Indicatief bodemonderzoek en luchtonderzoek. Weg naar Jenkins Bay te Sint Eustatius projectnummer

Indicatief bodemonderzoek en luchtonderzoek Weg naar Jenkins Bay te Sint Eustatius projectnummer 134209

Opdrachtgever:

Rijksgebouwendienst en Onderwijshuisvesting OCW (St. Eustatius en Saba) de heer T. Safe-Adewumi

Versienummer:

1.0

Plaats, datum:

IJmuiden, 4 december 2013

Auteur:

drs. M. van Alphen

Paraaf:

Controle:

L. de Jong MSc

Paraaf:

bk bodem Dokweg 17A Postbus 264 1970 AG IJmuiden T 088 321 25 20 F 088 321 25 29 [email protected] www.bkbodem.nl BK Bodem B.V. IBAN: NL88ABNA0589448188 K.v.K. nr. 34342733

BK Bodem pagina 2 van 12

Inhoudsopgave 1

2

3

4

5

pagina

Inleiding ......................................................................................................................................... 3 1.1 Uitgangspunten van het bodemonderzoek ...................................................................... 3 1.2 Indeling van de rapportage................................................................................................ 3 Vooronderzoek ............................................................................................................................. 4 2.1 Historische en actuele gegevens van de onderzoekslocatie ......................................... 4 2.2 Voorgaand bodemonderzoek op de onderzoekslocatie ............................................... 4 2.2.1 Achtergrondwaarden .................................................................................................. 5 2.2.2 Bodemopbouw en ondiep grondwater .................................................................... 5 2.3 Onderzoekshypothese en -strategie .................................................................................. 5 2.3.1 Bodemonderzoek ......................................................................................................... 5 2.3.2 Binnenlucht .................................................................................................................... 5 Uitgevoerd bodem- en binnenluchtonderzoek ........................................................................ 6 3.1 Onderzoeksmethode bodemonderzoek ........................................................................... 6 3.2 Onderzoeksmethode binnenluchtonderzoek ................................................................... 6 3.3 Uitgevoerd bodemonderzoeksprogramma ...................................................................... 6 3.4 Uitgevoerd onderzoeksprogramma binnenluchtonderzoek ........................................... 7 Resultaten ...................................................................................................................................... 9 4.1 Ondiepe bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen................................................. 9 4.2 Bodemnormering .................................................................................................................. 9 4.3 Toetsing binnenlucht ............................................................................................................ 9 4.4 Samenvatting toetsingsresultaten ...................................................................................... 9 4.5 Interpretatie van de analyseresultaten ............................................................................ 11 4.5.1 Bodem ......................................................................................................................... 11 4.5.2 Binnenlucht .................................................................................................................. 11 Conclusies en aanbevelingen .................................................................................................. 12

Bijlagen 1

2 3

4 5 6

Tekeningen 1.1 Topografische ligging 1.2 Overzichtstekening 1.3 Locatiefoto's Boorprofielen Analyserapporten 3.1 Analyserapport(en) grond 3.2 Analyserapport lucht Getoetste analyseresultaten en toetsingstabellen Bodemnormering Overzicht wet- en regelgeving bodem

Weg naar Jenkins Bay te Sint Eustatius Indicatief bodemonderzoek en luchtonderzoek | 134209 | 4 december 2013


1

Inleiding

In opdracht van de Rijksgebouwendienst en Onderwijshuisvesting OCW (St. Eustatius en Saba) heeft BK Bodem B.V. (BK) in de periode van 1 november tot 30 november 2013 een indicatief bodemonderzoek en luchtonderzoek uitgevoerd op het perceel gelegen langs de weg naar de Jenkins Bay, direct naast een voormalige dumplocatie te Sint Eustatius. Het doel van het bodemonderzoek is het vaststellen van de huidige milieuhygiënische bodemkwaliteit op de locatie in verband met het in gebruik nemen als schoollocatie. Waarbij eventuele risico’s in beeld moeten worden gebracht voor het verblijven van kinderen op de locatie. In aanvulling hierop wordt luchtonderzoek uitgevoerd in de bestaande gebouwen, waar de school in gevestigd zal worden. Onafhankelijkheid In deze context verklaart BK dat hij tot de opdrachtgever in geen andere relatie staat dan die van opdrachtnemer - opdrachtgever.

1.1

Uitgangspunten van het bodemonderzoek

Hieronder zijn de uitgangspunten van het indicatief bodemonderzoek en luchtonderzoek genoemd. • Het vooronderzoek is gebaseerd op de Nederlandse Norm 5725 "Bodem - Landbodem Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek” (NEN 5725 uit 2009). • Het bodemonderzoek is gebaseerd op de Nederlandse Norm “Bodem - Landbodem Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond” (NEN 5740 uit 2009). • Het onderzoek moet een relatie leggen tussen de oorza(a)k(en)/bron(nen) en de geconstateerde verontreiniging aan de hand van de historische en actuele gegevens. • Het bodemonderzoek, de monsterneming en rapportage zijn onafhankelijk van de opdrachtgever uitgevoerd gebaseerd op de eisen van de BRL SIKB 2000.

1.2

Indeling van de rapportage

Het bodemonderzoek bestaat uit vijf hoofdstukken. Het vooronderzoek dat omschreven is in hoofdstuk 2 omvat historische en actuele locatiegegevens. Verder worden in het vooronderzoek de onderzoekshypothese en -strategie beschreven. Het uitgevoerde bodemonderzoek wordt beschreven in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 behandelt de resultaten van het veldwerk, de chemische analyses en de toetsing aan de normering. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoek worden weergegeven in hoofdstuk 5.



2

Vooronderzoek

Het vooronderzoek heeft zich gericht op de onderzoekslocatie en de direct hieraan grenzende percelen. De gegevens van het vooronderzoek zijn verkregen door middel van: •

een inspectie van de onderzoekslocatie: op 15 november 2013 uitgevoerd voorafgaand aan het veldwerk door de heer R. Breeveld;

•

het interpreteren van topografische en geologische kaarten;

•

gegevens uit artikel [1].

•

informatie van de opdrachtgever: contactpersoon de heer T. Safe-Adewumi.

2.1

Historische en actuele gegevens van de onderzoekslocatie

De onderzoekslocatie bestaat uit een perceel gelegen langs de weg naar de Jenkins Bay, direct naast een voormalige dumplocatie. De locatie heeft een oppervlakte van circa 3.000 m2 en bebouwd met zes gebouwen. Buiten de panden lijkt de locatie op basis van luchtfoto’s niet verhard te zijn. Gegevens over de voormalige dump zijn niet aanwezig. Wel is duidelijk dat de locatie is gelegen aan de weg naar de olieterminal, die circa 700 m verderop gelegen is. De topografische ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven in bijlage 1.1. Een overzichtstekening van de onderzoekslocatie is opgenomen in bijlage 1.2. Geologische oorsprong Op het eiland is op de zuidzijde een relatief jonge (Pliocene) maar niet meer actieve vulkaan gelegen (Quill). De laatste eruptie dateert van circa 400 voor Chr. Het midden deel bestaat uit kalksteen- en vulkanische afzettingen, het noordelijke deel uit oude vulkanische afzettingen.

2.2

Voorgaand bodemonderzoek op de onderzoekslocatie

Voor zover bekend is op de locatie niet eerder bodemonderzoek uitgevoerd. Wel heeft op het eiland St. Eustatius bodemonderzoek plaatsgevonden in 2011 en 2012 zoals beschreven in artikel [1]. Dit onderzoek heeft tot doel gehad om een vergelijking te maken van de plaatselijke achtergrondwaarde ten opzichte van de in Nederland geldende achtergrondwaarde. Daarnaast zijn een aantal potentiele verontreinigde locaties in kaart gebracht. Het onderzoek is uitgevoerd door Grontmij in samenwerking met M.I.C. Tijdens het uitgevoerde vooronderzoek is direct gebleken dat er geen mogelijkheid is de NEN 5725 te volgen, gezien de zeer beperkte beschikbaarheid van archiefstukken of kaart materiaal. Enige informatie aangaande achtergrondwaarden en bodemopbouw is hierna volgend opgenomen.

