Inhoudsopgave 1.
Inleiding 2
2.
Vraagstelling 4
3.
Betoog 5
3.1
Racisme en bluesmuziek 5
3.2
Slavernij 5
3.3
Blackface minstrel shows 7
3.4
Ontstaan bluesmuziek 8
3.5
Functie en teksten 9
4.
Conclusie 11
Voetnoten 13 Literatuurlijst 14
1.
Inleiding
“The blues occurs when the Negro is sad, when he is far from his home, his mother, or his sweetheart. Then he thinks of a motif or a preferred rhythm and takes his trombone, or his violin, or his banjo, or his clarinet, or his drum, or else he sings, or simply dances. And on the chosen motif, he plumbs the depths of his imagination. This makes his sadness pass away - it is the Blues” (Ernest Ansermet, 1918). Dit citaat beschrijft de blues als iets wat ontstaat uit pijn en misère en een vorm van hoop bied aan de zwarte Amerikaan. De bluesmuziek zelf ligt ten grondslag aan het merendeel van recente populaire muziekstijlen zoals hiphop, rock ’n roll, heavy metal, britpop en R ’n B. Maar wat ligt er eigenlijk ten grondslag aan de bluesmuziek? Bluesmuziek ontstond aan het eind van de negentiende en begin van de twintigste eeuw in het zuiden van Amerika en is oorspronkelijk muziek van de zwarte Amerikaanse bevolking. Niet voor niets word het black music genoemd. Toch werd deze muziekstroming al snel opgepikt en zeer gewaardeerd door de blanke Amerikaanse bevolking. Dit is opmerkelijk in een tijd waarin de zwarte Amerikaanse bevolking vanuit de wet werd gediscrimineerd en werd gescheiden van de blanke bevolking. Door zijn geschiedenis heen lijkt de blues zich door de mazen van het racisme en de segregatie in Amerika heen te bewegen en zich weinig aan te trekken van de bestaande kleurgrenzen. Toch heeft racisme wel degelijk een grote rol gespeeld in de geschiedenis van de blues en is het zelfs nauw verweven in de vorm en functie van de bluesmuziek. In het verleden is veel onderzoek gedaan naar de geschiedenis van deze vroege vorm van zwarte muziek. Daarbij is vooral gekeken naar de Afrikaanse invloed in de compositie en instrumenten die gebruikelijk zijn bij de blues. In verband met racisme is er veel onderzoek gedaan naar de rol die zwarte muziek heeft gespeeld in de afschaffing van de segregatie in de jaren zestig van de twintigste eeuw. Er is echter weinig bekend over de allereerste vormen van de blues en er is weinig onderzoek gedaan naar hoe het racistische verleden van de zwarte Amerikaanse bevolking precies heeft geleid tot het ontstaan van de bluesmuziek. In dit essay wil ik graag onderzoeken welke rol het racisme dat aanwezig was in Amerika voor en tijdens het begin van de twintigste eeuw heeft gespeeld in het ontstaan van de bluesmuziek. De definitie van racisme die ik binnen dit onderzoek aanhoud is als volgt: Het denigreren en als minderwaardig beschouwen en behandelen van een volk op grond van onoverkomelijke, erfelijke eigenschappen. Ik ben benieuwd of en hoe het ontstaan van deze muziekstroming beïnvloed is door het racistische verleden van de bevolkingsgroep die de muziek heeft gecreëerd. Ook ben ik benieuwd hoe dit racistische verleden terug is te vinden in de muziek zelf. Ik zal mij binnen mijn onderzoek vooral richten op de twee racistische praktijken die de grootste rol hebben gespeeld in het ontstaan van de bluesmuziek, namelijk de slavernij en de blackface minstrel shows. Hierover is de meeste informatie bekend en de sporen die deze twee praktijken hebben achtergelaten in de bluesmuziek zijn essentieel. Daarnaast zal ik kijken naar de functie die de bluesmuziek bij haar ontstaan had voor de zwarte Amerikaanse bevolking en welke rol de racistische Amerikaanse geschiedenis daarin speelde. Ik zal hiervoor informatie uit verschillende boeken en artikelen gebruiken, alsmede liedteksten van bluesnummers uit het begin van de twintigste eeuw. In dit essay spreek ik vaak over de originele blues. Hiermee bedoel ik de essentiële vorm van de blues en de kenmerken die in de eerste vorm van de blues aanwezig waren. Het is ook goed te vermelden dat ik mij bij dit onderzoek alleen zal
2
richten op racisme en racistische praktijken in Amerika. Dit omdat de blues in Amerika is ontstaan en dus vooral werd beïnvloed door gebeurtenissen en situaties in Amerika zelf.
