SLO Specifieke Lerarenopleiding
Informatiebundel LIOtraject
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
0
Inleiding
Het LIO-traject kadert in de leerlijn Didactiek. De reeds verworven competenties in Algemene didactiek, vakdidactische oefeningen of LIO1 worden in dit traject toegepast in de reële klas- en schoolcontext. De beoogde eindcompetenties In het LIO-traject zijn de basiscompetenties voor leerkracht secundair onderwijs: Functioneel geheel 1 - De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1 de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen 2 kan doelstellingen kiezen en formuleren in functie van de beginsituatie en de leerplandoelstellingen/eindtermen 3 kan leerinhouden en leerervaringen selecteren, structureren en vertalen tot een samenhangend geheel 4 in functie van de beginsituatie en de doelstellingen gepaste werkvormen en groeperingsvormen kiezen 5 kan individueel en in team leermiddelen/media kiezen en aanpassen 6 kan omgaan met de diversiteit van de groep door te differentiëren in doelen en aanpak 7 kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen toepassen 7.1 kan aangepaste werkvormen bepalen en toepassen (onderwijsleergesprek, kringgesprek, demonstratie, contractwerk, individueel en zelfstandig werk,..) 7.2 kan afwisseling brengen in groeperingsvormen (klassikaal, groepswerk en individueel werk) binnen een les en over de lessen heen 7.3 kan goed gebruik maken van (multi)media 8 kan een krachtige leeromgeving creëren 8.1 de les logisch en doelgericht realiseren (samenhang tussen lesfasen, logische volgorde,…) 8.2 opdrachten helder, duidelijk en volledig formuleren 8.3 gerichte vragen stellen en doorvragen 8.4 leerlingen aanzetten tot reflecteren en zoeken naar eigen oplossingsmethodes 8.5 aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen 8.6 van concreet over aanschouwelijk naar abstract werken 8.7 leerlingen uitdagen en motiveren 8.8 met leerlingen terugblikken op het leerproces en dit evalueren 9 kan adequate en correcte taal hanteren in het leerproces en in de omgang met de leerlingen 9.1 zelf een correct AN gebruiken en rekening houden met het taalbeheersingsniveau van de leerlingen 9.2 een heldere uiteenzetting geven, met integratie van schriftelijke of andere ondersteuning 9.3 vragen, opdrachten, evaluatie en feedback mondeling en schriftelijk helder formuleren 9.4 bronteksten toegankelijk maken voor de leerlingen door ze te bewerken op vlak van taal (leerlingencursus) 9.5 constructief reageren op het taalgebruik van leerlingen, ook in de niet-taalvakken
Functioneel geheel 2 - De leraar als opvoeder 1 kan een positief klimaat creëren 1.1 kan de eigen onderwijsstijl omschrijven (vriendelijk, gejaagd, rustig, tactvol, zelfzeker, vlot, verlegen, humor, boeiend, gedreven, saai, enthousiast, spontaan, speels, afstandelijk, leerlingnabij,…) 1.2 treedt vlot in interactie met leerlingen 1.3 toont echtheid, empathie en respect
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
1.4 bevestigt leerlingen 2 kan leerlingen stimuleren tot mondigheid, zelfstandigheid, eigen initiatief en verantwoordelijkheid 3 kan attitudevorming bij de leerlingen stimuleren door voorbeeldgedrag te stellen 4 kan de actualiteit binnenbrengen en ernaar handelen 4.1 betrekt de actualiteit vanuit een kritische ingesteldheid 4.2 toont interesse voor wat bij de leerlingen leeft 5 kan adequaat omgaan met probleemsituaties 6 kan adequaat omgaan met leerlingen met gedragsmoeilijkheden 7 kan het fysiek welzijn van de leerlingen bevorderen (zithouding, algemene hygiëne, klas verluchten,…)
Functioneel geheel 3 - De leraar als inhoudelijk expert 1 beheerst vakkennis en -vaardigheden 2 is bereid de eigen deskundigheid en vakkennis te actualiseren en verdiepen 3 kan een geïntegreerd aanbod bieden (link met andere vakgebieden en eindtermen)
Functioneel geheel 4 - De leraar als organisator 1 kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen. 1.1 maakt afspraken, stelt grenzen, neemt een consequente houding aan 1.2 houdt overzicht op de klasgroep 2 kan een doelgericht en efficiënt dagverloop creëren, dat past in een korte- en langetermijnplanning 2.1 laat gelijktijdige en opeenvolgende activiteiten vlot en soepel verlopen 2.2 bouwt een leerlinggericht les- en dagverloop op 2.3 respecteert een timing en past deze indien nodig aan 3 kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren 4 richt de klasruimte aangenaam en functioneel in
