INHOUD DIGITALE INFOMAP NAJADE 2014 1.
Inhoud
2.
Algemene gegevens
3.
Gebruik van het schip
4.
Stuwplan en inventaris
5-6.
Navigatie uitrusting
7.
Bijzonderheden
8-11.
Practische aanwijzingen
12-15. Gebruiksaanwijzing scheepsdiesel 16.
Electrische installatie
-1-
ALGEMENE GEGEVENS Naam schip Zeilnummer Roepnaam
:"Najade" : NED 5896 : PG 6075
Type Ontwerper Werf In dienst
: : : :
Lengte over stevens Waterlijn Breedte Diepgang Doorvaarthoogte Waterverplaatsing Ballast
: 10,44 m : 8,40 m : 3,24 m : 1,90 m : 16,00 m : 5,58 ton : 2,75 ton (50%)
Inhoud watertanks
: 2 tanks à 175 liter
Inhoud dieselolietank
: 80 liter
Motor
: Volvo Penta MD2030 Saildrive
Motorvermogen
: 29 pk
Schroef
: Linksdraaiende klapschroef
Electrische installatie
: 12 volt; motoraccu 74 Ah, 2 boordaccu's van 95 Ah : 220 volt Victron Pallas walstroominstallatie
Walaansluiting
Victoire 1044 D.Koopmans Victoire Jachtbouw, Alkmaar 18 april 1998
Zeilen
: Grootzeil Rolgenua HA-fok Stormfok Spinnaker
Instrumenten
: GPS, log, dieptemeter, windmeter, magnetisch kompas
Ontvangers
: Navtex Marifoon Radio
Aantal slaapplaatsen
: 6
-2-
23,00 39,00 20,00 6,60 96,00
m m m m m
GEBRUIK VAN HET SCHIP
Als tijdelijk eigenaar moet u er voor zorgen dat het schip in goede conditie blijft. Wanneer u van uw zeiltocht terugkomt in de KMJC-haven is er soms geen tijd meer om reparaties uit te voeren. Kleine reparaties die tijdens uw reis nodig zijn, moet u zelf verrichten en melden in het scheepsjournaal.Gereedschap voor die reparaties kunt u lenen bij de havenmeester. Zijn aan reparaties grote financiële consequenties verbonden, licht dan eerst de commissaris materieel of de mentor in! Houdt de motor door geregelde controle (oliepeil e.d) in goede conditie, maar sleutel liefst niet zelf aan de motor als dit maar enigszins kan worden vermeden. Schadevaring en aan de grond lopen, moeten binnen 24 uur worden gemeld aan de mentor en de commissaris materieel. Bovendien moet het schadeformulier worden ingevuld en zo snel mogelijk naar het bestuur van de KMJC worden gestuurd. Blanco schadeformulieren zitten in de boordmap. Het schip is aan het begin van het seizoen zorgvuldig getrimd. Verzoeke daarom niet aan de verstaging te sleutelen! Uiteraard moeten tuigage, verstaging en beslag wel regelmatig worden gecontroleerd. Vermeld geconstateerde tekortkomingen of gebreken in het journaal en in de overname- overgaverapporten, zo mogelijk met suggesties ter verbetering. Houdt het scheepsjournaal zorgvuldig en leesbaar bij. Zowel bestuur als mentor halen er later veel nuttige informatie uit. Er is een kladjournaal aan boord om de navigatie meer in detail bij te houden.
-3-
STUWPLAN EN INVENTARIS Stuwplan. Als u zich aan dit stuwplan houdt, is de controle op de inventaris bij de overname en overgave eenvoudig. Als u voor uw zeiltocht iets op een andere plaats wilt opbergen, kunt u dat uiteraard doen. Verzoeke dan wel voor u debarkeert het schip weer c.f. dit plan te stuwen! Voorpiek -HA-fok -stormfok -fokkeschoten -spinnaker -spischoten -extra kooi BB-kast: SB-kast: -reddingsvesten + lifelines vrije ruimte Kajuit BB onder bank: -2 vrije buns Kombuis: -komaliewant -pannen -schoonmaakmiddelen Onder fornuis: -slabak,vergiet,koekepan Bovenla: -bestek Middenla: -thermoskannen -kofiefilter -onderzetters -snijplank Onderla: -stoffer,blik -vuilniszakken -oliedoekjes e.d.
