15•01
Personeelsmagazine
rij K Niet alleen in Emmaüs…
Inhoud Mijn oog viel op een schilderij, Inspirerend symposium
2
ik zag twee mannen tafelen tussen hen lichtte vaag
Zonder technologie staat de wereld stil
3
Je moet altijd verder willen komen
4
Waar excellent de standaard is
6
zat tegenover mij
Lovend over de MacBook
7
en ik besefte
Hoe is het nu met Christian Deen
9
Hij was bij hen
Soepele start KDV De Repelaer
11
nog Zijn gezicht, zij zagen het niet meer maar Hij
maar is ook hier nog elke dag erbij.
Coby Poelman-Duisterwinkel
Noorderlicht en Anne Frank samen verder
14
Voor ieder kind de beste plek
16
Bij Eden draait alles om de kern
18
Meer speelplezier op het schoolplein 20 Pas aan het werk bij H3O
22
Annelies: Zo donker
24
College viert haar eeuwfeest uitbundig. Honderd jaar word je tenslotte maar één keer. Naast een gedenkdienst, een fraai jubileumboek, het Groot Insula Dictee, culturele en sportieve evenementen, een feestavond en een dagje Efteling was het op 17 februari opnieuw raak met een breed opgezet symposium. “De cognitie, de kenniscomponent mag natuurlijk niet ontbreken op een havo/vwo school als de onze,” zegt directeur Marien Smits in zijn welkomstwoord tot de genodigden en het docenten-team. “We
Met het woord ‘symposium’ is de link met de antieke wereld snel gelegd. Griekse filosofen als Plato en Socrates dachten net als de Romein Seneca vanuit een gedeelde horizon: liefde voor de wijsheid als hoogste deugd. Die deugd was hun drive om symposia op te zetten, waarbij alles draaide om de dialoog, elkaar uitdagen door de juiste vragen te stellen. Het motto van het Insula-symposium ‘Klaar voor de volgende 100 jaar’ geeft de bedoeling aardig weer. Het gaat over de toekomst van het onderwijs. Vooruitkijken om, net als bij het autorijden, tijdig te anticiperen op wat eraan komt. Wat vraagt deze tijd van de school, hoe kan zij leerlingen het beste toerusten en wat hebben zij nodig om later een waardevolle bijdrage aan de samenleving te kunnen leveren? De twaalf gastsprekers verrassen de deelnemers met tal van behartenswaardige uitspraken en waardevolle insights in ICT-innovaties, talentontwikkeling, de inspirerende rol van docenten en directie bij het streven naar excellentie en nog veel meer.
hebben voor dit symposium tal van talenten geselecteerd, sprekers van klasse. Zij zullen vandaag onze gidsen zijn op weg naar de eeuw die voor ons ligt. Dit wordt een bijzonder leerzame dag.”
Wouter Sanderse mag als ‘Socrates van de dag’ het symposium aftrappen met zijn referaat ‘Leren voor het leven’. Waar dient het onderwijs eigenlijk voor? Dat is de centrale vraag in het referaat van deze filosoof en ethicus. Veel in het onderwijs is aan het verschuiven. Dat is altijd al zo geweest. Voortdurend zien we een slingerbeweging, waarbij de ene keer het accent ligt op de resultaten bij de hoofdvakken, een andere keer op de brede persoonlijkheidsvorming van de leerling. Vandaag de dag worden de zoge-
Kinderen die nu op school zitten komen over 10 à 15 jaar op de arbeidsmarkt. We weten niet precies hoe de wereld er dan uitziet, al is er gelukkig altijd wel enige continuïteit. Met de genoemde vaardigheden en attitudes kunnen jongeren te zijner tijd prima uit de voeten in de moderne maatschappij, zo is de gedachte. “Toch missen de 21st century skills iets essentieels,” stelt Sanderse, “ze missen een moreel kader. Een slecht mens kan immers net zo goed over deze skills beschikken, creatief en communicatief zijn of kritisch kunnen denken. Daarom verwachten wij van jonge mensen dat zij de skills ten goede inzetten. De 21ste eeuwse vaardigheden zijn dus niet waardenvrij.” De meeste 21-eeuwse vaardigheden zijn trouwens niet zo nieuw als hun naam doet vermoeden, behalve dan natuurlijk de ICT-vaardigheden. Al bij Socrates, Seneca en anderen zien we onder andere termen veel van die skills terug. Veel klassieke filosofen zien een goed betekenisvol leven als doel, met deugden als wijsheid, moed, rechtvaardigheid, transcendentie, humaniteit en maathouden. Allemaal deugden met een morele lading. ‘Non scholae sed vitae discimus’ luidt een bekende uitspraak van Seneca, niet voor de school maar voor het leven leren wij. Op school kun je veel kennis opsteken, maar het moet toch zeker ook gaan over wijsheid, de goede keuzes weten te maken. Het verleden werkt door; geschiedenis gaat nooit voorbij. Dat is maar goed ook. Het zou dom zijn om in deze tijd van digitalisering alles van het verleden af te fakkelen. Normen en waarden moeten een plek
Het zou dom zijn om in deze tijd van digitalisering alles van het verleden af te fakkelen. naamde ‘21st century skills’ als belangrijke vormingsdoelen gezien, zoals kunnen samenwerken, creatief, probleemoplossend en ICT-vaardig zijn, kritisch kunnen denken, adequaat en snel informatie kunnen delen.
hebben in de school. Kwaliteit en identiteit (uit christelijke en/of humanistische bron) kunnen elkaar versterken. Deugden zijn nog altijd zeer relevant voor de samenleving. Prima dat ze tegenwoordig verwoord worden met positieve begrippen als mindset en flow.
Zonder technologie staat de wereld stil
Inspirerend symposium 2
Het 100-jarige Insula
Danny Mekic’, jurist, zakenman en internetexpert houdt een boeiend referaat over de huidige digitale revolutie. Wat de vlotte spreker drijft is het gevoel dat hij bij een ontwikkeling betrokken is die zich steeds sneller voltrekt. In 1999 had nog maar tien procent van de Nederlanders een mobieltje. Nu groeien jongeren op met een smarthone in de linker en een tablet in de rechter hand. In 2014 waren er op de aardbol meer mensen met een smartphone dan met een tandenborstel. Apple verkocht vorig jaar 250 miljoen slimme mobieltjes, Samsung zelfs 370 miljoen. Een op de elf wereldburgers verkreeg zo’n vernuftig apparaat. Draadloos internet - met straks wereldwijde dekking, op de Zuidpool, in de Sahara of waar dan ook – is naast de smartphone de grootste uitvinding sinds de stoommachine. De razendsnelle ontwikkeling heeft volgens Mekic’ te maken met de wet van Moore: elke 18 maanden worden computerchips 2 keer kleiner, 2 keer sneller en 2 keer goedkoper.
De iphone is voor velen de heilige graal. Hele winkelstraten worden straks verder leeg geblazen door online winkelen. Een pinautomaat heb je niet meer nodig. Een beamer ook niet, als je op elk vlak via een bril beelden kunt projecteren. Slimme scans maken kijkoperaties overbodig, Google en Apple cars komen eraan. Kijk naar het bankwezen, de taxibranche, de hotelwereld, overal ontstaan nieuwe vormen op gang gezet vanuit digitale innovaties. De eerste Steven Jobs scholen in ons land zijn geopend.
Internetexpert Danny Mekic’ komt regelmatig op radio en tv met actueel nieuws uit de digitale wereld. Op het symposium van het 100-jarige Insula College hield hij een referaat over het onderwijs en de digitale revolutie.
De trein is vertrokken en is niet meer tegen te houden. Dreumesen zijn al niet meer weg te houden van de ipad. Het onderwijs moet wel volgen, maar hoe? ‘Niet zoals de digitale school à la Maurice de Hond,”
te brengen Maar alles digitaal is voor mij niet de overtreffende trap van wat goed onderwijs is. Misschien moeten we de helft van de week digitaal gaan werken en de andere dagen op de analoge manier.
Zelfs dreumesen zijn al niet meer weg te houden van de ipad. vindt Danny Mekic’. “Voor mij is dat niet de ideale schoolvorm. Het is verstandig als je de hightech apparatuur regelmatig op ‘off’ zet. Velen zijn verslaafd aan het alsmaar berichtjes en foto’s checken. We moeten kinderen voorhouden daar wat afstand van te nemen, samen met de kinderen daarin een goede balans zien te vinden, ook op school. Het Nederlandse onderwijs is bepaald niet slecht, integendeel, we hebben best veel bereikt. Dat moeten we niet zomaar laten vallen. Wel kan ICT helpen om de leerstof op een aantrekkelijke, effectieve en eigentijdse manier voor het voetlicht
Het gaat om de juiste mix.” Danny Mekic’ is voor vernieuwing. Onderwijsmensen moeten de digitalisering oppakken, maar tegelijk niet te veel veranderen. “Maar jullie moeten er wel mee aan de slag gaan, anders loop je het risico dat Google op een dag belt met de mededeling dat ze hiernaast met een Google-school gaan beginnen, die het volgens hen beter zal doen dan een gewone school. Het onderwijs moet van de school blijven, niet van hard- en software fabrikanten worden. Dan kan er over 100 jaar worden teruggekeken op een zeer succesvolle eeuw.’
3
Je moet altijd verder willen komen
Zwakke basisscholen heeft H3O niet volgens de beoordelingsschaal van de inspectie. Maar al is het basisniveau dan op orde, beter kan het natuurlijk altijd. “Met kwaliteit moet je altijd verder willen,” zo verwoordt bestuursvoorzitter Jitze Ramaker de ingebakken kwaliteitscultuur van H3O. “Voor een professionele organisatie als de onze is het vanzelfsprekend dat we blijven werken aan kwaliteitsverbetering. Ons Strategisch Beleidsplan ‘Voldoende is niet goed genoeg’, voor de periode 2015-2019, is daar duidelijk over.” H3O voegt de daad bij het woord. Naast de gebruikelijke kwaliteitsimpulsen
Diverse kwaliteitsimpulsen zullen door de werkgroep onderwijskwaliteit (WOK) worden geïnitieerd. Intercollegiale visitatie ziet de WOK als een belangrijk instrument voor het verbeterproces. Bij elkaar in de school of klas kijken en evalueren wat je hoort en ziet is een beproefd middel om het eigen werk te verrijken en vooruitgang te boeken. Elkaar bevragen houdt je scherp en inspireert.
komt de stichting met een opmerkelijke start-up: een H3O-beurs voor leerkrachten primair onderwijs die de opleiding Master Special Educational Needs
4
Permanente scholing in steeds meer beroepen Mensen enthousiasmeren en doelgericht sturen op kwaliteit, dat is de brandstof voor een succesvolle organisatie. Bekwame leiders weten met een goed plan – en peptalk op z’n tijd – steeds weer zuurstof in het vuur te blazen. Bestuursvoorzitter en directeuren van H3O pakken het precies zo aan. In het Strategisch Beleidsplan hebben ze een ambitieus doel gesteld: aan het eind van de planperiode in 2019 willen alle basisscholen als ‘goed’ of als ‘excellent’ te boek staan. Een pittige opgave waarvoor de nodige tandjes bijgezet moeten worden.
