Inhoudsopgave Inleiding - Appingedam, onze stad nu - Appingedam, onze stad straks - We moeten veranderen om hetzelfde te blijven: Participatie
4
I Wonen en participatie
7
-
Huidige situatie Onze aanpak Herstructurering Centrum Ontwikkellocaties Kleinere ontwikkellocaties Problematiek kwetsbare locaties Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen wonen
II Voorzieningen en participatie -
10
Huidige situatie Onze aanpak Welzijnsvoorziening Onderwijs Bibliotheek Cultuur/musea (Sport) verenigingen Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen voorzieningen
III Zorg en participatie - Huidige situatie - Onze aanpak - Zorg - Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen zorg
1
15
IV Centrum en participatie - Huidige situatie - Onze aanpak - Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen centrum
17
V Economie/werkgelegenheid en participatie - Huidige situatie - Onze aanpak - Structuurversterkende maatregelen - Minimabeleid/arbeidsmarktbeleid - Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen economie/werkgelegenheid
19
VI Jeugd en participatie - Huidige situatie - Onze aanpak - Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen jeugd
21
VII Veiligheid en participatie - Huidige situatie - Onze aanpak - Openbare ruimte - Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen veiligheid
23
VIII Samenwerking in de regio/bestuurlijke toekomst 24 - Huidige situatie - Onze aanpak - Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen samenwerking/bestuurlijke toekomst IX Financiën - Huidige situatie - Onze aanpak - Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen financiën
2
25
Tot slot Bijlage -
27 Burger en overheid: Participatie Onze aanpak van participatie in Appingedam in 2018 e.v. Participatie instrumenten tot 2018 Participatie instrumenten na 2018
3
29
Inleiding In het coalitieakkoord “Saam veur Daam” is politiek/bestuurlijk richting gegeven voor de komende vier jaren. Of anders gezegd, de visie en missie zijn geformuleerd. In het voorliggende programma, dat wij als college vaststellen voor deze komende bestuursperiode, concretiseren wij deze hoofdlijnen. We voegen er ook een paar onderwerpen aan toe die wij als college belangrijk vinden. Daarmee willen we zelfbewust een toekomstige nieuwe gemeente in kunnen gaan. We hebben ons ook georiënteerd op de bestuursprogramma’s van onze omliggende collega-gemeenten en waar dat, in onze ogen, belangrijk is de verbinding gezocht. Immers, we besturen niet alleen onze eigen gemeente, maar zijn ook medeverantwoordelijk voor de regio. Bovendien hebben we bij het opstellen van dit collegeprogramma onze burgers opgezocht, door middel van “College on tour”, en gevraagd om input hiervoor. Net zoals wij bij het coalitieakkoord aan de overige raadsfracties, die geen deel uitmaken van de coalitie, gevraagd hebben input/reactie te geven voor het definitieve akkoord. We geven hiermee zichtbaar en beoogd vorm aan participerend ontwikkelen van onze aanpak!
Participatie
Participatie is voor ons een leidend principe in ons denken, doen en handelen. Dit maken wij visueel door participatie als een "satéprikker" te verbinden aan onze speerpunten. De speerpunten voor de komende bestuursperiode zijn:
Wonen Voorzieningen Zorg Centrum Economie en werkgelegenheid Jeugd Veiligheid Bestuurlijke toekomst Financiën
Deze speerpunten werken we in dit collegeprogramma uit. Daarnaast zijn er vanzelfsprekend vele andere onderwerpen die ook onze aandacht blijven houden. 4
Appingedam, onze stad nu Met zijn prachtige historische binnenstad is Appingedam een pareltje in de regio. Dat moet het in onze visie blijven en dat kán ook. Voor de inwoners is Appingedam een fijne woongemeente, met alle voorzieningen binnen handbereik en met een sociaal gezicht. De laatste bestuursperiode van de zelfstandige gemeente Appingedam is aangebroken, zo lijkt het. Of wij het leuk vinden of niet, wij zullen opgaan in een groter bestuurlijk geheel. Om sterker en krachtiger te worden. Om beter opgewassen te zijn tegen de grote opgaven op sociaal gebied. Om de inwoners beter van dienst te kunnen zijn. Saam veur Daam, maar ook samen voor de regio. Want het belang van de regio is ook het belang van Appingedam, en andersom. We zijn tegelijk ook een zelfbewuste stad met zelfbewuste inwoners. De veerkracht in de Damster samenleving, met zijn bloeiende verenigingsleven, met zijn vele vrijwilligers, met zijn actieve bedrijfsleven, is groot. Groot genoeg om de stad ook in de toekomst te laten bruisen. Wij zullen er alles aan doen om dat mogelijk te maken! Appingedam, onze stad straks Wat zien wij als we denken aan Appingedam in 2018? Wij zien een uniek stadje met een rijke historie, bruisend van culturele activiteiten, met een bloeiende middenstand, met een compleet voorzieningenaanbod voor zijn inwoners. We zien een veerkrachtige lokale gemeenschap, van tevreden en betrokken inwoners die gaan voor hun wijk en stad, die zorgen voor zichzelf en voor elkaar. We willen ook een stad zijn waarin alle inwoners en bevolkingsgroepen zich gehoord en vertegenwoordigd voelen. We zien toeristen die de stad weten te vinden en een impuls geven aan de economie, we zien bedrijvigheid in de stad en bedrijven in de regio die zorgen voor werk en welvaart voor iedereen. We moeten veranderen om hetzelfde te blijven: Participatie Er moet veel gebeuren in de komende jaren. De gemeentelijke herindeling, de drie decentralisaties en de lastige financiële positie van de gemeente vragen al onze aandacht. Wij zien hierbij een noodzakelijke mentaliteitsomslag bij zowel de overheid als bij onze burgers. Er moet sprake zijn van wederkerigheid, waarbij burgers bouwen aan de stad en het gemeentebestuur en haar organisatie meer faciliterend gaan werken.
5
We moeten veranderen om hetzelfde te blijven, niet alleen vanuit de genoemde opgaven, maar ook door de krimp, de veranderende samenleving, de aardbevingsgevolgen, kortom de veranderende maatschappelijke en inhoudelijke context. Dit vraagt niet alleen inhoudelijke antwoorden, maar de samenleving zal ook meer zelfredzaamheid moeten inzetten. De overheidsrol verandert van "zorgen voor" naar "zorgen dat". Dit vraagt naast schaalvergroting dus ook meer nabijheid en participatie van burgers. Een ontwikkeling en verandering aan de kant van overheid en burger samen dus. De mate waarin de overheid zelf uitvoert (aan de ene kant) of geheel los laat (aan de andere kant) kan met de ladder worden getypeerd. Daarbij geldt wel dat de gemeente altijd vanuit zijn rol als hoeder van het algemeen belang een eigen verantwoordelijkheid blijft houden, waarbij de gemeenteraad/college/de burgemeester een opdracht hebben. Daar waar in bepaalde situaties de grenzen in zicht zijn aan zelfredzaamheid van de samenleving zal de gemeente deze rol moeten blijven pakken. Wij vinden het belangrijk dat we onze inwoners niet één keer in de vier jaar vragen om hun keuze, immers de bestuursperiode stopt niet na de verkiezingen. Maar vooral tijdens die bestuursperiode willen we onze inwoners/kiezers nadrukkelijk opzoeken, betrekken en inzetten om samen onze stad verder te kunnen ontwikkelen. We hebben al ervaring met participatie. Zowel met publiek-private samenwerking in ons stadscentrum (evenementenbeleid). Maar ook bij het ontwikkelen van een visie op het centrum, waarbij ondernemers en instellingen samen met de gemeente hebben gewerkt aan een passende aanpak om het ondernemersklimaat en de leefbaarheid in het centrum te versterken. En via het Stadskompas (kunst, cultuur, toerisme en recreatie) werken we aan verdere doorontwikkeling. Ook bij het invullen van de openbare ruimte wordt steeds meer gebruik gemaakt van de principes van participatie. In onze wijkgerichte aanpak speelt participatie een steeds belangrijkere rol en we doen inmiddels op proces en inhoud ervaring op (Topwierde). We zien een soort van "gereedschapskist" voor ons waarbij, zonder uitputtend te willen zijn, op een inspirerende wijze gewerkt kan worden (zie bijlage). Om onze aanpak ook in de dagelijkse praktijk alvast toe te passen gaan wij in college- en raadsvoorstellen in het vervolg een vaste paragraaf opnemen over participatie. Daarmee verankeren we het gedachtegoed en operationaliseren dit in de aanpak. De komende jaren zullen we binnen
6
onze organisatie bovendien een vertaalslag maken naar de noodzakelijk en gewenste competenties van onze medewerkers en hierop onze medewerkers scholen en trainen. Deze nieuwe aanpak vraagt stuurmanskunst van onze burgers, van onze instellingen en van onszelf.