SB onder bank: -1 vrije bun Navigatiehoek: -kaarten -journaals -kegel, ankerbal Bank: -ernstvuurwerk -spanschroef -reservedelen Bovenla: -boekwerken -handleidingen Middenla: -verbanddoos Onderla: -lierslingers -spibeslag -plug log Kuip
SB-bun: Achter-bun: -genuaschoten -smeerolie -bulletalie -koelvloeistof -trossen en willen -jerrycan dieso -pikhaak -jerrycan water -drijfanker -puts en emmer -bootsmansstoeltje -dweil -gasflessen -borstel -walkabel -luiwagen Inventaris. Aan boord vindt u blanco inventarislijsten, die u op naam moet invullen bij de overname. Tekortkomingen gaarne vermelden op het overgave-overname formulier. -4-
NAVIGATIE UITRUSTING Navigatorische publicaties. De "Najade" wordt jaarlijks voorzien van nieuwe zeekaarten en boekwerken voor het meest gebruikelijke zeilgebied. Deze worden daarna niet meer bijgewerkt. Overige voor een veilige navigatie benodigde publicaties- inclusief wijzigingen op de aan boord aanwezige zeekaarten (BAZ's)- moeten door uzelf worden verzorgd! De volgende publicaties zijn aan boord: Nummer
Omschrijving
1014 1035
North Sea, southern sheet North Sea, Cap Gris Nez to Dogger Bight and Friesland Junction North Sea, Deutsche Bucht Noordzeekust, De Panne tot Den Helder Westerschelde, Vlissingen tot Antwerpen en kanaal van Terneuzen naar Gent Oosterschelde, Veerse Meer en Grevelingenmeer Zoommeer, Volkerak, Spui, Haringvliet, Hollandsch Diep Nieuwe Waterweg, Nieuwe/Oude Maas, Spui en Noord, Dordtsche Kil, Brielse Meer Ysselmeer met randmeren Waddenzee (Westblad) en aangrenzende Noordzeekust Waddenzee (Oostblad) en aangrenzende Noordzeekust Waterstanden en stromen langs de Nederlandse kust en aangrenzend gebied
1037 1801 1803 1805 1807 1809 1810 1811 1812 HP33 NB:
Verzoeke deze dure publicaties met zorg te behandelen en vooral niet nat te laten worden. Bij gebruik aan dek kaarten in de plastic hoes houden! Alleen met zacht potlood en vlakgum in kaart werken!
Kaartpasmiddelen. Bretonplotter Passer Potloden Puntenslijper Vlakgom
-5-
Instrumenten. Raymarine GPS {master bii kaartentafel} Autohelm Navdata (repeater in kuip} Autohelm Log (sensor in voorpiek,plug in onderla kaartentafel) Autohelm Dieptemeter (sensor in voorpiek; diepte onder de kiel ingesteld) Autohelm Windmeter (knopen ingesteld) Silva 1000 magnetisch kompas (deviatie kleiner 2 graden) Nadat u de schakelaar navigatie instrumenten hebt aangezet moet u de Raymarine GPS powerknop ook indrukken. Ontvangers. K 41 Navtex ontvanger Sailtron RT2048 marifoon (luidspreker in kuip) Radio Controlepaneel. 1. Toplicht (driekleurenlicht bij zeilen) 2. Ankerlicht 3. Stoomlicht (toplicht met motor bij) 4. Dekverlichting 5. Navigatie lichten (boordlichten en heklicht) 6. Navigatie instrumenten 7. Instrumenten verlichting 8. Navtex 9. Hydrofoor (electrische waterpomp) 10.Reserve
-6-