[1] Wat zijn de overeenkomsten en verschillen met Nederland? De bodemverontreiniging van Caribisch Nederland in kaart gebracht, auteurs zijn drs J.M. Wezenbeek, ir F.J.L. Vliegenthart, ing. N.J. Molenaar beschikbaar via www.grontmij.nl



2.2.1

Achtergrondwaarden

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de achtergrondwaarden op St. Eustatius vergelijkbaar zijn met de geldende achtergrondwaarden in Nederland. Alleen vanadium wordt in matig tot sterk verhoogde mate gemeten in de grond. In het grondwater zijn niet tot nauwelijks verhoogde concentraties aan metalen ten opzichte van de Nederlandse achtergrondwaarde gemeten. 2.2.2

Bodemopbouw en ondiep grondwater

Op basis van de beschikbare informatie is niet aan te duiden of sprake is van vulkanisch gesteente of dat bodemvorming heeft plaatsgevonden. Wel is duidelijk dat het grondwater op het gehele eiland niet aanwezig is in de bovenste 5 meter onder het maaiveld.

2.3

Onderzoekshypothese en -strategie

2.3.1

Bodemonderzoek

Het onderzoeksprogramma is gebaseerd op de Nederlandse Norm “Bodem - Landbodem Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond” (NEN 5740 uit 2009). Gezien de afwezigheid van ondiep grondwater, de focus op humane contact mogelijkheden en de afwezigheid van een geschikt laboratorium ter plaatse wordt gemotiveerd afgeweken van de NEN 5740. Tijdens het vooronderzoek is geen concrete informatie naar voren gekomen waardoor de aanwezigheid van een bodemverontreiniging op de locatie wordt verwacht. De hypothese is daarom 'onverdacht op het voorkomen van bodemverontreinigingen anders dan natuurlijk verhoogde concentraties aan metalen'. De onderzoeksstrategie voor de locatie is gebaseerd op de Nederlandse Norm 5740, strategie 'onverdachte locatie'. 2.3.2

Binnenlucht

In verband met de waargenomen geur van oplosmiddelen, is op locatie onderzoek verricht naar de binnenlucht in de toekomstige klaslokalen. Hierbij is de lucht verdacht op het voorkomen van vluchtige chloorkoolwaterstoffen (VOCl), vluchtige aromaten en minerale olie. Het binnenluchtonderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van de ‘Richtlijn voor luchtmetingen van bodemverontreiniging’ (RIVM, rapport 711701048, 2007) en het “Protocol binnenluchtmetingen” (bijlage 5 van de ‘GGD-richtlijn medische milieukunde: gezondheidsrisico bodemverontreiniging’, rapport 609330010, 2009). Voor het uitvoeren van binnenluchtmetingen is geen BRL opgesteld en daarmee samenhangend is er geen VKB-protocol van toepassing.



3

Uitgevoerd bodem- en binnenluchtonderzoek

De veldwerkzaamheden hebben plaatsgevonden in de periode van 21 tot 23 november 2013 en zijn uitgevoerd door de heer R. Breeveld van CEGE Caribbean.

3.1

Onderzoeksmethode bodemonderzoek

Het veldwerk is uitgevoerd gebaseerd op de BRL SIKB 2000 - veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek en de bijbehorend protocol 2001. Tijdens de boorwerkzaamheden is de grond voortdurend zintuiglijk beoordeeld op de aanwezigheid van bodemvreemde materialen en verontreinigende stoffen. Er is onder andere gelet op indicaties voor verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten. Om de aanwezigheid van minerale olie en/of vluchtige aromaten te detecteren, is getest op een oliewaterreactie2. Verder zijn bij de uitvoering van het veldwerk het maaiveld (ter plaatse van de boringen) en de opgeboorde grond visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. De visuele inspectie is niet conform de NEN 5707 uitgevoerd en geeft alleen een indicatie van de aan- of afwezigheid van asbest op de locatie. Tijdens de veldwerkzaamheden is bij alle boringen gebruikgemaakt van een graafmachine.

3.2

Onderzoeksmethode binnenluchtonderzoek

Het binnenluchtonderzoek is uitgevoerd met te kalibreren luchtpompen met in serie geschakelde actief koolbuisjes. Ter referentie is buiten op drie plaatsen op het terrein een passieve monstername uitgevoerd door middel van een badge van het type 3M 3520. Hiermee wordt de achtergrondconcentratie op de locatie vastgesteld. Bij de metingen wordt het debiet en de meettijd bijgehouden. Op basis daarvan kan naast een absolute waarde een relatieve meetwaarde berekend worden.

3.3

Uitgevoerd bodemonderzoeksprogramma

In tabel 1 is het onderzoeksprogramma samengevat. tabel 1: uitgevoerd onderzoeksprogramma Aantal boringen

Analyses grond

11 x tot 0,7 m –mv

4 x NEN 5740 standaardpakket grond inclusief lutum en organische stof

m -mv

2

meters beneden maaiveld

Een olie-waterreactie kan optreden door potentieel verontreinigde grond te mengen met water. Indien minerale olie aanwezig is, vormt zich een oliefilm of drijflaag. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat naarmate de dikte van de oliefilm of drijflaag toeneemt, het gehalte aan minerale olie eveneens toeneemt. De dikte van de oliefilm of drijflaag wordt in vijf gradaties weergegeven: geen, zwakke, matige, sterke en uiterste olie-waterreactie. Niet alle oliesoorten zijn echter op deze manier visueel waarneembaar. Uit ervaring is gebleken dat zwaardere oliesoorten en synthetische olie (bijvoorbeeld snijolie) visueel slecht tot niet waarneembaar zijn.



Vier van de boringen zijn geplaatst aan de zijde van het perceel waar de voormalige dump is gelegen. De andere boringen worden op het centrale gedeelte geplaatst en over de locatie verdeeld aangezien er geen waarnemingen gedaan zijn die duiden op de aanwezigheid van een lokale verontreiniging (lekkage, tank, opslagplaats). De humane risico’s op locatie worden mogelijk gevormd door direct contact met de bodem, om deze reden is ter plaatse van elke boring een grondmonsters genomen van de toplaag van 30 cm. De onderliggende bodem is apart bemonsterd. Bij het samenstellen is rekening gehouden met de aanwezigheid van de voormalige stortplaats aan de noordzijde van de onderzoekslocatie. Er zijn twee mengmonsters van de toplaag van 0 tot 0,3 m –mv en twee mengmonsters van de onderliggende laag 0,3 – 0,7 m –mv samengesteld. Waarbij de monsters van de boringen op de noordzijde van de locatie bij elkaar zijn gevoegd en de monsters van de boringen ter plaatse van het zuidelijke deel. De samenstelling van het NEN 5740 standaardpakket grond en het NEN 5740 standaardpakket grondwater is vastgelegd in de NEN 5740. Het ‘NEN 5740 standaardpakket grond’ betreft analyse van lutum, organische stof, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK VROM), minerale olie, zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink) en PCB’s. De voorbehandeling voor de monsters van grond zijn conform AS3000 uitgevoerd. De monsters zijn aangeleverd bij ALcontrol Laboratories B.V. die erkend zijn in het kader van het Besluit bodemkwaliteit voor analyse en conservering van grond, baggerspecie en grondwater onder AS3000. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 3.1. De locaties van de verrichte boringen zijn aangegeven op de overzichtstekening in bijlage 1.2.

3.4

Uitgevoerd onderzoeksprogramma binnenluchtonderzoek

Het onderzoeksprogramma is opgenomen in tabel 2. tabel 2: onderzoeksprogramma binnenluchtonderzoek Aantal metingen

Analyses binnenlucht

Analyses buitenlucht

2x luchtpomp

2 x VOCl, vluchtige aromaten en minerale olie

3x badges 3M 3520

-

3 x VOCl, vluchtige aromaten en minerale olie

In elk klaslokaal is een luchtpomp geplaatst, omdat dit de ruimtes betreffen waar de blootstellingsrisco’s het grootst zijn. Wij schatten in dat in de klaslokalen de verblijftijd van kinderen en staf het grootst is. Voor het uitvoeren van de binnenluchtmetingen is gebruikgemaakt van gekalibreerde luchtpompjes. De lucht is gedurende circa 8,5 uur op twee in serie geschakelde actieve koolbuisjes bemonsterd. Voor referentie hebben drie badges in de buitenlucht op de onderzoekslocatie gehangen tijdens de binnenluchtmetingen.



