Implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond
en kindermishandeling
Inhoudsopgave
1 1.1
Inleiding implementatie meldcode Hoe werkt de implementatie?
3 3
2 2.1 2.2
Communicatie over de meldcode Met medewerkers Met cliënten
3 3 3
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Inhoudelijk traject Inzicht bij de start Professionalisering personeel Protocol van handelen Verslaglegging Werken met instrumenten Samenwerken en SISA
4 4 4 4 4 5 5
Verwijsindex SISA
4 4.1
Invoering in beleid Aandachtsfunctionaris
Training en intervisie
4.2 4.3
Privacy en gegevensuitwisseling Juridische ondersteuning
6 7
5 5.1
Huiselijk geweld bij personeel Trainingen voor PenO-ers
7 7
6 6.1
Houd ’t actueel Proces en borging
7 7
Samenwerken en afstemmen
6 6
Verantwoordelijkheden
1 Inleiding implementatie meldcode Instellingen die de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond ondertekenen, geven daarmee aan werk te willen maken van het terugdringen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Zij verplichten zich tot implementatie van de meldcode. Dit betekent de meldcode in het organisatie beleid verankeren, zodat medewerkers er in hun dagelijkse werk mee aan de slag gaan. Daarvoor is het nodig om tijd en middelen vrij te maken. 1.1 Hoe werkt de implementatie? Om effectief met de meldcode te kunnen werken volgt een organisatie in maximaal een jaar parallel drie trajecten. Communicatietraject Het informeren van alle medewerkers en daarna de kring van cliënten1 over het doel en de inhoud van de meldcode. Inhoudelijk traject De meldcode praktisch toepasbaar en effectief maken. Startend met het inzicht verkrijgen in de huidige werkprocessen en scholingsbehoefte. U bent verplicht professionals in deskundigheid te bevorderen. Het signaleren en verwijzen moet optimaal aansluiten op de huidige werkprocessen en worden vastgelegd in een praktisch document; handelingsprotocol binnen uw instelling. Hierin zijn ook de registratievorm en ondersteunende instrumenten opgenomen. Invoering in beleid Om de meldcode te integreren in de dagelijkse praktijk en niet als instrument op zichzelf te laten bestaan, wordt deze geïntegreerd in het algemeen beleid van een organisatie. Dit is een taak voor directie/management ondersteund door een aandachtsfunctionaris, die naast communicatie en inhoudelijke implementatie zorg draagt voor: • het aanpassen van het organisatiebeleid; inbedding in bestaande zorgstructuur (verplicht), zorgen voor juridische ondersteuning en onderdeel van personeelsbeleid; • ketensamenwerking; afspraken maken over gegevensuitwisseling en privacy (verplicht).
2C ommunicatie over de meldcode Communicatie is belangrijk voor het succes van de meldcode. Zorg er daarom voor dat medewerkers en cliënten goed zijn geïnformeerd. Een checklist kan
1
daarbij helpen. Zo moeten professionals op de hoogte worden gebracht van de stappen van de meldcode en wat dat betekent voor de interne werkprocedures. Ook cliënten kunnen worden geïnformeerd over de meldcode. Bijvoorbeeld in de schoolgids of met een informatiefolder. 2.1 Met medewerkers De meldcode vraagt van veel organisaties een aanvullende werkwijze. Interne communicatie helpt bij het informeren en het vergroten van de betrokkenheid van medewerkers. Ook draagt die bij aan hun behoefte om meer te weten, mee te denken en mee te beslissen over het werken met de meldcode in de eigen werksituatie. • Breng het management in contact met de medewerkers om te horen wat er leeft. • Geef medewerkers de gelegenheid om zelf informatie te verzamelen of input te geven op het protocol van handelen, vastgelegd op basis van de meldcode. • Zorg voor communicatie over ondersteuning en begeleiding aanwezig, wanneer medewerkers met de meldcode werken. Bijvoorbeeld met het handelingsprotocol waarin elke stap van de meldcode staat. • Stel een aandachtsfunctionaris aan binnen uw organisatie. 