BYZONDERHEDEN De "Najade" is uitgerust voor 6 personen. Er zijn 6 vaste slaapplaatsen, maar u kunt van BB-kajuitbank een 2-persoons bed maken door die bank te vergroten met een extra plank en een kussen die in de voorpiek onder de kooi liggen. Om dat bed te maken, moet u de klem SB-onder de tafel losdraaien en de tafel zover omhoog halen totdat u de plank zonder wringen in de sleuven kunt schuiven. Op SB-bank en in de hondekooi ligt u zeevast door de zeilkleedjes die onder de kussens liggen te spannen. Er zijn kleine hoofdkussens aan boord. Hoofdschakelaar motor afzetten als u het schip tijdelijk verlaat zodat onbevoegden motor niet vanuit de kuip kunnen starten. Het schip heeft over BB en SB een vrij grote draaicirkel. Achteruit varend loopt de kont in de wind. Gebruik van de spinnaker is volledig voor eigen risico dus schade wordt niet vergoed. Reparaties moeten door u worden betaald. Binnen in het schip is roken verboden. Als u zelf nog tips heeft voor de informatiemappen verzoeke mij dan te bellen of die tips in het scheepsjournaal te vermelden. Belangrijke adressen en telefoonnummers: Mentor
: S. van der Sluijs Vogelzand 3314 1788 MD Den Helder tel :0223-720170 e-mail:
[email protected]
Commat
: H. Dekkers tel : 06-46066999 e-mail:
[email protected]
Havenmeester
: Harssensschiereiland Postbus 307 1780 AH Den Helder tel :0223-652645 e-mail:
[email protected]
-7-
PRAKTISCHE AANWIJZINGEN Gas. Achter de SB-bun is een aparte bun voor 2 gasflessen merk "Camping Gaz", type 907. Op de aangesloten gasfles zit een reduceer met een gaskraan. In het kastje onder het gasfornuis zit een tweede gaskraan. Als u het fornuis niet gebruikt de gaskranen altijd dichtzetten! Als een gasfles leeg is, moet u hem in een watersport- of kampeerwinkel inruilen tegen een gevulde fles van hetzelfde merk en type. U kunt de gemaakte kosten declareren bij de KMJC via de havenmeester. Fornuis. Het fornuis heeft een oven en moet varend semi-cardanisch worden opgehangen door de borgpen met een handel onder het fornuis naar rechts te schuiven. Schuif die pen goed in want anders krast hij tegen de wand van de ladekastjes. Wees zeilend, vooral bij helling over stuurboord, ook voorzichtig met het openen van het deurtje van het gootsteenkastje want het fornuis kan er tegenaan slingeren! Koeling Het koelelement is gemonteerd in het gootsteenkastje. In- en uitschakelen gaat net zo als bij een ijskast. Het element gebruikt nogal wat stroom, dus het is verstandig om het alleen in te schakelen als u op de motor vaart of walspanning hebt. Als de boordspanning te laag is, schakelt het element automatisch uit. Drinkwater. Onder de BB- en SB-bank in de kajuit zit een watertank. De blauwe vuldop zit BB-midscheeps aan dek. De watertanks zijn met elkaar verbonden door middel van een leiding, die in de midscheeps door het scheepsvlak loopt. In deze leiding zit een afsluiter om de tanks met elkaar te verbinden of van elkaar te scheiden. Als u water laadt, moet u deze afsluiter open zetten om beide tanks op te toppen. Doe de afsluiter daarna dicht om eerst uit BB-tank te gebruiken en top later op uit SB-tank. Van de BB-watertank gaat een leiding naar achteren. Deze splitst zich in een leiding naar de handpomp in de gootsteen en een leiding naar de electrische waterpomp (hydrofoor), die onder de vloer van SB-bun is gemonteerd. Door op het electrische paneel de schakelaar "hydrofoor" te maken, zet u de electrische waterpomp aan. In het gootsteenkastje onder de handpomp zit een afsluiter die open moet staan om water met de hand te kunnen pompen.
