INFRATECH BIJLAGE
pag 5, Saskia Vernooij: Infraprofessionals gaan dialoog aan
pag 7, Dolf Booij: Effectief communiceren over prestaties
pag 14, Melanie Schultz: Slim en ambitieus samenwerken aan innovatie
NUTSVOORZIENINGEN EN SPECIALISTISCHE TOEPASSINGEN
A.Hak staat aan de basis Gas, water, elektriciteit, warmte, verlichting en communicatie. Het zijn voorzieningen die iedereen nodig heeft voor een comfortabel en veilig bestaan. Ook voor de productiviteit van een onderneming zijn ze onontbeerlijk. De bedrijven van A.Hak verzorgen hiervoor al decennialang de infrastructuur en zijn bovendien betrouwbare partners voor verschillende specialistische toepassingen. Of het nu gaat om de algemene nutsvoorzieningen of om bijvoorbeeld verkeersregelsystemen, glasvezel- en draadloze netwerken, stadsverwarming of camerabeveiliging – A.Hak staat aan de basis en is inzetbaar in alle fasen van een project: van engineering tot beheer en van aanleg tot onderhoud. WWW.A-HAK.NL
0417 HAK_adv Cobouw.indd 1
16-09-14 13:19
Strong foundations, solid future
Franki Grondtechnieken B.V., opgericht in 1934, is een ervaren funderingsaannemer.
Atlaspalen Franki Omegapalen Grondverdringende schroefpalen met verloren punt Geschroefde stalen buispalen Schroefinjectiepalen Schroefpalen Palenwanden Diepwanden Mini-heiwerk Funderingsherstel
Het bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerp en de realisatie van alle mogelijke funderingsconstructies. Er wordt onder andere gewerkt aan grote infra projecten, utiliteitsbouw, woningbouw en renovatie. Met haar jarenlange expertise kan Franki Grondtechnieken een compleet gamma geoptimaliseerde funderingsoplossingen aanbieden. Franki Grondtechnieken maakt deel uit van de wereldwijde funderingsgroep Franki Foundations (www.ffgb.be).
Franki Grondtechnieken B.V. Trondheim 8, 2993 LE Barendrecht, Nederland +31 180 641 998
[email protected] www.franki-grondtechnieken.nl
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
I NFR ATEC H
Inhoudsopgave 5 Infraprofessionals gaan dialoog aan 7 Effectief communiceren over prestaties 9 Innovatieve energiecentrale met co-creatie 13 Dynamisch verkeersmanagement 14 Slim en ambitieus samenwerken aan innovatie 17 Grootschalige vervanging van drukleidingen niet aan de orde
InfraTech Innovatieprijs Dagelijks worden er innovatieve oplossingen voor maatschappelijke problemen bedacht en gebouwd. Snelheid, effectiviteit, duurzaamheid en kwaliteit voeren daarbij vaak de boventoon om tot krachtige oplossingen te komen, zowel qua techniek als qua proces. Elke editie roept InfraTech iedereen uit de sector op, om baanbrekende ideeën te lanceren voor de aanleg en het onderhoud van infrastructuur in de breedste zin van het woord. Tijdens InfraTech 2015 zal de InfraTech Innovatieprijs voor de negende keer worden uitgereikt. Het bedrijfsleven, overheden, kennisinstellingen, maar ook particulieren kunnen meedingen naar deze laagdrempelige prijs. Voor de InfraTech Innovatieprijs 2015 is een nieuwe categorie geïntroduceerd: de OpdrachtgeversDROOM. Daarmee wil de vakbeurs InfraTech de markt uitdagen om praktische oplossingen aan te dragen voor de “OpdrachtgeversDROOM over de infrastructuur van 2025!” De jury is voornemens om de winnende inzending in deze categorie tot verdere ontwikkeling en uitvoering te brengen op de BouwCampus in Delft. Overige categorieën zijn Toegepaste Innovatie, Geplande Innovatie en de Halftime Award. Inschrijven kan d.m.v. het inschrijfformulier dat te downloaden is van de website infratech.nl/bezoekers/innovatieprijs. Inzendingen moeten uiterlijk 21 oktober bij de organisatie binnen zijn.
InnovatieGalerij op de beursvloer
Alle inzendingen worden tijdens InfraTech 2015 in een galerij tentoongesteld met grote posters en videobeelden. Daarmee genereert iedere inzender automatisch de aandacht van de bezoekers van InfraTech. De winnaars van de InfraTech Innovatieprijs 2015 mogen zich een jaar lang InfraInnovator noemen. Daarnaast ontvangen zij een InfraTech promotiepakket ter waarde van € 2.500,- of € 500,- cash. De uitreiking van de prijs vindt plaats op de tweede beursdag van InfraTech, op woensdag 21 januari 2015. De organisatie van de InfraTech Innovatieprijs is in handen van Bouwend Nederland. Alle inzendingen worden beoordeeld door een deskundige vakjury t.w.: Jan Hendrik Dronkers (Directeur-Generaal Rijkswaterstaat), Ron Voskuilen (Algemeen Directeur Stadsontwikkeling Gemeente Rotterdam) Annemieke Nijhof (CEO Tauw Group BV) en Maxime Verhagen (Voorzitter Bouwend Nederland). De vakjury kiest een winnaar in iedere bovengenoemde categorie. Maar het publiek kan ook stemmen op één favoriete inzending uit alle categorieën. De winnaar van deze verkiezing ontvangt de Cobouw Publieksprijs.
3
Steeds extremere weersomstandigheden moeten worden tegengegaan met slimme en verfijnde afwateringsoplossingen. ACO biedt u een complete lijn afwateringsproducten met een tweeledig doel: Mensen beschermen tegen water en het water tegen de mens!
Toekomstbestendige en complete afwateringsoplossingen
www.aco.nl
InfraTech 2015 presenteert dagelijks uitgebreid Kennisprogramma.
Om een bezoek aan InfraTech nog krachtiger te maken, wordt door de organisatie veel aandacht besteed aan het kennisprogramma dat plaatsvindt in het Congres- en Vergadercentrum. De samenwerkings- en strategische partners verzorgen lezingen, workshops en masterclasses met input van opdrachtgevers en marktpartijen die vertegenwoordigd zijn in de programmacommissie. CROW bundelt haar symposiumaanbod in CROW College, Bouwend Nederland clustert kennisbijeenkomsten van haar vakgroepen en Rijkswaterstaat organiseert de RWS Marktdag om in een andere setting in gesprek te komen met hun opdrachtnemers. Actuele thema’s als duurzaamheid, Europese regelgeving, certificering maar ook het aantrekken van jong talent komen zeker aan bod tijdens de verschillende bijeenkomsten. Het definitieve en volledige programma zal in een later stadium bekend worden gemaakt.