2.2 Met cliënten Voor cliënten moet duidelijk zijn hoe organisaties en medewerkers aandacht hebben voor het stoppen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarnaast is van belang dat cliënten geïnformeerd zijn over het handelen bij vermoedens van of bij gebleken huiselijk geweld. • Informeer cliënten standaard over de wijze van handelen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit kan bijvoorbeeld met een verwijzing naar de meldcode. Het is belangrijk dat rechten en plichten van cliënten met betrekking tot het handelen bij huiselijk geweld inzichtelijk zijn. • Afhankelijk van het soort organisatie is de boodschap aan cliënten bij voorkeur gericht op het bieden van hulp en ondersteuning. Wees zorgvuldig met termen als ‘melden’ of het doen van ‘aangifte’. • Reserveer tijd en budget voor communicatiemiddelen, (tijdelijk) personeel of opleidingen. • Maak gebruik van geschikte communicatiekanalen, zoals een (personeels)blad, website, intranet, (digitale) nieuwsbrief, (online) gespreksplatforms. • Maak een communicatieplan. • Maak gebruik van de informatie van de GGD Rotterdam-Rijnmond. Die heeft voor verschillende professionals informatiemiddelen over de meldcode en biedt actuele informatie en nieuws over de meldcode op hun website.
Waar cliënten geschreven staan kan ook patiënten of klanten gelezen worden.
Implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond 3
3 Inhoudelijk traject Deskundigheidsbevordering en zorg vergen van een instelling verreweg de grootste inspanning en spelen een belangrijke rol bij het goed toepassen van de meldcode. Implementatie komt vooral neer op het inbedden van de meldcode in het primaire proces en het zorg dragen voor voldoende deskundigheid onder personeel. 3.1 Inzicht bij de start Wilt u gaan werken met de meldcode? Dan is het belangrijk om te weten in hoeverre uw organisatie op onderdelen al is ingericht in het werken met de code. Wat weten u en uw collega’s al over de meldcode? Zijn de verschillende stappen in een procedure beschreven? Voelen u en uw collega’s zich deskundig genoeg om over vermoedens te praten met cliënten of ouders? Er is een quickscan ontwikkeld om antwoord te krijgen op al deze vragen. Uw instelling brengt aan de hand hiervan de huidige zorgstructuur/werkprocessen in kaart, zodat de meldcode daar optimaal op kan aansluiten. 3.2 Professionalisering personeel Onderzoek 2 toont aan dat een meldcode alleen werkt als professionals voldoende zijn toegerust om ermee te werken. Het gaat kortweg om de volgende competenties: • Signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld herkennen • Signalen objectief kunnen benoemen en beschrijven • Signalen kunnen prioriteren (naar ernst) • Signalen bespreekbaar kunnen maken met andere professionals • Signalen en zorgen bespreekbaar kunnen maken met cliënten • Signalen aan de hand van een risicotaxatie kunnen toetsen • Objectief en zorgvuldig kunnen rapporteren • Kennis hebben van juridische aspecten inzake privacy en rechten/plichten professional en cliënt • Globale kennis hebben van de mogelijkheden tot hulp en behandeling • Globale kennis hebben van de civiel- en strafrechtelijke procedures Niet elk personeelslid behoeft de bovenstaande competenties en kennis beschikbaar te hebben. Dit is uiteraard afhankelijk van de functie, mate van verantwoordelijkheid en de wijze waarop de meldcode in de organisatie is ingebouwd. Het is daarom handig om een scholingsplan uit te werken en aan de hand van een screening de behoefte aan scholing in kaart te brengen. Op de website www.werkenmetdemeldcode.nl vindt u meer informatie over scholing aan personeel.
