diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
INFORMATIEMODULE
IN_A00
aantal pagina's : 8
DIKO laatste update : november 2008
Scholenbouw met steun van de Vlaamse Gemeenschap
EERSTE INLICHTINGEN
1 SCHOLENBOUW MET STEUN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
2
2 DE PARTNERS IN HET PROCES
3
3 AAN WELKE VOORWAARDEN MOET VOLDAAN WORDEN?
4
4 HET PROCEDUREVERLOOP
6
5 DE FINANCIELE KANT
6
6 UW AANDACHT VOOR ARBITRAGE
8
7 WAT KAN U NU DOEN?
8
DEZE INFORMATIEMODULE VAN DIKO GAAT SAMEN MET DE VOLGENDE MODULES: IN_B01: PROCEDUREVERLOOP IN_B02: EIGENDOM EN ZAKELIJK RECHT IN_B03: LENING MET WAARBORG IN_B04: OVER DE NORMEN IN_B61: ALLES OVER DIKO
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 1 van 8
diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
1
SCHOLENBOUW MET STEUN VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
wat houdt dit in ?
De schoolbesturen van het vrij gesubsidieerd onderwijs die wensen te investeren in hun onroerende infrastructuur, kunnen hiervoor, in toepassing van de onderwijsdecreten van 5 juli 1989 en 31 juli 1990, genieten van een tussenkomst van de Vlaamse Gemeenschap. Deze tussenkomst is tweeledig. Op de eerste plaats bestaat zij uit een directe subsidiëring t.b.v. 70% van de kostprijs van de investering voor het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs en 60% voor alle andere onderwijsniveaus, internaten en Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB). Indien het schoolbestuur voor het resterende deel (30 of 40%) een lening wenst aan te gaan bij een erkende kredietinstelling (dit is dus niet verplicht!) zal deze lening bovendien gewaarborgd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Het schoolbestuur dient bijgevolg zelf geen waarborg (of hypotheek) te bieden.
over welke investeringen gaat het ?
De schoolbesturen kunnen een tussenkomst vragen voor het vergroten, verbouwen en moderniseren van bestaande gebouwen. Ook geschiktmakingswerken, zoals het vernieuwen van een dak of het aanpassen van de technieken (centrale verwarming, elektriciteit, ...) worden gesubsidieerd. Uiteraard komen nieuwbouwwerken, al dan niet ter vervanging van bestaande lokalen, en omgevingswerken eveneens in aanmerking. Ook de aankoop van gebouwen (niet van onbebouwde terreinen) en de nodige aanpassingswerken aan deze gebouwen worden gesubsidieerd. Tenslotte kan het schoolbestuur genieten van een subsidie voor de aankoop en plaatsing van de eerste uitrusting in de nieuwe, gemoderniseerde en/of geschiktgemaakte lokalen.
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 2 van 8
diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
2
DE PARTNERS IN HET PROCES
AGION
BANK
DIKO
ARCHITECT
I.M.
de Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs (DIKO) Over DIKO verneemt u alles in de infomodule IN_B61 (alles over DIKO).
Het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn)
AGIOn werd als agentschap opgericht door het decreet van 07 mei 2004. AGIOn heeft als opdracht na te gaan of de voorgelegde projecten beantwoorden aan de decretaal vastgelegde voorwaarden om de subsidiëring mogelijk te maken (zie ook verder punt 3 “Aan welke voorwaarden moet voldaan worden?“). Door voorafgaande controles van bestekken en aanbestedingsdossiers zal de administratie toezien op de toepassing van de correcte procedure inzake de aanbesteding. AGIOn zal het uiteindelijk bedrag dat in aanmerking komt voor de overheidssteun vastleggen.
de ontwerpers - de veiligheidscoördinatoren – de EPB-verslaggevers
Aangezien de werken, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, kaderen in de wetgeving op de overheidsopdrachten, is het nagenoeg uitgesloten een project te realiseren zonder de technische bijstand van een ontwerper (ingenieur of architect). Bovendien is in vele gevallen de tussenkomst van een architect wettelijk verplicht.
