Informatienota VIA 4 Katleen Janssens 22 oktober 2013
Situering Op 31 mei 2013 werd het Vlaams Intersectoraal Akkoord 2011-2015 voor de socialprofit en non-profitsector in de lokale besturen gesloten (hierna ‘VIA 4’ genoemd). Dit akkoord is van toepassing op de door Vlaanderen gesubsidieerde sectoren, zoals de thuiszorgdiensten, de diensten kinderopvang, de instellingen voor personen met een handicap, de instellingen bijzondere jeugdzorg en de vrijetijdsdiensten. Het akkoord kwam er in navolging van een VIA 4 voor de private socialprofit en non-profitsector. Het akkoord kwam tot stand na lange onderhandelingen tussen de sociale partners, m.n. de drie representatieve vakorganisaties (ACOD, ACV-OD en VSOA), de Vlaamse regering en de VVSG. De Vlaamse regering maakte middelen vrij, op voorwaarde dat de sociale partners tot een akkoord kwamen over de besteding ervan. Vlaanderen bepaalde het kader waarbinnen de onderhandelaars moesten blijven: - de middelen moesten gaan naar bestemmingen die de Vlaamse regering vooraf had vastgelegd, m.n. managementondersteuning, kwaliteit en koopkracht (met een budget per maatregel); - de middelen moesten ten goede komen van het personeel van de door Vlaanderen gesubsidieerde sectoren (alle sectoren of een gemotiveerde keuze voor bepaalde sectoren); - de concrete maatregelen die de sociale partners voorstelden, werden afgetoetst aan door de Vlaamse regering vooraf bepaalde criteria. Het akkoord van 31 mei 2013 bevat drie grote luiken: 1. Tweede pensioenpijler VIA 3 2. Managementondersteuning en kwaliteit 3. Koopkracht We gaan hieronder dieper in op de verschillende luiken. 1. Tweede pensioenpijler VIA 3 Op 8 mei 2005 werd het Vlaams Intersectoraal Akkoord 2006-2010 voor de non-profit en de socialprofit sector in de private sector gesloten (VIA 3). De Vlaamse regering maakte middelen vrij voor o.a. kwaliteitsverbetering en koopkrachtverhoging. De middelen koopkracht werden o.m. ingezet voor de verhoging van de eindejaarstoelage en de uitvoering van een tweede pensioenpijler in de private VIA-sectoren. Pas nadat de Vlaamse regering een VIA 3 had gesloten met de private sector, zat ze voor het eerst met de publieke sector rond de tafel.
22 oktober 2013 - 1/7
Toen bleek dat er ook voor de publieke VIA-sectoren middelen voorhanden waren voor o.a. koopkracht en kwaliteit. Intussen was er net een sectoraal akkoord 2005-2007 voor de Vlaamse lokale en provinciale besturen gesloten, waarin o.m. een verhoging van de eindejaarstoelage en de maaltijdcheques was afgesproken. Finaal werd beslist om een deel van de middelen koopkrachtverhoging van VIA 3 (niet het deel dat bestemd was voor de tweede pensioenpijler) toe te voegen aan de reguliere subsidie, zonder dat de lokale besturen in ruil hiervoor nieuwe voordelen moesten toekennen. De besturen konden de middelen op die manier in feite gebruiken voor de in het sectoraal akkoord van 2005-2007 afgesproken verhoging van de eindejaarstoelage en de maaltijdcheques van de werknemers die tewerkgesteld zijn in de sectoren die gevat zijn door het sectoraal akkoord en het VIA 3. De middelen uit het VIA 3 voor de opbouw van een tweede pensioenpijler werden geparkeerd op een aparte rekening, in afwachting van een concreet initiatief. In Vlaanderen zijn de lokale besturen sinds 1 januari 2010 gestart met de uitbouw van een tweede pensioenpijler. De sociale partners kwamen in het VIA 4 overeen dat de lokale besturen die al een tweede pensioenpijler toekennen aan hun contractuele medewerkers tewerkgesteld in de VIA-diensten, de middelen uit het VIA 3 voor de tweede pensioenpijler krijgen. Een verhoging van het percentage van de tweede pensioenpijler is niet vereist om deze middelen te krijgen. Zie voor een volledig overzicht van de verschillende VIA-diensten p. 4 van deze nota. De verdeling van de middelen gebeurt op basis van het aantal door de Vlaamse overheid gesubsidieerde voltijdse