I NFR ATEC H
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
Infraprofessionals gaan dialoog aan Jeroen Kreule
Van de markt, voor de markt: dat is InfraTech 2015, dé ontmoetingsplaats voor opdrachtgever, opdrachtnemer en toeleverancier in de infrastructuur, zegt beursmanager Saskia Vernooij van Ahoy Rotterdam. Vernooij is heel blij dat Rijkswaterstaat en Gemeente Rotterdam - net als in 2013 - het gastheerschap van InfraTech op zich willen nemen. Dat gaat verder dan een logo aan het evenement koppelen. “Veel verder,” zegt Vernooij. “Zowel Rijkswaterstaat als Gemeente Rotterdam zal zich zeer nadrukkelijk manifesteren op InfraTech 2015. Als lid van het Opdrachtgeversforum zijn het twee hele grote, publieke afnemers van infrastructurele werken. Beide publieke opdrachtgevers leveren een forse, inhoudelijke bijdrage aan het kennisprogramma.” In navolging van Rijkswaterstaat wil Gemeente Rotterdam nu ook een eigen Marktdag tijdens de meest toonaangevende beurs op het gebied van infrastructuur in Nederland verzorgen. Vernooij: “De Marktdag van Rijkswaterstaat was tijdens de vorige editie een groot succes, blijkbaar is Gemeente Rotterdam geprikkeld en geïnspireerd geraakt. Het is een mooie manier om het gesprek aan te gaan met hun relaties uit de markt.”
terschappen en overige gemeenten zich tijdens InfraTech 2015. Exposanten vanuit de markt zijn aannemers, ingenieursbureaus, brancheverenigingen en leveranciers. Op dit moment is ruim 75 procent van de beursvloer gevuld, aldus Vernooij. Ze merkt vooral dat grote bouwbedrijven, die zich een aantal jaren geleden nog groots presenteerden met een mooie grote stand, terughoudender zijn. “Hun marketingbudgetten zijn niet meer zo groot als vroeger, terwijl het toch belangrijk is dat ze zich op de beurs presenteren. Daarom hebben we iets nieuws bedacht: de Aannemers Business Lounge. Het idee is dat meerdere bouwbedrijven een stand delen, met één horecagelegenheid en een paar neutrale ruimtes voor bijvoorbeeld het verzorgen van seminars. Laat deze grote bedrijven maar met elkaar in discussie gaan in een pre-competitieve sfeer, dus voordat de budgetten verdeeld worden. Misschien prikkelend, maar ik denk dat het gaat werken. Ze hebben elkaar nodig.”
Jonge geesten
Meest spannende onderdeel van de InfraTech is ongetwijfeld ‘WIJ’, naar een idee van Jonge
Geesten. Spannend, omdat pas tijdens InfraTech zelf duidelijk wordt wat ‘WIJ’ precies is. Komende maanden werkt een Tijdelijk Innovatie Team het concept in co-creatie verder uit. Vernooij maakt deel uit van dat team. “Ik vind het zelf ook spannend. De infrasector is heel concreet en praktisch gericht, terwijl WIJ nu nog heel abstract is. Het is geen theater, maar er gaat wel degelijk iets gebeuren. Wacht maar af. Zelfs Rijkswaterstaat, Gemeente Rotterdam en het Opdrachtgeversforum, die WIJ mogelijk maken, weten nog niets over de exacte invulling. Ik kan alleen maar vertellen dat er rekening wordt gehouden met het hoofdthema ‘Krachtig Vooruit’ en dat we denken van Me to We.” Op InfraTech is ook de Startersstraat, ondersteund door De NieuwBouw, een netwerk dat zich richt op het ondersteunen van een nieuwe generatie bouwprofessionals. Vernooij: “De NieuwBouw stelt een stand beschikbaar, bovendien zijn er voor zo’n tien starters in de infrasector plaatsen beschikbaar tegen een gereduceerd tarief. Zo kunnen ook zij zich presenteren aan bezoekers van InfraTech. Alle ideeën zijn welkom, want we moeten vooruit.”
Innovatieve methodieken
Ahoy Rotterdam faciliteert InfraTech, is eigenaar van het concept en de spin in het web, terwijl de gastheren over een grote achterban en een enorm netwerk beschikken. Vernooij: “Zij kennen de sector als geen ander en nodigen alle infraprofessionals dan ook uit om de dialoog aan te gaan. Het doel? Elkaar inspireren en ideeën uitwisselen. Dat zal ongetwijfeld tot mooie samenwerkingen leiden. Deze tijd vraagt om het bundelen van kennis en kracht, om anticyclisch te denken, om te investeren in innovatieve methodieken.” Volgens directeur-generaal Jan Hendrik Dronkers van Rijkswaterstaat is InfraTech al jaren een belangrijk platform waar mensen uit overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten elkaar vinden en de dialoog aangaan. Directeur Johan Vermeer van het Ingenieursbureau van Gemeente Rotterdam is blij dat InfraTech opdrachtgevers en opdrachtnemers (weer) bij elkaar brengt. Zijn stelling: gezonde spanning tussen een deskundige opdrachtgever en een deskundige leverancier kan leiden tot innovatie, een nieuwe aanpak of anders samenwerken. ‘Krachtig Vooruit!’ is het thema van de elfde editie van InfraTech. Vernooij: “Twee jaar geleden ging het om trots, bij deze editie draait het om kracht. Het past bij de actualiteit, want we moeten vooruit. De infrasector is van cruciaal belang voor de Nederlandse economie, want zonder goede infrastructuur in een land kun je niks. De branche bezit veel kracht, onder meer in arbeidskracht en kennis. In ons kleine landje is de know how op het gebied van infrastructuur groot. Zo groot, dat deze wereldwijd wordt gebruikt. Het is dan ook enorm belangrijk dat deze sector zich blijft ontwikkelen. Hoe? Door creatief te denken, door kennis en kunde te bundelen en vooral door samen te werken, zodat de infrasector op volle kracht vooruit kan gaan. Daarom is gekozen voor dit thema.”
