Verslag 10 jaar Jet-Net 15 november 2012
Opening door dagvoorzitter Twan Huys en Gerard Jacobs Na een spectaculaire opening door VJ-collectief WERC opent dagvoorzitter Twan Huys het programma in een gesprek met directeur Jet-Net Gerard Jacobs. Hij vertelt wat de laatste 10 jaar is bereikt: “In het begin stonden scholen argwanend tegenover bedrijven die zich met onderwijs gingen bemoeien. Die mentaliteit is nu echt veranderd.” De resultaten zijn aanzienlijk, maar de missie is nog niet geslaagd: “We zijn er in geslaagd dat de instroom in het Hoger Technisch Onderwijs met 30% is gestegen ten opzichte van 2002, en wat betreft meisjes zelfs met 70%, hoewel er daar nog heel veel te winnen is als je naar de absolute getallen kijkt. Vrouwelijke rolmodellen in de top van het bedrijfsleven kunnen daar enorm aan bijdragen.” De ambitie van Jet-Net is dan ook onverminderd groot: “Op dit moment kiest 2 op de 10 jongeren voor een technische studierichting, we willen dat verhogen naar 4 op de 10 in 2025. Daarom willen we het aantal Jet-Net scholen verhogen van 170 naar 250, en het aantal bedrijven van 85 naar 160.” Ten slotte benadrukt Jacobs de voordelen van technische studies nog eens: “We moeten nog meer laten zien hoe divers de kansen zijn als je voor een technische studie kiest. Als je techniek studeert, ligt de wereld aan je voeten.”
Keynote speech: Dick Benschop Na de opening volgt een keynote speech van Dick Benschop, president-directeur van Shell Nederland. Nadat hij Jet-Net heeft gefeliciteerd met het 10jarig bestaan, gaat hij in op de rol van Jet-Net in het Nederlandse bedrijfsleven: “We hebben de laatste 10 jaar mooie resultaten geboekt, maar we zijn er nog niet. Voor Nederland is innovatie belangrijker dan ooit. Om te zorgen dat Nederlandse bedrijven hun innovatieplannen kunnen uitvoeren moeten er nog meer bèta’s bijkomen. De Jet-Net formule heeft zich zeker bewezen, maar het kost tijd, het vergt een echte mentaliteitsverandering.” Dick Benschop legt uit dat innovatie voor Nederland in de toekomst noodzakelijk is: “Door de vergrijzing zal het arbeidspotentieel de komende jaren afnemen, terwijl we om internationaal mee te blijven doen juist productiever moeten worden. We hebben bèta’s nodig om efficiënter te gaan produceren, en om kennis over te dragen naar volgende generaties.” De methode van Jet-Net gaat dan ook verder dan een brochure en een praatje: “Het gaat om intensieve samenwerking: ambassadeurs van bedrijven komen vaker langs, geven workshops, werken nauw samen met docenten en laten leerlingen actief meedoen. Learning by doing.” Benschop ziet inmiddels dat de methode zijn vruchten afwerpt: “Er is een kentering zichtbaar, de instroom van jongeren in technische studies in het hoger onderwijs is toegenomen. Dat komt mede omdat jongeren nu meer kijken naar de kansen die een studie je later geeft op de arbeidsmarkt, die analyse wordt nu eerder gemaakt dan 10 jaar geleden.” Benschop belicht speciaal de rol van de docent: “De docenten hebben een centrale rol in de Jet-Net methode, bijzonder bedankt voor de inzet de laatste jaren, de komende jaren zullen jullie nog veel van ons horen en we hopen dat we ook dan weer op jullie kunnen rekenen.”