(SEN) willen volgen.
“Kwaliteitsontwikkeling betreft alle geledingen van H3O, niet alleen de mensen op de scholen,” zegt Jitze Ramaker. “Ik ga binnenkort ook gevisiteerd worden. Dan komen collega-bestuurders bij mij om te kijken of ik het eigenlijk wel goed doe. Met hun adviezen kan ik ongetwijfeld mijn voordeel doen. Aanvullende scholing is een ander essentieel punt. Eenmaal bevoegd betekent niet voor altijd bekwaam. Eisen aan ons werk gesteld veranderen immers voortdurend. In veel beroepsgroepen is permanente scholing heel normaal. Ook ik school me regelmatig bij, met masterclasses bijvoorbeeld. Zelf het heft in handen nemen, werk maken van je beroep doet iedereen goed. Je mag trots zijn op je vak. Kinderen helpen zich optimaal te ontwikkelen, een mooier beroep is er niet.” Complexe vaardigheden beheersen Voor goede en excellente scholen zijn goede leerkrachten en schoolleiders onmisbaar. Om over vier jaar te zijn
waar we willen staan, zal de individuele competentieontwikkeling van de H3O-ers veel aandacht krijgen. Er is de afgelopen jaren al veel gedaan op dit terrein, dus is onze organisatie al een eind op de goede weg. Beginnende leerkrachten krijgen coaching van een mentor om zo sneller door te groeien tot het level ‘basisbekwaamheid’. Een flink aantal leerkrachten is dat kwaliteitsniveau al gepasseerd. Zij beheersen de ‘complexe vaardigheden’, zoals gedifferentieerd op drie niveaus kunnen lesgeven en adequaat kunnen inspelen op een variëteit aan leer- en gedragsproblemen bij kinderen. Landelijk onderzoek laat zien dat zo’n 50 procent van de leerkrachten op dit topniveau functioneert. Dat zal in Dordrecht waarschijnlijk niet anders zijn. H3O wil dat dit percentage veel hoger wordt; idealiter zou iedere leerkracht de ‘complexe vaardigheden’ moeten beheersen. Om het streven naar onderwijs van de bovenste plank een boost te geven, zet H3O een set aan kwaliteitsimpulsen in. Op korte termijn ontwikkelen de directeuren een Kijkwijzer waarmee onderwijsmensen kunnen zien wat ze al kunnen en waar bijscholing nodig is. Dit instrument zal de nodige diepgang geven aan het POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) van de leerkrachten. “Het vergt veel van iedereen,” realiseert Ramaker zich. “We moeten er samen voor willen gaan. Steeds tegen elkaar zeggen waar we naartoe willen en dat vooral blijven volhouden. In de wetenschap dat hoge kwaliteit veel voldoening geeft en het leraarschap nog boeiender maakt.” Master SEN voor wie een sprong voorwaarts wil maken Een belangrijke kwaliteitsimpuls is de H3O-beurs voor de opleiding Master Special Educational Needs, verzorgd door het Seminarium voor Orthopedagogiek. H3O laat er geen gras over groeien. Al in augustus begint een eerste groep aan de tweejarige opleiding, gevolgd door een tweede groep in februari. Hoe lang dit stramien zich herhaalt hangt af van de belangstelling. De masteropleiding is
Bestuursvoorzitter Jitze Ramaker: “De Master SEN opleiding geeft een belangrijke kwaliteitsimpuls aan ons primair onderwijs. Graag nodig ik leerkrachten en IB-ers uit mee te doen.”
een gezamenlijk initiatief van de Dordtse schoolbesturen, dus ook niet-H3O’ers kunnen zich inschrijven. Voor de leerkrachten van H3O gelden de volgende voorwaarden: men moet een benoeming hebben van minimaal 0,5 fte. De studiekosten zijn voor de werkgever, in combinatie met de lerarenbeurs. Master SEN is een gedegen studie die nogal wat inzet en tijd vergt. Daarom krijgen H3O-ers met een taakomvang van minimaal 0,7 wekelijks een dag betaald verlof, als extra stimulans om deze studie te doen. “Nu beschikken onze basisscholen gemiddeld over één leerkracht met Master SEN,” schat de bestuursvoorzitter in. “We willen bereiken dat dat er drie of meer worden. Ik nodig de mensen graag uit mee te doen. Ik ben ervan overtuigd dat collega’s met een masteropleiding een uitstralend effect hebben op het hele school-
team. De opleiding wordt in company aangeboden, in Dordrecht, dus dichtbij huis.” Doelgericht werken in goede gebouwen Opbrengstgericht werken – Jitze Ramaker spreekt liever van doelgericht werken- is een goed middel gebleken om de leerrendementen op te krikken. Zelfreflectie moet op scholen een tweede natuur zijn, net als systematisch doelen stellen, die checken en eventueel bijstellen. Onderwijskwaliteit is: het beste uit elk kind halen. Ervoor zorgen dat alle kinderen kunnen excelleren, op hun persoonlijke niveau uiteraard. Nog steeds gaat talent verloren, zeker bij de grote middenmoot van de leerlingenpopulatie. In Dordrecht ligt het uitstroomniveau iets onder het landelijk gemiddelde. Ramaker: “Dat is spijtig. Dordrecht met zijn sterke
maritieme sector heeft juist alle talenten nodig, op elk niveau. Onderwijs is geen speeltuin. In een prettig pedagogisch klimaat moeten we kinderen prikkelen het maximale uit zichzelf te halen. Een goede school doet dat. Kwaliteit is meer dan prestatie, vorming is een essentieel onderdeel van onze onderwijskwaliteit.” Goede schoolgebouwen dragen evenzeer bij aan onderwijskwaliteit. Daarom maakt H3O zich hard om enkele verouderde schoolgebouwen te renoveren, zoals De Regenboog Noordendijk, De Sterrekijker en de Prins Bernhardschool. Ook het Insula College Halmaheiraplein wordt komend schooljaar up to date gemaakt. Jitze Ramaker spreekt duidelijke taal: “Een goed gebouw is niet alleen kwaliteitsverhogend, het is een basisrecht voor de kinderen en de onderwijsgevenden die er werken.”
5
graag willen etaleren kunnen aankloppen bij de landelijke jury ‘Excellente scholen in het po en vo’. Sinds 2012 bestaat de mogelijkheid om het felbegeerde predicaat ‘Excellente school’ in de wacht te slepen. Jurylid Wim Kaiser geeft er een
De maaiveldcultuur hield lang stand. Excellente leerlingen komen er toch wel, was de gedachte, laten we ons vooral richten op kinderen met achterstanden. Het keerpunt kwam met het onderkennen van de vaardigheden van àlle kinderen. De pedagogische/didactische pluriformiteit in de scholen nam toe. Met bijvoorbeeld verrijkingsopdrachten en plusklassen voor meerbegaafde leerlingen. De overheid sprak een woordje mee in de ontwikkeling van (top)talen-
“Zelfkennis en het vergelijkend vermogen van scholen zijn nog niet zo sterk,” zegt Wim Kaiser, puttend uit zijn ervaring als jurylid. “Sommige scholen onderschatten zichzelf. Ze denken dat ze gewoon hun werk doen, maar ondertussen zijn ze wel steengoed bezig. Andere denken juist excellent te zijn. Hun school is dan wel op orde, maar niet excellent, zo constateren wij nogal eens.” De eisen liegen er dan ook niet om: De resultaten moeten prima zijn. Meer dan
workshop over op het Insula- symposium. “Je school als excellent neerzet-
‘Op excellente scholen heerst een soort flow. Het borrelt en bruist er van ambitie.’
ten was twintig jaar geleden nog ondenkbaar. Het was altijd on-Nederlands om boven het maaiveld uit te steken. De laatste jaren is de acceptatie er wel. Excelleren mag, graag zelfs. Niet alleen excellente leerlingen betere ontplooiingskansen geven, maar bij ieder kind eruit halen wat erin zit is het oogmerk. Om
ten. Vorig jaar verscheen het rapport ‘Passend onderwijs boven de streep’, over excelleren in het primair onderwijs. Ook de inspectie paste haar beleid aan. Keek zij jarenlang vooral naar de risicoscholen, de vijf procent zwakke en zeer zwakke scholen - de rest moest het doen met de kwalificatie ‘voldoende’ bij de inspectie APK - sinds kort zijn er meer onderscheidende beoordelingscategorieën bijgekomen. Ook in andere sectoren zie je instellingen hun best doen voor een goede plaats op de ranglijst.
het ‘voldoende’ op de inspectierapporten. De jury kijkt in de breedte, verder dan alleen de kernvakken. Wereldoriënterende en creatieve vakken, burgerschap en sociale vaardigheden moeten ook goed scoren. En dat niet eenmalig, maar drie jaar achter elkaar. De school moet succesvol kunnen omgaan met de betreffende leerlingenpopulatie, de situatie waarin de school staat. Is de leerwinst groot die met deze leerlingen behaald wordt? Zo kan het zijn dat een vmbo-school beter uit de bus komt dan een gymnasium.
dat goed te kunnen doen moet de school van hoge kwaliteit zijn. Scholen die
Bij veel onderdelen zijn geen toetsgegevens voorhanden. Wim Kaiser: “Dan moet de school ons overtuigen en hun woorden staven met bijvoorbeeld portfolio’s, verslagen of filmpjes. De school moet precies kunnen uitleggen hoe en waarom haar aanpak werkt, bij de leerlingenzorg of de pestaanpak bijvoorbeeld. Hebben ze wel goed zicht op alle leerlingen? Een belangrijk beoordelingspunt is het lerend vermogen van de school, de lerende cultuur. Wil en kan de school zich constant verbeteren en de kansen benutten die zich voordoen? De school moet omgevingsgericht zijn en samenwerken met allerlei instanties. Er moet ook iets zijn waarmee de school zich onderscheidt van andere scholen, bijvoorbeeld met sport, kunstzinnige vorming of digitaal onderwijs. De gekozen innovatie moet een breed bereik hebben, veel leerlingen aangaan. Ook de omgeving moet de school goed vinden, ouders, leerlingen, externe relaties. Om een goed beeld te krijgen wint de jury referenties in. Wat jurylid Kaiser steeds weer opvalt tijdens een schoolbezoek is het enthousiasme en de hechte samenwerking binnen het schoolteam. “Op excellente scholen heerst een soort flow. Zelfbewust en doelgericht werkt men vanuit een zekere beroepstrots aan de gekozen koers. Het borrelt en bruist er van ambitie.”
het geweldig goed doen, verkrijgen met ons predicaat de waardering die ze verdienen. Ze kunnen zich zichtbaar onderscheiden in dat waar ze goed in zijn.”
