkele auteurs genoemd, maar door
(1201 – 1272 n. Chr.).25 Van Maerlant heeft zich
velen ook buiten beschouwing gelaten.29 Het
laten inspireren door zijn Latijnse bestiarium de
mythische aspect van Pegasus is een mogelijke
Liber Natura Rerum. Van Cantimpré geeft de
verklaring voor deze ontwikkeling. Echter,
volgende beschrijving van Pegasus:
andere mythische wezens zoals de eenhoorn en de feniks worden in bijna alle bestiaria
‘ De pegaso semivolucre. Pegasus, ut dicit Plinius, animal
opgenomen. Dit is te verklaren door het feit dat
magnum et horrendum est in Ethiopia. Equi formam
de eenhoorn en de feniks worden genoemd in de
habet, alas ut aquila sed multo maiores, caput armatum
Bijbel.30 Zoals hierboven aangegeven had de
cornibus et adeo monstruosum, ut ipso cuncta fere
Bijbel een grote invloed op de bestiaria. Zo zijn
animantia terreat. Cum ipso gravi corpore fuga mirabilis
bestiaria vaak ingebonden met religieuze teksten,
alarum remigio adiuti potius currunt quam pervolant et
waarschijnlijk om argumenten over religieuze en
colliso aere virtute pennarum ad instar turbinis impellent
morele lessen extra kracht bij te zetten aan de
ventos. Multas escas devorant, inquiete moventur, infesti
hand van voorbeelden uit het dierenrijk.31 Het
sunt animalibus, et hoc maxime homini.’ 26
moraliseren van dieren in de bestiaria gebeurt al
Een vertaling toont aan dat deze Latijnse
sinds de Physiologus. Zeer opvallend is dat
beschrijving veel overeenkomsten vertoond met
Pegasus, in de bestiaria waar hij wel in is
de beschrijving zoals deze ook bij van Maerlant te lezen is. Van Maerlant is dan ook één van de Karina H. van Dalen-Oskam, ‘Experimentator en de anderen. Over de bronverwijzing in Der naturen bloeme’, in: Amand Berteloot & Detlev Hellfaier (red.), Jacob van Maerlants > Der naturen bloeme < und das Umfield, New York/Berlijn 2001, p. 255. 29 Het lijkt erop dat Pegasus alleen wordt genoemd in de bestiaria die staan in de Latijnse en Middelnederlandse traditie. Bij het zoeken naar Pegasus in Frans- en Engelstalige bestiaria, is deze niet teruggevonden. Zie bijvoorbeeld Pierre de Beauvais; Richard de Fournival. 30 Vermeldingen van de eenhoorn worden gemaakt in Numeri 23:22 & 24:8, Deuteronomium 33:17, Job 39:9, Psalm 21 & 22 in de Statenvertaling. Gerritsen 2011 (zie noot 22), p. 30-35. 31 Gerritsen 2011 (zie noot 22), p. 56. 28
eersten die het Latijnse bestiarium toegankelijk heeft gemaakt voor een breed publiek in de eigen (volks)taal door de Liber Natura Rerum te bewerken.27 Het doel van Van Maerlant is bovendien om zijn bewerking te vereenvoudigen Van Maerlant 1989 (zie noot 1), p. 123. Thomas Cantimpratensis, Liber Natura Rerum, Secundum diversos philosophos, Editio princeps secundum codices manuscriptos, Teil I, Berlijn/New York, 1973, p. 160. 27 Gerritsen 2011 (zie noot 22), p. 68. 25 26
11
PEGASUS IN DE MIDDELEEUWSE ENCYCLOPEDIEËN opgenomen, geen christelijke moraal meekrijgt.
worden opgenomen tussen de mythische dieren
Dit gebeurt wel in de verhalende traditie. Deze
zonder enig onderscheid te maken. Bovendien
zal
worden aan de mythische dieren geen extra
in
het
volgende
hoofdstuk
worden
besproken.
bijzondere eigenschappen toegekend. Pegasus in Der naturen bloeme
Deze dubbele natuur van Pegasus doet sterk denken aan de dubbele natuur van een
Jacob
ander mythisch wezen: de eenhoorn. Hoewel
Monocheros.32
de
De
Unicornus
Unicornus
als
krijgt
zoon
Gods’.
De
Monocheros,
bloeme zijn er zeven (deels) geïllustreerd.34 In het
een
geval van Pegasus betekent dit dat er vier duidelijke afbeeldingen te vinden zijn in de
de
verscheidene manuscripten (afb. 4 t/m 7). In alle
monsterlijke en gevaarlijke variant krijgt geen
vier de manuscripten lijkt het om ‘portretten’ te
moralisatie mee, net als Pegasus. Wel is Van
gaan van Pegasus. In tegenstelling tot de
Maerlant duidelijk dat beide wezens niet verward
Physiologus waar afbeeldingen van het besproken
moeten worden, ondanks dat ze beiden één
dier veelal uit verschillende scènes bestaan, zijn
hoorn hebben. Net als Pegasus in de klassieke
de
mythologie en de verhalende traditie, krijgt de
in
de
bestiaria
doorgaans
en
eenvoudige
‘portretten’ om de uiterlijke kenmerken van het
mee.