3
2.
Vraagstelling
De hoofdvraag die ik heb gehanteerd binnen dit onderzoek is als volgt: • Welke rol heeft racisme gespeeld in het ontstaan van de bluesmuziek? Daarnaast heb ik gebruik gemaakt van de volgende deelvragen: • Welke rol hebben racistische praktijken gespeeld in het ontstaan van de bluesmuziek? • Welke functie had de blues bij haar ontstaan voor de zwarte Amerikaanse bevolking? • Op welke manier is de uitwerking van racisme terug te vinden in de eerste bluesmuziek?
4
3.
Betoog
3.1
Racisme en bluesmuziek
Bij het onderzoeken van de rol die racisme heeft gespeeld in het ontstaan van de bluesmuziek is het belangrijk eerst na te gaan waar en wanneer de bluesmuziek precies is ontstaan. Het precieze beginjaar van de bluesmuziek is onbekend, maar de eerste publicatie van de blues in bladmuziek was die van ‘Memphis Blues’ door W.C. Handy in 19121 en dit word dan ook over het algemeen gezien als het geboortejaar van de bluesmuziek. De bluesmuziek is ontstaan in het zuiden van Amerika, tijdens het racistische regime van de Jim Crow laws. Dit waren wetten die de segregatie van de zwarte en blanke Amerikaanse bevolking mogelijk maakte en in stand hielden en actief waren van 1876 tot 1965. Bovendien is de bluesmuziek ontstaan vlak na een periode van 240 jaar van zwarte slavernij (afgeschaft in 1865) die het hevigst was in het zuiden van Amerika. Bluesmuziek werd dus vorm gegeven door een generatie die of slaaf is geweest, of anderzijds beïnvloed is door de lange periode van slavernij. In de periode en omgeving waarin de bluesmuziek ontstond maakte racisme deel uit van het dagelijkse leven en het verleden van de zwarte Amerikaanse bevolking. De racistische geschiedenis vóór het ontstaan van de bluesmuziek en het racisme tijdens het ontstaan van de bluesmuziek hebben zowel invloed gehad op het ontstaan zelf als op de vorm van de bluesmuziek. In dit essay zal ik proberen deze invloed op een bondige en duidelijke wijze te beschrijven. 3.2
Slavernij
De invloed die de Amerikaanse slavernij op het ontstaan van de bluesmuziek heeft gehad is vooral terug te vinden in de vorm van veelgebruikte instrumenten en vocale tradities. Het gebruik van een aantal van deze instrumenten en vocale tradities is terug te voeren op de Afrikaanse herkomst van de Amerikaanse zwarte slaven en werden gebruikt en toegepast tijdens en na de slavenarbeid. De origineel Afrikaanse invloeden die terug zijn te vinden in de blues zijn met de tijd beïnvloed door de slavernij en invloeden van andere Amerikaanse bevolkingsgroepen en muziekstromingen. Om te beginnen zal ik de invloeden behandelen die oorspronkelijk uit de periode vóór de slavernij stamden. Veel herkenbare blues instrumenten kennen hun herkomst in Afrika, onder andere de viool. De viool kwam behalve in Afrika ook voor in Europa en werd bijvoorbeeld veel gebruikt in de Ierse volksmuziek. Experts hebben echter ingeschat dat het grootste deel van het viool repertoire dat werd gespeeld in het Zuidoosten van Afrikaanse origine was2. Ook de banjo was een populair instrument dat veel werd gebruikt bij de eerste vorm van bluesmuziek. Dit instrument was onder andere populair bij zwarte muzikanten omdat het goedkoop en makkelijk te maken was. Daardoor kon het ook door slaven gemaakt worden, wat af en toe gebeurde. Daarbij was de banjo luid en makkelijk te vervoeren. Later werd de banjo in de meeste gevallen vervangen door de voorheen als luxe instrument beschouwde gitaar, toen gitaren goedkoper werden en daarmee toegankelijk voor de lagere klassen waaronder de zwarte Amerikaanse bevolking. Gitaren gingen langer mee dan banjo’s en hadden een warmere klank wat het een beter instrument maakte voor de sentimentele en kreunende klanken van de blues3. De
5