2
3.3 Protocol van handelen Het is van belang dat de huidige zorgroute, bestaande protocollen en huidige werkprocessen worden getoetst om te kijken of die aan de stappen van de meldcode voldoen en/of moeten worden aangepast. Het protocol van handelen beschrijft wie wat doet met signalen en vermoedens, in welke fase en hoe (registratie en) verwijzing en melding verloopt, zowel intern als extern. Wanneer het protocol van handelen is vastgesteld, in zorgroute is opgenomen, moet het door directie en management worden gecommuniceerd. Het protocol van handelen is uiteraard sterk afhankelijk van het soort organisatie. Informatie over dit protocol en voorbeelden van handelingsprotocollen kunt u vinden op de website. Het doel van het protocol is om de stappen van de meldcode vast te leggen in het primair proces (de dagelijkse praktijk). Daarin worden bij voorkeur ook afspraken neergelegd met de toegang van meldingen (AMK / ASHG / CJG). Dit heeft betrekking op de manier waarop u door deze instellingen wordt geïnformeerd en betrokken blijft bij (eventuele) vervolgstappen. Het Servicepunt Ketensamenwering kan u, voor het maken van deze afspraken, ondersteunen. In het handelingsprotocol staat onder andere beschreven: • wie welke beslissingsbevoegdheid heeft (functie en persoon); • de wijze van registratie en dossiervorming; • op welke gronden een signaal in SISA wordt afgegeven; • wie de casus blijft monitoren (voortgang bewaakt) en de wijze van terugkoppeling (dit geldt ook voor meldingen die zijn gedaan); • de lokale partners met wie u samenwerkt; • signaleringskaart en risico taxatie-instrument(en) die in uw sector gebruikt worden; • de afspraken over gegevensuitwisseling privacy en juridische ondersteuning. 3.4 Verslaglegging Naast het vaststellen van het signaleren en verwijzen moet in het protocol van handelen worden opgenomen hoe signalen, gesprekken, afspraken en meldingen worden geregistreerd. Dossiervorming maakt deel uit van de dagelijkse praktijk en is dus ingebed in bestaande zorg- en registratiesystemen. Daarbij spelen zes aspecten van verslaglegging, registratie of een cliëntdossier een rol: • Signaal van huiselijk geweld en kindermishandeling • Route die is gevolgd • Melding • Hulpverleningsarrangementen • Afgesloten zaken • Registratie
Effect van de Rotterdamse Meldcode (Verwey-Jonker Instituut 2011)
Implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond 4
Door een cliëntdossier (waarvan het format is vastgesteld door de directie) is optimale juridische ondersteuning door de werkgever mogelijk. Elke organisatie dient jaarlijks een overzicht van casuïstiek/adviesvragen en meldingen bij te houden. Het is belangrijk van te voren duidelijk met elkaar af te spreken wat er precies geregistreerd gaat worden om achteraf juiste vergelijkingen te kunnen maken. Ook het gebruik van SISA (Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak) en samenwerking met betrokken ketenpartners dient te worden vastgelegd. 3.5 Werken met instrumenten Signalerings-, verwijs- of risicotaxatie instrumenten kunnen ondersteunen bij het signaleren, wegen, verwijzen en/of samenwerken bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Hieronder volgt een overzicht van een aantal instrumenten. U kunt voor speciale aanvraag contact opnemen met het Servicepunt Ketensamenwerking. 3.6 Samenwerken en SISA Een professional die met de meldcode werkt, weet dat het mogelijk is dat meerdere professionals gelijktijdig in aanraking komen met hetzelfde slachtoffer of hetzelfde gezin. Het is daarom belangrijk dat in het protocol wordt vastgelegd wanneer contact opgenomen wordt met welke ketenpartner (ASHG, AMK of LTHG, CJG, DOSA of LZN). Voor kindermishandeling neemt u contact op met het AMK, voor huiselijk geweld met het ASHG. Samenwerken en afstemmen Het oppakken van signalen huiselijk geweld en kindermishandeling kan in veel gevallen ook lokaal plaatsvinden. Als betrokkenen open staan voor hulpverlening en de aard en duur van het geweld licht en kortdurend is kan in veel gevallen (opvoedings)ondersteuning, gezinscoaching of het aanpakken van cumulatieve problemen als schulden soelaas bieden om het geweld of de verwaarlozing te stoppen. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) spelen hierin een belangrijke rol, alsmede de Lokale Zorgnetwerken. Deze organisaties kunt u in uw (deel)gemeenten vinden. Samenwerking en afstemming met deze organisaties is zinvol om te zorgen voor een zorgvuldige en effectieve toeleiding.