-8-
Toilet. Zet voor gebruik op open water de afsluiters 1. en 3. open en afsluiter 2. rood op blauw. Pomp met het handeltje naast het toilet water in of uit het toilet. Als u te veel WC-papier in de pot gooit, verstopt de afvoer. Pomp daarom per keer maar een paar velletjes papier door. Heren worden verzocht om ook hun plasje zittend op het toilet te doen. Vuilwatertank. De vuilwatertank is ingebouwd in SB-bun. U kunt die tank i.v.m. de geringe opvang capaciteit in de jachthavens beter niet gebruiken. Mocht dat toch nodig zijn, handel dan volgens de instructies “bedrijfsvoering vuilwatersysteem” achterin dit hoofdstuk. Vluchtluiken. Voor het openen van beide vluchtluiken controleren of de blauwe schuifjes naar buiten staan. Bij het afsluiten van het schip de handels van de vluchtluiken borgen door de blauwe schuifjes naar binnen te drukken. Buiskap. Het schip is voorzien van een buiskap. Leun daar liever niet op en maak bij ruime wind of voor de wind zeilend de gespsluitingen los, anders beschadigt de grootschoot de kap! Als u de buiskap helemaal wilt neerklappen, moet u de eerste twee drukknopen losmaken. Tuig. Grootzeil: De blauwe (1-ste rif), rode (2-de rif) en groene (3-de rif) smeerrepen zijn met een schuivende paalsteek om de giek bevetigd. De smeerrepen en de onderlijkstrekker lopen door de giek. Deze daar nooit uittrekken! Zij kunnen aan de voorzijde van de giek worden afgeklemd. Voor het losmaken spanning eraf halen met het liertje achterop de mast. Maak de reefknuttels los voordat u een rif uit het grootzeil haalt, want anders beschadigt u het zeil! Als u het grootzeil bergt de spanning van de smeerrepen halen om het zeil goed langs de giek te kunnen opdoeken. Rolgenua: De rolgenua is volledig uitgerold een grote genua II (130%). Aan de merkstrepen op het onderlijk (I t/m IIII) kunt u zien of u reeft naar een kleinere genua II, een genua III, een fok I of een fok II. Schoten bij de genua's buiten de verstaging door het achterste leioog en schoten bij de fokken binnen de verstaging door het voorste leioog nemen.
-9-
In de schoothoek zit een versterking. Als u de schoot met de leiogen in het verlengde van die versterking trimt, is de schoothoek in principe goed. Om de rolgenua te zetten maakt u de reeflijn die aan BB naar achteren loopt los en rolt daarna de gewenste hoeveelheid zeil uit door de lijschoot op de hand met de lier aan te halen. Gebruik hierbij in principe geen lierslinger want dan kunt u de kracht niet goed doseren! Pas nadat de reeflijn belegd is, kunt u het zeil verder trimmen met de lierslinger. Om het zeil te reven pal aan de wind varen en de reeflijn aantrekken. Hou wat spanning op de lijschoot, zodat het zeil gelijkmatig oprolt. Ook nu in principe geen lierslinger gebruiken! Als de kracht op het zeil toch te groot is om het op de hand in te rollen, kunt u voor de wind weglopen en in de luwte van het grootzeil reven. Gebruik de rolgenua liever niet bij harde wind (schijnbaar> 24 knopen). Zet dan de High aspect fok of stormfok High aspect fok en stormfok De fok en de stormfok worden aangeslagen op een extra voorstag nadat dit met de speciale spanschroef is gezet op de putting vlak achter het vaste voorstag. Schoten binnen de verstaging door het voorste leioog nemen. De genua- en fokkeschoten achter altijd door het vaste keerblok op de kuiprand halen, anders beschadigt u de buiskap! Spinnaker. Het spinnakerbeslag bestaat uit 1 neerhouderblok aan de neerhouder, 2 klapblokken en 2 keerblokken. Zet het neerhouderblok op de putting van het babystag. Zet de klapblokken midscheeps op de voetrail. Zet de keerblokken achterop de voetrail. Haal de loefschoot buiten de verstaging door het klapblok en het keerblok. Haal de lijschoot buiten de verstaging direct door het keerblok. Rocon. De rocon is aangeslagen op de spinnakerval. Als u de rocon opdoekt, kunt u hem het beste zig-zaggend vanaf de onderkant in de aangenaaide zak stoppen. De bovenkant van de rocon komt dan als laatste in de zak en als u de rocon weer moet gebruiken, kunt u de bovenkant makkelijk aanslaan en de rest uit de zak hijssen. Dek de rolgenua in de haven altijd af met de rocon, zodat hij niet uit kan waaien! Lieren. Alle lieren (ook de ankerlier) draaien rechtsom; de schootlieren zijn selftailing. Geen meertrossen op de schootlier doorhalen, want dan draait u het binnenwerk kapot!