De monsters worden op vluchtige chloorkoolwaterstoffen (VOCl) inclusief vinylchloride (VC), vluchtige aromatische chloorkoolwaterstoffen (BTEXN) en olie vluchtig (C6-C16) geanalyseerd door de laboratoria van RPS Nederland BV. In bijlage 1.2 zijn de locaties van de verrichte metingen opgenomen. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 3.2.



4

Resultaten

4.1

Ondiepe bodemopbouw en zintuiglijke waarnemingen

In bijlage 2 is de bodemopbouw van de onderzoekslocatie per boring weergegeven. Hierin zijn ook de zintuiglijke waarnemingen vermeld. Uit de boorprofielen blijkt dat de bodem tot 0,7 m -mv uit zandachtig materiaal bestaat. Tijdens de veldwerkzaamheden is de bemonsterde grond tevens zintuigelijk beoordeeld. Hierbij is geen verdenking van eventuele bodemverontreiniging waargenomen. Visueel: negatief en olie-waterreactie: negatief en asbest: negatief. Tijdens de monstername is in de klaslokalen en rondom de school een sterke geur waargenomen die lijkt op een oplosmiddel. Deze geur is mogelijk afkomstig van spuitactiviteiten in de nabijheid van de tijdelijke school.

4.2

Bodemnormering

Voor de beoordeling van de bodemkwaliteit worden de resultaten van de chemische analyses van grond- en grondwatermonsters getoetst aan de bodemnormen die zijn vastgesteld in de vigerende wet- en regelgeving, inclusief richtlijnen opgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Milieu. BK Bodem maakt gebruik van het toetsprogramma van ALcontrol dat is gevalideerd met behulp van de Bodem Toets en Validatie (BoToVa)-service van het ministerie. De toetsing conform BoToVa is opgenomen in bijlage 4. In bijlage 5 is een uitgebreide toelichting opgenomen over de omrekening naar standaardbodem (conform de Regeling bodemkwaliteit onderdeel III), de geldende (land)bodemnormwaarden en de regels voor het vaststellen van een overschrijding van de normwaarden (conform de Rbk onderdeel IV). Bijlage 6 bevat een overzicht van de wet- en regelgeving voor bodem. De volledige tekst van de bodemnormering is verkrijgbaar via www.overheid.nl.

4.3

Toetsing binnenlucht

Om de resultaten van de luchtmetingen in de panden te kunnen beoordelen, worden deze getoetst aan de humaan-toxicologische toetsingswaarden welke het RIVM voor binnenlucht hanteert, de zogenoemde TCL-waarden (Toelaatbare Concentratie in Lucht). Voor stoffen met een drempelwaarde is de TCL de concentratie die bij levenslange blootstelling (70 jaar, 365 dagen per jaar en 24 uur per dag) geen effect op de gezondheid heeft. Bij de afleiding wordt rekening gehouden met risicogroepen als zieken, zwangere, ouderen en kinderen.

4.4

Samenvatting toetsingsresultaten

De getoetste (gestandaardiseerde) analyseresultaten en de normwaarden waaraan getoetst is, staan weergegeven in bijlage 4. In tabel 3 staan de stoffen vermeld waarvan het gehalte de normwaarden voor grond overschrijden.



tabel 3: overschrijding van de normwaarde door gestandaardiseerd gehalte in grond Grondmonstercode

Boringnummers

MM1

Zintuiglijke waarneming

Uitgevoerde analyses

01, 02, 04, 10 0,0-0,3

-

NEN5740 standaardpakket grond

MM2

01, 02, 04, 10 0,3-0,7

-


MM3

03, 05, 06, 07 0,0-0,3 08, 09

-


MM4

03, 05, 06, 07 0,3-0,7 08, 09

-


> AW >T >I -

Traject

> AW

(m -mv)

[mg/kg ds] Kobalt Koper Zink Kobalt Koper Kobalt Koper Zink Kobalt Koper

14 37 87 16 39 15 46 89 14 39

>T

>I

[mg/kg ds]

[mg/kg ds]

-

-

-

-

-

-

-

-

: gestandaardiseerd gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde (licht verontreinigd) : gestandaardiseerd gehalte groter dan de tussenwaarde ( (AW + I) / 2) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (matig verontreinigd) : gestandaardiseerd gehalte groter dan de interventiewaarde (sterk verontreinigd) : geen gestandaardiseerd gehalte boven de betreffende normwaarde



4.5

Interpretatie van de analyseresultaten

4.5.1

Bodem

In de toplaag (0-0,3 m -mv) en de bovengrond (0,3-0,7 m -mv) zijn ten hoogste licht verhoogde gehalten kobalt, koper en zink aangetoond. Deze verhoogde parameters worden mogelijk veroorzaakt door een verhoogde achtergrondconcentratie door bodemmateriaal van vulkanische oorsprong. Het betreft licht verhoogde gehalten waarbij er geen (humane) risico’s zijn voor het beoogde gebruik van de locatie. 4.5.2

Binnenlucht

Uit de resultaten van de binnenlucht meting blijkt dat er geen verhoogde concentraties boven de detectiegrens van de analysemethode voor vluchtige chloorkoolwaterstoffen (VOCl) en vluchtige aromaten (BTEXN) zijn aangetoond. Wel zijn in beide lokalen een concentratie minerale olie aangetoond in respectievelijk de fractie C8-C10 en C6-C16. De verhoogde concentraties minerale olie overschrijden de norm niet. De sterke geur wordt niet bevestigd door de analyse resultaten. In de referentiemetingen buiten de klaslokalen zijn eveneens concentraties aan minerale olie in vergelijkbare fracties gemeten. De absolute waarden zijn van vergelijkbare grootte, namelijk tussen 1 en 10 µg. Dit zal nooit een overschrijding van de TCL-waarde veroorzaken. Als de aangetroffen concentraties worden afgezet tegen de TCL-waardes kan worden geconcludeerd dat er is geen sprake is van een humaan-toxicologisch risico gedurende de meetperiode. Tevens is er geen verhoogde concentratie in de binnenlucht gemeten ten op zichte van de buitenlucht op de locatie. Hierbij wordt echter wel opgemerkt dat het luchtonderzoek zich heeft beperkt tot de meest voorkomende parameters.



5

Conclusies en aanbevelingen

Met dit bodemonderzoek is de huidige bodemkwaliteit indicatief vastgelegd. De hypothese 'onverdacht' is juist gebleken. Het uitvoeren van een nader bodemonderzoek is niet noodzakelijk. Uit de resultaten van de binnenluchtmeting blijkt dat de gemeten concentraties de norm niet overschrijden. Er is geen sprake van een humaan-toxicologisch risico gedurende de meetperiode van het binnenluchtonderzoek. De resultaten van de indicatief vast gestelde milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en de resultaten van het luchtonderzoek geven geen aanleiding om af te zien van het voorgenomen gebruik van de locatie als (tijdelijke) school. Het bodemonderzoek is een momentopname en een indicatie van de kwaliteit van de grond. Het bodemonderzoek heeft over het algemeen een geldigheid van twee tot vijf jaar. De exacte geldigheidstermijn is afhankelijk van het bevoegd gezag dat het onderzoek beoordeelt.


Bijlage

1

Tekeningen

Bijlage

1.1 Topografische ligging Schaal : zie schaallat

Locatie tijdelijke school St. Eustatius.