Bredanaar Wim Kaiser, lid van de ‘Landelijke jury Excellente Scholen in het po en vo’, was voorzitter van een grote onderwijsstichting in Breda en voordien directeur van de Schoolbegeleidingsdienst aan het Papeterspad te Dordrecht (nu CED-groep te Rotterdam).
In de drie jaar dat de landelijke jury bestaat zijn er veel scholen de revue gepasseerd. In 2012 verleende men aan 53 scholen het predicaat, in 2013 aan 76 en het afgelopen jaar aan 106 scholen. De onderscheiding ‘Excellente School’ blijft vanaf dit jaar drie jaar geldig. Goede scholen aarzelen vaak met aanmelden om de markt in hun woonplaats niet te verstoren. “Wat wij als jury geleerd hebben?” luidt Kaisers retorische vraag. “Dat er zoveel verscheidenheid is aan participerende scholen. Alle schooltypen zijn vertegenwoordigd. Er is een goede spreiding naar regio en denominatie. Tot ons plezier zitten er relatief veel vmbo- scholen bij. Ook scholen voor speciaal onderwijs scoren vaak verrassend hoog. Er zijn zoveel terreinen waarop kinderen en scholen kunnen excelleren. Niet alleen cognitief, ook creatief, praktisch, op sportgebied, in de technologie of door de inzet van bijzondere sociale talenten.”
Lovend over de MacBook
Waar excellent de standaard is 6
Scholen die hun kwaliteiten
Sinds de brugklassers van het Insula College geavanceerde laptops gebruiken bij de lessen gaat het snel met het digitaliseringproces op de school aan het Halmaheiraplein. Heel snel zelfs, want de tweedeklassers werken er inmiddels ook mee, terwijl de derdejaars al ongeduldig staan te trappelen om hun fonkelnieuwe MacBooks open te klappen. Hoe waren de eerste ervaringen met het vernuftig apparaat? Krijt vroeg het aan docent Carlijne Rijsdijkvan den Enden en brugklasser Marit. Eén ding was al snel duidelijk: beiden zijn fan.
Bij sommige docenten leidden de vergaande ICT-plannen van Insula College destijds tot gefronste wenkbrauwen. ”Heel begrijpelijk,”zegt Carlijne Rijsdijk. “Als je jaar in jaar uit gewend bent aan een bepaalde stijl van lesgeven, kun je moeilijk het roer ineens finaal omgooien. Dat zal geleidelijk moeten gaan, stap voor stap. De collega’s krijgen daar ook de ruimte voor, wat ik goed vind van onze directie.” Carlijne zelf stond ‘te stuiteren’ toen haar school koos voor ICT-rijk onderwijs, met MacBooks Pro op docentenbureaus en MacBooks Air op de leerlingentafels. Bij de docente Natuurkunde en NLT (natuur, leven & technologie) viel het plan in vruchtbare bodem. Zij had dan ook een fikse voorsprong wat betreft digitale toepassingen in het onderwijs. “Ik kon de laptop-kar gebruiken bij sommige lessen. Fijn, maar wel een gedoe met al die kabeltjes die je moest aansluiten. En dan nu à la minute het hele internet draadloos tot je beschikking, met filmpjes, oefenstof, noem maar op. Het onderwijs differentiëren naar de verschillende ondersteuningbehoeften van de leerling loopt met de MacBook ook veel makkelijker. De mogelijkheden zijn groot en er komen er steeds meer bij.” ICT-zaken zijn Carlijne van jongs af aan met de paplepel ingegeven. Haar vader Wout van den Enden was naast leerkracht in het basisonderwijs een ware pionier op ICT gebied. Veel H3O-ers hebben bij hem een computercursus gevolgd. “Ja, de appel valt dus niet ver van de boom,” zegt Carlijne met een brede lach. “Maar voor wie weinig affiniteit heeft met de digitale wereld is de inzet van de Mac best een grote overgang. Toch schat ik in dat de voordelen de meeste mensen snel duidelijk zullen worden.” Brugklasser Marit zou niet meer terug willen naar de periode voor Kerst, toen ze nog met een zware boekentas naar school ging. “Dat gesjouw is nu verleden tijd. Ik hoef alleen mijn schriften en de laptop mee te nemen. Mijn tas is een stuk lichter geworden, wat een groot voordeel is. Alle lesboeken staan nu ingescand op de Mac.” Marit is als kind van deze tijd gewend om te gaan met iPhone, iPad, computer of laptop. De Mac had ze in een handomdraai onder de knie. Word, excel,
7
‘Zelf content samenstellen is tijdrovend, maar erg leuk om te doen. Dat maakt alles goed.’ is soms te traag. Daar wordt aan gewerkt, hoorde ik. Dat mag ook wel, want straks telt de school nog veel meer gebruikers. Ik laad mijn laptop altijd ‘s nachts op. Daarmee kom ik makkelijk de schooldag door. Na de lessen zit er vaak nog dik 70 procent energie in de batterij. De laptop vind ik handiger en leuker dan lesboeken. Ik kan snel iets op internet raadplegen. Met tekeningen en filmpjes erbij snap ik de stof beter. Ik zie best een groot verschil tussen de leraren, de een doet al veel meer met de Mac dan de ander. Wat ook leuk is: af en toe mogen we naar muziek luisteren tijdens ons werk. Wel altijd met één oordopje uit, zodat je hoort wanneer de leraar je aandacht vraagt.”
tijd in het creëren van eigen content. Niet verkeerd, want zo kunnen ze digitale lesinhouden naar eigen ideeën inrichten. Carlijne Rijsdijk is daar volop mee bezig. Ze maakt bijvoorbeeld filmpjes bij bepaalde gedeelten theorie, die de kinderen thuis alvast kunnen bekijken. “Dat werkt goed. Tijdens de les kan ik me zo meer bezighouden met vragen van de leerlingen. Kinderen die de stof later opnieuw moeten bijspijkeren
maar straks weten we direct de resultaten en dat scheelt heel wat corrigeertijd. Bij elk kind kan ik er persoonlijke feedback bij zetten. Zelf content samenstellen is tijdrovend, maar erg leuk om te doen. Dat maakt alles goed.” Met Wifi als basisvoorziening maakt het Insula College een sprong voorwaarts. Carlijne: “Dankzij het worldwide web kunnen we bijvoorbeeld gemakkelijk meedoen aan internationale projecten, zoals informatie delen met andere scholen in Europa. Zo gaan onze leerlingen In het kader van veilig internetten onderzoeken wat ze over een onbekende leerling ergens in Europa op internet te weten kunnen komen. En andersom gaat een leerling uit een ander land op zoek naar gegevens over een Insula leerling, met alleen de naam als houvast. Het project leert kinderen voorzichtig te zijn met internet. Zet er geen dingen op waar je spijt van kunt krijgen.” Belemmert de Mac de communicatie tussen docent en leerling? Carlijne en Marit schudden alle twee het hoofd.
Marit had haar Mac in een handomdraai onder de knie. hebben ook profijt van die filmpjes. Morgen krijgen mijn brugklassers hun eerste digitale diagnostische toets. Het kostte tijd om zo’n toets maken,
8
Docente Carlijne Rijsdijk - van den Enden en brugklasser Marit zijn heel blij met de MacBooks die sinds kort de lessen op het Insula College (Havo/Vwo) verrijken.
Het contact lijdt er niet onder. De meeste docenten beginnen de les trouwens met een gesloten MacBook, totdat het sein op groen gaat. ICT-rijk onderwijs waarmaken is een grote operatie, waarbij de school nog maar aan het begin staat. Ongetwijfeld gaan de docenten zich meer en meer oriënteren op interactieve software, cursussen volgen en veel van elkaar leren. Carlijne Rijsdijk heeft zich met enkele collega’s aangemeld voor de cursus ‘iBook Author’. Daar leert ze uitdagende leer- en doeboeken samen te stellen met teksten, videobeelden, 3D-figuren en interactieve grafieken. Ze kijkt ernaar uit. Ook thuis maakt Marit veel gebruik van haar Mac. Huiswerk maken wisselt ze af met muziek luisteren, filmpjes kijken en chatten. “Ik chat ook over schoolzaken hoor, bijvoorbeeld als ik een vraag heb over mijn huiswerk. Huiswerk noteer ik nu nog in zo’n leuke papieren schoolagenda. Volgend jaar hoef ik die niet meer te kopen. Dan zit het allemaal op de Mac.”
Christian Deen
Veel lesmaterialen op de Insula Macs zijn nu nog PDF-files van ingescande studieboeken. Dat is statisch en weinig interactief, zodat je bijvoorbeeld de werkboeken niet kunt invullen. Wel kun je eigen notities plaatsen bij de leerstof. Het statische karakter zal meer en meer gaan verdwijnen, als de docenten binnenkort kunnen gaan shoppen bij educatieve uitgeverijen. Sommigen steken trouwens nu al veel
Hoe is het nu met
powerpoint, surfen op internet, downen uploaden, het meeste had ze op de basisschool en vooral thuis al van haar vader geleerd. Iedereen dezelfde laptop – alleen het formaat en de kleur van de hoes kan men kiezen - is een verstandige zet. Het voorkomt scheve gezichten tussen de leerlingen. De Mac van Marit werkt prima en is heel stabiel. Alleen wat Wifi betreft, kan de vlag nog niet uit, vindt zij. “Dat
Chris Deen: “In wil mezelf blijven uitdagen, ook in mijn dagelijks werk. Daarom studeer ik nu in mijn vrije tijd HBO. Ik doe daar steeds weer interessante ideeën op.
Christian Deen (1984) bijt het spits af in deze nieuwe rubriek ‘Hoe is het nu met…’. De oud-leerling van De Sterrekijker en het Insula College heeft zijn blonde krulletjes van vroeger verwisseld voor een uiterst kortgeknipte kruin. Toch herken je hem na vele jaren nog meteen aan zijn smile en vlotte babbel. De 30-jarige Dordtenaar heeft niet te klagen. “Ik heb een leuke vriendin, een eigen huis en een vaste baan. In mijn vrije tijd doe ik nu de avondHBO werktuigbouwkunde. Zo bereik ik toch mijn ultieme doel, al was de aanloop ernaar toe misschien wat lang. Erg leuk trouwens om wat schoolherinneringen op te halen.”