I Wonen en participatie Huidige situatie Appingedam wordt als woonstad goed gewaardeerd door inwoners uit onze stad en uit de regio. Wij profileren ons daarbij als woongemeente. Deze waardering blijkt uit periodieke onderzoeken onder inwoners. Wij willen deze kwaliteit ook in de komende jaren vasthouden. Dit vraagt om het adequaat inspelen op marktontwikkelingen en het uitwerken van de bestuurlijk afgesproken opdrachten in het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta. Zo hebben we de afgelopen jaren een stevige herstructureringsslag gemaakt in Opwierde. En zijn visies ontwikkeld voor de grote ontwikkellocaties De Eendracht, respectievelijk De Tip. Onze aanpak De gemaakte afspraken in het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta van 2013 zijn voor ons een belangrijk kader. Daarin zijn immers afspraken gemaakt over woonlocaties, over concentratie van voorzieningen en daarmee over het begeleiden van de bevolkingskrimp in de komende jaren. Ook de aanpak van de goedkope koop is daarvan onderdeel. In onze stad zijn koopwoningen gesitueerd die kwalitatief zeer kwetsbaar zijn. We willen met onze partners inzetten op mogelijkheden om een kwaliteitsslag te maken door toepassing van stimulerende instrumenten. De met de provincie ingezette pilots in dit verband zijn voor ons daarbij uitgangspunten. Herstructurering Wij willen de herstructurering afmaken van onze woonwijk(en). De krimp in de Regio Eemsdelta wordt enigszins gedempt door de succesvolle uitvoering van de herstructurering van de woningvoorraad van Appingedam, waardoor de laatste jaren ons eigen inwoneraantal op peil lijkt te blijven. Deze herstructurering vindt sinds 2002 plaats in het noordelijk7
en centrale deel van de wijk Opwierde. Naast de voortzetting van dit programma zal ook voor het zuidelijk deel van de wijk (ten zuiden van de Hooft van Iddekingesingel) een buurtplan worden ontwikkeld en in overleg ingebracht bij de buurtbewoners. Dit heeft voor ons topprioriteit. Naast de herstructurering van de huurvoorraad zal er een beeld moeten worden geschetst welke gevolgen de bevolkingskrimp, op de lange termijn, zal hebben op de particuliere woningvoorraad. Appingedam zal zich, in het kader van het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta, inzetten om, middels zogenaamde experimenten, mogelijkheden aan te dragen om de te verwachten problematiek het hoofd te bieden. Appingedam heeft bij de concentratieafspraken, samen met Delfzijl, in het stedelijk gebied een belangrijk rol. En die rol willen wij ook nemen door ontwikkelingen en keuzes hier steeds aan te toetsen. Maar de leefbaarheid wordt momenteel aangetast door de effecten ten gevolge van de gaswinning. Inmiddels is door de Minister van Economische Zaken met het gebied een afsprakenkader vastgesteld dat niet alleen de schade adequaat moet herstellen, maar ook de leefbaarheid in het gebied duurzaam moet maken. Voor de schade afhandeling aan woningen onderzoeken wij, of naast de bestaande regionaal ingerichte loketten voor de Damster inwoners, ook een aanvulling op die toegang in onze eigen stad moet worden ingericht. Voor het versterken van de leefbaarheid willen wij optimaal inzetten op het gebruik van de faciliteiten die met de Minister zijn afgesproken, c.q. worden uitgewerkt aan de Dialoogtafel. Thema's die hieronder vallen zijn onder meer kwaliteitsvermeerdering van woningen en verduurzaming van woningen in energiegebruik. Ook aan ons historisch centrum en haar watergangen zullen wij de komende jaren in samenwerking met mede overheden en particulieren een kwaliteitsimpuls geven. Centrum Wonen in het centrum (in winkels) willen wij bevorderen in het belang van de leefbaarheid (wonen in de plint). Nu het winkelbestand door diverse factoren onder druk staat, willen we door toevoeging van de woonfunctie de leefbaarheid versterken in ons centrum. Wij willen aantrekkelijk zijn voor jongeren en wonen in onze stad. Wij willen daarom bij Jimmy’s een vast woonknooppunt laten organiseren over de woningbehoefte (huur en koop), waar informatie (vraag en aanbod) gestructureerd kan worden. We zetten erop in dat ideeën hierover binnen Jimmy’s ook voor andere doelen dan alleen wonen gebruikt kunnen worden .
8
Ontwikkellocaties Wij willen in de aanpak van ontwikkellocaties bezien hoe participatie kan worden ingezet. In de afgelopen jaren is gebleken dat het lastiger is geworden om bepaalde locaties te (her)ontwikkelen. De markt is ons niet bepaald gunstig gezind; investeerders zijn voorzichtig geworden. We zoeken naar mogelijkheden om via flexibel ingerichte bestemmingsplannen, globale welstandseisen en vriendelijkere vergunningsvereisten een omgeving te creëren waar het weer interessant kan zijn om te investeren. Overigens kan, en mag, dit niet gepaard gaan met een rechtstreekse vermindering van de woon- en leefbaarheidscomfort van omwonenden. Ten aanzien van de twee grote ontwikkellocaties De Eendracht en De Tip gaan wij de ontwikkelde visies actualiseren, gelet op de veranderende maatschappelijke context. In die actualisatie maken we een prioriteitskeuze. Want ook de maatschappelijke partners, zoals zorginstellingen en corporaties, zijn bezig aan een heroriëntatie die effect heeft op onze keuzes. De huidige economische situatie maakt immers dat het ontwikkelen van beide locaties in eenzelfde tijdspanne niet realiseerbaar is, daarom kiezen we voor focus. Voor De Eendracht-locatie werken we zoals gezegd de visie die is vastgesteld verder uit. We ontwikkelen deze mooie nieuwe poort naar een contour van onze stad fasegewijs, afhankelijk van de marktontwikkelingen en in samenhang met gefaseerde sanering van het terrein. We gaan door op de ingezette duurzame invulling, ook als dit in de vorm van bijvoorbeeld een tijdelijke groene invulling is (energie gewassen), in afwachting van permanente invulling. Ontwikkelingen in de zorgsector en verzorging-/verpleeghuissector hebben een grote dynamiek: realisatie van vernieuwde zorgvoorzieningen willen we koppelen aan de kop van De Eendracht. Kleinere ontwikkellocaties In onze stad is een aantal kleine locaties nog niet ingevuld, waarbij nadrukkelijk ook andere partners de regie hebben. Wij willen stimuleren dat deze locaties in de komende periode worden ingevuld. We zoeken ook hier naar mogelijkheden om via flexibel ingerichte bestemmingsplannen, globale welstandseisen en vriendelijkere vergunningsvereisten een omgeving te creëren waar het weer interessant kan zijn om te investeren. Overigens kan, en mag, dit niet gepaard gaan met een rechtstreekse vermindering van de woon- en leefbaarheidscomfort van omwonenden.
