Vermogensbeheer | Beleggingsadvies | Familiebeheer
In deze nieuwsbrief voor Q4 2014 -
Europa; glas half vol of half leeg?, p.1. Vooruitzichten aandelen getemperd – small caps afgebouwd, p.2. Beleggen op lange termijn, p.3. IN en UIT de portefeuille, p.4. Pensioenopbouw nogmaals beperkt per 1 januari 2015, p.5.
Half leeg glas in Europa De redenen om negatief te zijn over de economische vooruitzichten van Europa liggen voor het oprapen. Als eerste neemt de economische groei af en blijft deze hangen onder 1% op jaarbasis voor de eurozone, zoals blijkt uit grafiek 1. Economische groei eurozone blijft onder 1%
Europa; glas half vol of half leeg? In derde kwartaal veel gebeurd Europa stond in het derde kwartaal in het middelpunt van de belangstelling. En niet altijd om positieve redenen. Geopolitiek laaide de onrust op tussen Europa en Rusland als gevolg van de crisis in Oekraïne. De relatie tussen Europa en Rusland kwam nog verder onder druk na het neerstorten van MH 17. Dit had tot gevolg dat wederzijds economische sancties zijn afgekondigd. Afgemeten aan de beursontwikkeling heeft vooral Rusland daar last van. De FTSE Rusland-index daalde in het derde kwartaal met 16,4%. Onze AEX-index hield zich goed staande met een winst van 1,9%. De Eurostoxx50-index eindigde het derde kwartaal onveranderd en de euro werd 7,8% goedkoper ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Verder kenmerkte het derde kwartaal zich door enkele oprispingen van onzekerheid, waarna beleggers weer snel overgingen tot de orde van de dag. Het Schotse onafhankelijkheidsreferendum en het failliet van de Portugese bank Banco Espirito Santo domineerden kortstondig het nieuws. Portugese beleggers hadden daar wel last van en zagen de Portugese beursindex in het derde kwartaal met 15,6% onderuit gaan.
Grafiek 1. Bron: www.tradingeconomics.com
Mede als gevolg daarvan blijft de inflatie maar dalen. Terwijl de Europese Centrale Bank streeft naar een inflatie van 2% voor de gehele eurozone dreigt de al lage inflatie om te slaan naar deflatie. Vandaar de rigoureuze stappen die de ECB in het derde kwartaal tot tweemaal toe heeft gezet om de economie en de inflatie tot leven te brengen. Twee renteverlagingen door de ECB en andere stimuleringsmaatregelen ten spijt laat de inflatie in grafiek 2 nog geen opleving zien. Europese inflatie dreigt om te slaan naar deflatie
Grafiek 2. Bron: www.tradingeconomics.com
Door de renteverlagingen in Europa, de lage inflatie en de matige Europese groei heeft de euro terrein prijsgegeven ten opzichte van veel valuta’s, vooral ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Het feit dat de Federal Reserve juist neigt naar een renteverhoging in 2015 en het verder afbouwen
_________________________________________________________________________________________________________ Kwartaalnieuwsbrief T&E inmaxxa p 1/6 Vierde kwartaal 2014
Vermogensbeheer | Beleggingsadvies | Familiebeheer van stimuleringen maakt de dollar aantrekkelijker. Zo snijdt het mes voor de dollar aan twee kanten: de waardedaling van de euro liep in het derde kwartaal op tot 7,8%. Grafiek 3 laat de waardedaling van de euro ten opzichte van de dollar goed zien.
Ander goed nieuws is dat de werkloosheid in de eurozone afneemt. Nog steeds is 11,5% geen aantrekkelijk perspectief, maar ten opzichte van de 12% in 2013 is er sprake van een lichte verbetering. Grafiek 4 laat in ieder geval weer een dalende tendens van de werkloosheid zien in Europa.
Euro verliest 7,8% in Q3 t.o.v. US dollar
Vooruitzichten aandelen getemperd – small caps afgebouwd
Grafiek 3. Bron: ProRealTime
Per saldo blijven wij positief ten aanzien van het aandelenklimaat in de wereld, al neemt het opwaartse momentum wel wat af. Aangezien onze verwachtingen voor de nabije toekomst iets zijn getemperd kiezen we ervoor om in Europa alvast het aandelenbelang terug te brengen. Het meest kwetsbare gedeelte van de Europese aandelenmarkt bevindt zich in het segment van de small caps en de Oost-Europese landen. In deze segmenten hebben wij recent de belangen verkocht en de opbrengst naar de veilige haven van een geldmarktfonds geloodst.
