Massaschade ABC Beursclub 11.5.10 Inleiding: McDonald's-koffie-zaak Sheet 2
Error! Objects cannot be created from editing field codes. Vogels: 'Amenkaanse toestanden'?
sheet 3
Een lezing over massaschade en claimcultuur zonder aandacht voor de zaak van Stella Liebeck is als een wedstrijd tussen Ajax en Feyenoord, maar dan zonder Ajax of Feyenoord. De zaak van Stella Liebeck is beter bekend als de McDonald's-koffie-zaak en deze staat modei voor alles wat er in Nededandse ogen fout is aan het Amerikaanse rechtssysteem. Als er gesproken wordt over "Amerikaanse
toestanden",
Naar
Liebeck
Stella
is
dan gaat het over dit soort zaken. zelfs
een
website
vernoemd:
www.stellaawards.com: hierop staan de meest extravagante Amenkaanse rechtszaken en uitspraken van Amerikaanse rechters vermeld. Mocht u ooit eens een momentje over hebben, dan is het zeer aan te raden eens een bezoekje aan deze website te brengen. sheet 4
De zaak van Stella Liebeck begon op 27 januari 1992, toen zij bij drive through van McDonald's in New Mexico koffie bestelde. Het begon eigenlijk als een hele gewone zaak: Stella Liebeck zat niet achter het stuur, maar haar kleinzoon zat achter het stuur. Zij waren gestopt om de kop koffie te kopen en anders dan de zaak doet vermoeden, morste Stella Liebeck de koffie over haar eigen trainingsbroek, terwijl de auto stilstond. Zoals op de foto te zien is, verschroeiden haar dijen, maar ook haar billen en kruis. In het ziekenhuis bleek zij forse derdegraadsbrandwonden te hebben, waaraan zij ten minste twee jaar is behandeld. Haar oogmerk was om $ 20.000 van McDonald's los te peuteren, zodat zij haar medische kosten kon dekken. McDonald's bood echter maar $ 800 om de zaak te schikken. Vervolgens huurde Stella Liebeck een advocaat in en die sprak McDonald's erop aan "onredelijk gevaarlijke
warme drank" te verkopen, d.w.z. tussen de 82 en 87°G. De schikkingspo-
gingen van de advocaat (één keer voor $ 90.000 en één keer voor $ 300.000) liepen op niets uit. McDonald's wees de schikkingspogingen af in het vertrouwen dat andere 'hete koffie'zaken het voor de rechter nooit hadden gehaald. Dit was een dure vergissing. De advocaat had een expert gevonden, die verklaarde dat koffie van 82° binnen 15 seconden derdegraadsbrandwonden veroorzaakte en hij betoogde bovendien dat 60°C de gebruikelijke temperatuur van koffie bij andere restaurants was en hij wees erop dat McDonald's in 10 jaar tijd al 700 keer wegens te hete koffie was aangeklaagd. De jury vond dat Stella Liebeck 2 0 % eigen schuld had. Daarnaast moest McDonald's echter $ 160.000 aan haar betalen. Daann zat voor McDonald's niet de pijn. Dit zat in het feit dat de <6 O)
co
jury maar liefst een bedrag van $ 2.900.000 aan 'punitive damages' moest betalen. Dit is een soort civielrechtelijke boete die wij in Nederland niet kennen, maar die kan zorgen voor een enorme bonus voor rechtzoekenden in het Amenkaanse systeem. Aanvankelijk ging Stella Liebeck met $ 2.900.000 naar huis. Het verhaal werd echter vervolgd, omdat de rechter het bedrag aan 'punitive damages' exorbitant vond en dit vedaagde naar $ 480.000. Daarmee had Stella Liebeck $ 640.000 gekregen. Nadat beide partijen in hoger beroep waren gegaan, werd de zaak uiteindelijk geschikt voor een bedrag van rond de $600.000. In het kader van mijn bijdrage aan het onderwerp van vanmiddag: 'In hoeverre spraak bij aan een claimcultuur
in Nederland?',
draagt
recht-
is niet de zaak van Stella Liebeck zelf van
belang, maar de vraag of de winst van Stella Liebeck leidde tot een lawine van nieuwe 'hete koffie'-zaken. Dat laatste bleek niet het geval: na Stella Liebeck heeft niemand in Amenka nog een 'hete koffie'-zaak meer weten te winnen. Bovendien is gebleken dat de succesvolle keten Starbucks haar koffie nog warmer serveert dan McDonald's, terwijl de Amencan National Coffee Association zelfs een koffietemperatuur van 85 tot 90°G aanbeveelt. Ook is erop gewezen dat de 700 aanklachten tegen McDonald's in 10 jaar neerkwam op één aanklacht per 24 miljoen verkochte koppen koffie, terwijl sinds de zaak van Stella Liebeck altijd een waarschuwing op de bekers van McDonald's had gestaan. Al die argumenten hebben ertoe geleid dat 'hete koffie'-zaken uit de belangstelling zijn geraakt. Sheet 5