Gesprek met boegbeelden Met: Marc Hendrikse, Ineke Dezentjé Hamming, Marlies van Wijhe, Tanja Jadnanansing en Eric Schagen. Tafelheer: Sywert van Lienden. Onder leiding van Twan Huys voeren boegbeelden uit de bedrijfswereld en politiek een gesprek over de toekomst van bèta-onderwijs in Nederland. Sywert van Lienden begint meteen met een bekentenis: “Ik studeer politicologie, rechten en economie, maar eigenlijk had ik een technische studie willen doen. Het liefst technische natuurkunde.” Tanja Jadnanansing: “Studenten vertellen mij wat ze in een studie zoeken: uitdagend onderwijs en inspirerende docenten.” Marlies van Wijhe: “Daar zit een imagoprobleem voor bètavakken. Jongeren weten niet wat ze met chemie kunnen en verwachten dat de studie saai wordt. Ik probeer constant uit te leggen wat je met die studie kan doen en wat wij doen. We moeten blijven enthousiasmeren.” Marc Hendrikse: “Techniek is een middel, geen doel. We moeten laten zien welke oplossingen er zijn gekomen voor lastige maatschappelijke problemen door techniek. Bijvoorbeeld robotisering in de zorg, veiligheid en nieuwe energievormen.” Eric van Schagen: “Techniek moet net als in de Verenigde Staten een hogere status krijgen. Ouders moeten trots zijn dat hun kind een technische studie volgt. We moeten leermethodes verbeteren, die zijn op dit moment echt nog niet goed genoeg.” Ineke Dezentjé Hamming “We hebben het constant over koopkracht, maar waar het om gaat is onze verdienkracht. Waar gaan we ons geld mee verdienen? Het is een keus geweest om de maakindustrie naar Nederland te halen. We gaan ons geld niet met zorg, niet met onderwijs, maar met techniek verdienen. Kennis is belangrijk, daar wordt op verdiend.” Sywert van Lienden krijgt veel bijval na zijn slotwoord: “Techniek heeft stille helden die minder op de voorgrond treden op dit moment. Waarom zitten er nooit bèta’s in NOVA College tour, Twan? Waarom zitten er alleen maar alfa’s en communicado’s aan tafel bij De Wereld Draait Door?” Twan Huys: “Daar ga ik serieus over nadenken.”
Column Alexander Klöpping Alexander Klöpping vertelt over technologische innovaties die oplossingen bieden voor problemen op allerlei terreinen, en de vreemde angstige en negatieve reactie van bedrijven en overheden hierop: “Sinds twee weken is de applicatie Uber gelanceerd, waarmee chauffeurs en klanten elkaar gemakkelijk kunnen vinden en bovendien kunnen zeggen wat ze van elkaar vinden door middel van een rating systeem. Een simpele applicatie die veel overbodig werk wegneemt. Het eerste wat gebeurde toen deze applicatie werd gelanceerd was dat het verboden werd. Want het was nieuw en er was al een systeem. Het grootste gevaar voor dit soort mooie nieuwe technieken zijn dan ook de zogenaamde Dinosauriërs: conservatievelingen binnen bedrijven en overheden die bang zijn voor vernieuwing en er alles aan doen om dit tegen te houden. De basisreactie van bedrijven die te maken krijgen met verandering is een verbod op vernieuwingen of een gang naar de rechter. Sommige bedrijven zouden graag de uit-knop van het internet indrukken, als die had bestaan. Gelukkig zijn er inmiddels 14-jarige kinderen die vanuit hun zolderkamertje concurreren met miljoenenbedrijven. En hoe erg de dinosauriërs ook bezig zijn met beperken, blijven de kinderen gewoon doorprogrammeren en vernieuwen. Dat is belangrijk en daar zijn we dankbaar voor.”
De Stagedag van je Leven Een terugblik met leerlingen van Jet-Net scholen en directeuren van Jet-Net bedrijven op de wedstrijd ‘Stagedag van je Leven’. Onder leiding van Twan Huys. Victor van der Wurff liep zijn stage bij KPN: “Ik gebruikte wel internet, maar ik wist niets van de wereld die erachter zat, ik vond dat boeiend om te zien. Ik weet nu zeker dat ik een technologische studie wil gaan doen, het liefst sterrenkunde en dan de eerste man op Mars worden.” Maaike Tran liep haar stage bij Shell: “Ik heb door mijn stage vooral kunnen zien dat er veel verschillende studierichtingen zijn binnen die bètastudies. Ik weet nog niet welke studie ik wil doen, maar in ieder geval een technologische studie. Ik ben al bij verschillende universiteiten wezen kijken.” Amber Nijdam liep haar stage bij Tata Steel: “Ik wil ook iets technisch gaan doen. Het liefst ga ik bij het bedrijf van mijn oom werken in Australië, hij maakt boorplatformen over de hele wereld. Dat lijkt me heel leuk.” Dick Benschop: “Eén ding waar we echt in geloven is dingen met eigen ogen laten zien. Laten zien wat de mogelijkheden zijn. Dat is bij deze scholieren goed gelukt.”
