Inhoudsopgave
1 DE SCHOOL: WIE ZIJN WIJ? 3 1.1 Naam, adres, telefoon, e-mail, website 3 1.2 Naam en logo 3 1.3 Schoolbeschrijving: onze visie 4 1.4 Schoolbeschrijving: de cijfers 8 1.5 Bestuursvorm en organisatiestructuur 9 2 WAAR STAAN WIJ VOOR? 10 2.1 Strategisch beleidsplan De Linge 11 2.2 Wat betekent dat voor Donatushof? 11 Schoolplan 2008-2012 11 Jaarplan 2009-2010: waar gaan we dit jaar aan werken? 11 2.3 Terugblik: wat hebben we al gerealiseerd? 12 Evaluatie jaarplan 2008-2009 12 3 ONDERWIJS & BEGELEIDING 14 3.1 HOE ZIET ONS ONDERWIJS ER UIT? 15 3.1.1 Inschrijving en toelating 15 Aanmelding en toelating nieuwe kinderen 15 Kinderen van andere basisscholen 15 Kinderen met een handicap 15 3.1.2 De vakken nader bekeken 16 3.2 BEGELEIDING VAN ONZE KINDEREN 19 3.2.1 Sociale veiligheid 19 3.2.2 De speciale begeleiding van kinderen met specifieke behoeften 20 3.2.3 Dyslexievergoeding in de basisverzekering 21 3.2.4 Kinderen met leerlinggebonden financiering 22 3.2.5 Begaafde kinderen 22 3.2.6 Spelpraatgroep 23 3.2.7 Jeugdgezondheidszorg op de basisschool 23 Onderzoek vijf- en zesjarigen 23 Onderzoek tien- en elfjarigen 23 Telefonisch spreekuur 23 3.2.8 Langdurig zieke kinderen 24 3.2.9 Logopedische screening 24 3.2.10 Dossiervorming 24
Binn-Donatushof-C-100913.indd 1
3.2.11 Overgaan of verlenging? 3.2.12 Naar het voortgezet onderwijs Algemeen Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO) 3.3 DE MEETBARE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS 3.3.1 Methodegebonden toetsen 3.3.2 CITO LOVS en Schoolzelfevaluatie 3.3.3 Rapporten 3.3.4 Onze resultaten op de CITO Eindtoets basisonderwijs 3.3.5 Uitstroomgegevens 4 HET TEAM 4.1 De samenstelling van het team 4.2 Vergaderingen 4.3 Ontwikkeling van stamgroepleidsters 4.4 Vervanging 4.5 Arbocoördinator 4.6 Bedrijfshulpverlening (BHV) 4.7 Stagiaires 5 OUDERS 5.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders bij onze school 5.2 Informatievoorziening aan ouders 5.3 Inspraak van ouders via de medezeggenschapsraad 5.4 Ouderraad en ouderbijdrage 5.5 Werkgroepen 5.6 Tussenschoolse Opvang (TSO) 5.7 Buitenschoolse Opvang (BSO) 5.8 Leerplicht Gronden voor vrijstelling Verlof buiten de schoolvakanties 5.9 Schorsing en verwijdering 5.10 Wat te doen bij problemen? Algemeen De contactpersoon De klachtenprocedure Vertrouwenspersoon en -inspecteur Meldplicht seksueel geweld
24 24 24 24 25 25 25 25 25 26 27 27 28 28 28 28 29 29 30 31 31 31 31 32 32 32 32 32 33 34 34 34 34 34 34 35
6 DIVERSE PRAKTISCHE ZAKEN 6.1 Schooltijden en vakanties Verantwoording onderwijstijd 6.2 Polderdagen, kamp en zomerweek 6.3 Verjaardagen 6.4 Trakteren en allergieën 6.5 Gymmen en gymkleding 6.6 Weeksluitingen en andere vieringen 6.7 Schoolfotograaf 6.8 Schoolverzekering 6.9 Hoofdluis 6.10 Gevonden en verloren voorwerpen 6.11 Sponsoring 6.12 Foto- en video opnamen 6.13 Ziek melden 7 NAMEN & ADRESSEN 7.1 Personeel van Donatushof 7.2 Stichting Primair Onderwijs De Linge 7.3 Medezeggenschapsraad Donatushof 7.4 Ouderraad Donatushof 7.5 Jeugdgezondheidszorg 7.6 Inspectie van het onderwijs 7.7 Leerplichtambtenaar 7.8 Externe vertrouwenspersoon 7.9 Schoolverzekering 7.10 Peuterspeelzaal 7.11 Overblijfgroep SKAR 7.12 Coördinator hoofdluis
36 37 37 37 38 38 38 38 39 39 40 40 40 40 41 42 43 44 44 44 44 44 44 44 44 44 44 44
13-09-2010 09:39:28
1 DE SCHOOL: WIE ZIJN WIJ?
Binn-Donatushof-C-100913.indd 2
13-09-2010 09:39:38
1.1 Naam, adres, telefoon, e-mail, website
r.-k. Jenaplanbasisschool Donatushof
Locatie Flierenhof
Locatie Flierenhof Flierenhofstraat 34 6681 BZ Bemmel tel. 0481-461827 Locatie Kinkellink Cuperstraat 9A 6681 AR Bemmel tel. 0481-453210 Correspondentieadres Postbus 72, 6680 AB Bemmel e-mail:
[email protected] website: www.donatushof.nl
1.2 Naam en logo
In 1960 werd onze school – toen nog Donatusschool geheten - als derde lagere school in ons dorp geopend. In 2010 vieren we ons 50-jarig jubileum. Onder de bezielende leiding van de toenmalige schoolleider J. van Merwijk werd in 1966 gestart met de invoering van het jenaplanconcept. Het jenaplanconcept is ontleend aan de universiteit van Jena, waar Peter Petersen - de grondlegger van het jenaplanonderwijs - in 1923 als hoogleraar verbonden was. In 1985 werden enkele klassen van de kleuterschool Kleuterhof en lagere school Donatusschool samengevoegd tot basisschool Donatushof. Door toename van het aantal kinderen werd in 2006 een tweede locatie ingericht, Kinkellink, die gevestigd is aan de Cuperstraat in Bemmel. Op deze locatie zijn vijf stamgroepen gehuisvest; in hoofdgebouw de Flierenhof tien stamgroepen. Op beide locaties wordt het jenaplanconcept toegepast: alle bouwen zijn vertegenwoordigd. Team– en bouwvergaderingen, studiedagen worden door alle teamleden bijgewoond. Wilt u meer informatie over het jenaplanonderwijs? Kijk dan op www.jenaplan.nl. Op www.donatushof.nl vindt u schoolspecifieke informatie. Op school liggen ook een algemene brochure over jenaplanonderwijs en een eigen folder voor belangstellende ouders klaar.
Locatie Kinkellink
Binn-Donatushof-C-100913.indd 3
13-09-2010 09:39:47
O N S M O T T O I S : L E V E N I S L E R E N – E L K E DAG WEER! Informatie over actuele zaken in de jenaplanscholen vindt u in het tijdschrift Mensenkinderen. Dit tijdschrift ligt - samen met andere achtergrondliteratuur - ter inzage in de tijdschriftenkast in de personeelskamer. Onze school is aangesloten bij de Nederlandse Jenaplanvereniging. Deze vereniging behartigt de belangen van alle Nederlandse jenaplanscholen en legt contacten tussen de scholen. Ruim 300 jenaplanscholen zijn bij deze vereniging aangesloten. Met de scholen in de regio Nijmegen vindt er directieoverleg plaats en er zijn regelmatig studiedagen om nieuwe ontwikkelingen in het jenaplanonderwijs met elkaar te bespreken. Jaarlijks wordt door een aantal teamleden landelijke studiedagen bezocht. Ons logo – namelijk een kring van kinderen samen kijkend naar- en pratend over een schildpad - laat zien wat de kern van het jenaplan is: samen in de kring, rond een kijktafel, leren met elkaar en leren van elkaar. Als team en directie van Donatushof stellen wij onszelf de taak kinderen uit te dagen om samen actief te leren in een veilige omgeving en stil te staan bij de wereld om ons heen.
1.3 Schoolbeschrijving: onze visie
Basisschool Donatushof is een katholieke jenaplanbasisschool. De belangrijkste uitgangspunten van een jenaplanschool zijn vastgelegd in twintig basisprincipes. We passen ze niet letterlijk toe, ze vormen een inspiratiebron voor de manier waarop wij ons onderwijs inrichten. De identiteit van de school is daarmee tweeledig. Door de katholieke identiteit nemen we een plaats in binnen de joods-christelijke levensovertuiging; door het jenaplanconcept dragen we zorg voor het gedachtegoed van Peter Petersen.
Identiteit
Voorop staat in beide tradities dat kinderen respect leren opbrengen voor de wereld om hen heen. Respect voor de mensen, de natuur en de dingen die je omringen. Dat houdt tevens in dat kinderen moeten leren ruimte te geven aan anders-zijn, aan elementen die anders zijn dan die zijzelf kennen. In onze visie kan dat laatste plaatsvinden als er voldoende ruimte is voor ieder individu, want pas als er voldoende ruimte en veiligheid is om jezelf te zijn,
Binn-Donatushof-C-100913.indd 4
13-09-2010 09:40:05
kun je die ruimte opbrengen voor een ander. Dergelijke stappen in de ontwikkeling van kinderen zijn niet vanzelfsprekend. Het is aan ons daarin te begeleiden en hiervoor in de stamgroep gericht tijd vrij te maken. De jenaplanprincipes helpen ons hieraan vorm te geven, in het bijzonder het eerste en het derde basisprincipe. - Ieder mens is uniek; zo is er maar één. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde. - Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere mensen, met de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur en met de niet-zintuiglijke waarneembare werkelijkheid. Ook de christelijke tradities, bijvoorbeeld ten tijde van Kerstmis en Pasen, helpen de kinderen stil te staan bij al die grote woorden die hierboven genoemd zijn, zoals ‘uniek’, ‘onvervangbare waarde’, ‘identiteit’, ‘persoonlijke relaties’, ‘(niet-) zintuiglijke waarneembare werkelijkheid’ en een begin te maken met de eigen invulling van die begrippen.
Organisatie van de stamgroep
De stamgroep is op school de omgeving waarin het kind leert, werkt en leeft. Een stamgroep bestaat uit een groep kinderen van verschillende leeftijden. In deze opzet ervaart het kind wat het betekent een jongere in een groep te zijn en later tot de ouderen te behoren. De stamgroepsleidsters sturen, leiden en begeleiden het leer- en ontwikkelingsproces, maar ook het leefklimaat binnen de eigen stamgroep, en zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van ieder kind. Binnen de stamgroep kennen we de tafelgroepen. Dit zijn groepjes van 4 à 5 kinderen, die aan dezelfde groepstafel werken. De tafelgroep wordt uit kinderen van verschillende leeftijden gevormd. Het verschil in leeftijd zorgt voor een gevarieerde inbreng waarbij elkaar helpen en leren van elkaar belangrijk zijn. Samenwerking is een belangrijk onderdeel van het jenaplanonderwijs. Op onze school wordt op vele manieren samengewerkt: kinderen onderling (binnen de stamgroep en daarbuiten), kinderen met stamgroepsleidsters, stamgroepsleidsters onderling, team en ouders, ouders en kinderen samen en ouders onderling.
Ruimte en tijd
De ruimte waarin kinderen werken is belangrijk. De klaslokalen zijn zo ingericht dat de kinderen zich er veilig en vertrouwd voelen en tot onderzoek worden uitgedaagd. De kijktafel vormt hier een belangrijk onderdeel van. Het werk van kinderen staat er centraal. Tijdens een project is de kijktafel een bron van ervaring over het nieuwe onderwerp. Op diverse plaatsen in de gangen en in de aula zijn werkplekken. Hier kunnen kinderen zelfstandig aan opdrachten werken. Het weekrooster van een jenaplanschool is een ritmisch weekplan. Hierbij wordt gezorgd voor een afwisseling tussen soorten activiteiten, spanning en ontspanning en tussen groepswerk en individueel werk. Het is belangrijk dat kinderen leren omgaan met de tijd. De structuur van het dagritme helpt hen daarbij. Om hierin te groeien leren we de kinderen doelgericht plannen en handelen, zodat elk kind een evenwicht vindt tussen spanning en ontspanning. Door het onderwijs in vier basisactiviteiten (gesprek, spel, werk en viering) te verdelen komen we hieraan tegemoet.
Binn-Donatushof-C-100913.indd 5
13-09-2010 09:40:20
De vier basisactiviteiten
De grondlegger van het jenaplanonderwijs onderscheidde vier ontmoetingsvormen. Waar mensen elkaar ontmoeten, vindt gesprek, spel, werk en/of viering plaats. Die vier ontmoetingsvormen worden ook wel de pijlers of de basisactiviteiten van het jenaplanonderwijs genoemd.
Gesprek
Gesprek is de belangrijkste van de vier basisactiviteiten. Het kind wordt in een sprekende wereld geboren, de taal van anderen roept op tot activiteit. Het gesprek vindt o.a. plaats in kringsituaties.
Door met elkaar te praten leren we te verwoorden waar we mee bezig zijn, leren we naar anderen te luisteren. Door samen over een onderwerp te praten, leren we een mening te vormen, ontdekken we gaandeweg de wereld. Een kringgesprek heeft vooral kans van slagen als het onderwerp binnen de leefwereld van de kinderen valt. Dan is er sprake van wezenlijke betrokkenheid en daar gaat het om. We kennen een open- en een gesloten kringgesprek. Tijdens een open kringgesprek is het onderwerp van tevoren niet vastgelegd (bv. week/dag-opening). Wel kan tijdens de weekopening
Binn-Donatushof-C-100913.indd 6
13-09-2010 09:40:36
een groepje kinderen iets presenteren wat ze in de afgelopen week hebben voorbereid en wat in de komende week in de actualiteit staat. In een gesloten kringgesprek staat het onderwerp vast. Voorbeelden hiervan zijn: kijk- en vertelkring, verslagkring, nieuwskring, leeskring.
