INFO. Partner voor duurzamere economie. Europese speler met wortels in Zeeuws-Vlaamse Deltaregio. Innovatie sleutel van de kringloopeconomie

INFO maart 2014

www.indaver.be

Chemie in de haven van Antwerpen sterk en scherp houden

Dijle 17 a BE-2800 MECHELEN

vijftiende jaargang

www.indaver.nl

periodiek tijdschrift

www.indaver.com

Indaver haalt meer uit groene warmte

Duurzame knowhow ten dienste van publieke partners

Partner voor duurzamere economie Het Wereld Economisch Forum is de invloedrijke jaarlijkse vergadering voor wereld- en bedrijfsleiders in het Zwitserse bergstadje Davos. Op een druk bijgewoonde ontbijtvergadering tijdens de voorbije editie van 2014, het Belgian Power Breakfast, stelde de koepel van de Belgische chemische industrie Essenscia haar troeven op het vlak van chemie, kunststoffen en farma voor aan 130 buitenlandse bedrijfsleiders en potentiële investeerders. Paul De Bruycker - CEO

Het thema was het sluiten van kringlopen, een thema dat Indaver, dat al jaren meewerkt aan de overgang naar een kringloopeconomie, nauw aan het hart ligt. Ik was er zelf bij op deze ontbijt­ vergadering, waar de Belgische chemische industrie zich presenteerde als een koploper in kennis en knowhow over het sluiten van kringlopen. Indaver is als afvalverwerker een belangrijke schakel in het streven van deze industrie naar duurzaamheid. Mede dankzij de inspanningen van Indaver, die haar industriële klanten in deze sector hoogtechnologische, duurzame en kwalitatieve oplossingen biedt voor hun afval, krijgt op dit moment al 72 % van het industrieel afval uit de chemie een nuttige toepassing als materiaal of als energie. Door afval zoveel mogelijk om te zetten in nieuwe grondstoffen en hernieuwbare energie spaart Indaver zoveel mogelijk de krimpende natuurlijke rijkdommen.

In deze kringloopeconomie gaat het namelijk minder om het verwerken van afval en meer om de vraag: hoe kan je materialen terugwinnen en productie­ processen organiseren zonder materiaalverlies en zonder dat dit een gevaar oplevert voor de gezondheid van mens en milieu? Indaver ontwikkelt daarvoor innovatieve dienstverleningsconcepten en gebruikt nieuwe technologieën. Ze is op die manier een partner van de chemische industrie.

Europese speler met wortels in Zeeuws-Vlaamse Deltaregio Indaver is een Europese speler op de afvalmarkt. Maar eigenlijk heeft zij haar wortels in de Zeeuws-Vlaamse Deltaregio. Indaver is een Zeeuws-Vlaamse combinatie. Het Zeeuwse DELTA is met 75 % hoofdaandeelhouder. De overige 25 % is in handen van het Vlaams Gewest en een aantal industriebedrijven met grote vestigingen in Antwerpen en omgeving. Deze Vlaams-Zeeuwse combinatie verenigt het beste van beide regio’s. Ze wapent ons ook voor de internationalisering die nodig is om de toptechnologie waarmee we onze klanten dienen, betaalbaar te houden en te blijven voldoen aan de strengste milieunormen. De afvalmarkt wordt steeds internationaler en wij willen ons daar

profileren als een sterk merk, met een transparant en compleet aanbod van diensten en producten. Deze Deltaregio is ook uitstekend geplaatst om een voortrekkersrol te spelen in de overgang naar een biobased economy, waarin Indaver met de verwerking van bio-afval ook een rol heeft. Dit gebied heeft de fijnmazige infrastructuur om grote volumes biomassa aan te voeren, een grootschalige industrie om die te verwerken tot een nieuwe generatie plastics, kunststoffen, geneesmiddelen of chemicaliën, en hoogwaardige kennis- en onderzoeksinstellingen om deze innovatie aan te vuren.

Innovatie sleutel van de kringloopeconomie De economie moet van het streven naar de ontwikkeling van groene industriële processen, efficiënte en competitieve productiemethodes en het duurzaam sluiten van kringlopen een prioriteit maken. Ik geloof dat de sleutel van de kringloopeconomie innovatie is, de continue zoektocht naar efficiëntere en betere manieren om producten te maken en afvalstoffen te transformeren. Alleen zo komen we tot een echte doorbraak in de manier waarop we omgaan met grondstoffen. Paul De Bruycker CEO

INFO

1

Chemie in de haven van Antwerpen sterk en scherp houden De haven van Antwerpen – de tweede grootste in Europa – huisvest de grootste en meest diverse (petro)chemische cluster van het continent. De nauwe samenwerking binnen die cluster zorgt voor een uiterst kostenefficiënt functioneren. Ook het samenspel met total service providers is essentieel om deze chemische industrie en de haven van Antwerpen competitief te houden. Daarin speelt Indaver, die als Total Waste Management dienstverlener deel uitmaakt van die chemische cluster, een belangrijke rol. In januari heeft het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA) een bezoek gebracht aan de Indaver-vestigingen Doel en Antwerpen, om meer inzicht te verwerven in de rol en het belang van afvalverwerkende bedrijven voor de (petro)chemische cluster en dus voor de haven.

RGEST EMICAL

Indaver Doel

ls) emicals)

E1 2 3C Indaver Antwerpen 4 53 6 78 5 9 D 9 A B A5 A 9 FB

ANTWERP: EUROPE’S LARGEST CHEMICAL

Grootste en meest diverse INTEGRATED OIL AND chemische cluster in Haven CLUSTER van Antwerpen

1 BASF 2 Air Liquide 3 Solvay 4 IBR (part of Gunvor) 5 Ineos 6 Monsanto 7 Evonik Degussa Antwerp 8 Bayer 9 Lanxess A Total (Refinery + Petrochemicals) B ExxonMobil (Refinery + Petrochemicals) C Eurochem D Borealis E Dow F Praxair (Limited list) * Bron: Port of Antwerp

best beschikbare technologieën die beantwoorden aan de strengste Europese normen. Daarnaast worden ook de risico’s tijdens het transport (shortsea, binnenvaart, spoor en weg) tot een absoluut minimum beperkt. Kortom, Indaver is een betrouwbare partner die zijn dienstverlening efficiënt inzet voor de nabijgelegen (Antwerpse) industrie.

Hernieuwbare en stabiele energievoorziening Tijdens het bezoek aan de Indaver-vestigingen in Antwerpen en Doel werd duidelijk hoe belangrijk Waste to Energy installaties zijn. Indaver voorziet 230 000 gezinnen van energie via haar verbrandingsinstallaties die energiecentrales zijn. Op die manier wordt het gebruik van primaire fossiele brandstoffen beperkt. In België, Ierland en Duitsland zijn

Haven is zo goed als het samenspel van alle diensten Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen investeert samen met zijn partners in allerlei projecten om de Antwerpse haven competitief te houden. De dienstverlening moet betrouwbaar en kostenefficiënt zijn. Een haven is maar zo goed als het samenspel van alle diensten. Ook Indaver, gevestigd in de Haven van Antwerpen, biedt als voorkeurs­ leverancier voor de chemische grootindustrie voordelen. Want niet minder dan 7 op de 10 van de belangrijkste chemieproducenten ter wereld hebben hier een logistieke vestiging of een productie-eenheid. De haven fungeert als kruispunt waar alle soorten (gevaarlijke) goederen, bijvoorbeeld poeders, plastics en vloeibaar massagoed zoals oliën, chemicaliën en gassen, samenkomen voor veilige opslag, behandeling en verdere distributie. Daarom heeft de chemische industrie baat bij een partner met een innovatief en klant­gericht afval- en materialenbeheer volgens de hoogste kwaliteits-, veiligheids-, milieu- en gezondheidsnormen.

E1 2 3C 4 53 6 78 5 D 9 9 A B A5 A F9 B

2

INFO

Kostenefficiëntie en tijdsbesparing Chemische bedrijven die gebruik maken van de Total Waste Management diensten van Indaver zijn zeker dat hun afvalstromen de duurzaamste oplossingen krijgen. Daarbij is er steeds een evenwicht tussen maximale terugwinning (van energie en materialen), het uitsluiten van risico’s en dit alles tegen de best mogelijke prijs. Door continu te investeren in nieuwe installaties maar ook in unieke ‘document sharing platforms’ en hoog­­­­op­geleide en ervaren projectmanagers realiseren we de laagste ‘total cost of ownership’ voor onze klanten. Er zijn steeds volledige naspeurbaarheid, overzicht en controle mogelijk, wat tegemoet komt aan de strikte eisen van de chemische industrie. Innovatieve, transparante en veilige oplossingen vinden voor een kritisch, sensitief en/of gevaarlijk afvalstoffenpakket, is een uitdaging die Indaver graag aangaat.