Bijlage

1.2 Overzichtstekening Schaal 1 : 500

GETEKEND

PROJECTOMSCHRIJVING

P.E.B. de Boer

Tijdelijke school te St. Eustatius

GECONTROLEERD

M.L. de Jong TEKENINGOMSCHRIJVING

Overzichtstekening

FORMAAT

A3 STATUS

OPDRACHTGEVER

Definitief

Rijksgebouwensdienst en Onderwijshuisvesting OCW (St. Eustatius en Saba)

SCHAAL

1:500 PROJECTNUMMER

BIJLAGENUMMER

134209

1.2

DATUM

03-12-2013

BLAD

1

van 1

P:\2013\4200\134209 - Tijdelijke School Te Sint Eustatius\134209-bijlage1.2.dwg ; by Peter de Boer

Bijlage

1.3 Locatiefoto's Aantal pagina’s: 9

Foto 1: kraan gebruikt voor monstername

Foto 2: bemonstering en codering

Weg naar Jenkins Bay te Sint Eustatius Bodem- en luchtonderzoek

134209

4 december 2013 Bijlage: 1.3

Foto 3: bemonstering


134209


Foto 4: Binnenluchtmeting

Foto 5: batch buitenlucht


134209


Foto 6: Sleuf/boring 1



134209


Foto 8: Sleuf/ boring 3

foto 9: Sleuf/boring 4


134209





134209





134209





134209


Foto 16: Sleuf/ boring 11


134209


Bijlage

2

Boorprofielen Aantal pagina's : 11

Drillers boring log Projectnaam: Bodemonderzoek Projectnumber: 134225 Boring number: 1 Location: Weg naar Jenkins Bay, St Eustatius X Y Performed by: Date started: Date finished:

15-11-2013 15-11-2013

From To Material 0 0,3 Sand Tuffs fine Color: Brown 0,3 0,7 Sand Tuffs fine Color: Brown

Monstergegevens From To Barcode 0 0,3 Y2465243 0,3 0,7 Y2465252

CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013

From To Material 0 0,3 Sand Tuffs Color: Brown 0,3 0,7 Sand Tuffs Color: Brown


CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013

From To Material 0 0,3 Sand Tuffs moderately coarse Color: Brown 0,3 0,7 Sand Tuffs moderately coarse Color: Brown


CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013

From To Material 0 0,3 Sand Tuffs moderately coarse Color: Brown-White-Gray 0,3 0,7 Sand Tuffs moderately coarse Color: Brown-White-Gray


CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013

From To Material 0 0,3 Sand Tuffs coarse Color: Brown 0,3 0,7 Sand Tuffs coarse Color: Brown


CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013

From To Material 0 0,3 Sand Tuffs moderately coarse Color: Brown-Gray 0,3 0,7 Sand Tuffs moderately coarse Color: Brown-Gray


CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013



CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013



CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013



CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013



CEGE Caribbean


15-11-2013 15-11-2013



CEGE Caribbean

Bijlage

3

Analyserapporten

Bijlage

3.1 Analyserapport grond Laboratorium : ALcontrol Certificaatnr(s). : 11955959 Aantal pagina's : 8

ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl

Analyserapport

BK ingenieurs Curacao Lieke de Jong Nightingaleweg 18 . WILLEMSTAD CURACAO

Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer

Blad 1 van 8

: Tijdelijke school St Eustatius : 134209 : 11955959, versienummer: 1

Rotterdam, 29-11-2013

Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 134209. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 8 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,

R. van Duin Laboratory Manager

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

BK ingenieurs Curacao Lieke de Jong Projectnaam Projectnummer Rapportnummer

Blad 2 van 8

Analyserapport Tijdelijke school St Eustatius

Orderdatum 22-11-2013 Startdatum 27-11-2013 Rapportagedatum 29-11-2013

134209 - 1

11955959

Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001 002 003 004

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

MM1 MM2 MM3 MM4

Analyse

Eenheid

Q

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten

gew.-% g g

S S S

91.2 78 puin

90.1 <1 geen

90.7 70 puin

91.1 <1 geen

organische stof (gloeiverlies)

% vd DS

S

2.2

2.0

2.7

2.6

KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS

S

7.7

9.7

6.7

9.4

METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink

S S S S S S S S S

29 <0.2 14 37 <0.05 <10 <0.5 6.4 87

38 <0.2 16 39 <0.05 <10 <0.5 6.1 61

48 <0.2 15 46 <0.05 <10 0.5 5.4 89

39 <0.2 14 39 <0.05 <10 <0.5 4.9 61

POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S <0.01 fenantreen mg/kgds S <0.01 antraceen mg/kgds S <0.01 fluoranteen mg/kgds S <0.01 benzo(a)antraceen mg/kgds S <0.01 chryseen mg/kgds S <0.01 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S <0.01 benzo(a)pyreen mg/kgds S <0.01 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S <0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S <0.01 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S 0.07 (0.7 BoToVa)

<0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.07

<0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.07

<0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.07

mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds

POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds PCB 118 µg/kgds PCB 138 µg/kgds PCB 153 µg/kgds PCB 180 µg/kgds som PCB (7) (0.7 BoToVa) µg/kgds

S S S S S S S S

001

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9

1)

1)

002

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9

1)

1)

003

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9

1)

1)

004

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4.9

1)

1)

De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.

Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286


Blad 3 van 8



134209 - 1

11955959

Nummer

Monstersoort

Monsterspecificatie

001 002 003 004


MM1 MM2 MM3 MM4

Analyse

Eenheid

MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40

mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds

Q

S

001

<5 <5 <5 6 <20

002

<5 <5 <5 <5 <20

003

<5 <5 <5 <5 <20

004

<5 <5 6 12 <20

De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.



Blad 4 van 8

Analyserapport Tijdelijke school St Eustatius 134209 11955959

- 1


Monster beschrijvingen

001

*

De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.

002

*


003

*


004

*


Voetnoten 1

De sommatie na verrekening van de 0.7 factor volgens BoToVa



Blad 5 van 8



134209 11955959

- 1

Analyse

Monstersoort

Relatie tot norm

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

cadmium kobalt koper kwik


lood

Grond (AS3000)

molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 BoToVa) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa) totaal olie C10 - C40

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Conform AS3010-4 Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem

Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)

Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

001 001 001 001 002 002 002 002

Y2464637 Y2464640 Y2464641 Y2465243 Y2464757 Y2465096 Y2465111 Y2465252

27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013

22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013

ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201



Blad 6 van 8



134209 11955959

- 1

Monster

Barcode

Aanlevering

Monstername

Verpakking

003 003 003 003 003 003 003 004 004 004 004 004 004 004

Y2463893 Y2464012 Y2464195 Y2464248 Y2465100 Y2465257 Y2465264 Y2463898 Y2463995 Y2464628 Y2464631 Y2464783 Y2465263 Y2465266

27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013 27-11-2013

22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013 22-11-2013

ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201



Blad 7 van 8


- 1

Monsternummer:

001


MM1


Karakterisering naar alkaantraject benzine

C9-C14

kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie

C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36

De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.



Blad 8 van 8


- 1

Monsternummer:

004


MM4


Karakterisering naar alkaantraject benzine

C9-C14

kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie

C10-C16 C10-C28 C20-C36

stookolie

C10-C36

De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.


Bijlage

3.2 Analyserapport lucht Laboratorium : RPS Analyse b.v. Certificaatnr(s). : 1311-0086_01 Aantal pagina's : 7

V211013_1

Analyse certificaat Rapportnummer:

Datum rapportage

27-11-2013

1311-0086_01

Datum order

01-11-2013

Monsternummer RPS

13-184847

Ordernummer opdrachtgever

-

Opdrachtgever

BK Bodem (IJmuiden)

RPS analyse bv Minervum 7002 4817 ZL Breda Postbus 3440 4800 DK Breda

Postbus 264 1970 AG IJmuiden Monsternamepunt Adres monstername

-

Datum monstername

17-11-2013

Monsternummer opdrachtgever

01

Meettijd (min) Volume (l)

660

Filternummer

NG4294

Soort monster

3M 3520 badge

Monstergegevens afkomstig van Opmerking

Opdrachtgever -

Code Parameter

T 0880 235730 F 0880 235701 E [email protected] W www.rps.nl

-

Absoluut

Relatief(1)

C6-C16

C6-C16 0001,000,000.00 Fractie C6 t/m C8 0002,000,000.00 Fractie >C8 t/m C10 0003,000,000.00 Fractie >C10 t/m C12 0004,000,000.00 Fractie >C12 t/m C14 0005,000,000.00 Fractie >C14 t/m C16 0006,000,000.00 Fractie C6 t/m C16