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 3 van 8
diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
Niets weerhoudt u dus om op dit ogenblik een architect aan te spreken. Wel pleiten we ervoor om meteen een duidelijk contract af te sluiten. Het is zelfs mogelijk om een voorlopig contract af te sluiten voor een deelopdracht (bijvoorbeeld het bouwfysisch onderzoek van een geheel complex) en dit tegen een vooraf vastgestelde vergoeding die als voorschot kan beschouwd worden op het ereloon dat moet betaald worden bij het voortzetten van de opdracht. Bedenk evenwel dat u reeds erelonen verschuldigd zal zijn nog voor het geld van de subsidie en eventueel de lening beschikbaar zal zijn. Op basis van onze ervaring, ontwikkelde DIKO een voorstel van overeenkomst dat ter beschikking is van de schoolbesturen. Neem hiervoor contact op met onze dienst (tel 02 529 04 09, fax 02 529 04 91 of
[email protected]).
Het Koninklijk Besluit van 25.01.2001 met betrekking tot tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (B.S. 07.02.2001) legt bovendien aan de bouwheer de verplichting op om voor werken waarbij meer dan één aannemer betrokken is, een coördinator ontwerp én een coördinator verwezenlijking aan te stellen. En ingevolge het energieprestatiebesluit is de bouwheer ook verplicht om een EPBverslaggever aan te stellen voor die investeringen waarvoor een E-piel-vereiste geldt.
de bank
Indien het schoolbestuur dit wenst, kan het voor het niet-betoelaagde deel van de investering (30 of 40%) een lening aangaan met waarborg van de Vlaamse Gemeenschap. De looptijd van de lening kan nooit langer zijn dan 25 jaar. Om te kunnen genieten van de waarborg moet de lening afgesloten worden bij een erkende kredietinstelling. De leningsovereenkomst moet bovendien beantwoorden aan een protocol dat werd afgesloten tussen AGIOn, het Ministerie van Financiën en de banken. In dit protocol werd o.a. het maximum-tarief voor de interest vastgelegd. Alle informatie over de lening met waarborg van de Vlaamse Gemeenschap vindt u terug in de infomodule IN_B03.
3
AAN WELKE VOORWAARDEN MOET VOLDAAN WORDEN ?
Om de subsidiëring van een bepaald project mogelijk te maken, moet er voldaan worden aan 6 decretaal vastgelegde voorwaarden.
voorwaarde 1: het schoolbestuur is een rechtspersoon
Het schoolbestuur moet een rechtspersoon zijn (meestal een vereniging zonder winstoogmerk) die aan alle voorwaarden voldoet om rechtsgeldig te kunnen optreden (publicatie in het Belgisch Staatsblad, neerlegging van ledenlijst ...). Het schoolbestuur van de school waarvoor de subsidie wordt aangevraagd is de énige instantie die een beroep kan doen op het AGIOn (dus niet de eigenaar van de gebouwen indien hij niet het schoolbestuur is, het oudercomité ...).
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 4 van 8
diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
voorwaarde 2: de I.M. moet beschikken over een zakelijk recht
Het aanvragende schoolbestuur moet eigenaar zijn van het goed waarop de werken zullen worden uitgevoerd, of moet hierop beschikken over een zakelijk recht. Twee vormen van zakelijk recht zijn mogelijk, nl. erfpacht en recht van opstal. Alle informatie over het zakelijk recht (met de modeldocumenten “optie tot vestiging van erfpacht” en “modelcontract van erfpacht”) vindt u in de infomodule IN_B02.
voorwaarde 3: de school voldoet aan de rationalisatienormen
De school, het internaat of het CLB waarvoor de aanvraag gebeurt moet voldoen aan de geldende rationalisatie- en programmatienormen.
voorwaarde 4: geen leegstaande gebouwen in de omgeving
In het geval van nieuwbouw of zware renovatie (= moderniseringswerken) mogen er zich binnen een bepaalde geografische omschrijving geen gebouwen bevinden die werden opgericht met overheidssteun en die volledig onbezet zijn, of die door het schoolbestuur dat het gebouw bezet binnen de termijn van een schooljaar kunnen worden vrijgemaakt. Deze geografische omschrijving werd voor het basisonderwijs bepaald op een straal van 1 km rond de plaats waar de werken worden uitgevoerd. Voor het secundair onderwijs is dit 2 km, 10 km voor het hoger onderwijs en de internaten en 20 km voor de CLB’s. Alvorens een project op te starten doet het schoolbestuur er dan ook goed aan om te onderzoeken of er geen sprake is van leegstand in de zin zoals hierboven beschreven.