-10-
Anker. Er is een 15 kg. Talamex anker met 5 meter ketting en 45 meter tros aan boord. Om het anker te laten vallen, haalt u de borgpal onder uit de ankerlier en draait linksom met een lierslinger de rem los. Het anker moet met een lierslinger in een gat naast de as van de ankerlier met de hand worden ingedraaid. Trek nooit het schip alleen op de lier naar het anker! Breng eerst het schip -al indraaiende- op motor of zeil boven het anker en trek het anker dan uit de grond. Log. Als het log niet werkt, komt dit meestal omdat het schoepje van de sensor niet meer draait omdat het log is aangegroeid. U kunt de sensor uit de doorvoering halen en daar tijdelijk een plug inzetten om het log schoon te maken. Boordspanning. Als de boordspanning te laag is, vallen de navigatie instrumenten uit, zonder alarm te geven. Op het GPS-display verschijnen alleen streepjes!
-11-
GEBRUIKSAANWIJZING SCHEEPSDIESELMOTOR VOLVO PENTA Algemeen. Zorg dat alle bemanningsleden op de hoogte zijn van de start- en stopprocedure, maar belast bij voorkeur één persoon in het bijzonder met de zorg voor de motor en de electrische installatie. -
Ga bij een motorstoring of bij een defect liever niet zelf sleutelen (tenzij u zeer deskundig bent), maar laat dit over aan een Volvo Penta monteur. Een boekje met adressen is aan boord. Bij grote financieële consequenties vooraf de Commat of mentor raadplegen.
-
Vermeldt bij voorkeur dagelijks de stand van de motorurenteller in het journaal, maar in ieder geval aan het einde van uw vaarperiode.
-
Laat voor vertrek de motor 5 minuten onbelast warmdraaien op een laag toerental. Hierdoor worden ook de accu's weer wat opgeladen.
-
Het zal ongetwijfeld uw bedoeling zijn om zo veel mogelijk te zeilen. Een draaiende motor is wel nodig om de accu's op te laden, dus tenminste 15 minuten per dag moet de motor bij. Aan de motor zit een dynamo (alternator) die ook met een laag toerental de accu's maximaal oplaadt.
-
Handstart van de motor is niet mogelijk, dus zorg voor een volle motoraccu!
-
De motor heeft geen startsleutel. Als u van boord gaat en het schip afsluit, moet u dus altijd de onderste rode hoofdschakelaar van de motor uit= horizontaal zetten, anders kan iedereen de motor starten en wegvaren.
-
De motor heeft een gesloten zoetwater koelsysteem dat weer door buitenboordwater wordt gekoeld. De koelvloeistof bestaat uit 50% antivries glycol met 50% gedestilleerd water. Dit is ook anti-corrosie. Als u geen koelwater uit de uitlaat ziet komen, is dat een ernstige storing. Het buitenboordkoelwater koelt n.l. ook de afvoergassen die uit de motor komen. Als die niet gekoeld worden, verbrandt het rubber van de uitlaat!
-
De motor heeft een saildrive, dus aan de motor zit een constructie verticaal naar beneden c.f.een aanhangmotor.