dier te illustreren.35 Een andere reden dat Pegasus niet
De Pegasus uit 1287 is de oudste van de
genoemd wordt in vele bestiaria is wellicht
vier (afb. 4). De Pegasus die hier is afgebeeld
omdat men niet in het bestaan van het dier Het
vraagstuk
of
men
in
voldoet aan de beschrijving die Van Maerlant
de
geeft over het dier. Wanneer we echter kijken
middeleeuwen wel of niet in mythische wezens
naar de Pegasus uit 1325 (afb. 5), dan lijkt de
gelooft is een zeer lastige. Aan de hand van de
Pegasus uit 1287 niet zo angstaanjagend meer.
bestiaria is dit niet met zekerheid te zeggen,
Door de gewei-achtige horens doet hij zelfs
omdat gewone dieren vaak naast mythische dieren
afbeeldingen
natuurencyclopedieën
Unicornus een soort mythische status met zich
gelooft.
zijn
elf overgeleverde handschriften van Der naturen
de
christelijke moraal mee, namelijk het ‘zinnebeeld van
schrijft
Zeeuwse edelman Nicolaas van Cats.33 Van de
beschrijvingen gegeven. Jacob van Maerlant zowel
Maerlant
natuurencyclopedie omstreeks 1266 voor de
beperkt tot de bestiaria, worden hierin ook twee beschrijft
van
worden
bijvoorbeeld
genoemd.
een
dier
Een
wolf
waarvan
denken aan een vliegend hert. De Pegasus uit
is men
Van Maerlant 1989 (zie noot 1) p. 124. Hans P. Westgeest, ‘ De illustraties in Der naturen bloeme-handschriften’, in: Amand Berteloot & Detlev Hellfaier (red.), Jacob van Maerlant >Der naturen bloeme< und das Umfeld, New York/Berlijn, 2001, p. 153. 35 Gerritsen 2011 (zie noot 22), p. 55. 33
zeker wist dat hij bestond. Deze gewone dieren
34
Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, hertaald door H. Thys, Antwerpen./Rotterdam 2011, pp. 84 85 (Monocheros) & pp. 100-101 (Unicornus). 32
12
PEGASUS IN DE MIDDELEEUWSE ENCYCLOPEDIEËN 1325 is in vele opzichten angstaanjagender.
Pegasus en zijn absentie in de Bijbel. Al in de
Naast de grote puntige horens op zijn kop, heeft
oudheid wordt er getwijfeld aan het bestaan van
hij ook een bek vol scherpe uitstekende tanden
mythische dieren. Toch wijst niets erop dat men
en puntige klauwen. De verscheidenheid in de
in de middeleeuwen niet in de Pegasus uit de
verschillende afbeeldingen is te verklaren vanuit
bestiaria geloofde. Interessant is dat Jacob van
het feit dat de miniaturen gemaakt zijn door
Maerlant het in zijn beschrijving heeft over ‘de’
verschillende verluchters. Wanneer men geen
Pegasus. Het is echter niet duidelijk of Van
voorbeeld van een (origineel) manuscript van
Maerlant hiermee verwijst naar de Pegasus uit de
Van Maerlant voorhanden had, moest een
klassieke mythologie, dat hij wilt aantonen dat er
verluchter naar eigen inzicht een dier tekenen of
maar één Pegasus is, of dat hij verwijst naar een
kijken naar andere encyclopedische werken.36
diersoort. De beschrijving van Albertus Magnus is minstens net zo interessant. Albertus begint zijn beschrijving namelijk met het sterrenbeeld
Kijkend naar de andere twee afgebeelde
Pegasus.37
Pegasi, in de Haagse handschriften, is het duidelijk dat deze twee wel op elkaar gebaseerd
De
constellatie
traditiegetrouw
uitgebeeld
Pegasus in
wordt dezelfde
iconografie als de mythologische Pegasus.
zijn (afb. 6 en 7). Deze uit 1350 en 1450-1500
Vervolgens gaat hij in op het afschrikwekkende
daterende miniaturen bevinden zich in een
dier Pegasus met twee horens op zijn hoofd.
soortgelijk kader. Ook komen de gestileerde
Albertus maak geen onderscheid tussen deze
bomen achter Pegasus overeen. In detail zijn hier
twee. Dit zou erop kunnen wijzen dat men in de
duidelijke verschillen te herkennen. Een duidelijk
middeleeuwen geen onderscheid maakte tussen
verschil zijn de hoeven. Bij de Pegasus uit 1350
de mythologische Pegasus en het daadwerkelijke
(afb. 6) zijn het duidelijk paardenhoeven. Bij de
dier. Echter gezien de absentie van verwijzingen
Pegasus uit 1450-1500 (afb. 7) lijken de hoeven
naar
van Pegasus niet op die van een paard maar
de
mythologische
Pegasus
in
de
beschrijvingen is het waarschijnlijker dat de
meer op die van een koe. Wellicht staat hier de
monsterlijke Pegasus als een apart dier werd
eigen interpretatie van de verluchter wederom
gezien.
centraal. Concluderend De ontwikkeling van de bestiaria kent een lange traditie die haar oorsprong vindt in de oudheid. Het niet opnemen van Pegasus in vele bestiaria is wellicht te wijten aan het mythische aspect van
Pegasus als sterrenbeeld is in deze paper bewust buiten beschouwing gelaten omdat hier al veelvuldig en uitgebreid onderzoek naar is gedaan. 37
36
Westgeest 2001 (zie noot 34), p. 155.