Of toch half vol? Juist die lagere waardering voor de euro maakt dat ons continent goedkoper kan exporteren naar de rest van de wereld. Op termijn zal dat de internationaal georiënteerde bedrijven die leunen op de export, gaan helpen. In ieder geval zijn de randvoorwaarden daarvoor nu geschapen. Tegelijkertijd blijft de rente voor bedrijfsleningen op een laag niveau, waardoor (her)financieringen goedkoop en eenvoudig zijn.
Small caps zijn aandelen met een kleine marktkapitalisatie. Bedrijven als Corio, Delta Lloyd, Aalberts en ASMI vallen binnen de Europese small cap index. Deze bedrijven zijn het meest kwetsbaar voor een haperende Europese economie. Recent is de index die de Europese small caps volgt onder het 200-daags gemiddelde gezakt en laat de onderliggende MACD-indicator een verkoopsignaal zien. Voor ons reden om afscheid te nemen.
Werkloosheidspercentage eurozone
Grafiek 4. Bron: www.tradingeconomics.com
_________________________________________________________________________________________________________ Kwartaalnieuwsbrief T&E inmaxxa p 2/6 Vierde kwartaal 2014
Vermogensbeheer | Beleggingsadvies | Familiebeheer
Europese small caps laten verkoopsignaal zien
Beleggen op lange termijn Risico’s nemen af in de tijd
Grafiek 5. Bron: ProRealTime
Dat wij kiezen om juist in Europa het aandelenbelang terug te brengen en niet in de Verenigde Staten heeft verschillende oorzaken. Zo bevindt de Amerikaanse economie zich al in een volgende fase van economisch herstel. Hierdoor voert de Federal Reserve ook een ander beleid dan de Europese Centrale Bank. Een andere reden is dat de waardering van bedrijven in Europa ten opzichte van Amerika historisch gezien aan de hoge kant ligt.
Het is makkelijker gezegd dan gedaan, beleggen op de lange termijn. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat zowel particuliere beleggers als fondsbeheerders de omloopsnelheid van hun portefeuille hebben zien toenemen. Oftewel, meer transacties in minder tijd. De vrees om op de korte termijn verlies te lijden en de continue aandacht voor de actuele resultaten is daar mede debet aan. Dan is het goed om kennis te hebben van een belangrijk voordeel van beleggen op de lange termijn. En dat is dat het risico in de loop der tijd afneemt. Kan een (aandelen)belegger in het eerste jaar een verlies hebben van 47%, op een termijn van 20 jaar is het meest slechte rendement een plus van 4%. Grafiek 8 laat dat zien voor Amerikaanse aandelen, obligaties en een 50/50 portefeuille van 1950 tot 2014. De verschillen in het procentuele rendement tussen een goede en een slechte periode nemen af naar gelang de beleggingshorizon toeneemt.
In de onderstaande grafiek 7 komt dat tot uitdrukking. Daarin is de koerswinst-verhouding van Europese aandelen gedeeld door de koerswinstverhouding van Amerikaanse aandelen. Gemeten over de laatste 15 jaar bevindt de waardering van Europese aandelen zich aan de bovenkant van de bandbreedte en boven het gemiddelde. Mede hierdoor kiezen wij ervoor om juist in Europa de belangen wat af te bouwen.