overgang van de banjo op de gitaar heeft veel invloed gehad op de populariteit van de blues4. De vocale tradities van de blues kennen hun herkomst vooral in de field hollers en moans en de ring shouts. Deze ritmische werkliederen werden gezongen om de werkers in gelijk tempo te laten werken. Slaven die alleen werkten zongen field hollers om kuddedieren tot kalmte te manen of om andere te laten weten waar zij waren. Ook werd er vaak gewoon gezongen om de tijd te verdrijven en voor vermaak. Veel Afro-Amerikanen waren als slaven zonder enige bezittingen naar Amerika gekomen en leefden, ook na de afschaffing van de slavernij, in grote armoede5. De zang die ze mee hadden genomen uit hun land van herkomst was één van de weinige plezierige tijdverdrijven die men zich kon veroorloven en zowel alleen als in groepen kon worden uitgevoerd. Van de vocale tradities van de zwarte bevolking is de call and response techniek het meest herkenbaar in de bluesmuziek. Dit houdt in dat iemand een zin zingt die word beantwoord door andere zangers. Dit antwoord kan bestaan uit een herhaling van de eerste zin of een zin die antwoord levert op wat in de eerste zin gezongen word. Deze techniek werd veel toegepast op plantages, spoorwegen, door houthakkers en op schepen. In de blues wordt deze techniek vaak gerealiseerd doordat de zanger een zin zingt en het begeleidende instrument, een achtergrondkoor of duetpartner antwoord geeft in dezelfde of een afwijkende melodielijn6. Een voorbeeld van deze techniek in de blues is te zien in het lied St. Louis Blues (geschreven door W.C. Handy) gezongen door Bessie Smith met muzikale begeleiding van Louis Armstrong. Na elke zin herhaalt Armstrong de zanglijn van Smith. I hate to see the evening sun go down. I hate to see the evening sun go down. It makes me think I’m on my last go ‘round.
Dit voorbeeld is representatief voor veel originele blues nummers. Opvallend aan dit voorbeeld is dat de eerste twee regels hetzelfde zijn, gevolgd door een afwijkende zin. Deze twee-één compositie is kenmerkend voor de blues, maar bij de eerste blues werd de eerste zin meestal vaker, of zelfs uitsluitend herhaald. Dit kwam eruit voort dat slaven vaak slechts één zin of deel van een liedje kenden en daardoor één zin bleven herhalen.7. Een andere vocale traditie die terug te vinden is in de bluesmuziek is het gebruik van improvisatie. Werkliederen die tijdens de slavenarbeid werden gezongen werden vaak ter plekke bedacht. Soms werden de liederen ook gebruikt als communicatiemiddel en werden boodschappen en mededelingen muzikaal gebracht. Zo ontstonden er muzikale, geïmproviseerde gesprekken. Tijdens optredens zongen sommige blueszanger alleen nummers die ze ter plekke bedachten. Improvisaties zijn ook terug te vinden in het zogeheten scatten dat voortkomt uit de blues traditie en later veel werd toegepast in jazz-muziek. Scatten is het improviserend zingen van snel wisselende zanglijnen die bestaan uit onzinwoorden of -zinnen. Het kan ook zijn dat improvisatie veel werd toegepast omdat (muzikaal) onderwijs bij de zwarte bevolking schaars was. Liedjes werden meestal van mond tot mond doorgegeven en niet genoteerd. Nummers zullen niet altijd goed onthouden zijn en dus zou improvisatie nodig zijn. Voor de rol die allitteratie en het gebrek aan muzikaal onderricht hebben gespeeld in het gebruik van improvisatie in de bluesmuziek heb ik echter geen bewijs kunnen vinden. 6
3.3
Blackface minstrel shows
Een andere racistische praktijk die een grote rol heeft gespeeld in de opkomst van de bluesmuziek zijn de blackface minstrelsies of minstrel shows, een vorm van vaudeville entertainment. Vaudeville is een vorm van vermaak waarbij in één show verschillende entertainmentvormen de revue passeren, zoals zang, dans, poëzie, komedie en toneel8. Blackface minstrel shows kwamen op in de jaren dertig van de negentiende eeuw en waren extreem populair in de jaren tussen 1840 en 1920, zowel bij de blanke bevolking als bij de zwarte bevolking. De blackface minstrel shows begonnen met enkel blanke entertainers, maar er waren ook shows waarin blanke en zwarte entertainers samenwerkten. In 1860 kwamen de eerste minstrel shows op die geheel bestonden uit zwarte artiesten. Tijdens de blackface minstrel shows werd de zwarte bevolking stereotiep geportretteerd en werden zwarte Amerikanen afgeschilderd als zijnde lui, onbetrouwbaar, verslaafd aan drank en gokken, dieven, onhygiënisch, agressief