Duurzame competitiviteit

Geografische nabijheid De Haven van Antwerpen is met de Noordzee verbonden via de Westerschelde en is diep in het binnenland gelegen, waardoor ze zich dicht bij de voornaamste productie- en consumptiecentra in Europa bevindt. In combinatie met de brede waaier aan regelmatige maritieme afvaarten en de spoor- en binnenvaartdiensten, vormt de haven een uitstekend knooppunt om de wereld met de rest van Europa te verbinden. Indaver ligt te midden van deze (petro)chemische cluster. De geografische nabijheid van haar grootschalige verwerkingsinstallaties in Doel en Antwerpen waarborgt de cruciale continuïteit van de chemische productieprocessen. De verwerkingsinfrastructuur behoort tot de wereldtop en verzekert de industrie van de

‘social return’ en maatschappelijke duurzaamheid in de praktijk.

alle verwerkingsinstallaties aangesloten op het publieke net. De vestigingen zijn zelfvoorzienend want de eigen gebouwen worden verwarmd door de stoom uit het verwerkingsproces. De vestiging van Doel is bijvoorbeeld geheel klimaatneutraal. De nabijgelegen industrie profiteert ook door de toelevering op korte afstand van stoom en stroom aan buurbedrijven, zoals dat het geval is voor Ineos en AMORAS, het ontwateringsproject van de Antwerpse haven. Indaver onderzoekt ook de mogelijkheden om haar warmteoverschotten te leveren aan gemeenten ten noorden van Antwerpen en aan Antwerpen zelf. Op deze manier realiseert Indaver haar

Indaver beheert jaarlijks zo’n 5 miljoen ton afval en heeft bijgevolg op Europees vlak een overzicht over een groot deel van de (farma-) chemische ex-productiestromen. Dankzij onze chemische expertise en onze nauwe band met de chemie via participaties in de belangrijkste chemische belangen­verenigingen en – federaties, begrijpen wij de noden van die industrie en spelen daar gericht op in. Kostenbeheersing en duurzaamheid hebben vandaag de dag absolute prioriteit. Daarom zoeken we continu naar mogelijk­heden om onze klanten een duurzamere en/of meer kostenbesparende oplossing te bieden voor hun afvalstromen. Een beloftevolle route is het zoeken naar componenten met waarde in de kritische afvalstromen van de (farma/ petro)chemie. We zoeken naar een manier om die op een technisch haalbare en economisch rendabele wijze terug te winnen en te hergebruiken. Waar voorheen gevaarlijke afvalstromen per definitie vernietigd werden, biedt Indaver haar klanten tegenwoordig een alternatief. Dankzij dit ‘innovative molecule management’ is een belangrijke verbetering te behalen op het vlak van duurzaamheid en kostenbesparing. Op die manier helpen we de (petro)chemische cluster in de Haven van Antwerpen competitief te blijven.

Rondleiding op vestiging Indaver Antwerpen

Professionele cleaning voor industrie in drukke havengebied Op de drukke as van de havens van Zeebrugge, Gent, Terneuzen en Antwerpen bevinden zich veel grote industriële en transportbedrijven. Ze willen een snelle en toegepaste reiniging en veilige verwerking van de reststoffen in tankwagens voor (gevaarlijk) afval. Bij Indaver Gevaarlijk Afval (IGA) in Hoek, Terneuzen, kunnen transporteurs en chauffeurs terecht voor een tankcleaning, snel en dichtbij. De industrie kan voor een professionele reiniging van haar procesapparatuur een beroep doen op de spuitplaats op deze vestiging. Indaver heeft in Hoek de infrastructuur voor een efficiënte totaalservice.

IGA

Wij komen hier al zo’n

15 jaar bijna dagelijks, soms meerdere keren per dag. Het is dichtbij en

we worden snel geholpen Monique van Damme, chauffeur en eigenares van F.A. van Damme Transport VOF, Sas van Gent, Nederland

Geen klachten, lekker bakkie koffie terwijl ik wacht en vriendelijke mensen.

Ik ben een tevreden klant Piet Regoort, chauffeur in opdracht van Zwitsers transportbedrijf Bertschi

Wij zijn zeker van een grondige cleaning,

dat is erg belangrijk om contaminatie uit te sluiten Hap Otten, Vos Bulk Logistics, Oss, Nederland

Zo dicht mogelijk bij de losplaats cleanen om eventuele problemen te vermijden

Frederik Loncke, Huktra, Zeebrugge, België

Als de tankwagens aankomen op de vestiging Indaver Gevaarlijk Afval (IGA) in Hoek, dan bepalen medewerkers eerst welk type reststof de tanker bevat en in welke aggregatie­ toestand, bijvoorbeeld vloeistof of gas. Afhankelijk daarvan volgen specifieke acties, zoals aanbevolen wasstraat, warm/koud spoelen, te gebruiken additief, tijdsduur en afvoerroute van de spoelwaters. Dan begint de reiniging zelf, waarvoor er 7 overdekte wasstraten zijn. De IGA-vestiging is uitgerust voor moeilijke reinigingen, bijvoorbeeld harsen, en voorzien van een super-hogedrukeenheid, 3 explosieveilige wasstraten, 5 wasstraten met eenheden die drogen met hete lucht en 2 wasstraten met spooraansluiting specifiek voor laadketels op treinwagons.

“Time is money” De klanten van IGA zijn voornamelijk transport- en industriebedrijven, zoals DOW Chemicals, voor wie tijd zo efficiënt mogelijk gebruikt moet worden. De transporteurs kunnen rekenen op een grondige reiniging ‘op maat’ en kunnen snel weer nieuwe transporten plannen. Voor de opdrachtgevers zoals het Zwitserse transportbedrijf Bertschi, het Zeebrugse Huktra en Vos Bulk Logistics uit Oss en DOW Chemicals in Terneuzen, beide in Nederland, is de geografische nabijheid van de tankcleaning van Indaver bij hun klanten een grote troef. De extra faciliteiten zoals de mogelijkheid om te lunchen en om te douchen kunnen ook de chauffeurs bekoren. Tijdens het wachten kunnen ze hun kostbare tijd nuttig gebruiken. Voor de industrie is recent een speciale spuitplaats gebouwd op de terreinen van IGA. Die is ingericht om onderdelen uit chemische installaties schoon te maken. IGA heeft alles in huis om installaties te ontmantelen en lastige onderdelen zoals pijpenbundels en warmte-

wisselaars in- en uitwendig te reinigen. De klant is ontzorgd omdat dit niet langer op zijn eigen terrein moet gebeuren. De professionele aanpak, de geografische nabijheid en het schaalvoordeel van IGA helpen klanten tijd en kosten te besparen. Productieprocessen liggen slechts voor een zeer beperkte tijd stil.

elke opdracht het European Cleaning Document (ECD) mee. De klanten mogen dus zeker zijn van een kwalitatieve dienst­verlening, conform de wet- en regelgeving en de eisen van de sector.

On-site verwerking van spoelwater

Na de cleaning worden gereinigde containers ook vaak getest met lektests of vacuümtests, of na de reiniging meteen gekeurd. Er kunnen ook gespecialiseerde oppervlakte­ behandelingen of kleine reparaties aan tankcontainers, spoorwagons of IBC’s (Intermediate Bulk Containers) uitgevoerd worden. In samenwerking met partners biedt IGA ook containerreparaties en -keuring aan. Kortom, transportklanten kunnen bij Indaver terecht voor een snelle, efficiënte en marktcompetitieve totaalservice.

Naast kostenefficiëntie is een veilige verwerking van de spoelwaters niet weg te denken uit deze dienstverlening. Indaver draagt duurzaamheid immers hoog in het vaandel. Reinigen is dus de eerste stap in het cleaningproces, want het afvalwater moet ook nog veilig verwerkt worden. Het kan niet zomaar geloosd worden in het waterschapsriool of in de natuur. IGA is uitgerust met de meest geavanceerde technieken voor afvalwaterbehandeling. Het eerste spoelwater kan bijvoorbeeld apart gehouden worden voor bijkomende behandeling. Op het terrein is er een biologische waterzuiveringsinstallatie voor de vervuilde spoelwaters. Na deze behandeling kan het water opnieuw worden ingezet in productieprocessen of in de gemeentelijke water­ zuiveringsinstallaties.

Totaalservice

Meer informatie? tel.: +31 115 67 88 70

Strenge sectoreisen Waar een halve eeuw geleden de tanks nog met een tuinslang werden gereinigd, werkt de Nederlandse tankreinigingssector vandaag met de modernste technieken. De nieuwe tankcleaninginfrastructuur voldoet aan de strenge eisen in de vergunningen, aan de Arboregelgeving rond arbeidsomstandigheden en aan de eisen van de verladers. Indaver kan dankzij haar 25 jaar ervaring moeiteloos inspelen op de hoge eisen die klanten stellen aan een professionele dienstverlening. Zo heeft Indaver een langetermijnpartnerschap voor de verwerking van gevaarlijk afval met chemiereus DOW Chemicals, die net naast de IGA-vestiging is gelegen. IGA beschikt over alle vereiste certificaten, is erkend lid van de Association of Tankcleaning Companies Netherlands (ATCN) en geeft na

INFO

3

Indaver in de prijzen Innovation Award voor e-reporting

Goud voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Indaver kreeg in september 2013 de ‘Oracle Eco-Enterprise Innovation Award’ van softwareproducent Oracle. Oracle is een wereldwijde producent, net als Apple en Microsoft, van allerlei softwarepakketten die het databeheer van grote bedrijven vergemakkelijken, stroomlijnen en centraliseren. Indaver heeft voor de ontwikkeling van haar e-portaalsite en de rapporteringstool (e-reporting) een aantal van die Oracle-softwarepakketten geïnstalleerd. Een grote investering, met significante resultaten. De Oracle Business Intelligence of ‘OBI’-systemen helpen om de complexe administratie die met afvalbeheer gepaard gaat, op een transparante manier te verwerken. Dit is niet alleen voor Indaver een grote verbetering, ook voor klanten zorgt dit systeem voor een overzichtelijke rapportage. OBI vervangt de verouderde en veeleer statische databeheerssoftware zoals Webfocus en diverse tabellen. De nieuwe systemen zijn dynamischer, sneller, krachtiger en flexibeler. Databeheer binnen Indaver verloopt nu veel efficiënter en deze verbetering laat zich ook voelen in de databeheers­ service voor onze klanten. In realtime ziet de klant op één centrale plaats, namelijk op het e-platform Customer Zone van Indaver, alle documenten en rapporten. Dit levert een grote tijdswinst op voor de klant, die een volledig en transparant overzicht krijgt.

Voor de tweede maal nam Indaver deel aan de Ecovadis Corporate Social Responsibility (CSR) assessment, in opdracht van Janssen Pharmaceutica. Grote bedrijven gebruiken de Ecovadis CSR-beoordeling wereldwijd om hun leveranciers en partners te evalueren op het vlak van maatschappelijk ondernemen en duurzaamheid. Deze beoordeling spitst zich toe op 4 belangrijke deelaspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen, met name ‘milieu’, ‘mensenrechten en arbeids­activiteiten’, ‘eerlijke bedrijfspraktijken’ en ‘duurzaam aankoopbeleid’.