< 2,00

µg

< 0,106

mg/m³

< 2,00

µg

< 0,124

mg/m³

4,60

µg

0,327

mg/m³

3,08

µg

0,243

mg/m³

< 2,00

µg

< 0,176

mg/m³

< 10,0

µg

< 0,712

mg/m³

< 0,20

µg

< 0,00749

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0927

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0904

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0999

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0904

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0961

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0990

mg/m³

< 3,00

µg

<0,160

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0938

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0974

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0971

mg/m³

< 2,00

µg

<0,108

mg/m³

< 2,00

µg

<0,105

mg/m³

Vinylchloride

Vinylchloride 0001,000,000.00 Vinylchloride VOCL

VOCL 0001,000,000.00 Dichloormethaan 0002,000,000.00 Dichlooretheen (trans-1,2-) 0003,000,000.00 Dichloorethaan(1,1-) 0004,000,000.00 Dichlooretheen (cis-1,2-) 0005,000,000.00 Trichloormethaan 0006,000,000.00 Trichloorethaan (1,1,1-) 0007,000,000.00 Tetrachloormethaan 0008,000,000.00 Dichloorethaan (1,2-) 0009,000,000.00 Trichlooretheen 0010,000,000.00 Dichloorpropaan (1,2-) 0011,000,000.00 Trichloorethaan (1,1,2-) 0012,000,000.00 Tetrachlooretheen

Toelichting: '<' Het analyseresultaat is kleiner dan de rapportagegrens van de desbetreffende methode. '>' Het analyseresultaat is groter dan de rapportagegrens van de desbetreffende methode. Code E: De analyse is uitgevoerd door een extern laboratorium. Code Q: De analyse betreft een RvA Testen geaccrediteerde verrichting (registratienummer L192). (1) Deze analyse resultaten zijn berekend op basis van het (evt. door de opdrachtgever) opgegeven volume of meettijd en vallen niet onder de accreditatie scope van L192. Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd waarbij alleen aan het originele analysecertificaat rechten kunnen worden ontleend. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het aangeboden monster. Meetonzekerheid op aanvraag.

Jan Kegelaer Operationeel manager

Pagina 1 / 7 RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

V211013_1


Datum rapportage

27-11-2013

1311-0086_01

Datum order

01-11-2013

Monsternummer RPS

13-184848


-

Opdrachtgever

BK Bodem (IJmuiden)



-

Datum monstername

17-11-2013


02


660

Filternummer

NG4573

Soort monster

3M 3520 badge


Opdrachtgever -

Code Parameter


-

Absoluut

Relatief(1)

C6-C16


2,44

µg

0,129

mg/m³

< 2,00

µg

< 0,124

mg/m³

5,24

µg

0,373

mg/m³

2,91

µg

0,229

mg/m³

< 2,00

µg

< 0,176

mg/m³

10,59

µg

0,754

mg/m³

< 0,20

µg

< 0,00749

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0927

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0904

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0999

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0904

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0961

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0990

mg/m³

< 3,00

µg

<0,160

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0938

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0974

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0971

mg/m³

< 2,00

µg

<0,108

mg/m³

< 2,00

µg

<0,105

mg/m³

Vinylchloride






V211013_1


Datum rapportage

27-11-2013

1311-0086_01

Datum order

01-11-2013

Monsternummer RPS

13-184849


-

Opdrachtgever

BK Bodem (IJmuiden)



-

Datum monstername

17-11-2013


03


660

Filternummer

NG4273

Soort monster

3M 3520 badge


Opdrachtgever -

Code Parameter


-

Absoluut

Relatief(1)

C6-C16


< 2,00

µg

< 0,106

mg/m³

< 2,00

µg

< 0,124

mg/m³

4,84

µg

0,344

mg/m³

3,61

µg

0,284

mg/m³

< 2,00

µg

< 0,176

mg/m³

< 10,0

µg

< 0,712

mg/m³

< 0,20

µg

< 0,00749

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0927

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0904

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0999

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0904

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0961

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0990

mg/m³

< 3,00

µg

<0,160

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0938

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0974

mg/m³

< 2,00

µg

<0,0971

mg/m³

< 2,00

µg

<0,108

mg/m³

< 2,00

µg

<0,105

mg/m³

Vinylchloride






V211013_1


Datum rapportage

27-11-2013

1311-0086_01

Datum order

01-11-2013

Monsternummer RPS

13-184850


-

Opdrachtgever

BK Bodem (IJmuiden)


Postbus 264 1970 AG IJmuiden

T 0880 235730 F 0880 235701

Monsternamepunt Adres monstername

Classroom 2 -

Datum monstername

16-11-2013


-


-

Filternummer

-

Soort monster

Actief koolbuis (klein SKC226-01) 2X


Opdrachtgever -

Code Parameter

E [email protected] W www.rps.nl

-

Absoluut

C6-C16


< 1,00

µg

1,47

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 5,00

µg

< 0,100

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,50

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

Vinylchloride


VOCL 0001,000,000.00 Q Dichloormethaan 0002,000,000.00 Q Dichlooretheen (trans-1,2-) 0003,000,000.00 Q Dichloorethaan(1,1-) 0004,000,000.00 Q Dichlooretheen (cis-1,2-) 0005,000,000.00 Q Trichloormethaan 0006,000,000.00 Q Trichloorethaan (1,1,1-) 0007,000,000.00 Q Tetrachloormethaan 0008,000,000.00 Q Dichloorethaan (1,2-) 0009,000,000.00 Q Trichlooretheen 0010,000,000.00 Q Dichloorpropaan (1,2-) 0011,000,000.00 Q Trichloorethaan (1,1,2-) 0012,000,000.00 Q Tetrachlooretheen




V211013_1


Datum rapportage

27-11-2013

1311-0086_01

Datum order

01-11-2013

Monsternummer RPS

13-184851


-

Opdrachtgever

BK Bodem (IJmuiden)


Postbus 264 1970 AG IJmuiden

T 0880 235730 F 0880 235701

Monsternamepunt Adres monstername

Classroom 03 -

Datum monstername

16-11-2013


-


-

Filternummer

-

Soort monster



Opdrachtgever -

Code Parameter

E [email protected] W www.rps.nl

-

Absoluut

C6-C16


< 1,00

µg

1,72

µg

1,11

µg

4,79

µg

< 1,00

µg

7,62

µg

< 0,100

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,50

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

< 1,00

µg

Vinylchloride


VOCL 0001,000,000.00 Q Dichloormethaan 0002,000,000.00 Q Dichlooretheen (trans-1,2-) 0003,000,000.00 Q Dichloorethaan(1,1-) 0004,000,000.00 Q Dichlooretheen (cis-1,2-) 0005,000,000.00 Q Trichloormethaan 0006,000,000.00 Q Trichloorethaan (1,1,1-) 0007,000,000.00 Q Tetrachloormethaan 0008,000,000.00 Q Dichloorethaan (1,2-) 0009,000,000.00 Q Trichlooretheen 0010,000,000.00 Q Dichloorpropaan (1,2-) 0011,000,000.00 Q Trichloorethaan (1,1,2-) 0012,000,000.00 Q Tetrachlooretheen




V211013_1

Bijlage Datum rapportage

27-11-2013

Bijlage behorende bij rapportnummer: 1311-0086_01 3M 3520 badge Parameter

Analyse techniek / methode

CAS nummer

Dichloorethaan(1,1-) Dichloorethaan (1,2-) Dichlooretheen (cis-1,2-) Dichlooretheen (trans-1,2-) Dichloormethaan Dichloorpropaan (1,2-) Tetrachlooretheen Tetrachloormethaan Trichloorethaan (1,1,1-) Trichloorethaan (1,1,2-) Trichlooretheen Trichloormethaan Vinylchloride Fractie >C10 t/m C12 Fractie >C12 t/m C14 Fractie >C14 t/m C16 Fractie C6 t/m C16 Fractie C6 t/m C8 Fractie >C8 t/m C10

GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode

75-34-3 107-06-2 156-59-2 156-60-5 75-09-2 78-87-5 127-18-4 56-23-5 71-55-6 79-00-5 79-01-6 67-66-3 75-01-4

Parameter

Analyse techniek / methode

CAS nummer

Dichloorethaan(1,1-) Dichloorethaan (1,2-) Dichlooretheen (cis-1,2-) Dichlooretheen (trans-1,2-) Dichloormethaan Dichloorpropaan (1,2-) Tetrachlooretheen Tetrachloormethaan Trichloorethaan (1,1,1-) Trichloorethaan (1,1,2-) Trichlooretheen Trichloormethaan Vinylchloride Fractie >C10 t/m C12 Fractie >C12 t/m C14 Fractie >C14 t/m C16 Fractie C6 t/m C16 Fractie C6 t/m C8 Fractie >C8 t/m C10

GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-MS / Eigen methode GC-FID / Eigen methode GC-FID / Eigen methode GC-FID / Eigen methode GC-FID / Eigen methode GC-FID / Eigen methode GC-FID / Eigen methode

75-34-3 107-06-2 156-59-2 156-60-5 75-09-2 78-87-5 127-18-4 56-23-5 71-55-6 79-00-5 79-01-6 67-66-3 75-01-4


Analysedatum 13-184847 13-184847 13-184847 13-184848 13-184848 13-184848 13-184849 13-184849 13-184849 13-184850 13-184850 13-184850

C6-C16 Vinylchloride VOCL C6-C16 Vinylchloride VOCL C6-C16 Vinylchloride VOCL C6-C16 Vinylchloride VOCL

25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013 Pagina 6 / 7

RPS analyse bv KvK 20059540 BTW NL0089.00.620.B.01 Nederland l Engeland l Ierland l Rusland l Verenigde Staten l Canada l Australië l Zuidoost-Azië l Brazilië l Midden-Oosten l Afrika

V211013_1

Bijlage Datum rapportage

27-11-2013

Bijlage behorende bij rapportnummer: 1311-0086_01 Analysedatum 13-184851 13-184851 13-184851

C6-C16 Vinylchloride VOCL

25-11-2013 25-11-2013 25-11-2013


Bijlage

4

Getoetste analyseresultaten en toetsingstabellen

Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort

Tijdelijke school St Eustatius 134209 MM1 Grond (AS3000)


Monster conclusie

Overschrijding Achtergrondwaarde AR

Overschrijding Achtergrondwaarde AR BT

Analyse

Eenheid

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)

gew.-%[%] g g %

78 Puin 2,2

KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem)

% vd DS

7,7

mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg

29 <0,2 14 37 <0,05 <10 <0,5 6,4 87

METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink

91,2

POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg <0,01 fenantreen mg/kg <0,01 antraceen mg/kg <0,01 fluoranteen mg/kg <0,01 benzo(a)antraceen mg/kg <0,01 chryseen mg/kg <0,01 benzo(k)fluoranteen mg/kg <0,01 benzo(a)pyreen mg/kg <0,01 benzo(ghi)peryleen mg/kg <0,01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg <0,01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 mg/kg 0,07 BoToVa) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa)

ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg


mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg

Monstercode 11955959-001 11955959-002

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9

<5 <5 <5 6 <20 Monsteromschrijving MM1 MM2

Bodemtype humuslutum Monster 1 2.2% 7.7% Monster 2 2% 9.7% BoToVa melding:

SUCCES -

04-12-2013 - 09:50 - SIKB versie

11.0.0

BT 91.2

BC --

90,1 <1 Geen 2,0

2.2

90.1

BC --

2

9,7

65.6 0.22 30.3 63.6 0.046 9.93 0.35 12.7 159

-<=AW WO IN <=AW <=AW <=AW <=AW WO

38 <0,2 16 39 <0,05 <10 <0,5 6,1 61

75 0.216 30.5 63.8 0.0447 9.64 0.35 10.8 104

-<=AW WO IN <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW

0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.07 <=AW

<0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 0,07

0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.07

<=AW

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9

3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 3.5 24.5

<=AW

17.5 17.5 17.5 17.5 70

----<=AW

3.18 3.18 3.18 3.18 3.18 3.18 3.18 22.3

<=AW

15.9 15.9 15.9 27.3 63.6

----<=AW

<5 <5 <5 <5 <20

Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb Projectnaam Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort



Monster conclusie

Overschrijding Achtergrondwaarde AR

Overschrijding Achtergrondwaarde AR BT

Analyse

Eenheid

droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies)

gew.-%[%] g g %

70 Puin 2,7

KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem)

% vd DS

6,7

mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg

48 <0,2 15 46 <0,05 <10 0,5 5,4 89

117 0.218 34.8 80.2 0.0465 10 0.5 11.3 168

POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg <0,01 fenantreen mg/kg <0,01 antraceen mg/kg <0,01 fluoranteen mg/kg <0,01 benzo(a)antraceen mg/kg <0,01 chryseen mg/kg <0,01 benzo(k)fluoranteen mg/kg <0,01 benzo(a)pyreen mg/kg <0,01 benzo(ghi)peryleen mg/kg <0,01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg <0,01 pak-totaal (10 van VROM) (0.7 mg/kg 0,07 BoToVa)

0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.07

METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink

POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 BoToVa)

ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg ug/kg


mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg

Monstercode 11955959-003 11955959-004

90,7

BT 90.7

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9

<5 <5 <5 <5 <20

04-12-2013 - 09:50 - SIKB versie

91,1

91.1

<1 Geen 2,6

2.6

BC --

9,4

Monsteromschrijving MM3 MM4

SUCCES -

--

2.7

Bodemtype humuslutum Monster 3 2.7% 6.7% Monster 4 2.6% 9.4% BoToVa melding:

BC

11.0.0

-<=AW WO IN <=AW <=AW <=AW <=AW WO

39 <0,2 14 39 <0,05 <10 <0,5 4,9 61

78.5 0.211 27.2 63.2 0.0447 9.6 0.35 8.84 104

-<=AW WO IN <=AW <=AW <=AW <=AW <=AW

<=AW

<0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 0,07

0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.007 0.07

<=AW

2.59 2.59 2.59 2.59 2.59 2.59 2.59 18.1

<=AW

<1 <1 <1 <1 <1 <1 <1 4,9

2.69 2.69 2.69 2.69 2.69 2.69 2.69 18.8

<=AW

13 13 13 13 51.9

----<=AW

13.5 13.5 23.1 46.2 53.8

----<=AW

<5 <5 6 12 <20

Legenda Verklaring kolommen AR ALcontrol rapport resultaat BT Door BoToVa berekend toetsresultaat BC BoTova toets conclusie Verklaring toetsingsoordelen -Geen toetsoordeel mogelijk # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat + De normen voor barium zijn ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien er sprake is van verhoogde barium gehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte door het bevoegd gezag worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 625 mg/kg d.s. Deze voormalige interventiewaarde is op dezelfde manier onderbouwd als de interventiewaarden voor de meeste andere metalen. Zie voetnoot 17, Bijlage B. , behorende bij hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit Achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie NV Niet verspreidbaar <=AW Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde V Verspreidbaar NT>I Niet Toepasbaar of groter dan interventiewaarde >S Groter dan de streefwaarde NT Niet toepasbaar <=S Kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde IN Industrie TG Toepasbaar in GBT WO Wonen NTG Niet toepasbaar in GBT (>EW) >IW Groter dan interventiewaarde T<=S Toepasbaar (<=SW) NT>E Niet toepasbaar (> EW) NT>S Niet toepasbaar (> SW) BoToVa informatie Status :https://www.botova-service.nl/Testing Normen :Voor actuele wetgeving verwijzen we u graag naar https://www.botovaservice.nl/PublicFiles/20130806NormenDefinitiesEnStandaarden.xlsx Handleiding:https://www.botova-service.nl/PublicFiles/HandleidingV1.0.0.pdf

BoToVa mengmonster Overschrijding Achtergrondwaarde BoToVa versie T.12 (04-12-2013 - 09:50)

Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb Toetskader : WBB Basisschemakeuze : Landbodem/grond/waterbodem/bagger/GBT emissietoetswaarde Parameters Toetsingsresultaat Eenheid Toetsingsoordeel Droge stof 90.8 % -barium 84.1 mg/kg -cadmium 0.216 mg/kg <=AW kobalt 30.7 mg/kg WO koper 67.7 mg/kg IN kwik 0.0455 mg/kg <=AW lood 9.8 mg/kg <=AW molybdeen 0.388 mg/kg <=AW nikkel 10.9 mg/kg <=AW zink 134 mg/kg <=AW naftaleen 0.007 mg/kg antraceen 0.007 mg/kg fenantreen 0.007 mg/kg fluorantheen 0.007 mg/kg benzo(a)antraceen 0.007 mg/kg chryseen 0.007 mg/kg benzo(a)pyreen 0.007 mg/kg benzo(ghi)peryleen 0.007 mg/kg benzo(k)fluorantheen 0.007 mg/kg indeno(1,2,3-cd)pyreen 0.007 mg/kg 2,4,4'-trichloorbifenyl 2.99 ug/kg 2,2',5,5'-tetrachloorbifenyl 2.99 ug/kg 2,2',4,5,5'-pentachloorbifenyl 2.99 ug/kg 2,3',4,4',5-pentachloorbifenyl 2.99 ug/kg 2,2',3,4,4',5'-hexachloorbifenyl 2.99 ug/kg 2,2',4,4',5,5'-hexachloorbifenyl 2.99 ug/kg 2,2',3,4,4',5,5'-heptachloorbifenyl 2.99 ug/kg minerale olie 15 mg/kg -minerale olie 15 mg/kg -minerale olie 17.4 mg/kg -minerale olie 26 mg/kg -minerale olie 59.8 mg/kg <=AW som 10 polyaromatische koolwaterstoffen (VROM) 0.07 mg/kg <=AW som 7 polychloorbifenylen PCB28, 52, 101, 118, 138, 153, 180 20.9 ug/kg <=AW

Bijlage

5

Bodemnormering Aantal pagina's : 5


BIJLAGE 5

Overzicht (land)bodemnormen

Normwaarden voor grond en grondwater Op 1 juli 2013 is de Circulaire Bodemsanering per 1 juli 2013 (Staatscourant 2013, nr. 16675, 27 juni 2013) in de plaats van vorige versies van deze circulaire getreden. Op 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit (Staatsblad 2007, 469) in werking getreden. In de tabellen 1 en 2 van bijlage 1 van de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 zijn voor grond en grondwater de volgende normwaarden opgenomen: de interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden in grondwater. In tabel 1 van Bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant 2007, nr. 247) zijn de volgende normwaarden voor grond (standaardbodem) opgenomen: achtergrondwaarden (AW) en de Maximale Waarden Wonen (WO) en Industrie (IND). Een toelichting op de Maximale Waarden is opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit (Rbk). Interventiewaarde asbest en INEV’s In bijlage 1 van de circulaire is ook de in de Beleidsbrief asbest (Tweede Kamer, 2004, 28 663 en 28 199, nr. 15) aangekondigde interventiewaarde voor asbest opgenomen. Ook zijn de indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging (INEV’s) voor een aantal verontreinigende stoffen in grond en grondwater in de circulaire opgenomen. Het betreffen stoffen van de tweede, derde en vierde tranche afleiding interventiewaarden. Op basis van twee redenen is een indicatief niveau voor ernstige verontreiniging aangegeven en geen interventiewaarde: 1. er zijn geen gestandaardiseerde meet- en analysevoorschriften beschikbaar of binnenkort te verwachten. 2. de ecotoxicologische onderbouwing van de interventiewaarde is niet aanwezig of minimaal en in het laatste geval lijkt het erop dat de ecotoxicologische effecten kritischer zijn dan de humaantoxicologische effecten. De ecotoxicologische onderbouwing dient te voldoen aan de volgende criteria: a. er dienen minimaal vier toxiciteitsgegevens beschikbaar te zijn voor minimaal twee taxonomische groepen; b. voor metalen dienen alle gegevens betrekking te hebben op het compartiment bodem; c. voor organische stoffen mogen maximaal twee gegevens via evenwichtspartitie uit gegevens voor het compartiment water zijn afgeleid; d. er dienen minimaal twee gegevens voor individuele soorten beschikbaar te zijn. Indien aan een of meer van deze criteria niet is voldaan en indien ecotoxicologische effecten kritischer zijn dan humaantoxicologische effecten, wordt volstaan met het vaststellen van een indicatief niveau voor ernstige verontreiniging. De indicatieve niveaus hebben een grotere mate van onzekerheid dan de interventiewaarden. De status van de indicatieve niveaus is daarom niet gelijk aan de status van de interventiewaarde. Over- of onderschrijding van de indicatieve niveaus heeft derhalve niet direct consequenties voor wat betreft het nemen van een beslissing over de ernst van de verontreiniging door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dient daarom naast de indicatieve niveaus ook andere overwegingen te betrekken bij de beslissing of er sprake is van ernstige verontreiniging. Bodemfuncties en bodemfunctieklassen Er zijn zeven bodemfuncties geclusterd tot drie bodemfunctieklassen. Voor elke bodemfunctieklasse is één generieke norm afgeleid voor blijvende geschiktheid, op basis van het meest gevoelige scenario binnen de bodemfunctieklasse. De indeling van de bodemfuncties in bodemfunctieklassen is hieronder weergegeven. Tevens is de naam van de generieke norm voor blijvende geschiktheid weergegeven.



indeling in bodemfunctieklassen en naam bodemnorm afgeleide generieke bodemnorm voor blijvende geschiktheid (bovengrond)

bodemfuncties die één bodemfunctieklasse vormen

Achtergrondwaarden (klasse AW)

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Maximale Waarde wonen (klasse WO)

Maximale Waarde industrie (klasse IND)

landbouw natuur moestuinen-volkstuinen wonen met tuin plaatsen waar kinderen spelen groen met natuurwaarden ander groen, bebouwing, infrastructuur, industrie

Tussenwaarde In de NEN 5740 is het criterium voor nader bodemonderzoek, de zogenoemde tussenwaarde (T), gedefinieerd als het gemiddelde van de achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor grond. Voor grondwater is de tussenwaarde gedefinieerd als het gemiddelde van streef- en interventiewaarden voor grondwater. Als een gehalte van een verontreinigende parameter in grond of de concentratie in grondwater de tussenwaarde overschrijdt, behoort in beginsel nader onderzoek (NO) te worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat. Aanduiding van een overschrijding van de normwaarde Grond > AW > WO > IND >T >I > INEV

gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde gehalte groter dan de maximale waarde wonen gehalte groter dan de maximale waarde industrie gehalte groter dan de tussenwaarde (AW + I) / 2) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde gehalte groter dan de interventiewaarde gehalte groter dan het indicatieve niveau voor ernstige verontreiniging

licht verontreinigd

concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde (licht verontreinigd) concentratie groter dan de tussenwaarde ( (S + I) / 2) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (matig verontreinigd) concentratie groter dan de interventiewaarde (sterk verontreinigd) concentratie groter dan het indicatieve niveau voor ernstige verontreiniging

licht verontreinigd

matig verontreinigd sterk verontreinigd sterk verontreinigd

Grondwater >S >T

>I > INEV

matig verontreinigd

sterk verontreinigd sterk verontreinigd

Omrekening naar standaardbodem (Rbk bijlage G onderdeel III) Interventiewaarden voor grond in de tabellen 1 en 2 van de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, de normwaarden in tabel 1 van bijlage B van de Rbk en lokale maximale waarden zijn bodemtype-afhankelijk en gebaseerd op een standaardbodem met een lutumpercentage van 25% en een organische stofpercentage van 10%. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de bodem worden de gemeten gehalten middels een bodemtypecorrectie omgerekend naar standaardbodem. De omrekening naar standaardbodem vindt plaats op basis van individuele meetwaarden, alvorens andere berekeningen (bepalen gemiddelden of P95) worden uitgevoerd. Bij het standaardiseren wordt gebruikgemaakt van de gemeten percentages organische stof en lutum. Hierbij is het percentage lutum het gewichtspercentage minerale bestanddelen met een diameter kleiner dan 2 µm betrokken op het drooggewicht.