Risico op lange termijn neemt af
Europa relatief duur t.o.v. Verenigde Staten
Grafiek 8. Bron: JP Morgan asset management
Grafiek 7. Bron: JP Morgan asset management
_________________________________________________________________________________________________________ Kwartaalnieuwsbrief T&E inmaxxa p 3/6 Vierde kwartaal 2014
Vermogensbeheer | Beleggingsadvies | Familiebeheer
IN en UIT de portefeuille Eruit: Morgan Stanley Frontier Markets en Franklin Templeton Frontier Markets Erin: Intereffekt Global Frontier Markets High Dividend
aan de frontier markets is dat ze weinig schulden hebben, zowel kijkend naar overheden als consumenten (de frontier markets hebben niet meegedaan aan de kredietbubble) en ze fundamenteel, ondanks de koersstijgingen van de laatste jaar, nog steeds aantrekkelijk gewaardeerd zijn. We vinden frontier markets op dit moment aantrekkelijker dan opkomende markten. Economische groei diverse frontier markets (versus opkomende markten en ontwikkelde wereld)
Reden: Morgan Stanley bleek door de grootte van het fonds niet uit twee naar opkomende markten gepromoveerde frontier markets te kunnen stappen. In de Offensieve portefeuilles zit een allocatie naar frontier markets. Frontier markets zijn opkomende markten, maar niet de voor de hand liggende, zoals de Bric-landen (Brazilië, Rusland, India of China). Het betreft de landen die hier wat betreft inkomen en bpp per hoofd van de bevolking nog verder achterop liggen. In 1996 heeft het IFC 21 landen als frontier markets aangeduid. Volgens de definitie die IFC gebruikt was China nog een frontier market tot aan 1980 en Columbia tot aan 2011. Er zitten 11 Europese landen in de frontier market index, denk daarbij aan de Baltische staten, Bulgarije, Roemenië en de Oekraïne. Verder maken 11 Afrikaanse landen onderdeel uit van het universum, denk daarbij aan landen als Ghana, Kenia en Egypte. Ook het Midden-Oosten is vertegenwoordigd en ook Azië en Latijns-Amerika hebben ook enkele representanten. De spreiding is wereldwijd gezien groot. Wat betreft het aantal inwoners zijn de 21 frontier markets al groter dan het aantal inwoners uit de ontwikkelde landen. Frontier markets vertegenwoordigen 17% van de wereldbevolking (ontwikkelde landen 16% en opkomende landen 67%). De verwachtingen voor economische groei voor het segment zijn goed. Het IMF verwachtte destijds in 2011 voor de periode 2011-2050 een gemiddelde groei van 5,7% per jaar, duidelijk hoger dan die van opkomende markten. Wat verder aantrekkelijk is
Bron: presentatie Intereffekt Global Frontier High Dividend Equity (september 2013)
Voor de Offensieve portefeuilles hadden we een frontier markets fonds van Morgan Stanley of Franklin Templeton in de portefeuille. Voor de High Income strategie beleggen we al weer een tijdje in het Intereffekt Global Frontier High Dividend Equity-fonds omdat dit fonds een hoogdividendstrategie nastreeft. Daarmee past het fonds goed in de High Income strategie, dat een beleggingsstrategie is die voornamelijk bestaat uit fondsen die beleggen in instrumenten die in potentie een hoog uitkeringsrendement genereren. Het team van Intereffekt werkt met een aansprekende en gestructureerde kwantitatieve aanpak. Een van de filters in het selectiemodel is dat er alleen aandelen worden gekozen met een hoog dividendrendement (>4%). Het fonds heeft nu
_________________________________________________________________________________________________________ Kwartaalnieuwsbrief T&E inmaxxa p 4/6 Vierde kwartaal 2014
Vermogensbeheer | Beleggingsadvies | Familiebeheer een aantrekkelijk dividendrendement van 6,1%. We kiezen nu ook voor dit fonds in de Offensieve portefeuilles en dat gaat dus ten koste van het Morgan Stanley Frontier Markets Fund en het Franklin Templeton Frontier Markets Fund1. Voor het fonds van Morgan Stanley is de reden hiervoor dat dit fonds niet in staat was zijn belangen in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Qatar af te bouwen, toen deze twee landen uit het MiddenOosten promoveerden naar de categorie opkomende markten. Blijkbaar was het fonds van Morgan Stanley te groot – wat betreft beheerd vermogen – om deze posities zonder marktimpact te verkopen. Aangezien onze ‘normale’ beleggingsfondsen voor opkomende markten nu ook in de VAE en Qatar kunnen beleggen zouden we bij het vasthouden aan de keuze voor het Morgan Stanley Frontier Equity Fund een gevaar lopen dat we een te grote blootstelling krijgen naar de VAE en Qatar. Bijkomend voordeel van het Intereffekt Global Frontier High Dividend Equityfonds is bovendien dat het over de afgelopen jaren de hoogste Sharpe-ratio heeft behaald in de ‘peer group’ van frontier markets-fondsen. De Sharperatio is een statistische maatstaf waarbij behaalde rendementen worden gecorrigeerd voor de risico’s die zijn gelopen (in termen van volatiliteit). Hoe hoger de Sharpe-ratio hoe beter de prestaties zijn. Overigens zijn sowieso de Sharpe-ratio’s van fondsen voor frontier markets erg hoog (normaal is een Sharpe-ratio van boven de 0,5 al goed). Dat komt niet alleen door de uitstekende markten van de fondsen zelf, maar ook van frontier markets in het algemeen. Hier staan natuurlijk ook hogere risico’s tegenover, zoals meer beweeglijkheid en minder liquiditeit.