Indeling beursvloer
De beursvloer van InfraTech 2015 - liefst 30.000 vierkante meter groot - is opgedeeld in vier segmenten: Infrastructuur, Openbare Ruimte & Mobiliteit, Water en Riolering. Het thema riolering is nieuw. Vernooij: “Een logische stap, want riolering is een belangrijk segment van de infrastructuur geworden en verdient een eigen plek.” Veel publieke opdrachtgevers staan op de beursvloer: behalve Rijkswaterstaat en Gemeente Rotterdam presenteren provincies, wa-
Saskia Vernooij, exhibitionmanager van InfraTech 2015 forenst dagelijks tussen Rotterdam en Delft. Zij kijkt uit naar de aansluiting van de A4, het krachtige project van Rijkswaterstaat. Foto: Guido Benschop
5
Ruim 300 bedrijven boekten reeds standruimte voor InfraTech 2015
Met nog bijna vier maanden te gaan, vult de beursvloer van InfraTech 2015 zich snel. Al meer dan 300 bedrijven verzekerden zich van een plaats. De Van 20 t/m 23 januari staat Ahoy Rotterdam voor de beursvloer van InfraTech is opgedeeld in vier thema’s 11e keer volledig in het teken van InfraTech. InfraTech is die allemaal een segment binnen de infrastructuur de ontmoetingsplaats voor de infrastructuur en heeft vertegenwoordigen: dit jaar als thema ‘Krachtig Vooruit’. • Infrastructuur • Water • Openbare Ruimte & Mobiliteit Het belang van deze vakbeurs wordt ook tijdens de • Riolering 2015 editie onderstreept door belangrijke opdrachtgevers uit de publieke sector. Rijkswaterstaat en MKB INFRA Plein Rijkswaterstaat: Plein NL Gemeente Rotterdam treden op als gastheren van Provincieboulevard InfraTech. Tijdens InfraTech ontvangen zij hun relaties ICT plein Aannemers 1 en leveren beide publieke opdrachtgevers een Business Lounge Entree Presentatiepodium Demoruimte WIJ Riolering Riolering NVAF Funderingsplein belangrijke bijdrage aan het kennisprogramma. Maar ook de provincies zijn vertegenwoordigd op InfraTech 2 4 2015. Maar liefst 9 provincies profileren zich met een Congres- & 6 Plaza Starters Straat Vergadercentrum gezamenlijke presentatie op de Provincieboulevard 5 3 die gesitueerd wordt in Hal 1 (Thema Infrastructuur). InfraTech Daarmee laten de provincies op de beurs hun rol als Innovatieprijs Entree Gemeenteplein opdracht gevende partij zien. Opleidingenstraat
plattegrond-pleinen-NL.indd 1
9/19/2014 4:38:48 PM
I NFR ATEC H
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
Effectief communiceren over prestaties Edo Beerda
Nergens kon het Ingenieursbureau van Stadsontwikkeling Rotterdam de afgelopen decennia zijn kennis beter etaleren dan bij de bouw van centraal station en Randstadrail. Hoewel inkrimping van het ingenieursbureau volgde, blijft de Maasstad hoofdstad van de overheidsingenieurs, denkt projectmanager Dolf Booij. Het Ingenieursbureau Rotterdam – medeorganisator van InfaTech – was op ontwerptechnisch gebied verantwoordelijk voor het ‘stadse’ deel van de megaklus. Op de krappe kavel tussen treinsporen, Groothandelsgebouw, Delftse Poort en op het Kruisplein vond in acht jaar tijd een soort openhartoperatie plaats. Daarbij ging het oude treinstation tegen de vlakte, kwam een tunnelboor aan vanaf de Statenweg en richtte zich een gloednieuw station op, met eromheen een fantastische nieuwe buitenruimte. Ondergronds werden tegelijkertijd een nieuw metrostation, een parkeergarage, een verkeerstunnel, een fietsenstalling en een RandstadRailstation gebouwd. “En dat terwijl er dagelijks ruim honderdduizend reizigers dwars doorheen liepen,” blikt Booij terug.
Ondergronds infrastructuur
Alleen al de vraag hoe je de bouwputten waterdicht krijgt, maakte de klus voor ingenieurs razend interessant. Het gebied is immers doorspekt met ondergrondse infrastructuur en funderingen van hoge gebouwen. Het ingenieursbureau Stadsontwikkeling won een prijs voor
Dolf Booij foto: Guido Benschop
een oplossing die voorzag in bevriezing van de grond met vloeibare stikstof en pekel op een plaats waar het niet mogelijk was diep- of damwanden te realiseren. De vrieswand had bovendien een constructieve functie in de bouwput. Een spannende kluif hadden de gemeentelijke ingenieurs ook aan de diepwandconstructie aan de zijde van het Groothandelsgebouw. December 2007 dreigde een catastrofe door een grote lekkage in een paneel van deze grond- en waterkerende wand van het door stadsarchitect Maarten Struijs ontworpen metrostation. Het maaiveld verzakte maar liefst een halve meter. De gemeentelijke ingenieurs losten het probleem op door het aanbrengen van bronbemaling en een tijdelijke injectieafdichting. Later testten ingenieurs bij de bouw van de Kruispleingarage een zelfontwikkelde techniek om diepwandenproblemen in de toekomst beter te voorspellen. Met behulp van geluidstrillingen slaagden ze erin de betonsamenstelling van diepwandpanelen door te meten. Dat maakt het mogelijk lekkages te ontdekken voor ze kunnen optreden. Deze techniek is inmiddels ook toegepast bij de bouw van de Delftse spoortunnel. Het ingenieursbureau rekende verder aan de hal die van het station een nieuw ‘landmark’ maakte. Hoe sleutel je duizenden staaldelen (totaalgewicht: 3500 ton) in elkaar tot een dertig meter hoge puntconstructie met minimale ondersteuning, zonder dat hij op de mensen stort die eronder krioelen? Niet alleen technisch een hoogstandje, stelt Booij. “Het zit in je
genen om je op de prachtige techniek te focussen, maar misschien is het nog belangrijker dat alles gelukt is zonder één dodelijk ongeval. En dat we effectief wisten te communiceren met het publiek. Zonder dat waren onze technische prestaties vergeten.”
Toekomst
Na Rotterdam Centraal lijkt de tijd van de grote werken voorbij. De crisis zorgde voor oponthoud voor grote projecten en het ingenieursbureau werd bijna gehalveerd. Is de tijd van Rotterdam als dé stad van de overheidsingenieur voorbij? Beslist niet, denkt Booij. “Technisch interessante projecten als rijksweg A13A16, Blankenburgtunnel, Hoekselijn en de Maastunnelrenovatie komen eraan. Ook in de toekomst blijft de stad zich ontwikkelen en vragen beheer en onderhoud van de stedelijke voorzieningen aandacht. Daarin blijft ons ingenieursbureau een belangrijke rol spelen. Meer dan vroeger in samenwerking met de markt, maar we blijven veel zelf doen. Dat moet ook. Als je het zelf niet meer kunt, zakt je toetsingskwaliteit door het ijs.” Stadsontwikkeling heeft de handen ineengeslagen met ingenieurs van onder meer Rijkswaterstaat, regiogemeenten en Amsterdam. De InfraTech-beurs past volgens Booij perfect bij de nieuwe realiteit: het is de plek waar techneuten van markt en overheid elkaar ontmoeten en de nieuwste kennis uitwisselen. “We werken in de toekomst samen aan kwaliteit. Daarvoor moet je over scheidslijnen heen kijken.”
7
Alsof er niets gebeurd is... Beverwijk Al meer dan 50 jaar staat Gasunie garant voor de energie van Nederland. Om aan de toenemende vraag naar transportcapaciteit te kunnen blijven voldoen, moesten we een grote leiding leggen tussen Beverwijk en Wijngaarden, dwars door dichtbevolkte gebieden, onder de Polderbaan Schiphol
Ingewikkelde boring bij knooppunt Raasdorp. Deze boring had niet alleen een kromming maar ook nog eens een curve. Hoogstandje van A. Hak.
door, in zompige bodems en met technisch bijna onmogelijke kruisingen. Alles opengooien was geen optie. Dit is werk voor
Een boring bij Schiphol; een klus met een enorm groot belang. Het vliegverkeer mag geen hinder ondervinden. Goed overleg tussen aannemer A.Hak, Schiphol en Gasunie resulteerde in een veilige eindbestemming onder de Polderbaan door.
specialisten. De aannemers A.Hak en Visser & Smit Hanab wisten er wel raad mee. En klaarden de klus in recordtijd. Alsof er niks gebeurd is. Dank aan alle medewerkers van A. Hak en Visser & Smit Hanab
foto: Maarten van der Voorde, A.Hak
en hun onderaannemers, het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu, gemeenten, waterschappen, hoogheemraadschappen, provincies, Rijkswaterstaat en ProRail voor de prettige
In Hoofddorp hanteerde A.Hak een bijzondere boortechniek, de zogenoemde Direct Pipe methode. Bij deze techniek wordt een speciale tunnelboormachine voorop de gastransportleiding aangebracht, terwijl de pijp vooruit wordt geduwd. Ideaal op plaatsen waar geen ruimte is voor het uitleggen van de gehele leidingstreng.