en promiscue9. Deze negatieve stereotypering was vooral aanwezig in coon songs. Dit waren liedjes die gingen over de slechte eigenschappen en misdragingen van zwarte Amerikanen. De bekendste coon song is waarschijnlijk ‘Jim Crow’, geschreven door Thomas Dartmouth Rice. Aan dit lied hebben de Jim Crow wetten hun naam te danken. De liedjes waren enorm populair en rond 1890 werd er zelfs gesproken van een zogenaamde coon song craze10. Het vreemde ritme van de coon songs heette ragtime en is terug te vinden in zowel de blues als in jazzmuziek. Over de racistische intentie van de blackface minstrel shows bestaat veel discussie. Dale Cockrell beschrijft de minstrel shows als abolitionistisch in zijn intentie en als een manier voor de blanke bevolking om de Andere te incorporeren in dienst van een op klasse gebaseerd populistisch activisme11. Cockrell maakte zelfs de volgende controversiële bewering: “[Blackface minstrelsies offered its audiences] engagement at the edges, not simple perversity, and [...] it was, in promise, one of the most powerful means developed in the century for working out the problems that follow from the magnetic attraction of marginal opposites”12. Het merendeel van onderzoekers van dit onderwerp is echter van mening dat de blackface minstrel shows directe uitingen waren van racisme, gericht op het vermaak van de blanke bevolking en met het doel deze te verenigen tegen de zwarte vijand. De blanke performers in blackface minstreel shows beweerden vanaf het begin dat hun portrettering van de zwarte bevolking en hun muziek waarheidsgetrouw was. Het blanke publiek was over het algemeen dan ook onder de indruk dat ze een realistische vertolking van de zwarte cultuur aanschouwden. De muziek die tijdens de minstrel shows gespeeld werd, werd daardoor gezien als de herkenbare vorm van zwarte muziek13. De liederen die in de originele blanke blackface minstrel shows werden opgevoerd waren veelal gebaseerd op oude plantage liederen. Geheel zwarte blackface minstrel shows lieten naast deze nostalgische liederen echter ook een nieuw soort muziek en dans zien die meer high energy en experimenteel was, een muziekvorm die veel weg had van de eerste bluesmuziek14. Tijdens de shows speelden de muziek en dans van de zwarte Amerikaanse bevolking een hoofdrol. Met gebrande kurk of houtskool en later ook schoensmeer werden de gezichten van zowel de blanke als de zwarte acteurs en muzikanten zwart geschminkt. Tijdens de blackface minstrel shows verkleden niet alleen blanken zich als zwarte personen, ook zwarte muzikanten droegen kostuums en zwarte schmink bij
7
hun optreden tijdens de shows. Op deze manier werkten de zwarte performers eigenlijk mee aan het racisme dat tot uiting kwam in de blackface minstrel shows. Blackface minstrel shows boden wel een kans aan zwarte muzikanten om hun werk naar buiten te brengen en zij boden de zwarte bevolking een kans op werkgelegenheid alsook sociale kansen. In 1890 werden er door de federale census 1490 zwarte muzikanten en acteurs geteld, parttime muzikanten niet meegerekend15. Uiteindelijk wisten veel zwarte artiesten de minstrel shows te verlaten en een legitieme en gewaardeerde vorm van Amerikaans theater te produceren. Sommige zwarte artiesten wisten een sterrenstatus te verkrijgen en maakten de weg vrij voor andere zwarte artiesten uit allerlei disciplines. Zwarte artiesten en muzikanten kregen op die manier de kans zich te ontworstelen aan de door blanken gedomineerde entertainment industrie en hun eigen perfomance te ontwikkelen. De blackface minstrel shows vormden een uitstekend platform voor de opkomst van de allereerste succesvolle zwarte artiesten16. W.C. Handy, de onofficiële vader van de bluesmuziek uitte zich in zijn autobiografie uit 1941 dankbaar voor de ervaring en kansen die hij had gekregen tijdens zijn werkzaamheid bij blackface minstrel shows. Hij schrijft “The minstrel show at that time was one of the greatest outlets for talented musicians and artists17.” Ook de ‘moeder’ van de blues, Ma Rainy, heeft een groot deel van haar leven gewerkt in