13
PEGASUS IN DE MIDDELEEUWSE ENCYCLOPEDIEËN
Afb. 4 Pegasus, Detmold, Lippische Landesbibliothek, Ms. 70, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1287.
Afb. 5 Pegasus, Londen, British Library, Add. Ms. 11390, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1325.
14
PEGASUS IN DE MIDDELEEUWSE ENCYCLOPEDIEËN
Afb. 6 Pegasus, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, KA XVI fol. 67vb2, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1350.
Afb. 7 Pegasus, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 76 E4 fol. 30vb, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1450-1500.
15
INTERPRETATIE VAN KLASSIEKE MYTHEN Het
is
opmerkelijk
dat
Pegasus
in
de
product waren van de menselijke fantasie.40
natuurencyclopedieën en bestiaria niet wordt
Deze
voorzien van een christelijke moraal. Voor de
wordt ook wel Euhemerisme genoemd. Net als
meeste dieren in de natuurencyclopedieën en
Palaephatus
bestiaria geldt dit wel. De mythe omtrent
Euhemerus (c. 300 v. Chr.) zijn twijfels bij de
Pegasus krijgt wel een christelijke moraal mee.
bovennatuurlijke aspecten van mythen. Door
De traditie van het interpreteren en moraliseren
zijn rationalistische denkmethoden gaat hij er
van klassieke mythen zal hieronder besproken
dan ook vanuit dat goden en godinnen
worden. Ook zal de christelijke moraal omtrent
oorspronkelijk koningen, koninginnen of andere
de Pegasus mythen worden toegelicht.
personen van maatschappelijk of historisch
Griekse
mythograaf
Het Euhemerisme vindt in de vroege
kregen, begonnen zij deze op vele manieren te
middeleeuwen veel navolging en dient als middel
interpreteren.38 Voor de uitleg van mythen
om mythen als onwerkelijk te bestempelen. Zo
waren verschillende interpretaties voorhanden.
was bisschop en kerkvader Sint Augustinus
Zo bestond er de astrologische allegorische
(c. 355 – 430 n. Chr.) een fervent aanhanger van
interpretatie die ervan uitging dat goden en met
de
interpreteren
personen en gebeurtenissen.
teksten en mythologische verhalen onder ogen
waren
had
van
uitgelegd als een weerspiegeling van historische
Toen vroeg middeleeuwse lezers klassieke
verbonden
manier
belang waren.41 Mythen worden op deze manier
Klassieke mythologie in de middeleeuwen
godinnen
laatste
deze rationalistische denkwijze. In zijn vroege
de
kritiek op de heidense mythen gaat hij er ook
sterrenbeelden en planeten. Zoals Mars en
vanuit dat de heidense goden ooit mensen
Jupiter. Een andere interpretatie was die van de
waren. Ook Isidorus van Sevilla gaf kritiek aan
morele allegorie waar goden, godinnen, maar
de hand van Euhemeristische opvattingen
ook andere mythologische figuren konden staan
zonder onderscheid te maken tussen mythen en
voor goed, kwaad, deugden, ondeugden etc. Zo
geschiedenis.42 De ironie wil echter dat zij, door
stond Venus voor seksualiteit, maar ook liefde.39
de mythen zo te becommentariëren, de klassieke mythologie
Een veelvuldig gebruikte interpretatie
juist
wijd
verspreidbaar
en
toegankelijk maakten.
was dat klassieke goden afgeleid waren van daadwerkelijke personen en dat mythen een
Halina Didycky Loukopoulos, Classical mythology in the works of Christine de Pisan. With an edition of L’epistre Othea from the manuscript Harley 4431, Londen/Ann Arbor 1981, p. 20. 41 Morford, Lenardon & Sham 2011 (zie noot 3), p. 696. 40
Renate Blumenfeld-Kosinski, Reading myth. Classical mythology and its interpretations in Medieval French literature, California, 1997, p. 1. 39 H. David Brumble, Classical myths and legends in the Middle ages and Renaissance. A dictionairy of allegorical meanings, Londen/Chicago 1998, pp. 20-21. 38
Morford, Lenardon & Sham 2011 (zie noot 3), p. 696.
