INHOUDSOPGAVE 1
BIJKOMENDE ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN ...................................................2 1.1 BESCHRIJVING VAN HET GEBOUW ............................................................................2 1.2 BEKNOPTE BESCHRIJVING DER WERKEN ................................................................2 1.3 BESTAANDE TOESTAND – ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN ..........................3 1.4 AF TE LEVEREN DOCUMENTEN BIJ DE INSCHRIJVING ..........................................3 1.5 DETAIL EN WERKTEKENINGEN, OPGEMAAKT DOOR DE AANNEMER................4 1.6 VOORLOPIGE OPLEVERING .........................................................................................5 2 ALGEMENE TECHNISCHE VOORWAARDEN .................................................................6 2.1 BELANGRIJKE OPMERKINGEN....................................................................................6 2.2 GOEDGEKEURDE MATERIALEN .................................................................................6 2.3 KLEUREN NAAR KEUZE VAN DE ARCHITECT..........................................................6 2.4 SCHIKKING EN INPLANTING VAN DE TOESTELLEN ...............................................6 2.5 AFTEKENEN VAN DE INSTALLATIE ...........................................................................6 2.6 ELEKTRISCHE INSTALLATIES .....................................................................................7 2.7 ELEMENTEN VERVAT IN DE PRIJZEN VAN DE AANNEMING .............................. 10 2.8 GRENZEN VAN DE AANNEMING ............................................................................... 12 2.9 UITKAPPINGEN, DOORBORINGEN EN HERSTELLINGEN ...................................... 13 3 BIJZONDERE TECHNISCHE VOORWAARDEN ............................................................. 16 3.1 ALGEMEEN ................................................................................................................... 16 3.1.1 Van toepassing zijnde reglementering .......................................................................... 16 3.1.2 Voorafgaandelijke opmerkingen................................................................................... 16 3.1.3 Elektrische voedingen & aardingen .............................................................................. 18 3.1.4 Ventilatie schacht en/of machinekamer ........................................................................ 19 3.1.5 Algemene criteria i.v.m. geluidsniveau & trillingsoverdracht........................................ 19 3.2 KARAKTERISTIEKEN VAN DE LIFTEN ..................................................................... 20 3.2.1 Gemeenschappelijk voor alle liften............................................................................... 20 3.2.2 Lift 1............................................................................................................................ 20 3.2.3 Lift 2............................................................................................................................ 21 3.2.4 Schachtuitrusting ......................................................................................................... 22 3.2.5 Aandrijving .................................................................................................................. 23 3.2.6 Kooiopbouw & afwerking ............................................................................................ 23 3.2.7 Kooi- en bordesdeuren ................................................................................................. 24 3.2.8 Bediening & signalisatie .............................................................................................. 25 3.2.9 Overige ........................................................................................................................ 26 3.3 DIENSTVOORSCHRIFTEN, INSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN .................... 27 3.4 KEURING(EN) ............................................................................................................... 28 3.5 AFLEVERING DOCUMENTEN..................................................................................... 28 3.6 ONDERHOUD EN WAARBORG ................................................................................... 28
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
1
Daarkom Liften
1 BIJKOMENDE ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN 1.1
BESCHRIJVING VAN HET GEBOUW
De huidige werken omvatten het bouwen van twee liften in een bestaand gebouw. Het gebouw wordt beschouwd als een middelhoog gebouw zoals voorzien in de basisnormen brandbeveiliging van het KB van 19.12.1997. Voor de architecturale gegevens van het gebouw wordt de aannemer erop gewezen dat de architectuurplannen en de stabiliteitsplannen in de volledige bundel architectuur aanwezig zijn. Eventuele tekortkomingen in het bestek of op plannen dienen bij de offerte te worden overgemaakt. In ieder geval zal er geen verrekening worden toegestaan die te wijten zou zijn aan het niet grondig inschatten van de omvang of moeilijkheidsgraad der werken. Dit wil tevens zeggen dat alle wijzigingen op niveau van de architectuur en stabiliteit op kosten dienen te gebeuren van deze aanneming.
1.2
BEKNOPTE BESCHRIJVING DER WERKEN
De aanneming omvat het geheel van leveringen, plaatsingen en aansluitingen van eerder genoemde technische installaties en omvat hoofdzakelijk volgende niet limitatieve lijst van installaties: - De uitvoeringsstudie van de technische installaties, vertrekkende van het onderliggende prijsvraagdocument, m.i.v. coördinatie met de andere betrokken aannemers. De aannemer legt de uitvoeringsstudie voor ter goedkeuring aan de ontwerper alvorens over te gaan tot de uitvoering. - Leveren en plaatsen van elektrische lift met elektrische aandrijving zonder machinekamer en met telescopische deuren: o Personenlift 1 min 630 kg, 8 personen met 3 stopplaatsen o Personenlift 2 min 1000 kg met 2 stopplaatsen - Opmerking: de hierna opgegeven kooiafmetingen zijn maatgevend voor de bepaling van de kooilast. - Alle trilling- en geluiddempende voorzieningen om te kunnen voldoen aan de gestelde akoestische niveaus. - Proeven en keuringen op de installaties. - Alle middelen voor verticaal en horizontaal transport tijdens de werffase, werfinrichting, stockage van materialen, ... - Alle nodige bouwkundige werken met inbegrip van maken van alle bijkomende openingen, en het dichten ervan, die nodig zijn voor de realisatie van de installaties. - Het opmaken van uitvoeringsplannen, berekeningsnota's, selecties. - Het opmaken van het AS-BUILT dossier. (In het Nederlands in 5-voud) - Omnium onderhoud, keuringen en interventies tijdens de waarborgperiode van 2 jaar na de voorlopige oplevering. De interventies vallen binnen het kader van de garantiebepalingen.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
2
Daarkom Liften
1.3
BESTAANDE TOESTAND – ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN
De aannemer kan zich niet op de aard van het gebouw of de ondergrond beroepen om schadevergoedingen of wijzigingen in de aanneming te eisen, ongeacht welke en hoe omvangrijk de middelen van werken ook mogen zijn om de werken zoals gesteld in de overeenkomst te verwezenlijken. De aannemer zal op zijn kosten en risico alle nodige maatregelen treffen om schade aan personen, goederen, eigendommen en ondergrondse leidingen, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks veroorzaakt door de uitvoering van de werken te vermijden. Ingeval van ondergrondse werken moet op voorhand de goedkeuring gevraagd worden van de bouwheer en nutsvoorzieningmaatschappijen (gas, water, telefoon, elektriciteit, enz...). Al de nodige formaliteiten, briefwisseling en kosten voor het bekomen van de reglementaire vergunningen zijn ten laste van onderhavige aanneming. De aannemer is verantwoordelijk voor de schade die hij door of tijdens de werken zou toebrengen aan bestaande te behouden constructies o.a. (gebouwen, leidingen, kabels, planten, gewassen, bestratingen, verhardingen, lijnvormige elementen en afsluitingen e.d.) of aan derden, zowel aan hun persoon als aan hun goederen. Hij zal de toegebrachte schade onmiddellijk herstellen op zijn kosten. Mocht hij terzake in gebreke blijven, dan is de aanbestedende overheid gerechtigd ambtshalve de nodige werken op zijn kosten te laten uitvoeren en de nodige sommen van de hem verschuldigde bedragen af te houden.