rondreizende minstrel shows waaronder de beroemde Rabbit’s Foot Minstrels18. De zwarte artiesten in minstrel shows maakten ook gebruik van hun positie om kritiek te leveren op de opkomende zwarte elite, de segregatie en het verheerlijken van de zwarte gemeenschap. Zij bedachten manieren om met de zwarte bezoekers uit het publiek te communiceren en hun gevoelens en overtuigingen over te brengen19. De liederen die werden gezongen zongen waren vaak gecodeerd en hadden een dubbele betekenis, waardoor de boodschap anders werd ontvangen door het blanke publiek dan door het zwarte publiek. Zo konden zwarte artiesten op een onopvallende manier maatschappelijke kritiek uiten. Deze gecodeerde teksten en dubbele betekenissen in liederen zette zich later voort in de bluesmuziek. Binnen de bluesmuziek werd dit meestal toegepast om seksuele toespelingen te doen, maar ook om bijvoorbeeld politieke kritiek te leveren20. De minstrel shows hebben ook veel effect gehad op de muzikale vorm van de blues. Naast instrumenten die kenmerkend waren voor de zwarte Amerikaanse bevolking werden ook andere instrumenten gebruikt die later terugkwamen in de bluesmuziek. Tijdens sommige minstrel shows werden ook de Iers-Amerikaanse bevolking en andere Europees-Amerikaanse bevolkingsgroepen geportretteerd. Zodoende is de zwarte muziek tijdens zulke shows vermengd geraakt met Ierse en andere Europese muziek. Deze vermenging is terug te vinden in de blues, met name in de vorm van instrumenten, maar ook in de vorm van bepaalde ritmes en melodieën. Met de tijd leidden verschillende nieuwe instrumenten en invloeden er ook toe dat de originele minstrelmuziek verder af kwam te staan van de traditionele plantage muziek en – taferelen21. Zo kon de bluesmuziek zich ontwikkelen van shouts en hollers tot haar uiteindelijke vorm. 3.4
Ontstaan bluesmuziek
Na de afschaffing van de slavernij leidden veel Afro-Amerikanen een rondreizend leven, van boerderij naar boerderij of van stad naar stad. Daarnaast kwamen veel Afro-Amerikanen terecht in een ingewikkelde sociale situatie waarin ze plots
8
onafhankelijk waren. Zij liepen daarbij tegen veel verschillende sociale en culturele problemen en verantwoordelijkheden aan die ze als slaven niet hadden gekend. Het land waarin zij leefden werd opeens op een hele andere manier ervaren. Deze complexe nieuwe ervaringen en frustraties werden gereflecteerd in de muziek van de zwarte Amerikaanse bevolking. Die muziek veranderde daardoor van de werkliederen naar een complexere muzikale uiting die uiteindelijk de vorm van de bluesmuziek aannam22. De rondreizende levensstijl van een groot deel van de zwarte bevolking in Amerika na de afschaffing van de slavernij zorgde er ook voor dat de bluesmuziek gestandaardiseerd kon worden. Hoewel de bluesmuziek regionaal verschillend werd gezongen, werden de beste en meest succesvolle liederen en technieken door rondreizende muzikanten verspreid door het land. Hierdoor evolueerde de blues van een ongestructureerde muziekvorm in een goed herkenbare en erkende muziekstijl23. 3.5
Functie en teksten
De bluesmuziek bezong vaak, evenals de gerelateerde gospelmuziek, een hoopvol toekomstbeeld en het verwerken van een pijnlijke geschiedenis. Tijdens de slavernij was het ideaal van veel slaven een terugkeer naar Afrika. Na de afschaffing van de slavernij veranderde dit toekomstbeeld naar een wereld waarin de Afro-Amerikanen in Amerika meer konden zijn dan dat ze tot dan toe waren geweest. Een toekomst in Amerika leek opeens mogelijk, maar moeilijk te realiseren. De bluesmuziek reflecteerde dit veranderde wereldbeeld met name in de teksten24. De teksten van de allereerste bluesmuziek vormen in veel gevallen een soort historische beschrijving van de belevingen van de zwarte Amerikaanse bevolking aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. De volgende liedtekst is een voorbeeld van het droeve maar hoopvolle gevoel dat werd bezongen in de blues. My burden’s so heavy I can’t hardly see seems like everybody is down on me An’ that’s all right I don’t worry oh, there will be a better day25.