Spel
Kinderen die eindeloos herhalen en zichzelf proberen te verbeteren bij het touwtje springen en kinderen die zich proberen in te leven in een drama-activiteit, zijn aan het spelen. Het eerste is vrij spel, het laatste is een geleide onderwijsactiviteit. De overeenkomst is dat kinderen bij deze activiteiten leren met hun hele lijf. Bij spel speelt een belangrijke rol: de bouw- en poppenhoek, poppenkastspel, dramatische expressie, buitenspel, bewegingsonderwijs, gezelschapsspelen, e.d. Door spel wordt geleerd in zowel onder-, midden- als bovenbouw.
Werk
Werk is de basisactiviteit waar de kinderen zich het meeste mee bezig houden. Inhoudelijk bestaat het werk bijvoorbeeld uit omgaan met ontwikkelingsmateriaal, Nederlandse taal, Engelse taal, rekenen, wereldoriëntatie. Veel werk gebeurt in de blokperiode, het moment waarop kinderen zelfstandig werken. In overleg met de stamgroepleidster hebben de kinderen bepaald wat ze gaan doen, hoe ze dat gaan doen en met wie ze samenwerken. Ze kunnen dan alleen of samen bezig zijn met: het verfijnen van de motoriek, het omgaan met ontwikkelingsmateriaal, het maken van oefeningen op het gebied van o.a. schrijven, taal, spelling en rekenen, het schrijven en illustreren van eigen teksten in de vorm van een verslag over een zelfgekozen onderwerp of in de vorm van creatief schrijven (stellen), het voorbereiden van vieringen en kringen (o.a. leeskring, toneel), het werken aan een creatieve opdracht. De activiteiten waaruit kinderen een keuze kunnen maken, verschillen per bouw. Doordat in het blokuur het zelfstandig werken bevorderd wordt, kan de stamgroepsleidster meer tijd besteden aan individuele hulp. Rekenen doen we niet in de stamgroep, maar wordt per jaargroep gegeven. Kinderen rekenen dus met hun jaargroepgenoten, mogelijk bij een andere stamgroepleidster. Groep 3 tot en met 8 rekent dagelijks op een vast tijdstip, namelijk van 10.30 – 11.30 uur.
Viering
Vieringen zijn een manier om kinderen zich thuis te laten voelen in de groep en in de school. We beleven hoe goed het is samen te zijn, in de stamgroep en in de school. Het vieren komt o.a. tot uitdrukking in weekopeningen, weeksluitingen, verjaardagen en de vaste jaarfeesten zoals Sinterklaas, Kersten Paasviering. ‘Er is iets te vieren’ betekent niet hetzelfde als ‘we gaan een feestje bouwen’. We staan als stamgroep of als hele school samen stil rond een gebeurtenis, onderwerp of feest door middel van zang en muziek, woord en gebaar, beweging en dans. Het vieren werpt duidelijk vruchten af: kinderen leren om te durven optreden, het ontwikkelt hun fantasie en creativiteit, het brengt hun gevoel bij voor stijl, mooie dingen, ontroering en humor. Een viering is een weerspiegeling van wat zich binnen de groepen afspeelt en het zorgt voor een hechte onderlinge band. Weeksluitingen op de Flierenhof vinden plaats in de aula; de vieringen op de Kinkellink vinden plaats in de theaterzaal van de Kinkel. Ouders zijn van harte welkom bij de weeksluitingen.
Het jonge kind
In de onderbouw staat de brede ontwikkeling van de kinderen centraal. In gesprek, spel, werk en viering worden alle belangrijke ontwikkelingsgebieden gestimuleerd. Om nog beter tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van jonge kinderen, laten de stamgroepleidsters in de onderbouw zich inspireren door een werkwijze uit het Italiaanse Reggio
Binn-Donatushof-C-100913.indd 7
13-09-2010 09:40:54
Emilia. Deze werkwijze sluit goed aan bij onze jenaplanvisie. Een aantal van hen is in Italië op werkbezoek geweest en probeert de onderwijsideeën te vertalen naar onze school. In de aanpak van Reggio Emilia gaat het er om dat het onderwijs gegeven wordt vanuit de kinderen zelf en juist de sterke punten in de ontwikkeling van kinderen stimuleert. Kinderen moeten zo veel mogelijk kansen krijgen zich te uiten. Er wordt wel eens gezegd dat een kind 100 talen heeft… Het onderwijs is er op gericht dat een kind die 100 talen ook kan en leert te gebruiken. Goede communicatie zorgt er voor dat een kind veel meer van de wereld leert. Een van de pijlers is thematisch onderwijs, waarbij de thema’s door de kinderen zelf worden aangedragen en hun creatieve vorming die daar inhoudelijk op aansluit. Werken aan uitdagend onderwijs is een belangrijke opdracht. Kinderen moeten op school de ruimte krijgen ontdekkend en experimenterend al hun mogelijkheden te ontplooien. Het is aan de stamgroepleidsters binnen dit dynamische proces de onderbouwstof aan te bieden.
Onze school is niet gebonden aan een wijk. Uit de ouderenquête van april 2008 kwam naar voren dat ouders kiezen voor het jenaplanconcept; de kinderen komen aldus uit alle wijken van Bemmel en zelfs van buiten het dorp.
1.4 Schoolbeschrijving: de cijfers
Op teldatum 1 oktober 2009 zaten er 389 kinderen op school. Onze school kent 15 groepen die allemaal de naam van een boom dragen: - Onderbouw Berk, Linde en Klimop (4-5-6 jaar): groep 1-2 en de nieuwe kinderen die instromen - Middenbouw Eik, Vlier, Wilg, Sering, Hazelaar en Jasmijn (6-7-8-9 jaar): groep 3-4-5 - Bovenbouw Kastanje, Populier, Iep, Esdoorn, Meidoorn en Plataan (9-10-11-12 jaar): groep 6-7-8 Basisschool Donatushof, locatie Flierenhof, staat in de kern van het dorp in een historische omgeving. Locatie Kinkellink is gesitueerd op 600 meter afstand van deze locatie, tussen de openbare school de Regenboog en cultureel centrum de Kinkel. De Kinkellink is een semi-permanent gebouw, dat door stichting de Linge sinds 2006 gebruikt wordt voor basisscholen met ernstig plaatsgebrek. Op locatie Flierenhof zijn de stamgroepen Linde en Klimop; Eik, Vlier, Sering en Wilg; Populier, Esdoorn, Meidoorn en Iep gehuisvest. Op locatie Kinkellink bevinden zich de stamgroepen Berk, Hazelaar, Jasmijn, Kastanje en Plataan.
Binn-Donatushof-C-100913.indd 8
13-09-2010 09:41:14
1.4 Bestuursvorm en organisatiestructuur Onze school is één van de negen basisscholen die horen bij Stichting Voorschools en Primair Onderwijs De Linge.
DE LINGE S t i c h t i n g Vo o r s c h o o l s e n P r i m a i r O n d e r w i j s
De volgende scholen in de gemeente Lingewaard maken deel uit van De Linge: P.C. Daltonbasisschool De Borgwal te Bemmel, Katholieke Basisschool De Doornick te Doornenburg, Katholieke Jenaplanbasisschool Donatushof te Bemmel, P.C. Daltonbasisschool Het Drieluik te Huissen, Katholieke Basisschool Marang te Angeren, Katholieke Mariaschool te Bemmel, Katholieke Basisschool ’t Pänneke te Haalderen, Katholieke Basisschool Pius X te Bemmel, Katholieke Basisschool De Vonkenmorgen te Gendt. Het bestuur is tevens bestuur van het peuterspeelzaalwerk in de gemeente, die de volgende tien peuterspeelzalen beheert voor kinderen vanaf 2 jaar tot 4 jaar: ‘t Blagehöfke te Huissen, Dikkie Dik te Huissen, Gijsje te Doornenburg, ’t Hölleke te Gendt, Hummelhonk op twee locaties te Bemmel, Peuterhofje te Haalderen, Pinkeltje te Angeren, De Vlindertuin te Huissen, De Zandkabouter te Huissen. Door inhoudelijke samenwerking tussen voorschoolse voorzieningen en basisonderwijs versterken we de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen van 2 tot en met 12 jaar.
Binn-Donatushof-C-100913.indd 9
13-09-2010 09:41:28
2 WAAR STAAN WIJ VOOR?
10
Binn-Donatushof-C-100913.indd 10
13-09-2010 09:41:42
Onderwijs en opvoeding binnen de scholen van De Linge stelt alle kinderen in staat de beste leerresultaten te behalen. In partnerschap met de ouders bereiden teams de kinderen in een veilig en inspirerend klimaat voor op optimale ontplooiing van hun talenten. De Linge is trots op alle talenten. We herkennen en erkennen verschillen tussen kinderen en verschillen tussen medewerkers. De scholen bieden maximaal ruimte aan die verschillen. Door hun eigen identiteit, ondernemerschap voor iedereen en een open relatie met de omgeving. De strategische beleidsvoornemens van De Linge voor de periode 2008 –2012 zijn kaderstellend geformuleerd. Een open formulering op hoofdlijnen biedt de schoolteams ruimte het aanbod passend bij hun school vorm te geven. Bij het ontwerpen van het plan zijn medewerkers, kinderen, ouders en externe partners maximaal betrokken.
Centrale opdracht
In deze beleidsperiode stellen we onszelf als gezamenlijke opdracht: Samen koersen op Passend Onderwijs!
Motto
De manier waarop we werken aan het bereiken van onze centrale opdracht, komt het beste tot uitdrukking in ons motto: Samen leren met onderlinge verschillen. Voor Lingescholen is Passend Onderwijs op maat gesneden onderwijs en opvoeding, dat ieder kind optimaal toerust op de maatschappij. In 2012 is dit samen gerealiseerd door in te zetten op de vijf coördinaten: primair proces, medewerkers, organisatie, financiën en huisvesting. Binnen deze
coördinaten zijn telkens een aantal doelen geformuleerd die, zoals de spaken in een stuurwiel, een nadrukkelijke samenhang kennen. Op www.delinge.nl vindt u een volledige beschrijving van het strategisch beleidsplan.
2.2 Wat betekent dat voor jenaplanbasisschool Donatushof?
Schoolplan 2008-2012 In ons schoolplan 2008-2012 hebben we het meerschools beleid naar beleid voor Donatushof vertaald. De door ons te bereiken resultaten op de vijf coördinaten van passend onderwijs zijn hierin uitgewerkt. In het voorjaar van 2008 is onder ouders en kinderen een enquête afgenomen. Bij de samenstelling van het schoolplan is rekening gehouden met aanbevelingen vanuit de ouder- en kinderenquête. Op www.donatushof.nl vindt u het volledige schoolplan. Jaarplan 2010-2011: waar gaan we dit jaar aan werken? Ieder schooljaar realiseren we een deel van onze doelen. In het jaarplan 2010-2011 hebben we vastgelegd met welke onderwerpen we aan de slag gaan.
- Het leesverbeterplan
Alle negen Lingescholen, dus ook Donatushof, doen mee aan een ambitieus leesproject. Gedurende drie jaar wordt er door onder- en middenbouw hard gewerkt de (technische) leesresultaten te verhogen. Schooljaar 2010-2011 is het derde, tevens laatste, jaar van dit project. Stamgroepleidsters continueren de instructies zoals die voorgaande jaren ontwikkeld zijn. Leesresultaten worden nauwgezet gevolgd. Bij dit project hoort ook scholing. Drie keer per jaar krijgen alle stamgroepleidsters van onder- en middenbouw bezoek van externe deskundigen, die meekijken naar leeslessen en nabespreken. Studiedagen zijn gezamenlijk, voor alle Lingeleerkrachten.
- Jenaplanscholing
Zoals ook afgelopen schooljaar, wordt het voltallige team geschoold in het uitvoeren en uitdragen van jenaplanvisie. Dit schooljaar staan de kinderen centraal die extra begeleiding nodig hebben: wat willen we bereiken en hoe realiseren wij dat? Externe deskundigen helpen ons hierbij.
- Computervaardigheden kinderen verbeteren
Hoe leren we alle kinderen de vaardigheden die bij deze tijd horen? Hoe zetten we onze stamgroepen maximaal in om dit doel te bereiken?
11
Binn-Donatushof-C-100913.indd 11
13-09-2010 09:41:55
- Scholing in werkvormen
Het voltallige team wordt geschoold in (coöperatieve) werkvormen, die o.a. ruimte geven aan zelfontdekkend, activerend leren, aan samenwerken en aan samen leren.
- Plaatsing digitale schoolborden
In schooljaar 2010-2011 worden in de overige acht stamgroepen digitale schoolborden geïnstalleerd. De stamgroepleidsters volgen de scholing die daarbij hoort.
- Cultuurbeleid
Het beleid dat vorig schooljaar is vastgesteld, wordt vanaf dit jaar in de praktijk gebracht.
- Opfrissen van het werken met portfolio
Portfolio hebben we een aantal jaren geleden ingevoerd. Nu nemen we tijd om het werken ermee op te frissen en verder af te stemmen.
- Invoering Kijk als registratieinstrument
In de onderbouw wordt Kijk ingevoerd, een voor ons nieuw instrument om ontwikkeling van kinderen vast te leggen. Kijk vervangt de Pravoolijsten.
- Werken aan goed personeelsbeleid
Op stichtingsniveau wordt gewerkt aan Integraal Personeelsbeleid. Een aantal teamleden van Donatushof is daar bij betrokken.
- Beoordeling Donatushofteam
Tweejaarlijks beoordelen de kinderen van groep 3 t/m 8 hun stamgroepleidster(s) – zo ook dit schooljaar. In de nieuwsbrief wordt u met regelmaat over de voortgang geïnformeerd. Belangrijker nog is dat u ziet en merkt dat we bovenstaande onderwerpen aanpakken.