Het is dertig jaar geleden dat je in de luiers lag. Vier jaar later in 1988 ging je naar De Sterrrekijker. “Klopt. Heel spannend natuurlijk voor een kind van vier. Juf Beekman van de kleuters herinner ik me nog goed. Mevrouw Saat van groep 7 vergeet ik ook nooit meer, zij was iemand met een sterke persoonlijkheid. Ik weet ook nog dat juf Marja Besjes haar sleutelbeen brak bij een auto ongeluk op de Laan der VN. Dat maakte veel indruk op de klas en mij, te meer daar we haar een tijd moesten missen. De gezellige onder-ons feesten met mooie optredens van kinderen, de Sterrekijkerfeest-dagen voor de hele wijk, de afscheidsmusical in groep 8 - ik was glazenwasser, staat me bij - , het schoolkamp in Garderen met een spannende vossenacht en dropping. Ze staan in mijn geheugen gegrift. Vakken waar ik een hekel aan had waren er niet. Ik heb enorm veel kinderboeken gelezen. Ik was namelijk snel klaar met mijn taken, te snel denk ik, en dan mocht ik een boek uitzoeken achter in het lokaal. Topografie vond ik het leukst. In de bovenbouw kregen we voor het eerst twee computers in de klas, waar je een diskette in kon steken om topo te oefenen. Spelen op het plein deed ik graag, was gek op rennen. Ja, er moesten nogal eens pleisters geplakt worden. Een heel druk mannetje was ik, een ongeleid projectiel zeg maar, maar nooit kwaadwillend hoor.”
9
Christian op de Sterrekijker. Tweede van links, naast juf Wilma.
10
Je vond het tijd om in ander water te gaan zwemmen. Je ging op het Da Vinci College voor MBO Techno design. De school profileerde zich met ‘probleemgestuurd onderwijs’. Wat hield dat in? “Het was een nieuw onderwijsconcept waar Da Vinci als eerste in ons land een pilot mee begon. Nou, dat werd dus veel experimenteren en de pilot flopte gigantisch. Het idee achter probleemgestuurd onderwijs is goed - het wordt niet voor niets nog vaak toegepast - maar destijds haperde de uitvoering enorm. Je ging uit van een probleemcasus, waar je informatie bij moest zoeken om de oplossing te vinden. Daarvoor kwam ik ook vaak op bedrijven. Best interessant, maar de broodnodige theoretische verdieping kwam er niet. Een wankele basis om straks te gaan scoren bij het eindexamen. Veel leerlingen modderden maar wat aan, ik ook. Daarom ben ik toen geswitcht naar het Baronie College in Breda. Daar kreeg je gewoon klassikaal MBO. De basale dingen, alles in control voor mij. Daar voltooide ik in twee jaar zonder slag of stoot de opleiding MBO-werktuigbouwkunde.”
Daarna vond je het tijd om werk te zoeken. Lukte dat snel? “Ik begon als technisch tekenaar in de ‘piping’, de sector pijpleidingen in de petrochemie. Via de uitzendbranche werd ik gedetacheerd bij verschillende bedrijven voor korte en langere opdrachten. Zo kwam ik terecht bij ExxonMobil in de Botlek, waar ik na ruim twee jaar een vaste aanstelling kreeg. Op die raffinaderij werk ik nog steeds als groepsleider van de tekenkamer. Zo’n raffinaderij is eigenlijk een grote scheikunde-set. Alle leidingen en pijpen moeten exact op tekening staan. Ook moeten we nieuwe leidingen uitzetten conform alle richtlijnen. Op dit moment ben ik tevreden met mijn werk, al probeer ik wel verder te komen.” Ben je daarom aan de avond-HBO begonnen? Heb je er geen spijt van dat je vroeger de havo-afslag niet genomen hebt? “Ach nee, terugkijken heeft weinig zin. Mijn lichte vorm van adhd zat me natuurlijk in de weg. Maar daar is prima mee te leven hoor. Ik zit goed in mijn vel en ik weet dat er volop mogelijkheden zijn. Ik ga ervoor!”
Soepele start KDV De Repelaer
Met een mavo/havo advies begon je aan het voortgezet onderwijs op het Insula College aan de Koningstraat. Zag je het voortgezet onderwijs als een wenkend perspectief? “Zeker, je bent 12 en net als iedereen in de achtste groep leef je ernaar toe. Het advies van de basisschool klopte wel. Met meer inzet was de havo vast gelukt, maar het werd mavo. De eerste jaren gingen perfect, ik haalde tienen. Maar in klas 3 moest er wel een blokkade overwonnen worden. Kijk, het was toen vaak druk in mijn hoofd, ik kon me moeilijk concentreren. En als dan de cijfers tegenvallen, krijg je tabak van het schoolwerk. De huisarts die erbij werd gehaald schreef me Ritalin voor. Daarmee liep het weer als een zonnetje voor mij, met het mavo diploma als resultaat. Toen verder in havo 4 aan het Halmaheiraplein. Thuredrecht heette de school toen. Dat was geen gloriejaar voor mij. Ik vond daar alles leuk behalve die lange stroom aan leervakken. Kort en goed: na een jaar ben ik daar gestopt.”
Er zijn nog maar weinig basisscholen die zich kunnen profileren met een volledig geïntegreerd kinderdagverblijf (kdv). De Repelaer aan de Standhasenstraat kan dat vanaf januari 2015 wel. “Het heeft moeite gekost, maar nu hebben we dat toch maar mooi bereikt,” stelt directeur Ruurd Bijlsma tevreden vast. Dat het zal aanslaan bij de ouders in de wijde schoolomgeving, daarvan is hij overtuigd. In kdv De Repelaer is het een feest om te spelen en te leren. Daar staan de mensen die er werken borg voor, stuk voor stuk kinderleidsters pur sang.
Moeilijke tijd De kinderdagopvang heeft door de economische crisis moeilijke jaren achter de rug. De groei en bloei die enkele jaren terug werd verwacht bleef uit. Her en der moesten instellingen de deuren sluiten. “Ook bij ons liep de belangstelling terug,” vertelt Annelieke van Daalen, coördinator bij de sector Peuterwerk& Kinderopvang van H3O. “Nu is de rust terug en de situatie weer stabiel. Het dagverblijf in De Repelaer is eigenlijk een voortzetting van Eigenwijs, een kdv-locatie van H3O aan de Vriesestraat. Dat pand werd te duur voor ons. Het bood ruimte aan drie groepen, terwijl er op het laatst nog maar eentje draaide. We wisten dat we daar weg moesten, maar lange tijd was het onduidelijk waarheen. Het werd De Repelaer.” Dik voor elkaar Directeur Bijlsma is al eerder in de
race geweest om een kdv in zijn school te integreren. Een paar jaar geleden namelijk, toen Villa Volta het Leerpark moest verlaten, werd op de Repelaer een ‘huiskamergroep’ opgezet. Haast zat toen echter de zorgvuldigheid in de weg. Een kdv kun je niet openen zonder gemeentelijke goedkeuring en daarvoor is weer een peiling van de behoefte nodig. Die ontbrak eerst. Maar deze keer leverde een gedegen onderzoek wel de gewenste goedkeuring op. Er bleek in het Land van Valk genoeg belangstelling te zijn voor dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar. Ook de ouders van Eigenwijs hadden geen problemen met de verhuizing. Integendeel. Ze waren onverkort lovend over het beoogde onderkomen in De Repelaer. Een mooie ruimte in het al even fraaie bijgebouw van de school, licht, fris en goed geoutilleerd met spel- en ontwikkelingsmaterialen waar kinderen graag naar grijpen.
11
De locatie is gemakkelijk met de auto te bereiken en er is altijd wel een gratis parkeerplek voorhanden. Een grote geruststelling voor de ouders was, dat de leidsters met de kinderen mee verhuisden. Wel zo vertrouwd voor deze jonge kinderen. De overgang van Eigenwijs naar Repelaer verliep dan ook heel soepel. ‘Hier zitten we goed’ Natuurlijk kwam er veel extra werk op de medewerkers af, maar dat hadden ze er graag voor over. Pedagogisch medewerker Martine de Krijger verwoordt het zo: “Toen we hoorden wat ons nieuwe honk zou worden, kwam er een eind aan een periode van onzekerheid. Voor ons was het een uitdaging om met de verhuizing te beginnen. Verhuisschema’s opstellen
met mensen van het bestuursbureau, inpakken, spullen uitzoeken die weg konden. Er lag heel wat aan verouderde inventaris in het grote pand aan de Vriesestraat. We hebben veel avonden gelopen om
Een vrolijke educatieve omgeving Het nieuwe kdv kan 16 kinderen plaatsen. Op sommige dagen staat de teller nu op 14. Dan zijn er drie leidsters aan het werk, want de leidster-kind ratio is 1 op
De kinderdagopvang heeft door de economische crisis moeilijke jaren achter de rug. alles in orde te krijgen. Hier in De Repelaer draaien we nu pas een paar weken. Voor sommige dingen is het nog een beetje wennen. Zo moeten we onze draai nog vinden binnen het grote team van de basisschool. Met Eigenwijs waren we heel zelfstandig, runden ons eigen tokootje. Hier werken we in groter verband en dat is een verrijking voor ons en de kinderen. Eén ding weten we zeker: dit is een supermooie locatie met een heleboel voordelen.”
6. Rond het brengen ‘s morgens is het spitstijd voor de leidsters: kinderen ontvangen, ouders te woord staan, informatie uitwisselen. Vanaf half 10 wordt het rustiger, gezellig samen aan tafel met sap en fruit. Dan volgt een afwisselend programma met voorlezen, liedjes zingen, knutselen. Lekker spelen binnen en buiten, bij slecht weer in de speelzaal van de school. Tijdens de rust- of slaaptijd kunnen de leidsters het ‘Krabbelboekje’ invullen, zodat
[Vlnr: Lydia van Uden, Rianne Blom, Ruurd Bijlsma en Martine de Krijger. Willemijn den Besten werkte deze dag niet op KDV De Repelaer.
12
‘Nu werken we in een breder verband en dat is een verrijking voor ons en de kinderen.’
ouders kunnen nalezen hoe het met hun kind ging op het dagverblijf. Veel activiteiten zijn hecht verweven rond een thema uit de educatieve methode Puk. “Alles lijkt vast te liggen, maar toch is elke dag weer anders,” zegt Lydia van Uden. “De doorsnee-dag bestaat niet. Dat houdt het juist zo fascinerend voor ons. Naast het vrije spelen, werken we met Puk gericht aan alle belangrijke ontwikkelingsgebieden van kinderen.” Niet weten is geen schande, niet vragen wel Om de voorschoolse educatie een boost te geven, zet H3O mensen in met een hbo-opleiding. Zij coachen de pedagogisch medewerkers van kdv en peuterspeelzaal. Op De Repelaer is deze belangrijke taak bij Annelieke van Daalen in goede handen. Door als team samen te werken aan een effectieve doorgaande lijn (van kdv en psz naar de kleutergroep en verder) krijgen de idealen van Schoolplus meer en meer gestalte.
“Een fantastisch concept,” vindt Ruurd Bijlsma. “De doorgaande lijnen moeten we nog wat scherper trekken. Samen met deze ervaren mensen gaat dat zeker lukken. Voor mij is een kinderdagverblijf nu nog een beetje nieuw. Alle specifieke regelingen ken ik nog niet. Fijn dat ik met mijn vragen bij Annelieke en de leidsters terecht kan.”