Daarnaast is lokale samenwerking met collegainstellingen of lokale hulpverleningsorganisaties (Algemeen Maatschappelijk Werk) zinvol in de aanpak van huiselijk geweld. De aanpak vraagt immers om een gezamenlijke verantwoordelijkheid en het belang om ‘er niet alleen voor te staan’. Zo is het voor 1e lijnsprofessionals praktijk om samen te werken met het lokale maatschappelijk werk. Veel scholen maken gebruik van schoolmaatschappelijk werk. Bij het werken met de meldcode is het daarom goed om ook met deze partijen afspraken te maken. Verwijsindex SISA SISA (Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak) is de verwijsindex voor de stadsregio Rotterdam-Rijnmond. SISA is bedoeld om organisaties beter te laten samenwerken door problemen in een vroeg stadium te signaleren en een verdere escalatie te voorkomen. SISA legt uitsluitend persoonsgegevens van het kind/jongere vast en de organisatie die het signaal heeft afgegeven. SISA signaleert dat er hulp nodig is of geboden wordt maar legt niet vast wat er aan de hand is en waar de geboden hulp uit bestaat. In SISA kunnen professionals, die zijn aangesloten op SISA, een signaal afgeven wanneer zij van mening zijn dat er een risicofactor aanwezig is dat een jongere (tot 23 jaar) bedreigd wordt in zijn ontwikkeling naar volwassenheid. Wanneer meerdere organisaties een signaal afgeven op hetzelfde kind ontstaat er automatisch een match in het systeem. SISA zorgt er voor dat professionals op de hoogte zijn van deze match en van elkaars bemoeienis en zorgt er voor dat de samenwerking/afstemming gestart wordt. SISA stuurt op processen en niet op de uitvoering. In geval van signalen van kindermishandeling of huiselijk geweld waarbij kinderen/jongeren tot 23 jaar betrokken zijn is er sprake van een risicofactor en moet een signaal in SISA gegeven worden. Het gaat niet om een keuze tussen SISA of de meldcode. In geval van huiselijk geweld worden de stappen van de meldcode gevolgd, waaronder het registreren van een signaal in SISA. Voor meer informatie www.sisa.rotterdam.nl Voor vragen
[email protected]
Implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond 5
4 Invoering in beleid Om de meldcode te integreren in de dagelijkse praktijk en niet als instrument op zichzelf te laten bestaan, moet de meldcode onderdeel worden van het bredere beleid van een organisatie. Dit is een taak voor directie/ management ondersteunt door aandachtsfunctionaris, die naast communicatie en inhoudelijke implementatie zorgt voor de invoering in het beleid van de organisatie. Naast het installeren van procesverantwoordelijken en het vaststellen van een beleidsplan, moeten op beleidsniveau afspraken gemaakt worden over samenwerking, gegevensuitwisseling en de borging van de meldcode. In het instellingsbeleid kunnen de volgende aspecten worden vastgelegd: • De organisatie is verbonden aan de regionale Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond. • De organisatie werkt voor een optimale aanpak samen met organisaties (AMK/ASHG/CJG…). • De wijze waarop de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling onderdeel is van het scholingsaanbod personeel. • De wijze waarop gehandeld wordt inzake het signaleren en melden (protocol van handelen). • De juridische aspecten zoals registratie, informatieuitwisseling, aangiftebeleid in relatie tot landelijke wetgeving. Door de meldcode onderdeel te maken van het instellingsbeleid wordt de aanpak in juridisch en organisatorisch oogpunt gedragen en geborgd. 4.1 Aandachtsfunctionaris Rotterdam streeft naar een betere en meer effectieve aanpak op het terrein van huiselijk geweld, kindermishandeling en risicojeugd. Om dit te bereiken is samenwerking met professionals die in de dagelijkse praktijk met deze onderdelen geconfronteerd worden van groot belang. Om professionals en organisaties te ondersteunen en deze samenwerking te borgen zijn de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond en het Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak (SISA) ingevoerd. Daarnaast wordt in deelgemeenten hard gewerkt aan een eenduidige ketenaanpak en aansluiting van organisaties op het gebied van zorg, welzijn en onderwijs.