2.3 Terugblik: wat hebben we al gerealiseerd?
Evaluatie jaarplan 2009-2010 Vorig schooljaar hebben we gewerkt aan een aantal onderwerpen waar we in willen groeien. Wat hebben we gedaan en wat zijn de resultaten? - De invoering van de nieuwe schrijfmethode Een groepje teamleden heeft zich, samen met een externe deskundige op het gebied van handschriftontwikkeling, ingezet ten behoeve van een goede invoering van de nieuwe schrijfmethode. - De invoering van digitale schoolborden In schooljaar 2009-2010 zijn zeven stamgroepen voorzien van een digitaal
12
Binn-Donatushof-C-100913.indd 12
13-09-2010 09:42:09
schoolbord. De stamgroepleidsters hebben twee workshops gevolgd om de digiborden optimaal in te zetten. - Jenaplanscholing We hebben gewerkt aan de vormgeving van de blokperiode; bovenbouwen onderbouwcollega’s zijn bij elkaar gaan kijken (onder schooltijd) bij wijze van ‘didactisch afkijken’; er is uitwisseling van good practice; een extern deskundige heeft een basiscursus verzorgd over jenaplanonderwijs (afgestemd op de behoeften van het team); een 7-tal collega’s heeft deelgenomen aan landelijk congres Nederlandse Jenaplanvereniging; de directie heeft deelgenomen aan de Dag van de Jenaplandirecteur. - Het leesverbeterplan Alle negen Lingescholen, dus ook Donatushof, deden in 2009-2010 voor het tweede jaar mee aan het leesverbeterplan, met als doel de (technische) leesresultaten te verhogen. Stamgroepleidsters hebben daartoe hun instructies geïntensiveerd; de organisatie rondom lezen is aangepast. Leesresultaten zijn nauwgezet gevolgd. Bij dit project hoorde ook scholing. In schooljaar 2009-2010 zijn lessen van alle onderbouwen middenbouwstamgroepleidsters drie keer bezocht door externe deskundigen. Studiedagen zijn bijgewoond. - Cultuurbeleidsplan Er is een cultuurbeleidsplan voor Donatushof geschreven en vastgesteld. - Werken aan goed personeelsbeleid Op stichtingsniveau wordt gewerkt aan Integraal Personeelsbeleid. Een aantal teamleden van Donatushof is daar bij betrokken. In de bovenbouw heeft nog een extra project plaatsgevonden: techniek. In samenwerking met de praktijkschool Joannesschool in Bemmel hebben Plataan, Kastanje en Iep ieder vijf maandagmiddagen gewerkt met uiteenlopende techniekvormen. Het technieklokaal van de Joannesschool is goed toegerust en de kinderen zijn begeleid door praktijkschoolleerlingen, ouders en onze conciërge.
13
Binn-Donatushof-C-100913.indd 13
13-09-2010 09:42:22
3 ONDERWIJS & BEGELEIDING
14
Binn-Donatushof-C-100913.indd 14
13-09-2010 09:42:34
3.1 HOE ZIET ONS ONDERWIJS ER UIT? 3.1.1 Inschrijving en toelating
Aanmelding en toelating nieuwe kinderen In de maanden maart-april van ieder schooljaar vinden de informatieavonden, rondleidingen en open dagen plaats van alle basisscholen in Bemmel. U bent van harte welkom op onze informatieavond; tijdens de rondleidingen en de open dag zijn ook uw kinderen van harte welkom. Aanmeldingen van kinderen lopen via de school. Dit geldt voor 4-jarigen, maar ook voor oudere kinderen die tussentijds aangemeld worden (bijvoorbeeld bij verhuizing). Aanmeldingsformulieren liggen op beide locaties. Na aanmelding ontvangt u een ontvangstbevestiging. Voorafgaand aan hun vierde verjaardag kunnen de kinderen ter kennismaking de groep drie keer een dagdeel bezoeken. De groepsleidster van de stamgroep waarin uw kind geplaatst is, neemt een paar weken vóór de vierde verjaardag contact met u op. U kunt dan samen deze dagdelen plannen. Intakegesprek In de eerste weken vindt er een intakegesprek plaats tussen de ouders en de stamgroepleidster. Dit intakegesprek is gericht op kennismaking en een goede overdracht vanuit de voorschoolse periode, zodat school en thuis zo goed mogelijk aansluiten.
Kinderen van andere basisscholen
Het komt voor dat kinderen van andere scholen de overstap maken naar onze school, bijvoorbeeld na een verhuizing. Als nieuwe school ontvangen
we -met toestemming van ouders- informatie van eventuele externen, bijvoorbeeld een logopediste, fysiotherapeut of psycholoog. Ook gegevens en resultaten van de vorige school worden overgedragen. Overleg vindt plaats tussen de intern begeleiders van beide scholen met uitwisseling van gegevens. De directie neemt de beslissing over plaatsing, waarbij afstemming tussen de vraag van het kind en het aanbod van de school als belangrijkste voorwaarde geldt.
Kinderen met een handicap
Vanaf 2005 is de landelijke politiek in gesprek met onderwijs- en ouderorganisaties over de ontwikkeling en invoering van Passend Onderwijs, ofwel passende onderwijszorgarrangementen voor ieder kind. Bij deze vernieuwing van de zorgstructuur staat de zorgplicht centraal. Ingewikkelde wet- en regelgeving wordt door de overheid verminderd. Hierbij krijgen de scholen de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen, ongeacht hun beperking, passend onderwijsaanbod te realiseren. Wanneer een school dit aanbod niet (volledig) zelf kan verzorgen, moet zij dit in overleg met andere scholen/besturen realiseren. Dit versterkt de positie van de ouders. Ook de bekostigingssystematiek, indicatiestelling en inspectietoezicht worden aangepast. De Lingescholen bieden passende onderwijszorgarrangementen aan alle kinderen. Na een aanmelding door ouders, start een gesprek over de verdere procedure. De ouders geven toestemming om gegevens over hun kind elders op te vragen. De intern begeleider, onderwijskundig begeleider en de directie
15
Binn-Donatushof-C-100913.indd 15
13-09-2010 09:42:46
bespreken en analyseren de gegevens, waarbij alle facetten meewegen. Doel is een school te vinden waar het tot zijn recht komt. Mochten er nog onduidelijkheden zijn, dan kan de school besluiten tot verder onderzoek. Na toelating van het kind volgt een gesprek met de ouders. Hierbij worden de afspraken over de begeleiding schriftelijk vastgelegd. Bij niet-plaatsing volgt een gesprek met de ouders, waarbij de school de onderbouwing op schrift zet en met de ouders naar alternatieven zoekt. De intern begeleider begeleidt de ouders bij het vinden van een passende, andere school.
3.1.2 De vakken nader bekeken
Het belangrijkste doel van onderwijs is: kinderen de werkelijkheid te leren kennen en ze voor te bereiden op hun eigen plaats in de wereld om hen heen. Kinderen ervaren de wereld niet als losse stukjes maar als een geheel. Daarom kiezen we voor wereld-oriëntatie (W.O.) als belangrijk onderdeel van ons onderwijs. Onze school maakt gebruik van methode De Grote Reis. Aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs zijn hierin geïntegreerd. Deze vakken vormen het gereedschap om de wereld om je heen goed te kunnen verkennen. Naast deze methode gebruiken we vele andere bronnen en instrumenten om informatie te verkrijgen en ervaring op te doen. We noemen er hier vier. * taal/lezen NEDERLANDSE TAAL LEZEN BEGRIJPEND LEZEN
TAAL IN BEELD DE LEESLIJN NIEUWSBEGRIP
1. ict-ruimte De Flierenhof heeft een ict-ruimte. Naast de computers die daar staan, kunnen de kinderen ook informatie vinden over allerlei onderwerpen in boekvorm (informatieboekjes, encyclopedieën en andere informatiebronnen). Kinderen kunnen hier zelfstandig werken of onder begeleiding van de stamgroepleid(st)er. De kinderen van de Kinkellink gebruiken, naast de eigen boeken en bronnen, de openbare bibliotheek (op loopafstand!) als documentatiecentrum en de computers in de stamgroep.
Taal in beeld is de taalmethode die we in 2007 hebben ingevoerd. Deze methode is geschikt om zelfstandig mee te werken, om met begeleiding de lessen te maken en om samen met andere kinderen aan de opdrachten te werken. Er wordt uitgegaan van een basisprogramma dat door iedereen doorlopen wordt, daarnaast is er verrijkings- en herhalingsstof voor wie dat nodig heeft. De taal- en spellingsinstructie wordt de kinderen aan het begin van de week aangeboden en de verdere verwerking en begeleiding door de stamgroepleidster vindt plaats in de blokperiode. Ook de leesmethode is twee jaar geleden vernieuwd. De Leeslijn is een methode waarin men veel rekening houdt met de begeleidingsbehoefte van het kind. Kinderen leren lezen óf in groepjes óf individueel. Op het moment dat de kinderen aangeven dat ze aan het leesproces toe zijn, kunnen ze met deze methode beginnen. Soms begint dat al in groep 2. Voor begrijpend lezen gebruiken we de methode Nieuwsbegrip; deze methode maakt gebruik van teksten die betrekking hebben op het nieuws.
leeskring
Deze kring komt wekelijks aan de orde: één of twee kinderen presenteren een boek en lezen er stukjes uit voor. Vanaf de onderbouw verzorgen de kinderen zelf deze kring. In de onderbouw individueel, in de midden- en bovenbouw soms ook in duo’s. De voorbereiding vindt meestal op school plaats, soms ook gedeeltelijk thuis. Het doel van deze kring is de kinderen te stimuleren tot het lezen van goede boeken, het vergroten van het leesplezier en het oefenen van presenteren voor een groep.
2. excursie Regelmatig worden door kinderen (per stamgroep of in kleine groepjes) bezoeken afgelegd binnen Bemmel en in de regio, zodat koppeling tussen lesstof en omge-ving gemakkelijk gelegd wordt. Kinderen bezoeken regelmatig het Dijkmagazijn, een winkel, een museum, een boerderij, een natuurgebied. De frequentie verschilt van jaar tot jaar en is afhankelijk van het project waar aan gewerkt wordt.
16
Binn-Donatushof-C-100913.indd 16
13-09-2010 09:42:59
bibliotheek
Er wordt op onze school veel aandacht aan lezen besteed. In de middenbouw assisteert een groot aantal ouders bij het lezen. Ook verwijzen wij kinderen regelmatig naar de bieb voor informatie over hun wereldoriëntatie(w.o.)onderwerp. De kinderen uit de bovenbouw bezoeken jaarlijks twee keer de bibliotheek. Ze kunnen dan informatie zoeken over de w.o.-onderwerpen waar ze op school mee bezig zijn. Iedere groep heeft een groepspas en mag 15 boeken lenen voor een periode van 6 weken. De onderbouw mag 25 boeken lenen.
Naast onze eigen collectie aan w.o.- en leesboeken maken we gebruik van de wisselcollectie van de Provinciale Bibliotheekcentrale Gelderland.
* rekenen/wiskunde
METHODE WERELD IN GETALLEN Wij werken met de methode De wereld in getallen. Deze zogenaamde realistische rekenmethode heeft een aantal belangrijke uitgangspunten die goed binnen het jenaplanonderwijs passen. Het rekenen is ervaringsgericht. De voorbeelden komen bijna altijd uit de rekenomgeving van de kinderen zelf. Ze kunnen het geleerde vrijwel meteen toepassen. Ook wordt de kinderen geleerd zoveel mogelijk eigen rekenstrategieën te ontwikkelen. Door met elkaar over hun oplossingen te praten ontdekken kinderen de ‘handigste’ rekenstrategieën.
* kunstzinnige vorming METHODE
MOET JE DOEN WERELD KUNST KLAPPER
Het Cultureel Platform Lingewaard coördineert voor alle Bemmelse basisscholen het aabod op het gebied van cultuur, kunst en historie. Dit schooljaar staat beeldende vorming op het programma. U leest er meer over in de Nieuwsbrief. Eerder hebben we aandacht besteed aan projecten over dans, film, kunst, muziek en poëzie. Muziek, tekenen, schilderen, handvaardigheid (textiele werkvormen), dans, creatief schrijven en
3. vijvertuin Voor onderzoekjes (insecten, bloemen, water-diertjes e.d.) kunnen de kinderen terecht in de vijvertuin naast onze school op de Flierenhof, gelegen aan de Leemkuilselaan. Daarnaast maken we gebruik van het natuur- en milieueducatiecentrum Het Dijkmagazijn aan de Waaldijk in Bemmel.
4. ‘t muszolder Op de zolder boven de speelzaal is op de Flierenhof met behulp van subsidie een klein museum ingericht, ’t muszolder genaamd. Onder begeleiding van een groepsleid(st)er/ouder/student kan een beperkt aantal kinderen aan een thema werken, bijvoorbeeld naar aanleiding van projecten of een thema uit de methode ‘De Grote Reis’. Techniekonderwijs vindt hier ook regelmatig plaats.
17
Binn-Donatushof-C-100913.indd 17
13-09-2010 09:43:12
dramatische expressie komen regelmatig aan de orde in ons weekplan. We gebruiken hiervoor onder andere de methode Moet je doen, en onze eigen methode de Wereld Kunst Klapper. Ook onze school neemt deel aan het project de Tuin van de Vrijheid rond 4 en 5 mei, samen met de andere Bemmelse basisscholen. In dit project worden geschiedenis en kunst met elkaar verbonden.
* levensbeschouwelijk onderwijs/filosofie
We vinden het belangrijk dat er regelmatig tijd wordt besteed aan levensbeschouwelijk onderwijs. Er is aandacht voor de kerkelijke feesten en bijbelverhalen in alle bouwen, daarnaast is er aandacht voor niet-christelijke culturen. De voorbereiding van de kinderen op de Eerste Communie (groep 4) en op het Vormsel (groep 8 / voortgezet onderwijs) gebeurt in de parochie.
* Engels
METHODE
THE TEAM
In de bovenbouw wordt Engels gegeven. Wij gebruiken een communicatieve methode die het kind op een gevarieerde manier met deze taal laat kennis maken. Wij streven ernaar de kinderen interesse en plezier in het leren van Engels te laten krijgen.