42
16
INTERPRETATIE VAN KLASSIEKE MYTHEN Bovendien zorgde dit voor overlevering van
de 72.000 regels en is een enorme poging om de
vele mythen uit de klassieke oudheid aan de
Metamorfosen te allegoriseren en te moraliseren.46
middeleeuwen. Door het veelvuldig bestuderen
Interpretatie van de Pegasus mythen
en becommentariëren van de mythologische geschriften en om het (her)gebruik van deze
De middeleeuwse auteur en mythograaf Petrus
mythen te legitimeren, gaat men christelijke
Berchorius (c. 1290 – 1362), die een groot deel
moraal
heidense
van zijn leven werkzaam was in Parijs, geeft een
geschriften zien. Zo wordt de mythe van
passage die een christelijke interpretatie van
Orpheus uitgelegd als een voorbeeld van kracht
Pegasus weergeeft. Berchorius ziet in de mythe
en wordt zonnegod Apollo gelijk gesteld aan
van
Christus.43
verlossing:
en
betekenissen
in
de
Perseus
een
overeenkomst
met
de
Naarmate de middeleeuwen vorderen,
‘Say that Perseus signifies the son of God… At least
genieten de klassieke teksten en mythen steeds
from the air in which he flew [ on Pegasus ] that is from
meer populariteit. Een grote opleving in
the height of paradise – he saw the noble girl Andromeda
belangstelling voor klassieke cultuur was de
– that is the human soul which was heir of the heavenly
Karolingische renaissance (c. 750 – 900). In deze
kingdom – who was condemned to be given over to a sea
periode werden er vele traktaten over klassieke
monster – that is the devil...’ 47
mythologie geschreven. Een voorbeeld hiervan
Perseus word hier gekarakteriseerd als
is het encyclopedische werk De Rerum Naturis
Christus die tezamen met Pegasus uit het
van de geleerde abt van Fulda, Rabanus Maurus
paradijs neerdaalt om Andromeda, de menselijke
(c. 780 – 856). Ook werd er in deze periode
ziel, te redden van de duivel. Pegasus stond er in
veelvuldig klassieke teksten gekopieerd, wat voor
de oudheid al om bekend dat hij tot zeer grote
een grote overlevering heeft gezorgd. De
hoogtes kon vliegen. Naast het thema van de
populariteit houdt aan en tegen de twaalfde eeuw
verslossing wordt Perseus, als heldhaftige redder
ontstaat een ware wedergeboorte van klassieke
van Andromeda, ook een voorbeeld voor het
mythologische werken in de geleerde christelijke
ridderschap (afb. 9).48 Op deze afbeelding is
centra.44 Eén van de bekendste en meest
Perseus uitgedost als ridder terwijl hij de
omvangrijke werken uit het begin van de
gorgoon verslaat, hier afgebeeld als een draak.
veertiende eeuw is de Ovide Moralisé. Daterend tussen 1316 - 1328, is de Ovide Moralisé een omvangrijke
Franse
bewerking
van
de
Metamorfosen van Ovidius.45 Het werk bevat rond Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 21. Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 25. 45 Morford, Lenardon & Sham 2011 (zie noot 3), p. 701. 43
Blumenfeld-Kosinski 1997 (zie noot 38), p. 90. Brumble 1998 (zie noot 39), p. 25. 48 Brumble 1998 (zie noot 39), p. 267.
44
46 47
17
INTERPRETATIE VAN KLASSIEKE MYTHEN
Afb. 8 Pegasus vliegt over de Muzen, Londen, British Library, Manuscript Harley 4431, f. 183 v, Christine de Pisan, Le Livre du chemin de long estude, Frankrijk, c. 1410-1414.
‘… Homer in his narrative says this of Bellerophon:
De zesde eeuwse mythograaf Fulgentius, één
van
de
belangrijkste
bronnen
‘devising upright thoughts, a most wise counsellor.’ He
voor
rejects lust, that is Anteia, for antion in Greek means
middeleeuwse interpretaties op het gebied van
opposed... Then, too, Bellerophon, that is, good counsel,
de mythe over Bellerophon en de chimaera,
rides a horse which is none other than Pegasus, for
geeft een beschrijving over hoe deze mythe
pegaseon, that is, an everlasting fountain. The wisdom of
geïnterpreteerd dient te worden:
good counsel is an everlasting fountain.’49
49
18
Brumble 1998 (zie noot 39), p. 54.
INTERPRETATIE VAN KLASSIEKE MYTHEN Fulgentius prijst hier de sterke wil van Bellerophon, omdat hij de seksuele verleidingen van Anthea weet te weerstaan. Hierdoor stelt Fulgentius Bellerophon gelijk met een ‘wijze raadgever’. Aangezien pegae ‘water’ of ‘fontein’ betekent, maakt Fulgentius van pegaseon een ‘eeuwige fontein’. Dus Bellerophon is een wijze raadgever en Pegasus de eeuwige fontein. Ergo: de wijsheid van goede raad is een eeuwige fontein. Een andere associatie die aan Pegasus wordt gegeven is die met de faam en de poëzie. Wederom is het Fulgentius die de beschrijving geeft: 50 ‘..So, too, is Pegasus winged, because he looks down on the whole nature of the world with a swift perception of his designs. Then, too, he is said to have opened up the fountain of the Muses with his heel, for wisdom supplies the Muses with a fountain.’ 51 Door een slag met de hoef van Pegasus tegen de berg
Helicon,
ontstaat
de
fontein/bron
Hippocrene (paardenbron). De berg en de fontein zijn heilig voor de negen muzen en hierom wordt Pegasus met hen geassocieerd (afb. 8). De muzen staan sinds de oudheid voor inspiratie. Omdat de gevleugelde Pegasus geassocieerd wordt met de muzen, wordt hij ook geassocieerd met de gevleugelde faam.