Unieke boogboring in Moerkapelle. Visser & Smit Hanab bedacht een nieuwe boring waarbij in plaats van rechte pijpen voorgebogen pijpen werden gebruikt voor de boring. Hierdoor kon de boring aanmerkelijk korter worden, 172 meter.
samenwerking en het fraaie resultaat.
Onder de Lange Tiendweg werd 1.546 meter gastransportleiding in de Gemeente Ouderkerk doorgetrokken. De langste boring van het tracé.
Wijngaarden
Gestuurde raketboring bij Oud Alblas om de ondergrond in de veengebieden te ontzien. Door Visser & Smit Hanab. Voordeel hiervan is dat er minder water hoeft te worden onttrokken, dat er minder grond hoeft te worden aangevuld en er minder kans is op structuurschade aan de landbouwpercelen.
I NFR ATEC H
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
Innovatieve energiecentrale met co-creatie Michiel Maas
De getijdencentrale Brouwersdam moet een uniek project worden. Niet eerder werd een verbetering van de waterkwaliteit gekoppeld aan de opwekking van duurzame energie, en voor het eerst zal een centrale gebouwd worden in water met zo weinig getijdenverschil. Maar ook de aanpak is uniek: al in een zeer vroeg stadium werden marktpartijen betrokken bij het project. En dat biedt volgens projectdirecteur Ben Spiering van Rijkswaterstaat in allerlei opzichten voordelen. Het idee van een getijdencentrale in de Brouwersdam komt vooral voort uit de problemen in het Grevelingenmeer. De waterkwaliteit en daarmee het bodemleven gaat achteruit doordat er sinds de afdamming van de Grevelingen, in 1971, een deel van het meer te weinig zuurstofrijk water heeft. Een terugkeer van de getijdenwerking, door een deel van de Brouwersdam te voorzien van een in- en uitlaat voor het zeewater, ligt het meest voor de hand. En waarom dat in- en uitstromende water niet meteen benutten voor duurzame energie? Dat idee presenteerden de betrokken overheden, de provincies Zuid-Holland en Zeeland, de gemeenten Schouwen-Duiveland en GoereeOverflakkee en Rijkswaterstaat vorig jaar, en nodigden bouwpartijen en deskundigen uit om hun visie daarop te geven. De keuze voor deze vorm had een aantal redenen. “In eerste instantie is dit een zeer complex en veelomvattende opgave, met veel verschillende belanghebbenden en een impact op een groot gebied. De neiging bestaat dan al heel snel om alle wensen en eisen te inventariseren en zo’n plan in te kaderen. Maar daarmee ontstaat het risico dat je ongewild een streep zet door bepaalde innovatieve oplossingen die niet binnen die kaders passen. Dat was ook direct een van de kritiekpunten die we kregen van marktpartijen in dit proces: Rijkswaterstaat gooit op die manier oplossingsruimte weg.”
Financiering
Een andere reden voor het mobiliseren van de markt was wat fundamenteler: de financiering. “Marktpartijen zijn niet alleen creatief in technische oplossingen, maar ook in commerciële. Dat is in dit project ook nodig: De initieel becijferde kosten van het terugbrengen van het getijde in het Grevelingenmeer waren 190 miljoen
Brouwersdam bron: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat
Impressie samenwerking
euro. Dat is voor de verbetering van de waterkwaliteit een disproportioneel hoog bedrag als dat alleen van de overheden moet komen. Het is dus noodzakelijk om andere kostdragers te vinden. Dat moet natuurlijk in de eerste plaats gelden voor de centrale. Overheden zijn immers geen energiebedrijven, dus die bouwen ook geen energiecentrale. Maar je kan ook andere belanghebbenden krijgen bij een Grevelingenmeer mét getijde. Straks kunnen er waarschijnlijk mosselen worden gekweekt, dat zou ook een investering kunnen zijn.” Na een eerste marktconsultatie werden een aantal marktpartijen uitgenodigd voor een zogenaamde “pre-competatieve dialoog”. “Dat waren sessies waarbij de partijen met een eigen variant of model kwamen en waar deskundigen met elkaar discussieerden over de presentaties. Vaak ging het om een soort ad hoc consortium van bouwers, ingenieursbureaus en waterbou-
wexperts, die met deskundigen van onze kant om de tafel zaten.”
Rendabel en duurzaam
“Het was uitgesproken dat deelname aan die dialoog, dus dit deel van het traject, helemaal los stond van de rest van het traject. Dat wij met deze partijen aan tafel hebben gezeten, zegt niets over gunning of samenwerking in het verdere verloop. Om te zorgen dat de partijen er serieus moeite in wilden steken, stond er een vergoeding tegenover.” De conclusies uit de sessies worden openbaar gemaakt, maar de technische oplossingen die de partijen bespraken blijven beschermd. Het projectteam gebruikt de resultaten om een aantal business cases te maken waar de bestuurders uiteindelijk een beslissing over nemen. Over de technisch innovatieve uitkomsten van die pre-competatieve dialogen kan Spiering dus niets zeggen. Een ander punt kwam duidelijk naar voren: een grote getijdencentrale is lastig rendabel te realiseren. Dat betekent niet dat een grote getijdencentrale op voorhand wordt uitgesloten. “Er zijn inmiddels nieuwe marktinzichten en er lijken kansen te zijn. Dat is de rol van de marktpartijen: Onderzoeken in hoeverre en in welke mate energieopwekking op die locatie mogelijk is. De rol van de overheid is vervolgens om een realistische uitvraag te formuleren en het proces goed te organiseren. Omgaan met onzekerheid is daarbij essentieel.” Voor Spiering is deze opzet van het proces een verbetering. “Om van het Grevelingenmeer een gezond en duurzaam systeem te maken, moeten we zorgen dat we alle stakeholders erbij betrekken. En dat betekent ook financieel; de tijd dat de overheden grote projecten financierden en anderen de duimen opstaken maar geen cent betaalden, is voorbij. Wij, de stakeholders en de markt, moeten samen financieel in dit project zitten. En als uiteindelijk mocht blijken dat het niet kan worden gerealiseerd, dat is het mooie van co-creatie: je deelt de verantwoordelijkheid en soms ook de pijn.”
9
Aanleg verlegde A4, damwanden, viaduct, werk in uitvoering, Delft-Schiedam. bron: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Harry van Reeken
12
I NFR ATEC H
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
KENNISPLATFORM BETONWEGEN
HERSTACO B.V. STALEN BUIZEN
Kennis ontsluiten en praktisch toepasbaar en toegankelijk maken Meld u aan als lid van het Kennisplatform! Het lidmaatschap is persoonlijk, er zijn geen kosten aan verbonden. Alleen leden van het Kennisplatform ontvangen de uitnodigingen voor de themabijeenkomsten. Wie kunnen lid worden van het Kennisplatform? Diegenen die professioneel werkzaam zijn in beheer, ontwerp, advies, uitvoering, kwaliteitsbeheersing of kennisontwikkeling van weginfrastructuur en kennis willen verkrijgen en/of delen met professionals op het gebied van betonverhardingen.
Het Kennisplatform Betonwegen is een gezamenlijk initiatief van het Cement&BetonCentrum en CROW en wordt ondersteund door de Commissie Cementbeton Wegenbouw van Bouwend Nederland.