9
Problematiek kwetsbare locaties Wij willen er op inzetten om kwetsbare plekken te laten saneren/kwalitatief te verbeteren (via leefbaarheidsgelden aardgascompensatie). In onze herstructureringsopgaven nemen we ook de aanpak van kwetsbare plekken mee, waarbij we ook de omgeving nadrukkelijk willen betrekken en mede verantwoordelijk maken. Herbestemming en andere vormen zijn daarbij mogelijkheden. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen wonen: Opwierde Zuid Prioritering ontwikkellocaties Wonen in het kernwinkelgebied Kwetsbare locaties Goedkope koop Wij doen dit in participatie met de maatschappelijke organisaties en onze omgeving.
II Voorzieningen en participatie Huidige situatie Al sinds jaren zijn wij niet alleen een woonstad, maar ook een zorg-stad en een onderwijsstad. In het verleden hebben we vanuit deze focus veel voorzieningen in Appingedam kunnen realiseren. Dat maakt dat we een complete stad zijn, waar mensen graag willen wonen. Onderdeel van die voorzieningen zijn ook voorzieningen voor bijzondere doelgroepen. Door veranderend rijksbeleid, maatschappelijke tendensen en de combinatie hiervan, komt het (inhoudelijk en financieel) overeind houden van deze voorzieningen in de regio, maar ook in onze stad onder druk te staan. De huisvesting van het primair onderwijs is door de realisatie van twee brede scholen (Opwierde en Olingertil) in 2014 duurzaam ingevuld. Ook medegebruik door andere instellingen is hiermee mogelijk gemaakt, waarmee een integrale kind-voorziening in praktijk is gebracht, die bovendien duurzaam is. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor openbaar- en bijzonder onderwijs is “op afstand” gezet, waardoor de gemeentelijke bemoeienis zich vooral concentreert op lokaal
10
onderwijsbeleid en integratie van jeugd en onderwijs, gericht op een sluitende aanpak van 0 – 23 jaar. Nu ook de financiële verantwoordelijkheid voor de huisvesting voor een gedeelte rechtstreeks bij het onderwijs zal worden ondergebracht, is op dit punt onze rol beperkter aan het worden. Onze aanpak De gemaakte afspraken in het kader van het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta 2013 kennen ook t.a.v. voorzieningen, richtinggevende maatregelen. Zo is afgesproken dat grotere voorzieningen in het stedelijk gebied worden geconcentreerd en andere voorzieningen op maat in de landelijke omgeving, waarmee een compleet voorzieningenniveau kan worden behouden. Welzijnsvoorziening De ASWA is voor ons de kernorganisatie om participatie verder uit te rollen in onze stad. Met hulp van de nieuwe wetgeving, waarbij taken op het gebied van jeugdzorg, WMO/AWBZ en Participatie van het rijk worden overgeheveld naar gemeenten, willen wij naar een effectievere dienstverlening toe. Wij zien dit door inzet van participatie door eigen kracht van de burger, meer inzet van de omgeving en daardoor een Damster samenleving, die zijn eigen kracht inzet. Om dit te bereiken richten we een effectieve toegang in, waar integraal en preventief wordt gewerkt. Pas als de inzet van eigen kracht niet mogelijk blijkt, zal hulpverlening worden ingezet. En die hulpverlening willen wij effectief organiseren samen met de instellingen die de hulp vanuit hun deskundigheid bieden. Wij willen daarbij, vanuit de focus dat participeren in de samenleving het doel van de hulp is, een aanpak realiseren met als uitgangspunt: 1 gezin, 1 plan en 1 regisseur. Het Gezondheidscentrum is voor de eerste toegang wat ons betreft een belangrijke speler. Temeer omdat hier al veel disciplines zijn ondergebracht. Wij verwachten met deze aanpak meer preventie, snellere en adequatere inzet van hulp waar dat echt nodig is en daarmee een kwaliteitsslag voor onze burgers. Overigens ontwikkelen we deze aanpak met instellingen en onze buurgemeenten samen. En in het kader van participatie willen wij inwoners meer inzetten bij onze openbare omgeving. Dit kan elkaar versterken. Onderwijs Met de realisatie van twee brede scholen, waarin diverse maatschappelijke instellingen naast onderwijs participeren, is onze stad op dit punt t.a.v. het primair onderwijs duurzaam ingericht. Het blijft wel belangrijk om de draagkracht van de deelnemende partijen te borgen nu ook zij door de effecten van rijksbeleid worden getroffen. De integrale kind-voorziening krijgt binnen de nieuwe
11
brede scholen nog beter vorm en is wat ons betreft ook een belangrijke schakel voor een goede aansluiting van het primair onderwijs op het voortgezet onderwijs Het voortgezet onderwijs heeft zelf tijdig ingespeeld op de effecten van een krimpende bevolking met een schoolfusie. Niettemin blijft een vinger aan de pols geboden. Het beroepsonderwijs in onze stad en de regio is, na een aanvankelijke krimp en trek naar de stad Groningen, weer aan het groeien mede door toedoen van nieuwe opleidingsvormen (offshore/windenergie) in het stedelijk gebied, waardoor ook gebouwen van het MBO in onze stad weer nodig zijn. Wij zetten samen met onze maatschappelijke partners er op in om deze nieuwe vormen te blijven huisvesten in onze stedelijke regio. Het opleiden van leerlingen in de techniek is, maatschappelijk gezien, in ons gebied essentieel, omdat niet alleen een grote uitstroom door vergrijzing, maar ook duurzame nieuwe ontwikkelingen in de energiesector zullen leiden tot een grote vraag naar technisch geschoold personeel. Onze inzet is om stageplekken te organiseren bij werkgevers. Wij willen kortom projectmatig kijken naar economie en arbeidsmarkt, met o.a. een rol voor de Intergemeentelijke Sociale Dienst en het Werkvoorzieningsschap. Tussen beide laatst genoemde instellingen dient in deze bestuursperiode een fusie te ontstaan. Door de invoering van Passend onderwijs ontstaan huisvestingseffecten in het speciaal onderwijs, wat kan leiden tot minder voorzieningen in onze stad. Wij willen in dit transitieproces bewaken dat dergelijke voorzieningen in onze stad overeind kunnen blijven voor dit gebied. En in het kader van Passend onderwijs willen wij met scholen, CJG en andere partners zorgvragen zo vroeg mogelijk onderkennen, zodat waar mogelijk preventief hierop kan worden ingespeeld . Deze kanteling willen we de komende jaren versterken, o.a. via de zogenoemde Doe-teams. Ons onderwijsbeleid is gericht op verdere voorkoming van schooluitval (Regionaal Meld en Coördinatiepunt/JongerenWAD). Wij willen de schooluitval in deze bestuursperiode nog verder terugbrengen ten opzichte van de al gunstige percentages, zoals die aan het begin van onze periode aan de orde zijn. Bibliotheek De bibliotheekvoorziening vinden wij belangrijk in onze stad, zowel als kennisdrager, maar ook als ontmoetingspunt en aanjager en verbinder van maatschappelijke leefbaarheidsinitiatieven. Tegelijk sluiten wij onze ogen niet voor maatschappelijke tendensen, waarbij “het boek” niet meer alleen drager kan zijn van een dergelijke voorziening. Wij willen ons inzetten voor een
12