Jan de Hond (red.), Monsters & fabeldieren. 2500 jaar geschiedenis van randgevallen, Amsterdam/Gent/Den Bosch 2003, p. 133. 51 Brumble 1998 (zie noot 39), p. 262. 50
19
CHRISTINE DE PISAN EN L’EPISTRE OTHEA
De verhalende traditie waarin de mythen van
wijsheden.54 De mythologische figuren en
Pegasus veelvuldig voorkomt en die genoeg
verhalen vervullen hier een didactische functie
beeldmateriaal biedt, is L’epistre Othea van
door aan te tonen wat wenselijk en onwenselijk
Christine de Pisan. Aan de hand van deze tekst
gedrag is voor een jonge man. Christine heeft
zal de verhalende traditie, en de hiermee
haar werk voor een belangrijk deel gebaseerd op
gepaarde iconografische traditie omtrent Pegasus
de Ovide Moralisé en niet op directe klassieke
worden besproken.
bronnen als de Metamorfosen van Ovidius.55 Echter haar interessante didactische manier van
Christine de Pisan en L’epistre Othea
het overbrengen van de klassieke mythen heeft
Christine de Pisan is één van de eerste
gezorgd voor een grotere toegankelijkheid dan
(professionele)
de
vrouwelijke
middeleeuwse
populaire,
maar
zwaarwichtige,
Ovide
Moralisé.56
auteurs. Een zeer populair werk van haar hand is L’epistre Othea (Brief van Othea aan Hector). Uit de
L’epistre
vijftiende eeuw zijn maar liefst achtenveertig
Othea
is
in
drie
delen
onderverdeeld. Christine behandelt een mythe,
handschriften aan ons overgeleverd, wat de grote
volgt met een glos en deze wordt gevolgd door
populariteit van dit werk aantoont. Maar ook in
een allegorische uitleg. Deze opbouw herhaalt
latere perioden blijft het werk onverminderd
zich door het hele werk. Het eerste deel, de
geliefd. Het werk is zo gelief dat het onder
daadwerkelijke brief van Othea aan Hector is in
andere naar het Middelnederlands en Engels is
rijmvorm. De betreffende mythe wordt hier in
vertaald.52 Met name aan het Franse hof, bij het
beknopte vorm verteld. Hierna volgt een in
aristocratische publiek, geniet het werk van
proza geschreven stuk tekst waar Christine zelf
Christine grote populariteit.53
aan het woord is en de lezer als het ware terug
De prachtige gekleurde miniaturen die
laat keren naar het christelijke heden. In deze
gepaard gaan met de tekst dragen bij aan deze
glos toont ze een meer rationele en morele kijk
populariteit. Maar ook het ingenieuze gebruik
op de voorgaande besproken mythe. Het geheel
van klassieke mythologie in combinatie met de
wordt afgesloten door een stuk allegorische tekst
uitgelegde christelijke moraal was innovatief.
waarin Christine, wederom zelf aan het woord,
Christine neemt de lezer mee aan de hand van
zich bezighoudt met het veilig stellen van de
Othea. Deze fictieve godin van de wijsheid
toekomst van de ziel in de hemel. Christine
schrijft een brief aan de jonge Hector, prins van
benadrukt dat de hedendaagse Christenen
Troje. In deze brief toont ze hem, aan de hand
morele lessen en allegorische betekenissen uit de
van mythologische verhalen, morele lessen en Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 68. Dit is duidelijk doordat Christine details gebruikt die alleen voorkomen in de middeleeuwse aanpassing van de Ovide Moralisé. Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 76. 56 Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 142. 54 55
Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), pp. 64 - 66. 53 Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 44. 52
20
CHRISTINE DE PISAN EN L’EPISTRE OTHEA
Afb. 9 Perseus vechtend tegen de gorgoon Medusa, Londen, British Library, Manuscript Harley 4431, f. 120 v, Christine de Pisan, L’epistre Othea, verluchting toegeschreven aan de meester van de Cité des Dames, Frankrijk, c. 1410-1414.
21
CHRISTINE DE PISAN EN L’EPISTRE OTHEA klassieke mythen kunnen halen, en dit is wat zij aantoont aan de hand van L’epistre Othea. Naast de morele en allegorische lessen die aan Hector en daarmee ook de lezer duidelijk worden gemaakt, is L’epistre Othea ook een didactisch werk voor leken. Zo behandelt Christine de kardinale deugden, de theologische deugden, de zeven zonden en de tien geboden. Pegasus in L’epistre Othea De mythen waarin Pegasus voorkomt, worden verscheidene keren aangehaald in L’epistre Othea. Allereerst wordt hij genoemd in de tekst van vers I: ‘ D’acquerir par bonne escole le cheval qui par l’air s’envole, c’est Pegasus le renommé, Qui de tous vaillans est amé.’57 Christine verwijst hier naar Pegasus als het vliegende paard, wiens dapperheid zeer geliefd is.
