Infobrochure Den-8-Vlinder
Schooljaar 2015-2016
INDEX Voorwoord I.
II.
Het Buitengewoon Onderwijs A. Algemeen B. Voor wie is type basisaanbod bestemd? Wat bieden wij aan binnen type basisaanbod? C. Voor wie is type 9 bestemd? Wat bieden wij aan binnen type 9? Onze school specifiek A. Hoe werken wij binnen onze school? 1. Het verslag type basisaanbod en type 9 2. Pedagogische eenheden 3. Leerstofaanbod binnen de pedagogische eenheden 4. Bijzondere omkadering 4.1 Orthopedagoge 4.2 Bijzondere leerkracht individueel onderwijs (blio) 4.3 BLASS 4.4 Logopedist(e) 4.5 Kinesist(e) 4.6 Leerkracht lichamelijke opvoeding 4.7 Leerkracht MuVo (muzische vorming) 4.8 Leerkracht ICT 4.9 PAD-leerkracht 5. Hoe wordt een kind in onze school gevolgd? 6. Doorstroming naar het basisonderwijs en het secundair onderwijs B. Praktische informatie 1. Dagindeling en schoolactiviteiten 2. Busvervoer 3. Oudersamenwerking C. GOn
p.3
p.4 p.5 p.6
p.6 p.6 p.6 p.7
p.7 p.8 p.8 p.9 p.9 p.10 p.10 p.10 p.10 p.11 p.11 p.12 p.12 p.13 p.13
SLOT
p.14
Nuttige adressen en telefoonnummers
p.14
2
Voorwoord
Beste ouder(s), opvoeder(s),
Welkom in onze school! In deze brochure willen we de werking van onze school voorstellen. Naast een algemene uitleg over het buitengewoon onderwijs willen we de specifieke werking van onze school toelichten. U komt in deze brochure meer te weten over wat we doen, onze aanpak, de praktische organisatie en maakt u kennis met ons schoolteam. Samen werken wij aan de totale ontplooiing en het welbevinden van uw kind. Wij hopen op een fijne communicatie en willen, samen met u, uw kind een stukje begeleiden op zijn of haar weg in het leven.
Het schoolteam
3
HET BUITENGEWOON ONDERWIJS A. ALGEMEEN Elk kind groeit op met zijn eigen emotionele, sociale, verstandelijke en motorische vaardigheden. Om tot een harmonische ontwikkeling te komen is er een juiste wisselwerking nodig tussen deze vier elementen. Wanneer kinderen op één of ander vlak te erg uitvallen, kunnen zij in het gewoon onderwijs niet meer worden opgevangen. Deze kinderen vragen een andere benadering, een andere opvoeding en speciaal onderwijs. Zij kunnen terecht in het buitengewoon onderwijs Het CLB kan hierbij hulp bieden. Afhankelijk van de noden en de problemen verwijzen zij een kind naar één van de types voor buitengewoon onderwijs. Het buitengewoon onderwijs is onderverdeeld in verschillende types. De indeling in types gebeurt op basis van de bijzondere opvoedings- en onderwijsbehoeften die een bepaalde groep leerlingen gemeenschappelijk heeft. Type 1 : kinderen met een algemene vertraagde ontwikkeling (afbouwend type) Type 2 : kinderen met beperkte mentale mogelijkheden Type 3 : kinderen met ernstige emotionele en/of gedragsproblemen Type 4 : kinderen met een fysieke beperking Type 5 : kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of een preventorium Type 6 : kinderen met een visuele beperking. Type 7 : kinderen met een auditieve beperking. Type 8 : normaal begaafde kinderen met specifieke leerstoornissen (afbouwend type) Type basisaanbod: samensmelting van type 1 en type 8 Type 1 en type 8 worden geleidelijk afgebouwd en omgevormd tot het nieuwe type ‘basisaanbod’. Type 9 : kinderen met een autismespectrumstoornis en zonder verstandelijke beperking
B. VOOR WIE IS TYPE BASISAANBOD BESTEMD? Voor kinderen voor wie de onderwijsbehoeften dermate zijn en voor wie al tijdens het gewoon kleuteronderwijs en tijdens het gewoon lager onderwijs aantoonbaar blijkt dat de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen ofwel disproportioneel, ofwel onvoldoende zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te kunnen blijven meenemen in een school voor gewoon onderwijs.
