Inhoud Hoofdstuk 1 - Microsoft Word Office 2007
2
1.1 Inleiding
2
1.2 Word openen
2
1.3 De werkbalken instellen
4
1.4 Een tekstblad tonen
4
1.5 Een tekst intypen
5
1.6 Een tekst of tekstdeel selecteren
9
1.6.1 Eén woord selecteren
9
1.6.2 Enkele woorden selecteren
9
1.6.3 Eén regel selecteren
9
1.6.4 Een groter tekstdeel selecteren
9
1.6.5 Een selectie ongedaan maken (= deselecteren)
9
1.7 Een tekst bewerken
9
1.7.1 Een andere lettergrootte kiezen
10
1.7.2 Een ander lettertype instellen
10
1.7.3 Een tekst in het vet plaatsen
11
1.7.4 Een tekst onderstrepen
11
1.7.5 Een tekst kopiëren
11
1.7.6 Een tekst verplaatsen
12
1.7.7 Een tekst in cursief zetten
12
1.7.8 Een tekst in kleur zetten
13
1.7.9 Een tekst centreren
13
1.8 Een tekst doorbladeren
13
1.8.1 Met de schuifbalken werken
13
1.8.2 Met het muiswieltje werken (= scrollen)
14
1.9 Een tekst uitprinten
14
1.10 Een document bewaren
17
1.11 Een document sluiten
19
1.12 Een bestaand document openen
21
1.13 Een nieuw document openen
22
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
1
Hoofdstuk 1 - Microsoft Word Office 2007 1.1 Inleiding Microsoft Word is een onderdeel van Microsoft Office. Enkele andere gekende programma‟s daaruit zijn bv. Excel, Access, … „Word‟ is een tekstverwerkingsprogramma. Je kunt er teksten mee intypen, bewerken, een eigen lay-out (= uitzicht) geven en uitprinten. Lay-out opmaken = een lettertype vergroten of verkleinen een ander lettertype kiezen een (stuk) tekst in vet of cursief (= schuin) zetten een (stuk) tekst onderstrepen een (stuk) tekst in kleur zetten ...
1.2 Word openen
Je kunt „Word‟ openen door op het bureaublad op het pictogram te dubbelklikken. Staat dit pictogram niet op je bureaublad, dan klik je met de linkermuisknop op de startknop, daarna op “Alle programma‟s”, op “Microsoft Office” en in het submenu dat nu verschijnt op Microsoft Office Word 2007. Volgend openingsvenster verschijnt:
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
2
Typisch voor „Word‟ is het blanco blad om op te werken. In de linkerbovenhoek daarvan verschijnt er een knipperend streepje: de cursor. Die geeft aan waar de tekst die je typt zal terechtkomen. In de titelbalk staan enkele pictogrammen, de naam van het document (hier Document 1) en van het programma (Microsoft Word). De menubalk toont wat je allemaal kunt doen met het programma „Word‟. In het openingsvenster is het menulint „Start‟ geopend:
Ieder menulint bevat tekst en pictogrammen en is ingedeeld in vakken. Onderaan het „Start‟-lint staan de volgende tabbladen: Klembord – Lettertype – Alinea – Stijlen – Bewerken. Rechts van elk tabblad zie je een knopje met pijl. Wanneer je daarop klikt gaat er een nieuw menu open, waarin je alle gegevens van het tabblad kunt aanpassen:
Als je met de linkermuisknop op een ander woord uit de menubalk klikt, open je een ander menulint: in de figuur hieronder dat van „Invoegen‟:
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
3
1.3 De werkbalken instellen In de titelbalk staan enkele pictogrammen van de Werkbalk Snelle toegang. Door met de linkermuisknop op het pijltje ernaast te klikken zie je dat de pictogrammen overeenkomen met de items die in de lijst “Werkbalk Snelle toegang aanpassen” aangevinkt zijn:
Wil je meer pictogrammen, dan vink je meer items aan. Bovenaan en links op het openingsscherm kan je ook aanduidingen krijgen over de breedte en hoogte van het blad waarop je tekst zal komen. Is dit niet zo, dan kan je dit zichtbaar maken door in de menubalk op „Beeld‟ te klikken en in het lint dat nu verschijnt in het tabblad „Weergeven/verbergen‟ het vakje vóór “Liniaal” aan te vinken. Daarvoor ga je er met de muispijl op staan en klik je met de linkermuisknop:
1.4 Een tekstblad tonen Ons openingsscherm toont het blanco blad waarop we werken. Wanneer je er iets intypt, zie je meteen de bladschikking. Dit blad met bladschikking kiezen gebeurt door in de menubalk op „Beeld‟ te klikken en in het lint dat nu verschijnt in het tabblad „Documentweergaven‟ op “Afdrukweergave” te klikken:
Klik ook eens op “Concept” (rechts in het tabblad van Documentweergaven) om het verschil te zien. Klik nadien terug op “Afdrukweergave”. Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
4