bibliotheekvoorziening die in deze nieuwe context en ook qua huisvesting inspeelt op de nieuwe rollen die van haar gevraagd wordt. Een dienstverleningsrol in bredere zin zien wij hierbij als een nieuwe drager voor de bibliotheek, waarbij bijvoorbeeld een rol naar een gemeentewinkel op termijn gelegd kan worden in een grotere bestuurlijke context. Cultuur/musea Cultuur vertelt het verhaal van vroeger, maar ook van nu. Dit kent verschillende uitingsvormen. Cultuur is daarmee een belangrijke maatschappelijke waarde in onze samenleving. Zo hebben wij onder meer diverse musea in onze stad, deels gesubsidieerd, deels particulier initiatief. Wij zijn als college ook gericht op talentontwikkeling van de toekomst. Wij vinden het belangrijk dat historische en moderne cultuuruitingen gestimuleerd worden. Soms in de vorm van een stimuleringsbijdrage van de overheid, soms in het meedenken in vastgoedmogelijkheden. Gestimuleerd door wegvallende overheidssubsidies heeft de cultuursector inmiddels ook andere financieringsmogelijkheden ontwikkeld, zoals crowdfunding. Tegelijk vinden wij dat we als overheid een basale culturele kwaliteit in onze stad moeten behouden, omdat dit bijdraagt aan de ontwikkeling en de leefbaarheid. Waar dat niet vanzelfsprekend door particuliere initiatieven kan worden gerealiseerd, willen wij als lokale overheid, binnen onze mogelijkheden hiervoor onze inzet blijven plegen. Het Multifunctionele centrum Kabzeël is een uniek geheel van een rijksmonumentaal kerkgebouw (Amsterdamse school) met bijbehorende monumentale pastorie, zalencentrum en kosterswoning. En dan ook nog gelegen op een, voor het historisch en regionaal belangrijke onderwijs-, zorg-, cultureelen koopcentrum Appingedam, unieke strategische locatie aan één van de belangrijkste entrees naar het centrum (bronpunt). En daarmee een unieke vindplaats voor deelnemers aan activiteiten en bezoekers. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van het centrum is het "publieke karakter". Alle ruimten, kerkzaal, pastorie, zaal/toneelruimte en kosterswoning zijn voor een breed publiek toegankelijk. Rond drie, ook weer onderling, samenhangende lijnen is onze stad bijzonder actief. Dat zijn “sociaal”, “cultuur”, en “jongeren”. Het is vooral rond deze lijnen dat het ontbreekt aan fysieke ruimte (huisvesting) in ons stadscentrum. Het Multifunctioneel centrum Kabzeël moet dit “gat” invullen en zich ontwikkelen tot verenigingsgebouw van Appingedam, waar ook Jimmy's is gehuisvest. De ontwikkeling van het Multifunctioneel centrum is in onze visie een essentieel onderdeel van de
13
gezamenlijke inspanningen van burgers, organisaties en gemeente, gericht op behoud en versterking van een bruisend stadshart, waar jong en oud samenkomen en zich thuis voelen. Jimmy’s heeft als jongerenvoorziening inmiddels (in de eerste fase van het project) een fysieke plek in de kosterswoning gekregen en werkt met jongeren voor jongeren, door jongeren. Het is een plek voor info en advies (CJG voor jongeren). Door het brede scala aan activiteiten wordt bijgedragen aan de (voor de doorontwikkeling van ook Jimmy's) noodzakelijke lage drempel. Bijvoorbeeld: jongeren stappen makkelijker naar binnen voor de CJG-informatiefunctie als zij het centrum ook al kennen vanuit hun deelname aan activiteiten op ander sociaal, cultureel- of evenementenvlak. De belangrijkste toetssteen voor het welslagen van het centrum is gelegen in de doorontwikkeling van de drie genoemde, onderling samenhangende lijnen "sociaal", "cultuur" en "jongeren". De rol van de gemeente bij de verdere doorontwikkeling is in de eerste plaats faciliterend, het bij elkaar brengen van personen, organisaties en netwerken. (Sport)verenigingen Wij willen krachtige verenigingen in onze stad, in hun diversiteit aan doelen. Niet alleen vanuit leefbaarheid en participatie aan de samenleving is dat belangrijk, maar het bevordert ook de gezondheid. Wij zien namelijk een belangrijke functie voor sport naar de maatschappelijke omgeving en in het bijzonder in het "sociaal domein" kan sport nog meer betekenis krijgen. Wij willen nagaan of we met behoud van een goed sportvoorzieningenniveau een doelmatiger gebruik van sportfaciliteiten kunnen bereiken. We willen in dit verband inzetten op krachtenbundeling door samenwerking en fusie van sportverenigingen en door het stimuleren van een efficiëntere inzet van materialen. De inzet van sport bij participatie van ouderen en andere doelgroepen is voor ons ook een interessante ontwikkeling die wij onderschrijven. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen voorzieningen: ASWA als kernorganisatie voor participatie Verdere verlaging van schooluitval Stageplaatsen binnen het onderwijs, behoud van onderwijsvoorzieningen Eigentijdse bibliotheekvoorziening Doorontwikkeling van Kabzeël langs de lijnen "sociaal", "cultuur" en "jongeren" Betekenis geven aan de rol van sport naar de maatschappelijke omgeving 14
III Zorg en participatie Huidige situatie Zorgtaken worden uitgevoerd door gemeenten, provincie en rijksoverheid en ook zorgverzekeraars hebben een rol. De gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor drie grote taken op sociaal gebied: de decentralisaties. De jeugdzorg, de zorg voor ouderen en kwetsbaren die thuis wonen en de participatie van mensen ‘aan de onderkant van de arbeidsmarkt’ (de Participatiewet). Daarvoor krijgen de gemeenten minder geld dan waarvoor het rijk en de provincie deze taken nu uitvoeren. Onze aanpak Wij hebben de afgelopen jaren ingezet op een participatieve aanpak van de decentralisaties. Dit doen we samen met instellingen en onze buurgemeenten (de DAL-gemeenten). En ook inwoners hebben een plek gekregen in de aanpak. Wij willen deze aanpak op weg naar de invoering per 2015, maar ook in de transformatie in de jaren daarna, voortzetten. Dit doen we vanuit de overtuiging dat we het als gemeente niet alleen kunnen, maar ook niet alleen moeten willen. Dit doen we vanuit de veranderende rol van de gemeente die steeds meer partnerschappen zoekt in de netwerksamenleving maar ook met het vormen van een vangnet voor die burgers die niet op eigen kracht de zorg kunnen organiseren. In ons collegeprogramma focussen we in deze paragraaf op de zorg, in de volgende paragrafen doen wij uitspraken over de andere nieuwe taken. Zorg Wij onderkennen twee invalshoeken bij zorg: het voorzieningenniveau en het dienstverleningsniveau. In deze paragraaf gaan we in op het voorzieningenniveau. In Scheemda wordt een goed geoutilleerd regionaal ziekenhuis gerealiseerd dat onder meer het huidige regionale ziekenhuis zal vervangen. Deze zal verbindingen leggen met 1,5 lijnszorg. Daarom is voor ons de beste 1,5 lijnszorg in het stedelijk gebied en in Appingedam, met sterke verbindingen met ziekenhuiszorg, essentieel. Wij willen gaan voor de beste 1,5 lijnszorg in onze regio! Op dit moment organiseren instellingen en partijen zich al om deze 1,5 lijnszorg te realiseren. Wij willen hierbij aansluiten.