* overige methodes SCHRIJVEN VERKEER
ZWART OP WIT JEUGDVERKEERSKRANT OP VOETEN EN FIETSEN
* ICT: computers in de school
Op dit moment beschikt iedere stamgroep op onze school over een aantal computers dat met een netwerk aan elkaar verbonden is. Het gebruik van de computer in de groep is een werkvorm die het leerproces verrijkt. De computer wordt op verschillende manieren in de groep ingezet; als aanvulling en verrijking van de leerstof, en ook om kinderen te motiveren of voor extra oefening. De digitale schoolborden vergroten de mogelijkheden om computergebruik te integreren in het onderwijs. In de onderbouw wordt gewerkt met diverse educatieve programma’s. Kinderen leren met de muis bijvoorbeeld een mozaïek te maken, een memoryspel te spelen of letters te herkennen. In de hogere jaargroepen wordt de computer ingezet bij spelling en rekenen. Ook voor wereldoriëntatie wordt
18
Binn-Donatushof-C-100913.indd 18
13-09-2010 09:43:27
uiteraard de computer gebruikt. Vanaf groep 3 maken kinderen teksten en verslagen op de computer. Flierenhof heeft een ict-ruimte waar tien computers staan. Hier kunnen kinderen zelfstandig werken, in groepjes of individueel. Kinkellink heeft een extra lokaal dat gebruikt wordt om zelfstandig te werken en waar tien extra computers staan.
* bewegingsonderwijs: gymnastiek
De gymlessen voor de midden- en bovenbouw vinden plaats in de Bongerd. Sommige middenbouwgroepen hebben ook les in de Hoenderik. Bijna alle groepen krijgen les van een vakleerkracht. De kinderen van de onderbouw (Berk, Linde en Klimop) gymmen in de eigen speelzaal.
Kleding voor onderbouw: gymschoenen
Bij goed weer worden de gymnastieklessen soms buiten gegeven. Wilt u dan buitenschoenen meegeven? Wanneer uw kind niet mee kan doen aan de gymnastiekles, wilt u dan even een briefje meegeven? Sieraden zoals kettinkjes en oorbellen kunnen gevaar opleveren. Houd hier rekening mee.
Leren reflecteren: portfolio
Sinds ruim vijf jaar werken wij met portfolio. Een portfolio kent u waarschijnlijk van kunstenaars; zij bewaren in hun portfolio hun mooiste en beste werken. In het onderwijs is portfolio een verzameling werkstukken van een kind, van groep 1 tot en met 8. Dit kan van alles zijn: tekeningen, schrijfwerk, rekenopdrachten, verhalen, foto’s van driedimensionaal werk. Kinderen verzamelen hun werk in eerste instantie in een werkportfolio. Vandaaruit maakt het kind een weloverwogen keuze voor het ‘echte’ portfolio. Samen met de stamgroepleidster wordt die keuze besproken. Zo denken kind en stamgroepleidster samen na over de manier waarop het werkstuk gemaakt is, naar aanleiding van welke opdracht, wat moeilijk was, waar je trots op bent. Die reflectie is erg belangrijk. Bij het werken met portfolio heeft het kind dus een actieve rol: het denkt na over zijn leerproces, ontdekt sterke en zwakke punten en wordt uitgedaagd om zichzelf nieuwe leerdoelen te stellen. In een portfolio wordt het kind niet met een ander vergeleken maar met zichzelf. Eens per jaar worden ouders uitgenodigd samen met hun kind het portfolio te bekijken. Dat kan natuurlijk ook altijd tussentijds.
3.2 BEGELEIDING VAN ONZE KINDEREN
3.2.1 Sociale veiligheid Voor álle kinderen een veilige, prettige plek op onze school – juist door de driejarige stamgroep werken we hier heel bewust aan. Er is veel aandacht voor hoe we met elkaar omgaan. Kinderen van verschillende leeftijden reageren op elkaar, werken samen en vullen elkaar aan. Rekening houden met de ander en ruimte geven aan de ander worden als vanzelfsprekende waarden aangeleerd. Toch wordt er ook bij ons op school af en toe gepest. We hebben een pestprotocol om gericht te werken aan het voorkómen ervan. We dragen zeven heldere afspraken uit, en verwachten van de kinderen dat ze die nakomen. Het protocol biedt tevens houvast als duidelijk is dat er gepest wordt. Iedere stamgroep heeft een exemplaar van het pestprotocol; u kunt het daar inzien. 3.2.2 De speciale begeleiding van kinderen met specifieke behoeften Bij het begeleiden van kinderen binnen een school is het hele team betrokken. Mensen hebben echter wel verschillende rollen hierin. We kunnen de begeleiding die geboden wordt, uiteen zetten in een aantal stappen: 1. Onderwijs en begeleiding op maat binnen de groep 2. Probleemsignalering/extra hulp 3. Begeleiding door onderwijskundig begeleider 4. Externe begeleiding/aanvullend onderzoek (intern en extern) 5. Permanente Commissie Leerlingenzorg/Commissie van Indicatiestelling 6. Speciale school voor basisonderwijs/Speciaal onderwijs
Stap 1:
Onderwijs en begeleiding op maat binnen de groep De basis van begeleiding ligt in de dagelijkse onderwijspraktijk. Het is onze opdracht om kinderen in staat te stellen zich individueel te ontwikkelen en te werken aan de binnen de school gestelde doelen: het passend onderwijs. Stamgroepleidsters geven les aan kinderen met verschillende vaardigheden en mogelijkheden. Het is een uitdaging hier goed mee om te gaan. Binnen de groep creëert de stamgroepleidster mogelijkheden om kinderen in kleinere groepen te laten werken; op verschillend niveau, elk kind in zijn eigen tempo. Aan het einde van een bouwperiode vindt een overdrachtgesprek plaats tussen de stamgroepleidster en de stamgroepleidster van de nieuwe groep.
19
Binn-Donatushof-C-100913.indd 19
13-09-2010 09:43:39
Begeleiding die al ingezet is, loopt direct door in het nieuwe schooljaar.
Stap 2:
Probleemsignalering/extra hulp Wij werken volgens de cyclus van planmatig handelen. Signaleren: De stamgroepleidster signaleert een probleem bij één of meerdere kinderen op didactisch of sociaal-emotioneel gebied. Dit kan zijn via observaties, via de methodes, of op basis van de gegevens van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS). Probleemverkenning: Als een stamgroepleidster een probleem signaleert bij een kind of groepje kinderen, brengt zij dit in tijdens een groepsbespreking met de intern begeleider. Kerntaak van de intern begeleider is de organisatie en coördinatie van de leerlingbegeleiding. Intern begeleider is bij ons op school Christa Kreeftenberg. De stamgroepleidster legt de tijdens de groepsbespreking afgesproken acties vast in een handelingsplan / groepsplan. In dit plan staat concreet beschreven wat de beginsituatie is, welke doelen bereikt moeten worden en op welke manier dit precies vormgegeven en geëvalueerd wordt. De stamgroepleidster gaat hierover in gesprek met de ouders. Diagnosticering: Om een goed beeld te krijgen, is soms meer informatie nodig. De stamgroepleidster, de onderwijsassistent of de intern begeleider verkrijgen deze informatie door een observatie in de groep. Ook verder onderzoek met behulp van materialen uit de orthotheek van de school kan worden verricht. Begeleiden: De wijze van de begeleiding is afhankelijk van de vastgestelde behoefte van het kind. We streven naar het bieden van begeleiding binnen de groep door de eigen stamgroepleidster. Evaluatie: De stamgroepleidster evalueert ieder handelingsplan/groepsplan door de vraag te beantwoorden of het gewenste doel bereikt is. Is dat niet het geval, dan geeft de stamgroepleidster aan wat de oorzaak kan zijn. Samen met de intern begeleider bespreekt zij wat nu nodig is.
Stap 3:
Begeleiding door onderwijskundig begeleider Wanneer de genomen maatregelen onvoldoende effect hebben, brengt de intern begeleider het kind in tijdens een bespreking met een van de onderwijskundig begeleiders van de Linge. Deze besprekingen vinden vier keer per schooljaar plaats. De stamgroepleidster informeert de ouders over dit gesprek en de uitkomsten hiervan. Samen met de stamgroepleidster stellen intern begeleider en onderwijskundig begeleider een plan op voor in de groep. De onderwijskundig begeleider vertaalt actuele leerlingbegeleidingsen/of onderwijsontwikkelingen naar schoolniveau.
Stap 4:
Externe begeleiding/Aanvullend onderzoek Wanneer tijdens het gesprek tussen intern begeleider en onderwijskundig begeleider blijkt dat aanvullend onderzoek nodig is, worden externe en interne dienstverleners ingeschakeld. De school heeft een directe samenwerking met onderwijsbegeleidingsdienst Marant. Verder hoort onze school samen met 38 basisscholen en één speciale school voor basisonderwijs bij het samenwerkingsverband Overbetuwe (SVOB). Ook hebben we contact met de jeugdarts (ofwel vanuit haar screening, ofwel vanuit onze behoefte), het Zorgadviesteam (multi-disciplinair team dat adviseert bestaande uit politie, leerplichtambtenaar, maatschappelijk werk, jeugdarts, wijkverpleegkundige als vertegenwoordiging van KleinCasuistiekOverleg 0 - 4 jaar en Bureau Jeugdzorg) en de logopedist (vanuit haar screening/ behandeling of vanuit onze behoefte). Soms adviseert de school ouders een externe specialist in te schakelen, bijvoorbeeld een fysiotherapeut, kinderarts, jeugdhulpverlening of psycholoog. Uiteraard kunnen ouders ook zelf een externe specialist inschakelen. In het belang van uw kind adviseren we vooraf contact op te nemen met de school om tot een gezamenlijke onderzoeksvraag te komen. Na het onderzoek kan dan worden bekeken welke adviezen en werkpunten uit het onderzoek bruikbaar en/of haalbaar zijn voor de school.
Stap 5:
Permanente Commissie Leerlingenzorg/Commissie voor Indicatiestelling Onze school biedt ieder kind de begeleiding die het nodig heeft. Soms heeft een kind echter baat bij specialistische hulp, een kleinere groep en/of meer individuele aandacht. Wij overwegen dan of er een andere school is die deze begeleiding beter kan bieden. Het kan gaan om een reguliere school voor
20
Binn-Donatushof-C-100913.indd 20
13-09-2010 09:43:52
basisonderwijs, maar ook om een speciale school voor basisonderwijs of speciaal onderwijs. Vanzelfsprekend worden deze stappen in nauw overleg met de ouders gezet.
Stap 6:
Speciale school voor basisonderwijs/Speciaal onderwijs Er zijn op dit moment zes mogelijkheden als een kind verwezen wordt naar een andere dan een reguliere school voor basisonderwijs. Ieder type heeft een eigen commissie die bepaalt of het kind inderdaad gebaat is bij de specifieke vorm van onderwijs. - Jonge Risico Kind. Voor kinderen t/m 6 jaar. Verbonden aan De Vlinderboom in Bemmel. - Speciaal Basisonderwijs. Kleinere groepen, meer individuele hulp mogelijk, meer expertise met name gericht op didactische problemen. Voorbeeld: De Vlinderboom in Bemmel. - Speciaal onderwijs REC 1. Cluster 1 school voor blinde en slechtziende kinderen. Voorbeeld: Sensis in Grave. - Speciaal onderwijs REC 2. Cluster 2 school voor kinderen met ernstige taal- spraak en/of gehoorproblemen. Voorbeeld: Dr Bosschool in Arnhem en Martinus van Beek in Nijmegen. - Speciaal onderwijs REC 3. Cluster 3 school voor kinderen met een lichamelijke handicap en/of zeer moeilijk lerende kinderen of langdurig zieke kinderen (epilepsie, lage intelligentie, astma, kind in een rolstoel). Voorbeeld:St. Maartenschool te Nijmegen, SG Mariëndael te Arnhem. - Speciaal onderwijs REC 4. Cluster 4 school voor kinderen met gedragsproblemen (ADHD, autisme, opstandig gedrag). Voorbeeld: Buitenschool in Arnhem, PI-school in Nijmegen. De REC scholen bieden tevens de mogelijkheid voor ambulante begeleiding, waarbij een leerkracht van het speciaal onderwijs naar de school komt om het kind te begeleiden. Het kind heeft dan een ‘rugzak’. Dit betekent dat de school gelden krijgt voor extra begeleiding en lesmateriaal, ofwel: leerlinggebonden financiering. Zie verder in paragraaf 3.2.4.
3.2.3 Dyslexievergoeding in de basisverzekering
Sinds januari 2009 komen kinderen, geboren na 1 januari 2001, met ernstige dyslexie in aanmerking voor een vergoeding voor de diagnostiek (psychologisch onderzoek en een diagnose) en behandeling.
21
Binn-Donatushof-C-100913.indd 21
13-09-2010 09:44:05
Voordat dyslexie bij kinderen kan worden vastgesteld, fungeert de school als ‘poortwachter’ door het volgen van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Na het eerste jaar leesonderwijs stelt de school vast of het kind leesproblemen heeft, of dat er een vermoeden van dyslexie bestaat. Als blijkt dat het kind alleen een leesachterstand heeft, biedt de school in eerste instantie extra leesinstructie aan. Bij onvoldoende resultaten hiervan en een goede onderbouwing van het vermoeden van ernstige dyslexie, heeft het kind recht op diagnostiek. Volgens het Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling wordt de ernst van de dyslexie vastgesteld. Na vaststelling van ernstige dyslexie, heeft het kind recht op vergoede gespecialiseerde behandeling van dyslexie. Dit valt onder het basispakket van de zorgverzekering. Dyslexie in samenhang met ernstige gedragsproblemen is uitgesloten van de zorgverzekering. Lichte gevallen van dyslexie worden door de school zelf begeleid met extra leesinstructie. Alleen instanties die een contract hebben met de ziektekostenverzekeraars mogen de diagnostiek en behandeling doen. We adviseren u om, voordat u uw kind aanmeldt, contact op te nemen met de intern begeleider.
3.2.4 Leerlingen met leerlinggebonden financiering
Stichting De Linge beschikt over een pool van onderwijsassistenten, die meerschools inzetbaar zijn voor de invulling van leerlinggebonden financiering. Voor een rugzakleerling verzorgt de stamgroepleidster samen met een onderwijsassistent begeleiding op maat. Een ambulant begeleider van het betreffende cluster helpt bij het vormgeven van deze begeleiding. De ambulant begeleider, de intern begeleider, de stamgroepleidster en de onderwijsassistent stellen in overleg met de ouders een begeleidingsplan op voor het kind. Dit plan wordt steeds geëvalueerd en aangepast.