1.5 Een tekst intypen Wie al kan typen zal meteen een aantal dingen op het toetsenbord herkennen. Maar een computerklavier heeft ook speciale toetsen, bv. om een nieuwe alinea te beginnen, om hoofdletters te typen, om iets te wissen, enz. Die speciale toetsen hebben meestal Engelse namen. Waar die toetsen staan en waarvoor je ze gebruikt, vind je op de volgende twee bladzijden. Het typen zelf gebeurt zoals met een typmachine, met dit verschil dat de toetsen maar kort moeten ingedrukt worden. De woorden worden van elkaar gescheiden door kort op de spatiebalk te drukken. Bij het intypen van een lange zin is het niet nodig om op het einde van de regel de Enter toets te gebruiken: de tekst springt automatisch naar de volgende regel. Tip: Maak er een gewoonte van om voor je begint te typen de alineamarkering (= muzieknootje) uit het tabblad „Alinea‟ aan te zetten. Dit doe je door er met de linkermuisknop op te klikken:
Op die manier zie je duidelijk waar je een spatie of een nieuwe regel hebt gekozen. Typ de volgende zin:
dit is een eerste les Druk nu wat langer op de letter s Zo krijg je lesssssssssssss Met de Backspace toets kan je de overtollige letters wissen: Telkens kort klikken, want bij het ingedrukt houden van de toets worden meer letters gewist! Typ nu je eigen naam en adres: - een hoofdletter door de Shift toets ingedrukt te houden - een nieuwe lijn met de Enter toets - cijfers met het numerieke toetsenbord; dit zet je aan met de Num Lock toets - allemaal hoofdletters met de Caps Lock of Shift Lock toets. Dat de Num Lock en/of Caps Lock toets aanstaan zie je aan het groene lichtje erboven.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
5
Escape
Tab
Backspace
Insert
Num Lock
Functietoetsen
Numeriek toetsenbord
Spatiebalk
Shifttoetsen
Caps Lock Windows
Alt
Controltoetsen
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
Home
Enter Alt Gr End
Page up
Page down
6
TOETS
Waarvoor dient deze toets? (de schuin gedrukte toetsen komen in onze cursus niet aan bod)
SHIFT CAPS LOCK ENTER DELETE BACKSPACE ALT ALT GR CTRL ESC NUMLOCK HOME END TAB PAGE UP PAGE DOWN WINDOWSTOETS INSERT
Vergelijkbaar met de hoofdlettertoets van een schrijfmachine. Altijd gebruiken in combinatie met een andere toets: vormt hoofdletters of de bovenste tekens op de toetsen met 2 tekens. Zet de hoofdletterfunctie vast. Alle letters worden hoofdletters. Meestal brandt er dan een lampje op het toetsenbord rechts bovenaan. Ook Return genoemd. Hiermee bevestig je een opdracht aan de computer. Bij tekstverwerken begin je met deze toets een nieuwe alinea. Verwijdert letters en andere tekens, rechts van de cursor; de cursor blijft staan. Verwijdert letters en andere tekens, links van de cursor: De cursor gaat een positie naar links en dat teken wordt verwijderd. Deze toets geeft een nieuwe betekenis aan andere toetsen; het computerprogramma bepaalt die betekenis. Altijd gebruiken in combinatie met een andere toets. Met deze toets kan het derde teken dat op sommige toetsen staat getypt worden. Altijd gebruiken in combinatie met een andere toets. Control-toets. Hiervoor geldt hetzelfde als voor de Alt-toets. Het computerprogramma regelt de betekenis. Meestal betekent het „wegwezen‟ of „vernietigen‟. Het breekt een functie af of brengt je een stapje terug. Moet ingedrukt worden om het numerieke toetsenbord (de cijfers rechts) te kunnen gebruiken. Meestal brandt er dan een lampje op het toetsenbord rechts bovenaan. Zorgt ervoor dat de cursor naar het begin van een regel springt. Heeft in sommige computerprogramma’s een andere betekenis. Zorgt ervoor dat de cursor naar het einde van een regel springt. Heeft in sommige computerprogramma’s een andere betekenis. De tabulator doet de cursor naar een volgende kolom of cel springen. Bij sommige toetsenborden staan er op die toets twee pijlen. Gaat een scherm terug in het document. Gaat een scherm vooruit in het document. Hiermee wordt het menu van “start” zichtbaar. Door de toets samen met de letter E in te drukken wordt Verkenner (= Explorer) opgestart. Zorgt ervoor dat een bestaande tekst overtypt wordt, zonder die te wissen. In de balk onderaan staan dan de letters “OVR”. Met die toets ingedrukt kunnen geen woorden tussen een
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
7
bestaande tekst getypt worden.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
8
1.6 Een tekst of tekstdeel selecteren Een tekst die je wil bewerken moet je altijd eerst selecteren. Dat een tekst geselecteerd is zie je aan de witte letters op de zwarte achtergrond.