15
Bij onze wijkaanpak is aansluitend op de hiervoor genoemde aanpak, de eigen kracht, het vertrekpunt. In Opwierde is inmiddels een woonzorgzone gerealiseerd. Wat leren we hiervan voor de rest van de stad? We willen onderzoeken welke kracht er in de andere wijken aanwezig is en hoe de methodiek/ervaringen uit Opwierde ook toepasbaar kan worden in andere wijken. We vinden maatwerk voor wijken daarbij een belangrijk uitgangspunt. Wellicht aanvullend op het zogenoemde Doe-team dat in 2014 is gestart als pilot in het Gezondheidscentrum met een laagdrempelige integrale toegang om knelpunten van inwoners op te lossen. Afgelopen jaren hebben we met onder meer de ASWA in de pilot Topwierde (binding burger en wijk) uitgewerkt hoe de burgerkracht in de wijk kan worden ingezet om zorg voor buurtbewoners die niet zelfredzaam zijn, laagdrempelig kan worden versterkt. We bezien hoe we ook oudere inwoners en kwetsbare inwoners daarbij kunnen faciliteren en hoe we deze aanpak in andere wijken kunnen toepassen. De zeeffunctie van sociale wijkteams, waarbij eigen kracht het vertrekpunt blijft en alleen doorleiding plaatsvindt naar zorg waar dit niet via eigen kracht kan worden opgelost, is voor ons het uitgangspunt. Vanuit onze eigen organisatie kan daarnaast een verbinding worden gelegd tussen zorg en de openbare leefomgeving in wijken in de vorm van een teamaanpak met onder meer de inzet van onze eigen wijkcoördinatoren als signaleringsfunctie. Wij vinden dat we in beginsel binnen de beschikbare budgetten moeten blijven. Niet omdat we de mensen niet willen helpen, maar omdat we niet anders kunnen met de krappe middelen waar de gemeenten mee rond moeten komen. Maar ook omdat we geloven in de eigen kracht van mensen en in de vitaliteit van de buurten en wijken. Een betere samenwerking tussen de uitvoerende organisaties, volgens het principe één gezin-één plan-één hulpverlener, zoals in het project Veerkracht, kan tot kostenbesparing leiden. Voor de kwetsbaarste inwoners moet de gemeente een vangnet bieden. Niemand mag tussen wal en schip vallen. De zwaardere jeugdzorg zal door de gemeenschappelijke Groninger gemeenten worden opgepakt. De gemeente Appingedam zal zich vooral op het voorkomen van problemen moeten richten: de preventie. Daarbij moet het Centrum voor Jeugd en Gezin een grote rol spelen. Wat de zorg voor ouderen en kwetsbare burgers betreft: dat wordt in de nieuwe Wmo-opgave veel meer maatwerk. Er moet een goed sociaal netwerk worden opgebouwd in de buurten en wijken van
16
de stad, zodat mensen ook elkaar kunnen helpen: noaberschap nieuwe stijl. Hier ligt volgens ons een taak voor de ASWA, de instelling die in opdracht van de gemeente het welzijnsbeleid uitvoert. Ook andere maatschappelijke organisaties kunnen hierin een belangrijke rol spelen. De opdracht aan de ASWA moet daarom kantelen en gericht worden op deze nieuwe taken. De ASWA en ook andere instellingen dienen zich daarbij op alle wijken en buurten in de stad te richten. Wat de Participatiewet betreft: om die goed uit te kunnen voeren is integratie tussen de Intergemeentelijke Sociale Dienst en het Werkvoorzieningschap nodig. Ook vinden we dat een tegenprestatie voor een uitkering maatwerk moet zijn en gericht op re-integratie. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen zorg: Eigen kracht voorop Budgettair neutraal beleid met maatwerk Vangnet voor de kwetsbaarsten Door ontwikkelen van de 1,5 lijnszorg Preventie en integrale aanpak binnen de zorg
IV Centrum en participatie Huidige situatie Door maatschappelijke ontwikkelingen (internet-winkelen) en economische ontwikkelingen (economische recessie) staat het winkelvoorzieningenbestand in ons centrum onder zware druk. Ons winkelcentrum heeft voordeel van de ligging binnen zowel het middeleeuws karakter van dit deel van Appingedam, als de regionaal aantrekkende werking van bijvoorbeeld het Overdiep van de daar gelegen foodsector. Niettemin blijft de situatie kwetsbaar en vraagt om verdere impulsen. De afgelopen jaren hebben wij daarom samen met ondernemers en inwoners in een co-creatief proces gewerkt aan zowel het geografisch compacter maken van ons winkelcentrum, het herbestemmen van vrijkomend vastgoed, als het kwalitatief versterken van panden, uitstraling en bereikbaarheid en vindbaarheid. Het geven van financiële impulsen en het werven van fondsen heeft dit mede mogelijk gemaakt. Ook een door de betrokkenen opgestelde, gedragen en uitgevoerde evenementenkalender is inmiddels een zichtbaar participatief resultaat, waarbij de verbinding tussen cultuur, toerisme en economie is gerealiseerd. En niet minder belangrijk, er is een flinke impuls 17
gegeven aan de kwaliteit van de openbare ruimte, door onder meer vernieuwde bestrating en inrichting van zowel de bronpunten als het tussengebied. Onze aanpak De ingezette koers leidt tot zichtbare verbeteringen en wordt gewaardeerd. Maar de ontwikkelingen vragen een verdere doorontwikkeling en bestendiging. We faciliteren als gemeente nu de eigen kracht van de betrokkenen bij het versterken van ons stadscentrum door dit als overheid initiërend, faciliterend en participatief met elkaar op te pakken. Ons doel is dat aan het eind van deze collegeperiode die eigen kracht weer leidt tot zelfredzaamheid en de ondernemers het zelf kunnen overnemen naar de verdere doorontwikkeling binnen de sterk veranderlijke omstandigheden. Ook in de aanpak van het evenementenbeleid, waar de overheid inmiddels al meer is teruggetreden, koersen wij naar verder terugtrekken van de overheid en sturen we op de eigen kracht van de organisaties. Wij zullen hier de komende vier jaar op toetsen. Wij zien het daarbij als uitdaging en gewenste richting dat vrijkomende winkelruimten worden gerevitaliseerd, opnieuw en op eigentijdse wijze worden ingevuld en vormgegeven. Wij hebben daarbij ook de verwachting van gemengde functies in de binnenstad die versterkend werken en willen om die reden de mogelijkheden van het wonen in het centrum verruimen. Het compacter maken van het centrum, zoals de afgelopen jaren is ingezet, blijft daarbij het andere speerpunt. Daarnaast willen we de doorkijk vanuit de winkelstraten naar het water, als krachtige kwaliteit vergroten. De openbare ruimte is nu op orde en houden we kwalitatief op orde. Daarbij is een goed leefklimaat, veiligheid en een schone en nette openbare ruimte ons doel. Wij willen in ons centrum ook ruimte geven aan innovatieve concepten voor jong ondernemerschap, zodat jonge ondernemer zich hier vestigen en daarmee het centrum nog duurzamer maken. Appingedam heeft een traditie als evenementenstad. Om onze positie te behouden en verder uit te bouwen en onze stadseconomie te versterken werken wij, samen met organisatoren en burgers, aan een verdere doorontwikkeling van de evenementen en een nog sterkere profilering van onze historische stad. Met als doel het nog steviger op de kaart te zetten van Appingedam als regionaal koop- en evenementencentrum en met een gerichte marketing nieuwe (extra) bezoekersgroepen aan te trekken: van binnen en buiten de regio Eemsdelta. Wij kiezen voor versterking van het evenementenbeleid door toe te groeien naar topics. Hiermee willen we het aantal
18
“stadsdebutanten” vergroten. Ook een meer doorontwikkeld gastheerarrangement is hiervoor van belang, bijvoorbeeld gekoppeld aan het VVV en andere maatschappelijke partners, zodat stadsdebutanten, maar ook andere bezoekers, vaker terugkomen in onze stad/regio. Met stads/regioarrangementen kunnen we het verblijfstoerisme verder versterken. En de kansen die het leggen van verbindingen met (bezoekers uit) Ost-Friesland (Duitsland) biedt kunnen we verder vergroten, omdat ons inziens hier potenties liggen die nog niet voldoende worden benut. Kortom, we willen nog meer allure aan verblijfsrecreatie geven en willen daarmee het verblijfstoerisme langer in het centrum, de stad en de regio houden. Met deze maatregelen willen we ons centrum de "toonkamer van de stad" laten zijn. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen centrum: Versterken zelfredzaamheid en collectiviteit van ondernemers in het centrum Een zelfdragend evenementenbeleid met topics Innovatieve concepten voor jong ondernemerschap stimuleren Het centrum als toonkamer voor de stad
V Economie/werkgelegenheid en participatie Huidige situatie Onze gemeente ligt in een economisch gebied dat te maken heeft met een paradox. Enerzijds is er sprake van nieuwe economische impulsen, zoals de havens en de energiesector, anderzijds is er sprake van een sterk in kracht terugvallende industriële sector die door diezelfde energie ontwikkelingen, en met name het prijsniveau, onder druk staat. En bovendien is er sprake van een mismatch tussen vraag aan gekwalificeerd personeel en het beschikbare opleidingsniveau en opgeleide kandidaten, met name in de techniek. In onze stad is daarnaast zorg als werkgever oververtegenwoordigd (zowel de sociale werkvoorziening als zorginstellingen die hulp bieden aan inwoners met een beperking). Door het rijksbeleid staan ook deze werkgevers, met name financieel, sterk onder druk. Door de economische recessie tot slot is er sprake van een flink opgelopen werkloosheid, waarbij het vinden van werk voor mensen zonder baan nog complexer is geworden.