Jet-Net gast: Jeroen van der Veer Aan de hand van zelf gekozen videofragmenten vertelt Jeroen van der Veer (voorzitter Platform Bèta Techniek en oud-topman Shell) over zijn passie voor techniek en het belang van technische opleidingen. “De reden dat ik voor een technische studie heb gekozen was dat ik erg graag naar het buitenland wilde. Je vergroot je kansen aanzienlijk met een technologische opleiding. Die studie ging me goed af, ik hoefde niet echt hard te werken. Ik was lid van een studentenvereniging en ’s avonds dronken we vooral bier. Wat mij heeft gered is dat ik altijd aanwezig was bij het eerste college. Die discipline heeft me er doorheen geholpen.” Van der Veer liep zelf ook twee inspirerende stages: “Ik heb bij Demka en Shell stages gelopen. Daar liggen de wortels van mijn carrière. Ik vond de raffinaderij van Shell fascinerend, dat ging allemaal automatisch! Toen wist ik het zeker: ik ga de procesindustrie in.” Naar aanleiding van een fragment over de klapschaats vertelt hij: “De klapschaats zette de schaatswereld op zijn kop, alle records werden verbroken. We mogen trots zijn op deze typisch Nederlandse innovatie.” Van der Veer benadrukt dat ook leraren zich moeten blijven ontwikkelen: “We moeten ook mogelijkheden creëren voor leraren om stages te lopen bij bedrijven. Leraren moeten de mogelijkheid hebben met moderne middelen te werken. Alleen zo kunnen ze de volgende generatie inspireren.”
Afsluiting met Jet-Net directeur Gerard Jacobs Gerard Jacobs noemt de conclusies van de dag en heeft via Skype verbinding met Denemarken, die wegens het succes in Nederland ook de Jet-Net formule gaan invoeren. “Samenvattend is een aantal zaken van belang: • Ten eerste moeten we de carrièrekansen na een technische opleiding nog beter schilderen. De mogelijkheden zichtbaar maken. • Ten tweede moeten we meer boegbeelden gebruiken uit de bètawereld en daar ook actief naar zoeken. Want bèta’s zijn misschien net iets minder geneigd uit zichzelf op de voorgrond te treden. • Ten slotte moeten we door steeds te vernieuwen en investeren in docenten en leerlingen, de fascinatie voor techniek blijven voeden Op die manier willen we naar de 4 op de 10 bètastudenten in 2025. Ook internationaal zijn we hard bezig met het InGenious-project, in 16 landen met bijvoorbeeld best practices, om nog meer jongeren te enthousiasmeren.” Vervolgens wordt er Skype-verbinding tot stand gebracht met Nanna Seidelin, initiatiefnemer van Jet-Net DK: “Gefeliciteerd met jullie 10-jarig bestaan. Vanaf volgend jaar starten we met ons eigen Jet-Net project: Jet-Net DK. Op dit moment is duidelijk dat er vier bedrijven mee gaan doen en er nog eens vijf bedrijven geïnteresseerd zijn. Een zelfde soort aantal als waar jullie in Nederland mee begonnen.” Ten slotte sluit Gerard Jacobs de dag af door nogmaals de doelstelling van Jet-Net de komende jaren te benadrukken. “We zitten nu op 85 deelnemende bedrijven en 170 scholen. Er staan ook nog eens 88 scholen op de wachtlijst. We willen echt groeien naar 250 scholen en 160 bedrijven. Als elk bedrijf dat nu deelneemt er voor zorgt dat er nog een ander bedrijf bijkomt, dan gaan we die doelstelling halen!”