De omrekening van gemeten gehalten in bodem naar een standaardbodem verloopt via de onderstaande formule:

Hierin is: G standaard G gemeten A,B,C % lutum:

% organische stof:

Gestandaardiseerd gehalte Gemeten gehalte Stofafhankelijke constanten voor metalen (zie tabel 3) Percentage lutum: het gewichtspercentage minerale bestanddelen met een diameter kleiner dan 2 µm betrokken op het totale drooggewicht van de bodem, oevergrond of baggerspecie. Voor thermisch gereinigde grond en baggerspecie geldt de volgende uitzondering: indien het lutumpercentage lager is dan 10%, wordt bij de omrekening van de gemeten gehalten aan barium met een lutumpercentage van 10% gerekend. Gemeten percentage organisch stof betrokken op het drooggewicht. Voor het percentage organisch stof is een minimum en maximum waarde gedefinieerd. Voor het percentage lutum is een minimum waarde gedefinieerd (zie tabel 4).

tabel 3: stofafhankelijke constanten voor metalen en organische verbindingen (bijlage G III van de Rbk) Stof

A

B

C

Antimoon1

1

0

0

Arseen

15

0,4

0,4

Barium

30

5

0

8

0,9

0

Cadmium

0,4

0,007

0,021

Chroom

50

2

0

Kobalt

2

0,28

0

Koper

15

0,6

0,6

Kwik

0,2

0,0034

0,0017

Lood

50

1

1

1

0

0

10

1

0

Thallium1

1

0

0

Tin

4

0,6

0

Vanadium

12

1,2

0

Zink

50

3

1,5

Organische verbindingen

0

0

1

Overige verbindingen

1

0

0

Berylium

Molybdeen1 Nikkel

1 Voor antimoon, molybdeen en thallium wordt geen bodemtypecorrectie gehanteerd.



tabel 4: minimum en maximum waarde (bijlage G III van de Rbk) minimum en maximum waarde stofgroep

Min

Max

Anorganische parameters (% lutum)

2

–

Organische parameters (% org. stof)

2

30

PAK (% humus)

10

30

- Geen maximum waarde.

Regels voor het vaststellen van een overschrijding van de normwaarden (Rbk bijlage G onderdeel IV) Om het toetsen aan bodemnormen eenduidig en uniform te laten verlopen is in bijlage 1 (streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering) van de Circulaire bodemsanering voor de omgang met meetwaarden beneden de bepalingsgrens en het hanteren van de bodemtypecorrectie rechtstreeks verwezen naar bijlage G onderdelen III en IV uit de Regeling bodemkwaliteit . De normwaarden voor grond en grondwater, opgenomen in de tabel 1 van bijlage B van de Rbk en in tabel 1 van bijlage 1 van Circulaire bodemsanering, kunnen lager zijn dan met de huidige technieken betrouwbaar (routinematig) kan worden gemeten. De door het laboratorium aangeleverde gehalten zijn gemeten conform de afgestemde meetmethoden in AS3000. Bij een resultaat < dan de rapportagegrenzen, genoemd in tabel 1 van bijlage G onderdeel IV van de Rbk, mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit van de grond en grondwater voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarden. Indien de op het analysecertificaat weergegeven < rapportagegrens hoger ligt dan de in tabel 1 (van bijlage G onderdeel IV van de Rbk) vermelde rapportagegrenzen dan dient de desbetreffende < rapportagegrens te worden vermenigvuldigd met 0,7. De zo verkregen waarde wordt getoetst aan de van toepassing zijnde waarden. Indien het laboratorium een gemeten gehalte rapporteert (zonder <-teken), wordt dit gehalte aan de van toepassing zijnde waarde getoetst, ook als dit gehalte lager is dan de vereiste rapportagegrens. Indien geen rapportagegrens is opgenomen in tabel 1 (van bijlage G onderdeel IV van de Rbk ) dient het gemeten gehalte (met < teken) vermenigvuldigd te worden met 0,7. Bij het berekenen van een somwaarde, het rekenkundig gemiddelde en een percentielwaarde worden voor de individuele componenten de gemeten gehalten < rapportagegrens vermenigvuldigd met 0,7. Indien er voor een of meer individuele componenten een of meer gemeten gehalten (zonder <-teken) zijn of geen rapportagegrens in tabel 1 (bijlage G onderdeel IV van de Rbk) is opgenomen, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Deze regel geldt ook als gemeten gehalten lager zijn dan de vereiste rapportagegrens. Indien alle individuele waarden als onderdeel van deze berekende waarde < minimale rapportagegrens uit tabel 1 (bijlage G onderdeel IV van de Rbk) zijn, mag de beoordelaar ervan uitgaan dat de kwaliteit voldoet aan de van toepassing zijnde normwaarden. Voor grondwater heeft de onderzoeker de vrijheid, onderbouwd te concluderen dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft. Dit geldt bijvoorbeeld als bij een meting van PAK in het grondwater alleen voor naftaleen in een licht verhoogde concentratie is aangetoond en de overige PAK een waarde < rapportagegrens hebben. Voor die overige PAK worden dan relatief hoge concentraties berekend (door de vermenigvuldiging met 0,7), waarvan kan worden onderbouwd dat die concentraties niet in het grondwater aanwezig zullen zijn gezien de immobiliteit van de betreffende PAK-componenten.



Toelichting op toetsing door BK Bodem De NEN 5740 is de norm voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek. Voor de beoordeling van de bodemkwaliteit worden de resultaten van de chemische analyses van grond- en grondwatermonsters getoetst aan de bodemnormen die zijn vastgesteld in de vigerende wet- en regelgeving, inclusief richtlijnen opgesteld door het ministerie van IenM. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de bodem worden de gemeten gehalten middels een bodemtypecorrectie omgerekend naar standaardbodem. Interventiewaarden voor grond in de tabellen 1 en 2 van de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, de normwaarden in tabel 1 van bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit (Rbk) en lokale maximale waarden zijn bodemtype-afhankelijk en gebaseerd op een standaardbodem met een lutumpercentage van 25% en een organische stofpercentage van 10%. De omrekening naar standaardbodem vindt plaats op basis van individuele meetwaarden, alvorens andere berekeningen (bepalen gemiddelden of P95) worden uitgevoerd. Bij het standaardiseren wordt gebruikgemaakt van de gemeten percentages organische stof en lutum. Hierbij is het percentage lutum het gewichtspercentage minerale bestanddelen met een diameter kleiner dan 2 µm betrokken op het drooggewicht. De gestandaardiseerde waarden worden, met inachtneming van de toetsingsregels, getoetst aan de normwaarden. BK Bodem maakt gebruik van een toetsprogramma dat door ALcontrol is gevalideerd aan de hand van Bodem Toets en Validatie (BoToVa). BoToVa is een door het ministerie van IenM ingestelde service voor het onafhankelijk toetsen aan bodemnormen. Hiermee kunnen de kwaliteit van (water)bodem en de toepassingsmogelijkheden van grond, bagger en bouwstoffen worden beoordeeld, zie www.botova-service.nl.


Bijlage

6

Overzicht wet- en regelgeving bodem Aantal pagina's : 1


BIJLAGE 6

Overzicht wet- en regelgeving bodem

Wetgeving Wet bodembescherming Waterwet Wet inrichting landelijk gebied (investeringsbudget) Besluiten en ministeriële regelingen Besluit overige niet-meldingplichtige gevallen bodemsanering Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming Besluit financiële bepalingen bodemsanering (inclusief subsidieregeling bedrijfsterreinen Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 Besluit uniforme saneringen (BUS) Regeling uniforme saneringen Besluit bodemkwaliteit Regeling bodemkwaliteit Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming Regeling inrichting landelijk gebied (investeringsbudget) Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006 Mandaat/delegatiebesluiten Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2011, zoals gewijzigd op 1 januari 2013. Besluit mandaat, volmacht en machtiging artikel 75 lid 7 Wet bodembescherming, Staatscourant 2005, 159 Delegatiebesluit subsidie bodemsanering bedrijfsterreinen Circulaires Beleidsregel kostenverhaal, artikel 75 Wet bodembescherming april 2007, Staatscourant 2007, 90 en gerectificeerd Staatscourant 2007, 93 Toepassing zorgplicht Wbb bij MTBE- en ETBE-verontreinigingen, Staatscourant 2008, 246 Alle hierboven genoemde publicaties zijn verkrijgbaar via www.wetten.nl en www.overheid.nl. Onderzoeksnormen • NEN 5707:2003: 'Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem' (mei 2003). • NEN 5897:2005 nl: 'Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat' (december 2005). • NEN 5717:2009 ’Bodem - Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek’. • NEN 5720:2009 ‘Bodem – Waterbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend onderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van waterbodem en baggerspecie’. • NEN 5725:2009 'Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek' (januari 2009). • NEN 5740:2009 'Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond' (januari 2009). Alle hierboven genoemde onderzoeksnormen zijn tegen betaling verkrijgbaar via www.nen.nl


Indicatief bodemonderzoek en luchtonderzoek. Weg naar Jenkins Bay te Sint Eustatius projectnummer

Recommend Documents