Instrument voor duurzaamheid Deze Oracle-prijs wordt één keer per jaar uitgereikt aan slechts 10 Oracle-gebruikers uit alle delen van de wereld. Ze zijn door een onafhankelijke jury beoordeeld op hun vermogen om hun milieu-impact te verminderen en tegelijkertijd hun efficiëntie te verhogen door middel van een Oracle-product. Indaver werd bekroond omdat OBI niet alleen intern duurzaamheidsresultaten bereikt, maar ook extern, omdat 800 klanten dit instrument inmiddels gebruiken. Daarmee wordt het duurzaamheidseffect sterk verveelvoudigd. Wij feliciteren bij deze graag onze gebruikers die de prijs mee hebben mogelijk gemaakt.

CSR-topspeler in afvalsector De CSR-assessment is een uitvoerige vragenlijst die peilt naar de mate waarin en de manier waarop leveranciers maatschappelijk verantwoord ondernemen. Elke bewering moet beargumenteerd en bewezen worden. In 2011 behaalde Indaver zilver en veroverde daar meteen een plaats mee in de top 15 % van de afvalbeheerssector. In 2013 wist Indaver goud te behalen. Dit betekent dat Indaver in de top 11 % wereldwijd zit op het vlak van maatschappelijk ondernemen. Voor het deelaspect ‘milieu’ scoort Indaver zelfs bij de absolute top in de sector, voor de andere deelaspecten scoren we steeds goed tot zeer goed. Een resultaat om trots op te zijn! De overige adviezen van de CSR-commissie neemt Indaver ter harte om bij de volgende evaluatie deze waardering minstens te evenaren, maar natuurlijk liefst te verbeteren. Hoger dan goud kan niet, maar hoger in de ranking komen kan wel. ‘Advanced’ of ‘Outstanding’!

Belangrijk criterium bij beoordeling leveranciers De Ecovadis CSR assessment is niet alleen een leveranciers­ evaluatie, ze geldt ook als een van de prestatiecriteria voor het uitreiken van Supplier Awards. Klanten als Janssen Pharmaceutica, maar ook BASF en Bayer werken met deze beoordeling. De Ecovadis CSR wordt wel eens gezien als de ISO-norm voor Corporate & Social Responsibility. Met onze gouden ‘plak’ hebben wij alvast de toon gezet.

Duurzaam afvalbeheer: een schakel in de groene economie De Deltaregio kan een voortrekkersrol spelen in de overgang naar een groene economie. Indaver heeft het zwaartepunt van haar activiteiten in deze regio. CEO Paul De Bruycker ziet dan ook een rol weggelegd voor haar. Op een congres over dit thema in het Nederlandse Dordrecht in november wees hij ambitie en innovatie aan als de sleutels tot het duurzaam sluiten van kringlopen.

Paul De Bruycker - CEO

4

INFO

Op 20 november vorig jaar was Paul De Bruycker, CEO van Indaver, een van de sprekers op het congres ‘Groene economie in de Delta’, georganiseerd door de Vlaams-Nederlandse Delta. Dat is een netwerk van de provincies Antwerpen, Zuid-Holland, Oost- en West-Vlaanderen, Noord-Brabant en Zeeland, met bedrijven, gemeenten en kennis­ instellingen, dat ijvert voor een competitieve en duurzame regio. Het thema dit jaar was de overgang van een economie op basis van fossiele brandstoffen naar een zogeheten biobased economy, een thema dat Indaver nauw aan het hart ligt. De Deltaregio aan de Schelde- en Maas­mondingen, met uitbreiding naar het Rijn- en Ruhrgebied, is uitermate geschikt om het voortouw te nemen voor de biobased economy, die draait rond het gebruik van landbouwstromen in de economie. Deze regio heeft namelijk de fijnmazige infrastructuur van wegen en havens die nodig is om grote volumes biomassa aan te voeren en heeft zelf een cluster van land- en tuinbouwbedrijven. Er is een grootschalige

chemische industrie om die grondstoffen te verwerken tot een nieuwe generatie plastics, kunststoffen, genees­middelen of chemicaliën, en hoogwaardige kennis- en onderzoeks­ instellingen om deze innovatie aan te vuren.

Ecologisch én economisch kringlopen sluiten Ook voor Indaver is een rol weggelegd in deze biobased economy, want in haar activiteiten staat de kringloopgedachte al centraal. Indaver zoekt steeds naar de beste oplossingen om kringlopen kwalitatief te sluiten: energie-efficiënt en met de laagst mogelijke CO2-uitstoot. Afval is voor Indaver slechts één fase in de levensloop van een materiaal. Zo gebruikt Indaver bio-afval zoals GFT, groen­ afval of bio-afvalstoffen uit de bio-industrie in haar composterings- en vergistings­ installaties om ze om te zetten tot compost, groen gas en vloeibaar CO2. In zijn bijdrage kaartte Paul De Bruycker twee grote uitdagingen aan die Indaver vaststelt bij de

conversie van bio-afval: hoe ervoor zorgen dat er op elk ogenblik voldoende en kwaliteitsvolle bio-afvalstoffen zijn om de installaties optimaal te doen draaien; en hoe op een duurzame manier het financiële plaatje sluiten? Op dit moment lukt de productie van groen gas niet zonder subsidies. Indaver wil een verdienmodel vinden dat werkt, ook als de subsidies wegvallen. “Wij moeten kringlopen ecologisch én economisch sluiten.”

Innovatie als sleutel Het antwoord van Paul De Bruycker: innovatie. “Als ingenieur geloof ik dat de oplossing ligt in de continue zoektocht naar efficiëntere en betere manieren, bijvoorbeeld om afvalstoffen te transformeren. Industrie, onderzoeksinstellingen, universiteiten en overheden moeten daarvoor de krachten bundelen.” Laat dat nu net zijn wat de Vlaams-Nederlandse Delta wil doen.

Inzamelmodel voor kunststof in Nederland vanaf 2015 grondig aangepast

Gescheiden inzamelen van afval is niet nieuw, maar er wordt nog steeds vooruitgang geboekt op dit terrein. Niet alleen door de steeds strengere wet- en regelgeving, maar ook door de algemeen maatschappelijke wens om afval duurzamer te verwerken en recycling te promoten. Dit stimuleert innovaties bij inzamelaars en verwerkers van afval. Het doel is simpel: afval een tweede leven geven.

Het warm water

opnieuw uitvinden is niet nodig

Een belangrijke reststroom vormt kunststof verpakkingsafval. In de praktijk blijkt deze fractie zeer geschikt om te recyclen. In Nederland is de inzameling van KFF+ vier jaar geleden gestart. KFF+ staat voor kunststof flessen en flacons, aangevuld met plastic folies. De sortering en verwerking worden vandaag de dag volledig gecontroleerd door Nedvang*. Vanaf 2015 krijgen de Nederlandse gemeenten de regie over het sorteren en vermarkten van ingezameld kunststof. Tegen die achtergrond spelen er ook vragen over de toekomstige samenstelling van de kunststoffractie. Gaat er een einde komen aan de statiegeldregeling voor (fris-) drankflessen? Worden die plastic flessen toegevoegd aan de KFF+ fractie? Komt er een vervolg op de pilot met drankenkartons? Verder leven er bij gemeenten natuurlijk ook vragen over de nieuwe verantwoordelijk­ heden vanaf 2015. Hoe gaan we de kunststofsortering organiseren en natuurlijk, is en blijft de door Nedvang verstrekte vergoeding kostendekkend? En wat komt er kijken bij het vermarkten van de uitgesorteerde fracties? Kortom, veel terechte vragen die zorgvuldig beantwoord moeten worden.

Over de grens kijken Het warm water heruitvinden is in dit geval misschien niet nodig. Het Belgische inzamelmodel kan interessante inzichten bieden voor de Nederlandse gemeenten. Er wordt in België al 20 jaar PMD ingezameld.

PMD is de afkorting voor plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons. De inzamelresultaten in België zijn stabiel en liggen met 15 kilo per inwoner per jaar op een uitstekend niveau. 85 % van het ingezamelde PMD wordt uitgesorteerd tot fracties met een zuiverheid die oploopt tot zelfs 99 %. De sorteerlocatie van Indaver in Willebroek beschikt over de meest geavanceerde sorteertechnieken. Want de gouden regel is: hoe beter de verschillende soorten kunststof gescheiden worden, hoe beter de mogelijkheden voor recycling en hoe hoger de opbrengst. Ook hier kunnen de Nederlandse gemeenten hun licht opsteken. De verschillende fracties kunststof en metaal leveren op de markt verschillende vergoedingen op. Zo is er voor blik (zowel ferro als non-ferro) wanneer het gescheiden wordt ingezameld, een hogere opbrengst in vergelijking met de terug­ winning van metaal uit bodemassen na verbranding. Daarnaast is er een beter resultaat bij de recycling, want metaal krijgt op deze manier een nuttige toepassing door er onder andere conservenblikjes van te maken. De andere gesorteerde materialen krijgen een nieuw leven als krantenpapier, sweatshirts of bouwmaterialen. Dus investeren in sorteren levert op!

Heeft u vragen?

Wist u dat? Vanaf 2015 krijgen Nederlandse gemeenten van Nedvang niet langer een vaste vergoeding voor iedere ingezamelde ton KFF+. In plaats hiervan verstrekt Nedvang een vergoeding voor iedere uitgesorteerde ton kunststof die voldoet aan de volgende standaardspecificaties, opgesteld door DKR (Deutsche Gesellschaft für Kreisaufwirtschaft und Rohstoffe mbH). DKR 328 voor PET DKR 324 voor PP DKR 329 voor PE DKR 310 voor folies DKR 350 voor mix kunststoffen Wist u dat het interessant kan zijn om tegelijk met kunststof ook blik (o.a. frisdrankblikjes en conservenblikken) in te zamelen?