3.2.5 Begaafde kinderen
Ook voor begaafde kinderen die meer leerstof aankunnen, geldt de eerder beschreven begeleidingsprocedure. Op het gebied van rekenen, taal en wereldoriëntatie zijn er veel mogelijkheden om aan te sluiten bij het niveau van het kind. Daarnaast hebben wij als school een Plusgroep waarin begaafde kinderen één dagdeel per week een uitdagend aanbod buiten de groep krijgen. Aanmelding van kinderen voor de Plusgroep gebeurt in overleg tussen stamgroepleidster en intern begeleider waarbij o.a. sprake moet zijn van een grote voorsprong
22
Binn-Donatushof-C-100913.indd 22
13-09-2010 09:44:18
op verschillende vakgebieden. Het is voor de stamgroepleidster in de groep een hele uitdaging om een gevarieerd en gestructureerd aanbod te organiseren voor deze vaak relatief kleine (heterogene) groep kinderen. De kinderen krijgen in de plusgroep instructie en begeleiding bij het werken met verrijkend en verbredend lesmateriaal. Dit materiaal doet vooral een beroep op een andere manier van denken, doorzettingsvermogen en heeft inhoudelijk een ander niveau dan het werk in de klas. Daarnaast is er aandacht voor het samenwerken, filosofie, leren leren en creatief denken. Het aanbod is afgestemd op de ontwikkelbehoefte van de kinderen. De kinderen van groep 1 t/m 3 met een ontwikkelingsvoorsprong, krijgen geen aanbod buiten de groep. De plusgroepleerkrachten ondersteunen deze kinderen één keer per week binnen de eigen groep. Dit kan zijn door observaties, ondersteuning van de stamgroepleidster of door het werken met (groepjes) kinderen. De kinderen bewaren hun lesmateriaal in een aparte map. Hebben zij in de groep tijd over, bijvoorbeeld doordat zij in de klas bepaalde oefenstof niet hoeven te maken, dan werken zij uit deze map. Hierdoor is er een duidelijke koppeling tussen het werken in de groep en het werken in de Plusgroep.
3.2.6 Spelpraatgroep
Samen spelen, leren en praten met andere kinderen. Het klinkt zo eenvoudig, maar er komt heel wat bij kijken. Om met andere kinderen samen te spelen, moet een kind bijvoorbeeld durven te vragen of het met anderen mee mag spelen. Het moet durven wachten tot het aan de beurt is, tegen verlies kunnen en durven te zeggen wat niet goed gaat. Sommige kinderen hebben moeite met deze vaardigheden. Zij maken moeilijk contact met andere kinderen, hebben snel ruzie of staan op het schoolplein vaak alleen. Voor deze kinderen organiseert stichting De Linge twee keer per schooljaar de Spelpraatgroep. De 12 bijeenkomsten van deze groep voor kinderen van verschillende Lingescholen van 7 tot en met 12 jaar zijn gericht op het versterken van de sociale vaardigheden. Thema’s zijn: luisteren naar elkaar, vragen stellen aan elkaar, complimenten geven en ontvangen, non-verbale houding: hoe kijk ik/sta ik, herkennen van gevoelens bij jezelf en een ander en zeggen hoe je jezelf voelt, hoe kun je jezelf zo gedragen dat het beter gaat tussen jou en de andere kinderen, wat doe en zeg je als je niet mee mag
spelen, wat doe je als je last van iemand hebt, omgaan met kritiek en fouten toegeven, leren samenwerken/spelen. De kinderen leren al deze dingen door erover te praten en er mee toe oefenen in rollenspellen en/of tijdens samenspelen. De huiswerkopdracht (klus) wordt meegegeven om het geleerde op school en thuis in praktijk te brengen. Aanmelding voor de Spelpraatgroep verloopt via de ouders, na overleg met de stamgroepleidster en intern begeleider.
3.2.7 Jeugdgezondheidszorg op de basisschool
Onderzoek vijf- en zesjarigen De doktersassistente onderzoekt in het kalenderjaar dat kinderen zes jaar worden gehoor, gezichtsvermogen en motoriek. Verder meet en weegt zij de kinderen. Ouders hoeven bij deze screening niet aanwezig te zijn. Zij ontvangen een oproep, samen met een vragenlijst en toestemmingsformulier. Ouders worden schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Mocht daar aanleiding toe zijn, dan worden zij voor een gesprek uitgenodigd bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Onderzoek tien- en elfjarigen De doktersassistente onderzoekt in het kalenderjaar dat kinderen elf jaar worden de groei. Op verzoek kan aanvullend onderzoek plaatsvinden, bijvoorbeeld naar gezichtsvermogen. Ouders hoeven bij deze screening niet aanwezig te zijn. Zij ontvangen de oproep thuis, samen met een vragenlijst en toestemmingsformulier. Ouders worden schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Mocht daar aanleiding toe zijn, dan worden zij voor een gesprek uitgenodigd bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Telefonisch spreekuur De jeugdverpleegkundige is dagelijks tussen 16.00 uur en 17.00 uur telefonisch bereikbaar op 026-3773802. Indien u wenst, kunt u uw kind ook zelf aanmelden bij onze schoolarts of jeugdverpleegkundige. Via de stamgroepleidster of rechtstreeks via het secretariaat Jeugdgezondheidszorg (Eusebiusbuitensingel 43, 6802 EJ Arnhem, tel. 026-3773805) kunt u een afspraak maken.
23
Binn-Donatushof-C-100913.indd 23
13-09-2010 09:44:35
3.2.8 Langdurig zieke kinderen
3.2.12 Naar het voortgezet onderwijs
3.2.9 Logopedische screening
De functie van de Eindtoets is het geven van onafhankelijke informatie voor de keuze van een brugklastype. De resultaten van de toets zijn, naast de andere schoolgegevens, een ondersteuning voor het kind, de ouders en de stamgroepleidster bij het kiezen van een brugklastype. Dit type toets levert indirect een afgewogen meting van factoren die van belang zijn voor toekomstig schoolsucces, zoals intelligentie, leertempo, nauwkeurigheid, concentratie en doorzettingsvermogen. De Eindtoets bevat opgaven op het gebied van taal, rekenen/wiskunde, studievaardigheden en wereldoriëntatie.
We verzoeken u, wanneer uw kind ziek is, dit direct bij de school te melden. Wanneer een kind langere tijd niet naar school kan komen, bekijken we samen met de ouders hoe het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kan worden voortgezet. Hierbij maken we gebruik van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke kinderen. Voor kinderen opgenomen in een academisch ziekenhuis, zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere kinderen betreft het de consulenten van onderwijsbegeleidingsdienst Marant. Het is een wettelijke plicht om voor elk kind, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Het voortzetten van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is belangrijk. Hierdoor blijft het zieke kind bezig met de toekomst en worden leerachterstanden zoveel mogelijk voorkomen. Minstens zo belangrijk is dat het kind tijdens ziekte contact blijft houden met de klasgenoten en de stamgroepleidster. Een kind moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort.
De schoollogopedie heeft een preventief karakter. De logopediste komt één keer per schooljaar in groep 2 een aantal dagen op school voor onderzoeken en controles. Zij informeert de ouders en de school schriftelijk wanneer de onderzoeksresultaten aanleiding zijn tot bijvoorbeeld een verwijzing voor logopedische behandeling.
3.2.10 Dossiervorming
Van ieder kind op onze school wordt een leerlingdossier bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren. Het leerlingdossier ligt altijd ter inzage voor ouders. U kunt hiervoor een afspraak maken met de intern begeleider.
3.2.11 Overgang naar de volgende groep
Aan het einde van het schooljaar stromen de kinderen door naar de volgende jaargroep. De school bepaalt wanneer dit niet het geval is. Uiteraard kunnen ouders hun wensen kenbaar maken, maar de school neemt uiteindelijk de beslissing. Als ouders het niet eens zijn met de plaatsingsbeslissing, kan volgens de klachtenprocedure van de school (zie hoofdstuk 5.12) bezwaar worden gemaakt.
Algemeen Op de Lingescholen doen alle kinderen in groep 8 mee aan de afname van de CITO Eindtoets Basisonderwijs. Uitzonderingen op deze regel vormen: - (Allochtone) kinderen die aan het begin van groep 8 vier jaar of korter in Nederland zijn en die het Nederlands onvoldoende beheersen om de opgaven goed te kunnen lezen. - Kinderen die naar verwachting naar het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) of naar het Praktijkonderwijs (PrO) gaan. Binnen De Linge doen kinderen die vrijwel zeker in aanmerking komen voor het Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) via de Niveautoets mee aan de Eindtoets. De Niveautoets is een digitale editie van de Eindtoets Basisonderwijs, bestemd voor kinderen met een grote leerachterstand. De opgaven van de Niveautoets zijn aangepast aan het niveau van kinderen met een leerachterstand.
Verder schoolspecifieke beschrijving van tijdpad richting schoolkeuze: tijdstip oriënterend advies, informatie-avond, de wijze waarop het kind in dit traject betrokken worden, tijdstip advies, open dagen, enz. Nadat het kind door ouders is aangemeld bij het Voortgezet Onderwijs, vindt er een leerlingbespreking -de zogenaamde warme overdracht- plaats tussen de betrokken school en de stamgroepleidster van groep 8. Van ieder kind wordt het onderwijskundig rapport digitaal overgedragen met behulp van het Digitaal Overdracht Dossier (DOD). Gedurende de eerste drie jaren na plaatsing koppelt de school voor Voortgezet Onderwijs de leerlingresultaten terug naar de basisschool. Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PrO) Halverwege groep 7 brengt de stamgroepleidster in beeld welke kinderen mogelijk in aanmerking komen voor Leerwegondersteunend Onderwijs of Praktijkonderwijs. De stamgroepleidster informeert de ouders en schetst
24
Binn-Donatushof-C-100913.indd 24
13-09-2010 09:44:48
de verdere procedure en tijdpad. Eind januari weten school en ouders welk schooltype passend is.
3.3 DE MEETBARE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS
Het is van groot belang om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen wij de goede dingen en… doen wij de juiste dingen ook goed? De resultaten van ons onderwijs willen we afmeten aan de mate waarin wij erin slagen álle kinderen te begeleiden. Door middel van ons volgsysteem en onze structuur van onderwijs en begeleiding, kunnen zoveel mogelijk kinderen op de eigen school onderwijs volgen. Op deze wijze ontwikkelen en professionaliseren wij ons, zodat we in 2011 voldoen aan de wettelijke kaders van passend onderwijs. De vaststelling van de resultaten moet zo objectief mogelijk gebeuren. De onderstaande punten geven een objectieve indicatie van de kwaliteit van het onderwijs op school.
3.3.1 Methodegebonden toetsen
Methoden zijn een middel om een onderwijsdoel te bereiken. Bovendien bieden ze stamgroepleidsters houvast om kwalitatief goed onderwijs te bieden. Steeds meer methoden bevatten materialen, didactische aanwijzingen en suggesties voor extra instructie om onderwijs op maat te kunnen verzorgen. De methoden hebben een eigen registratiesysteem, waarin de stamgroepleidster het gegeven onderwijsaanbod noteert. Ook registreert de stamgroepleidster de resultaten van de tussentijdse toetsen. Op basis daarvan kan het onderwijsaanbod tussentijds worden bijgesteld. Op deze manier volgt en bewaakt de stamgroepleidster de ontwikkeling van individuele kinderen en de groep per leergebied.
3.3.3 Rapporten
Alle kinderen krijgen een rapport. De ouders van kinderen van jaargroep 2 t/m 8 ontvangen twee keer per jaar een schriftelijk verslag: in januari en in juni. De instroomgroep en groep 1 ontvangen eens per jaar een rapport, in juni. Het rapport is een verslag van de stamgroepleidster over de ontwikkelingen en de vorderingen van het kind aan zijn ouders. Naast deze rapportage bestaan er voor alle kinderen de zogenaamde 10 minutengesprekken. Deze worden 3 keer per jaar gehouden. Het is daarnaast altijd mogelijk tussentijds een afspraak te maken. Voor de overige manieren van informatievoorziening verwijzen we u naar hoofdstuk 5.2.
3.3.4 Onze resultaten op de CITO Eindtoets basisonderwijs
In februari maken alle kinderen van groep 8 de Eindtoets Basisonderwijs van CITO, die landelijk genormeerd is. Daarmee ontstaat een beeld van de individuele prestaties van de kinderen en van de school als geheel. Scholen kunnen zich onderling vergelijken met het gemiddelde van alle deelnemende scholen, maar ook met het gemiddelde van de scholen die gelet op de sociaal-culturele achtergrond van hun kinderen vergelijkbaar zijn. Er worden zeven schoolgroepen onderscheiden. Onze school behoort tot groep 1.
3.3.2 CITO LOVS en Schoolzelfevaluatie
Naast methodegebonden toetsen gebruiken we methode-onafhankelijke toetsen om de ontwikkeling van individuele kinderen en de groep te volgen. Het Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van CITO voorziet in een optimale onderlinge afstemming van al onze toetsen voor het basisonderwijs: de toetsen van het Leerlingvolgsysteem, de Entreetoets (indien van toepassing) en de Eindtoets Basisonderwijs. Met de toetsen kunnen de vorderingen van individuele kinderen en groepen kinderen gevolgd en geanalyseerd worden. Met behulp van het CITO instrument Schoolzelfevaluatie gebruiken we de gegevens ook om het onderwijs op schoolniveau te analyseren en te verder te ontwikkelen.
25
Binn-Donatushof-C-100913.indd 25
13-09-2010 09:45:00
De scores van de Eindtoets basisonderwijs liggen tussen de 500 en 550. Het landelijk gemiddelde ligt meestal rond de 535. Hieronder vindt u onze resultaten van de afgelopen schooljaren.