Error! Objects cannot be created from editing field codes, kop NRG Olievlek: systeem in VS C l a s s actions in de V S Wellicht het meest tot de verbeelding spreekt de Amenkaanse aanpak van massaschade. In Amenka zijn de class actions geboren en derhalve ook het verst ontwikkeld. Heel in het kort gaan de class actions in Amenka terug tot 1966, toen the class action regeling van Rule 23 van de Federal Rules of Givil Procedure het levenslicht zag. Bijna alle staten van Amenka beschikken over een regeling die deze federale regel volgt. Forum shoppen komt in Amerika zeker nog veel voor, maar dat heeft vooral te maken met het feit dat rechters in Amenka gekozen worden en niet benoemd, zodat zij mogelijk een bepaalde vooringenomenheid kunnen hebben. Om dit zoveel mogelijk aan banden te leggen is in 2005 de GAFA (Glass Action Fairness Act) aangenomen, die onder meer beoogt dit verschijnsel aan te pakken. Rule 23 onderscheidt twee soorten class actions: de 'Limited Fund Glass Action' (waarbij de voor verhaal beschikbare middelen ontoereikend zijn voor genoegdoening van alle schadelijders) en de 'Damages Glass Actions' (waarbij de voor verhaal beschikbare middelen wél toereikend zijn voor de genoegdoening van alle schadelijders). Centraal in een class action in Amerika staan de begnppen 'class en de 'class vertegenwoordiger'. De class vertegenwoordiger - ook wei 'named plaintiff' - genaamd, vertegen-
co o> (D CM
m
i O
2/13
woordigt lettedijk een hele groep schadelijders die niet op voorhand is geïdentificeerd (de class). Het bijzondere is dus dat je tot een class kunt behoren zonder dat je het weet en dat jouw belangen - eveneens zonder d a t j e dat weet - door een class vertegenwoordiger/named plaintiff worden behartigd los van jouw wil, maar louter gebaseerd op de beslissing van de class vertegenwoordiger om zich de belangen aan te trekken van een class, waartoe jij al dan niet toevallig behoort. Omdat dit een nogal vreemde vorm van vertegenwoordiging is en er zich nogal wat intern conflicterende belangen kunnen voordoen zijn er strenge eisen gesteld aan formele ontvankelijkheid alvorens een class action daadwerkelijk plaats mag vinden. Formele
ontvankelijkheidsfase
Een class action begint met een verzoek van een kandidaat class vertegenwoordiger aan de rechter, waarin hij verzoekt zijn groep (class) schadelijder in een collectieve schadevergoedingsactie ontvankelijk (certification) te verklaren. Een Amerikaanse rechter zal dit verzoek op vier onderdelen toetsen: Numerosity (aantoonbaar een grote hoeveelheid beweerdelijke schadelijders, zo groot dat voeging van partijen geen optie is). Commonality (leden van de gedefinieerde class hebben een gemeenschappelijk juridische vraag of een gemeenschappelijk feitelijk complex). Typicality: (claim van de class vertegenwoordiger is typerend of te wel representatief voor de class). Adequacy: (adequacy of representation heeft betrekking op de persoon van de class vertegenwoordiger en zijn vordering, maar ook op de kwaliteiten van de advocaat die hen begeleid). Als aan deze formele vereisten is voldaan kan de class vertegenwoordiger - die overigens een aantoonbaar belang heeft bij de uitkomst van de zaak en die zelf daadwerkelijk lid dient te zijn van de class die hij vertegenwoordigt - ontvankelijk worden verklaard. Nadere
vereisten
Vervolgens wordt bezien of de voor verhaal beschikbare middelen toereikend zijn voor genoegdoening aan alle schadelijders. Is dit niet het geval, dan wordt het regime 'Limited Fund Class Actions' toegepast. Dit betekent: geen 'opt out' (als je tot de class behoort dan ben je gebonden aan de rechteriijke uitspraak of aan de door de rechter goedgekeurde regeling). Zijn de voor verhaal beschikbare financiële middelen wél toereikend om alle vermoedelijke schadelijders volledig schadeloos te stellen, dan geldt het regime van de 'Damages Glass Actions'.