equivalenten op 1 januari 2010, en dit op basis van cijfers van de bevoegde Vlaamse administraties. Binnenkort ontvangen de besturen die een tweede pensioenpijler toekennen een bedrag voor de periode 2006-2013. Als uw bestuur al een tweede pijler toekent, vindt u in de brief bij deze nota het concrete bedrag voor uw bestuur. Aangezien de voorziene middelen in principe recurrent zijn, zullen deze besturen vanaf volgend jaar hiervoor normaal gezien jaarlijks een bedrag krijgen. Let wel, deze tussenkomst zal vanaf 2014 aanzienlijk lager liggen dan het bedrag dat de besturen nu zullen ontvangen, aangezien we achterstallen vanaf 2006 uitbetalen. We bezorgen de besturen medio 2014 de nieuwe bedragen. De jaarlijkse tussenkomst kan vanaf 2014 verminderen voor besturen die intussen (dus na 1 januari 2010) VIA-diensten geprivatiseerd of stopgezet hebben. Als uw bestuur nog geen tweede pensioenpijler toekent, kan het de middelen maar krijgen als het bestuur nu toch beslist om van start te gaan met de opbouw van een tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers. In de brief bij deze nota vindt u het concrete bedrag dat uw bestuur in dat geval zou krijgen. Let wel, het gaat om een bedrag voor de periode 2006-2013. Ook hier zal de tussenkomst vanaf 2014 aanzienlijk lager liggen
22 oktober 2013 - 2/7
dan het bedrag dat het bestuur nu zou ontvangen, aangezien we achterstallen vanaf 2006 uitbetalen. Meer informatie over de tweede pensioenpijler en een model van raadsbeslissing vindt u op www.vvsg.be > Werking & Organisatie > Personeel > pensioen > tweede pensioenpijler. De uitbetaling van de middelen zal gebeuren door de Gemeenschappelijke Sociale Dienst Lokale Besturen in Vlaanderen (GSD-V vzw) die paritair beheerd wordt door de drie overheidsvakbonden ACOD, ACV-Openbare Diensten, VSOA en de VVSG.
2. Managementondersteuning en kwaliteit Met de middelen die in het akkoord voorzien zijn, willen de sociale partners de voorzieningen kinderopvang en de thuiszorgdiensten versterken, zowel op het niveau van het management (professionalisering, een performant HR-beleid), als in de dienstverlening (kwaliteit en efficiëntie). Door in te zetten op schaalvergroting, deskundigheid, samenwerking, structurele begeleiding en ondersteuning willen de sociale partners inspelen op de meest prangende behoeften en de openbare welzijnsvoorzieningen versterken. De VVSG zal hiervoor personeel aanwerven, en zal inzetten op een structurele regionale werking. De besturen die kinderopvang en/of thuiszorg aanbieden, krijgen hierover binnenkort meer concrete informatie. Daarnaast voorzien de sociale partners in vijf vormings- en opleidingstrajecten, specifiek gericht naar deze sectoren: 1. opleiding van poetshulp naar polyvalent verzorgende en van polyvalent verzorgende naar zorgkundige in de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg (DGAT) en de diensten logistieke hulp (DLH); 2. opleiding niet-gekwalificeerde begeleiders kinderopvangvoorzieningen tot gekwalificeerde begeleiders kinderopvang of begeleiders buitenschoolse kinderopvang; 3. financiële tussenkomst introductiemodule voor poetshulpen en verzorgenden in de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de diensten logistieke hulp en voor begeleiders buitenschoolse kinderopvang; 4. minivorming van één uur en onthaalopleiding voor poetshulpen en verzorgenden in de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de diensten logistieke hulp en voor begeleiders buitenschoolse kinderopvang; 5. vorming animatoren in de woonzorgcentra. Over de opleidingen onder 1 en 2 is intussen al via verschillende kanalen gecommuniceerd. Diverscity (een samenwerkingsverband tussen de Vlaamse regering, de overheidsvakbonden en de VVSG) staat in voor de praktische organisatie van deze trajecten. Meer informatie hiervoor vindt u op www.diverscity.be.
24 oktober 2013 - 3/7
De drie andere vormingen moeten nog worden uitgewerkt.