1
Optimix clienten blijven belegd in Franklin Templeton Frontier Markets Fund tot de overgang naar Binckbank
Risico-rendement verhouding
Bron: presentatie Intereffekt Global Frontier High Dividend Equity (oktober 2014)
Pensioenopbouw nogmaals beperkt per 1 januari 2015 Er is op 13 oktober 2014 een wetsvoorstel aangenomen met als doel om de pensioenopbouw per 01-01-2015 nog verder te beperken (het zogenaamde Witteveen-kader). Hiervoor zijn per 1 januari 2014 al een aantal zaken gewijzigd. Zo is de pensioenrichtleeftijd gekoppeld aan de AOW en de AOW is opgetrokken naar 67. Tevens is het opbouwpercentage van het pensioen beperkt bij het middelloon tot maximaal 2,15% en bij het eindloon tot 1,9%. Dat betekent dat een werknemer met een middelloonregeling per jaar 2,15% van zijn pensioengrondslag (salaris minus AOW-franchise) aan brutopensioen kon opbouwen. Per 1 januari 2015 zal de pensioenopbouw nogmaals verder worden beperkt. • De pensioenopbouw in een middelloonregeling wordt beperkt tot maximaal 1,75 %; • In een eindloonregeling tot maximaal 1,55 %;
_________________________________________________________________________________________________________ Kwartaalnieuwsbrief T&E inmaxxa p 5/6 Vierde kwartaal 2014
Vermogensbeheer | Beleggingsadvies | Familiebeheer • De opbouw in een beschikbare premieregeling wordt beperkt tot het niveau dat voor middelloonregelingen geldt; • Het loon waarover pensioen wordt opgebouwd wordt beperkt tot € 100.000,-Het gevolg hiervan is dat niet alleen de opbouw van het ouderdomspensioen flink wordt gekort, ook het nabestaandenpensioen wordt door deze maatregelen getroffen. Dit komt omdat het nabestaandenpensioen een afgeleide is van het ouderdomspensioen. De verlaging van het nabestaandenpensioen heeft een grote invloed op de uitkering aan de achterblijvende partner en de kinderen nadat een kostwinner vroegtijdig is te komen overlijden.
Voor diegene die een hoger inkomen heeft dan € 100.000,- heeft de regering een extra spaarfaciliteit bedacht in Box 3 van de inkomstenbelasting. Daarin kan belastingvrij het surplus worden opgebouwd in een zogenaamde netto pensioenrekening of nettolijfrenterekening. De rekenregels daarvoor zijn formeel nog niet bekend. Met 1 januari als wijzigingsdatum in het achterhoofd geeft dat te denken. Wilt u meer weten neem dan contact met ons op. Wilt u meer weten over financiële planning? Neem dan contact op met André Brusse op 030 698 11 22. Hij is onze expert in fiscale en inkomensvraagstukken.
T&E inmaxxa is een handelsnaam van T&E effecten B.V. - Vergunninghouder DNB - Geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten - K.v.K. Utrecht 30222517. Deze publicatie is geen prospectus of informatiememorandum. De gegevens in de publicatie zijn ontleend aan openbare informatie. T&E effecten B.V. staat niet in voor de juistheid en volledigheid van de in de publicatie opgenomen gegevens. Deze publicatie dient uitsluitend ter informatie en mag niet worden opgevat als een aanbod en evenmin als een uitnodiging tot het doen van een aanbod. Uw beslissing om te beleggen in de in deze publicatie genoemde fondsen en overige financiële instrumenten dient u uitsluitend te baseren op het betreffende prospectus en de daarvan deeluitmakende beschrijving van risicofactoren en voorwaarden. Deze informatie wordt aangeboden via hyperlinks in deze nieuwsbrief.
_________________________________________________________________________________________________________ Kwartaalnieuwsbrief T&E inmaxxa p 6/6 Vierde kwartaal 2014