13
Noorderlicht en Anne Frank samen verder
14
Twee Dordtse scholen
directeuren en een extern adviseur coördineerde het proces. Al vanaf de eerste bijeenkomst nam de ontwikkeling een vlucht. Medewerkers van de scholen participeerden in gemengde werkgroepen om tal van zaken uit te werken. Er kwamen studiedagen om warm te draaien, ideeën uit te wisselen en plannen te maken voor een sbo met kwaliteit. Heel essentieel, want winnaars hebben een plan, verliezers hebben excuses. “Met die werkgoepen werd het fundament gelegd voor het welslagen van de fusie,” concludeert Nanja. “Teamleden van beide scholen leerden elkaar kennen en waarderen, ze raakten op elkaar ingespeeld. Mooi toch, dat onze adviseurs nu niet meer merken van welk schoolteam iemand afkomstig is? Fijn, dat het zo gaat.”
voor speciaal basisonderwijs, de Anne Frankschool en het Noorderlicht, gaan fuseren. Welke naam prijkt er straks op de gevel van het schoolgebouw aan de Willem de Zwijgerlaan? “Dat weet nog niemand,” zegt beoogd directeur Nanja van Es met brede lach. “We hebben er een prijsvraag voor uitgeschreven. Eerst gaan we eind dit schooljaar afscheid nemen van onze vertrouwde schoolnamen. Pas ergens in augustus,
Directeur Nanja van Es: ‘Ik houd ervan om duidelijk te zijn en wil dat ook graag van anderen.’
tijdens het openingsfeest, volgt de onthulling van onze nieuwe naam. Dan kunnen de vlaggen uit, nu is het nog te vroeg.”
Een scholenfusie is bepaald geen sinecure. Zeker niet als er ook nog eens verschillende schoolbesturen (H3O en SKOBA) bij betrokken zijn. Toch is het samensmeltingsproces verrassend soepel verlopen. Voor komend schooljaar - de officiele fusiedatum is 1 augustus ‘15 - moet nog wel veel worden ingevuld, maar er zwerven geen beren meer op de weg. Eigenlijk was dat nooit het geval, sinds anderhalf jaar geleden het fusieproces op gang kwam. Ook
een ronde was het klaar. Ik kijk uit naar deze nieuwe uitdaging voor mij.” Nadat Nanja van Es in 2012 de touwtjes van het Noorderlicht in handen kreeg, vond ze snel haar draai. Het werk met de groep, wat ze voorheen met veel inzet deed, miste ze niet. Daar had ze sowieso geen tijd meer voor, want al gauw begon het veeleisende fusieproces, terwijl het reguliere werk ook gewoon doorging. Maar werken onder druk vindt Nanja
‘SBO-plus is een succes geworden, waar we heel trots op zijn.’ de benoeming van de directeur van de fusieschool ging soepel. De directeur van de Anne Frankschool had al aangegeven om persoonlijke redenen die functie niet te ambiëren. Niet dat de directeur van Het Noorderlicht nu automatisch doorschoof naar de leidinggevende functie. “Nee, zo werkt dat natuurlijk niet,” zegt Nanja van Es. “Er volgde een gedegen sollicitatieprocedure om mijn kwalilteiten in beeld te krijgen. Ik schreef een brief met mijn motivatie en cv. Het gesprek met de benoemingscommissie verliep voorspoedig, al na
geen probleem. Voor haar is dat juist een uitdaging, een prikkel om extra te presteren. Daarmee geeft de gedreven directeur haar visitekaartje duidelijk af. Al vrij snel zagen beide scholen en hun besturen een fusie als een wenkend perspectief, dat meerwaarde kon opleveren voor het speciaal basisonderwijs. Doelgericht gingen ze aan de slag. Nooit overhaast, want snelheid is de vijand van zorgvuldigheid. Een Stuurgroep – bestaande uit beide bestuursvoorzitters, beide
Ook de ouders denken positief over de komende fusie. Dat bleek wel uit de reacties tijdens de Kerstmarkt, gezamenlijk georganiseerd door de ouderraden van beide scholen; een echte voltreffer. Ouders hebben er duidelijk vertrouwen in. Al zijn ze
uiteraard wel benieuwd wat de fusie concreet voor hun kind betekent en waar het straks komt te zitten. Onder welke bestuursvlag draait straks de gefuseerde school? Twee besturen kan niet, dus één bestuur zou haar school moeten opgeven. Ook dit dilemma werd verstandig aangepakt. Om de goede verstandhouding tussen SKBOBA en H3O niet in gevaar te brengen, werd afgesproken dat het advies van een onafhankelijk extern adviseur bindend zou zijn. Bij dit onderzoek kwam H3O als eerste gegadigde uit de bus, met de daarmee verbonden identiteit. “Wij profileren ons als christelijke school, waar we elkaar accepteren zoals we zijn,“ stelt Nanja. “Natuurlijk zijn er verschillen in geloofsopvattingen tussen de mensen, zoals dat het geval is op andere scholen van ons bestuur. Wederzijdse acceptatie en je welkom voelen vormen de goede basis om samen verder te gaan.” Afstemming. Dat is het goede woord voor wat er de komende tijd staat te gebeuren. De leerkrachten in hun kracht zetten door ze zo goed moge-
lijk te verdelen over de groepen. Het jaarprogramma van beide scholen in elkaar schuiven. De leiderschapsstijl zal misschien voor sommigen ook wennen zijn. Nanja: ‘Je vormt een nieuwe groep en dan kijk je naar de groepsprocessen waarin je moet investeren.” Wat in de nieuwe school zeker gecontinueerd zal worden is de groep ‘SBOplus’, een pilot van het Noorderlicht in samenwerking met het samenwerkingsverband. Voorheen was dat de zogenaamde Rugzakgroep, maar rugzakjes (negatieve term trouwens) bestaan niet meer. De groep bestaat uit kinderen met een so-indicatie die dankzij een speciale setting toch goed op hun plaats zitten in het sbo. SBO-plus is voor Nanja en haar mensen een ontwikkeling om te koesteren. Het geeft het sbo bovendien een steviger basis. “Dit initiatief is een succes geworden. Dit is wat wij verstaan onder passend onderwijs. Het heeft dan ook officieel de status van een arrangement gekregen. Het loopt gewoon goed, we zijn er heel trots op.”
Eden krijgt de ruimte Hier aan de Willem de Zwijgerlaan zijn nu Het Noorderlicht en de Anne Frankschool (rechts) gehuisvest. Straks na de fusie komt het schoolgebouw van Anne Frank vrij. Het zal plaats bieden aan evangelische basisschool Eden. Eden kijkt uit naar de komende verhuizing. De groeiende school kampt met ruimtegebrek in een verouderd schoolgebouw in Krispijn. 15
Voor ieder kind de beste plek
Passend onderwijs is misschien niet het meest populaire gespreksonderwerp op de onderwijsvloer. Maar Yvette van Hoof en Wim Kolthof praten er graag en gepassioneerd over. Dat bleek wel tijdens het vraaggesprek dat Krijt met hen had. Van Hoof is sinds kort directeur van het nieuwe Samenwerkingsverband Passend
Rijk aan ervaringen in de leerlingenzorg Per 1 augustus 2014 werd de Wet Passend Onderwijs van kracht. Bestaande samenwerkingsverbanden (swv) – veelal naar denominatie samengesteld – werden opgeheven. Bredere verbanden, bestaande uit alle scholen (openbaar en bijzonder, regulier en speciaal) kwamen ervoor in de plaats. Zoals in onze stad het nieuwe swv ‘Passend Onderwijs Dordrecht’. Juridisch zijn het twee verbanden, eentje voor het primair en het andere voor het voortgezet onderwijs, elk met een eigen bestuur. Zo is H3O-bestuurder Jitze Ramaker tevens bestuurvoorzitter van de vo-
zaken die beide schoolsoorten aangaan. Aan ons de taak om alle schoolbesturen, de 43 basisscholen en de 14 v(s)o scholen hecht te laten samenwerken.” Yvette van Hoof, begonnen in het basisonderwijs, was twaalf jaar verbonden aan een regionaal expertise centrum als leerkracht en directeur. Na enkele interim-klussen bij het BMC adviesbureau, kreeg zij per 1 december 2014 de leiding van het Dordtse swv. “Leuk dat ik zo nog steeds met een been in de onderwijspraktijk blijf staan. Ik heb ook hier veel contacten met mensen van de werkvloer, met IB-ers bijvoorbeeld. Elke week probeer ik op schoolbezoek te gaan.”
Onderwijs Dordrecht. En Kolthof fungeert er als beleidsmedewerker en voorzitter van het Loket, de plek waar in overleg met de participanten passende arrangementen voor zorgleerlingen tot stand komen.
‘Wij moeten voorkomen dat kinderen tussen wal en schip vallen.’ poot. “Maar in de praktijk functioneren we als één samenwerkingsverband,” legt de directeur uit. “In operationele zin zijn we dus één. Dat is belangrijk voor de doorgaande lijn van po naar vo en voor
Wim Kolthof werkte vanaf 1980 bij het Insula College, waar hij jarenlang zorgcoördinator was van de locatie Leerpark. In 2008 stapte hij over naar het swv voortgezet onderwijs en met ingang van 1
Yvette van Hoof, directeur van het swv, en Wim Kolthof, beleidsmedewerker en voorzitter Loket, voor een fraaie afbeelding van de stad waarnaar hun organisatie genoemd is.
augustus jl. ging hij aan de slag bij het nieuwe swv. De voorbereidingstijd was kort en er moesten heel wat tandjes bijgezet worden om het nieuwe bestel op poten te zetten. “We hoefden gelukkig lang niet bij nul te beginnen,” vertelt Wim. “De leerlingenzorg in Dordrecht was binnen het voorgaande samenwerkingsverband zeker geen kommer en kwel. Integendeel: vast staat dat we het in het verleden in Dordrecht best
po en vo. De term duidt ook op de beoogde samenwerking tussen onderwijs en de zorgcomponent, de sociale teams en jeugdteams in Dordrecht. Door de zorg erbij te betrekken kunnen we beter voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van het kind. We willen voorkomen dat kinderen tussen wal en schip vallen. Dat is de meerwaarde van onze integrale aanpak.”