Meer informatie www.cementenbeton.nl
Vanaf heden ook uw leverancier van 1e keus 3.1 gecertificeerde stalen buizen! www.herstaco.com Telefoon: 0118 – 63 55 11
Verkiezing Meest krachtige persoon werkzaam in de infrasector InfraTech 2015 heeft als thema ‘Krachtig Vooruit’. In dat kader is de sector op zoek naar de ‘Meest krachtige persoon werkzaam in de infrasector’. Kandidaten worden genomineerd door professionals uit de infrastructurele branche. Uit de reeds ingezonden motivaties blijkt waarom de genomineerden als Krachtig bestempeld worden. Aanbevelingen waarin beschreven wordt op welke manier de genomineerde zich onderscheidt of een onderscheidende prestatie heeft geleverd en daarmee een belangrijke en positieve invloed heeft op de branche. Tot nu toe zijn Karin Sluis (Witteveen+Bos), Ingrid de Bondt (Provincie Zuid-Holland), Mozafar Saïd (Gemeente Rotterdam), Thessa Menssen (Koninklijke BAM Groep) en Roel van der Vossen (Euroconstruct/De NieuwBouw) genomineerd. De uitreiking van de nominaties kunt u zien op Infratech.nl/bezoekers/nominatie-krachtigepersonen. Bezoekers van de website InfraTech 2015 kunnen vanaf november stemmen op de kandidaat die volgens hen als “Meest krachtige persoon werkzaam in de Infrasector” is. De winnaar wordt tijdens openingsceremonie op dinsdag 20 januari 2015 bekend gemaakt.
I NFR ATEC H
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
Dynamisch verkeersmanagement Anka Voorthuijsen
Moet je nieuwe wegen blijven aanleggen om Nederland tijdens piekuren bereikbaar te houden? De vraag stellen is hem beantwoorden. “Er ligt al heel veel asfalt,” zegt Tanja Vonk, senior-adviseur innovatief verkeersmanagement bij TNO. Toenemende congestie en de daaraan gekoppelde mulieuproblematiek bestrijden kan beter met behulp van DVM, dynamisch verkeersmanagament. “Er zijn slimmere systemen dan meer asfalt neerleggen om de bestaande capaciteit van het wegennet beter te gebruiken en de verkeersstromen zo goed en efficient mogelijk af te wikkelen.” Wegbeheerders zetten daarbij de bekende infrastructurele maatregelen in, zoals detectielussen in het asfalt, matrixborden die waarschuwen voor files en gladheid, toeritdoseerinstallaties en bijvoorbeeld spitsen wisselstroken. TNO doet proeven met persoonlijke gedragsbeïnvloeding van chauffeurs, via ‘in-car’-systemen. Tanja Vonk: “Dat is relatief nieuw. Het gaat dan niet meer alleen over interactie tussen voertuig en infrastructuur, maar ook over interactie tussen voertuigen onderling, car-to-car communicatie.” De A270 bij Helmond fungeert voor TNO als een soort ‘weg van de toekomst’. Daar vinden regelmatig proeven plaats op het gebied van dit type vernieuwend verkeersmanagement.
Steeds slimmer
Vonk: “Auto’s communiceren op een speciale bandbreedte onderling met elkaar. Over bij-
A4 Midden Delfland. bron https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Joop van Houdt
voorbeeld eventuele gladheid, objecten op de weg, zoals een geklapte band, of files. In stedelijke gebieden kan dat ook, dan moet je denken aan stoplichten die bijna op groen gaan of om detectie van voetgangers.” Zowel wegen als auto’s worden steeds slimmer gemaakt zodat de BV Nederland bereikbaar blijft en door kan draaien. “Hoe gebruik je de bestaande infrastructuur zo goed mogelijk, hoe wikkel je het verkeer zo veilig en zo goed mogelijk af?” Vonk: “De trend is nu om flexibeler met het bestaande wegennet om te gaan. We kunnen de wegen robuuster maken door het bestaande asfalt beter en slimmer te gebruiken.” Voorbeeld daarvan is de wisselstrook op de A1 tussen Amsterdam en Almere/’t Gooi. In de ochtendspits is het drukt in de richting van Amsterdam, dus is de strook richting Amsterdam open. ’s Middags is er vooral verkeer dat Amsterdam uit wil. Bestaand asfalt ‘slimmer’ gebruiken gebeurt bijvoorbeeld ook bij de snelwegen rond Rotterdam, zegt Vonk, waar het doorgaande verkeer steeds meer wordt gescheiden van het regionale verkeer. “Daar is een doorgaande hoofdrijbaan naast een paralle structuur, waar de afritten naar de stad op zitten.” Achterliggende gedachte is natuurlijk het gedrag van automobilisten meer te sturen, maar steeds afhankelijk van de situatie. “Ze kiezen uiteindelijk natuurlijk zelf, maar we onderzoeken hoe je de weggebruikers daar zoveel mogelijk mee kunt helpen. We willen automobilisten zo duidelijk mogelijk maken wat er van hen wordt verwacht. Dat kan door het aanpassen van de infrastructuur, zoals een doelgroepstrook voor vrachtverkeer. Maar we doen ook
onderzoek met de mogelijkheden van persoonlijk reisadvies.”
Persoonlijk reisadvies
Bij de Praktijkproef Amsterdam zijn ondermeer de gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat opdrachtgever en vormen TNO en ARS een consortium dat onderzoek doet naar de congestie in Amsterdam Zuidoost. Onderzocht wordt of de bereikbaarheid van drukke evenementenlokaties zoals de Arena of Ziggo Dome, die veel verkeer aantrekken omdat veel mensen er op hetzelfde moment naartoe willen, verbeterd kan worden. Vonk: “Dan moet je denken aan een persoonlijk reisadvies, bijvoorbeeld via je smartphone of een kastje in je auto. Hoe kan jij, in jouw situatie op dat tijdstip, zo snel en veilig mogelijk bij de Arena komen en waar kun je dan vervolgens het beste parkeren.” Dat soort diensten worden in de toekomst veel belangrijker, verwacht ze. “Nu krijgt iedereen nog hetzelfde advies via bijvoorbeeld een Tomtom, maar die systemen kunnen veel slimmer zodat mensen sneller en veiliger van a naar b komen. Via een smartphone is het natuurlijk makkelijk om appjes te downloaden. Files kosten Nederland onzettend veel geld. Je moet mensen persoonlijk informeren over de actuele situatie: blijf eerst nog even thuiswerken en ga dan pas de weg op.”
13
14 Slim en ambitieus samenwerken aan innovatie I NFR ATEC H
Welke kansen ziet minister Melanie Schultz van Infrastructuur en Milieu voor de infrasector? Waarin blinkt Nederland uit en waar en hoe kunnen we nog stappen zetten? InfraTech sprak de minister over de vooruitzichten op de sector en de uitdagingen die er liggen.