Functioneel geheel 5 - De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker 1 kan het eigen functioneren bevragen en bijsturen 2 kan op basis van feedback het eigen handelen bijsturen 3 blijft op de hoogte van vakliteratuur en resultaten van onderwijsonderzoek die relevant zijn voor de eigen praktijk 4 kan vernieuwende elementen integreren in de eigen onderwijspraktijk
Functioneel geheel 6 - De leraar als partner van de ouders of verzorgers 1 kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling 2 kan informatie en advies geven aan ouders/voogd over de jongeren 3 kan de ouders betrekken als partner bij het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders
Functioneel geheel 7 - De leraar als lid van een schoolteam 1 kan overleggen en samenwerken (met de mentor, met medestudenten en binnen het schoolteam) 2 kan binnen het team overleg plegen over de taakverdeling en deze naleven 3 kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak bespreekbaar maken (met mentor, met medestudenten en binnen het team)
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
Functioneel geheel 8 - De leraar als partner van externen Kan contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties, die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden (CLB, bibliotheek,…) Functioneel geheel 9 - De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap 1 kan recente ontwikkelingen binnen het onderwijs volgen en deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's. 2 kan over het beroep als leraar en de plaats ervan in de samenleving reflecteren Functioneel geheel 10 - De leraar als cultuurparticipant kan actuele thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen Attitudes A1 beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen. A2 relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. A3 kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. A4 leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. A5 organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden. A6 zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. A7 verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen. A8 flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures.
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
1 Instapvoorwaarden Niet elke cursist kan zomaar in het LIO-traject stappen. Naast een aantal decretaal bepaalde voorwaarden heeft elk instituut nog een aantal specifieke voorwaarden waaraan de cursisten moeten voldoen alvorens ze de toestemming krijgen om een LIO-traject aan te vatten. Voorwaarden in het CVO Panta Rhei De Avondschool:
1. De voorafgaande Didactische module (voorafgaand aan het LIO-traject) op ons opleidingsinstituut gevolgd hebben; 2. Voor het LIO 1-traject het vak Algemene didactiek afgewerkt hebben met min.65% op elk onderdeel. Voor het LIO2-traject het vak VDO1 afgewerkt hebben met min. 60% op elk onderdeel. Voor LIO-stage het vak VDO2 afgewerkt hebben met min. 60% op elk onderdeel; 3. Zich aanmelden bij de LIO-coördinator voor de eerste LIO-sessie, met het ingevulde intake formulier. 4. Inschrijven kan mits toestemming van de LIO-coördinator tot de derde lesweek van het semester; 5. School van tewerkstelling ligt op max. 50km van het opleidingsinstituut (Mappy), ligt de school verder dan wordt een financiële bijdrage gevraagd aan de cursist (tot max. 60km) 6. LIO’s moeten een langdurige opdracht hebben (d.w.z. gedurdende min. 1 volledig semester); korte vervangingen wegens ziekteverlof, minieme opdrachten, verschillende (onderbroken) interims ed. komen niet in aanmerking; 7. gedurende het LIO-traject minstens een betrekking hebben van 10 uur als leraar(in het secundair onderwijs een CVO, een centrum voor basiseducatie of in het deeltijds kunstonderwijs) op niet meer dan 2 scholen verspreid; 8. Op de school van tewerkstelling moet een mentor en vakmentor aanwezig zijn.