Afb. 10 Andromeda gered door Perseus, Londen, British Library, Manuscript Harley 4431, f. 98 v., Christine de Pisan, L’epistre Othea, Frankrijk, c. 1410-1414.
In de glos en het allegorische deel wijdt Christine verder niet uit over Pegasus. Ook in de tekst van vers V is een Christine verwijst hier naar Perseus wiens naam
verwijzing naar Pegasus te vinden:
bekend is in de hele wereld. Hij rijdt op het
‘Apres te mire en Perseus, de qui le hault nom est sceus
snelle paard Pegasus waarmee hij door de lucht
Par my le monde en toutes pars. Pegasus li chevaulx
vliegt. Omdat Perseus de redder is van
appers chevaucha par l’air en volant, et Andromeda en
Andromeda,
alant il delivra de la belue, si lui a a force tolue; comme
wordt
hij
door
Christine
gekarakteriseerd als een dappere ridder. Dit
bon chevalier errans l’a rendue a ses parens. Cestui fait
wordt geïllustreerd aan de hand van een
vueilles retenir, car bon chevalier doit tenir celle voye s’il
miniatuur (afb. 9). Ook in de glos benadrukt
veult avoir honneur qui trop mieulx vailt qu’avoir …’58
Christine de ridderlijke eigenschappen van Perseus en wordt de goede naam van Pegasus benadrukt.
57 58
Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 154. Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 165.
22
CHRISTINE DE PISAN EN L’EPISTRE OTHEA
Afb. 11 Andromeda gered door Perseus, Oxford, Bodleian Library, MS. Laud Misc. 570, fol. 033v , Christine de Pisan, L’epistre Othea, verluchting toegeschreven aan de meester van Sir John Fastolf, Frankrijk, c. 1450.
Als
laatste legt Christine
de allegorische
positief over het paard en zijn dappere karakter.
betekenis uit van deze mythe. Hier wordt het
Ook wordt zijn goede naam geprezen.
paard Pegasus gelijk gesteld aan de goede engel
De afbeeldingen opgenomen in de
van de ridderlijke Perseus. Pegasus zal goed
verschillende handschriften van L’epistre Othea
verslag doen over Perseus op de dag des
sluiten aan bij de beschrijving van Christine
oordeels.59 Waarschijnlijk doelt Christine hier op
(afb. 10 t/m 12). Deze afbeeldingen van Pegasus
de eigenschap van Pegasus die tot in de hemel
doen denken aan de manier waarop Pegasus
kon vliegen. Christine maakt geen verwijzingen
wordt afgebeeld in de klassieke oudheid. Dit is
naar het uiterlijk van Pegasus. Wel is zij uiterst
niet verwonderlijk aangezien de klassieke mythen
Ter vergelijking met de Franse tekst is hier gebruik gemaakt van een Engelstalige vertaling. Zie: Curt F. Bühler (ed.), The epistle of Othea. Translated from the French text of Christine de Pisan by Stephen Scrope, Oxford 1970, pp. 16-17. 59
een belangrijke rol spelen in L’episte Othea. Pegasus ziet eruit als een dapper en groots paard
23
CHRISTINE DE PISAN EN L’EPISTRE OTHEA
Afb. 12 Andromeda gered door Perseus, Cambridge, St. John’s college, University of Cambridge, MS H.5 f.9r, Christine de Pisan, L’Epistre Othea, Frankrijk, c. 1450-1455.
boeken. Zij kopieerde zelf boeken om haar eigen
en lijkt niet op de afbeeldingen die eerder zijn
collectie uit te breiden, maar er zijn aanwijzingen
besproken uit Der naturen bloeme van Jacob van
dat zij dit ook deed om geld te verdienen nadat
Maerlant. Ook zijn er aanwijzingen dat Ms.
haar man was overleden.61
Harley 4431 (afb. 10) verlucht zou zijn onder de directe supervisie van Christine.60 Hierdoor heeft
Concluderend
Christine zeer waarschijnlijk grote inspraak
In
gehad in de miniaturen en daarmee het uiterlijk
Othea
eigenschappen
van Pegasus. Dat Christine nauw betrokken was
worden
van
de
Pegasus
positieve aangehaald.
Christine de Pisan schrijft over het paard als een
bij het vervaardigen van haar manuscripten blijkt
dapper wezen, dat bovendien een positieve naam
onder andere uit een brief van Christine zelf.
en reputatie heeft. Er worden geen verwijzingen
Hierin spreekt zij over een hoge prijs die zij
gemaakt naar de reputatie of het uiterlijk van de
heeft betaald aan een vrouwelijke verluchter
monsterlijke Pegasus zoals beschreven in de
genaamd Anastaise. Christine schrijft vol lof
natuurencyclopedieën
over deze vrouw en prijst haar talent in het
afbeeldingen
verluchten van fijne marges. Christine had
die
zijn
en
bestiaria.
opgenomen
De in
de
verschillende handschriften ondersteunen dit
bovendien zelf kennis van het vervaardigen van
positieve beeld. Charity Cannon Willard, Christine de Pizan. Her life and works, New York, 1984, pp. 45-46. 61
60
L’epistre
Didycky-Loukopoulos 1981 (zie noot 40), p. 290.
24
CONCLUSIE Hoe werd Pegasus uit de klassieke mythologie
deze
worden
bewust
gemoraliseerd
en
overgeleverd aan de middeleeuwen?
gerationaliseerd. De christelijke moralisatie van de mythen waarin Pegasus voorkomt zijn uiterst
In de middeleeuwen doen zich twee tradities
positief. Ook in L’epistre Othea van Christine de
voor waarin Pegasus wordt opgenomen.
Pisan worden meerdere malen verwijzingen
Enerzijds in de natuurencyclopedieën en
gemaakt naar de oorspong van haar verhalen in
bestiaria. Hierin krijgt Pegasus het uiterlijk en de
de klassieke mythologie. De bijbehorende
reputatie van een monsterlijk wezen. De eerste
miniaturen ondersteunen het beeld dat Christine
vermelding van Pegasus als normaal dier, in
schetst. In de tekst, en ook in de miniaturen,
plaats van een mythisch wezen, wordt gemaakt
worden geen verwijzingen gemaakt naar de
door Plinius. Hij lijkt echter niet helemaal zeker
monsterlijke Pegasus uit de bestiaria, maar
van de uiterlijke kenmerken van Pegasus,
worden positieve eigenschappen benadrukt.
aangezien hij twee beschrijvingen geeft die van
Hoewel de twee verschillende tradities
elkaar afwijken. Of de Pegasus bij Plinius en de
rondom Pegasus zich voordoen in dezelfde
bestiaria de Pegasus is uit de klassieke
tijdsperiode, lijkt het erop dat deze los van elkaar
mythologie is lastig vast te stellen omdat hier
gezien dienen te worden. Dat wil zeggen, men
geen verwijzingen naar worden gemaakt. Hoewel
kende in de middeleeuwen twee varianten van
de vraag of men in de middeleeuwen echt
Pegasus en deze werden niet met elkaar
geloofde in de mythologische dieren in de
verbonden. De negatieve reputatie en het
bestiaria zeer lastig te beantwoorden is, lijkt het
uiterlijk van Pegasus in de natuurencyclopedieën
erop dat men Pegasus wel degelijk als een
en bestiaria, staat in sterk contrast met de
bestaand dier zag. Men had tenslotte geen reden
positieve reputatie, naam en uiterlijk van Pegasus
om aan te nemen dat Pegasus niet bestond. Aan
uit de moraliserende en verhalende tradities.
de autoriteit van een auteur als Plinius werd niet
Pegasus uit de encyclopedische traditie dient dan
getwijfeld. Bovendien was het verre oord
ook te worden gezien als een daadwerkelijk dier
‘Ethiopië’, wat men zag als een uniform idee
(in de middeleeuwse gedachtegang) en Pegasus
voor een ver oord in plaats van een specifieke
uit de moraliserende en verhalende traditie als
locatie, voor het merendeel van de mensen niet
een overlevering uit de klassieke oudheid.
bereikbaar.62 Het tegendeel hoeft dus niet bewezen te worden. Anderzijds bestaan er moraliserende en verhalende tradities waar Pegasus in voorkomt. Dit is wél de Pegasus uit de klassieke oudheid. Men is zich bewust van de klassieke mythen en 62
Gravestock 1999 (zie noot 11), p. 123.
25
BIBLIOGRAFIE Blumenfeld-Kosinski, Renate, Reading myth. Classical mythology and its interpretations in Medieval French literature, California 1997. Brumble, David H., Classical myths and legends in the Middle ages and Renaissance. A dictionairy of allegorical meanings, Londen/Chicago 1998. Bühler, Curt F. (ed.), The epistle of Othea. Translated from the French text of Christine de Pisan by Stephen Scrope, Oxford 1970. Cannon Willard, Charity, Christine de Pizan. Her life and works, New York 1984. Cantimpré, Thomas van, Liber Natura Rerum, Secundum diversos philosophos, Editio princeps secundum codices manuscriptos, Teil I, Berlijn/New York 1973. Curley, Michael J. (trans.), Physiologus. A medieval book of nature lore, Chicago/Londen 1979. Dalen-Oskam, Karina H. van, ‘Experimentator en de anderen. Over de bronverwijzing in Der naturen bloeme’, in: Amand Berteloot & Detlev Hellfaier (red.), Jacob van Maerlants > Der naturen bloeme < und das Umfield, New York/Berlijn 2001, pp. 253 – 265. Gerritsen, Willem, Het spoor van de eenhoorn. De geschiedenis van een dier dat niet bestaat, Leiden 2011. Graves, Robert, The Greek myths. Volume I, Edinburgh 1955. Gravestock, Pamela, ‘Did imaginary animals exist?’ in: Debra Hassig (ed.), The mark of the beast, New York/Londen 1999, pp. 117-139. Great, Albert the (Albertus Magnus), Man and the beasts, De Animalibus (books 22-26), translated by James J. Scanlan , New York 1987. Hond, Jan de (red.), Monsters & fabeldieren. 2500 jaar geschiedenis van randgevallen, Amsterdam/Gent/Den Bosch 2003. Loukopoulos, Halina Didycky, Classical mythology in the works of Christine de Pisan. With an edition of L’epistre Othea from the manuscript Harley 4431, Londen/Ann Arbor 1981. Maerlant, Jacob van, Der naturen bloeme, hertaald door H. Thys, Antwerpen/Rotterdam 2011. Maerlant, Jacob van, Het boek der natuur, samengesteld en vertaald door Peter Burger, Amsterdam 1989. Moormann, Eric M. & Uitterhoeve, Wilfried, Van Alexander tot Zeus. Figuren uit de klassieke mythologie en geschiedenis, met hun voortleven na de oudheid, Amsterdam 2007. Morford, Mark P.O., Lenardon, Robert J. & Sham, Michael, Classical mythology. International ninth edition, New York 2011.