3/13
De class vertegenwoordiger moet dan aantonen dat een class action het beste instrument is om de onderhavige schade in processueel opzicht op te lossen. De class action moet dan dus beter zijn dan bijvoorbeeld een proefproces of voeging van partijen. Als de class vertegenwoordiger daann is geslaagd dient hij nog een kennisgevingvoorschrift (notice) uit te sturen die het voor potentiële class leden mogelijk maakt zich van de class te distantiëren (opt out). Als deze class leden van deze opt out mogelijkheid geen gebruik maken, dan zijn zij gebonden aan de uitkomst van de class action. Belangrijk voor het begnp van de Amenkaanse versie van class action is het feit dat deze acties in de regel worden gefinancierd/voorgeschoten door de advocaat van de class. High profile class action-litigation vergt derhalve 'deep pockets' van de advocaat van de class. Zodra de class gecertificeerd is en dus ontvankelijk is verklaard eindigen nagenoeg alle class actions door middel van een collectieve schikking. Er is maar een handvol class actions dat daarna wordt uitgeprocedeerd. Sheet 6
Waar leidt deze manier van massaschade geschilbeslechting in Amenka nu toe? (sheet 6 t/m 9 bespreken). Error! Objects cannot be created from editing field codes. Error! Objects cannot be created from editing field codes. Error! Objects cannot be created from editing field codes. E u r o p e s e ontwikkelingen Voor Amenkaanse advocaten is Europa bepaald nog niet het beloofde land. Op een seminar dat ik enige tijd geleden bezocht legde een typische 'plaintiff-lawyer', die daar een voordracht hield, uit dat er nogal wat hindernissen te nemen waren voordat class actions naar Amerikaans model, succesvol zouden kunnen worden ingevoerd. Deze advocaat had per Europees land precies op het netvlies welke beperkingen/hindernissen er in juridisch opzicht golden voordat een voor 'plaintiff-lawyers' interessante situatie zou ontstaan. Die "magie potion" bestaat bij Amerikaanse plaintiff-laywers uit (1) het hebben van een jury, (2) een systeem van punitive damages, (3) geen systeem van 'loser pays', (4) de mogelijkheid van contingency fee (no cure no pay) en (5) de mogelijkheid om voor de rechter collectief een schadevordering in te stellen conform (6) een 'opt out'-systeem (dat wil zeggen op voorhand geen actie nodig om van class deel uit te maken, onbekend hoeveel eisers er in class zitten).
Sheet 10
Sheet 10 laat duidelijk zien hoe hij over de situatie in Nederland dacht. NETHERLANDS ii MftigaË^ Facioii a No jMiHs lo c
-'•••! m ,Tti».Set^ö(tiört lïf MaSÈ'[>aina9es Ctófrns Act creates' '.'."otlly a(ic^t,tülaAthafi agéfegala settlement and does !;'"t>'":;(»tctea(eafBhttosüe&i'aggregatefastiioii ' • Nóco(ïmg?fi9y fefl^vrsttócess-fee may be ^ r e e d upon • '\v,^^Tor^i;x:^Mïiaim?{lfic(udfïi apercenlage of tbe •>.v'-.',','darfagesorsetifem6ntsUrtii*iteséitw3u!dl)e • exceèave)
3 O
4/13
Bezien vanuit het perspectief van deze Amerikaanse 'plaintifflawyer' zal het met Europa wel nooit wat worden. Bijna iedereen in Europa is erg bevreesd voor een class action-cultuur naar Amerikaans model. Kijkend n a a r d e 27 EU landen zijn er dan ook maar weinig landen waarin daadwerkelijke class acti-
ons zijn terug te vinden.
Situatie in Nederland
Sheet 1 1 + 12
Error! Objects cannot be created from editing field VastsietiingsoVereenkomsl (ussen verooi^aker
r n H O c:
.1 id Q^z^menüjk-.yerzoek aan Hof Amstetdam om ,7^^v,ve^b^n^^end,le'verk!aren ; ; ;: OproepSiQ belangtiebbenden-, i: •vMVeelah.veoveerschrin'; : : MToetsing opr9
• ,
i ,,,
,
,
,
.
,,
.•
r
i
i-
Hot Nodorlandse systoom van collectieve afwikl<eling
van massaschade wijkt af van de 'class actions' in het ^i^aaBliiiiiliii^^
Amerikaanse systeem. De in Nededand bestaande
mogelijkheden zijn ook bepaald van recenter datum. Tot 2005 was het zelfs niet mogelijk om de schade collectief af te wikkelen. 1.1.
De eerste collectieve actie, die is neergelegd in artikel 3:305a BW, omvat 'slechts' de mogelijkheid voor een stichting of een vereniging om een vordering in te stellen ten behoeve van belangen van derden. Dit kan echter geen vordenng tot schadevergoeding zijn. Ik kom daar straks op terug. De tweede mogelijkheid tot een class action bestaat pas sinds 2005. Dit is wel een collectieve afwikkeling van schadevordenngen. Echter, die schadevordenngen worden niet in de eerste plaats door de rechter vastgesteld. Naar oud poldergebruik dienen schadeveroorzakers en de vertegenwoordigers van de benadeelden het over een afwikkeling van de schade eens te worden. De rechter is er dan voor om de uitkomst van dat ovedeg verbindend te verklaren voor in beginsel alle benadeelden.
2.
De collectieve actie van artikel 3:305a BW
2.1.