Indien aan deze voorwaarden is voldaan, kan een LIO-contract worden afgesloten tussen de school van tewerkstelling (LIO-school) en de specifieke lerarenopleiding (het CVO).
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
2 Het LIO-traject De cursisten starten bij ons steeds met een eerste semester met een aantal theoretische vakken waarbij ze verplicht zijn het vak algemene didactiek (Didactische competentie Algemeen) te volgen. Pas als ze hiervoor geslaagd zijn, met minimum 65%, komen ze in aanmerking voor het LIObaantraject. In het LIO-traject van het CVO de Avondschool hebben we ervoor gekozen om enkel de 3 praktijkvakken (didactische competentie praktijkinitiatie, didactische competentie oefenlessen, didactische competentie stage)op te nemen en te vervangen door ‘werkplekleren’. Dit wil zeggen dat de cursisten naast hun LIO ook nog steeds een aantal theoretische vakken volgen en hiervan examen afleggen.
Het structuurschema van onze opleiding ziet er als volgt uit:
•
5 vakken kan je opnemen via LIO-baantraject ( VDO1, VDstudie, VDO2, VD stage) : dit wil zeggen dat de lessen vervangen worden door maandelijkse sessie, opdrachten, portfolio opmaken,klasbezoeken,.. = ‘werkplekleren’
•
8 theorievakken blijft de cursist volgen als regulier cursist
In het reguliere traject is de minimum opleidingsduur 2 jaar (2,5 jaar indien de opstapmodule moet gevolgd worden). Het LIO-traject kan aanleiding geven tot studieverkorting. De lerarenopleiding in LIO duurt dan anderhalf schooljaar (drie semesters). Dit is met inbegrip van een eerste theoretisch semester,
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
waarin minstens het vak algemene didactiek gevolgd wordt. Het ‘echte’ LIO-gedeelte duurt bijgevolg slechts één schooljaar (de vakken in het blauw worden dan niet op twee, maar op één semester afgewerkt). Wij streven er echter naar de invulling van het LIO-traject zo op te stellen dat elke LIO het traject kan kiezen dat het beste past bij zijn combinatie werk / studie. Let wel: omwille van de werkdruk die je hebt als beginnend leerkracht, en de taaklast van de opleiding die je erbij opneemt, is het niet aan te raden om het LIO-traject te combineren met meerdere vakken die nog moeten gevolgd worden binnen het reguliere traject. De meerwaarde van het LIO-traject ligt niet zozeer in de eventuele verkorting van het studietraject, maar wel in de praktijktoets van het werkplekleren.
3 Werkwijze 3.1 Algemeen Tijdens het LIO-traject wordt de LIO begeleid zowel door het opleidingsinstituut als door de school van tewerkstelling. Vanuit het opleidingsinstituut krijgt de cursist een LIO-begeleider aangewezen, op de school zullen een mentor en vakmentor de begeleiding op zich nemen. De essentie van het werkplekleren en het LIO-traject is dat de inhouden van de opleiding zelfstandig verwerkt en toegepast worden in de eigen onderwijspraktijk. Op die manier ontstaat een onmiddellijke vertaling van de aangebrachte inhouden naar het werkveld en kan de LIO-cursist voortdurend werken aan de eigen competentieontwikkeling als beginnend leraar. 3.1.1 Begeleiding Wanneer de school een LIO-traject accepteert, zal er een contract ondertekend worden door de drie partijen: school van tewerkstelling, de LIO-cursist en het opleidingsinstituut. In dit contract worden alle afspraken vastgelegd. Door de ondertekening van het contract engageert de school zich om de LIO-cursist mee te begeleiden. 3.1.2 De mentoren: de LIO-school wijst de mentoren toe aan de LIO-cursist. Deze mentoren zijn leerkrachten met bewezen( vak)didactische expertise en ervaring en voldoen aan een aantal voorwaarden: -
zij zijn als personeelslid verbonden aan de stageschool zij beschikken over een attest van pedagogische bekwaamheid de vakmentor(en) beschik(ken)t over de nodige bekwaamheidsbewijzen wat betreft de door de LIO gegeven lessen en de nodige ervaring (minimum 4 jaar) in het vak dat de LIO-cursist geeft; zij hebben geen familiale of relationele banden met de LIO.