4
WAT BIEDEN WIJ AAN BINNEN BASISAANBOD? Type basisaanbod staat in voor het specifiek onderwijs aan kinderen met leerstoornissen. Deze kunnen zich situeren op één of meerdere vlakken: taalmoeilijkheden, rekenstoornissen, motorische vaardigheden, zwakke leer- en werkhouding, onvoldoende motivatie, beperkte concentratie, enz… Vaak hebben de kinderen al veel negatieve ervaringen opgedaan in het gewoon onderwijs wat een invloed heeft op hun zelfbeeld en gedrag. In onze school wordt gestart op het ontwikkelingsniveau van het kind. Afhankelijk hiervan wordt een programma opgesteld. Zo kan gewerkt worden op een aangepast niveau en een haalbaar tempo. Het kind ervaart dat het talenten heeft en tekorten, maar dat het hier tijd en ruimte krijgt om er op eigen tempo aan te werken. Het gevoel erbij te horen en ook goede resultaten te behalen, is voor elk kind erg belangrijk. In dit kader kan het kind een positief zelfbeeld opbouwen. Een multidisciplinair team van gespecialiseerd personeel kan hen waar nodig begeleiden.
WAT MET DE AANVANGSKLAS IN HET BASISAANBOD? Het basisaanbod buitengewoon onderwijs wordt niet georganiseerd op het niveau van het kleuteronderwijs. Een rechtstreekse toegang vanuit het gewoon kleuteronderwijs naar het basisaanbod buitengewoon onderwijs bij de overgang van kleuteronderwijs naar lager onderwijs (momenteel veelal de speelleerklas) is mogelijk voor kinderen voor wie de aanpassingen in het kleuteronderwijs al disproportioneel of onvoldoende zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te blijven meenemen. Men zal moeten kunnen aantonen dat de maatregelen die men op het niveau kleuteronderwijs al heeft genomen, disproportioneel of onvoldoende zijn en dat het om dezelfde aanpassingen gaat die ook nodig zijn voor de leeractiviteiten in het lager onderwijs, onder andere het leren lezen, schrijven en rekenen. Deze kinderen starten in onze school in de A - (aanvangs)klas.
C. VOOR WIE IS TYPE 9 BESTEMD? Voor kinderen met een diagnose autismespectrumstoornis , voor wie de onderwijsbehoeften dermate zijn en voor wie al tijdens het gewoon kleuteronderwijs en tijdens het gewoon lager onderwijs aantoonbaar blijkt dat de aanpassingen, waaronder remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen ofwel disproportioneel, ofwel onvoldoende zijn
om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum te kunnen blijven meenemen in een school voor gewoon onderwijs.
5
WAT BIEDEN WIJ AAN BINNEN TYPE 9? Vanaf 1 september 2015 organiseert onze school het nieuwe onderwijstype 9 voor kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) zonder verstandelijke beperking. De laatste jaren heeft het schoolteam de nodige ervaring opgebouwd rond ASS. We bieden dit schooljaar onderwijs aan kinderen van 6 tot 13 jaar met ASS binnen een geïntegreerde werking . Dit betekent dat we binnen een autismevriendelijke omgeving, een individueel traject uitwerken voor de kinderen om aan hun specifieke noden tegemoet te komen. Deze geïntegreerde werking behouden we binnen type 9. Dit houdt in dat zowel nieuwe leerlingen met ASS, ingeschreven vanaf september 2015, als leerlingen met ASS die nu reeds binnen type 8 les volgen, mee ingedeeld worden in de klassen op basis van hun leerniveau.
ONZE SCHOOL SPECIFIEK
Den-8-Vlinder is een school voor buitengewoon onderwijs en bevindt zich aan de Nekkerspoelstraat 391 te Mechelen, telefoon: 015/21 99 30. De ingang van de school bevindt zich in de Boerenkrijgstraat 179. De directeur van de school is Veerle Van der Auwera. Onze school behoort tot VZW DE RANKEN, Mechelen, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Molenbergstraat 4 (Don Bosco school) te Mechelen. De voorzitter is Pat Vandewiele.