Laat ik beginnen met de collectieve actie. Het idee is als volgt. Een stichting o f v e r e niging, daartoe al dan niet speciaal in het leven geroepen, trekt zich de belangen van benadeelden aan. Dit kan weliswaar ad hoe, maar het behartigen van die belangen moet wel blijken uit de statutaire doelstelling en uit de feitelijke werkzaamheden. De stichting of vereniging zal dan eerst moeten ovedeggen met degene die volgens haar schadeplichtig is tegenover de benadeelden. Pas als dat ovedeg niet tot resultaat leidt, kan een vordering bij de rechter worden ingesteld. Dat ovedeg moet aan de ene kant wel serieus zijn, maar aan de andere kant bepaalt de wet ook dat al binnen . twee weken tot dagvaarding mag worden overgegaan.
2.2.
De vordenng kan van alles inhouden. In het kader van een 'class action' ligt het meest voor de hand dat een verklanng voor recht wordt gevorderd dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld. De vordenng kan echter niet inhouden dat de gedaagde ook wordt veroordeeld tot betaling van die schadevergoeding.^ Anders dan in de Verenigde Staten kan uit deze rechtszaak over de aansprakelijkheid dus voor in-
^ zie HR 13 oktober 2006 (Vle d'Or).
5/13
dividuele benadeelden geen rechtstreekse aanspraak op schadevergoeding worden gebaseerd. 3.
De Wcam
3.1.
Dat is wel het doel van de Wcam. Het is dan ook interessanter om wat langer stil te staan bij de deze wet.
3.2.
Zoals gezegd, gaat de Wcam ervan uit dat de benadeelden en de aansprakelijke personen zelf tot een regeling komen. Die benadeelden worden, net als in de collectieve actie, in beginsel vertegenwoordigd door een stichting of vereniging die zich de belangen van de benadeelden heeft aangetrokken. Als voorbeeld kan bijvoorbeeld worden genoemd de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). In twee van de vier tot nu toe verbindend verklaarde regelingen kwam deze vereniging op voor de individuele belegger. Maar het is ook denkbaar dat speciaal met het oog op de onderhandelingen over een regeling en de verbindendverklaring een stichting of vereniging wordt opgericht.
3.3.
Als het resultaat van de onderhandelingen is dat wordt afgesproken dat de partij die de schade heeft veroorzaakt aan de benadeelden schadevergoeding zal betalen, dan wordt dit neergelegd in een overeenkomst. Daarin zal worden beschreven welke groepen van personen op grond van de overeenkomst aanspraak kunnen maken op schadevergoeding. Dit zal ook worden uitgesplitst naar aard en ernst van de schade. Ook moet zo nauwkeurig mogelijk worden opgenomen uit hoeveel personen de groep benadeelden bestaat en welke vergoeding aan deze personen wordt toegekend. Die vergoeding kan uiteraard nog niet op individueel niveau worden uitgesplitst. Daarom moet de overeenkomst objectieve voorwaarden bevatten op basis waarvan kan worden vastgesteld aan welke eisen een benadeelde moet voldoen om voor vergoeding in aanmerking te komen. Daarbij moet ook de wijze worden beschreven hoe de vergoeding onafhankelijk wordt vastgesteld.
3.4.
Als de overeenkomst is gesloten, dan kunnen partijen gezamenlijk de rechter verzoeken om de regeling algemeen verbindend te verklaren. Als enige bevoegde rechter is het hof in Amsterdam aangewezen. Het bijzondere is dan dat bij het hof A m sterdam een procedure aanhangig is over een overeenkomst waar alle procespartijen het mee eens zijn. Maar dat is slechts aan het begin zo. Belanghebbenden moeten namelijk worden opgeroepen om van de procedure kennis te nemen om daaraan eventueel als verweerder deel te nemen. Vervolgens worden door partijen die aan de verwerende kant tot de procedure toetreden verweerschriften ingediend.
3.5.
Het hof beoordeelt de overeenkomst vrij terughoudend. Hij bekijkt of de vergoedingen redelijk zijn en of die eenvoudig en betrekkelijk snel kunnen worden verkregen. Voor het overige toetst het hof vooral op formele punten, zoals de representativiteit van de bij de overeenkomst betrokken stichting of vereniging, de onafhankelijke vaststelling van de te verkrijgen schadevergoeding, etc.
6/13
3.6.
Als de overeenkomst de toets van het hof kan doorstaan, dan verklaart het hof deze verbindend. Dat betekent dat in beginsel de hele groep van in de overeenkomst geschreven benadeelden daaraan is gebonden. Maar er bestaat een escape: de rechter bepaalt bij de verbindendverklanng ook een termijn waarbinnen benadeelden verklaren niet aan de overeenkomst gebonden te willen zijn. Dit is de zogenoemde opt-outpenode. Als tijdig binnen die penode een verklanng wordt afgelegd door de benadeelde, dan treft de verbindendverklanng hem niet. Is de benadeelde echter te laat, dan heeft hij pech en is zijn recht op schadevergoeding beperkt tot de aanspraken uit de overeenkomst.