19
Onze aanpak De gereduceerde budgetten, gerelateerd aan de opdracht uit de nieuwe wetten, betekent dat we ook onze infrastructuur hierop zullen afstemmen. Er is nu een werkloosheidspercentage van 15%. Aanpak van de jeugdwerkloosheid heeft daarbij onze topprioriteit. Het betreft echter niet alleen meer jeugdwerkloosheid en ook niet meer alleen de zogenoemde “onderkant” van de arbeidsmarkt. Werkloosheid raakt inmiddels ook het middenkader en ook oudere werknemers. Wij willen samen met onze partners daarom de aanpak meer segment/categorie gericht maken. En in onze aanpak willen we nagaan of mensen die door de genoemde omstandigheden nu zonder betaalde baan zijn geraakt hun kwaliteiten ook op andere wijze en als tegenprestatie kunnen inzetten (vrijwillig of gestructureerder) ter versterking van onze samenleving. Budgetten zijn hierbij belangrijk en we willen dan ook beschikbare economische impulsen in regionaal verband inzetten, ter versterking van de economische structuur en arbeidsmarkt. Wat ons betreft wordt de ingezette lijn, om arbeidsmarktbeleid te combineren met social return, voortgezet. Met het toepassen van de landelijk ontwikkelde Prestatieladder Socialer Ondernemen (kwalitatieve en kwantitatieve voorwaarden bij aanbestedingen) willen we de inzet van arbeid door mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie versterken. Dat doen we niet alleen met onze eigen aanbestedingen (social return) maar we stimuleren ook ondernemers om dit zelf te doen. En ook ons inkoopbeleid, waarbij, binnen de wettelijke marges, ons lokaal MKB kansen krijgt bij gemeentelijke investeringen, is hierbij onze inzet. Voorts is een verdere uitrol van breedband internet/verglazing van de infrastructuur, waar al stappen in gezet worden, cruciaal om alle ondernemers (hardcore en zorg) te faciliteren en toekomst-proof te maken. Onze economische werkelijkheid wordt vooral beïnvloed door de regionale context, daarom is een regionale aanpak, zoals via het EZ-bureau, maar ook een economic board rond de gaswinning een belangrijk versterkend instrument. Minimabeleid/arbeidsmarktbeleid Wij geven prioriteit aan het bestrijden, maar vooral het voorkomen van (kinder)armoede. Dit willen we vanuit onze mogelijkheden concretiseren door een eigentijdser minimabeleid. Wij zien in de uitvoering hiervan een belangrijke rol voor de Intergemeentelijke Sociale Dienst. Ook het gebruik van die voorzieningen, en daarmee de toegang, willen we eigentijdser maken, bijvoorbeeld door een website waarbinnen maatwerk gekozen kan worden.
20
Door de economische recessie hebben de overheden afgelopen tijd geïnvesteerd in bijvoorbeeld een mobiliteitscentrum voor oud-medewerkers van de aluminium industrie. Ook een sociale werkvoorziening mobiliteit behoort wat ons betreft tot de mogelijkheden. Wij vinden het belangrijk dat ons arbeidsmarktbeleid, en dat in de regio, niet alleen gericht is op mensen met een minimum uitkering. Maar wij willen bijvoorbeeld mobiliteitsfaciliteiten ook beschikbaar laten komen voor een bredere groep medewerkers die door ontslag bedreigd worden of na ontslag moeten worden begeleid naar ander werk in onze regio. Daarmee willen we uitstroom van de vaak kwalitatief goede medewerkers uit ons gebied naar buiten onze regio zoveel mogelijk voorkomen. Continuering van de huidige werkgeversbenadering, samenwerking met het onderwijs, voorkoming van schooluitval (RMC) en inmiddels ook de intensievere samenwerking met de zorgsector zijn voor ons belangrijk om uitvoering te kunnen geven aan onze taken in het kader van de Participatiewet, WMO en Jeugdzorg. We werken hierbij intensief samen in de Regio Noord-Oost met onder meer de Intergemeentelijke Sociale Dienst, het Werkvoorzieningsschap, het gezamenlijke bedrijfsleven, het EZ-bureau in de vorm van acquisitie, afstemming in beleid en uitvoering en plaatsing van kandidaten in betaalde functies. Daarnaast willen we in nauwere samenwerking met de stad Groningen impulsen geven ten behoeve van economische versterking van dit gebied. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen economie/werkgelegenheid: Social return door ontwikkelen naar Prestatieladder Sociaal Ondernemen Mobiliteitsarrangementen breder dan alleen voor de onderkant van de arbeidsmarkt inzetten Bestrijding van (kinder)armoede door een eigentijdser minimabeleid Aanpak jeugdwerkloosheid
VI Jeugd en participatie Huidige situatie De afgelopen jaren is Jimmy’s ontwikkeld, een laagdrempelige voorziening in een eigen huisvesting, waar jongeren met vragen om informatie en advies terecht kunnen. De aanpak wordt voor een deel ook door de jongeren zelf verzorgd. Naast het bestaande jeugdwerk, dat vanuit de ASWA wordt ondersteund, is deze voorziening inmiddels een prima vindplaats. 21
Onze aanpak Wij onderscheiden in de jeugdaanpak de volgende leefgebieden: Jeugd en onderwijs Jeugd en wonen Jeugd en arbeid Jeugd en vrije tijd Jimmy’s heeft als jongerenvoorziening voor Delfzijl, Appingedam en Loppersum een regionale opdracht. Wij willen Jimmy’s en het bereik ervan sterk vergroten en een nog duidelijkere positie en rol geven binnen het primair-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs. Bovendien willen we Jimmy’s niet alleen richten op “probleem situaties”, maar een aantrekkelijke en uitdagende “werkplaats” laten zijn voor alle jongeren. En we willen Jimmy's in laten zetten voor de Damster samenleving en de regio. Met het jongerenwerk van ASWA willen wij deze slag de komende jaren maken, door actief aanwezig te zijn op scholen en een goede samenwerking en afstemming met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Daarbij zien wij ook samenhang met de aanpak volgens de Participatiewet. Maar ook met andere leefgebieden, zoals cultuur en sport. Daarnaast vindt er actief uitwisseling van informatie plaats en afstemming van de uitvoering tussen de gemeente en jongerenwerk. Doordat het bereik van Jimmy's onder jongeren wordt vergroot en de focus verlegd naar talentontwikkeling, kunnen meer jongeren actief meedenken en meedoen. Voor het jongerenwerk betekent dat een methodische werkwijze, waarbij de rol primair is gericht op informeren, ondersteunen en stimuleren. Het gebruik van de virtuele wereld die voor jongeren zo vanzelfsprekend is, is hierbij een middel. Jimmy’s heeft met andere woorden voor ons een participatieve rol in wonen, werk en vrije tijd die wij samen met onze regionale partners optimaal willen benutten en uitwerken. Wij zien daarbij ook de al genoemde relatie met Kabzeël. Daarbij kan Jimmy's niet alleen een verbinding leggen tussen jongeren en cultuur en omgekeerd, maar ook jongeren participatief onderdeel laten worden van activiteiten en taken binnen Kabzeël.