Schooljaar
Landelijk gemiddelde van alle deelnemende scholen
Landelijk gemiddelde van onze scholengroep
Gemiddelde van Donatushof, Gemiddelde van Donatushof, inclusief LWOO leerlingen exclusief LWOO leerlingen
2005-2006
535,0
536,0
538,0
538,0
2006-2007
535,1
536,1
538,6
538,6
2007-2008
535,4
537,3
537,8
538,9
2008-2009
535,0
536,2
535,5
536,3
2009-2010
534,9
535,2
538,4
539,4
3.3.5 Uitstroomgegevens
Hieronder vindt u een overzicht van de schoolsoorten voor voortgezet onderwijs waar onze kinderen van groep 8 naartoe zijn gegaan in de afgelopen schooljaren.
Schoolsoort Praktijkonderwijs VMBO B / LWOO VMBO / KB VMBO / TGK VMBO / HTG HAVO HAVO/VWO – HAVO /VWOT VWO/VWOT – VWO + Gymnasium
2007-2008
2008-2009
2009-2010
1 3 8 7 1 7 8 3
2 8 5 1 12 3 2
2
4 11 7 6 2
26
Binn-Donatushof-C-100913.indd 26
13-09-2010 09:45:13
4 HET TEAM
27
Binn-Donatushof-C-100913.indd 27
13-09-2010 09:45:27
4 HET TEAM
4.3 Ontwikkeling van leerkrachten
24 Stamgroepleidsters verzorgen het onderwijs in de vijftien stamgroepen en werken grotendeels in deeltijd. Het aantal vrouwelijke collega’s bedraagt 22, een duidelijke oververtegenwoordiging in het team. We streven ernaar de komende jaren meer mannen in het team op te nemen. Naast de stamgroepleidsters heeft onze school een onderwijsassistente, een intern begeleider en een remedial teacher. Voor het bewegingsonderwijs is er een vakleerkracht gymnastiek aangesteld (1 dag). Het onderwijsondersteunend personeel bestaat uit een conciërge (3 dagen) en een administratief medewerkster (2 ochtenden). De schoolleiding bestaat uit schoolleider Pieter van Wezel en waarnemend schoolleider Mariken Goris. De schoolleider is sinds 1972 als stamgroepleider en vanaf 1988 als schoolleider aan de school verbonden. Met de komst van de Kinkellink in 2006 is er een waarnemend schoolleider benoemd; zij is vanaf 2002 op de school werkzaam.
4.4 Vervanging
4.1 De samenstelling van het team
Veranderingen in de maatschappij en het onderwijs zijn van invloed op de van medewerkers gevraagde vaardigheden. Om daarop goed te kunnen inspelen, voeren alle teamleden regelmatig gesprekken met de schoolleiding. In die gesprekken staat professionele ontwikkeling in relatie tot de schoolontwikkeling centraal. Hoe kun je in ontwikkeling zijn en blijven, wat mag je daarbij als medewerker van het management verwachten? Opleiding en scholing zijn daarvan onderdelen.
Bij ziekte of afwezigheid van stamgroepleidsters wordt in alle gevallen door de school voor vervanging gezorgd. Alle Lingescholen zijn aangesloten bij het IJsselgroep mobiliteitscentrum. In voorkomende gevallen kunnen zij een beroep doen op de vervangers- en invalpool, waarmee vervanging meestal gegarandeerd is. Alle vervangers zijn gekwalificeerd. Ze zijn niet altijd bekend met onze school, waardoor ze mogelijk een vraag van ouders niet direct kunnen beantwoorden.
De leeftijdsopbouw van het totale personeelsbestand ziet er als volgt uit:
Leeftijdscategorie Aantal
4.2 Vergaderingen
20-29 jaar
30-39 jaar
40-49 jaar
50-59 jaar
6
6
8
7
Voor onderwijskundige afstemming en allerlei praktische zaken vinden verschillende vormen van overleg plaats. Collega’s van een bouw overleggen, naast allerlei informele momenten, twaalf keer per jaar over onderwerpen als WO-projecten, lesinhoud, organisatie, kinderen en materialen. Zo zorgen we voor goede afstemming tussen Kinkellink en Flierenhof. Het team komt ook bij elkaar om met name over de praktische invulling van projecten en schoolorganisatie te praten. Vier keer per jaar vergaderen we met het voltallige team. Tijdens drie studiedagen en tijdens de voorbereidingsdag in augustus wordt er uitsluitend gesproken en uitgewisseld over zaken die met (jenaplan)visie te maken hebben, over verbetertrajecten, projecten waaraan we samenwerken om onderdelen van ons onderwijs en schoolorganisatie te verbeteren.
60-65 jaar 3
Als het mobiliteitscentrum geen vervanger heeft, wordt duopartners en andere teamleden gevraagd het lesprogramma over te nemen. Als ook dat niet mogelijk is, verdelen we de kinderen over de stamgroepen. In groepjes van 2-3 kinderen bezoeken ze dan een dagje een andere stamgroep.
4.5 Arbocoördinator
Het uitvoeren van de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) rond de werkomstandigheden op school en het daaraan gekoppelde plan van aanpak met prioriteiten, is een van de belangrijkste taken van de arbocoördinator op school. Bij ons op school is Tom de Winther de arbocoördinator.
28
Binn-Donatushof-C-100913.indd 28
13-09-2010 09:45:39
4.6 Bedrijfshulpverlening (BHV)
Bedrijfshulpverleners op onze school zijn: Wilma Bouwman, Resi van Bon, Natascha van Delft, Bertus Graven, Anneli Hansson, Wilma Ras, Ineke Rijk, Manja Hermeling en Ursula Remie Doel is het verlenen en coördineren van hulp bij calamiteiten en ongevallen. Bedrijfshulpverleners bieden eerste hulp, beperken en bestrijden brand en organiseren ontruiming (en ontruimingsoefeningen). Jaarlijks vindt in samenwerking met de andere Lingescholen bijscholing plaats.
4.7 Stagiaires
Al vele jaren voorziet onze school in stageplaatsen voor studenten van de Pabo in Arnhem/Nijmegen. Stagiaires die pas beginnen geven soms een les. Gevorderde studenten krijgen steeds wat meer verantwoordelijkheid en ook meer taken. Eindexamenkandidaten van de Pabo worden LIO genoemd (Leraar In Opleiding). Een LIO krijgt gedurende drie dagen per week de gehele verantwoordelijkheid voor een groep kinderen. Daar horen ook activiteiten bij na schooltijd: vergaderen, 10 minuten-avonden, ouderavonden. In alle gevallen behoudt de vaste groepsleider de eindverantwoordelijkheid. Naast stagiaires van de Pabo kennen we op onze school ook studenten van de opleiding SPW (Sociaal Pedagogisch Werk). Zij volgen meestal de opleiding voor onderwijsassistent en zullen tijdens stages juist die assistentenrol op zich nemen. In verband met de maatschappelijke stage bezoeken ook regelmatig middelbare scholieren onze school.
29
Binn-Donatushof-C-100913.indd 29
13-09-2010 09:45:52
5 OUDERS
30
Binn-Donatushof-C-100913.indd 30
13-09-2010 09:46:05
5 OUDERS
Wij vinden het belangrijk dat ouders, kinderen en stamgroepleidster samenwerken. Een goede relatie met u als ouder is dan ook een wezenlijk onderdeel van onze schoolgemeenschap. Alleen vanuit een wederzijdse samenwerking kunnen we samen zo goed mogelijk opvoeding en onderwijs afstemmen. We hopen dan ook dat u zich thuis voelt op onze school. We vragen u regelmatig voor ondersteuning bij excursies en andere activiteiten. Betrokkenheid en inzet van ouders wordt bijzonder gewaardeerd!
5.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders bij onze school
Formeel vindt drie keer per jaar uitwisseling met alle ouders plaats tijdens de 10-minutenavonden. Natuurlijk is er daarnaast ook veel uitwisseling en afstemming tijdens inlooptijd, excursies, vieringen en activiteiten, en tijdens (extra) oudergesprekken. Iedere stamgroep kent een stamgroepouder, hij/zij vertegenwoordigt de stamgroep in de ouderraad. Zij of hij kan door de stamgroepleidster ook gevraagd worden voor diverse ondersteunende activiteiten. In de loop van het jaar worden er enkele ouderavonden gehouden. In september is de stamgroepavond. U wordt dan geïnformeerd over de gang van zaken in de stamgroep van uw kind. Ook wordt de werkwijze van de verschillende oudergroepen toegelicht. Een keer per jaar is er een ouderavond met algemene informatie en/of een bepaald thema waarover we met elkaar van gedachten wisselen. Ouders zijn actief in de medezeggenschapsraad en in de ouderraad (zie hieronder).
5.2 Informatievoorziening aan ouders
Ouders worden op de hoogte gehouden door middel van de Nieuwsbrief. Hierin staat actuele informatie over schoolprojecten, schoolontwikkelingen, excursies en personeel. Naast de Nieuwsbrief kennen we ’t Briefke. Hierin staan bijdragen van de kinderen, zij laten zien waar zij mee bezig zijn geweest. Het is ook beslist de moeite waard regelmatig op onze website te kijken (www.donatushof.nl). Naast allerlei schoolinformatie treft u hier ook veelvuldig foto’s en beschrijvingen van projecten in de stamgroepen. Bovenbouwkinderen publiceren hier hun zelfgemaakte websites. Ook kunt u via de site (zoekgeraakte) formulieren en nieuwsbrieven downloaden. Als u kort iets door wilt geven aan de stamgroepleidster, kan dat tijdens de inlooptijd. Gaat het om zaken die meer aandacht of tijd nodig hebben, vraag dan om een gesprek ná schooltijd.
Gescheiden ouders Als ouders gescheiden zijn, is het belangrijk beide ouders goed te informeren over de ontwikkeling van hun kind. Voorwaarde hierbij is dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar hebben gemaakt. Aan beide ouders wordt de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als een van de ouders dit anders wil, kan hij of zij dit bij de schoolleider kenbaar maken. Voor een ouderavond worden beide ouders uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden, wordt altijd aan beide ouders gedaan.
5.3 Inspraak van ouders via de medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad is het bij de wet ingestelde orgaan, dat als gesprekspartner van het bestuur fungeert. Ouders en team zijn evenredig vertegenwoordigd en worden gekozen. De zittingsduur is 3 jaar, waarbij jaarlijks één lid van elke geleding aftreedt. Er is plaats voor vier ouders en vier teamleden. De MR legt zich toe op beleidszaken. De MR heeft een eigen tabblad op de website. U leest daar onder andere wie in de MR zitting hebben en wanneer de MR vergadert. De MR heeft ook een eigen e-mailadres:
[email protected]. Vergaderingen van de MR zijn openbaar. Omdat onze school met acht andere scholen deel uitmaakt van één schoolbestuur, is er ook een GMR ofwel een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad gevormd. Het bestuur moet instemming of advies vragen aan de GMR als het zaken betreft die alle scholen aan gaan. Gaat het om beslissingen die alleen onze school betreffen, dan vraagt het bestuur advies of instemming van de MR. Deze zaken zijn geregeld in het medezeggenschapsreglement.
5.4 Ouderraad en ouderbijdrage
Het doel van de ouderraad is ouders zoveel mogelijk te betrekken bij het gebeuren op school, gesprekspartner te zijn van het team waar het schoolse zaken betreft én regelmatig contact te houden met de ouders via de Nieuwsbrief en de website. De ouderraad bespreekt vooral praktische zaken ter ondersteuning van de jaarfeesten, excursies en de zomerweek. De ouderraad bestaat uit een voorzitter, secretaris, penningmeester, notulist en de (andere) stamgroep-ouders. Stamgroepouders worden gekozen tijdens de stamgroepavonden. Ouders kunnen zich hiervoor van tevoren opgeven. De ouderraad vergadert eens per maand. Om de lijntjes met de school kort te
31
Binn-Donatushof-C-100913.indd 31
13-09-2010 09:46:18
houden is de schoolleider of een teamlid bij de vergaderingen aanwezig. Om de activiteiten van de ouderraad te bekostigen wordt een vrijwillige bijdrage van € 13,60 per schooljaar per kind gevraagd. Een acceptgirokaart met begeleidend schrijven ontvangt u in april. Stamgroepouder Elke stamgroep heeft een stamgroepouder. Deze ouder vertegenwoordigt de stamgroep in de ouderraad. Zij of hij kan door de stamgroepleidster ook gevraagd worden voor de volgende activiteiten: assisteren bij ouderavonden, excursies, groepsactiviteiten; informeren van nieuwe ouders en hen betrekken bij school; informatie geven aan de ouderraad; aanspreekbaar zijn voor ouders en stamgroepleidster en de mogelijkheid om bij problemen een verwijzende (en niet direct probleemoplossende) rol te spelen. Hiervoor vragen wij van de stamgroepouder om tenminste twee jaar beschikbaar te zijn, een goed contact met de ouders en groepsleiders te onderhouden, zicht te hebben op de schoolorganisatie, met belangstelling voor het jenaplanonderwijs op onze school.
5.5 Werkgroepen
U kunt op onze school o.a. meedoen met de volgende oudergroepen: - leesouders (begeleiden van leesgroepjes) - ouderorkest - ouderwerkgroep - oudertoneel - luizenbrigade - werkgroep technische ouders Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een formulier waarmee u zich kunt opgeven voor een werkgroep. Het formulier staat ook op de website (onder nieuwsbrief/formulieren). Geweldig als u zich aanmeldt!
5.6 Tussenschoolse Opvang (TSO)
Onze school werkt samen met Kinderopvang SKAR, die zorg draagt voor de TSO (tussenschoolse opvang). Hiermee voldoen we aan de Wet kinderopvang. SKAR-medewerkers realiseren de opvang; de ouders van onze school die gebruik maken van kinderopvang sluiten zelf een contract met de organsiatie. Kinderopvang SKAR biedt opvang voor Donatushofkinderen op beide locaties. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.kinderopvangskar.nl Op school is informatie te krijgen over de opvang en er zijn inschrijfformulieren aanwezig. Afmelden van kinderen voor de tussenschoolse
opvang moet genoteerd worden in de klappers (per stamgroep) bij de ingang van school en via
[email protected] of
[email protected].