-Aanspreekpunt en coach: de (vak)mentor fungeert als aanspreekpunt en coach voor de LIO-cursist op de LIO-school. De LIO-cursist kan bij de mentor terecht met concrete vragen over zijn/haar onderwijspraktijk (zowel praktische, organisatorische als pedagogisch-didactische).
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
-Bijwonen van lessen: de (vak) mentor woont per LIO-semester minimum 4 lessen van de LIO-cursist bij (andere dan deze door de LIO-begeleider bijgewoond). Dit gebeurt bij voorkeur in overleg met de cursist. De vakmentor maakt van elke bijgewoonde les een verslag aan de hand van het formulier lesbeoordeling LIO. Dit verslag wordt besproken met de LIO-cursist en komt in het portfolio van de cursist terecht. Om het leerproces maximale kansen te geven gebeurt het eerste lesbezoek zo vroeg mogelijk in het semester. -Demonstratielessen: de LIO-cursist woont in overleg met de mentoren per semester een aantal lessen van de mentoren bij. Aan de hand van een reflectieopdracht verwerkt de cursist de observaties en haalt er zoveel mogelijk praktische tips uit. -Overleg met de LIO-begeleider: de LIO-begeleider overlegt met de (vak)mentor over de vorderingen van de cursist . Dit overleg kan gebeuren tijdens een bezoek van de LIO-begeleider of via e-mail.
-Tussen-en eindassessment: Op het einde van elk semester vindt er een tussen of eindassessment plaats over de competentieontwikkeling van de LIO-cursist in aanwezigheid van de mentoren, begeleider en de cursist. Indien een mentor niet aanwezig kan zijn op dit assessmentgesprek dient dit vooraf aan de opleiding te worden meegedeeld. In overleg kan er dan een collega worden aangeduid (die voldoende zicht heeft op het functioneren van de LIO) om aan het gesprek deel te nemen. -Evaluatie: De mentoren zijn partners in het begeleiden van de cursist. De LIO-begeleider en het CVO Pantha Rhei de Avondschool nemen de eindverantwoordelijkheid voor de evaluatie. De evaluatie gebeurt op basis van alle door het LIO-traject verzamelde informatie (opdrachten, gesprekken, portfolio, observaties,…)
3.1.3 De LIO-begeleider: Het opleidingsinstituut wijst een LIO-begeleider toe aan de cursist. De LIO-begeleider begeleidt de cursist bij voorkeur doorheen het hele traject. -Bijwonen van lessen: De LIO-begeleider woont per semester 4 lesuren van de LIO-cursist bij. De begeleider maakt van deze bezoeken een verslag . Dit verslag wordt besproken met de LIO-cursist en komt in het portfolio van de LIO terecht. Om het leerproces maximale kansen te geven gebeurt het eerste lesbezoek zo vroeg mogelijk in het semester. Op vraag van de (vak)mentor kunnen er extra lessen bijgewoond worden. Op verzoek van de LIO-begeleider kan de LIO-coördinator van de SLO een les bijwonen.