De aandachtsfunctionaris is de ‘spin in het web’ in de eigen organisatie en in deze aanpak. Elke organisatie met meer dan twintig personeelsleden dient een of meerdere aandachtsfunctionaris(sen) aan te stellen. Het Servicepunt Ketensamenwerking voorziet in trainingen voor aandachtsfunctionarissen. Het werken met aandachtsfunctionarissen is landelijk vastgelegd in de Regionale Aanpak Kindermishandeling (RAAK) en is onderdeel van het landelijk beleid inzake de aanpak van kindermishandeling. Verantwoordelijkheden De aandachtsfunctionaris draagt zorg voor een interne implementatie van de meldcode en SISA en zorgt daarnaast voor een effectieve samenwerking met de (lokale) ketens in opdracht van zijn directie/bestuur. Rotterdam vindt het belangrijk dat de aandachts functionaris als ‘voorhoedespeler’ wordt ondersteund en dat zijn kwaliteiten optimaal worden benut. De aandachtsfunctionaris heeft oog voor de problematiek, kennis van implementatie en borging en kan op de juiste manier collega’s adviseren. Hij of zij legt ook contacten met andere organisaties en met de lokale ketens. De aandachtsfunctionaris is toegankelijk voor de medewerkers en werkt samen met de directie om knelpunten op te lossen. Kortom, een aandachts functionaris heeft de nodige competenties nodig. Training en intervisie De gemeente Rotterdam biedt aandachtsfunctionarissen daarom de training ‘Ketensamenwerking en risico signalering voor aandachtsfunctionarissen’ aan. Voor informatie of deelname kunt u contact opnemen met het Servicepunt Ketensamenwerking. 4.2 Privacy en gegevensuitwisseling Een belangrijk element bij de invoering van de meldcode is de mogelijkheid voor ketenpartners om informatie uit te wisselen. Naast een systeem dat dit mogelijk maakt, dienen de betrokken partners afspraken te maken over de noodzakelijke informatie-uitwisseling, afgestemd op taken. Informatie over de juridische en inhoudelijke aspecten van informatie-uitwisseling en het doen van meldingen is te vinden op de website. Het Servicepunt Ketensamenwerking organiseert jaarlijks een themabijeenkomst over dit onderwerp.
Implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond 6
4.3 Juridische ondersteuning Organisaties moeten zorgen voor voldoende juridische ondersteuning voor hun personeel. Dit is nodig in de gevallen dat een cliënt aangifte doet van het schenden van de geheimhoudingsplicht of het beroepsgeheim, of als een zaak strafrechtelijke gevolgen heeft. Voor vragen over privacy en het werken met de meldcode kunt u terecht bij de helpdesk privacy van het Ministerie van justitie, telefoon: (070) 370 45 69,
[email protected] of het Servicepunt Ketensamenwerking huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarnaast is het voor medewerkers belangrijk dat zij zich juridisch gesteund voelen door de organisatie. De meldcode kan immers leiden tot een ‘conflict van plichten’ waarbij verschillende belangen moeten worden afgewogen. Personeel moet hier niet alleen in staan, maar dit samen met het management kunnen besluiten. Bij het doorgeven van een melding kan de veiligheid van personeel in het geding zijn. Ook daar zal de organisatie voldoende waarborgen voor moeten bieden.