5.7 Buitenschoolse Opvang (BSO)
Kinderopvang SKAR biedt eveneens voorschoolse opvang van 7.30-8.30 uur, naschoolse opvang tot 18.00 uur en vakantieopvang van 7.30-18.00 uur. De voor- en naschoolse opvang vindt plaats op SKAR-locaties in Bemmel; de tussenschoolse opvang vindt plaats op school (Flierenhof) en op de eigen SKAR-locatie de Drakenburcht (naast de Kinkellink).
5.8 Leerplicht
Gronden voor vrijstelling Kinderen zijn leerplichtig tot het einde van het schooljaar waarin ze 16 jaar worden. Gronden voor vrijstelling van schoolbezoek zijn: - De leerling kan wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging de school niet bezoeken; - Verhuizing: maximaal één dag; - Huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad binnen de woonplaats: maximaal één dag; - Huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad buiten de woonplaats: maximaal twee dagen; - 12,5-, 25-, 40-, 50-, of 60 jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag; - 25-, 40-, of 50 jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag; - Ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten t/m de derde graad; periode in overleg met de schoolleider; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad: maximaal vier dagen; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad: maximaal twee dagen; - Overlijden van bloed- en aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal één dag; - Naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof. Graden van bloed- en aanverwantschap: 1e graad: ouder, kind 2e graad: zus/broer, grootouders, kleinkind 3e graad: oom/tante (broer/zus van ouder), neef/nicht (kind van broer/
32
Binn-Donatushof-C-100913.indd 32
13-09-2010 09:46:30
zus), overgrootouder, achterkleinkind 4e graad: oudoom/oudtante (broer/zus van grootouders), neef/nicht (kind van broer/zus van ouder), achterneef/achternicht (kleinkind van broer/zus), betovergrootouder. Verlof buiten de schoolvakanties De Leerplichtwet van 1969 geeft onder andere richtlijnen voor verlof buiten de schoolvakanties. De directeur beslist over een aanvraag van minder dan 10 schooldagen en kan hierbij advies vragen aan de leerplichtambtenaar. Vragen ouders meer dan 10 schooldagen extra verlof, dan beslist de leerplichtambtenaar. Voor vakantie buiten de schoolvakanties kan geen toestemming worden verleend, tenzij de specifieke aard van het beroep van een van de ouders met zich meebrengt dat alleen buiten de schoolvakanties gezamenlijk op vakantie gegaan kan worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor sommige beroepen in de horeca of agrarische sector, waarbij de ouder het grootste deel van het inkomen in de zomervakantie kan verdienen. Dit vakantieverlof mag éénmaal voor maximaal 10 schooldagen (per schooljaar) verleend worden en mag geen betrekking hebben op de eerste twee weken van het schooljaar. Bij de aanvraag zal een werkgeversverklaring of ander bewijs moeten worden overlegd. Binnen de gemeente Lingewaard is in overleg met de directies van de scholen een Leerplichtprotocol opgesteld. Binnen dit protocol is afgesproken dat (allochtone) ouders die met het gezin naar het land van herkomst willen reizen voor familiebezoek, éénmaal per twee schooljaren maximaal 10 schooldagen -voorafgaand aan de zomervakantie- extra verlof kunnen aanvragen. Indien ouders een aanvraag doen van meer dan 10 schooldagen, dan zal dit alleen worden toegekend door de leerplichtambtenaar als er sprake is van speciale omstandigheden. Denk hierbij aan een medische- of sociale indicatie. Hieraan zal een deskundigenverklaring ten grondslag moeten liggen. In de volgende gevallen wordt een verzoek zeker afgewezen: - familiebezoek in het buitenland - vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding - vakantie in verband met een gewonnen prijs - vakantie bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden - uitnodiging van familie of vrienden om buiten de eigen schoolvakantie
33
Binn-Donatushof-C-100913.indd 33
13-09-2010 09:46:43
op vakantie te gaan - eerder vertrekken of later terugkeren in verband met (verkeers)drukte - verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn - deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband. Extra verlof moet schriftelijk, minimaal twee weken voor aanvang van het verlof, bij de directeur worden aangevraagd. Wanneer ouders het niet eens zijn met de beslissing, kunnen zij een bezwaarschrift indienen.
5.9 Schorsing en verwijdering
Soms is het noodzakelijk een kind te schorsen of te verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer de schooldirectie bij ernstig wangedrag van een kind en/of ouders onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag van een kind kan bijvoorbeeld zijn mishandeling, diefstal of het herhaald negeren van een schoolregel. Een schorsing kan voor een beperkte periode worden opgelegd. Het besluit wordt schriftelijk door de schooldirectie (ondertekend namens het bevoegd gezag) aan de ouders meegedeeld. Vermeld worden de reden van de schorsing, de aanvang, de tijdsduur en eventuele andere genomen maatregelen. De school moet de schorsing melden bij de leerplichtambtenaar en de inspectie. Omdat de school verplicht is te voorkomen dat het kind achterstand oploopt, zal voor het nodige huiswerk gezorgd worden. Verwijdering is een ordemaatregel die alleen in uiterst geval en zeer zorgvuldig wordt genomen. Van het in gang zetten van de verwijderingprocedure is sprake bij: - Voortdurend agressief gedrag van het kind waarbij de voortgang van het onderwijs verstoord wordt. - Het kind vergt een onevenredig deel van de schoolorganisatie, waarbij gestelde doelen niet of nauwelijks worden bereikt. - Bedreigend of agressief gedrag van ouders waarbij herhaling niet uitgesloten is, waardoor sprake is van gegronde redenen voor angst bij stamgroepleidsters of andere ouders en/of er geen sprake meer is van een ongestoorde voortgang van het onderwijs. Vanaf het moment dat de verwijderingsprocedure in gang is gezet, heeft de school de verplichting een andere school voor het kind te zoeken. Hiervoor heeft de school acht weken de tijd. Tijdens deze procedure heeft het kind het recht de school te blijven bezoeken. De procedure voor verwijdering is opgenomen in de Wet op het Primair Onderwijs.
5.10 Wat te doen bij problemen?
Algemeen Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. We gaan er vanuit dat we de meeste klachten in onderling overleg kunnen oplossen. We nodigen u van harte uit om vragen, ontevredenheid, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van uw kind, etc. aan de stamgroepleidster kenbaar te maken. Zij is de eerst verantwoordelijke voor de kinderen in de groep. De contactpersoon Bij klachten over school kan de klager zich in eerste instantie wenden tot degene die bij de situatie betrokken is. Dit kan de stamgroepleidster zijn of de schoolleiding. Indien dit niet leidt tot een voor de klager gewenste oplossing, kan gebruik worden gemaakt van de contactpersonen die op onze school aanwezig zijn. Zij zijn er voor u. Ze luisteren en geven informatie over mogelijke vervolgstappen. Om misverstanden te voorkomen: de contactpersoon heeft een ondersteunende rol bij het zoeken naar een oplossing. Hij/zij kan doorverwijzen. De klacht wordt niet door de contactpersoon overgenomen van de klager; er is sprake van professionele afstand. De contactpersonen van onze school zijn Manon Bremer en Ineke Rijk. De klachtenprocedure De volledige klachtenregeling is te vinden op www.delinge.nl onder De Linge – Kwaliteitszorg - Klachtenregeling. Klachten waarvan u vindt dat ze onvoldoende zijn afgehandeld, kunt u voorleggen aan de landelijke klachtencommissie (VBKO, tel. 070-3457097 of 070-3925508) of aan de vertrouwensinspecteur. Vertrouwenspersoon en -inspecteur De school kent ook een externe vertrouwenspersoon. U kunt de externe vertrouwenspersoon zien als een objectieve deskundige buiten de school. De externe vertrouwenspersoon geeft informatie en advies en begeleidt ouders in het klachttraject wanneer zij een formele klacht indienen. Voor De Linge is mevrouw Eveline Knibbeler de vertrouwenspersoon. Zij is bereikbaar via
[email protected] Voor een onafhankelijk advies in geval van seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunt u ook contact opnemen met de vertrouwensinspecteur. Meldpunt vertrouwensinspecteurs telefoon: 0900-111 3 111 tijdens kantooruren.
34
Binn-Donatushof-C-100913.indd 34
13-09-2010 09:46:56
Meldplicht seksueel geweld Bij klachten van ouders en kinderen over de schoolsituatie, waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de officier van justitie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is.
35
Binn-Donatushof-C-100913.indd 35
13-09-2010 09:47:10
6 DIVERSE PRAKTISCHE ZAKEN
36
Binn-Donatushof-C-100913.indd 36
13-09-2010 09:47:24
6.1 Schooltijden en vakanties
Schooltijden maandag, dinsdag, donderdag: 8.45-12.15 uur en 13.30-15.30 uur woensdag: 8.45-12.30 uur vrijdag: 8.45-12.15 uur en groep 5 t/m 8: 13.30-15.30 uur Vanaf 8.30 uur mogen de kinderen naar hun eigen groep. De groepsleidster is dan ook in de groep aanwezig. ’s Middags mogen de onderbouwkinderen vanaf 13.15 uur naar binnen; de andere kinderen wachten op het belsignaal om 13.25 uur. In de zomerweek kunnen de schooltijden enigszins afwijken. U krijgt hierover bericht. Een dringend verzoek om uw kind(eren) ’s ochtends niet voor 8.30 uur en ’s middags niet voor 13.15 uur op school te laten komen. Er is dan geen toezicht. Vakanties en vrije dagen Voor schooljaar 2010-2011 zijn de volgende vakanties en vrije dagen vastgesteld. Eerste schooldag Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Tweede Paasdag Meivakantie Hemelvaartvakantie Tweede Pinksterdag Zomervakantie Studiedagen 1 t/m 8 vrij 15 vrijdagen 1 t/m 2 vrij
Maandag 30 augustus Maandag 18 oktober – vrijdag 22 oktober Maandag 20 december – vrijdag 31 december Maandag 7 maart – vrijdag 11 maart 2011 Maandag 25 april 2011 Maandag 2 mei – vrijdag 6 mei 2011 Maandag 30 mei – vrijdag 3 juni 2011 Maandag 13 juni 2011 Maandag 11 juli – vrijdag 19 augustus 2011 Zie nieuwsbrief Zie nieuwsbrief
Pauze ‘s Morgens is er in alle groepen tijd voor een tussendoortje. Kinderen mogen wat mee naar school brengen, bijvoorbeeld een boterham, wat fruit of iets te drinken (geen frisdrank). Snoep is niet toegestaan. Geef uw kind niet teveel mee; het is zo weer kwart over twaalf. Middenbouw en bovenbouw hebben speelkwartier van 10.15-10.30 uur.
Continurooster Soms wordt er een zogenaamd continurooster gedraaid. U hoort hierover in de Nieuwsbrief. Dit rooster geldt voor de groepen 5 t/m 8. De schooltijd duurt dan van 8.45-14.15 uur. Alle kinderen eten tussen de middag samen op school. Geef uw kind een lunchpakketje mee. Verantwoording onderwijstijd In het schema op de volgende pagina vindt u het aantal klokuren per week dat de kinderen les krijgen. Dit verschilt per groep. Wanneer dit vermenigvuldigd wordt met het aantal weken in het jaar (52) en hiervan het aantal vakantie-uren en andere vrije dagen worden afgetrokken, levert dit het aantal klokuren per jaar op. In totaal is de onderwijstijd in de eerste vier leerjaren 3593 uren en in de laatste vier leerjaren 4010 uren, waarmee we voldoen aan de wettelijke verplichting.
6.2 Polderdagen, kamp en zomerweek
Dat we als school een leefgemeenschap zijn, komt onder meer tot uitdrukking in allerlei schoolactiviteiten, zoals de polderdagen voor groep 5, het schoolkamp voor de bovenbouw en de zomerweek voor alle Donatushofkinderen. Polderdagen groep 5 Tijdens de polderdagen ervaren de kinderen de directe omgeving waarin ze leven: ze maken kennis met onder andere polders en weidevogels, sloten en stenen, kasteel Doornenburg en een boerderij. Kamp Elk jaar gaan we met de bovenbouwgroepen op kamp. Het is voor kinderen en stamgroepleidsters een heel bijzondere ervaring om twee dagen met elkaar op te trekken. Nadere informatie volgt in de Nieuwsbrief. Zomerweek In de zomerweek sluiten we met alle kinderen op feestelijke wijze het schooljaar af. Een gezamenlijke opening, sportdag, themadag, afscheidscabaret van de achtstejaars en oudertoneel maken deze week tot een hoogtepunt in het jaar. Het is een week waarin jong en oud met elkaar optrekken, een week die dankzij de hulp van veel ouders en oud-leerlingen steeds een succes is.
37
Binn-Donatushof-C-100913.indd 37
13-09-2010 09:47:36
GROEP
1
2
3
4
5-8
Aantal klokuren per week Aantal weken Aantal klokuren per jaar Af: Vakantie-uren en overige uren TOTAAL (klokuren per jaar)
23,75 52 1240,5 368,5 872
23,75 52 1240,5 368,5 872
23,75 52 1240,5 316 924,5
23,75 52 1240,5 316 924,5
25,75 52
6.3 Verjaardagen
Op onze school mag getrakteerd worden. Wij vragen om een gezonde traktatie. We vieren de verjaardagen in de verjaardagskring. In de onder- en middenbouw zijn de ouders en broertjes/zusjes welkom in de verjaardagskring. Een teamtraktatie is niet nodig. Voor de verjaardag van ouders mogen de kinderen van de onderbouw een cadeautje maken. Graag twee weken van tevoren de verjaardag doorgeven aan de groepsleidsters. Verjaardagen van de stamgroepleidsters worden ook in de stamgroep gevierd. Zelfgemaakte, individuele cadeautjes worden bijzonder op prijs gesteld! Soms worden de verjaardagen geclusterd en vindt er een juffendag plaats. Op deze dag staan er meerdere juffen in het zonnetje en worden er speciale activiteiten voor de kinderen georganiseerd. U ontvangt daarvoor een uitnodiging. Uitnodigingen voor kinderfeestjes gelieve niet op school uit te delen. Aan het begin van het schooljaar krijgt elk gezin een kalender waarop de verjaardagen van alle kinderen en teamleden staan vermeld. Ook data van ouderavonden en vrije dagen staan hierop aangegeven. U treft deze kalender ook op onze website.