voorwaarde 5: geen overschrijding van de oppervlaktenormen
De bezette bruto-oppervlakte mag na de werken niet hoger liggen dan de oppervlaktenorm die voor de betrokken school werd berekend op basis van de schoolbevolking en/of het aantal georganiseerde vakperioden. Deze regel is niet van toepassing indien per instelling en per vestigingsplaats de aanvraag betrekking heeft op verbouwingswerken waarvan de kostprijs lager blijft dan 125.000 EUR netto (bedrag geïndexeerd vanaf 01.01.2007). De ervaring heeft geleerd dat de oppervlaktenormen in de meeste scholen van het vrij gesubsidieerd onderwijs geen probleem stellen. Toch is het nuttig voorafgaand te onderzoeken welke oppervlakte nu reeds bezet wordt en hoe deze zich verhoudt t.o.v. de norm. Dit onderzoek houdt twee opdrachten in, m.n. de correcte berekening van de norm enerzijds en de opmeting van de bestaande toestand anderzijds. DIKO kan voor u een correcte normberekening uitvoeren. Alle informatie over de normen en de normcontrole vindt u terug in de infomodule IN_B04 “over de normen”.
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 5 van 8
diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
voorwaarde 6: geen overschrijding van de financiële normen
De uit te voeren werken dienen te beantwoorden aan een financiële norm in functie van de aard van de werken. Dit betekent dat de kostprijs van het project berekend per brutovierkante meter niet hoger mag liggen dan een bepaald maximum. De financiële normen worden geïndexeerd, rekening houdend met de evolutie van de prijzen in de bouwsector. Ook hier mag gesteld worden dat de meeste projecten van het vrij onderwijs voldoen aan de normen. De financiële norm is niet van toepassing voor investeringen uitsluitend aan sanitaire lokalen. In het geval de oppervlakte- of financiële normen overschreden worden, kan het project steeds worden voorgelegd aan een “Commissie van Deskundigen“ die op basis van een grondige en becijferde motivering een afwijking kan toestaan. Deze commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende onderwijsnetten. Het vrij onderwijs wordt hierin vertegenwoordigd door DIKO.
voorwaarde 7: EPB-vereiste
Voor de projecten waarvoor een energieprestatieniveau E70 opgelegd.
energieprestatie-eis
geldt,
wordt
het
Ter compensatie van de meerkost om een E70-peil te halen in plaats van E100, wordt voor nieuwbouwprojecten waarvan de bouwaanvraag wordt ingediend na 01.01.2008, voorzien in een extra subsidie van 30 % (basisonderwijs) of 40 % (anderen) op 21 EUR netto per m² bruto (bedrag geïndexeerd met startdatum 01.01.2007). 4
HET PROCEDUREVERLOOP
Essentieel is dat de gehele procedure voorafgaand is. Concreet betekent dit dat er drie belangrijke procedurestappen moeten doorlopen worden alvorens u mag overgaan tot de bestelling van de werken. Dit betekent ook dat het schoolbestuur elk recht verliest op betoelaging van reeds uitgevoerde werken of van een aankoop waartoe het schoolbestuur zich reeds contractueel verbonden heeft. In dit voorbereidend stadium van het project mag u zich dan ook nog niet engageren ten opzichte van een aannemer of een verkoper. In de infomodule IN_B01 leest u alles over het verloop van de standaardprocedure en de uitzonderlijke procedures zoals aankoop-, verkorte en spoedprocedure.
5
DE FINANCIELE KANT
bepaling van het subsidiabel bedrag
Het subsidiabel bedrag bevat naast 21% BTW, tevens een forfaitaire toeslag van 7% waarmee een deel van de algemene onkosten (architect, ingenieur, diko, notaris ...) kunnen gedekt worden. BTW en algemene onkosten worden cumulatief berekend (in het geval van internaten zijn andere BTW-tarieven van toepassing; 12% voor nieuwbouw en 6% voor renovatie van gebouwen ouder dan 15 jaar).