A. HOE WERKEN WIJ IN ONZE SCHOOL? 1. Het verslag type basisaanbod en type 9 Voor de inschrijving van een leerling in het buitengewoon onderwijs, is een verslag vereist waarin wordt aangegeven welk type van buitengewoon onderwijs aan zijn of haar behoefte beantwoordt. Dit verslag is opgesteld door het CLB en verantwoordt de oriëntering naar het buitengewoon onderwijs. 2. Pedagogische eenheden Onze school telt momenteel acht klassen, pedagogische eenheden genoemd (P.E.), geleid door een klastitularis. De klasgroepen bestaan uit maximum 14 leerlingen, de twee jongste klassen uit 12 leerlingen. In grote lijnen zien de niveaus van de verschillende pedagogische eenheden er als volgt uit:
6
A: B: C en D: E en F: G en H:
aanvangsklas : vormt een brugklas tussen de derde kleuterklas en het eerste leerjaar niveau één - mogelijk niveau twee niveau één, twee en drie niveau drie en vier niveau vier, niveau vijf, mogelijk niveau zes
De vorderingen van de kinderen bepalen ieder schooljaar de concrete werking. De pedagogische eenheden worden gevormd op basis van het taalniveau. Er wordt ook rekening gehouden met de kalenderleeftijd en de sociaalemotionele vaardigheden. Voor wiskunde worden de kinderen in wiskundegroepen verdeeld op basis van toetsen, waarbij er klasoverschrijdend gewerkt wordt. Zo kan het zijn dat een leerling voor taal op niveau 4 werkt en voor rekenen op niveau 2. De kinderen krijgen 28 lestijden onderwijs waarvan er 22 lestijden door de klastitularis worden gegeven. De overige zes lestijden worden door bijzondere leermeesters ingevuld en omvatten: - verbale en muzikale expressie - manuele expressie - lichamelijke opvoeding, waarbij ook zwemmen aan bod komt - ICT (computervaardigheden) Volgens noodzaak krijgen de kinderen extra ondersteuning door een logopedist, een kinesist, een orthopedagoog , een Blio-leerkracht (een bijzondere leermeester individueel onderwijs), een BLASS-leerkracht (een bijzondere leerkracht individueel onderwijs voor kinderen met autisme) en een PAD-leerkracht (programma alternatieve denkstrategieën – voor leerlingen met gedrags- en/of sociaal-emotionele problemen). De begeleiding (binnen en buiten de klas) kan gebeuren in groep of individueel en kan aanvullend, ondersteunend, remediërend of compenserend zijn. 3. Leerstofaanbod binnen de pedagogische eenheden Onze leerstof sluit nauw aan bij de inhouden van het gewoon onderwijs: dezelfde vakken (taal, wiskunde, wero, godsdienst, schrift, verkeer, lichamelijke opvoeding, …) komen aan bod. Binnen de hoogste niveaus krijgen de kinderen ook Franse les.
4. Bijzondere omkadering -
4.1: ORTHOPEDAGOOG
De orthopedagoog ondersteunt de school op verschillende terreinen: zij richt zich tot kinderen, ouders, leerkrachten en schoolorganisatie. Ze volgt de evolutie van 7
de kinderen op de voet: bij de inschrijving, via niveaubepaling, via klassenraden en overlegmomenten met de leerkrachten en eventueel externe diensten (CLB, OBC, …). Ze staat in voor het verzamelen en bundelen van alle relevante informatie. Ze houdt individuele begeleidingsgesprekken met leerlingen die ondersteuning nodig hebben op sociaal, gedragsmatig en emotioneel vlak. De ondersteuning van de leerkrachten gebeurt op de meest uiteenlopende wijze. Dit kan variëren van het aanreiken van literatuur, het samen uitwerken van een gedragskaart, tot het samen voeren van gesprekken met ouders. Op niveau van de school begeleidt ze mee de invoering en het concreet maken van de vernieuwingen in het onderwijs. -
4.2: BLIO
BLIO betekent: bijzondere leerkracht individueel onderwijs. We situeren de taak op twee vlakken. Naar de kinderen toe, staat de blio in voor het testen van de nieuwe leerlingen. Aan de hand van de testuitslagen wordt een kind dan naar de meest gepaste pedagogische eenheid verwezen. Daarbij staat zij ook in voor het hertesten en het opvolgen van de leerlingen zodat een regelmatige evaluatie mogelijk is. Het mee volgen van de klassenraden behoort ook tot haar functie. De blio geeft voornamelijk begeleiding aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben voor taal/rekenen of schrijfmotoriek. Deze begeleiding kan individueel of in kleine groepjes gebeuren (zowel klasintern als buiten de klas). Naar de algemene organisatie van de school toe, staat de blio in voor het indelen van de pedagogische eenheden en het vormen van rekengroepen aan de hand van de testuitslagen. Dit gebeurt steeds in overleg met de orthopedagoog en de logopedisten. Er worden ook regelmatig overlegmomenten gehouden met de ortho, de directeur en het CLB om de goede werking binnen de school te bevorderen. -
4.3: BLASS
BLASS betekent: bijzondere leerkracht voor kinderen met een autismespectrumstoornis. De leerkracht wil antwoord bieden aan specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen. Deze functie omvat: - Het uitwerken van een kind- en klasgerichte aanpak. - Leerlingen op weg helpen en ondersteunen met specifieke hulpmiddelen. Daarnaast ondersteunt de BLASS-leerkracht de klasleerkracht bij de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen met ASS. Tenslotte zorgt zij voor het uitwerken van duidelijkheid en structuur op schoolniveau.