*Nedvang regisseert de gescheiden inzameling en het hergebruik van verpakkingsafval, in opdracht van de producenten. De rol van Nedvang in Nederland is vergelijkbaar met de rol van Fost Plus in België.

Indaver heeft meer dan twee decennia ervaring op het vlak van kunststofsortering. We delen deze kennis en expertise graag om u als gemeente te helpen bij de invulling van uw nieuwe regierol binnen de keten van kunststof verpakkingen. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met:

Contact Femke Mackenzie Manager Marketing [email protected]

INFO

5

Industriële klanten bouwen mee aan Customer Zone

Eén-maal inloggen en je hebt alle info beschikbaar:

echt gebruiksvriendelijk Carine De Block, Bayer, België

Customer Zone biedt volledige traceerbaarheid over waar het afval naartoe gaat. Belangrijk als farmaceutisch bedrijf om dat te weten Frank van Zonsbeek, Aspen, Nederland

Indaver bracht in het najaar van 2013 een aantal van haar Vlaamse en Nederlandse industriële klanten samen in een workshop om haar e-portaalsite te verbeteren. De zogenaamde Customer Zone is inmiddels een gevestigde waarde in onze dienstverlening, die vele klanten kan bekoren. Ze krijgen nu heldere rapportoverzichten die tendensen duidelijk maken. Dat bespaart hun kostbare tijd. De Customer Zone is een uniek instrument in de sector. Het gaat om een veelomvattend ‘document sharing platform’ (up-to-date overzicht van gegevens), interactiesysteem (dynamische en foutloze data-uitwisseling) en rapporteringsfunctionaliteit (realtime 24/7 overzicht en controle). De Customer Zone geeft onze klanten maximale transparantie (wat bevindt zich waar), geruststellend inzicht (welke status voor welke aanvraag) en overzicht (alle documenten op één locatie, rapporten in een handomdraai), en levert daarbij een aanzienlijke kwaliteitsverbetering en tijdsbesparing op.

Interactieve verbeterings­ workshops Echt gebruiksvriendelijk, transparant, flexibel en overzichtelijk systeem.

Eenmaal gebruikt, wijst het zichzelf uit Christof Brees, BASF, België

De Customer Zone heeft vandaag 800 gebruikers en vormt de online-verbinding tussen Indaver en haar industriële klanten. Het portaal biedt onder andere een overzicht van diverse rapporten, aanvragen afvoer, contractinformatie en recente relevante nieuwsitems. Omdat stilstaan achteruitgaan betekent, is Indaver in debat gegaan met

Bayer, 3M, Aspen, BASF, Monsanto, Sabic, Agfa Gevaert en Lubrizol. Via een dynamische workshop in co-creatie verfijnde Indaver samen met haar klanten het systeem om het ‘e-platform’ nog beter af te stemmen op de processen en systemen van de klant. De feedback wordt vertaald in directe verbeteracties zoals formatwijziging van het aanvraag nieuwe afvalstoffen­ formulier, templatebeheer en het nog scherper stellen van de communicatielijnen binnen Customer Services. Omdat het lastig is om de voordelen van het systeem over te brengen op een publiek dat er niet mee vertrouwd is, hebben we klanten benaderd voor hun ervaringen met het systeem. Een cameraploeg filmde hun testimonials en bracht ook de workshop in beeld. Het resultaat hiervan is binnenkort te zien op onze website. http://www.indaver.com/customerzonetestimonials

Voordelen • Verhoogde efficiëntie - Alle informatie op één plaats - Volledige traceerbaarheid - Helicopter view voor milieudienst en management - Gebruiksvriendelijk, gemakkelijk en steeds beschikbaar • Minder administratie - Beperkt aantal maar toch alle benodigde formulieren - Niet langer nodig om aparte databank up-to-date te houden - Alles digitaal en centraal beschikbaar • Efficiënte rapportering - Realtime informatie - Snelle gewichtscontrole - Milieujaarverslagen met één druk op de knop

Respect wetten en normen zit ingebakken ‘Met oog voor mens, veiligheid en milieu’ is de eerste kernwaarde van Indaver en nergens is dat duidelijker dan in de auditsystemen die Indaver heeft opgezet om haar stakeholders te garanderen dat haar bedrijfsprocessen efficiënt en effectief zijn, en dat ze zich houdt aan de geldende wet- en regelgeving. Chantal Jonkers, Manager Quality & Environment bij Indaver in België, zette in september 2013 het systeem van interne en externe audits bij Indaver uiteen op het eerste HSE Event van Kluwer. Dat brengt professionals die in hun bedrijven werken rond veiligheid, gezondheid en milieu samen. Indaver streeft voortdurend naar verbetering, stak Chantal Jonkers van wal. Dat kan door processen te meten aan de hand van goed gekozen performantie-indicatoren en deze op te volgen. Indaver maakt gebruik van zo een ‘balanced score card’. Zo kan bijgestuurd worden waar nodig. “Daarnaast is er continue verbetering via auditing,” zei Chantal Jonkers. “Met het auditproces kan Indaver verbeter­ punten identificeren en er op werken. Indaver investeert dan ook zwaar in auditing, zowel

6

INFO

door derden als door eigen medewerkers.”

Audits door derden Er is eerst en vooral de controle van onze kwaliteits-, milieu- en veiligheidsmanagementsystemen door een onafhankelijke certificatieinstelling. Eén keer per jaar strijkt een groep externe auditoren neer op verschillende afdelingen van Indaver om de processen grondig door te lichten. Indaver wordt al vijftien jaar gecertificeerd door dezelfde instelling, Bureau Veritas Certification, die de processen goed kent. Indaver zoekt immers naar toegevoegde waarde uit auditing. Verder zijn er de audits door de klanten van Indaver. “Transparantie en traceerbaarheid zijn voor Indaver essentieel in een goede klantenrelatie,” zei Chantal Jonkers. Met deze klantenaudits brengen wij onze kernwaarde ‘open in woord en daad’ in de praktijk. Indaver geeft inzage in het verloop van haar bedrijfsprocessen en in de registers, zodat klanten zich kunnen

vergewissen van de correcte manier van werken. Tot slot controleert de bedrijfsrevisor elk jaar de financiële gegevens. “Deze revisor is in de loop der jaren uitgegroeid tot een adviseur en een partner voor het management, die advies geeft en het management ondersteunt voor corporate governance.”

Unieke aanpak voor interne procesaudit Naast deze externe audits heeft Indaver ook een intern auditsysteem met een unieke visie en aanpak opgezet om haar bedrijfsprocessen te optimaliseren. “Wij kiezen er voor om eigen medewerkers op te leiden om deze rol op zich te nemen,” zei Chantal Jonkers. Nieuwe medewerkers worden gescreend. Wie geschikt wordt bevonden en wil meewerken, wordt opgeleid om voor minstens drie jaar interne auditor te zijn. “De opleiding maakt deel uit van hun opleidingstraject. Indaver is een lerende organisatie, waarbij auditing deel

De PMD-sorteerinstallatie in Willebroek levert nog betere prestaties De PMD-installatie in Willebroek werkt sinds vorige zomer nog efficiënter en performanter dan vroeger. De installatie werd namelijk omgebouwd en kan nu meer fracties uit de PMD-stroom scheiden met een nog hogere zuiverheid. Door de vernieuwingen blijft Indaver haar klanten recyclingoplossingen van hoge kwaliteit bieden.

Sinds de ombouw van de installatie is het residugehalte

van ons PMD gedaald

Sven Peeters, directeur afvalintercommunale MiWA

De sorteerinstallatie voor PMD (plastic flessen, metalen verpakkingen, drankkartons) in het Milieupark in Willebroek verwerkt tot 30 % van het PMD dat selectief wordt ingezameld in Vlaanderen. 95 % daarvan komt van openbare besturen. De activiteiten in Willebroek passen dan ook in de Public waste PartnershipS, waarmee Indaver openbare besturen flexibele, kwaliteitsvolle en kostenefficiënte oplossingen biedt voor hun afvalbeheer.

Als dit zogeheten residupercentage hoger ligt, dan moet de gemeente zelf – en niet langer Fost Plus – betalen voor de eindverwerking van dit afval.

Met de Public waste PartnershipS kunnen gemeenten en inter­gemeentelijke samenwerkingsverbanden Indaver inschakelen voor de nuttige toepassing van hun afval. In Willebroek wordt het PMD-afval van de lokale besturen efficiënt gesorteerd en gezuiverd, zodat het als grondstof gebruikt kan worden voor industriële toepassingen en voor de productie van alledaagse producten zoals fleecetruien of conservenblikken.

Zuiverder PMD

Indaver bewaakt toppositie Hoe zuiverder de uitgesorteerde materiaalstromen, hoe beter de recycling. De controles van Fost Plus, dat de recycling van verpakkingsafval coördineert en financiert, worden alsmaar strenger. Indaver wil aan de strenge vereisten voldoen om haar top­­­­positie als hoogwaardige verwerker van PMD te behouden. Maar ook de publieke klanten van Indaver hebben belang bij zuivere fracties. Van alle PMD in een vuilniszak mag slechts 15 % niet recyclebaar zijn.

Indaver verbetert haar dienstverlening aan publieke klanten door voortdurend te investeren in nog meer nauwkeurige sorteertechnieken. Zo werd vorige zomer gedurende drie weken de PMDinstallatie in Willebroek omgebouwd om de scheidingsgraad van het afval te verhogen.