16
‘We hebben in Dordrecht veel meer in huis dan we vaak weten.’ goed hebben gedaan en daar mogen wij nu op voortborduren.” Samen op weg naar het ideaal Integraal, thuisnabij, preventief, arrangeren. Die woorden zouden ze bij het swv het liefst met CapsLock typen. Want ze geven stuk voor stuk de kerndoelen van hun organisatie weer. “Integraal houdt in dat we een onderwijscontinuüm willen creëren,” zegt Yvette. “Een doorgaande lijn van voorschoolse educatie naar
‘Thuisnabij’ was en is een ander principe van het swv. Geen kind in een andere stad naar school, zolang de voorzieningen ook lokaal aanwezig zijn. Zoveel als kan in de eigen sociale omgeving naar school. De nieuwe sociale wijkteams sluiten aan bij dit beleid. Het swv wil preventief werken, niet curatief zoals voorheen nogal eens het geval was. Wim Kolthof: “Vroeger werden zorgkinderen vaak tot het uiterste binnenboord gehouden. Erg laat werd het pro-
bleem dan op het bordje van het swv geschoven. Nu proberen we veel eerder bij het zorgproces betrokken te zijn. Vanuit ons Loket willen we de kwaliteit van de ondersteuning op de scholen verbeteren. Bijvoorbeeld door ‘begeleiders passend onderwijs‘ in te zetten, de vroegere ambulante begeleiders van het so.” Wim doet zijn best om ouders een gelijkwaardige rol binnen het zorgproces te geven. Als voorzitter van het Loket wil hij hen er van meet af aan bij betrekken. En niet pas aan het eind komen met de mededeling wat er met hun kind gaat gebeuren. “Wij spreken hier regelmatig ouders en soms ook kinderen. We hopen dat dit in de scholen ook gebeurt. Daarom vragen we de handtekening van ouders op de loketfomulieren waarmee extra ondersteuning kan worden aangevraagd. De meeste ouders zijn deskundig, ze voelen vaak perfect aan wat voor hun kind het beste is.” Nieuwe aanpak De verwijzing naar sbo, so of de afgifte van een rugzakje verliep tot voor kort op basis van een dossier; het kind zelf werd niet gezien door
17
18
Zorgplicht Wanneer een leerling eenmaal een voet over de schooldrempel heef gezet, is de school verantwoordelijk voor het bieden van goede ondersteuning. Adaptief onderwijs van goede kwaliteit en een positief werkklimaat vormen de basis. Hobbels wegnemen, alternatieven bieden, kortom alles doen wat binnen de mogelijkheden ligt. De focus moet liggen op de behoefte van het kind, niet op zijn problemen. Heel knap wanneer scholen erin slagen over de eigen (financiële) beperkingen heen te stappen. Worden leerkrachten daarmee niet overvraagd? Dat gevoel leeft in veel scholen. “Professionalisering is hier het toverwoord,” vindt Yvette van Hoof. “Al vijftien jaar geleden werd adaptief onderwijs geïmplementeerd, werken met niveaus, instructietafel, differentiatie naar leerstijl, tempo, noem maar op. Waar de professionalisering op dit gebied nog niet voldoende is doorgezet, is het logisch dat leerkrachten zich overvraagd voelen. Daarom moet er ook in de
toekomst hard gewerkt worden aan intervisie, scholing, coaching door de IB-er om handelingsgericht werken mede vorm te geven.” Ook het Loket kan voor aanvullende ondersteuning worden ingeschakeld. Wim Kolthof noemt het Expertisecentrum, dat snel van de grond moet komen. “We hebben in Dordrecht veel meer in huis dan we vaak weten. We gaan mensen benaderen of ze deel willen nemen in zo’n expertiseteam. Bij het sbo bijvoorbeeld zit veel expertise, die we kunnen inzetten bij scholen die erom vragen. Het Loket zal dan de eerste verbinding leggen.” Speciaal Het verwijzingspercentage naar sbo, so en vso in Dordrecht is acceptabel te noemen. De speciale scholen voorzien duidelijk in de ondersteuningsbehoeften van een aantal zorgkinderen. Een mooi initiatief is Sbo-plus van de combi Anne Frank/Noorderlicht, maar ook de JRK-groep van Het Kompas mag genoemd worden. Deze tijd loopt over van veranderingen. De Wet Passend Onderwijs voegt nog een aantal veranderingen toe. Het rugzakje is historie, leerweg ondersteund onderwijs (lwoo) wordt een ‘arrangement’ via het Loket en voor het praktijkonderwijs (pro) is straks een Toelaatbaarheidsverklaring’ nodig, zoals nu voor het (v)so. Genoeg werk aan de winkel voor het Loket. Meer taken met minder mensen dan vroeger de bemensing van de PCL telde. Wim Kolthof somt op: “Secretaresse Mariëtte de Leeuw van Weenen, Harriët Hartog en Anouk de Graaf, onze orthopedagogen ieder voor een halve week, directeur Yvette van Hoof en mijn persoon. Dat is het.” “De samenwerking hier gaat heel erg goed,” besluit Yvette het gesprek. “We houden elkaar scherp, zijn heel ambitieus om passend onderwijs in Dordrecht verder op weg te helpen.”
Bij Eden draait alles om de kern
de indicatiecommissie. “Dat is nu sterk veranderd,” licht Yvette toe. “We bekijken waar de ondersteuningsbehoefte van het kind ligt, wat de belemmerende en stimulerende factoren zijn. We hebben de mogelijkheid in gesprek te gaan met ouders, met de verwijzende en ontvangende school. Dat vergt meer tijd, maar het levert ook veel meer op voor het kind. Het resultaat van die samenspraak moet zijn een passend arrangement, gebaseerd op de reële ondersteuningsbehoefte. Het ondersteuningsteam van de school (was: zorgteam) brengt de situatie in beeld en doet bij ons Loket aanbevelingen voor de gewenste aanpak. Wij beoordelen het plan, sturen soms bij en geven een arrangement af. Scholen die nog onvoldoende kennis of vaardigheden tonen proberen we naar een hoger echelon te trekken, als onderdeel van het arrangement. Optimaliseren van de basisondersteuning in de scholen, dat is een belangrijke taak van ons samenwerkingsverband.”
Evangelisch en thematisch onderwijs gaan bij Eden hecht samen. Het schoolteam geeft de projecten zelf vorm en inhoud. Weloverwogen en afgestemd op de evangelische visie. Zo was het in 2008 bij de start van de school en zo is het gebleven. Ook toen deze basisschool medio 2013 een nieuwe loot werd aan de stam van H3O. Hoe zou het nu gaan met onze evangelische basisschool? Een afspraak met de enthousiaste interimdirecteur René Kemper is snel gemaakt. Hij vraagt Naomi Slot bij het interview, omdat zij al vanaf het begin bij Eden betrokken is.
Het is voor René Kemper alweer de derde H3O-school waarvan hij interim-directeur is. “Deze derde opdracht kreeg ik in het voorjaar van 2014, na mijn werk op de Prinses Julianaschool en De Sterrekijker. Best bijzonder eigenlijk dat bestuurder Jitze Ramaker mij vroeg voor deze job. Mijn identiteit is immers niet de evangelische. Wel kon ik natuurlijk op het gebied van onderwijsinhoud en organisatie het nodige voor ebs Eden betekenen. Dit gegeven moest bij het team en de ouders goed duidelijk zijn, want van veinzen houd ik niet. Vandaar dat Naomi Slot de identiteitszaken behartigt.” Voor een retrospectief kunnen we dan ook het best bij insider Naomi terecht. Zij was anderhalf jaar de IBer van de school. Nu is zij naast leerkracht ook lid van het managementteam en geeft leiding aan de werkgroep Identiteit, waarin ook ouders participeren. Aan uitdagingen was geen gebrek bij de start van de school. “Wij begonnen in 2008 met een werkgroep van zes mensen,” herinnert Naomi zich. “Ook ouders spraken mee over onze idealen en de vormgeving van ons onderwijs. De ouders injecteerden als het ware het schoolteam. Ze maakten samen met ons een specifieke keuze.
We waren een echt team. Heel mooi om dat meegemaakt te hebben. De school startte met een directeur, vijf leerkrachten en een onderwijsassistente. Methodeboeken hadden we het eerste half jaar niet. We bedachten de lessen en activiteiten allemaal zelf, geïnspireerd door ons evange-
organisatie de eigen schoolidentiteit te verliezen. We moesten ons vertrouwde logo - het suggereerde de hof van Eden - inruilen voor dat van H3O, een pijnlijk punt voor sommigen. Maar de vrees is ongegrond gebleken. Eden is nog altijd zichzelf. Alleen is alles wat zakelijker gewor-
Ebs Eden – als je gelooft in onderwijskwaliteit lisch geloof. Eden groeide gestaag, maar helaas langzamer dan gedacht.” In 2013 belandde Eden op een gevaarlijk kruispunt van haar idealen en de harde cijfers. Sluiting dreigde, omdat de school onder de opheffingsnorm bleef. Met het ene oog op haar grote droom en het andere op de feiten zocht Eden aansluiting bij H3O. “Maar onze identiteit is volledig intact gebleven,” beklemtoont Naomi. “Dat is dus goed uitgepakt. Het fijne is dat we nu binnen H3O over meer middelen beschikken en advies van anderen kunnen vragen. De drempel is overal laag, partnerscholen willen hun ervaringen delen, je voelt dat je erbij hoort. Natuurlijk waren er eerst twijfels bij onze mensen. Ze waren bang bij zo’n grote
den en verloopt het volgens een afgesproken structuur. Het is een omslag die ik wel prettig vind, ik houd van duidelijkheid. Ondertussen vaart Eden er wel bij, er zit duidelijk groei in de school.” Naomi’s woorden worden gestaafd door een overzicht op het prikbord in de directiekamer: 2013 - 141, 2014 170, 2015 -176 leerlingen. “Dit schoolgebouw wordt te klein,” vult René aan. ”Ons jasje wordt te krap. Gelukkig zijn er concrete verhuisplannen naar het gebouw van Anne Frank/Noorderlicht aan de Willem de Zwijgerlaan.”
Naomi Slot (Ieerkracht groep 5/6 en MTlid) en Rene Kemper (interim-directeur) van Ebs Eden, Bosboom Toussaintstaat 62 in Dordrecht.