8
-
4.4: LOGOPEDIST
De logopedisten of “praatjuffen” spelen in op de individuele noden van het kind omtrent de communicatievaardigheden, het spreken en/of de taal. De moeilijkheden hieromtrent kunnen op een verschillend vlak liggen. Het begrijpen van de taal is van primair belang. Niet weten wat er verwacht wordt of zichzelf niet begrepen voelen, geeft een onaangenaam en onveilig gevoel. De luisterhouding speelt een belangrijke rol in het verwerven van taal en kan een oorzaak zijn van minder goed functioneren. Sommige kinderen hebben ook moeite met het goed uitspreken van klanken. Anderen kennen weinig woorden of kunnen geen goede zinnen bouwen. Sommige kinderen blijven wel eens haperen in het spreken en deze stotteraars krijgen ook een specifieke aanpak. Het juist leren gebruiken van de stem kan heesheid vermijden. Ook kinderen met leesproblemen kunnen door de logopedisten begeleid worden. De logopedist neemt ook regelmatig leestoetsen af en evalueert het leesniveau van de kinderen Bij het begin van het schooljaar worden de kinderen getest als er spraak- en/of taalproblemen opgemerkt worden. Aan de hand hiervan wordt zo nodig een behandelingsplan opgesteld. Hierbij wordt uiteraard ook rekening gehouden met de ervaringen van ouders, bevindingen van leerkrachten of vroegere behandelingen. De logopedist haalt de kinderen uit de les tijdens de schooluren en begeleidt de leerling individueel of in kleine groepjes. Een sessie duurt 25 minuten. De frequentie hangt af van de ernst van de problemen. De oefeningen worden meestal in een logopediemapje verzameld. Op deze manier is er een samenwerking mogelijk tussen ouders en school. -
4.5: KINESIST
De kinesist werkt aan de totale ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. We kunnen de kiné-oefeningen indelen in twee categorieën: a. Oefeningen die betrekking hebben op de motorische ontwikkeling van het kind waarbij zowel - de basisvaardigheden geoefend worden (lopen, kruipen, springen, hinkelen, tuimelen, zwemmen, fietsen) - als het verder trainen van de grove en fijne motoriek, oog- handcoördinatie en schrijfmotoriek. b. Het trainen van bijzondere functies of psychomotoriek Hierbij kan geoefend worden: - het lichaamsschema: kennis van het lichaam met zijn houdingen en bewegingen - ruimtelijke begrippen 9
-
oriëntatie in de nabije en verdere ruimte, inzicht in ruimtelijke structuren, plan lezen oriëntatie en inzicht in tijd, duur, snelheid en ritme
De kinderen die voor kiné in aanmerking komen, worden geselecteerd aan de hand van de resultaten van de tests die in de maand september worden afgenomen. -
4.6: LEERKRACHT LICHAMELIJKE OPVOEDING
Tijdens de les lichamelijke opvoeding wordt er gewerkt rond het ontwikkelen van de algemene motorische vaardigheden en het verbeteren van de lichamelijke conditie. Door allerlei sportinitiaties aan te bieden, kan er een aanzet gegeven worden tot zowel sporten als vrijetijdsbesteding. Om de veertien dagen gaan we zwemmen. De sportraad richt regelmatig sportactiviteiten in voor de kinderen. De jaarlijkse sportdag is steeds een groot succes.