1.6.1 Eén woord selecteren Ga met de muispijl - die ziet er in de tekst als een verticaal streepje uit - op het woord staan en dubbelklik op de linkermuisknop.
1.6.2 Enkele woorden selecteren Ga met de muispijl juist voor het eerste of na het laatste woord staan. Druk nu de linkermuisknop in en sleep hem over wat je wil selecteren. Laat dan de muisknop los. Lukt dit niet meteen, ga dan eerst met je muispijl in een witte ruimte op je blad staan en klik op de linkermuisknop. Nu kan je opnieuw selecteren zoals hierboven aangegeven.
1.6.3 Eén regel selecteren Plaats de muispijl in de linkermarge naast de regel: er verschijnt een lichtgekleurde schuine pijl. Klik op de linkermuisknop om de regel te selecteren.
1.6.4 Een groter tekstdeel selecteren Plaats de muispijl in de linkermarge naast de eerste regel. Zodra de schuine pijl verschijnt druk je de linkermuisknop in en sleep je hem ingedrukt tot waar je wil selecteren. Laat dan de muisknop los.
1.6.5 Een selectie ongedaan maken (= deselecteren) Heb je per vergissing iets verkeerds geselecteerd, ga dan met de muispijl (verticaal streepje) naast je selectie, dus in het wit deel van je blad staan, en klik op de linkermuisknop.
1.7 Een tekst bewerken Het menu hiervoor staat in het menulint „Start‟, en ook in de „Werkbalk Snelle toegang‟ (zie 2.3) indien “Ongedaan maken” en “Opnieuw” daarin aangevinkt is.
Heb je iets op een verkeerde plaats getypt of een verkeerde bewerking uitgevoerd, klik dan op
. Is er daardoor te veel verdwenen, klik dan op
.
Met de andere bewerkingen kunnen tekstdelen verplaatst of gekopieerd worden. Hoe dit gebeurt leer je later (zie p. 24, pt. 2.7.5 en p. 25, pt. 2.7.6).
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
9
Met de gegevens uit het tabblad „Lettertype‟ van het menulint „Start‟ kan een ingetypte tekst of tekstdeel een andere lay-out krijgen. Door met de muispijl op één van de pictogrammen te staan, zie je welke bewerking er gebeurt als je erop klikt: door op „B‟ (= Bold of vet) te klikken zal de geselecteerde tekst vet staan:
. LET OP: wat je wil bewerken moet geselecteerd zijn !
1.7.1 Een andere lettergrootte kiezen Selecteer eerst je naam en volledig adres. Ga naar het cijfer dat de lettergrootte aangeeft (hier 12) en klik op het pijltje ernaast. Kies daar 16 en klik erop.
Resultaat: Jan
Janssens Jan van Gent Straat 44 9000 GENT
1.7.2 Een ander lettertype instellen Selecteer je naam. Ga naar het lettertype (hier Times New Roman) en klik op het pijltje ernaast. Kies daar Comic Sans MS en klik erop.
Resultaat: Jan
Janssens
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
10
1.7.3 Een tekst in het vet plaatsen Selecteer het postnummer en de gemeente uit je tekst in lettertype 16. Ga in het tabblad “Lettertype”naar B (= Bold: vet) en klik erop.
Resultaat:
9000 GENT
1.7.4 Een tekst onderstrepen Selecteer het postnummer en de gemeente uit pt. 2.7.3. Ga in het tabblad “Lettertype” naar U (= Underline: onderstrepen) en klik erop.