Bluesteksten waren over het algemeen zeer persoonlijk en beschreven de frustraties en droefenis maar ook wel het geluk van de zanger. De onderwerpen die in bluesteksten aan bod kwamen lopen uiteen, maar zijn in zekere mate altijd persoonlijk en bezingen het leven en ervaringen van het individu. De nadruk op het individu was uniek voor de ‘nieuwe’ bluesmuziek en kwam niet voor in West-Afrikaanse muziek26. In de field hollers en shouts kwam dit zingen over het persoonlijke leven eigenlijk ook niet voor. De teksten van werkliederen waren meestal beperkt tot het bezingen van het werk en het geven van informatie. Hieronder staan twee voorbeelden van liedteksten waarin het verschil in onderwerp is af te lezen. De eerste tekst is van een field holler en de tweede van een blues-tekst uit het einde van de negentiende eeuw. 1.
Take this hammer, uh Take it to the captain, uh Tell him I’m gone27
9
2.
I never had to have no money befo’ And now they want it everywhere I go28
Voor veel zwarte Amerikanen was de bluesmuziek ook een manier om zich af te zetten tegen hun Afrikaanse verleden. Met de droom om legitiem deel uit te maken van de Amerikaanse bevolking ontstond bij velen een afkeer van hun Afrikaanse afkomst. De bluesmuziek werd door de zwarte Amerikaanse bevolking dan ook gezien als een nieuwe muziekvorm die paste bij een nieuw leven en een nieuw toekomstbeeld. Het was geen muziek die gelinkt was aan de slavenarbeid zoals de shouts en hollers, het was een muziekvorm die werd gezongen voor vermaak en plezier. Het was naast een uiting van gevoelens en belevenissen daardoor ook een soort viering van het nieuwe leven. Dat de blues vooral voor het plezier werd gezongen was een belangrijke factor in het succes dat de bluesmuziek had bij de zwarte Amerikaanse bevolking29. De functie van de blues als viering van het nieuwe leven is ook duidelijk terug te vinden in sommige blues teksten en onderwerpen van liederen. Veel daarvan gingen namelijk over vrije liefde en seks, dingen die niet aan de orde waren in het leven van een slaaf30. I don’t want to be no slave I don’t want to work all day I don’t want you to be true I just want to make love to you31
Bij een deel van de zwarte Amerikaanse bevolking was de bluesmuziek echter niet populair. De Afro-Amerikaanse middenklasse vond de bluesmuziek vernederend en nam aanstoot aan de levensstijl die ermee gepaard ging. De Afro-Amerikaanse middenklasse wilde zich juist ontworstelen aan hun slavenverleden en de promiscue en losbandige stereotypering van de zwarte bevolking. De Afro-Amerikaanse middenklasse werkte hard om zich te kunnen meten aan de blanke bevolking en distantieerden zich liever van de muziek die geassocieerd werd met de zwarte bevolkingsgroep32. Voor de blanke Amerikaanse bevolking had de blues een heel andere functie dan voor het merendeel van de zwarte Amerikaanse bevolking. De blues was voor hen juist een nostalgische vorm van vermaak, die deed denken aan de ‘goede oude’ tijd dat de zwarte bevolking nog gewoon slaaf was en de burgeroorlog nog niet had plaatsgevonden33. Doordat blues- en minstreel muziek ook zo populair was bij het blanke publiek werd die dus ook aangepast aan de smaak en wensen van die bevolkingsgroep. In de eerste decennia van de 20e eeuw, toen blues snel groeide in populariteit, werd de muziek ook gespeeld door blanke muzikanten die deze verder aanpasten aan de wensen van het blanke publiek. Hoewel wel werd erkend dat de muziek zijn inspiratie en oorsprong kende in de muziek van de Afro-Amerikaanse bevolking werd de bluesmuziek ook sterk beïnvloed door de blanke overheersing in Amerika34.