3.7. Sheet 13
Voorbeelden: Des-dochters, Dexia, Vie d'Or, Shell, Vedior, Wodd Online.
Claimcultuur in Nederland anno 2009 Definitie 'claimcuituur"
E e n cultuur waarin burgers elkaar
1" 1 9 9 9 stond het Onderwerp 'claimcuituur' hoog op de politie¬
agenda. Toenmalig Minister van Justitie Korthals schreef
' veelvuldig en vóórhoge bedragen in F .yjüridisöhè ziri aansprekeh ter. vergoeding van geieden schade
op
17
junl
1999
een brief aan het kabinet, waarin hij zijn zorg
uitte over de ontwikkelingen van de 'claimcuituur' in Nederland. De definitie van 'claimcultuur'
II^MggljjjJlJjjjJl
is: een cultuur waarin burgers elkaar veelvuldig en voor
hoge bedragen in juridische zin aanspreken ter vergoeding van geleden schade. In deze brief zette de Minister uiteen hoe het kabinet ongewenste ontwikkelingen in het claimgedrag in Nederiand wenste tegen te gaan.
Detemilnanten voor een claimcuituur:
Opvallend was dat de Minister aan het begin van zijn bnef toegaf dat er geen betrouwbare kwantitatieve gegevens voor-
:-i-1:jundlsei^n3van de.^amenievlrig; :;-;2iVerzaköiJlqngvaf)ïei3Ses.^:.:;:; .v.,3;ü W^kkelSngeri iti het soaale zeketheidssfelsel/pnvatsering; r^Jlo^n^rrie^apspffk^IiJHhelcjsvefzekeririgspfOducten:
handen waren om vast te stellen of destijds daadwerkelijk
; . èi èamerfeving wordt Steeds comFlexcfr voortschnjdng van .'>^:^.v«iet^s^apeflteehnIe}^•;,^•;,';.•,^^:';-• '^6:'ör*^któlinden In de lechtshutpyerlenlrig:
sprake was van een veranderende claimcultuur. De enige
••*T, i ö e n a m e " d ^ n t ó b e V A i s ! h e l i i : r :
kwantitatieve aanwijzing voor veranderend claimgedrag was
.<> Sioni^KkËiBigen in tiet e^nspcak^ijkFieids- en 5 * ^(teyetgoedingsté i^hi,
"de forse toename iijkheidsverzekeringen
van de totale schade die door
aansprake-
wordt vergoed''^. In de kern volstond de
Minister er in zijn bnef mee een aantal Sheet 14
determinanten
op te sommen: factoren die in de samenleving
het ontstaan van een
claimcultuur bevorderen. Dit waren: 1.
juridisering van de samenleving;
2.
verzakelijking van relaties;
3.
ontwikkelingen in het sociale zekerheidsstelsel/privatisering;
4.
toename aansprakelijkheidsverzekeringsproducten;
5.
samenleving wordt steeds complexer; voortschrijding van wetenschap en techniek;
6.
ontwikkelingen in de rechtshulpvedening;
7.
toename claimbewustheid; Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 630 nr. 1, brief'claimcultuur', pag. 2.
7/13
8.
ontwikkelingen in het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht;
9.
internationale invloeden.
De Minister somde de negen determinanten op sheet 4 op en stelde vervolgens simpelweg vast dat de 'claimcultuur' in Nededand vooralsnog geen reden voor ingrijpen vormde, omdat negatieve aspecten van de 'claimcultuur' vooral op zouden treden bij extreme vormen daarvan. Daarbij wees de Minister op de extreme claimcultuur in de VS. Karakteristieken daarvan zijn volgens de Minister de al eerder genoemde 'punitive damages' en het feit dat advocaten daar een resultaatafhankelijke beloning met hun cliënten mogen afspreken ('no cure no pay'). Bovendien heeft in de VS het systeem van jury-rechtspraak een duidelijk opstuwende werking op de hoogte van schadevergoedingen. Uit de zaak van Stella Liebeck blijkt dat jury's veel forsere schadevergoedingen toekennen dan wanneer rechters over de schadevergoeding oordelen. Nu deze dne 'determinanten/karaktenstieken' ('punitive damages', juryrechtspraak en 'no cure no pay') in Nederland niet bestaan, concludeert de Minister dat "de Nederlandse cultuur op basis van de huidige inzichten
moet worden aangemerkt
als gematigd''^.