-12-
-
De schroef is een linksdraaiende klapschroef, dus vooruit slaant gaat het schip naar SB, achteruit slaant naar BB. Als er plastic of wier in de schroef komt, klapt de schroef soms niet volledig uit. Om de weerstand van de schroef zeilende zo klein mogelijk te maken, moet u de bedieningshandel op achteruit zetten. Controles bij overname schip - Controleer of de brandstofkraan voor het scheidingsfilter aan SB-zijde van de motor open staat. Deze kraan kan in principe open blijven staan. NB:
In het motorcompartiment SB-achter komt een dikke rubberslang van boven die via een afsluiter buitenboord gaat. Dit is de afvoer van de beluchter van de interne koeling en hij moet altijd open staan! - Controleer of er geen water, brandstof of olie lekt. - Controleer het smeeroliepeil met de peilstok aan SB-zijde van de motor. Het peil mag nooit onder het onderste merkteken komen. Indien nodig bijvullen met smeerolie uit achter-bun. Tussen min en max is 1 liter.
-
Controleer het koelvloeistofniveau. Dit moet vlak onder de vulopening staan. Open de dop voorzichtig als de motor warm is. Indien nodig bijvullen met koelvloeistof uit achter-bun.
-
Controleer of de koelwaterafsluiter aan BB-achterzijde van de motor aan de saildrive open staat. Deze afsluiter kan in principe open blijven staan.
- Controleer of de brandstoftank is gevuld. De meter zit op het controlepaneel. NB:
Controleer of de watertanks zijn gevuld. De meter zit op het controlepaneel. De accu's zijn onderhoudsvrij dus het elektrolyt hoeft in principe niet gecontroleerd te worden.
De brandstoftank. Onderaan de brandstoftank zit een bezinkpotje, waarin water en vuil worden opgevangen. Vanuit dit potje loopt via een afsluiter een dunne, doorzichtige plastic aftapslang naar het scheepsvlak onder de tank. Als u zeker weet dat er veel water of vuil in de tank is gekomen, via deze slang aftappen. Bij voorkeur echter niet aankomen!
-13-
Brandstofverbruik. Bij 3000 toeren 3 liter per uur. De vaart is dan ongeveer 6.5 knopen. Het motorpaneel. Op het motorpaneel zit een toerenteller. Het maximum aantal toeren is 3600, maar 3000 toeren is genoeg om onder normale omstandigheden voldoende vaart te maken. Op de toerenteller kunt u ook de draaiuren aflezen. Noteer die elke dag en in ieder geval aan het einde van uw tocht in het scheepsjournaal. Er zitten 4 controlelampjes naast elkaar op het paneel. Van links naar rechts zijn dit de controlelampjes voor koelwater, oliedruk, alternator en voorgloeien. Om te controleren of alle vier de lampjes en de zoemer goed werken,moet u de knop "alarm test" naar beneden drukken. Als er iets is met de motor en een controlelampje knippert terwijl de zoemer gaat, kunt u de zoemer stoppen door de knop "alarm test" even naar beneden te drukken. Het lampje blijft knipperen! Wat te doen bij motoralarm. De zoemer afzetten door de knop "alarm test" even naar beneden te drukken. Koelwateralarm: Toerental terug naar stationnair, waardoor ook de motor uit zijn werk komt te staan. Onderzoek wat de oorzaak is geweest. Kijk of er koelwater uit de uitlaat komt. Als het alarm niet uitgaat motor stoppen. Wees voorzichtig met het losdraaien van de radiateurdop, omdat er eventueel stoom uit kan komen. Mogelijke oorzaak is plastic vóór de koelwaterinlaat. De koelwaterinlaat bestaat uit een aantal gaatjes in het staartstuk van de saildrive. Oliedrukalarm: Onmiddellijk de motor stoppen! Smeeroliepeil controleren en zonodig bijvullen. Alternatoralarm: De alternator laadt de accu's niet op. Controleer de bedrading van de motor naar de accu's. Het alarm gaat ook als de motor te weinig toeren maakt of de accu's boordevol zitten. Voorgloeilampje: Dit is niet echt een alarmlampje maar het geeft aan dat u aan het voorgloeien bent Het starten van de motor. - Zet de hoofdschakelaar aan, d.w.z onderste schakelaar bij hondekooi verticaal zetten. - Controleer of de stopknop (uittrekhandel) van de motor in SB-schap onder de kuiprand ingeduwt is.