-
4.7: LEERKRACHT MUVO
De leerkracht muzische vorming, of kortweg muvo, zorgt er voor dat de creativiteit van onze kinderen tot leven kan komen. Muzikale en expressieve activiteiten hebben in de opvoeding van onze kinderen een grote waarde voor het maken van contact, de sociale ontwikkeling, de auditieve waarneming, … De volgende expressievormen worden door elkaar gebruikt en verweven: - Zang - Ritme en werken met ritme-instrumenten - Instrumentaal: werken met Orff-instrumenten - Drama: toneel, poppenspel, mime, vertellen, uitbeelden,… - Beweging - Handvaardigheid: knutselen, tekenen,… -
4.8: LEERKRACHT ICT
Informatie- en communicatietechnologie (ICT) verandert de maatschappij voortdurend. Onze kinderen worden hierop grondig voorbereid. Om de twee weken in de A-, B-,C- en D–klassen en elke week in de E-, F-, G- en H-klassen krijgen de leerlingen computerles om ICT-vaardigheden in te oefenen. Niet elk kind heeft thuis een computer. Om kansenongelijkheid tegen te gaan, kan elke leerling tijdens de computerles op school individueel gebruik maken van een laptop. -
4.9: PAD-LEERKRACHT
Een pad-leerkracht is een aanspreekpersoon voor diverse mensen die geconfronteerd worden met moeilijk gedrag van kinderen of kinderen met sociaal-emotionele problemen. 10
De pad-leerkracht voorziet tevens een crisisopvang tijdens de schoolmomenten. Bij deze persoon kan de leerling tot rust komen (eventueel in een timeoutruimte). Deze leerkracht bouwt een positieve relatie met de leerlingen op en zorgt voor een systematische en schriftelijke rapportering waardoor er objectieve gegevens ontstaan betreffende frequentie van optreden, resultaten van interventies, … Samen met de orthopedagoog / directie is er een systeem ontwikkeld om diverse situaties in kaart te brengen, op te vangen en op te volgen. Alle partijen dienen hierbij maximaal betrokken te worden: de leerlingen, de ouders en alle personeelsleden. Er dient eveneens aandacht uit te gaan naar het preventieve aspect. De uiteindelijke bedoeling is: voor iedereen een duidelijke strategie ontwikkelen betreffende de opvang en aanpak van moeilijk gedrag op school. De pad-leerkracht is geen gedragstherapeut die alle mogelijke emotionele en/of gedragsproblemen van kinderen gaat behandelen.
5. Hoe wordt een kind gevolgd of geëvalueerd? Als een leerling in onze school start, wordt de beginsituatie bepaald en een individueel handelingsplan opgesteld. De Blio-leerkracht, logopedist en orthopedagoog toetsen elke nieuwe leerling voor taal en rekenen. Op deze manier kan het kind aansluiten bij de juiste pedagogische eenheid. Bij specifieke noden wordt een individueel handelingsplan opgesteld. Halverwege en op het einde van het schooljaar wordt van elke leerling opnieuw een taal- en rekentoets afgenomen om de vorderingen na te gaan. Het niveau dat een leerling behaald heeft op het einde, is tevens het startniveau voor het volgende schooljaar. (Dit in tegenstelling met het gewoon onderwijs waar men per leerjaar vastgelegde startniveaus heeft.) Naast de schoolse vorderingen wordt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van elke kind besproken en de mogelijkheden naar het nieuwe schooljaar toe afgewogen. Op basis hiervan wordt een advies geformuleerd. Tijdens een oudercontact wordt dit aan de ouders meegedeeld.
6. Overschakeling naar het gewoon basisonderwijs en doorstroming naar het secundair onderwijs. We vertrekken altijd vanuit de onderwijsbehoeften van iedere leerling. Voor de leerlingen basisaanbod vindt er een ingebouwde 2-jaarlijkse evaluatie plaats. Tijdens deze evaluatie worden de onderwijsbehoeften en –noden van deze leerling bekeken en wordt er nagegaan in welke mate het gewoon onderwijs hier al dan niet aan tegemoet kan komen. Er wordt afgewogen of het gemeenschappelijke curriculum in het gewoon onderwijs wel of niet haalbaar is voor die leerling. Voor onze leerlingen type 9 is er geen ingebouwde 2-jaarlijkse evaluatie maar worden de onderwijsnoden ook regelmatig bekeken en geëvalueerd. 11
Nadat onze leerlingen hun schoolloopbaan lager onderwijs in onze school hebben afgewerkt, wordt er opnieuw aan de hand van de onderwijsbehoeften en –noden bekeken of die leerling kan overgaan naar het gewoon secundair onderwijs.