Resultaat:
9000 GENT
1.7.5 Een tekst kopiëren Met het tabblad „Klembord‟ van het menulint „Start‟ kunnen tekstdelen verplaatst of gekopieerd worden. Selecteer het volledige gewijzigde adres en klik in het tabblad „Klembord‟ op “Kopiëren”:
Opmerking: Zonder selectie krijg je een menu waarin je “Kopiëren” niet kunt aanklikken. Ga nu met de muispijl naar de plaats in de getypte tekst waar de gekopieerde tekst moet komen en klik daar op de linkermuisknop, zodat de cursor verschijnt.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
11
Moet de gekopieerde tekst onder de getypte tekst komen, ga dan naar het einde van de tekst en klik daar op de linkermuisknop, zodat de cursor verschijnt. Druk nu op de Enter toets. Als je cursor juist staat, klik je in het tabblad „Klembord‟ op “Plakken”. Resultaat: de geselecteerde tekst verschijnt nog een keer.
1.7.6 Een tekst verplaatsen De werkwijze is dezelfde als om te kopiëren, maar je klikt nu in het tabblad „Klembord‟ op “Knippen” in plaats van op “Kopiëren”. Resultaat: de geselecteerde tekst staat niet meer waar hij eerst stond, maar verschijnt nu waar hij “geplakt” wordt. Opmerking: De tekstdelen die geselecteerd worden om te verplaatsen of te kopiëren gaan naar het klembord en blijven daar tot de computer afgesloten wordt. Het klembord kan als taakvenster op het scherm verschijnen. Zo kan je voordien geselecteerde tekstdelen opnieuw “plakken”. Om dit taakvenster te sluiten klik je op het kruisje naast “Klembord”.
1.7.7 Een tekst in cursief zetten Selecteer het gekopieerde adres en klik op de I. Zo krijg je een schuin lettertype.
Resultaat: Jan
Janssens
Jan van Gent Straat 44 9000 GENT
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
12
1.7.8 Een tekst in kleur zetten Selecteer je familienaam uit het vorige adres. Klik op het pijltje naast A en kies de gewenste kleur door er met de muispijl op te klikken.
1.7.9 Een tekst centreren Kopieer het adres opnieuw en selecteer het. Klik op
Resultaat: Iedere lijn staat in het midden van het blad.
Jan Janssens Jan van Gent Straat 44 9000 GENT Opmerking:
Op die manier kan tekst ook links of rechts uitgelijnd, of over de volledige breedte van het blad verdeeld worden. Probeer dit uit door op de pictogrammen naast “Centreren” te klikken.
1.8 Een tekst doorbladeren Door je adres zo dikwijls te kopiëren, zal je al meer dan één pagina tekst hebben. Op welke pagina je werkt en hoeveel pagina‟s je tekst heeft, zie je onderaan het scherm in de statusbalk (= witte balk net boven de taakbalk).
Een tekst doorbladeren kan op verschillende manieren.
1.8.1 Met de schuifbalken werken Helemaal rechts in het venster is er een blauwe verticale balk met boven- en onderaan 2 pijltjes. Daartussen is er een wit schuifbalkje. Zet de muispijl op dit schuifbalkje. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep het naar boven of beneden. Daardoor verschuift de tekst in het venster. Hetzelfde resultaat bekom je door met de linkermuisknop op de kleine blauwe pijltjes in de verticale balk te klikken, maar dit gaat minder vlug dan met het schuifbalkje.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
13
Door op de dubbele zwarte pijltjes onderaan de verticale balk te klikken, springt de tekst naar de vorige of volgende pagina. Onderaan de pagina is er ook een lichtblauwe horizontale schuifbalk. Die werkt op dezelfde manier.
1.8.2 Met het muiswieltje werken (= scrollen) Draai aan het muiswieltje zonder op de muis te duwen: zowel de tekst als het schuifbalkje aan de zijkant van het venster bewegen mee. Tekst verticaal verschuiven gaat zo het vlugst.