1.4
AF TE LEVEREN DOCUMENTEN BIJ DE INSCHRIJVING
Naast de documenten gevraagd in de Algemene Voorwaarden, dienen volgende documenten bij de inschrijving gevoegd: - Hoofdstuk 1 Volledig ingevulde meetstaat. - Hoofdstuk 2 Bemerkingen en vastgestelde leemten in dit bestek - Hoofdstuk 3 Volledige lijst van de aangeboden materialen en/of systemen Het goedkeuren van een materialenlijst door het Bouwteam, bij contractvorming, neemt niet weg dat de aangeboden materialen volledig conform de technische beschrijvingen van het bestek dienen te zijn. In dit bestek is eveneens een materialenlijst opgenomen die dienst doet als basismerk voor de in te dienen offerten.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
3
Daarkom Liften
1.5
DETAIL EN AANNEMER
WERKTEKENINGEN,
OPGEMAAKT
DOOR
DE
De aannemer dient tijdig (dit is ten laatste drie weken voor de aanvang der werken) volgende documenten te overhandigen: - Een plan met de aanduiding van de werfinstallaties, opslagruimten en -zones en de nodige toegangswegen in overeenstemming met de technische bepalingen. - Gedetailleerde uitvoeringsplannen met het tracé en inplanting van alle leidingen, kanalen, roosters, goten, kabels, enzovoort deel uitmakend van zijn aanneming evenals alle doorvoeringen en uitsparingen door hem te leveren of uit te voeren. - Alle plannen en documenten zoals aangeduid in de verschillende artikels van de administratieve en technische bepalingen en de documenten naar waar hierin verwezen wordt. De aannemer staat zelf in voor het opmaken van de detailstudie en de uitvoeringsplannen. De aannemer voert m.a.w. alle detailberekeningen uit in overeenstemming met de bepalingen van het bestek en/of de geldende normeringen. De aannemer zal steeds de volledige verantwoordelijkheid dragen over het geheel van studies. Het goedkeuren van een berekening door het Bouwteam ontneemt niets van de verantwoordelijkheid van de aannemer. Voor de uitvoeringsfase dienen er coördinatievergaderingen (=werfvergaderingen) georganiseerd te worden met de overige betrokkenen aannemers. De aannemers passen ieder voor zich hun plannen aan totdat er een geheel van gecoördineerde uitvoeringsplannen ontstaat tussen de diverse aannemingen. De aannemers zijn verplicht actief deel te nemen aan deze coördinatievergaderingen. Pas na de coördinatie worden de plannen ter goedkeuring voorgelegd. De detail- en uitvoeringsplannen en berekeningsnota’s die de aannemer ter goedkeuring moet voorleggen aan de architect en ontwerper zijn onder meer: - Alle grondplannen op schaal 1/50 met aanduiding van merk, type en afmetingen van toestellen, leidingen, enz. Alle installaties zijn gedetailleerd te tekenen rekening houdend met de werkelijke afmetingen. De plannen zijn steeds uit te voeren als meerlijnsplan (ventilatie, elektrische schema’s, enz..). - Indien noodzakelijk, gedetailleerde plannen schaal 1/20 van de technische ruimte. - De uitvoeringsplannen en elektrische schema's van alle borden. - Ieder ander plan dat nodig geacht wordt door het Bouwteam (bouwheer, architect en ontwerper) Deze plannen zijn slechts vatbaar voor goedkeuring indien zij technisch aanvaard zijn door de bouwheer, architect en ontwerper, en gecoördineerd met andere technieken. Alle detail- en uitvoeringsplannen moeten zonder bijkomende vergoeding door de aannemer ingediend worden in het door de bouwheer gevraagd aantal exemplaren. De goedkeuring der plannen en alle andere stukken door de aannemer opgemaakt, stelt echter de bouwheer noch de architect en ontwerper aansprakelijk voor fouten en verzuimen welke deze niet zouden hebben aangewezen tevens houdt deze goedkeuring geen goedkeuring in van de werking van de installaties. Na goedkeuring wordt één kopie van alle plannen aan elk andere betrokken aannemers (o.a. aannemers sanitair, HVAC, elektriciteit, plafond, bouw, enz.) kosteloos overhandigd. Bij de voorlopige oplevering der werken dient de aannemer volgende documenten in drie exemplaren aan de bouwheer en in twee exemplaren aan de ontwerper te overhandigen: - Een lijst der gebruikte materialen en toestellen met opgave van hun herkomst en de plaats waar ze verkrijgbaar zijn - Een volledig technische documentatiemap van de installatie inclusief alle goedgekeurde technische fiches van de materialen - De nodige rapporten en attesten betreffende proeven en controles. - De bedieningsvoorschiften van de volledige installatie m.i.v. de individuele apparaten Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
4
Daarkom Liften
-
-
-
overzichtslijsten voor onderhoudswerken en hun interval Alle vereiste onderhouds- en montagehandleidingen met een lijst van de nodige wisselstukken. In de onderhoudsdocumenten moet het adres en telefoonnummer vermeld zijn van de onderhoudsdienst in België die voor de geplaatste apparaten kan bereikt worden, 24 uren op 24, op de werkdagen, alsook op zon- en feestdagen. Aangepaste revisie tekeningen welke exact overeenkomen met de werkelijke uitgevoerde installaties, met aanduiding van alle bijzondere gegevens als nummering van klemmen, apparaten, kringen, enz. ... Eventuele principeschema's van de globale installatie. Alle plannen en schema’s zullen eveneens afgeleverd worden als Acad DWG files op CD rom.
Opmerking: alle documenten moeten in overeenstemming zijn met de werkelijke verwezenlijking. BELANGRIJK De in te dienen plannen en documenten worden op een gestandaardiseerde wijze opgemaakt volgens onderstaand model. - Een titelblad, met de vermelding van een notanummer, de omschrijving, de datum van indiening, het projectnummer, de projectnaam, perceel en/of deelnummer en de posten waarop de nota betrekking heeft, met indien vereist de inschrijvingsprijzen. - Een technische fiche, met de vermelding van alle materiaalspecificaties, technische karakteristieken, dimensies, e.d. Als opmerkingen dienen expliciet eventuele afwijkingen ten opzicht van het bestek te worden vermeld. - Karakteristieke curven (indien van toepassing). - Rekennota's (indien van toepassing). - Een opstellingstekening of -plan (in te tekenen op de constructies van het concrete project in uitvoering). Elke nota moet verzorgd zijn met een uniforme lay-out. Alle nota's worden op eenzelfde standaard wijze opgevat, hebben allemaal hetzelfde titelblad en zijn volledig getypt.
1.6
VOORLOPIGE OPLEVERING
De voorlopige oplevering heeft plaats nadat aan volgende voorwaarden is voldaan: - Alle leveringen en werken zijn uitgevoerd, uitgezonderd deze die niet kunnen uitgevoerd worden en waarvoor de bouwheer uitdrukkelijk en schriftelijk voorafgaandelijk heeft toegestemd om deze na het opstellen van het PV van oplevering uit te voeren. - Alle installaties zijn bedrijfsklaar en operationeel. - Alle door het bestek opgelegde proeven, metingen en controles zijn uitgevoerd evenals de nodige verbruiksgoederen, zoals wisselstukken, oliën en vetten, geleverd. - De opleiding van het personeel van de bouwheer, welke belast is met de exploitatie en onderhoud, is uitgevoerd door de aannemer. Hiervoor zal, gedurende een voorafgaande periode minstens één personeelslid van de Aannemer, met de nodige kennis en ervaring aanwezig zijn op de werf. De uren van aanwezigheid vallen binnen de normale arbeidsuren en zullen bepaald worden in samenspraak met de bouwheer of zijn gemachtigden. - Het as-built dossier en eindafrekening zijn overhandigd aan de bouwheer of zijn gemachtigden. De waarborgtermijn gaat in op de datum van de voorlopige oplevering en duurt minimaal tot aan de definitieve oplevering. D waarborgtermijn is 2 jaar. Ingeval de definitieve oplevering uitgesteld wordt vanwege nog openstaande gebreken aan de installatie, wordt automatisch en zonder bijkomende vergoeding de onderhoudsperiode en waarborgtermijn verlengd.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
5
Daarkom Liften
2 ALGEMENE TECHNISCHE VOORWAARDEN 2.1
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Bij het indienen van zijn inschrijving wordt verondersteld dat de aannemer kennis heeft genomen van de bestaande toestand en de aanvoermogelijkheden. De afmetingen op de plannen en in het bestek worden enkel ten titel van inlichting gegeven. De aannemer dient de nodige voorzorgen te nemen om beschadiging en/of onnodige beschadigingen aan het gebouw en installaties tijdens de werken te vermijden. Beschadiging aan of om het gebouw veroorzaakt door het personeel van de aannemer of onderaannemers zal op kosten van de aannemer hersteld worden. Vóór de plaatsing van toestellen zal een rondgang gebeuren op de installatie met de aannemer en de opdrachtgevende overheid of zijn/haar gemachtigde, om de definitieve inplantingsplaats van de toestellen vast te leggen. De bouwheer of zijn/haar gemachtigde behoudt zich het recht voor de inplanting van de toestellen i.f.v. de noodwendigheden te wijzigen. Alle werken dienen uitgevoerd tot algehele voldoening van de bouwheer, architect en ontwerper, de energieleverende maatschappijen en overeenkomstig hun voorschriften. De installatie wordt uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen en de aanduidingen van de documenten vermeld in de administratieve voorwaarden.
2.2
GOEDGEKEURDE MATERIALEN
Van alle aangeboden materialen of toestellen en toebehoren is een model voor te leggen alvorens tot bestelling over te gaan. Na goedkeuring blijven deze materialen op de werf ter beschikking. Verder kan op vraag van de bouwheer, architect of ontwerper van elk van de voorziene toestellen een proefopstelling gemaakt worden op de werf, dit zonder supplementaire kosten.
2.3
KLEUREN NAAR KEUZE VAN DE ARCHITECT
Sommige beschrijvingen van toestellen voorzien in het bijzonder bestek, vermelden: "Kleuren naar keuze van de architect". Indien voor zekere tinten een meerprijs gevraagd wordt, moet dit klaar en duidelijk in bijlage bij de inschrijving, met aanduiding van het bedrag vermeld worden.
2.4
SCHIKKING EN INPLANTING VAN DE TOESTELLEN
De inplanting van de verschillende toestellen is aangeduid op de plannen. De aannemer is verplicht ter plaatse te onderzoeken welke moeilijkheden er voortvloeien, voor het plaatsen van deze toestellen, door de inrichting van de lokalen. Alvorens tot de plaatsing van de toestellen over te gaan, zal de aannemer de vooropgestelde inplanting eerst ter goedkeuring aan de ontwerper voorleggen. De toestellen moeten zo worden geschikt dat de toegang, bediening en onderhoud van de verschillende onderdelen, alsook de gedeeltelijke of totale vervanging van de toestellen gemakkelijk en veilig kan geschieden. De verplaatsing van een toestel over een afstand van maximum 2 m mag geen aanleiding geven tot een prijswijziging.
2.5
AFTEKENEN VAN DE INSTALLATIE
De werken beginnen met het aftekenen van de installatie op wanden en plafonds van de lokalen. Het doel hiervan is de ligging van de leidingen, plaats van de doorgangen, borden en toestellen, die schematisch op de plannen zijn aangeduid, te bepalen. Het aftekenen gebeurt zodanig dat de lijnen en merktekens op een gemakkelijke wijze volledig kunnen verwijderd worden. Na montage worden alle Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
6
Daarkom Liften
zichtbaar blijvende tekens door de aannemer van onderhavig lot verwijderd. Deze aftekeningen worden, vóór de werken aan te vangen ter goedkeuring voorgelegd aan de architect en de ontwerper.