5 Huiselijk geweld bij personeel Slachtoffers en plegers van huiselijk geweld hebben op hun werk vaak last van verminderde concentratie en lagere productiviteit. Ook kan er sprake zijn van verzuim. Naar schatting 10 tot 15% van het ziekteverzuim is het gevolg van huiselijk geweld. Als medewerkers worden lastiggevallen door hun partners, veroorzaakt dat onrust in de werkomgeving van het slachtoffer. Bedrijven en instellingen hebben er baat bij als zij maatregelen treffen om huiselijk geweld bij medewerkers bespreekbaar te maken. Een instelling kan er daarom tevens voor kiezen om de meldcode preventief te integreren in het personeelsbeleid. Dit vraagt om investeringen in: • de bedrijfsarts, het bedrijfsmaatschappelijk werk en de ARBO-dienst; • het verzuimbeleid en de interne hulpverlening aan medewerkers. 5.1 Trainingen voor PenO-ers De GGD Rotterdam-Rijnmond biedt trainingen waarin personeelsfunctionarissen, bedrijfsartsen, bedrijfsmaatschappelijk werkers en leidinggevenden leren om huiselijk geweld bij slachtoffers en plegers te herkennen, bespreekbaar te maken en medewerkers
naar de geëigende instanties te verwijzen. De trainingen bieden ook praktische maatregelen, die bedrijven kunnen treffen om de veiligheid van medewerkers te vergroten. Deelnemers krijgen een toolkit uitgereikt met informatie over huiselijk geweld, een verwijswijzer en praktische adviezen. Een training duurt een dag met een terugkombijeenkomst enkele maanden later.
6 Houd ‘t actueel Na een succesvolle implementatie van de meldcode binnen een instelling is blijvende aandacht noodzakelijk. Bij het actueel houden van huiselijk geweld en kindermishandeling en borgen van de code speelt de aandachtsfunctionaris van een instelling een belangrijke rol. 6.1 Proces en borging Het (leren) hanteren van de meldcode is een proces. Collegiaal overleg, intervisie en casusbesprekingen zijn daarbij essentieel. Een intervisiebijeenkomst of workshop (onder leiding van een deskundige) waar casuïstiek, signaleren, diagnostiek en verwijzen wordt geëvalueerd met staf, behandelverantwoordelijken of gedragsdeskundigen ondersteunt professionals. Het Servicepunt Ketensamenwerking organiseert netwerk-, thema- en intervisiebijeenkomsten, in samenwerking met verschillende ketenpartners en voor verschillende sectoren en deelgemeenten. Vragen tijdens succesvolle implementatie en borging: • Hebben professionals de kennis en vaardigheden om te kunnen doen wat er van hen wordt verwacht (functie-specifiek)? • Is de signalerings- en verwijsstructuur goed geregeld? • Is de registratie/dossiervorming goed geregeld? • Zijn de juridische consequenties geïnventariseerd en gedekt? • Zijn er ondersteunende signaleringsinstrumenten gebruikt? • Zijn er risicotaxatie instrumenten ter ondersteuning gebruikt? • Zijn personeelszaken, bedrijfsmaatschappelijkwerk, arbodienst en/of management getraind om te signaleren op de werkvloer? Is de vertrouwenspersoon voor personeel voldoende toegerust op het onderwerp? • Hoe verloopt de samenwerking met ASHG, AMK, LTHG, CJG? • Is er een (proces)aandachtsfunctionaris, die samen met directie het proces op gang houdt? • Waar vindt de dossiervorming in de directie plaats?
Implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond 7
Colofon Tekst: GGD Rotterdam-Rijnmond Vormgeving: Front-taal Januari 2012 GGD Rotterdam-Rijnmond Servicepunt Ketensamenwerking Postbus 70032 3000 LP Rotterdam Tel. (010) 433 98 89
[email protected] Meer informatie: www.werkenmetdemeldcode.nl www.meldcodeinhetonderwijs.nl