Op welke punten is de installatie aangepast? Naast de bestaande fracties kan nu een bijkomende kunststofstroom worden uitgesorteerd. Ook werd het automatische sorteerproces na de trommelzeef ontdubbeld omdat hier een extra scheiding op grootte werd voorzien. Bovendien werd de installatie uitgerust met de nieuwste generatie optische scheiders en werd een extra lus ingebouwd ter correctie van de eerste sortering. Ook aan de instellingen van de installatie is gesleuteld, zodat ze beter inspeelt op de eigenschappen van de verschillende materiaalfracties en de sorteer­ kwaliteit nog toeneemt. Een aantal fracties krijgt nog een nascheiding om fouten te corrigeren. Deze verbeteringen scherpen het residupercentage het percentage dat overblijft na sortering- aan. “Sinds de ombouw van de installatie is het residugehalte van ons PMD gedaald,” zegt Sven Peeters, directeur van MiWA, de afvalinter­ communale voor de regio rond Sint-Niklaas.

De cijfers van Indaver bevestigen dit. De laatste vier maanden van 2013 was er bij nagenoeg alle Fost Plusprojecten die in Willebroek uitgesorteerd werden een daling van het residupercentage vast te stellen tegenover de eerste zeven maanden. Dankzij de verbeteringen is de productiecapaciteit van de PMD-installatie bovendien uitgebreid van 26 500 naar 29 000 ton per jaar. Dat is ook nodig, want Indaver kreeg er begin vorig jaar met MiWA, met VERKO in de regio Dendermonde en IDM in de regio Lokeren enkele PwPS-klanten bij. Indaver is nu ook voor hen een betrouwbare partner voor de verwerking van hun PMD-afval.

Contact Tony Bresseleers Key-accountmanager huishoudelijke afvalstoffen Indaver in België [email protected] Martin Ocket Marketing Manager huishoudelijke afvalstoffen Indaver in België [email protected]

in de genen van Indaver uitmaakt van de opleiding op de werkvloer.” Indaver hanteert eveneens het principe van ‘risk based auditing’. “De interne auditoren bekijken een bedrijfsproces, brengen de procesrisico’s in kaart en evalueren vervolgens of de middelen en beheersmaatregelen die genomen worden om die risico’s te beheersen passend en voldoende zijn.”

Compliance checks: door de bomen het bos zien Naast de procesaudits zijn er de compliance checks, waarbij Indaver controleert of haar processen en managementsystemen in overeenstemming zijn met de wetgeving, die razendsnel evolueert en erg complex is. “Het is niet evident om de wijzigingen in de wetgeving te volgen,” zei Chantal Jonkers. Indaver heeft dan ook verschillende informatiebronnen, zoals interne en externe opleidingen en het lidmaatschap van belangenorganisaties en federaties als FEBEM, Essenscia en VOKA, die hun leden proactief op de hoogte houden van wets­ wijzigingen. Verder is er het instrumen­tarium van Kluwer. Alle voor Indaver relevante wetgeving is samengevat in het wetgevings­ register ‘milieu en veiligheid’ en wordt

gerangschikt volgens prioriteit. De operationeel verantwoordelijken, samen met de milieu­ coördinator en/of preventieadviseur van de vestiging, toetsen de conformiteit aan de wetgeving.

Outlets: transparantie altijd en overal Ervaren interne auditoren buigen zich ook over de kwaliteit van de externe verwerkingscentra waarmee Indaver in zee gaat. In België wordt immers 8 tot 9 % van de 2 miljoen afvalstoffen die Indaver verwerkt, behandeld door deze externe centra. Indaver kiest bewust voor deze partnerschap om zo de capaciteit van de eigen installaties optimaal te kunnen benutten, om te beschikken over een netwerk van specifieke recycling- en verwerkings­technologieën of om logistieke redenen. Indaver beperkt bewust het aantal outlets waarmee ze werkt (ongeveer 600). “Wij gebruiken enkel outlets met een bewezen transparantie, traceerbaarheid en solvabiliteit, en een performante verwerkingstechnologie,” zei Chantal Jonkers. “Indaver bewaakt dit. Wij willen full compliance en zero risk voor Indaver en voor de klant. Wij vragen dat outlets onze ‘codes of good practice’,

de basisprincipes voor de correcte verwerking van afvalstoffen, respecteren.” Vooraleer een outlet een contract kan afsluiten met Indaver dient hij een uitgebreide ‘prekwalificatie vragenlijst’ in te vullen. Zodra het contract op zak is, kan hij zich verwachten aan een on-site audit. De planning voor deze plaatsbezoeken wordt bepaald aan de hand van diverse elementen, zoals een specifieke vraag van de klant, het quotum van verwerkte afvalstoffen of het risicoprofiel van de verwerking. “Wij vragen inzage in het operationele proces, de dienst­verlening en de administratie,” zei Chantal Jonkers. Op basis van het auditverslag beslist een Approval Team of Indaver blijft samen­werken met het externe verwerkings­centrum. Deze audits zijn overigens geen eenrichtingsverkeer. De interne auditoren van Indaver kunnen door de confrontatie met de processen van de outlets de eigen kennis versterken en de managementsystemen en werkmethodes van Indaver toetsen.

op de bedrijfsprocessen waarbij verschillende departementen betrokken zijn. Door de belangrijke controle-elementen van bedrijfsprocessen te identificeren, kunnen wij een efficiënte auditplanning opstellen. Wij hebben geïntegreerde managementsystemen en willen dus ook meer en meer geïntegreerd auditeren over de domeinen kwaliteit, veiligheid en milieu heen.” “Met oog voor veiligheid, mens en milieu is de eerste kernwaarde van Indaver,” vatte Kruit­wagen, Managing Director Indaver in België, de inspanningen van Indaver op dit vlak samen. “Daarom streven wij naar full compliancy voor onze klanten. Het zit ingebakken in de genen van ons bedrijf.”

Ambities voor de toekomst En de toekomst? Indaver wil het ‘risk based auditen’ nog verder ontplooien in de organisatie. “Wij willen ons hierbij toespitsen

INFO

7

Indaver haalt meer uit groene warmte Groene warmte staat voor een doorbraak. Indaver is ervan overtuigd dat groene warmte een groot potentieel heeft als hefboom om het energieverbruik en de CO2-uitstoot verder terug te dringen. Ze werkt daarvoor diverse projecten uit, in binnen- en buitenland.

Indaver: leverancier van groene energie Indaver levert duurzame afvalbeheersdiensten aan overheden en bedrijven voor hun industrieel en gevaarlijk afval, huishoudelijk en vergelijkbaar bedrijfsafval en bio-organisch afval. Afval is voor Indaver een grondstof, die in haar installaties een andere vorm krijgt, als materiaal voor een nieuw product of, zoals in het geval van groene warmte, als energie. Ze doet dit op een energieefficiënte manier, met de laagst mogelijke CO2-uitstoot. Via thermische verwerking in haar Waste to Energy installaties in België, Duitsland en Ierland produceert zij momenteel voldoende energie om 230 000 gezinnen van stroom te voorzien. Daarnaast haalt zij ook groene energie uit de vergisting van bio-organisch afval. Indaver zoekt voortdurend nieuwe manieren om de energie die ze terugwint, waaronder de stoom uit verwerking, af te zetten.

Groene energie op de efficiëntste manier hoogwaardig valoriseren zoals we dat onder andere in Doel plannen, is een grote stap in de richting van een groene economie Paul De Bruycker, CEO Indaver

8

INFO

In haar Energie-efficiëntie Richtlijn van 2012 moedigde de Europese Unie haar lidstaten aan om extra te investeren in energie-efficiënte en duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen. De Vlaamse regering doet dat ook, door met haar ‘Actieplan Groene Warmte’ een doortastend beleid te voeren om het aandeel van groene warmte in de hernieuwbare energievoorziening in Vlaanderen te vergroten. Indaver is er al langer van overtuigd dat er een groot potentieel is voor groene warmte als hefboom om het energieverbruik en de CO2-uitstoot verder terug te dringen en het aandeel hernieuwbare energie op te drijven. Zij werkt daarvoor diverse projecten uit en onderzoekt ze op hun haalbaarheid. Andere worden al uitgevoerd. Eén project springt in het oog als strategisch belangrijk, omdat het de valorisatie van groene warmte in Vlaanderen een serieuze duw in de rug kan geven.

Energiecluster Doel: uniek project voor warmteterugwinning Indaver en Sleco willen in de Waaslandhaven een warmtenetwerk opzetten tussen hun Waste to Energy installaties in Doel en een aantal chemische en logistieke bedrijven in de omgeving. Indien dit net op volle capaciteit draait, dan kan het 10 % opleveren van alle groene warmte die in Vlaanderen geproduceerd wordt. Door aan te sluiten op dit netwerk kunnen de bedrijven hun eigen gasgestookte boilers geheel of gedeeltelijk vervangen, waardoor ze energie-efficiënter worden. Hoe gaat het project in zijn werk? In de roosterovens van Indaver en de wervelbedovens van Sleco wordt jaarlijks meer dan één miljoen ton huishoudelijk en vergelijkbaar bedrijfsafval verwerkt. De warmte uit de verbranding wordt omgezet in stoom, die in generatoren omgezet wordt in elektriciteit. Een deel van de stoom gaat nu al via een stoomleiding direct naar buurbedrijf Ineos Phenol voor zijn processen. Met het warmtecluster zouden de deelnemende bedrijven de stoom die vrijkomt bij het verbrandingsproces bij Indaver en Sleco naar eigen behoefte aanspreken. De milieuwinst van dit project is enorm. Potentieel kunnen enkele honderdduizenden tonnen CO2 minder worden uitgestoten. Ook

de emissies van NOX, SO , CO en stof zouden vergelijkbaar dalen. De helft van de warmte in de Waste to Energy installatie is bovendien hernieuwbaar, zodat de energievoorziening van deze bedrijven ook verduurzaamt. Dit ambitieuze en strategische project zou het grootste groene-warmteproject in Vlaanderen zijn. Het is enkel haalbaar wanneer de overheid passende ondersteuning voorziet.