1.9 Een tekst uitprinten Vooraleer een tekst uit te printen vraag je best een afdrukvoorbeeld. Dit kan in de menubalk Snelle toegang bovenaan links op het scherm:
Als het pictogram daar niet staat, klik dan op het pijltje rechts in de kleine werkbalk. In de lijst „Werkbalk Snelle toegang aanpassen‟ vink je “Afdrukvoorbeeld” aan:
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
14
Dit geeft volgend resultaat:
Indien het document in orde is klik je op de Office-knop bovenaan links op het scherm en het volgend menu verschijnt:
Kies voor Afdrukken. Het volgend venster wordt geopend:
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
15
Bovenaan zie je de Naam van de ingestelde printer. Bij Afdrukbereik zijn er drie mogelijkheden: - Alles afdrukken - Huidige pagina: de pagina waar de cursor staat bij het doorgeven van de opdracht - Pagina‟s: de juiste paginanummers intypen. “Alles afdrukken” is de standaardinstelling; wil je één van de andere mogelijkheden, dan moet je eerst op het knopje ervoor klikken. Het Aantal exemplaren staat standaard op 1. Door op het bovenste blauwe driehoekje ernaast te klikken kan je dat wijzigen. Druk tenslotte onderaan op “OK”. Afdrukken kan ook via het pictogram uit de werkbalk “Snelle Toegang”. Als je op het pictogram klikt, krijg je het venster van hierboven.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
16
1.10 Een document bewaren Het is meestal de bedoeling om een opgemaakt document te bewaren. Dit doe je door op de Office-knop te klikken en te kiezen voor “Opslaan als …”
Zo krijg je het venster “Een kopie van het document opslaan”:
Belangrijk: Alleen als je kiest voor Word 97-2003-document zullen gebruikers van de lagere versies van Office dit document kunnen openen en lezen. De eerste maal dat je iets wil opslaan klik je daarom onderaan het scherm op “Opties voor Word”. Klik in het scherm dat nu verschijnt in de linkerkolom op Opslaan. Het volgend venster verschijnt:
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
17
Klik op het pijltje naast “Word-document” en selecteer in het rolmenu dat verschijnt “Word 97-2003-document”. Klik dan onderaan het scherm op OK. Nadien zal VISTA automatisch het bestandstype “Word 97-2003 document” voorstellen. Opmerking: Een document, oorspronkelijk als een gewoon Word-document bewaard, kan altijd opnieuw bewaard worden als een Word 97-2003-document. Het wijzigen van het soort document gebeurt via het pijltje op het einde van de tekstbalk “Opslaan als” onderaan het scherm. Door op dit pijltje te klikken verschijnt er een uitrolmenu. Daar kan dan gekozen worden voor Word 97-2003-document:
In het balkje naast Bestandsnaam verschijnen automatisch de eerste woorden van je tekst. Die zijn blauw, dus geselecteerd. Is dit niet zo, selecteer ze nu:
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
18
Geef het document een zinvolle en unieke naam, bij voorkeur in hoofdletters, en klik dan onderaan op Opslaan. Na het opslaan staat in de titelbalk, naast de naam van het bestand, tussen haakjes “Compatibiliteitsmodus”. Zo zie je dat het document opgeslagen is als een Word 972003-document:
1.11 Een document sluiten Dit doe je door op de Office-knop te klikken en in het menu dat nu verschijnt te kiezen voor “Sluiten”. OPMERKING: Wanneer je in je document zelf het knopje X (rechtsboven in je scherm) gebruikt, zullen alle op dat ogenblik geopende Word- documenten afgesloten worden.
Als je document al een naam heeft, krijg je nu soms het volgend scherm:
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
19
Door op “Ja” te klikken worden de nieuwste wijzigingen bij het sluiten opgeslagen. Door op “Nee” te klikken sluit je het document zonder de wijzigingen te bewaren. Door op “Annuleren” te klikken sluit je het document niet en kan je er verder in werken.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
20
1.12 Een bestaand document openen Klik op de Office-knop en kies “Openen” in het menu dat verschijnt. Je kunt ook op het pictogram met het mapje Openen in de „Werkbalk snelle toegang‟ klikken.
Je krijgt volgend venster:
In de adresbalk zie je de map “Documenten”. In deze map zit alles wat reeds opgeslagen werd. De documenten staan vermeld in het witte vlak daaronder. Aan de pictogrammen zie je dat er een „Word‟-document bij is. Selecteer het „Word‟-document ADRESSEN en klik dan onderaan op “Openen”.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
21
1.13 Een nieuw document openen Klik op de Office-knop en kies “Nieuw” in het menu dat verschijnt. Je kunt ook op het pictogram met het lege blad in de „Werkbalk snelle toegang‟ klikken.
Onbegrensd - Initiatiecursus computergebruik – WINDOWS VISTA
22