10
4.
Conclusie
De hoofdvraag die ik heb gesteld aan het begin van dit essay was welke rol heeft racisme gespeeld in het ontstaan van de bluesmuziek? Ik denk dat ik met dit essay een redelijk uitgebreid antwoord heb gegeven op deze vraag. Ik heb zowel de belangrijkste racistische praktijken die invloed hebben gehad op de bluesmuziek behandeld als de functie die de bluesmuziek bij haar ontstaan had voor de zwarte Amerikaanse bevolking. Aan de hand van historische feiten en liedteksten heb ik het antwoord op de hoofdvraag gezocht. Uit de slavernij kwamen vocale traditie die terug zijn te vinden in de bluesmuziek zoals de call and response techniek en improvisatie. Veel blues instrumenten kwamen oorspronkelijk uit Afrika. Door blackface minstrel shows konden werd zwarte muziek toegankelijk voor het blanke en zwarte publiek en groeide het in populariteit. Bovendien kwam de zwarte muziek tijdens de minstrel shows in contact met andere muziekstijlen die terug zijn te vinden in de blues. Ook boden de shows een kans aan zwarte muzikanten om geld te verdienen, een vak te leren en zich de laten zien aan een publiek. Veel bekende blues muzikanten zijn begonnen bij blackface minstrel shows. Ook dubbele betekenissen van liedteksten die kenmerkend zijn voor blues nummers kennen hun herkomst in de minstrel shows. De bluesmuziek kon uiteindelijk ontstaan vanwege de veranderde maatschappelijk positie van de zwarte Amerikaanse bevolking na de afschaffing van de slavernij. Het toekomstbeeld van de zwarte Amerikaan was veranderd en vroeg om een nieuw soort muziek die niet meer gerelateerd was aan de slavernij. In de bluesmuziek kon men alle nieuwe gevoelens en ervaringen en uiten. De bluesmuziek bracht bovendien plezier en vermaak in een tijd van onderdrukking en racisme. Dit onderzoek is vooral een beschrijving van historische feiten. Ik heb van deze feiten een verzameling gemaakt en verbanden getrokken. Veel artikelen en boeken die ik heb gebruikt gaven dezelfde informatie. Toch heb ik door goed te zoek in mijn bronnen verschillende visies en nieuwe informatie kunnen vinden. Met alle informatie die ik kon vinden heb ik een overzicht gemaakt van de racistische zaken die invloed hebben gehad op de bluesmuziek en het ontstaan ervan. Ik heb geprobeerd om duidelijk te maken hoe en waarom deze invloed zich heeft gemanifesteerd in de bluesmuziek. Door de hoeveelheid informatie die ik heb gegeven is wellicht niet veel ruimte overgebleven voor persoonlijk reflectie op de informatie. Ik denk echter dat dit in dit onderzoek niet per se nodig is omdat het doel voornamelijk was een beschrijving van de geschiedenis van een muziekstroming was en de rol die racisme daarin heeft gespeeld. Voordat ik aan dit essay begon wist ik niet zeker hoeveel invloed racisme had gehad op het ontstaan van de bluesmuziek. Ik ben er door dit onderzoek achter gekomen dat deze invloed aanzienlijk is geweest en dat zowel het racistische verleden van Amerika als de situatie van de zwarte Amerikaanse bevolking tijdens het ontstaan van de bluesmuziek een grote rol hebben gespeeld in het ontstaan van de bluesmuziek. Ik ben er ook achter gekomen dat deze invloed duidelijk terug te vinden is in de bluesmuziek, zowel in de muziek zelf als in de functie van de bluesmuziek. Alhoewel dit essay slechts een klein deel van de geschiedenis van de blues behandeld wordt toch al duidelijk hoeveel invloed racisme heeft gehad op de bluesmuziek. Zelfs voor het werkelijke ontstaan van de blues waren de muzikale voorlopers van de blues al deel van het de racistische geschiedenis van de zwarte Amerikaanse bevolking. Toch is het mooi om erachter te komen dat een pijnlijk en
11
gevoelig verleden toch een goede voedingsbodem kan vormen voor zoiets moois en blijvends als de bluesmuziek.