Energiecluster in AntwerpenNoord Indaver werkt ook aan energieclusters vanuit de vestiging in Antwerpen, waar industrieel en gevaarlijk afval thermisch wordt verwerkt. Op dit moment worden vanuit Indaver Antwerpen al restwarmte en elektriciteit geleverd aan Amoras, het mechanische ontwaterings­project van de Antwerpse haven. Er is een leiding met warm water op 90 °C aangelegd naar de installatie van Amoras om de gebouwen te verwarmen. Verder zitten enkele projecten rond het gebruik van restwarmte in de onderzoeksfase. Zo heeft de warmtetransportleiding naar Amoras nog capaciteit over voor andere toepassingen. Door gebruik te maken van een Organic Rankine Cycle (ORC) kan met die extra capaciteit elektriciteit worden geproduceerd. Dit kan de vestiging van Indaver Antwerpen energie-efficiënter maken en het primaire energieverbruik van Amoras verminderen. De Haven van Antwerpen ontwikkelt zowel op Linkeroever als op Rechteroever zones voor logistieke activiteiten die gebruik maken van verschillende types vervoersmiddelen – multimodaal vervoer. Eén ervan is het Logistiek Park Schijns, dat gepland wordt vlakbij de vestiging van Amoras. Voor dit project, dat er zou komen in 2018, kan warmte op lage temperatuur geleverd worden. Indaver heeft belangstelling en bekijkt de mogelijkheden. Ze onderzoekt ook hoe zij de warmteoverschotten van haar vestiging in Antwerpen nuttig kan toepassen voor industriële bedrijven en voor woon­ wijken, de zogeheten district heating. Ze kijkt in de eerste plaats naar geplande woonwijken in Stabroek of Hoevenen. Het is echter zoeken naar een manier om dergelijke projecten rendabel te maken, gezien de relatief kleine schaal en het feit dat de warmte-afname

in woonwijken niet constant is, maar hoog in de winter en laag in de zomer.

Samenwerken met openbare besturen Openbare besturen kiezen steeds vaker voor duurzame oplossingen bij de inplanting van nieuwe woonwijken. Indaver wil een partner zijn die meedenkt en -werkt om bij te dragen tot een energie-efficiënte omgeving. Zij kan haar knowhow op het vlak van duurzame energievalorisatie ten dienste stellen van deze besturen. Dat kan bijvoorbeeld in Antwerpen, waar voor ‘Nieuw Zuid’, een duurzame wijk die vanaf 2015 wordt gebouwd, gekozen werd voor een warmtenet. Indaver kan als onderdeel van een consortium bijdragen aan een duurzame energielevering. Het intergemeentelijke samenwerkings­ verband IVAGO in Gent, waar Indaver bij betrokken is via haar participatie in de privépartner ECOV, levert groene warmte aan het Universitair Ziekenhuis van Gent. IVAGO beschikt over een hoogtechnologische afvalverbrandingsinstallatie met energie­ terugwinning. De intercommunale verwerkt jaarlijks 100 000 ton brandbaar huishoudelijk afval en voorziet in de eigen behoefte aan elektriciteit en warmte, maar levert daarnaast ook elektriciteit aan het openbare net. Via een ondergrondse stoomleiding wordt warmte geleverd aan het Universitair Ziekenhuis Gent.

Afstandsverwarming vanuit Indaver in Hamburg Indaver baat in Duitsland zes installaties uit voor de verwerking van gevaarlijke afvalstoffen. Vanuit de vestiging in Hamburg, waar industriële afvalstoffen op hoge temperatuur worden verbrand in draaitrommelovens, is een warmtenet opgezet. Via dit warmtenet wordt het merendeel van de gevaloriseerde energie direct geleverd aan het district Hamburg. Met een lengte van circa 1 200 km en 500 000 aangesloten huishoudens is dit warmtenet een van de grootste van Europa. De energie uit de draaitrommelovens van Indaver dient als basislast (de hoeveelheid energie die wordt afgenomen onder normale omstandigheden) en dekt daarmee een deel van de energie­ behoefte van het warmtenetwerk.

Certificaat CO2-Prestatieladder in Nederland behaald Indaver heeft als missie een duurzaam afvalbeheer te voeren en daar toonaangevend in te zijn. De toekenning van het certificaat CO2-Prestatieladder op niveau 3 toont aan dat Indaver in Nederland consequenties aan haar missie verbindt. De CO2-Prestatieladder is een objectief instrument dat inzichtelijk maakt hoe Indaver haar duurzame ambitie wil realiseren. En die ambitie is niet gering. Indaver wil in Nederland tussen 2014 en 2018 jaarlijks twee procent CO2-reductie per ton afval realiseren ten opzichte van het referentiejaar 2012. Een dergelijk proces vraagt om een gedegen voorbereiding en uitvoering. Een speciaal projectteam, met medewerkers uit diverse disciplines, begeleidt het proces dat moet leiden tot verlaging van de koolstofdioxide uitstoot.

Hoogst haalbare instapniveau Onlangs heeft het internationale controle­ bedrijf SGS alle gegevens en cijfers over de CO2-emissie, de zogenoemde CO2-Footprint, geverifieerd en gevalideerd. Deze CO2-Footprint is opgesteld volgens de standaard ISO 14064-1. Tevens concludeerde SGS dat Indaver een goede basis heeft gelegd om haar ambitie te realiseren. Daarmee heeft Indaver in Nederland het hoogst haalbare instapniveau van de CO2Prestatieladder behaald, namelijk niveau 3. De CO2-Prestatieladder is de benchmark voor milieubewuste bedrijven die duurzamer willen presteren. Het certificaat is daarom steeds vaker onderdeel van aanbestedingsprocessen.

Actieplan De CO2-Footprint, gebaseerd op gegevens uit 2012, is in feite de nulmeting die aangeeft wat het CO2-effect is van de verschillende activiteiten en transporten die door en voor Indaver in Nederland uitgevoerd worden. Vanuit dit referentiejaar gaat Indaver aan de slag om haar ambitie te verwezenlijken. Daartoe is een Energiemanagement Actieplan opgesteld dat de stappen en planning verwoordt om de doelstelling van twee procent CO2-reductie per jaar te behalen. Zowel de CO2-Footprint als dit actieplan en bijbehorend communicatieplan zijn te downloaden via www.indaver.nl onder het tabblad Duurzame Aanpak/CO2-Prestatieladder.

Vertrouwde dienstverlening Voor de klanten van Indaver verandert er met de certificering praktisch gezien niets, de dienstverlening blijft op het vertrouwde niveau. De certificering maakt wel transparant hoe Indaver, als dochter van multi-utility bedrijf DELTA, streeft naar een zorgvuldig energiegebruik, een van de graadmeters van duurzaam afvalbeheer. De CO2-Prestatieladder biedt vervolgens ook mogelijkheden om met die klanten die duurzaam willen opereren, in

gezamenlijkheid naar een verdere CO2reductie te streven.

Telemetrische energiemeters Indaver werkt ondertussen aan de voortgang naar niveau 4 en 5 van de CO2-Prestatie­ ladder met als speerpunt actieve energie­ besparing. Over de besparingsmogelijkheden laat Indaver zich dit jaar voor een groot aantal locaties nader adviseren. Een van de maatregelen die al in 2014 worden genomen, is de plaatsing van telemetrische energie­ meters door energieleverancier DELTA op de voornaamste (bedrijfs)locaties van Indaver in Nederland. Het verbeterde inzicht in energiegebruik en in de verbruiksmomenten gaat Indaver benutten om het verbruik, en daarmee de CO2-emissie, te reduceren. Met als uiteindelijk doel haar ecologische voetafdruk substantieel te verkleinen.

Contact Marco Goverde Clustercoördinator Milieu Veiligheid, Wet & Regelgeving [email protected]

Werkgelegenheid voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt De duurzame aanpak die Indaver in al haar dienstverlening uitdraagt, omvat ook de duurzame inzet van mensen. Dit beleid past uitstekend bij een van de maatregelen van het Sociaal Akkoord dat de Nederlandse werkgevers in april 2013 hebben afgesloten. Die maatregel betreft het creëren van banen voor mensen die zonder extra ondersteuning niet aan het werk komen.

Fred van Vliet, (rechts op de foto) hier samen met bedrijfsleider Theo Kessels op de foto, beheert de weegbrug van de groencompostlocatie van Indaver in Moerdijk, Nederland Sinds 24 juni 2013 is hij hier gedetacheerd vanuit de WVS-groep. Fred is verantwoordelijk voor het inboeken van de ingebrachte groenafvalsoorten met hun gewicht, werk dat hij nauwgezet uitvoert.

In het Sociaal Akkoord stellen werkgevers zich garant om dit jaar al 2 500 extra banen te creëren. Ook de overheden staan voor een vergelijkbare opgave. Deze bijdrage aan de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt wordt ook wel ‘social return’ genoemd. De Nederlandse overheid neemt sinds 2011 social return op in haar aanbestedingen; lagere overheden volgen haar daar inmiddels in.

Extra aandacht gemeenten Vanuit haar visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen (Corporate Social Resposibility), zet Indaver al geregeld medewerkers van sociale werkplaatsen in. Inmiddels neemt Indaver ook haar verantwoordelijkheid voor social return afspraken met gemeenten. Gemeenten zien zich, door decentralisatie van taken binnen het sociale domein, immers per 1 januari 2015 onder andere geplaatst voor de uitvoering van de Participatiewet, gericht op mobilisatie van

mensen die om welke reden dan ook niet in staat zijn om zelfstandig een minimumloon te verdienen.

Verschillende mogelijkheden Indaver zoekt naar verschillende, passende manieren om haar sociale verantwoordelijkheid te nemen. Dat kan binnen de personeelsformatie, maar ook bij het inhuren van mensen en diensten of als onderdeel van het inkoopbeleid; denk aan het inpakken van kerstpakketten, wassen van bedrijfskleding en het groenonderhoud. De vijf kernwaarden van Indaver – met oog voor mens, veiligheid en milieu, in wederzijds vertrouwen, open in woord en daad, gericht op resultaat en met aandacht voor continue verbetering – zijn daarbij leidend.

te maken met strikte veiligheidsprotocollen en anderzijds is zij actief in werkgebieden waar zij zelf geen vestigingen heeft. De projectmatige aanpak van Indaver, gekoppeld aan oplossingsgericht denken, slim matchen en vanuit een breder perspectief werken, zorgt er voor dat Indaver vaak toch tot werkbare mogelijkheden komt.