2.6
ELEKTRISCHE INSTALLATIES
a) Karakteristieken van het elektrisch net Laagspanning: TNS - Driefasig 400V+N+A, 50 Hz – Monofasig 230V+A, 50 Hz. b) Driefasige voedingen Alle 3-fasige systemen worden aangesloten of geleverd met een rechts draaiveld. c) Berekeningen Alle vermelde doorsneden van leidingen en nominale stroomsterkte op de plannen aangeduid, zijn minimum waarden. De aannemer is verplicht deze waarden aan te passen volgens het vermogen van de geplaatste toestellen. d) Selectiviteit van elektrische beveiligingen De selectiviteit van de uitschakelingen moet verzekerd zijn ingeval van kortsluiting of overbelasting op een willekeurig punt in het net. Alleen het beschermingstoestel dat het dichtst bij het gestoorde punt ligt moet onmiddellijk uitschakelen; de andere beschermingstoestellen moeten normaal ingeschakeld blijven. e) Arbeidsfactor De arbeidsfactor van de gehele installatie én per voedingspunt zal tussen 0,8 en 1 bedragen. Ingeval een slechtere waarde zal de arbeidsfactor verbeterd moeten worden hetzij aan de bron of hetzij algemeen met vaste condensatoren of automatische condensatorbatterijen. f) Storingsniveau's op de voedingsspanning De goede werking van de elektronische uitrusting mag niet gehinderd worden door: - Spanningsonderbrekingen tot 10 ms met uitzondering van vermogenselektronica; - Spanningsdalingen met een tijdsduur van ten hoogste 0,5 s en tot ten hoogste 15% van de nominale voedingsspanning; - Spanningsstoten met een tijdsduur van ten hoogste 1,5 ms en met piekwaarden tot 200% van de nominale effectieve spanning tussen de fasen. De totale harmonische vervorming is ten hoogste 5 %. Fase onevenwicht: de laagste fasespanning is niet lager dan 95% van de hoogste fasespanning. g) Ontstoringsapparaten Ieder toestel, waarvan de werking storingen zou kunnen veroorzaken in de installaties van radio, T.V., telefoon, enz. moet uitgerust worden een ontstoringsapparatuur volgens de geldende normen. h) Randvoorwaarden Volgende indeling in ‘groepen’ is van toepassing: 1. Ondergedompelde toestellen 2. a. Toestellen buiten opgesteld
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
7
Daarkom Liften
b. Toestellen binnen opgesteld in technische- en machineruimtes (waar een risico bestaat dat waterdruppels erop vallen of spatten en waar er zich een grote stofconcentratie voor kan voordoen) 3. Toestellen binnen opgesteld of opgebouwd in kantoren en aanverwante lokalen m.a.w. droge & stofvrije lokalen (voor modulaire laagspanningsborden geldt de beschermingsgraad voor het geheel) 4. Toestellen ingebouwd in een laagspanningsbord Dan gelden onderstaande voorwaarden op het vlak van beschermingsgraden, temperaturen en vochtigheidsgraden, tenzij anders vermeld in verdere bepalingen van onderhavig bestek. Groep 1 2 3 4
Beschermingsgraad IP 68 IP 65 IP 44 IP 20
Max Temp. 30 a 50 b 40 40 30
Min Temp. 0 - 25 0 0 5
Vochtigheidsgraad % 100 30 - 90 30 - 90 30 - 70 30 - 70
i) Uitwendige invloeden De aannemer dient de minimum IP graad van het elektrisch materiaal aan te passen in functie van de uitwendige invloeden. De in het bestek vermelde IP waarden gelden als minimum waarden en dienen, indien dit vereist, aangepast te worden. Deze aanpassing kan geen meerprijs tot gevolg hebben en is vervat in de algemene aanneming. j) Beschermingsmaatregelen Bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking: Deze bescherming zal geboden worden door een volledige isolatie van de geleiders. Deze isolatie moet bestaan uit geschikt isolerend materiaal dat continu de mechanische, elektrische en thermische belastingen waaraan het onderhevig is, kan verdragen en kan slechts door vernietiging verwijderd worden. Verf, vernis, lakken en analoge producten worden niet beschouwd als voldoende isolatie om te beveiligen tegen rechtstreekse aanraking. Alle elektrische apparaten en componenten moeten volledig ingebouwd zijn in omhulsels door een isolerend materiaal, geschikt om te weerstaan aan mechanische, elektrische en thermische belastingen waaraan ze kan onderhevig zijn in normale of speciale bedrijfsomstandigheden. Ze moet bovendien bestand zijn tegen ouderdom en vuur. Openen van de omhulsels mag slechts gebeuren met een sleutel of werktuig. Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking: De beschermingswijzen tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking in TN-netten worden algemeen toegepast. Steeds moet totale selectiviteit gegarandeerd blijven. Er dient wel steeds één of meerdere differentieellossers voorzien te worden voor de algemene diensten (stopcontacten, verlichting, verwarming, sanitaire voorzieningen, ...) met een afschakelwaarde van min. 30 mA en max. 300 mA tenzij anders vermeld. k) Elektrische voedingskabels voor derden De plaats van de voedingskabels in afwachting, op de plannen aangeduid, is benaderend. De juiste plaats van deze kabels wordt in de loop der werken door de architect of de ontwerper bepaald. Deze kabels hebben een reserve lengte van 3 m, waarmede rekening gehouden werd in de opmetingsstaat. De aannemer zal op eigen initiatief naar de juiste plaats van deze voedingen informeren.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
8
Daarkom Liften
l) l) Nummering Voor de elektrische schema's worden de normen van de IEC publicatie 117 gehanteerd. Iedere elektrotechnische component, alsmede de verlichtings- en verwarmingstoestellen en stopcontacten, moet voorzien worden van een blad- plus kringnummer. De motoren en de toestellen in het veld dienen op de elektrische schema's tevens eenmalig aangeduid te worden, bij de motor of het toestel, volgens de nummering van de P&ID's. m) Keuringen De installaties mogen slechts in dienst worden genomen na aanvaarding door de energie leverende maatschappijen en aanvaarding door een wettelijke aangenomen keuringsorganisme. Deze keuring(en) moet(en) uitwijzen dat voldaan is aan: - alle eisen van de stroomleverende maatschappij - het A.R.E.I - het ARAB, in bijzonder art. 54 quater - IEC 204 voor de industriële machines met dien verstande dat de bepalingen van onderhavig bestek primeren t.o.v. de IEC 204. Het keuringsorganisme moet voorgesteld aan en aanvaard worden door de bouwheer en ontwerper. De aannemer is verplicht alle nodige meettoestellen en toebehoren ter beschikking te stellen van de ingenieurs voor alle controles, metingen en keuringen die deze nuttig oordelen. Hij stelt ook het nodige personeel ter beschikking. De bouwheer houdt zich het recht voor om, indien hij het noodzakelijk acht, de installatie in delen te laten keuren (max. 3). De kosten voor deze keuringen vallen ten laste van de aannemer. De aannemer levert vóór de voorlopige oplevering een verslag van goedkeuring af aan de bouwheer en ontwerper. Het verslag dient zonder opmerkingen te zijn, zo niet dient onderhavige aannemer de nodige aanpassingen uit te voeren en wederom een keuring te laten uitvoeren door hetzelfde keuringsorganisme totdat een volledige goedkeuring wordt bekomen zonder opmerkingen. Deze herkeuringen zijn ten laste van de aannemer. Indien het noodzakelijk is dat er een keuring en/of aanvaarding bij de constructeur moet gebeuren zijn alle onkosten (verplaatsingen, verblijfskosten, enz. .) voor bouwheer en ontwerper(s) ten laste van de aannemer. Deze kosten zijn te verrekenen in de prijs van de apparaten.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
9
Daarkom Liften
2.7
ELEMENTEN VERVAT IN DE PRIJZEN VAN DE AANNEMING
De prijs wordt overeengekomen voor een werk van allereerste klas, precies uitgevoerd zoals voorgeschreven in het bijzonder bestek, zowel voor wat de materialen als de werking betreft en dit volgens de gangbare regels van goed vakmanschap. a) Doorboringen - herstellingen - schilderingen Alle doorboringen welke nodig zijn voor de verwezenlijking van de onderhavige installatie, zijn ten laste van de aannemer van onderhavig lot, inbegrepen het binnenbrengen van het materiaal en wegbrengen van het puin en afval buiten het domein volgens de voorwaarden en richtlijnen van de milieureglementeringen. Het is ten strengste verboden de bewapening van het gewapend beton door te snijden en het beton te doorboren alvorens hiertoe de toelating te hebben gekregen van de architect. De te maken openingen zijn strikt beperkt tot de werkelijke noodzaken voor het doorlaten van de leidingen. Na het plaatsen van zijn leidingen moet de aannemer al deze openingen dichten of opvullen, zelfs indien de doorboringen in een andere aanneming uitgevoerd worden, op voorwaarde dat zij overeenkomen met de voorziene plaats van de toestellen, goten of leidingen. Na het dichten of opvullen van de doorboringen dient de bepleistering of afwerking van de muur hersteld en geschilderd te worden, idem aan omliggende omgeving. Alle doorboringen voor kabels en leidingen, door vloerplaten en wanden met een bepaalde vuurvastheid, moeten opgevuld worden met een isolatiemateriaal in overeenstemming met de norm NBN 713.010 en de eisen van de brandweer. Het schilderen van de metalen delen, behorend bij deze aanneming, welke niet tegen roest behandeld zijn maakt deel uit van deze aanneming. b) Betonsokkels Behoudens de eisen in de bijzondere technische voorwaarden, dienen betonsokkels voor toestellen en/of installaties minimum te voldoen aan volgende voorwaarden: afmetingen volgens noodzakelijkheid met een min. hoogte van 10 cm en aan elke zijde van het toestel of installatie een min. overlengte van 10 cm. In het midden van de plaat is een wapeningsnet 15/8/8 te voorzien. De plaat zal hecht aansluiten op de ondergrond. De sokkel wordt omgeven door een hoekprofiel 50/50/5 mm, geschilderd met drie lagen verf, één roestwerende, één grondlaag en één afwerkingslaag. c) Aanduidingsplaatjes en karakteristieken der toestellen De naamplaatjes welke de karakteristieken der toestellen vermelden (zoals liftmotoren) dienen verplichtend uitgevoerd in metaalplaat of gelijkwaardig. De bevestigingen gebeuren door roestvrije schroeven, lassen of met klinknagels. De kenmerkende aanduidingsplaten, eigen aan de betreffende installatie zijn uitgevoerd in gegraveerde zwarte tekst op witte achtergrond. Ze worden bevestigd door roestvrije schroeven. De aanduidingsplaten vermelden, overeenkomstig de gegevens van de plans en het bestek, de benamingen met volgnummers, o.a.: liftmotoren, elektrische borden, enzovoort. Voor de hoofdaanduidingen zoals kringen, e.d. dient een letter- en/of cijfertype van minstens 1 cm hoogte toegepast. Voor de uitvoering dienen de tekst met de modellen der verschillende uitvoeringen der aanduidingsplaten ter goedkeuring voorgelegd aan de bouwheer, architect en ontwerper.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
10
Daarkom Liften
d) Niet omstandig beschreven werken Voor al wat betreft de werken, de afmetingen, de wijzen van ineen zetten en de uitvoering van verschillende stukken of onderdelen van werken welke in huidige documenten niet omstandig beschreven zijn, en voornamelijk voor al de uitvoeringsbijzonderheden, dient de aannemer zich te houden aan de gangbare regels van de goede uitvoering, alsook aan de richtlijnen van de architect en de ontwerper, zonder dat dit aanleiding zou kunnen geven tot een bijbetaling of een verlenging van termijn. Al de vermelde werken dienen volledig te zijn met alle nodige materialen voor een goede uitvoering en voor een normaal gebruik. e) In de aannemingsprijs begrepen Volgende werken behoren tot deze aanneming: - Het terugnemen van alle verpakkingsafval en afvoeren van de werf. - Het afvoeren van de werf van alle puin en afval en onbruikbare materialen van de onderhavige werken afkomstig alsmede hun transport naar de voorziene containers. - Het onderhoud van de inrichtingen gedurende de waarborgtermijn. Dagelijks onderhoud, exploitatie en toezicht worden door de bouwheer waargenomen. - Het ingangstellen, regelen en bedienen der inrichtingen gedurende twee weken. - Het leveren en plaatsen van de gevraagde toestellen en apparaten, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in de meetstaat. f) In de eenheidsprijzen begrepen In de eenheidsprijzen, te vermelden in de samenvattende opmeting zijn o.m. begrepen: -
-
Alle wettelijke en sectoriële aanvullende bijdragen, kosten, e.d. nodig voor of eigen aan verplichte terugname van de materialen of toestellen. Voor de buizen: houvasten, de moffen en andere roestvrije bevestigingsmiddelen, trek- en aftakdozen, doorbreken en vakkundig afdichten van muren, beschotten en plafonds, enz. Voor de kabels: pakkingbussen, kabelschoenen verbindingen, aftakdozen, doorbreken en vakkundig afdichten van muren, beschotten en plafonds, steun- en beschermbuizen, enz. Voor de pantserkabels: kabelschoenen, einddozen, voor de invoering der kabels, verbindingsdozen, beschermbuizen en hun bevestigingsmiddelen, doorbreken en vakkundig afdichten van muren, beschotten en plafonds, enz. Voor de vuurvaste kabels: de speciale eindstukken, enz. Voor de geprefabriceerde leidingen onder omhulsel: de bevestigingsmiddelen. Voor de borden: de wegneembare verbinding van de aarding, eventuele sokkels, enz.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
11
Daarkom Liften
2.8
GRENZEN VAN DE AANNEMING
a) Metselwerken Alle metselwerken, vervaardigen van sokkels, inmetselen van draagstukken, maken van niet voorziene openingen, zorgvuldig afdichten, uitgravingen, werken nodig voor het binnenbrengen van materiaal, herstellingswerken tot in oorspronkelijke staat, enz... ten behoeve van onderhavige aanneming zijn begrepen in de eenheidsprijzen van de toestellen. b) Voedingkabel lift + telefoonkabel wordt voorzien tot in de machinekamer c) Verlaagde plafonds Alle apparatuur, in of op te bouwen in de verlaagde plafonds zijn voorzien van alle nodige toebehoren. Alle apparaten dragen op of hangen aan de bouwkundige plafondstructuur en moeten onafhankelijk van het verlaagd plafond bevestigd worden. De aannemer van onderhavig lot zal zich voor de bestelling van de apparatuur bij de bouwheer en bouwkundige aannemer vergewissen van het type plafond en van de module maat. De aannemer zal aan de aannemer verlaagde plafond assistentie verlenen bij het plaatsen van de apparatuur. d) Voedingskabels door derden De voedingskabels door derden worden tot in de nabijheid van de aan te sluiten borden gebracht, in samenspraak met de desbetreffende aannemer. Het aansluiten van de kabels is ten laste van onderhavige aanneming. e) Transport werkzaamheden Alle verticaal en horizontaal transport, nodig voor het ter plaatse brengen van materialen en machines, is in onderhavige aanneming begrepen. De kostprijs is te verrekenen in de eenheidsprijs van de toestellen. f) Bouwplaatsverlichting De aannemer van onderhavig lot voorziet, indien nodig, op zijn kosten de nodige werfverlichting om de werken te kunnen uitvoeren of te voltooien binnen de overeengekomen termijn. g) Vorstvrije verwarming De aannemer van onderhavig lot voorziet, indien nodig, op zijn kosten de nodige voorlopige verwarming om zijn installatie vorstvrij te houden indien gevaar bestaat voor beschadiging bij bevriezing. Alle kosten (installatie, energieverbruik, onderhoud, enz...) zijn ten laste van onderhavige aanneming. h) Bouwkundige werken De aannemer van onderhavig lot voorziet alle nodige verstevigingen, lateien, raveelconstructies, verstevigingen aan wanden, daken, plafonds, enz… voor het doorvoeren en/of ophangen van kokers, leidingen, apparaten, enz….. Toestellen en apparaten op daken voorzien zullen geplaatst worden op steunpunten welke op de staal- of betonconstructie steunen, en zijn waterdicht aan te werken door de aannemer dakwerken op kosten van de aannemer van onderhavig lot. Alle buitenliggende metalen delen zijn warm te galvaniseren en te schilderen indien de constructie in het zicht geplaatst wordt. Binnenliggende metaalconstructies worden geschilderd in de kleur te kiezen door de ontwerper. Alle constructies zullen berekend worden door een studiebureau stabiliteit volgens de gangbare procedures. Berekeningsnota voor te leggen en goed te laten keuren Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
12
Daarkom Liften
door de architect of zijn afgevaardigde. De aannemers zullen op eigen initiatief, voor het opmaken van de offerte, informeren bij de architect naar de constructiewijze (staalbouw, beton, prefab, enz…) van daken, wanden of vloeren. Later wordt geen meerprijs aanvaard. Alle kosten (studie, levering, montage, maken van openingen, waterdichtingswerken, enz...) zijn ten laste van onderhavige aanneming en te verrekenen in de prijs van de toestellen indien geen afzonderlijke post voorzien is in de opmeting.
2.9
UITKAPPINGEN, DOORBORINGEN EN HERSTELLINGEN
Onderhavige aanneming omvat alle boringen, doorboringen, uitkappingen, maken van gaten, sleuven, enz... in muren, plafonds vloeren, balken, kolommen enz. . , nodig voor het plaatsen van de leidingen, kokers, steunen, enz... met inbegrip van het bijmetselen, herstellen en volkomen goed restaureren, ongeacht de afmetingen ervan, en uit te voeren door geschoolde werklieden voor elk der technische disciplines die erbij betrokken zijn. Alle doorboringen gebeuren met een diamantkroonboor. Alle opruimings- en reinigingswerken zijn eveneens inbegrepen. a) Doorboringen van en boringen in beton Voorafgaand dient nagevraagd of het gewapend dan wel voorgespannen beton betreft. Boringen en doorboringen in gewapend beton dienen voorafgaand ter goedkeuring voorgelegd te worden zowel voor het principieel akkoord als voor de precieze inplanting ervan. Bij voorspan elementen mag in principe niet geboord worden. Indien boringen of doorboringen in voorspanbeton absoluut onvermijdelijk blijken, dient voorafgaand het akkoord aangevraagd zoals voor gewapend beton. b) Boringen in, doorboringen van en uitkappingen in metselwerk Voor boringen ter bevestiging dient het bevestigingstype (expansiebout.) aangepast te zijn aan het type metselwerk (hol, geperforeerd of vol). Doorboringen gebeuren uitsluitend met boormachines, tenzij de afmetingen dusdanig zijn dat uitkappen noodzakelijk wordt. Bij uitkappingen dient de openingsomtrek aan de twee zijden voorgeslepen te worden met de slijpschijf, 5 cm diep. Uitkappingen worden steeds afgewerkt met een voldoende stijve mantelkoker die als linteel dienst doet, of met een linteel. c) Boringen in- en doorboringen van overige elementen (geprefabriceerde wanden e.d.) Deze dienen voorafgaand ter goedkeuring voorgelegd te worden, zowel voor het principiële akkoord als voor de precieze inplanting, uitvoerings- en afwerkingmethode. d) Werktuigen en voorzorgen Er wordt gebruik gemaakt van boorwerktuigen met boorkroon in aangepast staal en met in acht name van alle nodige en nuttige voorzorgen om te beletten dat de te doorboren elementen zouden beschadigd worden of moeilijker zouden aan te werken zijn. In het bijzonder worden vloerplaten van onder naar boven doorboord en worden metselwerken slechts gekapt na voorslijpen van inkepingen op de omtrek en voorzien van een linteel (zie hoger). Voor de doorboring van geprefabriceerde wanden e.d. dienen werktuigen en uitvoeringsmethode vooraf goedgekeurd te worden, zoals hoger vermeld. e) Herstellingen en aanwerkingen De herstellingen en aanwerkingen zijn zodanig dat het doorboorde element dezelfde graad van mechanische, akoestische en brandweerstand behoudt, wat aangepaste maatregelen kan vereisen die voorafgaand ter goedkeuring dienen voorgelegd te worden.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
13
Daarkom Liften
Bij doorgang door bouwwerken die een dichting tegen water verzekeren dient de aannemer alle voorzorgen te nemen opdat de oorspronkelijke dichtheid opnieuw zou bekomen worden. Zo op deze dichtheid een waarborg bestaat van de burgerlijke bouwkunde dient het akkoord van de verantwoordelijke aannemer bekomen te worden vooraleer de werken aan te vangen en dient de waarborg door te lopen. Het doorboorde element dient verder in zijn oorspronkelijke staat hersteld te worden, inbegrepen alle reeds geplaatste afwerkingen op het ogenblik van de doorboring (pleisterwerk, schilderwerk, wandtegels,...). De toegepaste vullingen, voegen e.d. zullen verenigbaar zijn met de voorziene verdere afwerking (bepleistering, schilderwerken,...) van de doorboorde elementen en daartoe zoveel mogelijk van dezelfde aard zijn als de reeds gebruikte materialen voor de doorboorde elementen zelf. Bij afwijking dienen de materialen voorafgaand ter goedkeuring voorgelegd te worden. Voor de technieken vreemd aan onderhavige aanneming dient gespecialiseerd personeel met de werken belast te worden. De brandvrij af te dichten doorgangen worden in de dikte van de vloerplaat of muur tussen de buizen opgevuld met harde rotswolplaten (180 kg/m3) met tussenvoeging op alle voegen van pasta of dergelijke. Alle buizen en leidingen groter dan φ 60 mm worden onder en boven het gat met 30 cm lange rotswolschelpen van 5 cm dikte omhuld. Alle rotswol wordt bekleed met pasta of dergelijke. Alle leidingen en buizen kleiner dan φ 60 mm worden zonder schelpen ook 30 cm boven en onder de doorgang met pasta of dergelijke omhuld. Dikte pasta minimum 2 mm. Alles volgens voorschriften van de fabrikant van het product, door hem nog eens te specificeren en voor te leggen aan het studiebureau. De goede uitvoering moet door hem ook gekeurd worden. Voor wat betreft de brandvrije afdichtingen zijn attesten in overeenstemming met de vereiste Rf voorafgaandelijk aan de uitvoering voor te leggen. f) Doorvoermantels De doorgang van kabels en fluida leidingen door muren, vloerplaten, ... geschiedt verplichtend via doorvoermantels die hetzij individueel, hetzij globaal voor alle kabels of leidingen geplaatst worden. Deze doorvoermoffen zijn warm gegalvaniseerd of uit kunststof en bij doorgang door horizontale vloerplaten steken ze minstens 3 cm boven de afgewerkte vloer uit. De ruimte tussen de kabels of leidingen en de doorvoermantel wordt eveneens met een geschikt materiaal afgedicht dat voorafgaand moet goedgekeurd worden. g) Bevestigingen Aan muren of beton op te hangen of te bevestigen onderdelen: Alle bevestigingen gebeuren met aangepaste pluggen, chemische ankers of andere. Boren in beton moet op minimum 5 cm van de rand van het beton gebeuren of meer indien de fabrikant dit opgeeft (soms vereist i.f.v. draagvermogen). Bevestiging in holle metselwerkblokken d.m.v. aangepaste verankeringen (bv. gat op te vullen met speciale pasta's). Alle systemen steeds ter goedkeuring voor te leggen. Het gebruik van kunststofpluggen is verboden voor: - Hangende bevestigingen (vb. aan plafond) - Bevestigingen waarvoor de omgevings- en/of werkingstemperatuur van het te bevestigen toestel groter is dan 30°C. Alle ophangsystemen van apparaten en toestellen (luchtkanalen, roosters, verlichtingstoestellen, kabelbanen, enz..) zijn berekend met een normaal veiligheidscoëfficiënt om te weerstaan aan een omgevingstemperatuur van min. 100°C. Attest voor te leggen.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
14
Daarkom Liften
h) Dakdoorgangen Alle dakdoorgangen zullen met een aangepaste doorgangshuls uitgevoerd worden. Het geheel zal zodanig uitgevoerd worden dat de dakdichtheid gewaarborgd blijft. Principieel worden alleen dezelfde materialen toegelaten als gebruikt voor de rest van het dak. De uitvoering geschiedt verplichtend door : de aannemer bouw of dakwerken De uitvoering zal in elk geval aan de ontwerper voorgelegd worden. i) Kosten Alle kosten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de kabels, leidingen, toestellen, apparaten, kokers, ...
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
15
Daarkom Liften
3 BIJZONDERE TECHNISCHE VOORWAARDEN 3.1
ALGEMEEN
3.1.1
Van toepassing zijnde reglementering
Europese reglementering: - EN 81.1 en Europese Richtlijn 95/16/EG Nationale reglementering: - ARAB - NBN E52.014 - Het KB van 09.05.1977 betreffende de toegankelijkheid van liften voor personen met een handicap. - De gewestelijke decreten betreffende de toegankelijkheid van liften voor personen met een handicap. - Laatste vigerende regelgeving van toepassing op het ogenblik van uitvoering
3.1.2 -
-
-
-
-
Voorafgaandelijke opmerkingen
De levering op de werf en de montage van alle onderdelen nodig om de goede werking van de liftinstallaties te verzekeren, dit alles weergegeven in dit bijzonder bestek, plan en samenvattende opmeting en volgens de geest van de geldende en in voege zijnde Europese en Belgische Normen op het ogenblik van de inschrijving. Alle vlottende platen, voetsteunen voor buffers, alle draagstukken, maken van openingen, zorgvuldig afdichten of aanpassen van openingen, werken nodig voor het binnenbrengen van het materiaal, herstellingswerken tot in de oorspronkelijke staat, enz... ten behoeve van de liftinstallaties, zijn in de aanneming begrepen. Het aanbrengen en ter plaatse houden en aanpassen van de voorlopige afsluitingen van de schachten zodat aan de veiligheidsreglementen voldaan wordt en dit vanaf het begin der montagewerken tot bij de voorlopige oplevering. Alle machines dienen gesoleerd opgesteld. Maken van metalen frames of sokkelconstructies in liftschachten en eventuele liftmachinekamer zijn inbegrepen in de aanneming. De ophanging en bevestigingen: bevestigingen aan balken en kolommen zijn wel toegelaten in die mate dat de maximaal toegelaten overlast niet overschreden wordt. Alle bevestigingen gebeuren met metalen bevestigingsklemmen beschermd tegen corrosie. De aangegeven maximale toelaatbare belasting van de bevestigingsklem heeft betrekking op de statische belasting met een minimum viervoudige veiligheidsfactor. De bevestigingsklemmen zijn traploos instelbaar. De ophangsystemen dienen door middel van een technische fiche voorgesteld te worden ter goedkeuring. De hijshaken in de liftschacht en machinekamer zijn ten laste van de liftconstructeur. De toegankelijkheid van de technische lokalen moet steeds gewaarborgd blijven zowel voor onderhoud als vervanging van onderdelen. De aannemer zal voorafgaandelijk alle nodige inlichtingen inwinnen bij de ingenieur stabiliteit en de structuurplans raadplegen. Achteraf zal geen enkele meerprijs aanvaard worden. Mogelijke invloeden van trekkracht op schachtwanden in betonconstructie zijn op te geven door de aannemer.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
16
Daarkom Liften
-
-
-
-
De liftconstructeurs zal tijdig en in overeenkomst met de ruwbouwaannemer een plaatstalen mal ter beschikking stellen om de nodige openingen in liftschachten en de liftmachinekamer te kunnen construeren. Asbesthoudende producten zijn verboden. Alle stalen gedeelten dienen beschut met roestwerende verf alvorens op de werf te worden gebracht. Na installatie zal alle staal een beschermingslaag met roestwerende verf krijgen met daarenboven een grondlaag en een eindlaag (kleur volgens eisen Bouwteam). Dit is geldig voor alle staaluitrusting in liftschachten en machinekamer. De kleur van de eindafwerking van zichtbare elementen zal vrij en zonder enig voorbehoud kunnen gekozen worden door het Bouwteam zonder meerprijs ten gevolge, zelfs indien de kleurentint afwijkt van het standaardgamma van de fabrikanten. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de esthetische afwerking van alle installaties en onderdelen die zichtbaar opgesteld staan en geïntegreerd moeten worden binnen het bouwkundig concept. Geen enkel element mag geplaatst worden alvorens de toelating daarover gegeven werd. Mocht de aannemer dit verwaarlozen dan kan elke niet goedgekeurde leiding of toestel door zijn zorgen en op zijn kosten verplaatst of vervangen worden.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
17
Daarkom Liften
3.1.3 -
-
-
-
-
-
-
Elektrische voedingen & aardingen
Een aanloopstroombeperking is te voorzien overeenkomstig de reglementering van de lokale stroomleverende maatschappij en dit voor elke lift. Alle geleidende delen welke volgens het AREI aan de equipotentiale verbinding dienen aangesloten, worden door de installateur liften voorzien van de nodige aansluitingsklemmen en aangesloten aan de aarding. Koppeling met de automatische branddetectie: bij detectie van brand stuurt de branddetectiecentrale een NO/NG contact waardoor de lift(en) naar het evacuatieniveau worden gestuurd en stilgelegd met geopende deuren. De liftconstructeur voorziet in de stuurkasten van de liften alle nodige contactoren en programmeringen. Het evacuatieniveau is het gelijkvloers. Het leveren en plaatsen van de telefoon en eventuele luidsprekers in de liftkooien. De leidingen worden naar de liftmachinekamer getrokken en geplaatst op aparte verdeelkasten (telefonie en oproep), voorzien van de nodige aansluitklemmen, de aannemer elektriciteit brengt de nodige kabels naar deze verdeelkast. Eventuele brandweer oproepschakelaar(s) Het definitief aanvoeren van de voedingskabels in afwachting van draaistroom en aarding tot in de machinekamer of elektrobord lift(en) gebeurt door de aannemer van het lot Elektriciteit. Van hieruit zijn alle aansluitingen, leidingen, verbindingen, schakelaars, verdeelkasten en beveiliging, enzovoort ten laste van de aannemer liften. De plaats van de kabels in afwachting, op de plannen aangeduid is maar benaderend. Indien de aannemer de juiste plaats voor deze kabels in afwachting niet gevraagd heeft, zal hij op zijn kosten de gebeurlijk slecht geplaatste kabels op de juiste plaats aanbrengen. Voorziene voedingen & aansluitingen in lot elektriciteit • Gebruikte spanning: 230/400V • Type verdeelnet: TNS • Voeding liften: gewenste voeding per lift bij offerte op te geven • Sturing brandcentrale: F3 kabel met NO/NG contact per lift • Telefonie: één telefoonaansluiting per lift Volgende informatie zal de aannemer liften verstrekken bij zijn inschrijving. • Nominaal vermogen in A van elke lift: … A • Aanloopstroom in A van elke lift: … A • Type en kaliber van beveiliging welke hij voorziet per lift: …
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
18
Daarkom Liften
3.1.4
Ventilatie schacht en/of machinekamer
Mechanisch verluchting en natuurlijke toevoer van de liftschacht behoort tot een ander lot. Aannemer liften zal tijdig alle informatie over de vereiste ventilatieopeningen opgeven aan de ontwerpers en de bouwkundige aannemer. Deze uitsparingen worden voorzien door de Hoofdannemer Ruwbouw.
3.1.5
Algemene criteria i.v.m. geluidsniveau & trillingsoverdracht
Geluidsniveau’s - Geluidsniveau in burelen: maximum 35 dB(A) - Geluidsniveau in de liftkooi: maximum 50 dB(A) - Geluidsniveau in eventuele machinekamer: maximum NR 75 Trillingsoverdracht van de machine op de gebouwstructuur - Tussen het chassis van de machine en de dragende structuur moeten trillingsdempers worden voorzien. - De eigenfrequentie dient beneden de 12 Hz gelegen te zijn. - Bij de keuze van de trillingsdempers dient er rekening gehouden te worden met het gewicht van de machine en van het maximaal toegelaten trillingsniveau waaraan deze machine mag worden blootgesteld. Zijdelingse trillingen in de kabine (ISO 2631 - 1978) - 1,0 - 2,0 Hz: 0,08 m/s² RMS - 2,0 - 80,0 Hz: 2,00 mm/s² RMS Verticale trillingen in de cabine (ISO 2631 - 1978) - 1,0 - 4,0 Hz: 2,50 mm/s² RMS - 4,0 - 8,0 Hz: 0,10 mm/s² RMS - 8,0 - 80,0 Hz: 2,00 mm/s² RMS
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
19
Daarkom Liften
3.2 3.2.1
KARAKTERISTIEKEN VAN DE LIFTEN Gemeenschappelijk voor alle liften
- Elektrische machinekamerloze lift - Conform ARAB, EN81-1, NBN E52-014, Europese Richtlijn 95/16/EG - Conform de laatste KB's terzake - Aandrijving: elektrische synchrone motor zonder reductor, in liftschacht - Aantal aanlopen per uur: min. 130 - Uitrusting schacht: volgens geldende normering & voorschriften Opmerkingen: Opgegeven kenmerken van de liften zijn minimum aan te houden waarden. Kooiafmetingen zijn maatgevend voor de bepaling van de kooilast. De opgegeven bouwkundige afmetingen zijn benaderend en zijn ter plaatse door de liftconstructeur op te meten. Ingeval tijdige opgave van gewenste bouwkundige afmetingen, kan de bouw en/of architectuur worden aangepast.
3.2.2
Lift 1
Aanneming omvat de levering en plaatsing van lift 1. - Hefvermogen: min. 630 kg, 8 personen - Afmetingen kooi: B x1.100 mm, D 1.400 mm, H 2.300 mm - Vrije doorgang liftdeuren: B 900 mm, H 2.000 mm - Deuren: Centraal telescopisch geopend OVERIGE : - Snelheid: min. 1 m/s - Bediening: simplex - Aantal stopplaatsen: 2 stuks (later uit te breiden naar 3) - Aantal toegangen: 2 stuks, éénzijdig gelegen (later uit te breiden naar 3) - Type kooi/bordesdeuren: meerdelige centraal telescopische deuren Rf≥30min - Afmetingen per schacht: B 1.600 mm (tussen niveau 0 en 45 cm), D 1.800 mm - Afmetingen liftput: 1.500 mm - Uitloophoogte: 3.600 mm - Totale hijshoogte: 8.410 mm AFWERKING BORDES & LIFTKOOI: - Bordesafwerking en bordesdeuren : staal, 2 x geschilderd (kleur te kiezen door architect) - Kooideuren + kassement : staal, 2 x geschilderd (kleur te kiezen door architect) - Kooiafwerking: geborstelde RVS van voldoende dikte om te weerstaan aan het typische gebruik als lift. - Plinten met ventilatiesleuven in RVS, aluminium of metaal over de volledige omtrek - Twee hardhouten stootranden (4/25 cm) op elke wand, ondermeer op een hoogte van 12 en 45 cm - Leuning in RVS over de volledige omtrek - Spiegel: achteraan - Plafond in plexi met daarboven de indirecte verlichting - Vloerbekleding: linoleum Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
20
Daarkom Liften
-
-
Bedieningspaneel: verzonken in de wand, deze zowel aan de voor als aan de achterkant van de liftkooi. Digitale nummering moet voldoende groot zijn voor slechtziende personen, bovendien zijn de bedieningsknoppen ook in braille voorzien. Aanduiding niveau aan buiten- en binnenkant : dus in de kooi en op het bordes Juiste afwerking liftkooi en bordesgehelen is in samenspraak met Bouwteam IR strip ter beveiliging van de sluiting van de deur, strip over de volledige hoogte van de liftdeur
3.2.3
Lift 2
Aanneming omvat de levering en plaatsing van lift 2. - Hefvermogen: min. 1000 kg - Afmetingen kooi: B x1.400 mm, D 3.400 mm, H 2.300 mm - Vrije doorgang liftdeuren: B 1.200 mm, H 2.000 mm - Deuren: Centraal telescopisch geopend OVERIGE : - Snelheid: max. 0.6 m/s - Bediening: simplex - Aantal stopplaatsen: 2 stuks - Aantal toegangen: 2 stuks, tweezijdig gelegen (op de kopse kanten) - Type kooi/bordesdeuren: meerdelige centraal telescopische deuren Rf≥30min - Afmetingen per schacht: B 2.100 mm (tussen niveau 0 en 45 cm), D 3.600 mm - Afmetingen liftput: 1.500 mm - Uitloophoogte: 3.600 mm - Totale hijshoogte: 6.640 mm AFWERKING BORDES & LIFTKOOI: - Bordesafwerking en bordesdeuren : staal, 2 x geschilderd (kleur te kiezen door architect) - Kooideuren + kassement : staal, 2 x geschilderd (kleur te kiezen door architect) - Kooiafwerking: geborstelde RVS van voldoende dikte om te weerstaan aan het typische gebruik als lift. - Plinten met ventilatiesleuven in RVS, aluminium of metaal over de volledige omtrek - Twee hardhouten stootranden (4/25 cm) op elke wand, ondermeer op een hoogte van 12 en 45 cm - Leuning in RVS over de volledige omtrek - Spiegel: achteraan - Plafond in plexi met daarboven de indirecte verlichting - Vloerbekleding: linoleum - Bedieningspaneel: verzonken in de wand, deze zowel aan de voor als aan de achterkant van de liftkooi. Digitale nummering moet voldoende groot zijn voor slechtziende personen, bovendien zijn de bedieningsknoppen ook in braille voorzien. Aanduiding niveau aan buiten- en binnenkant : dus in de kooi en op het bordes - Juiste afwerking liftkooi en bordesgehelen is in samenspraak met Bouwteam - IR strip ter beveiliging van de sluiting van de deur, strip over de volledige hoogte van de liftdeur
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
21
Daarkom Liften
3.2.4 -
-
-
-
-
-
-
-
Schachtuitrusting
Geleiders:
Van vol staal en voorzien van regelbare bevestigingen die bestemd zijn om ze met het gebouw te verbinden en zo de effecten te compenseren die voortvloeien uit de normale werking van het gebouw en het krimpen van het beton. De kooigeleiders zijn uit profielstaal vervaardigd. Deze profielen zullen volledig recht, perfect glad en parallel moeten zijn om een zachte en geruisloze werking te verzekeren. De zijden van de neus van de geleidingen zullen zorgvuldig gefabriceerd worden zodat zij geen oneffenheden vertonen. De verbindingen zullen bijzonder zorgvuldig worden uitgevoerd. De geleiders zullen op de doken bevestigd worden door middel van lasplaten die het steunen van de profielen klemmen. Dankzij dit systeem kan de uitlijning van het parallelisme later, bij uitzetting van de gebouw, afgesteld worden. De doken zullen ingemetseld of bevestigd worden door veerbussen, het geheel van geleidingen en verankeringen kan zonder blijvende vervorming voldoende weerstand bieden aan de ongunstigste krachten die afkomstig zijn van een excentrische geladen kooi of door een of andere belemmering. In geen geval zal een doorbuiging van meer dan 4 mm toegestaan worden. Vangraam: Het vangraam van de kooi is uitgerust met een vanginrichting van een type dat conform de Europese richtlijn 95/16/EC is. Deze vanginrichting wordt aangestuurd door een snelheidsbegrenzer en zijn werking onderbreekt de sturingsstroom. Bovendien is de lift ook uitgerust met een systeem dat ongecontroleerde opwaartse verplaatsingen van de kooi verhindert ( 95/16/EC – Bijlage I art. 3.2. ). Tegengewicht: Het tegengewicht moet zorgen voor het evenwicht van het eigen gewicht van de kooi plus 50 % van de nominale last. Een beschermingsplaat voor het tegengewicht is te voorzien in de schachtput (EN 81-1 – art. 5.6.1.). Ophangkabels: Uit staal met een breekweerstand van 1400 tot 2000 N/mm² en berekend met een veiligheidscoëfficiënt die hoger ligt dan 16 Aandrijving: Alle draaiende delen van de aandrijving zijn beschermd, overeenkomstig EN 81-1 – art. 9.7. Schokdempers: Aan de onderste uiteinden van de koers van de kooi en het tegengewicht. Zij hebben een energieafvoer. De metalen sokkels waarop ze zijn aangebracht maken deel uit van deze aanneming. Isolatie: De isolatie wordt met de grootste zorg uitgevoerd via trilbestendige blokjes. Diverse leveringen: Metalen ladder voor toegang tot de schachtput en een stopschakelaar en stopcontact in de schachtput. In de liftput mag niet geboord worden. Plaatjes, bordjes en sturingsinstructies die vereist worden door de norm E 81-1. Verdiepingskiezer: Dit gebeurt door een informatieleessysteem dat op het dak van de kooi aangebracht wordt. Hierdoor worden de bewegingsrichting en de positie van de kooi geïdentificeerd, om zo de vertraging en een precieze stop op de verdieping mogelijk te maken. Eindloopschakelaars: Conform de normering. Deze onderbreken de bedieningsstroom bij het overschrijden van de uiterste verdiepingen. Schachtverlichting: In overeenstemming met het AREI en EN 81-1. Besturingskast: De volledige elektronica voor de bedienings- en aandrijvingssturing is te plaatsen op schakelborden. Deze laatste zijn dan te plaatsen in een kast met de voedingseenheid, de klemmenkasten, de contactors en de relais. De besturingskast is ingebouwd in een bordesopening. Elektrische uitrusting: Volgens AREI, omvattende een hoofdschakelaar met zekeringen voor de voeding van de aandrijving; een hoofdschakelaar met zekeringen voor de voeding van de verlichting; beschermingen door magnetisch-thermische onderbrekers; elektrische leidingen in de schacht en de machinekamer
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
22
Daarkom Liften
(indien aanwezig); elektrische voeding van de kooi via soepele kabels: verlichting, bedienings- en signalisatiepanelen, aandrijvingsmotor voor de deuren, telealarm, inspectiepanelen op het kooidak.
3.2.5 -
-
Aandrijfmachine: Lierloze synchrone motor met permanente magneten in de schacht geplaatst. De machines zullen oordeelkundig worden opgesteld om een gemakkelijke toegang en een gemakkelijk nazicht van al de organen mogelijk te maken en om hen eventueel gemakkelijk te kunnen demonteren en opnieuw monteren. De motor zal voldoende berekend worden om min. 130 aanlopen per uur (volgens detailopgave per lift) te kunnen uitvoeren zonder abnormale stijging van de temperatuur. Deze proef zal worden uitgevoerd bij de oplevering van de installaties. De motorgroep zal in de fabriek zodanig gerodeerd worden dat deze bij de indienststelling trillingsvrij functioneert. Motorsturing: Synchroon motor met frequentie- en spanningsomvormer Type besturing: Zie desbetreffend artikel hierna. Beschikbare spanning: drijfkracht 3 x 400V + N + A (50 Hz) Beschrijving: De aandrijving staat bovenaan in de schacht, gedeeltelijk boven de kooi, en is gemakkelijk bereikbaar voor onderhoud via het kooiplafond. De aandrijving is op te stellen met trillingsisolatie opdat er geen lawaai of trillingen worden overgedragen naar het gebouw. De aandrijving dient uitgevoerd volgens het Gearless-principe voorzien van een synchrone motor met permanente magneten. Deze magneten, die bevestigd zijn op de rotor van de installatie, worden niet gevoed door eender welk soort stroom en moeten dus gebouwd zijn zonder collectoren of ringen. De magneten zijn van hoge kwaliteit en verzwakken niet na verloop van tijd. Zij hebben een doeltreffende bescherming tegen ontlading. Er zijn voldoende magneten die voldoende kracht kunnen opwekken om, naargelang van het vereiste vermogen, het noodzakelijke koppel te leveren. Rem met een dubbele kring en gevoed met een continue stroom. De synchrone motor moet speciaal ontworpen worden voor een aandrijving met een frequentieregeling, waarvan de omzetter de volgende kenmerken bezit: o een systeem met een lage inertie o een start, versnelling, nominale snelheid en vertraging die bedienbaar en regelbaar is o een rechtstreekse nadering van het bordes en een strikte stopprecisie ongeacht de last o een geoptimaliseerde snelheid in functie van de af te leggen afstand De stopnauwkeurigheid is +/- 5mm, onafhankelijk van de belasting. De aanloopstroom is beperkt tot maximum 1,5 maal de aanloopstroom. Het systeem neemt enkel actief vermogen uit het net op. Bij de start wordt de motor gevoed op lage frequentie. Gebruik van condensatoren om de cosinus phi te verbeteren is in principe overbodig en niet toegelaten.
3.2.6 -
Aandrijving
Kooiopbouw & afwerking
Constructie: Vervaardigd uit staalplaat van min. 1,5 mm dikte, aan de buitenzijde bekleed met geluiddempend en onbrandbaar materiaal. De staalplaten van vloer en plafond hebben een dikte van min. 2,5 mm en zijn verstevigd d.m.v. profielijzers.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
23
Daarkom Liften
-
-
Het kooiraam en het platform dienen voldoende stevig te zijn uitgevoerd om de optredende belasting te dragen. Het raam is uitgerust met leisloffen, speciaal aan de geleidingen aangepast, alsook met een vanginrichting met progressieve werking. De gehele constructie is binnen en buiten te schilderen met 2 lagen roestwerende verf . Kooiwanden: zie beschrijving liften Plinten: zie beschrijving liften Leuning: zie beschrijving liften Kooivloer: zie beschrijving liften Kooiplafond: gemoffelde staalplaat volgens kleurkeuze architect Verlichting: minimum 200 lux, indirect met fluorescentielampen kleur 830 en elektronische VSA Noodverlichting: ingebouwd, 8 watt, min. 3h autonomie, met ‘automatic safety test’ Ventilatie: statisch met ventilatieopeningen in plint en plafond Spiegel: zie beschrijving liften Uitrusting op kooidak: Veiligheidsschakelaar welke de voedingskring onderbreekt; inspectiebesturing, verlichting en een hermetische stopcontact Balustrade op kooidak volgens EN 81-1 (art. 8.13.3), indien vereist. Kooiknoppen: Zie desbetreffend artikel hierna. Beveiligingen: Kooiraam uitgerust met een vollastsysteem en een overbelastingssysteem. De inrichting van het vollastsysteem belet gevolg te geven aan de oproepen buiten de kooi wanneer deze minimum 80% of volledig belast is. Verder belet het overbelastingssysteem dat de lift en liftkooi in beweging komt wanneer de toegelaten last is overschreden. Bij overbelasting zal er in de kooi een optisch en akoestisch signaal gegeven worden welke blijft werken totdat de overbelasting is opgeheven.
3.2.7 -
-
-
Kooi- en bordesdeuren
Type deuren:
volautomatische telescopische schuifdeuren met gedempte sluiting, inwendig bekleed met onbrandbaar en geluiddempend materiaal. De afwerking van de deuren moet met een afgeschuinde hoek zijn. Aandrijving deuren: Met een geluidloze elektromechanische operator die instaat voor het openen en sluiten met een veranderlijke snelheid door de elektronische regeling via frequentievariatie. Het systeem is uitgerust met een krachtbegrenzer waardoor de deur automatisch opent bij een obstakel. De juiste instelling van de snelheid en versnelling kan gemakkelijker gemaakt worden door het gebruik van een eenvoudig hulpmiddel zoals een afstandsbediening of een ander systeem. De openings- en sluitingssnelheden moeten veranderlijk zijn tot 0,6 m/sec. Het globale geluidsniveau van het geheel moet lager liggen dan 56 dBa. De schachtdeuren lopen gesynchroniseerd met de kooideuren Afwerking bordesdeuren: zie beschrijving liften Afwerking kooideuren: zie beschrijving liften Bordesafwerking: zie beschrijving liften Afwerking deuropeningen: de liftconstructeur werkt de deuropeningen op de bordessen volledig af in de bouwkundige opening; spleten met bouw zijn af te kitten Drempel: uit te voeren in verstevigd geribd aluminium Tolerantie: maximale drempelspleet: 20 mm. Beveiliging: infrarood detector, lastbegrenzer en fotocellen gordijn over volledige hoogte + veiligheidssloten, die het openen van de schachtdeuren slechts toelaten wanneer de kooi op de verdieping aangekomen is
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
24
Daarkom Liften
-
De deuren zijn voorzien van positieve sloten die een elektrische pencontrole omvatten waardoor gecontroleerd wordt of ze voor vertrek wel echt dicht zijn. Brandbeveiliging: De deuren zijn vlamwerend gedurende 1/2 uur volgens de voorschriften van de norm NBN 713.020. Attest is af te leveren.
3.2.8 -
-
-
Bediening & signalisatie
Besturing liften: Met microprocessor met gelijktijdige registratie van kooiorders en bordesoproepen. PLC sturing is niet toegelaten. Als de kooibelasting 80 % van de nominale belasting bereikt, zal de lift de bordesoproepen voorbijgaan tot dat de kooibelasting aanzienlijk verminderd is. Het by-pass signaal blijft opgeslagen en de controle "wachttijden" verzekert de bediening van de liften. Type besturing: zie beschrijving liften In de liftkooi: 2 bedieningspanelen uitgevoerd als vertikale band roestvrij staal. Elk paneel, typische uitrusting voor mindervaliden, omvat: o Verluchtingsopeningen o Capacitieve drukknoppen om de kooi te bedienen die oplichten als er bevel gegeven wordt. o Een sleutelschakelaar ‘autonome’ bediening o Een alarmknop met dubbel contact. o Eén contact voor het bedienen van de noodbel, geplaatst boven of onder de kooi en één contact voor alarm te geven bij receptie. Beide kontakten zijn te bedraden tot in het bord liften in de machinekamer. De noodbel is te voeden door een autonome Ni cd batterij, onderhoudsvrij. o Drukknop voor het heropenen van de deuren. o Drukknop voor het versneld sluiten van de deuren. o Een sleutelschakelaar voor brandweerdienst. o Een optisch en akoestisch overlastsignaal met LED-aanduiding. o Al de drukknoppen hebben een minimale diameter van 20 mm. o Een verdiepingsaanwijzer te plaatsen bovenaan in het paneel met LED aanduiding o Voorzieningen voor telealarm en alarmdrukknop in de kooi met alarm naar de receptie en/of telefoon. Het tele-alarm wordt zoals wettelijk voorgeschreven gelinkt met de leverancier o Braille aanduiding Op de bordessen: Aangepast aan type besturing. Elk bordesvlak is voorzien van een oproepbord uitgevoerd in roestvrij staal, geplaatst op een hoogte van maximum 1,2 m. Dit bord omvat: o 1 oproepknop "dalen" die oplichten als bevel geregistreerd wordt. o Een verlichte LED aanduiding op de bordessen: "lift buiten dienst" o Op het bord zal de tekst gegraveerd worden: "verboden de lift te gebruiken bij brand" o Op het gelijkvloers voorzien van brandweer sleutelschakelaar o Op het tweede verdiep is de lift enkel toegankelijk met een sleutelschakelaar. Deze wordt bediend oor personeel. o Aanwezigheidspijlen die oplichten en de kooirichting aanduiden + een verborgen gong die de aankomst van de lift meldt.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
25
Daarkom Liften
o o o -
Al de drukknoppen hebben een minimale afmeting van 20 mm diameter en met LED aanduiding. Op het gelijkvloers boven de bordesdeur een kooistandaanwijzer met LED aanduiding. Braille-aanduiding
Voorziening voor telealarm: Elke kooi heeft een zend/ontvangst spraakverbinding met de meldingscentrale van de leverancier van het toestel (95/16/EC – Bijlage I art. 4.5.). De telealarmfunctie wordt als volgt gedefinieerd: overbrenging van op afstand van informatie met betrekking tot de oproeplokalisatie en van de bidirectionele spraakverbinding tussen de kooi en de meldingscentrale van de leverancier.
-
Besturing t.b.v. mindervalide: Alle bedieningsknoppen binnen in de kooi zijn dubbel voorzien, een reeks aan iedere deur. Ze dienen uit te springen en zich op een hoogte van maximum 1,30 m te bevinden. Naast of op iedere bedieningsknop wordt de aanduiding van zijn functie duidelijk gegraveerd of uitstulpend aangebracht. De knoppen zijn niet van het elektronisch type, ze hebben een ronde of rechthoekige vorm met minimale afmeting van 15 mm. De maximum toegelaten versnelling of vertraging van de lift is 0,6 m/s. De toegelaten versnellings- of vertragingsvariatie bedraagt maximum 1,5 m/s. - Bediening sleutelschakelaar: Bij gebruik van de sleutelschakelaar "autonome bediening" in de kooi zullen enkel nog de bevelen gegeven in de kooi worden geregistreerd. Oproepen van de bordessen worden niet beantwoord. De sleutel van de autonome bediening is verschillend van de sleutel voor de brandweer. - Brandweerbediening: Met sleutelschakelaars achter breekglas op bordes gelijkvloers en sleutelschakelaars in de liftkooi. - Brandweeroproep: In geval van branddetectie zullen de liften automatisch naar het gelijkvloers gestuurd worden en de deuren openen. De aannemer elektriciteit levert hiervoor een NO of NG contact naar keuze van de liftconstructeur tot aan het bord lift. De verdere aansluitingen en sturingen zijn ten laste van de aannemer van onderhavig lot. - Storingsmelding: Contacten NO of NG zijn ter beschikking te stellen teneinde bij defect de storing bij de overwaking en/of secretariaat te kunnen melden..
3.2.9 -
Overige
Schilderwerken: Alle schilderwerken zijn uit te voeren met minimum één laag roestwerende verf, in de fabriek aangebracht, en twee lagen lakverf, satiné. Kleur eindlaag te bepalen door de architect.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
26
Daarkom Liften
3.3
DIENSTVOORSCHRIFTEN, INSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN
Al de vereiste mededelingen aan te brengen in de kooi en op bordesvlakken zijn op de bedieningspanelen onuitwisbaar aan te brengen. De teksten in de machinekamers, deuren machinekamers, enz... dienen onuitwisbaar gegraveerd te worden op geanodiseerde aluminiumplaten (natuurkleur). Alle teksten, de schikkingen van teksten en bedieningsknoppen dienen vooraf ter goedkeuring aan de raadgevend ingenieur of architect voorgelegd. De teksten zijn in het Nederlands en in het Frans gesteld. Op volgende plaatsen worden teksten en aanduidingen aangebracht: - In de kooi o de bedieningsknop van de alarminrichting moet geel zijn en aangeduid met het alarmsymbool o toegelaten maximum belasting en maximum aantal personen o een duidelijke uitleg hoe te handelen, op een instructieplaat o naam en telefoonnummer van de onderhoudsfirma o de besturingsknoppen moeten duidelijk aangegeven zijn en onuitwisbaar o fabricatiejaar en jaar van indienststelling - Op het dak van de kooi: o fabricatiejaar en jaar van indienststelling o de blokkeerschakelaar met "STOP"-aanduiding o de inspectieschakelaar met standen NORMAAL en INSPECTIE o de inspectieknoppen o een stopcontact, verlichting en telefoontoestel - Op de machinekamer of in de besturingskast: o opschriften: LIFTMACHINE - GEVAAR - VERBODEN TOEGANG VOOR ONBEVOEGDEN - GELE DRIEHOEK moeten aangebracht zijn op toegangsdeuren en/of -luiken (PICTOGRAM) o aanduiding van hoofdschakelaar o een duidelijke uitleg hoe te handelen bij een storing (op een instructieplaat) o maximum toelaatbare last bij de haken o naam liftconstructeur en bouwjaar lift o stopcontact, verlichting en telefoontoestel - In de liftput: o de aanduiding "STOP" op of bij de blokkeerinrichting o een stopcontact, verlichting en telefoontoestel Instructies: De vorming en het op de hoogte brengen van het personeel van de Opdrachtgever tijdens de werkuren op de werf en in aanwezigheid van de afgevaardigden van de Opdrachtgever. De Opdrachtgever houdt zich het recht voor het ogenblik van de vorming te bepalen, personen van de aannemer aan te duiden die hij hiervoor geschikt acht en eventueel de tijd te verlengen.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
27
Daarkom Liften
3.4
KEURING(EN)
De inschrijver zal instaan voor de oplevering van de installatie en de gelijkvormigheidsverklaring door een erkend organisme volgens de Europese Richtlijn 95/16/EG. Keuringskosten en bijstand van een technicus tijdens de proeven en keuringen zijn ten laste van de aannemer. Het leveren en verplaatsen van de nodige testgewichten voor de proeven op vollast en het testen van de veiligheidsvoorzieningen is te voorzien door de aannemer. Het organisme is aan te duiden door het Bestuur. Keuringen zullen plaats hebben voor de voorlopige oplevering. Alle opmerkingen geformuleerd door het keuringsorganisme moeten onmiddellijk en onvergeld uitgevoerd worden. De installateur garandeert een storingvrije werking, dit kan enkel door een volledige opstart met volledige afregeling. Voor de termijnen van de voorlopige en definitieve oplevering, inclusief waarborg- onderhoudstermijn wordt specifiek verwezen naar de administratieve bepalingen Alle proeven zullen uitgevoerd worden door een wettelijk erkend keuringsorganisme aan te duiden door de opdrachtgever. Aan het opdrachtgevend bestuur der werken en aan het studiebureau, zal bij einde der werken een keuringsverslag worden overhandigd, dat is opgemaakt door een wettelijk erkend keuringsorganisme. het afgegeven rapport zal zonder opmerkingen dienen te zijn. Alle kosten tot het bekomen van deze goedkeuringscertificaten en de uitvoering van eventuele aanpassingswerken, daartoe nodig, zijn ten laste van de inschrijver.
3.5
AFLEVERING DOCUMENTEN
Het as-built dossier en de verschillende documenten, attesten en certificaten die samen het technisch dossier vormen (in overeenstemming met 95/16/EG – Bijlage I art. 5 – 6) zijn voor de voorlopige oplevering af te leveren.
3.6
ONDERHOUD EN WAARBORG
De waarborgperiode geldt tot aan de definitieve oplevering. Gedurende deze periode zal de inschrijver een omnium waarborg voorzien en zijn de liften door hem gratis en preventief te onderhouden (6 onderhoudsbeurten per jaar). Alle uurlonen, verplaatsingsonkosten, onderhoudsmaterialen en vervangen van gebrekkig werkende of slechte stukken zijn hierin inbegrepen. De waarborgperiode is 2 jaar. De aannemer dient bij zijn inschrijving een jaarlijks onderhoudscontract bij te voegen.
Architect: A2D Studie Bureau: Erbeko NV
28
Daarkom Liften