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
-Assessments: Op basis van de eerste klasbezoeken wordt samen met de LIO-cursist een aanvangsassessment gemaakt van de competenties van de LIO-cursist. Dit aanvangsassessment wordt besproken met alle partijen. Op het einde van LIO1 wordt op basis van het aanvangsassessment een tussenassessment gemaakt van de vorderingen en competenties van de LIO. Op het einde van het LIO2 traject wordt dan een eindassessment opgemaakt waarin de gemaakte vorderingen en bereikte competenties besproken worden. -Beoordelen en bijsturen van de opdrachten: De LIO-begeleider staat in voor de beoordeling en bijsturing van de opdrachten, lesvoorbereidingen, reflecties,..die de LIO maakt doorheen zijn traject. Alle opdrachten en documenten worden conform de afspraken in het portfolio geplaatst. -Individuele contactmomenten: doorheen het semester organiseert de begeleider een individueel contactmoment met de cursist. Deze contactmomenten kunnen plaatsvinden naar aanleiding van een klasbezoek, een vraag een probleem,…In het contactmoment worden de ervaringen, eventuele problemen en competentieontwikkeling van de LIO besproken. -contact met de mentor(en): bij de aanvang van het traject heeft de LIO-begeleider contact met de mentor(en) om LIOtraject toe te lichten, gedurende het traject kan er steeds overleg plaatsvinden tijdens een bezoek aan de school, telefonisch of via mail. -Evaluatie: De LIO-begeleider en het CVO nemen de eindverantwoordelijkheid voor de evaluatie van de LIO-cursist. De evaluatie gebeurt op basis van alle door het LIO-traject verzamelde informatie (opdrachten, gesprekken, portfolio, observaties,…)
3.1.4 LIO- sessies Omdat binnen het LIO-traject en het werkplekleren er sterk wordt uitgegaan van zelfgestuurd leren. De cursist komt maandelijks naar een LIO-sessie op het opleidingsinstituut . Hierin geeft de LIO-begeleider theorie en uitleg bij de opdrachten. De LIO wordt verondersteld zelfstandig de omzetting van deze sessies naar zijn eigen praktijk te maken. De LIO krijgt ook feedback op zijn vorderingen en kan zijn ervaringen delen met zijn collega’s (intervisie/supervisie). De communicatie tussen de LIO-cursist en de begeleiders gebeurt via de elektronische leeromgeving (ELO). Het bijwonen van de sessies door de LIO-cursist is verplicht.
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
3.2 Documenten Doorheen het LIO-traject wordt gewerkt met een aantal ondersteunende documenten. Deze documenten kan de cursist terugvinden om de elektronische leeromgeving,binnen de rubriek documenten. -
De LIO-handleiding (voor cursist, mentor en directie); Het LIO-contract dat gesloten is tussen de cursist, school en opleidingsinstituut; De assessmentdocumenten; Het lesvoorbereidingsdocument; De lesobservatieformumlieren;
3.3 Opdrachten In het LIO-traject neemt de cursist de verantwoordelijkheid om zelfstandig de inhouden te verwerken en toe te passen in zijn onderwijspraktijk. Om dit proces te sturen en te stimuleren zijn een aantal opdrachten voorzien. De cursist kan de opdrachtenbundel terugvinden op de ELO.
3.4 Elektronische leeromgeving en portfolio Alle elektronische communicatie met de LIO-begeleider verloopt via de elektronische leeromgeving (dropbox, berichten, forum,..) en mail. Alle documenten die dienen gebruikt te worden in het LIOtraject zijn terug te vinden in de documentenrubriek. Door alle realisaties van de cursist doorheen het traject te verzamelen maken we de competentieontwikkeling van de cursist zichtbaar en kan de reflectie op de onderwijspraktijk en het leerproces ondersteund en gestimuleerd worden. Bij elk contactmoment breng je je portfolio mee zodat je het kan voorleggen. Belangrijk De LIO-cursist is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn portfolio, het portfolio is ook een element in de beoordeling en evaluatie en moet dus volledig zijn om ontvankelijk te zijn.