claimHet zou
zo'n vaart niet lopen in Nederland, zo was de gedachte destijds ruim 10 jaar geleden. Eén van de beleidvoornemens van de Minister in genoemde bnef was wél het bewaken van de toename van claims via adequate gegevensverzameling. In dat kader vervaardigde het W e tenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministene van Justitie (hierna: 'WODC') eind 2003 een 'geschilbeslechtigingsdelta 2003' uit. Het onderzoek was toegespitst op claims met betrekking tot onrechtmatige daad en beroepsaansprakelijkheid met een financieel belang van ten minste NLG 10.000,-- (EUR 4.525,--), omdat verwacht werd dat in die categone zaken de voorspelde claimontwikkeling duidelijk zichtbaar zouden moeten zijn. Uit dit empinsch onderzoek bleek echter dat het aantal claims dat aan de civiele sector van de rechtbanken werd voorgelegd in de penode van 1997 tot en met 2000 niet noemenswaardig was gegroeid. Wél was sprake van een sterke stijging van de geclaimde bedragen: het doorsnee-claimbedrag steeg van EUR 10.000,-- in 1996 naar EUR 2 6 . 0 0 0 , - in 2000. Daar staat tegenover dat de uiteindelijk door de rechter toegewezen bedragen nauwelijks waren gestegen. Dit rechtvaardigde de conclusie dat sprake was van een groeiende kloof tussen bedragen die werden geëist ter compensatie van geleden schade en bedragen die werden toegekend. 'Hoog inzetten' werd daarmee als onderdeel van 'het spel' gezien. Sheet 15
Heel recent is dit WODC-onderzoek herhaald. Het rapport van 2010 is een hernieuwde studie naar het geschilbeslechtingslandschap van de burger zes jaar na het eerste W O D C rapport.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999, 26 630, nr. 1, brief'claimcultuur', pag. 7.
8/13
Tabel 3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Incidentie van problemen, periode 2004-2008. Aantal en percentage respondenten met minstens één probleem, per type probleem en in totaal (N=5.166)
Problemen op/met werk Bezit van onroerend goed Verhuren van onroerend goed Huren woonruimte e.d. Aansctiaf van producten/diensten Geldproblemen Relatie- en familiezaken Vanwege kinderen onder de 18 Gezondheidsproblemen door werk of ongeluk Overig (discriminatie, laster e.d.) Juridische stappen tegen respondent Dreiging met juridische stappen tegen respondent Zelf juridische stappen ondernomen of overwogen
Aantal respondenten 1.308 869 110 454 1.526 913 402 104 150 197 102 83 179
% 25,3 16,8 2,1 8,8 29,5 17,7 7,8 2,0 2,9 3,8 2,0 1,6 3,5
3.126
60,5
Totaal aantal respondenten met één of meer problemen
Uit dit onderzoek blijkt dat 60,5% van de burgers in de penode 2004-2008 op z'n minst één jundisch probleem heeft ondervonden. De meeste problemen ontstonden rondom de aanschaf van producten en diensten (29,5%) en met problemen op en rond het werk (25,3%). Als nummer 3 en 4 volgen problemen met geld (17,7%) en het bezit van onroerend goed (16,8%). Sheet 16
Als we de gegevens uit het geschilbeslechtigingsonderzoek van 2003 afzetten tegen de bevindingen van het onderzoek over de penode 2004 tot en met 2008 dan laat dit opmerkelijke verschillen zien. Tabel 13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Gemiddeld aantal problemen per respondent, periode 2004-2008 in vergelijking met periode 1998-2002 1998-2002 2004-2008
Op/met werk Bezit onroerend goed Verhuren onroerend goed Huren woonruimte e.d. Aanschaf product/dienst Geld Relatie en familie Kinderen onder 18 Gezondheid (werk, ongeluk) Overig (discrim., laster e.d.) Juridische stappen tegen Idem, dreigend Zelf juridische stappen
Totaal
0,53 0,30 0,05 0,19 0,53 0,32 0,15 0,04 0,09 0,08 0,05 0,05 0,08
0,42 0,25 0,03 0,14 0,49 0,25 0,10 0,03 0,04 0,05 0,02 0,02 0,04
2,48
1,88
Deze vergelijking laat zien dat de totale frequentie van problemen, het gemiddelde aantal (potentieel) juridische problemen per respondent is teruggelopen van 2,5 naar 1,9%. Dat is een daling met 24%! Dat toont aan dat er in de eerste plaats minder burgers geconfronteerd worden met problemen, waardoor de incidentie van problemen is gedaald (van 67,2% naar 60,5%). In de tweede plaats - dat laat deze tabel niet zien - hebben de respondenten met problemen gemiddeld minder problemen ondervonden (een daling van 3,7 naar 3,1%). Gelet op de vier belangrijkste probleemtypen is de relatieve teruggang het grootst bij geldproblemen en problemen op/met het werk (32% resp. 21%), iets minder bij het bezit van o n -
9/13
roerend goed (17%) en veruit het laagst bij de aanschaf van producten en diensten (nog geen 9%). Helaas is - anders dan bij het onderzoek in 2003 - niet onderzocht hoe hoog het doorsnee-claimbedrag in de onderzochte penode was en hoeveel de rechter daadwerkelijk gemiddeld per zaak toewees. Als verklaring voor de afname van de probleemfrequentie wordt in de eerste plaats gewezen op het feit dat in de tweede onderzoekspenode de (i) conjuncturele omstandigheden net wat beter waren dan in de eerste. Bovendien lag (ii) het gemiddelde welvaartspeil in de tweede periode, dankzij een structurele groei van productie en werkgelegenheid, weer wat hoger dan in de eerste periode. Dit verklaart ook dat de afname bij de geldproblemen en de problemen op/met het werk relatief groot is. Als andere verklaringen worden genoemd: (iii) vergrijzing van de bevolking (meer 65plussers), (iv) stijging van het gemiddelde opleidingsniveau van de Nederiandse bevolking, (v) toenemende arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, (vi) toenemend percentage eigen woning bezit en (vii) groeiende tevredenheid met de eigen situatie. Sheet 17
Wat hier ook van zij: de economische crisis die eind 2008 inzette, valt net buiten de onderzoeksperiode van het WODC. Het jaar 2009 laat daardoor heel plotseling een heel ander beeld zien: Bij rechlsbijstandverzel<eraars is vorig jaar een recordaantal schademeldingen binnengekomen. Zij ontvingen 423.600 claims: ruim 6% meer dan in 2008 en 10% hoger dan in 2007. Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek verklaart die stijging door een groter aantal ontslagen vanwege de economische crisis. Het aantal arbeidszaken is dan ook het sterkst toegenomen: met 35% ten opzichte van 2008. Alleen in de categorie verkeerszaken in het aantal schademeldingen vorig jaar gedaald. Gemiddeld worden elk kwartaal per 100 polissen 9 claims ingediend. De bedrijfsrechtsbijstandpolissen spannen de kroon met gemiddeld 24 claims per 100 polissen. Arag meldde vorig voorjaar al een sterke stijging van het aantal claims, vooral In arbeidszaken.
Uit het onderzoek bij rechtsbijstandverzekeraars blijkt dat zij een record aantal claims in 2009 ontvingen: 423.600 claims: ruim 6% meer dan in 2008 en 10% hoger dan in 2007. Dit is voor het merendeel veroorzaakt door een stijging van het aantal arbeidszaken: maar liefst 35% stijging ten opzichte van 2008. De toegenomen claimbewustheid is ook zorgelijk volgens een onderzoek dat recentelijk is verricht door ARAG Rechtsbijstand onder ondernemers in het MKB. Twee vragen uit dat Sheet 18
onderzoek wil ik u voorhouden.
10/13
In Amerika heerst een grote claimcuituur, voor het mlnsle of geringste wordt geprocedeerd. Vlndl dal ook In Nederland deze clalmoülluurtoeneeml?
In grote mate 'In enige mata Neutraal Neemt af Nee Weetniet/anders
L
43 364 154 # 1 » 55 # 37 #
^
654 # Wat is volgens u van grole Invloed op de claimculluur in Nederland? Verharding maatschappij : ^ Individualisme geen specifieke oorzaak Afgenomen vertrouwen meer cultuurverandering Kredietcrisis dus moellllkeraan te pakken? Belangengroepen (zoals Hypotheekleed en VEB) Opstelling advocatuur De media Weet niet/anders
:
200 # 131 # 127 # 22 # 40 # 38 # 60 # 36 # 654 #
De ondernemers werd gevraagd of zij een toenemende claimcultuur signaleren sinds de recessie. Ruim 6 2 % ziet een toename van juridische claims (zie sheet 9). Opvallend is echter dat ondernemers de crisis niet aanwijzen als oorzaak voor de toenemende claimcultuur. Volgens 32% ligt het aan de algemene verharding van de maatschappij. Een op de vijf wijst op de individualisering en nog eens één op de vijf wijt de claimcultuur aan het afgenomen vertrouwen van anderen. Slechts 3% wijt de toenemende claimcultuur aan de kredietcrisis/recessie. Zelfs de belangengroepen, advocatuur en media, krijgen van de MKB-ondernemers niet de primaire schuld van de toenemende claimcultuur. Sheet 19
Bij de rechtbanken ingediende burgedijke zaken xmin 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
u Dagvaardingen B Verzoekschriften Bron: Raad voor de rectitspraak, bewerking CBS
Begin deze week vielen op de PlV-site de uitkomsten van het CBS onderzoek 'Rechtspleging en civiel bestuur' te lezen: in 2008 1 miljoen burgedijke zaken voor de rechter. Een stijging van zo'n 4 0 % ten opzichte van 2 0 0 1 . Als ik de conclusies van deze macro-economische verkenningen van het fenomeen 'claimcultuur' naast elkaar leg, dan concludeer ik dat het onderzoek van de WODC niet overeenkomt
11/13
met ( 1 ) het onderzoek van ARAG onder ondernemers in het IVIKB. 6 2 % van de ondervraagde MKB-ondernemers ziet immers een toename van jundische claims, terwijl het W O D C in de periode 2004-2008 een afname van het aantal jundische problemen met 2 4 % heeft geconstateerd. Voeg daarbij (2) het record aantal rechtsbijstandclaims in 2009 en de ontwrichtende werking die (het dreigen met) massale claims hebben op het bedrijfsleven en het rechtsbedrijf en de stijging van het aantal civiele claims dat het CBS waarneemt, dan maak ik mij toch sterk dat sprake is van een toenemende claimcultuur in de Nederiandse samenleving. De assertiviteit van consumenten is bijvoorbeeld fors toegenomen door de effectenlease- en woekerpolisaffaire. Zij kwamen er bovendien achter dat strijden als collectief een krachtig wapen is. Media en internet faciliteren dat: één keer optreden in Tros Radar en je krijgt via de e-mail zó 50.000 aanmeldingen. 6)
Wet Deelgeschillen in letselschadezalcen
Last but not least valt te voorzien dat inwerkingtreding van de W e t Deelgeschilprocedure voor letsel- en overiijdensschade voor veel beroering in letselschadeland zal zorgen. Dit wetsvoorstel zai naar verwachting op 1 juli 2010 in werking treden. Het wetsvoorstel biedt zowel de persoon die personenschade lijdt, als degene die daarvoor aansprakelijk wordt gehouden, de mogelijkheid in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase een vraag aan de rechter voor te leggen. Partijen kunnen dat ook gezamenlijk doen. Het idee hierachter is dat partijen met de beslissing over zo'n deelgeschil terug kunnen keren naar de buitengerechtelijke onderhandelingen om het afwikkelingstraject af te ronden. Van groot praktisch belang is dat op de deelgeschilprocedure het kostenregime van artikel 6:96 lid 2 BW van toepassing blijft. Dat betekent dat waar kosten voor een vooriopig getuigenverhoor of een vooriopig deskundigenbericht niet als buitengerechtelijke kosten voor vergoeding in aanmerking komen, nu wel een buitengerechtelijke kostenvergoeding kan worden gevraagd voor hetgeen in wezen een verrichting in rechte is. Deze aldus gefinancierde, laagdrempelige toegang tot de rechter zal de afwikkeling van letselschade naar verwachting aanzienlijk veranderen. De geschilpunten waarover de rechter tot dusver slechts incidenteel om een oordeel werd gevraagd, zullen nu het onderwerp kunnen worden van uitvoerige jurisprudentie. Momenteel vinden er volop studiemiddagen plaats waarop de mogelijkheden van de nieuwe wet worden belicht. Vast staat wel dat de Wet Deelgeschillen een aanzienlijke invloed zal hebben op de letselschadepraktijk. Afsluiting Sheet 20
Een kort antwoord op de vraag of rechtspraak in letselschadezaken bijdraagt aan een 'claimcultuur' in Nededand, is mogelijk. Ja, omdat letselschaLAWlI'i'.r-tMIiiSI
deslachtoffers en advocaten nu eenmaal mensen zijn en zij geboden kansen zullen proberen te verzilveren. Nee, omdat de term 'claimcultuur' niet echt aan de orde is in Nededand. Natuuriijk zijn er uitwassen, ook in de rechtspraak. Ik noemde al de opportunisten die zittend voor de televisie shockschade co UJ
r-l tn co
12/13
meenden op te lopen toen zij de beelden van het Koninginnedagdrama 2009 zagen. Ik kan ook de mevrouw noemen die stelde dat de Nationale Postcode Loterij haar leven had verstoord, omdat zij geen miljonair was geworden en haar buren wel, enkel doordat zij geen lot in de Nationale Postcode Loterij had gekocht en zij wel. Ook de echtgenote die haar man aanspreekt voor haar letsel, toen de hangmat waann zij lag afbrak en zij zeer ongelukkig ten val kwam'* en ten slotte de scholiere die haar school aansprakelijk stelde omdat zij slachtoffer was geworden van een loverboy^. Natuudijk roepen al deze gevallen op zijn minst gefronste wenkbrauwen op. Het zijn juist dit soort gevallen die in de Haagse politiek de angst van een 'claimcultuur' aanwakkeren. Uit het oog verloren wordt dat een vergaande aansprakelijkheid vanuit het oogpunt van preventie, veiligheid en kwaliteit uit het oog wordt vedoren. Is het niet zo dat het verkeer veiliger is geworden door de vergaande aansprakelijkheid van de automobilist jegens ongemotoriseerden? Is het niet zo dat de werkvloer veiliger is geworden door de vergaande werkgeversaansprakelijkheid? Ja, dat is zo. Desondanks heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel affectieschade (voodopig) de nek omgedraaid. Voor een uitbreiding van aansprakelijkheidsgronden en uitbreiding van schadevergoedingsmogelijkheden, zijn wij voodopig dus weer even afhankelijk van de rechter. Als lawyer in een lawyer's paradise kan ik niet wachten op het al het goeds en al het creatiefs dat aan de breinen van LSA-advocaten ontspruit. Ik zal hen graag in en buiten rechte tegemoet treden: laat ze maar komen die claims!
Huib Lebbing, 10 mei 2010
13/13