19
een flinke investering, maar exorbitante bedragen zijn het nu ook weer niet. “De komende omslag wordt breed gedragen,” zegt Naomi. “Straks hoeven we niet alles zelf meer te verzamelen. Het handige van IPC is, dat je kunt checken of je alle kerndoelen haalt. Onderdelen blijven we uiteraard wel zelf inkleuren. Wij willen de kinderen immers leren dat God er is, erbij hoort en dat je Hem met anderen mag delen. Ook de
‘Het is een manier van werken die ons veel voldoening geeft,’
20
ren gezamenlijk alle inhoud rond een specifiek thema bij elkaar en construeren zo een doorgaande lijn. Ik stimuleer dat graag. Als interim-directeur moet ik wel nagaan of zo de kerndoelen aan bod komen. Dat blijkt niet altijd het geval, er zitten soms hiaten in. Daarom zijn we nu met het team aan het kijken hoe we die manco’s kunnen wegnemen. We denken de oplossing gevonden te hebben met IPC, International Primary Curriculum. IPC zet volledig in op thematisch onderwijs, met leeropbrengsten gericht op de kerndoelen. De overheid is er zeer lovend over. Het is een wereldbrede aanpak, dus we kijken over onze muren heen. De kant en klare projecten van IPC zijn internationaal van opzet. Een mooie kans ook om de kinderen al jong met Engels in aanraking te brengen. Jonge kinderen zitten qua taal in een gevoelige fase. Een tweede of derde taal leren ze gemakkelijk. Een school die pas in groep 5 met Engels begint, laat veel kansen liggen. Schoolbreed beginnen met Engels sluit bovendien naadloos aan bij het strategisch beleid van H3O.” Het voltallige team van Eden heeft al een studiemiddag achter de rug met iemand van IPC. Enkele leerkrachten zijn op een IPC-school gaan kijken en groep 3 heeft een thema volgens de nieuwe aanpak uitgewerkt. De komende maanden valt de beslissing over de invoering van IPC. Het vergt
inbreng van de ouders wordt gecontinueerd. Wekelijks houden de collega’s en ik in Schoudercom een persoonlijke blog bij over wat we in de klas doen. Veel ouders reageren daarop, onder andere met suggesties rond het thema. Het is een manier van werken die ons veel voldoening geeft.” De afgelopen zeven jaar heeft Eden heel wat aansprekende dingen op poten gezet. De ‘Topdagen’ bijvoorbeeld, waarop ouders, kinderen en teamleden actief op school bezig zijn. Dieren verzorgen door kinderen, geholpen door een gastvrouw, werken in de schooltuin met voor elk kind een kweekbak zijn andere voorbeelden. Ook de kookactiviteiten mogen niet vergeten worden. Dan wordt de oogst uit de moestuin smakelijk bereid, ook voor mensen buiten de school. “Dat zijn erg waardevolle zaken,” zegt René met zijn helikopterblik op wat er allemaal gebeurt. “Maar het mag geen los zand zijn. We zijn nu bezig dat alles nog sterker te integreren in het thematische onderwijsproces. Mooi om te zien waar dat streven al toe heeft geleid.”
Meer speelplezier op het schoolplein
Ebs Eden graaft graag een spa dieper: wereldverkenning en de evangelische visie gaan er hand in hand. Centraal staat het geloof in een persoonlijke God, niet ver weg maar dichtbij, die de wereld heeft gemaakt en ernaar omziet. De visie komt nadrukkelijk terug in de projecten rond de kennisgebieden. Geen gescheiden zaakvakken, want de wereld is één, net zoals het kind één is. “Een aantrekkelijke benaderingswijze,” vindt René. “Het mooie is dat Eden de methoden durft los te laten. De leerkrachten zoeken en bestude-
Op Het Kristal krijgt het buiten spelen straks een nieuwe stimulans met speelse pleincoatings van de Cruyff Foundation. Onder de naam Schoolplein 14 – het rugnummer van de beroemde voetballer - ondergaan de pleinen van de twee locaties een kleurrijke make-over. Leerlingen van de twee groepen 7, van Jan Kok (locatie Heimerstein) en van Christel Markusse (Zuilenburg) maakten de plannen. Een boeiend en praktisch project, met weldra twee nog betere schoolpleinen als de kroon op hun werk. Hoe dat ging? Christel en Jan kennen het antwoord.
Niet dat de school ontevreden was over haar huidige schoolpleinen. “Nee, die liggen er best aardig bij met een variatie aan speeltoestellen en spelattributen,” oordeelt Jan Kok. “Maar het kan natuurlijk altijd beter en mooier.” Het Kristal liet er dan ook geen gras over groeien om een visje uit te gooien bij de Cruyff Foundation, die vervolgens het ‘Startpakket’ toestuurde. Daarmee werden de voorwaarden om mee te kunnen doen meteen duidelijk. De Foundation draagt een beperkt deel van de kosten (8000 euro per locatie). De school en/of een externe bron betalen de rest. Jan: “In Dordrecht hebben we het geluk dat de gemeente de helft voor haar rekening neemt, wij betalen een kwart en de Foundation een kwart. Ook moesten we ons conformeren aan de regels van Schoolplein 14, gedragsregels gebaseerd op respectvol met elkaar omgaan, op een veilige en sportieve manier met elkaar samenspelen.”
“Geen probleem die regels,” vult Christel aan, “want wij hanteren al soortgelijke pleinregels, zij het in wat andere bewoordingen. Een andere voorwaarde was dat het echt een plan van de kinderen moest zijn, niet van de directeur of de leerkrachten.” Als je kinderen vraagt wat zij op het schoolplein willen, zoals Jan via een enquête deed, regent het al gauw voorbeelden van wishful thinking. De gewenste reuzenglijbaan, een tokkelbaan of zelfs een zwembad waren natuurlijk niet haalbaar, gezien de beschikbare middelen. Het wenselijke inwisselen voor het haalbare was het eerste wat de kinderen leerden van het schoolpleinproject. “Bij Schoolplein 14 konden de kinderen kiezen uit twaalf coatings,” vertelt Christel, “een soort kleurige stickers die hecht op pleintegels of een muur worden aangebracht. Best groot zijn die dingen, drie tot vijf meter in doorsnee of zoals de atletiekbaan wel vijftien meter lang. De kinderen vonden die coatings trouwens ook heel leuk. Het is sowieso altijd leuk als er iets nieuws op het plein komt. Kiezen uit twaalf coatings is best lastig, Daarom hebben onze groepen eerst de zes beste uitgekozen. Ook heb ik aan collega’s van de onderbouw gevraagd welke spelletjes hun kinderen aankunnen en wat zij leuk vinden. Ook voor jonge kinderen moest er iets tussen zitten.” Zowel Jan als Christel hebben een groep 7. Best slim van Het Kristal om juist deze groepen bij het project in te schakelen. De kinderen zijn oud genoeg om hun ideeën goed te motiveren en in te schatten wat leuk is voor andere leef-
Johan Cruyff Foundation brengt kinderen in beweging Naast Het Kristal profiteren meer Dordtse scholen van Schoolplein 14 en van de gemeentelijke bijdrage. De H3Obasisscholen De Fontein en De Repelaer bijvoorbeeld. Schoolplein 14 gaat uit van het beginsel van schenking en co-financiering. De Foundation van de beroemde voetballer doet veel om jongeren in beweging te krijgen. Met sport en spel kun je niet vroeg genoeg beginnen. Sport is niet alleen leuk, maar vooral onmisbaar voor een gezonde ontwikkeling.
exact op schaal natuurlijk. Een mooie klus voor de level-werkers, die goedgemutst aan hun opdracht begonnen. Naast de nodige rekenkennis draaide het bij deze klus ook duidelijk om tactiek, zo bleek al gauw. Toen dat kwartje eenmaal gevallen was, konden de gekozen coatings op de plattegrond worden ingetekend. Hoog tijd om het complete plan naar Schoolplein 14 te sturen.
tijdsgroepen. En als straks alles klaar is, kunnen beide groepen 7 er nog een heel jaar zelf van profiteren, voordat zij vertrekken naar het voortgezet onderwijs. Het ging er democratisch aan toe bij de keuze van de spelvormen. De 7e-groepers gingen de klassen rond om alle schoolgenoten uitgebreid te vertellen over de diverse opties. Daarna konden alle kinderen hun twee favorieten noemen of aankruisen op een stembiljet. De drie coatings met de meeste stemmen werden het. Zo werkt dat in een democratie. In het filmpje, dat Christel maakte over het project, zie je haar leerlingen stralen dat het een lieve lust is. Zo leuk vonden ze het. Er moest ook een precieze plattegrond van beide pleinen ingeleverd worden,
Een plattegrond van het plein precies op schaal tekenen. Level-werkers van groep 7 draaiden er hun hand niet voor om, toen ze de slag eenmaal te pakken hadden.
Presentatie van het schoolpleinplan tijdens een ouderavond op de locatie Heimerstein.
“Het project was een geslaagde oefening in burgerschap,” vindt Jan Kok. “Overleggen, inspraak, stemmen, je weet wel. De voorstellen van de leerlingen werden besproken in het teamoverleg, wat resulteerde in een volmondig ja. De kinderen hebben enorm hun best gedaan om alles gemotiveerd voor het voetlicht te brengen. Zij voelden het als hun verantwoordelijkheid, dat de Cruyff Foundation een gedegen plan voorgeschoteld kreeg waar ze niet omheen kon. Dat hoorde ik op de ouderavond van sommige ouders. Ik had die avond een presentatie ingericht, zodat men het schoolpleinproject kon bekijken.” Hoe nu verder? Eerst komt iemand van Schoolplein 14 op Het Kristal kijken of alles uitgevoerd kan worden. Voor de uitvoering zijn drie droge dagen nodig met minimaal 15 graden. De school verwacht dat de make-over voor de zomervakantie gereed is. Naast klein spelmateriaal krijgt de school een Spellenhandboek bij de coatings. Jong en oud zullen zich verbazen over de vele spelmogelijkheden. Het beloven mooie pleinen te worden daar bij Het Kristal.
21
22
Carolien is pas aan het werk bij H O. Een klein jaar 3
geleden stuurde zij een open sollicitatiebrief naar de Stichting. Al gauw kon zij als oproepkracht beginnen bij Peuterwerk & Kinderopvang. In september ’14 kreeg zij een reguliere baan als pedagogisch medewerker bij Klein Duimpje en onlangs ook bij Polderpeuters. Levendige locaties voor peuteropvang van H3O, respectievelijk gevestigd in de Julianaschool te Dubbeldam en de Oranje Nassauschool in Stadspolders. Beide basisscholen zijn van de Vereniging Een School met de Bijbel, een ander christelijk schoolbestuur in onze stad. Een kennismakingsgesprek met vijf vragen.