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 6 van 8
diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
Een voorbeeld zal dit verduidelijken; -
Netto-kostprijs van de werken 1.000.000
EUR
-
BTW 21%
210.000
EUR
-
Tussentotaal
1.210.000
EUR
-
Algemene Onkosten (A.O.) 84.700
EUR
1.294.700
EUR
forfaitair 7% -
SUBSIDIABEL BEDRAG
Voor het basisonderwijs beloopt de subsidie (70%) 906.290 EUR. Het schoolbestuur kan een gewaarborgde lening aangaan van maximaal 388.410 EUR (30%), verhoogd met een provisie van 15% of een totaal bedrag van 446.671,50 EUR. Voor het secundair onderwijs, de internaten en CLB’s beloopt de subsidie (60%) 776.820 EUR. Het schoolbestuur kan een gewaarborgde lening aangaan van maximaal 517.880 EUR (40%), verhoogd met een provisie van 15% of een totaal bedrag van 595.562 EUR. De vermelde provisie is niet “verworven” maar vermijdt dat na de goedkeuring van de eindafrekening voor een klein bedrag een extra-lening moet worden afgesloten.
het deel subsidie
Tijdens de uitvoering van de werken wordt enkel op voorlegging van de maandelijkse vorderingsstaten en facturen van de aannemer de subsidie uitbetaald op rekening van het schoolbestuur. De subsidie zal slechts ten belope van 95% worden uitbetaald; het saldo wordt vrijgemaakt na goedkeuring van de eindafrekening.
eigen inbreng van het schoolbestuur
Ten opzichte van de uiteindelijke totale kostprijs van de werken na de afrekening, zal u vaststellen dat niet de volledige kostprijs van de werken in aanmerking komt voor subsidiëring. Dit heeft te maken met het feit dat sommige posten niet voor subsidiëring in aanmerking komen doordat ze bijvoorbeeld niet onroerend van aard zijn. Ook kan het gebeuren dat bepaalde meerwerken niet aanvaard worden omdat ze bijvoorbeeld niet onvoorzienbaar waren. Bovendien liggen de algemene onkosten meestal hoger dan de forfaitaire toeslag van 7% zodat een deel van deze kosten ten laste zal vallen van het schoolbestuur. Tenslotte is het aangewezen dat het schoolbestuur over eigen middelen beschikt om, indien nodig, de betaling van facturen of ereloonnota's te kunnen overbruggen in afwachting van de uitbetaling van de subsidie.
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 7 van 8
diko
Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs - VSKO
Guimardstraat 1 ● 1040 BRUSSEL ● T 02/529.04.09 ● F 02/529.04.91 ● E
[email protected] ● web http://ond.vsko.be/diko
6
UW AANDACHT VOOR ARBITRAGE
Om zijn plannen te realiseren zal het schoolbestuur een beroep moeten doen op één of meerdere ontwerpers en op één of meerdere bouwbedrijven. Met deze partijen zal het schoolbestuur steeds een contract aangaan waarin de opdrachten en de wederzijdse verantwoordelijkheden nauwkeurig omschreven zijn. De praktijkervaring leert dat de samenwerking tussen de partijen gebaat is bij een goede contractuele basis. Nochtans is dit niet voldoende om meningsverschillen en conflicten te vermijden. In vele gevallen kunnen deze in onderling overleg opgelost worden. Het spreekt voor zich dat dit de goedkoopste en snelste oplossing is en blijft. In sommige gevallen evenwel zal één van de partijen zich verplicht zien de zaak aanhangig te maken bij een rechtbank. Geconfronteerd met deze situatie heeft DIKO de mogelijkheid onderzocht om geschillen te beslechten door arbitrage in plaats van via de rechtbank. Het voordeel van arbitrage ligt in de snelheid waarmee het geschil kan beslecht worden.
Indien u geïnteresseerd bent in arbitrage, neem contact op met onze dienst (tel 02 529 04 09, fax 02 529 04 91 of
[email protected]).
7
WAT KAN U NU DOEN?
Ondanks de steun van DIKO, zal het initiatief steeds moeten uitgaan van het schoolbestuur. In dit stadium kan u de volgende stappen zetten : •
Contacteer ons voor een afspraak ter plaatse (tel 02 529 04 09, fax 02 529 04 91 of
[email protected]).
•
Onderzoek uw financiële mogelijkheden in het licht van bovenstaande informatie.
•
Onderzoek uw noden als een aanzet naar een projectdefinitie en het later te bepalen bouwprogramma.
•
Kies rekening houdend met de projectdefinitie een architect en maak met hem een contract op, eventueel voor een deelopdracht.
DIKO/IN_A00
EERSTE INLICHTINGEN
pagina 8 van 8