12
Voetnoten 1
Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 6 (New York 2010). Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 18 (New York 2010). 3 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 19 (New York 2010). 4 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 19 (New York 2010). 5 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 12 (New York 2010). 6 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 14 (New York 2010). 7 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 54 (New York 1975). 8 Taylor, Frederick J. ‘Black Music and Musicians in the Nineteenth Century.’ The Western Journal of Black Studies 617 (2005) 615-621. 9 Oakley, Giles. The Devil’s Music: A History of the Blues 23 (London 1997). 10 Schroeder, Patricia R. ‘Passing for Black: Coon Songs and the Performance of Race.’ The Journal of American Culture 139 (2010) 139-153. 11 DeFrantz, Thomas. ‘Demons of Disorder: Early Blackface Minstrels and Their World, and; Inside the Minstrel mask: Readings in Nineteenth-Century Blackface Minstrelsy, and; Resistance, Parody, and Double Consciousness in African American Theatre, 1895-1910.’ The Drama Review 85 (2000) 183188. 12 Cockrell, Dale. Demons of Disorder: Early Blackface Minstrels and Their World 61 (New York 1997). 13 Hagstrom Miller, Karl. Segregating Sound: Inventing Folk and Pop Music in the Age of Jim Crow 5 (Durham 2010). 14 Schroeder, Patricia R. ‘Passing for Black: Coon Songs and the Performance of Race.’ The Journal of American Culture 147 (2010) 139-153. 15 Taylor, Frederick J. ‘Black Music and Musicians in the Nineteenth Century.’ The Western Journal of Black Studies 617 (2005) 615-621. 16 Schroeder, Patricia R. ‘Passing for Black: Coon Songs and the Performance of Race.’ The Journal of American Culture 143 (2010) 139-153. 17 Handy, W.C. Father of the Blues 62 (New York 1941). 18 Lieb Amherst, Sandra R. ‘Mother of the Blues: A study of Ma Rainy.’ American Music 99 (1985) 99-101. 19 Schroeder, Patricia R. ‘Passing for Black: Coon Songs and the Performance of Race.’ The Journal of American Culture 140 (2010) 139-153. 20 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 45 (New York 2010). 21 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 17 (New York 2010). 22 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 62 (New York 1975). 23 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 64 (New York 1975). 24 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 65 (New York 1975). 25 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 136 (New York 1975). 26 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 66 (New York 1975). 27 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 67 (New York 1975). 28 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 65 (New York 1975). 29 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 65 (New York 1975). 30 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 44 (New York 2010). 31 Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America 67 (New York 1975). 32 Schroeder, Patricia R. ‘Passing for Black: Coon Songs and the Performance of Race.’ The Journal of American Culture 146 (2010) 139-153. 33 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 42 (New York 2010). 34 Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction 20 (New York 2010). 2
13
Literatuurlijst Cockrell, Dale. Demons of Disorder: Early Blackface Minstrels and Their World (New York 1997). Davis, Anthony C. ‘The Year of the Blues: Searching for the origins of roots music.’ Black Issues Book Review (2003) 60-61. DeFrantz, Thomas. ‘Demons of Disorder: Early Blackface Minstrels and Their World, and; Inside the Minstrel mask: Readings in Nineteenth-Century Blackface Minstrelsy, and; Resistance, Parody, and Double Consciousness in African American Theatre, 1895-1910.’ The Drama Review volume 44 Number 3 (2000) 183-188. Hagstrom Miller, Karl. Segregating Sound: Inventing Folk and Pop Music in the Age of Jim Crow (Durham 2010). Handy, W.C. Father of the Blues (New York 1941). Jones, Leroy. Blues people.: negro music in white America (New York 1975). Lieb Amherst, Sandra R. ‘Mother of the Blues: A study of Ma Rainy.’ American Music vol. 3 no. 1 (1985) 99-101. Oakley, Giles. The Devil’s Music: A History of the Blues (London 1997). Schroeder, Patricia R. ‘Passing for Black: Coon Songs and the Performance of Race.’ The Journal of American Culture vol. 33 nr. 2 (2010) 139-153. Taylor, Frederick J. ‘Black Music and Musicians in the Nineteenth Century.’ The Western Journal of Black Studies vol. 29 no. 3 (2005) 615-621. Wald, Elijah. The Blues. A Very Short Introduction (New York 2010).
14