6.4 Trakteren en allergieën
Bij jarig zijn hoort trakteren (zie hierboven). Bij speciale gelegenheden, zoals de zomerweek, trakteert ook de ouderraad alle kinderen op iets lekkers. Als uw kind allergisch is voor een bepaalde stof, geef het dan door aan de stamgroepleidster. Er wordt dan vervolgens een gezamenlijke allergielijst gemaakt, die bij allerlei gelegenheden gebruikt wordt. De ouderraad zorgt ook altijd zelf voor vervangende lekkernijen.
1344,5 342 1002,5
6.5 Gymmen en gymkleding
De gymlessen op onze school worden gegeven door de vakleerkracht Cindy Roelofs en door de groepsleiders zelf. De gymlessen worden gegeven in sporthal De Bongerd (Sportlaan 1) en in de Hoenderik (Cuperstraat 5). Cindy werkt op donderdag in sporthal De Bongerd.
Onderbouw
De kinderen uit de onderbouw gymmen in de speelzaal.
Middenbouw
De kinderen gymmen op donderdag.
Bovenbouw
De kinderen gymmen op donderdag. In de eerste nieuwsbrief van het schooljaar worden de precieze gymtijden vermeld. Kleding: gymkleding en –schoenen (geen balletschoenen). Buitenschoenen zijn in de gymzaal niet toegestaan. Geen sieraden, horloges toegestaan tijdens de gymles, vandaar ons dringend verzoek om deze tijdens gymdagen thuis te laten. Let op: voor de bovenbouw is douchen verplicht, dus handdoek meenemen.
6.6 Weeksluitingen en andere vieringen
Vieringen helpen kinderen zich thuis te voelen op school, het zijn momenten van verbinding. Kinderen leren om te presenteren en om te kijken naar
38
Binn-Donatushof-C-100913.indd 38
13-09-2010 09:47:49
presentaties van anderen; we laten zien waar we aan hebben gewerkt, waar we trots op zijn. We leren ook om stil te staan bij ingrijpende gebeurtenissen, teleurstellingen en verdriet. Op vaste momenten vieren we met de hele school, Flierenhof en Kinkellink samen. Het gaat in ieder geval om vieringen rondom de Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerstmis, carnaval, Pasen en de zomerweek. Daarnaast vinden op vrijdagochtend de weeksluitingen plaats per locatie. Op het whiteboard van de stamgroep hangt het overzicht wanneer welke groep aan de beurt is.
6.7 Schoolfotograaf
De schoolfotograaf bezoekt om het jaar de school. In 2011 staat geen bezoek van de schoolfotograaf gepland.
6.8 Schoolverzekering
Het bestuur van De Linge heeft voor alle kinderen, personeel, hulpouders en overblijfouders een collectieve, wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA) afgesloten. Deze verzekering is van kracht gedurende alle schooluren en alle overige schoolactiviteiten, dus ook tijdens excursies, kamp en schoolreisjes. Het verzekerde bedrag in deze WA verzekering is € 2 miljoen per gebeurtenis en het maximaal verzekerde bedrag is € 4 miljoen per verzekeringsjaar. Let op: niet onder alle omstandigheden is een schade veroorzaakt door kinderen van de school te claimen onder deze WA scholenpolis. Er zijn situaties denkbaar dat een WA schade (ook) aangemeld moet worden bij de eigen WA Particulierverzekering van de ouders omdat de aansprakelijkheid van de school voor het doen of laten van het kind geheel of gedeeltelijk ontbreekt. De verzekeraars wikkelen dan samen de schade af. Duwen en stoeien hoort een beetje bij het opgroeien van kinderen. Daarom is een kapotte bril of een gescheurde jas niet altijd automatisch de schuld van het ‘andere kind’. In verschillende zaken die voorkwamen bij de kantonrechter, werd de aansprakelijkheid van dat ‘andere kind’ om die reden al vaker afgewezen. Het kind had immers niet het vooropgezette plan om schade toe te brengen en de schoolleiding kan helaas niet elke stoeipartij signaleren. U zult hiervoor begrip kunnen hebben. Ook een verzekering tegen het risico van ongevallen heeft De Linge collectief afgesloten. Deze leerlingen ongevallenpolis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten -dus ook tijdens reizen en excursies- en kent de volgende dekking:
39
Binn-Donatushof-C-100913.indd 39
13-09-2010 09:48:04
1) 2) 3) 4)
Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval, € 50.000,= Bij overlijden als gevolg van een ongeval, € 5.000,= Geneeskundige kosten als aanvulling op de eigen ziektekostenpolis of ziekenfondsverzekering, € 2.500,= Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval per element, € 2.500,=
De rubriek ‘ongevallen met blijvende invaliditeit’ is voor alle kinderen belangrijk, omdat zij alleen aanspraak kunnen maken op de WAJong regeling. De laatste twee rubrieken zijn vooral belangrijk voor ouders met een hoog eigen risico in de zorgpolis. Voor ouders die de verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een zogenaamde 24-uurs dekking inclusief alle vrije dagen en vakanties, bestaat de mogelijkheid om de schoolverzekering uit te breiden. U kunt dan contact opnemen met de afdeling Ongevallenverzekeringen voor scholieren van onze schoolverzekeraar: WBD Lippmann Groep BV te Den Haag, 070-3028500. Formulieren voor aangifte van schade of ongevallen kunt u downloaden op de website van De Linge, www.delinge.nl.
6.9 Hoofdluis
Ook op Donatushof wordt jaarlijks in enkele stamgroepen hoofdluis geconstateerd. Dat is niet zo bijzonder, want op alle basisscholen komt dit regelmatig voor. Tot nu toe hebben we het op de Donatushof goed onder controle kunnen houden. Willen we dit in de toekomst ook zo houden, dan moet u als ouder meewerken. Dit houdt in dat ouders - de haren van hun kinderen om de 2 weken en aan het eind van elke schoolvakantie controleren of kammen met een luizen- of stofkam; - wanneer zij hoofdluis constateren dit melden aan de stamgroepleidster én aan de coördinator (zie hieronder); - gezinsleden met hoofdluis direct kammen of behandelen. De verantwoordelijkheid met betrekking tot hoofdluis ligt bij ouders. Onze school wil natuurlijk meewerken ter ondersteuning van die verantwoordelijkheid. Daarom hebben we een luizenbrigade. Deze brigade bestaat uit ouders die na iedere schoolvakantie, op maandagmorgen, álle kinderen controleert. Houdt u op deze dagen rekening met het kapsel van uw kind: vlechten, staarten en veel gel bemoeilijken de controle. Als de brigade neten of hoofdluis bij uw kind(eren) herkent, wordt u door de stamgroepleidster geïnformeerd. In de stamgroep vindt na twee weken een hercontrole plaats.
De luizenbrigade heeft een coördinator. Zij heeft als taak ouders te informeren over het voorkomen dan wel bestrijden van hoofdluis. Ook zal zij bijhouden hoe vaak en hoe omvangrijk de uitbraken op onze school zijn. Mocht er tussentijds hoofdluis geconstateerd zijn bij een van de kinderen, dan zal de stamgroepleidster dit aan de luizencoördinator melden en zal de poster ‘er is hoofdluis geconstateerd’ op de deur verschijnen. Alle kinderen (en gezinsleden) van deze stamgroep dienen thuis 2 weken lang dagelijks gecontroleerd te worden met een luizen- of stofkam. Voor het melden van hoofdluis, informatie en advies over hoofdluis kunt u terecht bij de luizencoördinator: Annemieke Terheerd (moeder van Sven en Marit), tel.nr. 0481 - 464508
6.10 Gevonden en verloren voorwerpen
Regelmatig laten kinderen kledingstukken, broodtrommels, drinkbekers e.d. op school liggen. Alle spullen worden door de teamleden verzameld. Mist u iets, vraag het dan even bij de desbetreffende stamgroepleidster of bij onze conciërge Bertus Graven. Het handigste is zoveel mogelijk eigendommen van naam te voorzien. Dringend verzoek alle jassen van een lusje te voorzien!
6.11 Sponsoring
Op stichtingsniveau is sponsorbeleid in ontwikkeling. Tot die tijd geeft de school geen ruimte aan derden om sponsoractiviteiten te ontplooien. Hiermee voorkomen we belangenverstrengeling tussen de aanbieder van producten of activiteiten en de school.
6.12 Foto- en video-opnamen
Er worden bij ons op school veel foto’s gemaakt. Foto’s maken snel veel duidelijk. Een foto van een kind op het podium zegt méér dan vele woorden. In de dagboeken van de stamgroepen, in de gangen en in de klassen wordt regelmatig verslag uitgebracht aan de hand van foto’s. Dergelijke verslagen komen ook regelmatig op de website. Ouders die in een stamgroep te gast zijn, bijvoorbeeld bij de verjaardag van hun kind, maken ook foto’s of videoopnamen. Als u bezwaar heeft tegen het publiceren van foto’s op de website van school, laat dat dan weten aan de stamgroepleidster. Uiteraard houden wij daar rekening mee. Voor nieuwe kinderen kunt u via het inschrijfformulier aangeven of u bezwaar heeft.
40
Binn-Donatushof-C-100913.indd 40
13-09-2010 09:48:17
6.13 Ziek melden
Graag een telefoontje bij ziektemelding vóór schooltijd (Flierenhof tel. 461827- Kinkellink tel. 453210). De school is in dringende gevallen ook bereikbaar via een extra telefoonnummer: 453989. Wilt u telefoneren met stamgroepleidsters tijdens de schooltijden tot het uiterste beperken?
41
Binn-Donatushof-C-100913.indd 41
13-09-2010 09:48:32
7 NAMEN EN ADRESSEN
42
Binn-Donatushof-C-100913.indd 42
13-09-2010 09:48:45
7.1 Personeel van Donatushof
Wij vragen u het mailverkeer met het team te beperken. Voor vragen waar u snel een antwoord op wil, kunt u rechtstreeks contact op te nemen met de stamgroepleidster (via telefoon of tijdens de inlooptijd). Pieter van Wezel Schoolleider (ma-do) Papenstraat 32 6681 DB Bemmel tel. 0481-463479 / 06-20358620
[email protected] Mariken Goris Plaatsvervangend schoolleider (ma-ocht / di / do / vrij-ocht) Ploeglaan 18 6681 EZ Bemmel tel. 0481-465644
[email protected] [email protected] Resi van Bon-Hilderink
[email protected]
Marjolijn van Gaasbeek
[email protected]
Wilma Bouwman-Peek
[email protected]
Bertus Graven
[email protected]
Manon Bremer
[email protected]
Anneli Hansson
[email protected]
Geertje ten Dam
[email protected]
Ria Hesselink
[email protected]
Natascha van Delft
[email protected]
Anita Houterman
[email protected]
Renee Doesburg
[email protected]
Helga Kersten
[email protected]
Marlies Fronik
[email protected]
Christa Kreeftenberg
[email protected]
Tineke Kriek-Louwhoff
[email protected]
Saskia Rietveld
[email protected]
Manja Lentjes-Hermeling
[email protected]
Ineke Rijk-Franken
[email protected]
Annet Nijenkamp-Kruiper
[email protected]
Marieke Roelofs
[email protected]
Jeremy Palsenbarg
[email protected]
Rian Spitzen
[email protected]
Joke Pinta
[email protected]
Femke Wijnands
[email protected]
Wilma Ras
[email protected]
Tom de Winther
[email protected]
Ursula Remie
[email protected]
Laurien Zwarts
[email protected]
43
Binn-Donatushof-C-100913.indd 43
13-09-2010 09:48:57
7.2 Stichting Voorschools en Primair Onderwijs De Linge Polseweg 13, 6851 DA Huissen tel. 026-3179930 Stichtingsdirecteur: Dhr. T. Pruyn
7.3 Medezeggenschapsraad Donatushof
oudergeleding: Eric van Gerven (secretariaat, eveneens in GMR) Peter de Leeuw (voorzitter) Heidi Copray (penningmeester) Gérard van Onna teamgeleding: Resi van Bon (eveneens in GMR) Mariken Goris Laurien Zwarts Wilma Bouwman
7.4 Ouderraad Donatushof
7.7 Leerplichtambtenaar
De leerplichtambtenaren van de gemeente Lingewaard zijn: Mevrouw M. van Hensbergen tel. 026-3260263
[email protected] bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag Mevrouw M.J. van Eijndhoven tel. 026-3260261
[email protected] bereikbaar op dinsdag, woensdag en donderdag
7.8 Externe vertrouwenspersoon Mevrouw E. Knibbeler
[email protected]
7.9 Schoolverzekering
Zo gauw alle stamgroepouders bekend zijn, infomeren wij u via de Nieuwsbrief over de samenstelling van de ouderraad.
WBD Lippmann Groep BV te Den Haag tel. 070-3028500 Formulieren voor aangifte van ongevallen of schade vindt u op onze website.
7.5 Jeugdgezondheidszorg
7.10 Peuterspeelzaal
Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) regio Arnhem Sector Jeugdgezondheidszorg Eusebiusbuitensingen 44 6802 EJ Arnhem tel. 026–3773805
7.6 Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: tel. 0800-8051 (gratis) Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft onderwijsgidsen gepubliceerd die ouders informeren over de mogelijkheden in het primair en voortgezet onderwijs en over de rechten en plichten. U kunt deze downloaden van internet. www.minocw.nl/onderwijs/pogids www.minocw.nl/onderwijs/vogids
’t Hummelhonk Locatie Klappenburgstraat 33, 6681 XN Bemmel tel. 0481-464937 Locatie Fruitlaan 6, 6681 NP Bemmel tel. 0481-454966
7.11 Overblijfgroep SKAR Kinderopvang SKAR
[email protected] www.kinderopvangskar.nl tel. 0900-2357527
7.12 Coördinator hoofdluis
Annemieke Terheerd (moeder van Sven en Marit) tel. 0481-464508
44
Binn-Donatushof-C-100913.indd 44
13-09-2010 09:49:04