Hoe ziet u de toekomst van de infrasector? Ik denk aan twee kernwoorden: ambitie en slimmer. Onze ambitie is om een state of the art-infrastructuur te behouden. Internationaal scoren we hoog met onze infra. Volgens het World Economic Forum is Nederland het derde beste handelsland ter wereld en volgens de Wereldbank heeft Nederland zelfs de tweede beste logistiek ter wereld. Dat heeft vooral te maken met onze goede infrastructuur. Onze ambitie is om ten minste deze toppositie te handhaven. Ik weet dat dit stevig is, omdat veel bedrijven last hebben van de crisis. Maar daarom noem ik ook ‘slimmer.’ Want ik zie dat veel bedrijven zich aan het heroriënteren zijn. Het beheer van infra wordt steeds dominanter. We gaan infraprojecten meer gebiedsgericht benaderen. Dat stelt ons voor de opgave om het slimmer te doen; slimmer gebruik van elkaars kennis, slimmer gebruik van de ruimte en slimmer gebruik van nieuwe technologie om onze infrastructuur toekomstgericht te maken. Daar liggen de kansen en ik heb veel vertrouwen in de sector dat ze die kansen zien en oppakken.
Wat draagt de minister eraan bij om de sector krachtig vooruit te laten gaan? Ten eerste door te stimuleren dat er verbinding komt tussen de verschillende infrastructuren, van energie, water, wegen, spoor, IT. Ook de markt kan nog meer worden betrokken bij de oplossing van onze langetermijnopgaven. Dat werkt innovatie in de hand. De traditionele contractuele verhoudingen volstaan niet langer. Ik ben ervan overtuigd dat we meer gezamenlijk kunnen nadenken over hoe we onze infrastructuur slimmer kunnen inzetten om de gebruiker maximaal nut te geven, bijvoorbeeld met ICT. Het is overigens geen rocket science, maar een continue leerproces. Een tweede punt houdt daarmee verband. Want het beheer en onderhoud en de aanleg van nieuwe projecten, dat doen we samen met de markt. We werken met langjarige DBFM contracten, Design en Constructcontracten en prestatiecontracten voor onderhoud. De omvang van de contracten is divers zodat partijen groot en klein een kans maken op werk.
Wat kan de markt nog anders of meer doen om krachtig vooruit te gaan? De sector kan zich onderscheiden door servicegericht te zijn, mee te denken, te investeren en innoveren. Natuurlijk zijn principes als kostenbeheersing en technische know how de basis. Maar ik denk dat het steeds belangrijker wordt om verbinding te leggen met andere partijen. Er komt meer druk op de ruimte, het gebruik van infra verandert; dat betekent dat ook andere disciplines een belangrijke waarde kunnen hebben, denk aan gedragswetenschappers of economen.
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
Wie zou u nomineren als meest krachtige persoon in de sector? Ik zou niet een persoon willen aanwijzen. Dat zou geen recht doen aan de grote inzet die ik zie bij heel veel mensen. Ik ben echt trots op onze sector die zoveel krachtige personen kent die oog hebben voor vernieuwing. Maar als ik er toch één moet selecteren, dan noem ik Henk Ovink. Hij was tot april 2013 plaatsvervangend DG Ruimte en Water bij ons ministerie. Sindsdien werkt hij als speciaal adviseur van Obama’s Hurricane Sandy Rebuilding Task Force in New York. Hij werkt, net zoals we in Nederland doen, aan oplossingen die ervoor moeten zorgen dat een superstorm in de toekomst minder schade en slachtoffers maakt. De Amerikaanse nieuwszender CNN heeft Ovinks aanpak uitgeroepen tot een van de beste ideeën van 2013. Daar ben ik erg trots op.
Hoe is het gesteld met de kennis op het gebied van waterveiligheid? In mei van dit jaar heb ik aan de Tweede Kamer gemeld dat dit bij Rijkswaterstaat een punt van zorg is. Een deel van de mensen met kennis op het gebied van waterveiligheid heeft zijn ervaring opgedaan bij de Deltawerken en staat op het punt om met pensioen te gaan. Op dit moment hebben we voldoende mensen met kennis in huis om de waterveiligheid te borgen, en er wordt hard gewerkt om dit in de toekomst zo te houden. Rijkswaterstaat compenseert de uitstroom van mensen door gericht te werven, mensen op te leiden en de verbinding met de kennis in de markt en bijvoorbeeld de waterschappen nog beter te benutten. De Deltabeslissingen, die ik zojuist op Prinsjesdag bekend heb gemaakt, zijn een goed voorbeeld van hoe samenwerking tussen overheden en markt tot goede oplossingen kan leiden.
Jaarlijks reserveert het Rijk een miljard euro voor het op orde brengen van dijken. Is dat voldoende? Ik denk dat het voldoende is, maar dat zal blijken bij de verdere uitwerking. Het is altijd een afweging tussen de vele noden en wensen van het land. Maar in principe zijn de gereserveerde middelen in het Deltafonds van gemiddeld circa 1 miljard euro per jaar tot en met 2028 voldoende om een voortvarende start te kunnen maken met de Deltabeslissingen en ‘droge voeten’ te houden. Het werken aan water in Nederland is nooit af. Zo’n 60% van het land kan overstromen uit rivieren, grote meren of de zee: we zullen ons altijd tegen het water moeten blijven beschermen. Daarom vind ik het belangrijk dat er financiële zekerheid is, ook op de langere termijn en dat betekent dat ik ervan uitga dat het Deltafonds ook na 2028 wordt doorgetrokken.
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu looft een prijs uit voor projecten die anderen inspireren om klimaatbestendig en waterrobuust te denken en te handelen. Wat gebeurt er met de ideeën die uit dit soort prijsvragen ontstaan? Klopt. We loven een prijs uit, De Peilstok 2014, voor projecten die anderen inspireren om klimaatbestendig en waterrobuust te denken en te handelen. Eén van de Deltabeslissingen, die ik op Prinsjesdag bekend heb gemaakt, is aan dit thema gewijd: de kwaliteit van de leefom-
geving in steden en hun ommeland staat onder druk door hevigere regen, langdurigere droogte en meer warme dagen. Dit leidt tot schade aan gebouwen en de inrichting van de openbare ruimte, en heeft flinke gevolgen voor de gezondheid, leefomgeving en economie. Kanshebbers voor De Peilstok 2014 vormen dé verbeelding van de Klimaatbestendige Stad: tastbare projecten die op innovatieve wijze tot stand komen en aanzetten tot navolging. De stad is immers de motor van onze economie. De meest bijzondere projecten worden verzameld in een boek dat wordt aangeboden aan de jury tijdens het Festival Ruimtelijke Adaptatie op 9 oktober. We maken de projecten breed bekend om anderen te stimuleren: zo kan het, zo moeilijk hoeft het niet te zijn.
Hoeveel belang hecht de minister aan een prijs als de InfraTech Innnovatieprijs? Het stimuleren van innovatie door middel van een prijs is een goede methode. Deze prijs zet innovatieve bedrijven in het zonnetje.
Waarom is het, volgens de minister belangrijk dat innovaties meer aandacht krijgen? Ik vertelde al dat vanwege de ontwikkelingen in de toekomst innovatieve oplossingen voor bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid onmisbaar zijn. Bovendien zetten innovaties altijd nieuwe ontwikkelingen in gang. Het werkt als een domino-effect. De meeste innovaties zijn stapsgewijs, en borduren voort op eerdere ideeën. Een innovatieprijs als deze zet goede ideeën in de schijnwerpers en brengt hopelijk weer nieuwe ideeën op gang.