26
BIBLIOGRAFIE Palaephatus, On unbelievable tales, vertaald en becommentarieerd door Jacob Stern, Wauconda 1996. Pliny, Libri VIII-XI, in: H. Rackham, The Loeb classical library, Londen 1961. Séville, Isidore de, Étymologies. Livre XII. Des animaux, commentaar van Jacques André, Parijs 1986. Theobald, Physiologus, translated by Allen Wood Rendell, Londen 1928. Westgeest, Hans P., ‘ De illustraties in Der naturen bloeme-handschriften ’, in: Amand Berteloot & Detlev Hellfaier (red.), Jacob van Maerlant >Der naturen bloeme< und das Umfeld, New York/Berlijn, 2001, pp. 153164. Wittkower, Rudolf, ‘Marvels of the east. A study in the history of monsters’, in: Journal of the Warburg and Courtauld institutes, vol. 5 (1942), pp. 159-197. Yalouris, Nikolas, Pegasus, the art of the legend, Athene 1975.
27
VERANTWOORDING VOOR DE AFBEELDINGEN Afb. op titelpagina Bonefacio Bembo, Tarotkaart, Morgan Library M. 630 f. 6, New York, Milaan, 14501480. Foto:
(22 juni 2013) Afb. 1 Toegeschreven aan de Boreads schilder, Bellerophon doodt de chimaira, c. 565 v.Ch., (kylix) terracota, 10.5x18.4 cm, J. Paul Getty Museum, Los Angeles. Foto: (10 juni 2013) Afb. 2 Onbekend, Perseus dood Medusa, c. 550 v.Ch., (metoop) marmer, afmetingen niet teruggevonden, Museo Archeologico, Palermo. Foto: (10 juni 2013) Afb. 3 Medusa reliëf, terracotta, c. 600 v.Ch., Syracusa museum, (25 juni 2013)
Sicilië,
Italië,
Foto:
Afb. 4. Pegasus, Detmold, Lippische Landesbibliothek, Ms. 70, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1287. Foto: afkomstig van Dr. Martine Meuwese. Afb. 5 Pegasus, Londen, British Library, Add. Ms. 11390, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1325. Foto: < http://www.dbnl.org/tekst/_lit003199001_01/_lit003199001_01_0012.php> (10 juni 2013) Afb. 6 Pegasus, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, KA XVI fol. 67vb2, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1350. Foto: < http://manuscripts.kb.nl/search/simple/pegasus> (10 juni 2013) Afb. 7 Pegasus, Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 76 E4 fol. 30vb, Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme, c. 1450-1500. Foto: < http://manuscripts.kb.nl/search/simple/pegasus> (10 juni 2013) Afb. 8 Pegasus vliegt over de Muzen, Londen, British Library, Manuscript Harley 4431, f. 183 v, Christine de Pisan, Le Livre du chemin de long estude, Frankrijk, c. 1410-1414. Foto: (11 juni 2013) Afb. 9 Perseus vechtend tegen de gorgoon Medusa, Londen, British Library, Manuscript Harley 4431, f. 120 v, Christine de Pisan, L’epistre Othea, verluchting toegeschreven aan de meester van de Cité des Dames, Frankrijk, c. 1410-1414. Foto: (11 juni 2013) Afb. 10 Andromeda gered door Perseus, Londen, British Library, Manuscript Harley 4431, f. 98 v., Christine de Pisan, L’epistre Othea, Frankrijk, c. 1410-1414. Foto: (11 juni 2013)
28
VERANTWOORDING VOOR DE AFBEELDINGEN Afb. 11 Andromeda gered door Perseus, Oxford, Bodleian Library, MS. Laud Misc. 570, fol. 033v , Christine de Pisan, L’epistre Othea, verluchting toegeschreven aan de meester van Sir John Fastolf, Frankrijk, c. 1450. Foto: (11 juni 2013) Afb. 12 Andromeda gered door Perseus, Cambridge, St. John’s college, University of Cambridge, MS H.5 f.9r, Christine de Pisan, L’Epistre Othea, Frankrijk, c. 1450-1455. .Foto: (11 juni 2013)
29