3. Koopkracht VIA 4 Het VIA 4 voorziet in middelen ter verbetering van de koopkracht van de medewerkers die tewerkgesteld zijn in de door Vlaanderen gesubsidieerde diensten. Na lang onderhandelen (waarbij verschillende mogelijke pistes werden onderzocht, zowel naar juridische als naar praktische haalbaarheid) werd beslist om de koopkrachtmiddelen in te zetten voor de verhoging van de tweede pensioenpijler en/of de maaltijdcheques. De doelgroep is al het personeel – zowel het gesubsidieerde als het niet-gesubsidieerde – dat tewerkgesteld is in de verschillende door Vlaanderen op 1 januari 2010 gesubsidieerde openbare diensten. Het gaat om volgende diensten, op voorwaarde dat ze (1) binnen het bestuur aanwezig zijn sinds 1 januari 2010 en (2) sinds die datum door Vlaanderen gesubsidieerd zijn: - diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg - diensten logistieke hulp - lokale dienstencentra - diensten/instellingen bijzondere jeugdzorg - diensten/instellingen voor personen met een handicap - centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning - opvoedingswinkels - buitenschoolse opvang kinderdagverblijven - kinderdagverblijven - diensten voor onthaalouders - initiatieven voor buitenschoolse opvang - peutertuinen - gemandateerde voorzieningen kinderopvang - lokale diensten voor buurtgerichte kinderopvang - consultatiebureaus - sociale verhuurkantoren - integratiediensten - culturele erfgoedcellen en musea - vrijetijdsdiensten: cultuurdiensten (bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra), jeugddiensten en sportdiensten Zie de achterzijde van het bijgevoegde modelprotocol voor het overzicht van alle in uw bestuur aanwezige VIA-diensten.
22 oktober 2013 - 4/7
De verdeling van de middelen gebeurt op basis van het aantal door de Vlaamse overheid gesubsidieerde voltijdse equivalenten op 1 januari 2010, en dit op basis van cijfers van de bevoegde Vlaamse administraties. De besturen moeten het bedrag dat ze ontvangen echter gebruiken om de koopkracht te verhogen van zowel de gesubsidieerde als de niet gesubsidieerde medewerkers die tewerkgesteld zijn in alle VIA-diensten die in het bestuur aanwezig zijn. Zie de brief bij deze nota voor het concrete bedrag voor uw bestuur. Deze tussenkomst zal lager liggen als uit de gegevens die u bezorgt, blijkt dat uw bestuur intussen (na 1 januari 2010) een of meerdere VIA-diensten heeft geprivatiseerd of stopgezet, of dit zal doen met ingang van 1 januari 2014. Een bestuur kan kiezen voor één van beide maatregelen (verhoging tweede pensioenpijler of maaltijdcheques) of een combinatie van beide (verhoging tweede pensioenpijler en maaltijdcheques), rekening houdend met het budget dat het hiervoor krijgt. Uw bestuur moet hierover, na onderhandelingen met de vakbonden volgens de regels van de wetgeving vakbondsstatuut, een keuze maken. Deze keuze is dezelfde voor alle betrokken medewerkers (er is geen individuele keuzevrijheid). Bij een eventueel conflict, kan de VIAstuurgroep (paritair samengesteld met vertegenwoordigers van de drie representatieve vakbonden en de VVSG) desgevallend bemiddelend optreden. De koopkrachtmiddelen zijn in principe beschikbaar vanaf 1 januari 2013 (het akkoord hierover werd echter pas op 31 mei 2013 gesloten). De mogelijkheid tot verhoging van de tweede pensioenpijler gaat voor de besturen die aangesloten zijn bij het collectieve systeem van de RSZPPO in op 1 januari 2014. Een eventuele verhoging met terugwerkende kracht is onmogelijk. Besturen die de middelen voor 2013 willen, kunnen voor de tweede pensioenpijler werken met een inhaaltoelage en zullen hiervoor de nodige afspraken moeten maken met de verzekeraar. Besturen die aangesloten zijn bij een ander systeem, zullen zowel over de ingangsdatum van de verhoging (eventuele terugwerkende kracht of niet) als over een eventuele inhaaltoelage de nodige afspraken moeten maken met de verzekeraar. De mogelijkheid tot verhoging van de maaltijdcheques gaat in op 1 januari 2014. Ook hier is een eventuele verhoging met terugwerkende kracht onmogelijk. Besturen die de maximale werkgeversbijdrage (die is momenteel 5,91 euro per maaltijdcheque) nog niet hebben bereikt, kunnen de middelen van 2013 alsnog inzetten door de waarde van de maaltijdcheques tijdelijk (bv. in 2014) extra te verhogen, op voorwaarde dat de maximale werkgeversbijdrage (momenteel 5,91 euro/cheque) niet overschreden wordt. Vanaf een bepaald tijdstip (bv. 2015) kan men dan terugvallen op een beperktere verhoging. Voorbeeld: werkgeversbijdrage in bestuur x is momenteel 3,91 euro per maaltijdcheque. Men wil verhogen met 1 euro. In 2014 kan men tijdelijk verhogen met 2 euro (inclusief bedrag voor 2013) en vanaf 2015 valt men terug op de verhoging met 1 euro. Neem in de raadsbeslissing en eventuele andere officiële documenten duidelijk op dat het om een tijdelijke extra verhoging gaat.