22
Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen jeugd: Jimmy’s is het centrum voor de regio, daarom worden de taken van Jimmy's verbreed en de focus verlegd naar talentontwikkeling Jimmy’s als participatieve rol in wonen, werk en vrije tijd Jimmy’s als aanjager voor gebruik Kabzeël
VII Veiligheid en participatie Huidige situatie De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid binnen haar grenzen, maar kan dat niet waarmaken zonder partners als de Nationale politie en andere ketenpartners. Zo zijn burgers ook ketenpartner en in onze gemeente neemt ruim 10% deel aan Burgernet. En ook een regionale samenwerking tussen gemeenten is belangrijk. Wij worden geconfronteerd met veiligheidsproblematiek gerelateerd aan wonen (huiselijk geweld, inbraken), maar ook in de openbare ruimte (uitgaansgeweld, drank/drugsoverlast en vandalisme). Onze aanpak Met preventieve acties, zoals de buurtscans en de zogenaamde 'witte voetjes acties' als onderdeel van het Donkere Dagen offensief, willen we insluipingen verminderen door de bewustwording over mogelijkheden om dit als burger/bedrijf te voorkomen, te vergroten. Aan de hand van landelijk ontwikkelde best-practises willen wij in basisteamverband verkennen of een intensievere aanpak van woninginbraken, maar ook fiets/bromfietsen, met en door de politie mogelijk is. Weliswaar is het aantal huisgeweld meldingen gedaald. Niettemin blijft een integrale- en ketenaanpak van deze problematiek noodzakelijk. We werken daarbij met het protocol huiselijk geweld en de mogelijkheid van een tijdelijk huisverbod op wettelijke grondslag met een besluitrol hiertoe van de burgemeester. Openbare ruimte De toenemende drugsproblematiek en de handel erin wordt via een regionaal hennepconvenant aangepast met afspraken over ieders rol om de handel "stuk te maken".
23
Het structureel overleg met de horeca om uitgaans gerelateerde overlast terug te dringen is op zich effectief. Niettemin is vooral in de weekenden en zomermaanden rond de Wijkstraat sprake van dit ongewenste gedrag. Met politie en inzet van horecateams in het weekend treden wij hier tegen op. Wij ontwikkelen de aanpak van overlast gevende jeugd verder door, om overlast te beteugelen. Dit doen we samen met alle betrokken partijen. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen veiligheid: Woonveiligheid (vermindering inbraken) Preventieve activiteiten t.b.v. vermindering fietsendiefstal Vermindering huiselijk geweld Vermindering overlast van jongeren in de openbare ruimte
VIII Samenwerking in de regio/bestuurlijke toekomst Huidige situatie We werken samen in veel verbanden, DAL, DEAL of de combinatie, maar ook met andere verbanden, zoals de Noord Groninger gemeenten (G7) of provinciaal. Onze inzet is daarbij dat we niet alleen verantwoordelijk zijn voor onze eigen stad, maar ook voor de regio, omdat beiden op elkaar inwerken. Onze aanpak Wij blijven ons, net als in de afgelopen bestuursperiodes, sterk inzetten op samenwerking in de regio. De in Eemsdelta verband opgestelde visies worden daarbij mede door ons verder uitgewerkt (wonen, leefbaarheid, economie, ontwikkeling). Ook het gezamenlijk opvangen van de effecten van de gaswinning en inzet van de daarbij beschikbare middelen doen we met elkaar in de regio. Naast herstel van schade willen we waardevermeerdering realiseren, o.a. door alternatieve energie te stimuleren. Ook willen we de leefbaarheid in ons gebied structureel verbeteren. In het bijzonder in het stedelijk gebied willen we in deze bestuursperiode samen blijven optrekken om de stedelijke opgaven van antwoorden te voorzien. Dit betekent voor ons de noodzaak van een gelijkwaardige invulling voor alle partners binnen dat stedelijk gebied.