Heb je altijd al met kinderen willen werken? ‘Ja graag’ flapt Carolien van Duijn er niet meteen uit. Weliswaar werkt zij dolgraag met kinderen, maar het is niet het enige wat haar boeit. Niet voor niets zocht zij na haar Pabo diploma extra verdieping in andere opleidingen, zoals de post-hbo opleiding Psychosociale therapie. Mensen helpen de ontdekkingsreis naar het eigen Ik te maken vindt zij ook erg interessant. Sociaalemotionele problemen, faalangst, burnout, traumaverwerking, er zijn genoeg situaties waarbij je als therapeut op dit vlak van betekenis kunt zijn. “Daarom ben ik vorig jaar voorzichtig begonnen met een eigen praktijk. Of daar voldoende werk in komt, zal de tijd leren. Ik moet het vooral hebben van mond-op-mond reclame. Bij volwassenen kijk je terug hoe bepaalde problemen zijn ontstaan. Wat drijft iemand? Als je terugkijkt naar ontwikkelingsprocessen, kom je vaak bij de kindertijd uit. Hier in de peuterspeelzaal van Klein Duimpje sta je aan het begin, je neemt beginnende patronen waar. Kinderen ontwikkelen al jong een strategie voor het leren van nieuwe dingen. Ik vind het heel leuk om ze daarin te begeleiden. Als ik terugblik naar mijn vrijwilligerswerk en mijn jobs, kom ik altijd weer bij het kind uit. Dus ja, ik ben hier voorlopig wel op mijn plek, kinderen staan bij mij centraal.” Peuterwerk is veel doelgerichter dan vroeger. Je werkt consequent aan de ontwikkeling van jonge kinderen. Hoe vind je dat? “Inderdaad, de ontwikkeling van taal, rekeninzicht, motoriek, sociale vorming, creativiteit, alles bij elkaar een hele rij waar je continu mee bezig bent. Vaak ga je met een kind apart zitten om te ontdekken of een kind een bepaalde ont-
wikkelingsstap al heeft gezet. Zo niet dan ga je daarmee aan de slag. Van elk kind wil je een goed beeld hebben van de voortgang, de ontwikkeling. Met de aanpak van “Zo doe ik, zo praat ik, zo beweeg ik” beschikken we over mappen met concrete ontwikkelingsdoelen. Ik ben doelgericht, dus ik vind het leuk om zo te werken. Informatie verzamelen heb ik altijd interessant gevonden, zeker als het over de ontwikkeling van kinderen gaat. Je ziet bij het invullen ineens een opvallende vooruitgang bij een peuter. Eerst bijna niks zeggen, de kat uit de boom kijken en dan plots hele zinnen. Hoe mooi is dat! Vooruitgang maakt me blij.” Wat vind je belangrijker, opleiding of ervaring? “Beide zijn onmisbaar. Ervaring komt uiteraard met de tijd. Het is fijn op zaal met zijn tweeën te werken. Ik heb nog nauwelijks praktijkervaring op een peuterspeelzaal, dus ik leer ontzettend veel van Wilma Visser met wie ik samen de groep draai. Bij de voorbereiding hik ik soms tegen bepaalde activiteiten aan. Als je dan ziet hoe snel de ervaren Wilma met een leuk knutselwerkje op de proppen komt. Geweldig gewoon! Ook van de ouders kun je leren, want zij kennen hun kind natuurlijk het best. Ik zie hen dan ook als partners. De maandelijkse inloopochtend vind ik erg zinvol. Met opleidingen en cursussen leer je verder kijken. Je ontwikkelt jezelf en je kunt er verder mee springen, zeg maar. Ik heb
Pas aan het werk bij H3O is een vaste rubriek in Krijt. Op wie richten we de schijnwerpers in de volgende uitgave? Mail je suggesties naar
[email protected]
Pas aan het werk bij H3O
Vooruitgang maakt me blij
Deze keer zetten we Carolien van Duijn in de schijnwerpers.
me voorgenomen om te blijven leren, als het even kan. Een regelmatige update vind ik belangrijk. Daarom wil ik in de modus blijven om te willen leren.” Hoe bevalt dat, een peuterzaal in een school van een ander bestuur? “Ik werk hier nog maar kort, heb niet altijd zicht op de concrete samenwer-
Carolien van Duijn in de zithoek van peuterspeelzaal Klein Duimpje in Dubbeldam.
king. Wilma en ik leiden een peutergroep op de eerste verdieping van de school. Deze ruimte wordt ook door de bso (ook H3O) gebruikt. Na afloop moeten we de spullen weer in kasten opbergen en ’s morgens weer alles klaarzetten. We kunnen niets laten staan. Dat is nu eenmaal zo en het gaat prima, al is het soms een beetje goochelen. De voorzieningen
Carolien van Duijn Geboren
: 1980 te Eindhoven
Woonplaats : Dordrecht (laatste 6 jaar) Opleiding : Pabo Hogeschool Zwolle (diploma 2003); : Post-HBO opleiding tot psychosociale therapeut (afgerond 2014). Werkervaring
: Veel vrijwilligerswerk in een kerkelijke gemeente, zoals zondagsschoolwerk en zomerkampen. : Coach voor re-loaded trainingen, YWAM : Pedagogisch medewerker bij het Schipperinternaat in Dordrecht. : In 2014 gestart met eigen praktijk Psychosociale therapie (o.a. sociaal emotionele problemen, burn-out, traumaverwerking, faalangst enz.) : vanaf april ’14 invalkracht bij Peuterwerk & Kinderopvang van H3O : vanaf sept. ‘14 vast bij psz Klein Duimpje voor 2 dagdelen : vanaf jan. ’15 tevens HBO vve voor zowel de Polderpeuters als Klein Duimpje.
Privé
: Alleenstaande moeder van 3 kinderen (12, 9 en 5 jaar). “Ruim de helft van de tijd zijn de kinderen bij mij.”
Vrije tijd
: “Dingen ondernemen met mijn kinderen als schaatsen, naar de bieb, iets bakken of koken. Ben regelmatig op de ijsbaan te vinden om mijn twee ijshockeysterretjes aan te moedigen (en aan te kleden). Verder hardlopen, lezen, koffie leuten, ik heb eigenlijk te weinig tijd voor alles wat ik wil doen.”
binnen en buiten zijn goed. Op de begane grond staat een grote kast vol spullen, waar we regelmatig dingen omruilen om de motivatie erin te houden. We moeten steeds de lift gebruiken, omdat de trap nog te link is voor de jonge peutergroep. Het dagprogramma is gevarieerd, je verveelt je nooit en de tijd vliegt. Ontdekkend leren met uitdagende spelmaterialen is een feest voor kinderen.” Bij Klein Duimpje heb je een gewone peutergroep, bij Polderpeuters nu ook een VVE-groep. Zo doe je in korte tijd veel ervaring op in het peuterwerk. “Mijn reguliere peutergroep bij Klein Duimpje gaat na de voorjaarsvakantie helaas sluiten. Ik zal gaan werken op de peuterspeelzaal van De Horizon. Daarnaast zijn er twee locaties waarvoor ik als HBO-er in VVE wordt ingezet. Daar heb ik heel veel zin in! Heel interessant om me te gaan verdiepen in de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Daar komen peuters die relatief meer ontwikkelingsstimulansen nodig hebben. Een extra uitdaging voor mij. Niets mooiers dan kinderen te stimuleren tot een gezonde ontwikkeling, vooral kinderen die op het randje zitten. In dit kader denk ik er ook serieus over na om de specialisatie Kindertherapie te gaan doen, zodra de mogelijkheid zich voordoet.” Dit is Carolien van Duijn ten voeten uit. Het plan zit nog een beetje in de luiers, maar wie weet wat daar uit zal groeien…
23
EINDREDACTIE Janny Feijer FOTO’S Caroline van Wijngaarden Zeger van Mersbergen CARTOON Henk Visser DRUK Dekkers Van Gerwen Dordrecht VORMGEVING Studio Vincenti Dordrecht VERSCHIJNING 4x per jaar OPLAGE 1100
24
REDACTIEADRES Postbus 151 3300 AD Dordrecht T 078 890 5000 E
[email protected] www.hadrieo.nl
H3O is een christelijke organisatie met kinderdagopvang, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en scholen voor primair en voortgezet onderwijs
nnelies A
Annelies Wilschut is parttime leerkracht op De Sterrekijker en kindercounseler
REDACTIE Janny Feijer Caroline van Wijngaarden Miranda Hannewijk Hans de Roon Zeger van Mersbergen
Zo donker
Colofon
Krijt is een uitgave van het bestuur van de stichting H3O
Die maandagochtend om kwart voor acht was het stil in onze altijd zo drukke school. De collega’s troffen elkaar in een nog leeg lokaal. Op tafel stond een kaars. Een kaars voor Joey. Er lagen foto’s van hem klaar, één voor in elke klas en een lantarentje met waxinelichtjes om in elke klas een lichtje voor hem te laten schijnen. Een lichtje voor die lieve Joey, die veel te vroeg gestorven is. Om kwart over acht nam iedereen gespannen voor wat komen ging zijn positie in. De sfeer op het plein was stilletjes. Alle ouders waren welkom in de aula. Alle kinderen gingen naar de meesters of juffen. Onze directeur Gertine sprak de ouders in de aula toe en verzocht de ouders uit andere groepen om de volgende dag terug te komen en de ouders van de kinderen uit de klas van Joey om te blijven zitten. Op dat moment liep ik in mijn rol als kindercounselor langs alle klassen om te peilen hoe het ging, of collega’s hulp nodig hadden of dat er misschien leerlingen behoefte hadden aan individuele ondersteuning. In de klassen waarin ik kwam heerste een sereen sfeertje. Overal stond een lichtje te branden op tafel, in alle klassen spraken de kinderen afwisselend over de dood en over het alledaagse leven (lees eigenlijk: Sint!). Kinderen die dieren of een opa en oma verloren hadden, kinderen die Joey kenden, kinderen die iets in hun schoen hadden gekregen of hadden gewonnen bij een sportwedstrijd(mag ik ook iets vertellen wat niet over doodgaan gaat, juf ?) Wat was het voor ons team balanceren! Lastig om te hinken van de ene emotie in de andere, maar wat deden ze het goed. Wat voelde ik me trots op hen! En wat was het fijn om er met de kinderen over te praten. Sommige kleutertjes waren bezorgd: “Ik heb ook weleens buikpijn”, die probeerden we hun angsten meteen weg te nemen. In de klas van Joey wisten de kinderen het allemaal al. Daar hadden de kinderen met hun ouders al invulling gegeven aan waar Joey nu misschien wel is. Voor de ene een sterretje, voor de ander besprenkeld met elfenstof, voor de volgende in de hemel bij God. De juffen lieten de kinderen volledig in hun waarde. Ze lieten ze hun ideeen vertellen en zeiden over alles, ja dat zou kunnen, of nou, dat is mooi. Zonder oordeel. Daarna liep ik de hal in. Daar viel een donkere deken bovenop me. Al het verdriet was zo voelbaar, zo heftig. Het contrast tussen het verdriet van de kinderen en het verdriet van de volwassenen was enorm. Toch waren er die hele donkere dag ook vele lichtpuntjes te zien. Lichtpuntjes in twee grote groep 8 jongens, huilend van medelijden om de ouders die ze niet kenden maar met wie ze zo mee leefden. In een groepje van groep 3 meisjes die gewoon even wilden kroelen en kletsen met de juf. In collega’s die elkaar een knuffel gaven of een warm compliment. Goed zijn in verdriet is geen ambitie, maar wij deden het goed. Alleen terug krijgen we hem er niet mee. Op school staat zijn foto in de hal, in de klas zijn lege tafeltje en zijn gedenkhoekje. We zien hem in een roodborstje in de tuin, in de felle zonnestralen op de dag van zijn begrafenis en in andere kinderen. Maar oooo wat is het onverteerbaar. Deze periode is de donkerste in al mijn Sterrekijkerjaren… ...Zo donker dat ik lichtpuntjes zag. (lichtpuntjes in de ouders, de kinderen, mijn collega’s. Maar ook in de collega’s van andere scholen die ons team een kaartje stuurden, bedankt daarvoor! Laten we afspreken dat we dat, wanneer er nog eens zoiets vreselijks bij onze scholen gebeurt, doen voor elkaar want: lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein, je hoeft ze niet te zoeken, je kunt ze ook zijn)