Hoe kunnen we meer vrouwen werven in de bouw- en infrabranche? De bouw is een sector waarin van oudsher weinig vrouwen (5,5%) werkzaam zijn. En de infrabranche is met 1% helemaal een achterblijver! De meeste vrouwen werken in administratieve functies, op wat hoger niveau vooral als werkvoorbereider of calculator. In de top van bouwbedrijven is het aandeel vrouwen beperkt, maar wel groeiend. De vrouwen die wel werken in de bouw geven zelf aan gelukkig te zijn met hun baan. Het werk is uitdagend, afwisselend en boeiend. Dat enthousiasme kan aanstekelijk werken. Het is niet alleen van belang om meer vrouwen binnen te halen maar ook om ze binnen te houden. Dat vraagt om modern personeelsbeleid met loopbaankansen en ontwikkelperspectief, maar waarbij ook meer wordt aangedrongen bij vrouwen dat ze doorstromen. Het is goed dat de sector zelf al maatregelen neemt om meer diversiteit te krijgen.
Acht de minister het belangrijk dat (in deze digitale wereld) de professionals elkaar toch persoonlijk ontmoeten? En zo ja, waarom? Natuurlijk, ieder persoonlijk contact schept een band en bouwt aan vertrouwen. En vertrouwen is de basis van een goede samenwerking. Maar dat hoeft natuurlijk allang niet meer alleen tijdens de traditionele congressen. Er zijn nu zoveel moderne middelen die ons daarbij helpen. Het maakt samenwerking over grote afstanden mogelijk.
Minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
I NFR ATEC H
15
De pionier in prefab
Montage prefab onderbouw N261 Tilburg-Waalwijk
Barriers Bruggen & viaducten Heipalen Industriebouw Parkeergarages Prefab onderbouw Stadions & tribune elementen
www.haitsma.nl
T 0512 - 33 56 78
Uw specialist voor breeam.nl sloopprojecten Beelen sloopwerken
duurzaam slopen
Duurzaam slopen voor secundaire grondstoffenwinning
webshop.beelen.nl
088 - 260 03 00
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
I NFR ATEC H
Grootschalige vervanging van drukleidingen niet aan de orde Peter de Lange
Vervanging op grote schaal van drukrioleringen in Nederland is niet nodig zolang de leidingen nog goed zijn. Als leidingen en pompen worden gerenoveerd, levert dat een robuust en duurzaam systeem op dat weer jaren mee kan. Slechts in een beperkt aantal gebieden komt de infrastructuur in aanmerking voor vervanging.
Karst Jan van Esch
Dit is de voornaamste conclusie uit een feitenonderzoek van Stichting RIONED naar de technische staat waarin het rioleringsnetwerk in de Nederlandse buitengebieden verkeert. Het onderzoek werd uitgevoerd door ir. Karst Jan van Esch, senior adviseur riolering en stedelijk water bij Grontmij. Hij is tevens voorzitter van het expertnetwerk Riolering van NL Ingenieurs.
Imago
Drukriolering werd aangelegd in het midden van de jaren ’80. Dat gebeurde op grote schaal met subsidie van de rijksoverheid, die een einde wilde maken aan de situatie dat burgers in buitengebieden hun afvalwater direct op het oppervlaktewater loosden. Veel leidingen naderen het einde van hun levensduur. Aanleiding voor het onderzoek was de vraag of vervanging de beste optie is. Van Esch: “Het imago was dat zich door veroudering veel storingen voordoen. Veel gebruikers en beheerders zouden ontevreden zijn en de kosten van het beheer hoog. Gemeenten vroegen zich af of ze misschien moesten kiezen voor een alternatief.” Het onderzoek wijst uit dat de drukleidingen in de praktijk veel beter functioneren dan de klachten deden vermoeden. Het beeld vóór het onderzoek was behoorlijk vertekend, stelde Van Esch vast. “Gemeenten zijn over het algemeen tevreden: tweederde vindt dat drukriolering ook in de toekomst bestaansrecht heeft. Gebruikers geven de drukriolering een 8,4 en de prijs-kwaliteitverhouding een waardering van rond de 7.”
Alternatieve vormen
Ook met storingen valt het reuze mee. Per jaar valt een systeem gemiddeld acht minuten uit. In ongeveer de helft van de gevallen is dat te wijten aan verkeerd gebruik, bijvoorbeeld een doekje dat door het toilet is gespoeld. De leidingen hebben maar een kleine diameter. Er kunnen gemakkelijk verstoppingen ontstaan. Slechts in een klein deel van het ruim 100.000 kilometer lange netwerk zijn de problemen zodanig dat aan vervanging van de leidingen of aan een alternatieve vorm van riolering moet worden gedacht. In de omgeving van Steenwijk bijvoorbeeld zijn leidingen, mogelijk door grondverzakkingen, geknapt. Op andere plaatsen ontstonden problemen doordat de leidingen in de hausse van de jaren ’80 te snel werden aangelegd. Drukriolering is duur, vergeleken bij stadsriolering. Een aansluiting kost per jaar 700 euro. In het buitengebied is per adres behalve een pomp, 40 tot 200 meter leiding nodig, in de stad vijf tot zes meter. Maar duur is betrekkelijk, meent Van Esch. “Andere voorzieningen in buitengebieden, zoals gasleidingen en kabelaansluitingen, zijn ook kostbaar.” IBA’s (individuele behandelingssystemen van afvalwater) zijn mogelijk een alternatief. Naar kosten en levensduur van deze mini-zuiveringsinstallaties waarin bacteriën het vuil opeten, wordt momenteel afzonderlijk onderzoek gedaan.
Renovatiewerk
Gemeenten zijn vrij in de keuze welke oplossing het beste past in hun buitengebieden en bij hun budget. De situaties zijn heel divers. Van Esch: “In de ene gemeente staan 40 pompjes en ligt tien kilometer drukleiding, in de andere gemeente gaat het om 2500 pompen en meerdere honderden kilometers.’’ Het renovatiewerk zal naar verwachting vele jaren in beslag nemen. Sneller is niet mogelijk bij gebrek aan technische deskundigheid. Van Esch: “Goed opgeleid personeel wordt schaars. Opleidingen van MBO tot universiteit zouden meer aandacht aan het onderwerp moeten besteden.”
17
18
I NFR ATEC H
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
GCE cad-service Daltonweg 9 3225 LR Hellevoetsluis
T 0181 33 69 55 F 0181 31 18 99 www.gcecad-service.nl
Technisch Teken-en Ontwerpbureau
Wie?
Hal1 Standnummer:
Waar?
DRAINVOEG • straatwerk duurzaam waterpasserend • waterdoorlatendheid ver boven de norm • machinaal pakket • onderhoudsarm & kostenbesparend • geen speciale stenen nodig
DRAINBRICK
1.101
put op steenformaat • makkelijk plaatsbaar • snelle oplossing overlast • cortenstaal/RVS, ook rond •
Wanneer?