B. PRAKTISCHE INFORMATIE 1. DAGINDELING EN SCHOOLSE ACTIVITEITEN 1.a. De lessen beginnen elke dag om 8u.45 en eindigen om 15u.40. Er is een middagpauze voorzien van 11u.55 tot 13u.20. Op woensdag starten we om 8u.30 en eindigen de lessen om 12u.05. 1.b.
Kinderen kunnen op- en afgehaald worden aan de schoolpoort.
1.c.
Opvang Er is opvang voorzien vanaf 8u. Er is naschoolse bewaking voorzien tot 16u.15, op woensdag tot 12u.40.
1.d.
Eten op school Tijdens de middag blijven onze kinderen eten op school, waar zij in de klas hun lunchpakket gebruiken. Een zelf meegebrachte drank wordt toegelaten. Kraantjeswater is gratis. Een brooddoos en een keukenhanddoek of placemat zijn verplicht.
1.e.
1.f.
Speciale activiteiten Vrije dagen, pedagogische studiedagen, sportactiviteiten, buitenschoolse activiteiten, enz. worden door de school tijdig meegedeeld. Verdere informatie vind je terug in het schoolreglement.
2. BUSVERVOER Voor onze school rijden dagelijks elf autobussen. Zowel de kinderen van De Sprankel, Den-8-Vlinder alsook de leerlingen van het Sint-Janshof kunnen gebruik maken van deze schoolbussen. De kinderen stappen elke ochtend en avond op een vooraf afgesproken plaats op en af. Op elke bus is steeds een begeleider aanwezig, die verantwoordelijk is voor het ordelijk verloop van de rit. Het busvervoer is gratis indien de ouders kiezen voor de dichtstbijzijnde school.
12
3. OUDERSAMENWERKING Er zijn regelmatig momenten van overleg of informatie in de school. In september wordt er een infoavond georganiseerd waarbij de klastitularis de werking van zijn/haar klas voorstelt. Aan de ouders wordt er uitleg gegeven over de leer- en werkmethoden in onze school. Per trimester is er een oudercontact voorzien met de mogelijkheid om individueel met alle leerkrachten te spreken. Ook de begeleiders van het CLB zijn hierop aanwezig. Buiten deze momenten kan er steeds een gesprek plaatsvinden na afspraak. Uw kind krijgt drie keer per jaar een rapport. Dit wordt besproken en meegegeven tijdens het oudercontact. Er is een oudercomité in onze school. Voor meer informatie hierover kan u zich wenden tot de directeur of de website raadplegen. (www.den8vlinder.be)
C. GON Het Geïntegreerd Onderwijs, of kortweg GON, is een samenwerking tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs. De kinderen met een beperking en/of leermoeilijkheden krijgen in het gewoon onderwijs ondersteuning van een leerkracht of een paramedicus uit het buitengewoon onderwijs. De hoofddoelstelling van het GOn is deze leerlingen een succesvolle sociale integratie te garanderen. Wij bieden vanuit onze school GOn-begeleiding aan: Kinderen die vanuit het basisaanbod teruggaan naar het gewoon onderwijs. Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) die les volgen in een school voor gewoon onderwijs.
13
SLOT In deze map vindt u heel wat gegevens omtrent onze school. Indien u nog vragen heeft, aarzel niet en breng ons vrijblijvend een bezoekje. Wij staan u graag te woord!
NUTTIGE ADRESSEN EN TELEFOONNUMMERS DEN-8-VLINDER NEKKERSPOELSTRAAT 391 2800
MECHELEN
TEL. 015/21.99.30
[email protected] [email protected] DIRECTEUR VEERLE VAN DER AUWERA ANITA VERSCHOREN A.I.
CLB-HET KOMPAS VIJFHOEK 1 2800 MECHELEN TEL. 015/41.89.11 FAX
015/41.89.13
SARAH DE COOMAN (PSYCHO-PEDAGOOG) KATLEEN DE CLERCQ (MAATSCHAPPELIJK WERKSTER) RIKA VEN (SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE) MIEKE D’HOLLANDER (SCHOOLARTS)
14
15