24
De verkenningen naar de toekomstig gewenste bestuurlijke schaal zullen aan het begin van deze bestuursperiode leiden tot keuzes. Wij kiezen voor een robuuste oplossing die gevormd wordt door de G7-gemeenten. Wij zetten dus in op een duurzame keuze. Daarbij is burgernabijheid, burgers aan zet en daarmee een passende dienstverlening ons vertrekpunt. Wij willen onze burgers krachtige meenemen in dit proces. Na de beslissing zetten wij in op een goede positionering van onze stad in die nieuwe gemeente. Niet alleen door onze samenleving participatief daarop voor te bereiden, maar ook onze rol daarop af te stemmen in de aanloop naar deze nieuwe gemeente. En onze medewerkers willen we kansen geven om een passende functie in de nieuwe organisatie te verwerven door scholing, door competenties te versterken en er samen de schouders onder te zetten. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen samenwerking/bestuurlijke toekomst: Een robuuste nieuwe gemeente met de omvang van een G7 Burgernabijheid Leefbaarheid Vitaal stedelijk gebied
IX Financiën Huidige situatie De financiële positie van onze gemeente kenmerkt zich al jarenlang als “structureel arm”. Aan de andere kant weten we effectief gebruik te maken van onze financiële mogelijkheden, onder meer via het instrument co-financiering, waarmee we veel tot stand brengen. De drie bezuinigingsronden in de afgelopen bestuursperiode, die ook nog doorlopen in de nieuwe bestuursperiode, brengen ons inmiddels aan het eind van onze financiële mogelijkheden. En nieuwe taken met een open einde, zoals in het sociaal domein, vergroten onze financiële risico’s. Onze aanpak Wij blijven uitgaan van eigen kracht, dus ook bij het op orde houden van onze financiële huishouding. Een sluitende begroting is voor ons het uitgangspunt. Ook de algemene reserve mag niet beneden een noodzakelijk minimum komen. Hier past een behoedzaam financieel beleid. We gaan niet "potverteren" met de gemeentelijke herindeling in zicht. 25
We lopen risico’s, bijvoorbeeld door de decentralisaties. Nieuwe bezuinigingen zijn dan wellicht nodig. Mocht de rek er helemaal uit zijn, dan ontstaat er een andere werkelijkheid en kan het nodig zijn de bovengenoemde uitgangspunten te heroverwegen. Een voorzichtig financieel beleid betekent voor ons dat nieuw beleid in de plaats van oud beleid moet komen. We kunnen het ons niet permitteren de uitgaven te laten oplopen. Wel vinden we het verantwoord de algemene reserve aan te spreken als we voor goede plannen subsidies kunnen krijgen en cofinanciering door de gemeente verlangd wordt. Wij zullen de raad indien dat aanvullend nodig is op de vastgestelde kaders "Naar nieuwe grenzen" nadere bezuinigingsvoorstellen voorleggen om onze financiële huishouding op orde te houden. De financiële wind zit tegen. Flinke rijksbezuinigingen, effecten van een herverdeling van het Gemeentefonds en nieuwe taken met minder budget. Wij kunnen de richting van de wind niet veranderen, wel de stand van de zeilen. Kortom, wij kiezen de volgende prioriteiten binnen financiën: Begroting in balans en sluitend
26
Tot slot Veranderen om hetzelfde te blijven betekent voor het bestuur (ons college, de gemeenteraad), maar ook voor onze organisatie en onze inwoners dat we de komende jaren niet langs gebaande paden kunnen blijven wandelen. Dit vraagt lef, doorzettingsvermogen en creativiteit van ons allemaal. Wij willen hier graag van zijn! Dit collegeprogramma is opgesteld aan de start van een nieuwe bestuursperiode. Tussentijds komen er vast ontwikkelingen die anders verlopen dan we nu hebben kunnen voorzien. Om die reden zullen wij tussentijds verantwoording afleggen hoe ver het staat met onze ambities, maar ook waar bijstelling nodig is als verwijzing. En we willen in zogenoemde jaarschijven onze ambities actualiseren om grip te houden op de realisatie ervan. Deze jaarschijven zullen we ook financieel vertalen in de beleidsbegroting, zodat ons programma nog meer sturend wordt voor de jaarlijkse beleidsbegroting, maar ook gekaderd wordt door de beschikbare financiële ruimte die ook de komende jaren nog verder afneemt. Dit vraagt van ons allen scherp aan de wind zeilen!
27
Appingedam, september 2014
mw. H.K. Pot, burgemeester mw. A. Usmany, wethouder dhr. D.Y.S. Kloosterhof, wethouder dhr. H.B.J. Mulder, gemeensecretaris
28
Bijlage Burger en Overheid: Participatie Onze aanpak van participatie in Appingedam in 2018 e.v. Wanneer we participatie in de toekomst zien kan het volgende beeld worden geschetst: De gemeenschap: Er is sprake van mondige burgers: Zij gaan meer en meer zelf hun zorg en hun oude dag regelen. Dit is een autonome ontwikkeling; de overheid is hierbij faciliterend en wordt steeds meer netwerkpartner Er ontstaan coalities tussen burgers onderling, tussen burgers en organisaties en tussen burgers en overheid, dit leidt tot "Samenredzaamheid" Er gebeurt meer van onderaf, mensen/kleinschalige groepen die zich zelf redden en eigen beslissingen nemen; de overheid kan/zal steeds meer loslaten, maar dan blijft wel gelden dat een (overheids)vangnet nodig blijft waar mensen niet zelfredzaam kunnen zijn Er is een mentaliteitsomslag nodig; participeren is een leerproces voor onszelf en voor alle betrokkenen. Maar we zien ook dilemma’s: Vraagtekens bij bereidheid van burgers om zich structureel voor anderen in te zetten; acute hulp bij calamiteiten lukt goed, maar hulp op de langere termijn? De kracht is er wel, maar participatie is niet op te leggen Hoe zorg je ervoor dat bijv. wijkraden de mening van de wijk representeren? Willen we na een gerealiseerde heringedeelde gemeente bijvoorbeeld een stadsraad die participatie in een nieuwe bestuurlijke constellatie kan borgen vanuit de Damster situatie? Of willen we onze burgers zodanig faciliteren dat we ze ook op wijkniveau in een nieuwe grotere gemeente positie kunnen geven? Sommige overheidstaken (vooral in het "dwingende domein") lenen zich niet voor participatie.
29
Participatie instrumenten tot 2018 We willen gaan werken met nieuwe overlegvormen en werkvormen die de kennis van burgers, bedrijven en instellingen op zekere momenten kan verbinden met de oordeelsvorming van de gemeente(raad): inspirerende werkavonden/conferenties over bepaalde thema's (armoede, groen, grijs etc.) rondes in straten/wijken (ophalen wat er leeft) thematische (raads)projectcommissies waarbij actieve sturing op bepaalde thema's het doel is (trekker een portefeuillehouder, ambtelijke helpers) (raads)gebiedscommissies waarbij actieve sturing in een gemeentelijk deelgebied (bijv. wonen en verkeer) het doel is (trekker een portefeuillehouder, ambtelijke helpers) Interactieve (raads)vergaderingen waarbij in samenspraakrondes een opbouw naar een besluit plaatsvindt (bijv. over het thema "verenigingen en voorzieningen") representatieve burgerjury's, burgerbegrotingsfora jaarlijkse bespreking van de concept-gemeentebegroting met een afvaardiging van belangenverenigingen instellen van krachtteams van ondernemers(verenigingen) met raadsleden, wethouder en ambtelijke ondersteuning over complexe thema's (zoals werken) burger visitatie buurtgerichte budgetten Participatie instrumenten na 2018: Maak de wijkeenheden niet te groot; herkenbaarheid is belangrijk, wijk/kernen beleid kan daarbij ondersteunen en focus geven Contacten door de nieuwe raad (in heringedeelde gemeente) met wijkraden is van belang Is de vorming van een stadsraad Appingedam in dat verband als vertegenwoordigend orgaan in de nieuwe bestuurlijke context een passende vorm? Beleg de bestuurlijke nabijheid door op collegeniveau wijken/dorpen bestuurlijk toe te kennen aan een collegelid, waardoor deze ook zichtbaar is voor die gemeenschap, en vul dit aan met een coördinerende taak binnen het college die deze nabijheid borgt (kernenbeleid) Geef als overheid een ruim mandaat aan gemeenschappen (taken/budget/verantwoordelijkheden), vul vanuit de overheid dit mandaat aan door medewerkers “te stationeren” die inhoudelijk en budgetmandaat krijgen om snel, effectief en concreet op vragen van gemeenschappen te kunnen reageren (wijk/dorpsniveau) 30
En omgekeerd; beloon eigen initiatief van wijken/gemeenschappen (met beleidsruimte, financieel c.q. stimuleer dat) Organiseer aanvullend hierop je dienstverlening van gemeentelijke producten dicht bij de burger (bol.com filosofie), niet alleen digitaal, maar ook fysiek (we komen naar u toe) Richt je niet bij de start op alle dorpen/wijken, maar eerst op die waar de eigen kracht al stevig verankerd is en bereik daarmee snel zichtbare resultaten en het effect “goed voorbeeld doet goed volgen” Maar ga ook uit van maatwerk in je participatie, sluit ook “cultureel” aan bij de cultuur van een wijk/kern (en ga er niet vanuit dat dezelfde aanpak overal werkt) Wij willen, waar dat al kan, niet alleen de traditionele media, maar ook nieuwe media inzetten om de participatiegraad te verhogen, zoals het maken van filmpjes van de verschillende ontwikkelstadia van deelnemers aan trajecten die vertoond worden in bijvoorbeeld een "inloopcafé", als een vorm.
31
32