Van ‘MIJ naar WIJ’ op InfraTech 2015 Bijzondere opdracht voor Jonge Geesten®
Moersebaa n 18 - 4882 KE - Klei n Zundert - 06 - 20 131 982 i nfo@dr ainvas t.nl
‘WIJ’ doen het
Het team heeft voor ‘WIJ’ gekozen omdat er veel Voor het Opdrachtgeversforum in de Bouw, Gemeente Kracht in ‘WIJ’ schuilt. ‘WIJ’ is de boodschap die het Rotterdam en gastheer Rijkswaterstaat is Jonge Geesteam wil meegeven. ‘WIJ’ zegt veel meer dan ‘samen ten® gestart met het ontwikkelen van een concept doen’, het zegt dat ‘WIJ HET DOEN’. Daarom moet tijdens InfraTech van 20 t/m 23 januari 2015 in AHOY. ‘WIJ’ een neutraal terrein worden. Een ‘WIJ-plaats’ InfraTech heeft als thema ‘Krachtig Vooruit’ en zocht voor opdrachtnemers, (publieke)opdrachtgevers en naar een bijzondere invulling van een centraal gepositi- kennisinstellingen. Kortom een ‘WIJ-markt’ met voor oneerde ruimte. ieder wat wils. Jonge Geesten ® kan alvast met trots aankondigen dat Otto Scharmer -docent MIT en grondTijdelijk innovatie Team legger van Theory U- een masterclass zal geven. Om een onvergetelijke invulling te geven aan deze Jonge Geesten ® helpt organisaties en individuen met ruimte heeft Jonge Geesten® een Tijdelijk innovatie (complexe) vraagstukken en biedt met haar initiatieven Team van 18 individuen opgericht dat door middel de mogelijkheid om verschillende generaties en orgavan co-creatie de ideeën tot uiteindelijk prototypes nisaties met elkaar te verbinden, te laten samenwerken zal gaan brengen. De kracht van een dergelijk team en co-creëren. Voor meer info en deelnemers aan het is samenstelling van het team en de stappen die zulTijdelijk innovatie Team: www.jongegeesten.nl/wijlen worden doorlopen. De komende 5 maanden zal infratech het team dat bestaat uit individuen van verschillende generaties, sekse en organisaties het concept met de naam ‘WIJ’ uitwerken, vormgeven en begeleiden. Hierbij doorlopen ze de stappen van Theory U (Het teweegbrengen van complexe verandering) en de Creatiespiraal® (het verwezenlijken van een wens naar werkelijkheid). Naast verbreden van het netwerk, geeft het de deelnemers ook inzicht hoe ideeën tot een totaalconcept te brengen met alle ruimte en aandacht voor eigen ideeën, inbreng en creativiteit. Illustratie: Niels Gort
I NFR ATEC H
Dinsdag 30 september 2014, Cobouw 148
19
bron: https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Joop van Houdt
Werkzaamheden SAA in volle gang In 2014 gaat het SAA One (een samenwerkingverband van de aannemingsbedrijven VolkerWessels, Hochtief en Boskalis en investeringsmaatschappij DIF) van start met grootschalige werkzaamheden aan de weguitbreiding Schiphol - Amsterdam - Almere (SAA). Het werk maakt onderdeel uit van een DBFM-contract (Design, Build, Finance and Maintain) met een looptijd van circa 30 jaar in opdracht van Rijkswaterstaat. Het consortium is deze periode verantwoordelijk voor ontwerp, bouw, financiering
en onderhoud van bestaande en nieuwe infrastructuur. De weguitbreiding van de A1/A6 vindt plaats over een afstand van 20 kilometer. Zo krijgen de A1 en de A6 tussen knooppunt Diemen en de Hollandse Brug beiden 2x5 rijstroken. De A6 krijgt vanaf de Hollandse Brug tot en met de Hoge Ring bij Almere 4x2 rijstroken. Op het gehele traject A1/A6 komt een wisselbaan van twee rijstroken. Daarnaast wordt knooppunt Muiderberg aangepakt. De uitbreiding van de A1/A6 voorziet verder onder andere in een
permanente bypass in knooppunt Diemen van de A9 naar de A1 met een nieuwe brug over het Amsterdam Rijnkanaal, een aquaduct onder de Vecht. Het kunstwerk wordt met twaalf rijstroken het breedste aquaduct van Europa. Als het gereed is, hoeven automobilisten op de route van Schiphol en Amsterdam naar Almere (SAA) nooit meer stil te staan omdat de bruggen over de Vecht opengaan.
Ingezonden mededeling
Bouwen op omgevingsinformatie Kadaster Stel, je wilt de A2 tussen Het Vonderen en Kerensheide verbreden met aan weerszijden een extra rijstrook én vluchtstrook. Welke obstakels kom je dan tegen in het landschap? Met hoeveel grondeigenaren heb je te maken? Moet je grond verwerven, is herverkaveling een optie? Voor Rijkswaterstaat bood de omgevingsinformatie van het Kadaster uitkomst. De verbreding van de A2 is een van de projecten uit het Meerjaren Investeringsprogramma Ruimte en Transport (MIRT). Om overheden en bedrijven te helpen goede beslissingen te nemen, bundelt het Kadaster alle beschikbare omgevingsinformatie. Een zogenoemde Gebiedsfoto.
Verbreding A2 Rijkswaterstaat gaat tussen 2022 en 2025 de A2 verbreden tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide. Naast de huidige weg komt daarvoor een extra strook asfalt. Rijkswaterstaat wilde graag weten waar ze rekening mee moet houden bij aanleg van de weg. Ze vroeg het Kadaster om alle omgevingsinformatie in kaart te brengen langs het tracé, 100 meter aan weerszijden van de weg. Met die informatie kan Rijkswaterstaat niet alleen voor alle betrokkenen de optimale oplossingsrichting bepalen. Ze kan ook de financiële risico’s van het bouwproject beter beheersen.
www.kadaster.nl/gebiedsfoto
Gebiedsfoto Het Kadaster maakte een zogenoemde Gebiedsfoto: een GISgegevensverzameling met onder andere informatie over eigendom, kabels, leidingen en landschapselementen. De omgevingsinformatie die het Kadaster heeft verzameld helpt Rijkswaterstaat relevante informatie te koppelen aan verschillende belanghebbenden. Hierdoor kan Rijkswaterstaat het hele proces zo gestroomlijnd mogelijk doorlopen, van voorbereiding tot realisatie. Zodra alle betrokken belanghebbenden in kaart zijn gebracht, kan Rijkswaterstaat tijdig met hen overleggen. Welke keuzes hebben de minste gevolgen voor de rechtssituatie? Waar kan minnelijke grondverwerving succesvol zijn? Betere doorstroming Amsterdam Noord Een ander MIRT-project waarin de omgevingsinformatie van het Kadaster is opgenomen, is ‘Noordkant Amsterdam’. Het ministerie van IenM, de provincie Noord-Holland en de stadsregio Amsterdam stonden voor een enorme klus: hoe kunnen we de doorstroming en robuustheid van het wegennet ten noorden van het Noordzeekanaal verbeteren? Het Kadaster bracht het gebied in kaart. Waar staan hoogspanningsmasten, liggen begraafplaatsen, zijn natuurgebieden of staan rijksmonumenten? Maar ook: van wie is de grond, wat zijn de plannen in het gebied en hoe zit het met het maximaal toegestane geluid? Zo konden de opdrachtgevers beter inschatten welke investeringen het gewenste effect zouden hebben. Onafhankelijk, betrouwbaar en rechtszeker Het Kadaster is een onafhankelijke partij die vastgoed- en geografische informatie registreert. Deze informatie is betrouwbaar en rechtszeker. Voor iedereen, voor elk project, voor elk gebied.