Verbinden en inbedden Om social return goed uit te voeren is de betrokkenheid vanuit de gehele bedrijfs­ organisatie essentieel. Rapportages en een duidelijke administratie maken inzichtelijk hoe Indaver zich verbindt aan social return, in welke percentages en voor welke werkzaamheden. Daarmee wordt social return ingebed in de bedrijfsstructuur en onderdeel van het beleid.

Praktijk De praktische uitvoering kan echter soms wat weerbarstig zijn. Indaver heeft enerzijds vaak

INFO

9

Indaver Antwerpen blijft innoveren om altijd best beschikbare techniek te bieden De vestiging van Indaver in Antwerpen mag dan met haar zesentwintig jaar de oudste van het bedrijf zijn, ze zit nog steeds in de spits van de afvalverwerking. Met de nieuwe MediPower®-installatie, het neusje van de zalm voor de verwerking van medisch afval, en de vernieuwingen aan de andere installaties, de deponie en de tankopslag in 2013 kan Indaver haar industriële klanten meer dan ooit duurzame en veilige oplossingen bieden voor hun afval. opslagtanks, zogeheten ‘Campagne Tanks’, bijgekomen. Met deze tanks kan Indaver inspelen op grote hoeveelheden vloeibaar afval die plots verwerkt moeten worden, zoals vervuild bluswater. Op hetzelfde moment werd het systeem van de directe injectie van de ovens bij speciale stromen verbeterd met Specialty Tanks voor kleine, gespecialiseerde en moeilijke stromen. Deze tanks moeten de ‘dode momenten,’ wanneer er geen tankwagen is om leeg te maken, opvullen zodat de installatie optimaal blijft draaien.

Uitbreiding tankopslag: garantie op veilige verwerking

Op de vestiging in Antwerpen verwerkt Indaver jaarlijks 435 000 ton industrieel en gevaarlijk afval in hoogtechnologische installaties. Die installaties zijn complementair, zodat Indaver haar industriële klanten een geïntegreerde oplossing kan bieden. Indaver zou Indaver niet zijn als ze niet door continue verbetering en vernieuwing de oudste van haar vestigingen in de spits van de duurzame afvalverwerking zou houden.

Opslagcapaciteit MediPower® wordt vergroot

Nieuw hart voor Fysicochemie 2

Nieuwe stoomketel draaitrommeloven

Bufferbekken: spaarzaam met water

Sinds het najaar van 2012 draait op de vestiging in Antwerpen de MediPower®installatie. Ze verwerkt jaarlijks 30 000 ton risicohoudend medisch afval (RMA), ander verpakt afval uit de farmaceutische en chemische sector en vloei­bare afvalstoffen. Met MediPower® heeft Indaver een van de grootste en modernste installaties ter wereld voor de verwerking van dit afval, met een zeer hoge graad van energieterugwinning. Veiligheid voor de medewerkers en voor het milieu staat bij Indaver voorop. Dat blijkt al uit de aparte ontvangsthal voor dit afval. Het RMA wacht daar na een eerste controle op verwerking, en dit op paletten, volledig in folie gewikkeld. Indaver wil dat er voldoende ruimte is om dit afval efficiënt en veilig te blijven opslaan als de installatie onverwacht niet beschikbaar is. Daarom wordt deze aparte opslaghal uitgebreid in de loop van 2014.

Uitbreiding tankopslag: garantie op veilige verwerking Indaver Antwerpen heeft onder andere door MediPower® meer verwerkingscapaciteit. Ze wil de veilige verwerking van vloeibare afvalstoffen blijven garanderen en heeft daarvoor in 2013 het tankenpark voor vloeibare afvalstoffen uitgebreid. Er zijn twee

10

INFO

Indaver verwerkt in Antwerpen nu ook metaal­alkylen, die onder andere gebruikt worden in farmaceutische producten en led-lampen. Om deze brandbare stof veilig te verwerken zijn vorig jaar ook een losstation en een directe injectie gebouwd op een van de draaitrommel­ovens om de metaalalkylen over te pompen. Indaver werkte hiervoor nauw samen met AkzoNobel, de leverancier van deze afvalstof. AkzoNobel is een expert in veilig omgaan met dit product en gaf advies over procesveiligheid, procedures en persoonlijke beschermingsmiddelen.

Nieuw hart voor Fysicochemie 2 Sinds november vorig jaar heeft de fysico­ chemische installatie (FC2) in Antwerpen een nieuwe menger. De Fysicochemie solidificeert anorganische afvalstoffen zoals vliegassen, rookzuiveringsresidu’s en ketelassen van de verbrandingsinstallaties van Indaver en van derden. De afvalstoffen worden gemengd met hulpstoffen om ze te neutraliseren en vast te zetten; het zanderige mengsel dat dan ontstaat, wordt gestort op de deponie. De menger is dus het hart van deze installatie en die van Fysicochemie 2 was aan vervanging toe. De nieuwe menger, de ‘Eirich’, werkt sneller en efficiënter en heeft een grotere capaciteit.

Nieuwe stoomketel draaitrommeloven Via de stoomketel wint Indaver warmte terug uit het verbrandingsproces in de draaitrommel­ oven. Die stoom dient voor de eigen processen of voor die van derden, of wordt omgezet in stroom. De stoomketel van een van de draaitrommelovens werd in 2011 en 2012 geplaagd door lekken. Metaalmoeheid, zo bleek na een grondig onderzoek, en daarbij past maar één remedie: het verdampergedeelte van de ketel volledig vervangen. Dat gebeurde in 2013.

Bufferbekken: spaarzaam met water Indaver leverde in Antwerpen de afgelopen jaren zware inspanningen voor hergebruik van water. Dat geldt niet alleen voor proceswater, maar ook voor regenwater. Op dit moment

wordt er een bufferbekken gebouwd. Bij hevige regenval kan zo niet alleen water­overlast vermeden worden; het regenwater wordt bovendien opgevangen in het bekken en zal gebruikt worden in de productieprocessen op de vestiging.

Indaver Vallei: duurzaam met ruimte Indaver heeft in Antwerpen een deponie categorie 1 voor de milieuveilige opslag van gevaarlijk afval dat niet op een andere manier verwerkt kan worden, en van de reststoffen na verbranding en behandeling. Omdat deze stortplaats bijna vol was en er in Vlaanderen geen nieuwe stortplaatsen mogen bijkomen, vond Indaver een innovatieve manier om de deponie uit te breiden. Van de ‘vallei’ tussen haar eigen stortplaats en de stortplaats voor niet-gevaarlijk afval van de intercommunale Hooge Maey is vorig jaar een nieuwe stortplaats gemaakt. Dit past in de keuze van Indaver om zuinig en duurzaam om te springen met ruimte.

Antwerpen: veilige oplossing voor industrieel en gevaarlijk afval Draaitrommelovens: thermische verwerking van industrieel en gevaarlijk afval in hoogtechnologische installaties, met maximale terugwinning van energie. Een van de draaitrommelovens is MediPower® voor risicohoudend medisch afval. Fysicochemie 1 voor de verwerking van vloeibare anorganische afvalstoffen. In de solidificatie-eenheid van Fysicochemie 2 worden vaste anorganische afvalstoffen omgezet in stortbaar materiaal. Solventenrecycling: een dunne-film­ verdamper zorgt voor de recycling van oplosmiddelen voor destillatie. Deponie categorie 1: deponie voor gevaarlijke afvalstoffen en reststoffen van verbranding en/of behandeling van afvalstoffen.

Indaver stelt duurzame knowhow ten dienste van publieke partners Dankzij haar knowhow en in nauwe samenwerking met haar publieke partners heeft Indaver van de stortplaats van de intercommunale afvalvereniging Hooge Maey een toonbeeld van duurzame exploitatie gemaakt. De Hooge Maey is niet alleen een leverancier van groene energie, samen met de aanpalende deponie van de Antwerpse vestiging van Indaver heeft ze extra stortcapaciteit gecreëerd zonder de ruimte te belasten.

Galina Matushina, voorzitter, en Daniël Dirickx, directeur Intercommunale Vereniging Hooge Maey, tijdens PwPs-tour 2013

Indaver brengt haar

deskundigheid en efficiënt bedrijfsmanagement in en wij nemen onze verantwoordelijkheid tegenover de burgers door weloverwogen keuzes te maken Galina Matushina, voorzitter Intercommunale Vereniging Hooge Maey

Indaver biedt openbare besturen met haar Public waste PartnershipS oplossingen voor hun afvalbeheer. Een daarvan is het exploiteren van publieke verwerkings­ installaties, waaronder stortplaatsen. Dat is wat Indaver doet voor de Hooge Maey, een intergemeentelijk samenwerkingsverband van de stad Antwerpen, enkele Antwerpse gemeenten en intercommunales en de provincie Antwerpen. Indaver baat de stortplaats voor niet-gevaarlijk afval van de Hooge Maey, die 100 hectare groot is, uit en zorgt voor de duurzame sanering ervan. Ze stelt haar knowhow ten dienste van haar publieke partners en heeft van deze stortplaats een toonbeeld van duurzame exploitatie gemaakt.

Kringloop sluiten Zo is de Hooge Maey een leverancier van groene energie, met name biogas. Op de stortplaats wordt namelijk al sinds 2004 methaan gewonnen uit bio-organisch restafval. Gasschachten en -leidingen onttrekken het methaan aan de stortplaats. Vier motoren wekken energie op voor ongeveer 4 800 gezinnen. Bovendien lopen er verschillende milieu­ projecten om kringlopen op een duurzame manier te sluiten. Zo een project is het Alchemisproject, van een consortium van bedrijven, onderzoeksinstellingen en universiteiten. Dat bestudeert hoe biomassa kan gewonnen worden uit algen. Vandaag wordt onderzocht in welke mate het percolaat van de stortplaats en de CO2 van de motoren dienst kunnen doen als voedingsbron voor algen. De stortgasmotoren leveren warmte en elektriciteit. “De Hooge Maey is het resultaat van de tandem tussen Indaver en de publieke deelnemers uit de provincie Antwerpen,” zegt een trotse Galina Matushina, de voorzitter van

de intercommunale vereniging Hooge Maey. “Indaver brengt haar deskundigheid en efficiënt bedrijfsmanagement in en wij nemen als lokale mandatarissen onze verantwoordelijkheid tegenover de burgers door weloverwogen keuzes te maken.”

voor beide partijen en die het leefmilieu spaart,” zegt Daniël Dirickx, die vanuit Indaver is aangesteld als directeur van de intercommunale vereniging Hooge Maey. “Indaver had de extra stortcapaciteit nodig en de intercommunale was zeker gebaat bij het financiële plaatje.”

Duurzaam met ruimte De stortplaats van de Hooge Maey grenst in Antwerpen aan de vestiging van Indaver, meer bepaald aan de deponie, een deponie categorie 1 voor de milieuveilige opslag van gevaarlijk afval dat niet op een andere manier verwerkt kan worden, en van de reststoffen na verbranding en behandeling. Indaver en de Hooge Maey benutten het potentieel van die ligging. Van de ‘vallei’ tussen de stortplaats van Indaver en die van de Hooge Maey heeft Indaver vorig jaar een nieuwe stortplaats gemaakt. Aangezien de deponie van Indaver bijna vol was en de ruimte in Vlaanderen schaars is, vond zij zo een innovatieve manier om de deponie van Antwerpen uit te breiden. Zowel de Hooge Maey als Indaver wint bij deze innovatie. Indaver heeft de capaciteit van haar deponie van 4,1 miljoen ton afval in één klap met 700 000 ton uitgebreid, en deze ruimte opvullen met afval zal de stabiliteit van de deponie van de Hooge Maey ten goede komen. Ook het milieu wint, want er wordt zo op een duurzame manier gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte. Er wordt immers extra stortcapaciteit gecreëerd op een plaats die aan alle randvoorwaarden voldoet, zonder dat beslag hoeft te worden gelegd op ruimte die ook voor andere doeleinden gebruikt kan worden. Dit past in de keuze van Indaver om de bodem niet te belasten.

Open communicatie De Hooge Maey voert open communi­ catie hoog in het vaandel. Ze wil openbare besturen en bedrijven correct informeren en haar kennis delen. Daarom vernieuwt de Hooge Maey ook haar informatiekanalen. YouTube: De Hooge Maey heeft een nieuwe bedrijfsfilm gemaakt in drie talen – Nederlands, Frans en Engels. Er zijn ook twee korte filmpjes, één over gasvalorisatie en één over water­zuivering, ook in drie talen. Deze zijn te bekijken op het YouTube-kanaal van de Hooge Maey. http://www.youtube.com/hoogemaey Facebook: Via de socialenetwerksite Facebook kan iedereen die dat wil het reilen en zeilen van de Hooge Maey volgen. Website: De vernieuwde website van de Hooge Maey staat in de steigers. Hij zal ook in het Engels beschikbaar zijn.

Contact Daniël Dirickx, directeur Intercommunale Vereniging Hooge Maey danië[email protected]

“In het voorstel aan onze publieke vennoten hebben wij getracht om een evenwichtige oplossing te bedenken, die voordelig was

INFO 11

Veiligheidscampagne voorkomt valpartijen Indaver heeft haar medewerkers in het tweede deel van haar groepsbrede veiligheidscampagne gewaarschuwd voor de gevaren van glijpartijen door een gladde ondergrond, alsook van valpartijen door een rommelige werkvloer. Indaver is vorig najaar begonnen met een sensibilisatiecampagne rond veiligheid voor haar medewerkers in België, Nederland, Duitsland en Ierland. Uit alle gegevens over veiligheid en ongevallen op haar vestigingen, heeft ze vijf veiligheidsdoelstellingen geprikt en in thema’s gegoten. Die thema’s worden tussen september 2013 en juni 2014 gelijktijdig in alle regio’s in de kijker gezet, om ongevallen bij medewerkers en bezoekers te voorkomen. Na ‘melden van onveilige situaties’ liep het tweede thema: voorkomen van valpartijen. Onder de aansporing ‘Val niet’ werd medewerkers gevraagd om zich niet te laten verrassen door een gladde ondergrond, en te vermijden dat ze struikelen over oneffen­heden of voorwerpen zoals snoeren of los­liggende tegels. De werkvloer, de paden en de vluchtroutes moeten vrijgehouden worden.

Alle kanalen aanspreken De campagne probeert dus medewerkers bewust te maken van de gevaren in hun dagelijkse activiteiten. Veiligheid is de

verantwoordelijkheid van iedereen. Een poster­campagne in de taal van de regio doet medewerkers stilstaan bij hun veiligheids­ gedrag. Met toolbox-meetings en veiligheids­ opleidingen worden de algemene principes van de campagne omgezet in concrete actiepunten in de regio’s. Medewerkers wordt gevraagd om suggesties te doen.

zoeken, om zeker te zijn dat de vrachtwagenchauffeur de voetganger gezien heeft.

Indaver zet alle mogelijke kanalen in om de boodschap van de veiligheidscampagne te versterken, zoals personeelsbladen, intranet en digitale informatieborden. Zo kwam het thema ‘vallen’ ook aan bod in het personeelsblad Indavizier. Het derde deel van de veiligheidscampagne zet in op de preventie van handletsels, omdat bij ongevallen op Indaver-vestigingen medewerkers vaak gewond raken aan de handen. In het vierde deel is het de beurt aan de preventie van ongevallen bij het verkeer op de vestigingen. Zo zullen de chauffeurs van de vele vrachtwagens die er dagelijks rond­rijden, en de medewerkers op het terrein aangespoord worden om oogcontact te

Fonds Duurzaam Materialen- en energiebeheer stimuleert durvers De jury van het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer buigt zich momenteel over de 59 ideeën uit de achtste projectoproep. Met een inspiratiemoment en informatie op de website heeft het Fonds voor deze editie kandidaten gestimuleerd tot projecten die nog meer het verschil maken.

Het Fonds wil gedurfde projecten steunen, die hun tijd vooruit zijn, maar die met onder­steuning kunnen doorgroeien naar een ruim publiek en zo een grote impact kunnen hebben. Projecten ook die proberen, bijvoorbeeld via vernieuwende partnerschappen, om een ruimer publiek te bereiken dan de overtuigden van het eerste uur, die al duur­ zamer omspringen met grondstoffen en energie. Om kandidaat-indieners te helpen een project uit te denken dat nog meer het verschil kan maken, had het Fonds voor deze editie enkele initiatieven genomen. Zo is er sinds juli vorig jaar de website fdme.be, met achtergrond­ informatie, tips en voorbeelden ter inspiratie. Daarnaast organiseerde het Fonds in november een info- en inspiratiemoment op de Koning Boudewijnstichting.

12

INFO

“Wij zoeken voortdurend nieuwe kanalen om nog meer diversiteit te brengen in de kandidaat-indieners,” zei Jos Artois, Communicatie Manager van Indaver, daar. “Dit inspiratiemoment is er één van.” Het Fonds moet volgens hem een toonaangevende rol spelen in de overgang naar een samenleving die oog heeft voor duurzaam materialenen energiebeheer. “Dit sluit naadloos aan bij de ambitie van Indaver, dat dag aan dag werkt aan een duurzame recycling society.” Het bestuurscomité, onder leiding van Hubert David, en juryvoorzitter Helga Van der Veken riepen kandidaatindieners op om voor alles te durven dromen en stoutmoedige projecten in te dienen. Nieuw dit jaar zijn de vervolgtrajecten: projecten die eerder al steun kregen van het Fonds en die nu willen uitbreiden of verdiepen, kunnen opnieuw indienen voor steun tot 25 000 euro. “Op deze manier wil het Fonds het effect van bepaalde projecten met een regionale uitstraling of een grote milieuimpact nog versterken,” zei Jos Artois. Van Jorn Verbeeck, transitiemanager bij Ovam, Jiska Verhulst van Plan C en Eric Rombaut van ABBLO, een medeoprichter van het Fonds, kregen de deelnemers een idee

van de doelstellingen van het Fonds en van de inzet. “Het Fonds kan mensen samenbrengen die nadenken over wat zij zelf kunnen doen, en dat ook doen – kleine ingrepen, dicht bij de burger, die het gebruik van een product verlengen,” zei Jorn Verbeeck. Jiska Verhulst probeerde het publiek bij te brengen hoe je betrokkenheid bij je project kan creëren. “Zoek een goed idee waarmee je mensen raakt en maak dit zo concreet mogelijk. Jouw authenticiteit en jouw passie geven de doorslag.” Eric Rombaut zette de toehoorders op het spoor van enkele ideeën. “Projecten rond het mengen van functies, rond warmtenetten, rond allerlei vormen van delen op het niveau van de wijk, de straat, de buurt.” Na afloop konden kandidaat-indieners informeel hun ideeën toetsen bij de aanwezige experts of partners zoeken om hun project in de praktijk te brengen. Nu is het wachten op het antwoord van de jury, dat in mei wordt verwacht. Voor de volledige presentaties van de sprekers op het inspiratiemoment: www.fdme.be

v.u.: Jos Artois, Corporate Communicatiemanager, Dijle 17 a, BE-2800 Mechelen, tel. + 32 15 28 80 00

Het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, wordt jaarlijks met 130 000 euro gesteund door Indaver/SLECO. Met de jaarlijkse projectoproep wil het Fonds vernieuwende projecten steunen die Vlamingen duurzamer leren omgaan met materialen en energie. Op dit moment beoordeelt de onafhankelijke jury de projecten uit de achtste oproep.