24 oktober 2013 - 5/7
De VVSG raadt aan om in de raadsbeslissing en eventuele andere officiële documenten expliciet op te nemen dat de verhoging van de tweede pensioenpijler en/of de maaltijdcheques geldt voor zolang de financiering in het kader van het VIA 4 ongewijzigd gegarandeerd blijft. Als op een gegeven ogenblik blijkt dat deze financiering stopt, dan kan het bestuur de overeengekomen verhoging herbekijken. Voor de besturen die voor de tweede pensioenpijler aangesloten zijn bij het collectieve systeem van de RSZPPO en die voor een verhoging van de tweede pijler kiezen, wordt in een addendum bij het kaderreglement tweede pensioenpijler uitdrukkelijk bepaald dat het wegvallen van de koopkrachtmiddelen-dotatie van de Vlaamse regering van rechtswege een einde van de verhoging tot gevolg heeft. Voor besturen die de pensioenbijdrage (werkgeversbijdrage) voor de tweede pensioenpijler willen verhogen: Voor de besturen die voor hun tweede pensioenpijler aangesloten zijn bij het collectieve systeem van de RSZPPO werd een addendum gevoegd aan het kaderreglement tweede pensioenpijler. Dit addendum maakt het mogelijk om vanaf 1 januari 2014 een onderscheid te maken tussen de verhoogde pensioenbijdrage voor het personeel van de door Vlaanderen op 1 januari 2010 gesubsidieerde openbare VIA-diensten en de (gewone) pensioenbijdrage voor de rest van het personeel. U vindt dit addendum in bijlage. De RSZPPO is bezig met de aanmaak van een specifieke ‘VIA-code’ waarmee het bestuur dit personeel kan identificeren in de aangifte zodat een correcte berekening van de pensioentoelage zal gebeuren. Zodra deze technische aanpassing klaar is, brengen we de besturen hiervan op de hoogte. De besturen die voor de tweede pensioenpijler aangesloten zijn bij een ander systeem, moeten hierover de nodige afspraken maken met de verzekeraar. Het bestuur onderhandelt met de vakorganisaties in het bijzonder comité over de keuze voor de tweede pensioenpijler, het percentage van de verhoogde pensioentoelage en de eventuele inhaaltoelage (met de financiering van 2013). U vindt hierbij een model protocol. Het bestuur neemt vervolgens een raadsbeslissing waarin men een opsomming geeft van alle in het bestuur aanwezige VIA-diensten en waarin men het percentage van de verhoogde pensioentoelage vermeldt. U vindt hierbij een model van raadsbeslissing voor de besturen die aangesloten zijn bij het collectieve systeem van de RSZPPO. Het bestuur stuurt de raadsbeslissing op naar de RSZPPO, die de pensioeninstellingen op de hoogte brengt. De andere besturen kunnen het model van raadsbeslissing gebruiken ter inspiratie een aanpassen waar nodig. Voor besturen die de werkgeversbijdrage voor de maaltijdcheques willen verhogen: Deze optie kan enkel gebruikt worden door besturen die de huidige maximale werkgeversbijdrage (5,91 euro/maaltijdcheque) nog niet hebben bereikt. Het bestuur onderhandelt met de vakorganisaties in het bijzonder comité over de keuze voor de maaltijdcheques, het bedrag aan verhoging en een eventuele tijdelijke extra verhoging gedurende een bepaalde periode (met de financiering van 2013). U vindt hierbij een model protocol.
22 oktober 2013 - 6/7
Het bestuur neemt vervolgens een raadsbeslissing waarin men een opsomming geeft van alle in het bestuur aanwezige VIA-diensten en waarin men het bedrag van de verhoogde maaltijdcheque vermeldt.
De uitbetaling van de middelen zal gebeuren door de Gemeenschappelijke Sociale Dienst Lokale Besturen in Vlaanderen (GSD-V vzw) die paritair beheerd wordt door de drie overheidsvakbonden ACOD, ACV-Openbare Diensten, VSOA en de VVSG. De GSD-V zal de koopkrachtmiddelen van VIA 3 en VIA 4 uitbetalen na ontvangst van: - voor VIA 3: het invulformulier; - voor VIA 4: het invulformulier, het lokale protocol en de raadsbeslissing. Alle documenten mogen verstuurd worden naar
[email protected]. U kan beide invulformulieren en het model van raadsbeslissing tweede pensioenpijler downloaden via www.vvsg.be > werking & organisatie > Personeel > VIA (Vlaams Intersectoraal Akkoord). Voor het lokale protocol kan u het meegestuurde model van protocol best invullen en vervolgens inscannen.
24 oktober 2013 - 7/7