-14-
- Zet de bedieningshandel in middenstand. - Ontkoppel de motor van de schroefas door de rode knop van de bedieningshandel in te drukken, en geef daarna half gas vooruit (de rode knop moet nog steeds ingedrukt staan.) - Druk de "power on/off" knop in. Daarna gaan de 4 waarschuwingslampjes branden; na ongeveer 20 sec gaat het koelwateralarm lampje uit. - Druk de "alarm test" schakelaar naar beneden en controleer of de zoemer gaat. - Druk dezelfde schakelaar nu omhoog gedurende ongeveer 20 sec. waardoor er wordt voorgegloeid. - Druk vervolgens op de startknop om de motor te starten. Als de motor niet start, niet langer dan 20 seconden de startknop indrukken. Nooit startspray gebruiken! - Zet de bedieningshandel in middenstand. - Controleer of er koelwater uit de uitlaat komt. - Laat de motor 5 minuten warmdraaien met de bedieningshandel in neutrale positie.Hierdoor schiet de rode knop op de bedieninghandel vanzelf uit; de schroef is gekoppeld. - Nu kan de motor worden gebruikt. Blijf varende langzaam draaien tot de motor warm is. Het afzetten van de motor. - Laat de motor vóór het afzetten minimaal 1 minuut onbelast draaien om "nakoken" van het koelwater te voorkomen. - Trek de stopknop (uittrekhandel) uit. De alarm zoemer gaat dan. Als de motor is gestopt de stopknop weer induwen. - Druk op het instrumentenpaneel de "power on/off" knop in. De zoemer stopt dan. NB: Als u deze knop niet indrukt, stopt de zoemer na 20 sec. Lampjes blijven echter branden, dus alsnog knop indrukken. - De motor mag nooit worden afgezet door de hoofdschakelaar uit te zetten, want dan beschadigt u de alternator!
-15-
ELECTRISCHE INSTALLATIE Hoofdschakelaars. Er zijn twee hoofdschakelaars aan de voorzijde van de hondekooi De bovenste schakelaar is voor het boordnet en de onderste schakelaar is voor het motorcircuit. Verticaal= aan, horizontaal= uit. Controlepaneel. Op het paneel zijn 10 systeemschakelaars n.l: 1. Toplicht (driekleurenlicht bij zeilen) 2. Ankerlicht 3. Stoomlicht (toplicht met motor bij) 4. Dekverlichting 5. Navigatie lichten (boordlichten en heklicht) 6. Navigatie instrumenten 7. Instrumenten verlichting 8. Navtex 9. Hydrofoor (electrische waterpomp) 10.Reserve Op het paneel naast de marifoon zit een knopje om de luidspreker in de kuip aan (omhoog) of uit (omlaag) te zetten. Op het paneel zitten ook meters voor de inhoud van de dieselolie- en de watertank, een 12V GSM- en een normaal 12V stopcontact en een 220V stopcontact. Achter het uitklapbare paneel bevinden zich de zekeringen. De meeste systemen hebben een zekering van 8 A. Als u de zekeringen controleert eerst de hoofdschakelaars uitzetten! Accu's. Onder het voeteneinde van de hondekooi bevinden zich twee parallel geschakelde accu's van elk 95Ah voor het boordnet en een accu van 74Ah voor het motorcircuit. De accu's zijn onderhoudsvrij, d.w.z. het niveau van het water hoeft in principe niet te worden gecontroleerd. De accu's worden opgeladen door de dynamo (alternator) op de motor, of door 220V walspanning via de Victor Pallas walstroominstallatie. Walspanning. Als u walspanning kunt krijgen alleen 220V aansluiten. De stekker bevindt zich aan de voorzijde van het SB-schap in de kuiprand. Het interne circuit staat altijd goed; niet aankomen dus. De voeding gaat via een diodebrug naar de accu's. Walstroominstallatie. De Victron Pallas walstroominstallatie bevindt zich in de SBbun tegen het voorschot.
-16-