3.5 Evaluatie Op het einde van elk semester zit de cursist samen met de LIO-begeleider en de mentoren. Hij stelt de evolutie voor in zijn pedagogisch-didactisch handelen. Als voorbereiding vult hij het document ‘eindassessment’ in. Ook de begeleider en de mentoren maken een verslag op. Deze voorbereidingen zijn het startpunt van het evaluatiegesprek over het functioneren van de LIO op school. De evaluatie van het functioneren op school en het portfolio gebeurt gezamenlijk door de school (mentoren) en het CVO Panta Rhei De Avondschool maar de eindverantwoordelijkheid voor de
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
volledige evaluatie ligt bij CVO Panta Rhei De Avondschool, omdat het het CVO is dat het diploma aflevert. De globale evaluatie gebeurt op basis van de volgende elementen: -
-
de beoordeling van de door de mentor(en) en LIO-begeleider bijgewoonde lessen bij klasbezoeken, het functioneren binnen het team, inzet bij meso-activiteiten conform de verschillende functionele gehelen. de beoordeling van het portfolio: inhoudelijke kwaliteiten van de documenten volledigheid, toegevoegde stavingsdocumenten, vormgeving,.. attitudes
Het globaal functioneren op de werkplek en het portfolio worden gequoteerd op punten. De attitudes worden beoordeeld a.d.h.v. de attitudeschaal. Op verzoek van de LIO-begeleider kan de LIO-coördinator aanwezig zijn bij het eindassessment. Nadat het portfolio werd nagelezen hebben de LIO-cursist en de begeleider hierover nog een gesprek.
3.6 Clausulering en beslissing tot beëindigen van het LIO-traject Het werkplekleren binnen het LIO traject kan pas slagen als de cursist voldoende zelfverantwoordelijkheid opneemt. In het geval een cursist de afgesproken deadlines voor het indienen van taken niet respecteert, of de feedback van begeleiders en mentoren naast zich neerlegt, dan kan het opleidingsinstituut beslissen om het LIO-traject vroegtijdig te beëindigen. Enkel onder deze voorwaarden heeft de begeleider voldoende kansen om het leerproces van de cursist te begeleiden en waar nodig bij te sturen en te evalueren.
3.7 De 50 km regel Indien de LIO-school verder dan 50 km van het opleidingsinstituut ligt dien je expliciet de toelating te krijgen van de LIO-coördinator alvorens je traject te kunnen starten. Bovendien wordt een deel van de verplaatsingskosten doorgerekend aan de cursist. Indien de enkele rit meer bedraagt dan 50 km, wordt elke km boven deze 50 km aangerekend aan 0, 3178 euro per km. Een efficiënte verbinding met het openbaar vervoer kan overwogen worden.
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent
4
De leerkrachthouding
4.1 Attitude t.o.v. de LIO-begeleider CVO Panta Rhei De Avondschool
De cursist houdt de begeleider regelmatig en conform de afspraken op de hoogte van de evoluties m.b.t. je in-servicestage. De cursist is aanwezig op de verplichte infosessies. De LIO geeft lesvoorbereidingen en andere opdrachten af op de afgesproken data, of dropt ze via de dropbox op Chamilo De cursist geeft het LIO-contract en alle andere nodige documenten, in drievoud en volledig ingevuld af, aan je LIO-begeleider, op de datum afgesproken op de eerste bijeenkomst. De cursist bezorgt de LIO-begeleider een overzichtelijke versie van je lessenrooster met vermelding van je lokaal. Bij een bezoek van je LIO-begeleider legt hij de lesvoorbereiding voor Hij/zij meldt langdurige afwezigheid (vanaf 10 dagen) aan de LIO-begeleider. Langdurige afwezigheid zal aanleiding geven tot het herzien of het ontbinden van het LIO-contract.
4.2 Attitude t.o.v. de LIO-school
De cursist meldt zich bij het aanvragen van de in-servicestage bij de directie en vraagt de toestemming aan om in het LIO-statuut te treden; Hij bespreekt met je directie/mentor wie je vakmentor zal zijn; De LIO eerbiedigt het schoolreglement van de school; hij eerbiedigt de privacy van de leerlingen; De LIO leeft de afspraken met mentor en/of vakmentor stipt na;
Voor evaluatie van de attitudes: zie attitudeschaal op Chamilo.
5
Nuttige contactgegevens -
Pascale Vanwijnsberghe, Departementshoofd-Opleidingscoördinator SLO,
[email protected] Barbara Gepts, LIO-coördinator/begeleider SLO,
[email protected] Marianne De Greve, LIO-begeleider SLO,
[email protected] Kim Rau, LIO-begeleider SLO,
[email protected]
Centrum Volwassenenonderwijs, Panta Rhei De Avondschool , Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent