Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad in het najaar van 2012 en het ziekteverzuim in het 1e kwartaal 2013. Directe aanleiding voor dit onderzoek was de uitzonderlijk lang durende periode van griep in de winter 2012/2013 en de aanhoudende discussie of vaccinatie tegen influenza al dan niet effectief is. Vaccinatie van ziekenhuismedewerkers kent twee belangen. Het primaire belang is het verkleinen van de verspreiding van het influenzavirus onder (kwetsbare) patiënten en het secundaire belang is het beperken van uitval van de ziekenhuismedewerkers.
Methode In augustus 2013 zijn 62 ziekenhuizen in Nederland aangeschreven met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek. Zij ontvingen een vragenlijst waarin gevraagd werd hoeveel werknemers in het 4e kwartaal van 2012 in aanmerking kwamen voor de jaarlijkse influenza vaccinatie via de werkgever en hoeveel werknemers deze vaccinatie ook daadwerkelijk ontvangen hebben, indien mogelijk opgesplitst naar leeftijd en geslacht van deze werknemers. Tevens bevatte de vragenlijst enkele vragen over het vaccinatiebeleid in het ziekenhuis. Na drie weken is een reminder verstuurd naar de ziekenhuizen waarvan nog geen reactie ontvangen was. Data over kortdurend ziekteverzuim, zowel verzuimpercentage, meldingsfrequentie als gemiddelde duur van verzuim, zijn aangeleverd door Vernet. Kortdurend ziekteverzuim is gedefinieerd als verzuim van maximaal 7 aaneensluitende kalenderdagen.
Resultaten Vaccinatiegraad Tweeënveertig ziekenhuizen (19 topklinische en 23 algemene ziekenhuizen) waren bereid tot deelname aan het onderzoek en zeven ziekenhuizen lieten weten niet deel te willen nemen. Dit betekent een respons van 79%. In 40 van de 42 ziekenhuizen kwamen alle medewerkers in aanmerking voor de influenza vaccinatie van 2012, terwijl in twee ziekenhuizen alleen medewerkers met direct contact met patiënten in aanmerking kwamen. De influenza vaccinatiegraad liep uiteen van 2% tot 31%. Dit wil zeggen dat 2% tot 31% van de medewerkers die in aanmerking kwamen voor vaccinatie ook daadwerkelijk via de werkgever gevaccineerd zijn. Meer dan de helft van de ziekenhuizen heeft een vaccinatiegraad tussen de 5% en 15%. De mediane vaccinatiegraad was 12%. Voor de meeste ziekenhuizen bleek het rapporteren van de vaccinatiegraad opgesplitst naar leeftijd en/of geslacht niet mogelijk.
Figuur 1 Aantal ziekenhuizen naar influenza vaccinatiegraad.
Relatie vaccinatiegraad en ziekteverzuim Het kortdurend ziekteverzuim in de periode november 2012 tot en met mei 2013 was in vergelijking met die periode in 2011/2012 vooral verhoogd in de maanden januari en februari 2013 (figuur 2). De analyse van de relatie tussen verzuim en vaccinatiegraad is daarom beperkt tot deze twee maanden. Figuur 3 en 4 tonen de influenza vaccinatiegraad uitgezet tegen respectievelijk de gemiddelde meldingsfrequentie van verzuim en de gemiddelde verzuimduur in januari en februari 2013. De meldingsfrequentie van verzuim lijkt iets hoger bij ziekenhuizen met een hogere vaccinatiegraad. Daarentegen lijkt de duur van ziekteverzuim iets korter bij ziekenhuizen met een hogere vaccinatiegraad.
Figuur 2 Meldingsfrequentie van kortdurend ziekteverzuim in de periode november-mei 2011/2012 en 2012/2013.
Figuur 3 Influenza vaccinatiegraad in de 42 deelnemende Nederlandse ziekenhuizen uitgezet tegen de gemiddelde meldingsfrequentie van kortdurend ziekteverzuim in januari en februari 2013.
Figuur 4 Influenza vaccinatiegraad in de 42 deelnemende Nederlandse ziekenhuizen uitgezet tegen de gemiddelde duur van kortdurend ziekteverzuim in januari en februari 2013.
Vaccinatiebeleid
Voorlichting over de influenza vaccinatie werd gegeven in 41 van de 42 ziekenhuizen (98%). Dit betrof vooral voorlichting over het nut van vaccinatie, eventuele bijwerkingen en contra-indicaties. Vier van deze 41 ziekenhuizen rapporteerden expliciet dat bij de voorlichting ook gewezen wordt op het belang van vaccinatie voor de (kwetsbare) patiënt. In zeven ziekenhuizen ontvingen de medewerkers een persoonlijke oproep voor vaccinatie. In deze ziekenhuizen varieerde de vaccinatiegraad van 11% tot 31% (mediaan 15%). In de overige 34 ziekenhuizen werd de oproep voor vaccinatie gecommuniceerd via de algemene informatiekanalen, zoals intranet, nieuwsbrieven, folders en posters. Negen ziekenhuizen gaven aan dat zij werknemers adviseren zich ziek te melden bij griepachtige klachten. Dit advies liep uiteen van het thuis uitzieken tot het zoeken van werkzaamheden zonder direct patiëntcontact en werd gegeven na persoonlijk overleg met de leidinggevende dan wel na het raadplegen van een standaardprotocol. Er was geen verschil in de meldingsfrequentie van kortdurend ziekteverzuim in januari en februari 2013 in ziekenhuizen met en zonder advies m.b.t. ziekmelding.
Discussie Vaccinatiegraad Vaccinatie van medewerkers in de gezondheidszorg is één van de belangrijkste methoden om transmissie van influenza virus naar patiënten met een verhoogde kans op complicaties te verminderen. In de NVAB-richtlijn ‘Influenza: preventie en begeleiding door de bedrijfsarts’ wordt daarom geadviseerd om een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad te bereiken1. Desondanks blijft de vaccinatiegraad in de gezondheidszorg in Nederland en andere Europese landen laag2. Dit wordt bevestigd door ons onderzoek waar de maximale vaccinatiegraad slechts 31% was. Dit is aanzienlijk lager dan de vaccinatiegraad in de hoogrisico-populatie van de Nederlandse bevolking (ruim 70%)3. Een studie in de acht academische ziekenhuizen in Nederland leverde een aantal factoren op die van belang zijn voor medewerkers om zich al dan niet te laten vaccineren 4. Dit betreft o.a. het bewust zijn van zowel persoonlijke risico’s als het risico op het infecteren van patiënten en het vertrouwen in de effectiviteit van het vaccin wat betreft het verminderen van het risico het infecteren van patiënten. In vrijwel alle ziekenhuizen werd voorlichting gegeven over het nut van influenza vaccinatie binnen de gezondheidszorg, maar een actievere benadering van medewerkers door middel van een persoonlijke uitnodiging voor vaccinatie zou de vaccinatiegraad misschien kunnen verhogen. Dit wordt ondersteund door het succes van de griepvaccinatie zoals die via de huisarts wordt aangeboden, waarbij patiënten uit de doelgroep een persoonlijke uitnodiging krijgen. Door het ontbreken van informatie over het aantal vaccinaties toegediend door de huisarts, zal de vaccinatiegraad in het huidige onderzoek een onderschatting zijn. Het is echter aannemelijk dat dit een beperkte onderschatting is, omdat het aantal personen met een verhoogd risico op complicaties van influenza binnen de populatie van medewerkers in de gezondheidszorg relatief klein zal zijn.
Relatie vaccinatiegraad en ziekteverzuim Hoewel het primaire doel van influenza vaccinatie van zorgpersoneel het verminderen van verspreiding van het influenzavirus onder (kwetsbare) patiënten is, werd in dit onderzoek onderzocht of influenza vaccinatie effect heeft op uitval van het zorgpersoneel (het secundaire doel van de vaccinatie). We vonden geen duidelijke relatie tussen de hoogte van de vaccinatiegraad en de mate van ziekteverzuim in het eerste kwartaal van 2013. Dit is mogelijk deels te verklaren
doordat vaccinatiegraad in de ziekenhuizen binnen het huidige onderzoek relatief laag was, waardoor het effect van de influenza vaccinatie niet zichtbaar was. Dat meldingsfrequentie van verzuim iets hoger lijkt bij ziekenhuizen met een hogere vaccinatiegraad zou te maken kunnen hebben met de suggestie dat ziekenhuizen met een hogere vaccinatiegraad striktere regels hebben m.b.t. het niet doorwerken bij griepachtige klachten5. Een beperking van ons onderzoek is dat we kortdurend ziekteverzuim gebruikt hebben als indicatie voor influenza, zonder dat er informatie over de reden van verzuim beschikbaar was. Slechts een deel van het kortdurende ziekteverzuim zal het gevolg zijn van een influenzavirus infectie. Bovendien was het niet mogelijk ziekteverzuim van gevaccineerde medewerkers te onderscheiden van dat van niet-gevaccineerde medewerkers. Dit kan de relatie tussen vaccinatiegraad en ziekteverzuim vertroebelen. Verder onderzoek is daarom noodzakelijk om een meer duidelijkheid te scheppen over het verband tussen influenzavaccinatie van ziekenhuismedewerkers en de mate van verzuim.
Conclusie In dit onderzoek werd geen verband gevonden tussen de influenza vaccinatiegraad van ziekenhuismedewerkers en kortdurend ziekteverzuim. Dit hangt mogelijk samen met de methodologische beperkingen van dit ecologisch onderzoek. Toch blijft vaccinatie tegen influenza onder zorgpersoneel aan te bevelen, temeer omdat het plausibel is dat hierdoor de transmissie van het influenzavirus naar patiënten beperkt kan worden. Uit ons onderzoek blijkt dat in 2012 maximaal één derde van de medewerkers in 42 Nederlandse ziekenhuizen gevaccineerd is tegen influenza, wat ruimte biedt voor verbetering. 1
NVAB-richtlijn ‘Influenza: preventie en begeleiding door de bedrijfsarts’. Tijdschrift voor bedrijfs- en
verzekeringsgeneeskunde 2007; 15: 413-418. 2
Riphagen-Dalhuisen J. et al. Planning and process evaluation of a multi-faceted influenza vaccination
implementation strategy for health care workers in acute health care settings BMC Infectious Diseases 2013, 13:235 3
NHG-Standaard Influenza en influenzavaccinatie
4
Hopman CE. et al. Determination of factors required to increase uptake of influenza vaccination among
hospital-based healthcare workers. J Hosp Infect. 2011;13:327–331. 5
Riphagen-Dalhuisen J. et al. Hospital-based cluster randomised controlled trial to assess effects of a
multi-faceted programme on influenza vaccine coverage among hospital healthcare workers and nosocomial influenza in the Netherlands, 2009 to 2011. Euro Surveill. 2013;18(26):pii=20512.