Inhoudstafel
Inleiding
3
I. De doelgroep
4
2. Kiezen voor studeren in het hoger onderwijs
7
3. Hoger onderwijs in Vlaanderen 3.1 De bachelor-masterstructuur (bama-structuur)
10 10
3.2 Het studieaanbod: opleidingen en studierichtingen
15
3.3 Flexibel studeren
17
3.4 Studievoortgang: het leerkrediet
18
3.5 Studieduurverkorting: vrijstellingen op basis van evk en evc
19
3.6 Structuur van een academiejaar
19
4. Belangrijkste factoren bij het maken van een studiekeuze 4.1 Belangstelling en interesse
22 22
4.2 Toekomstbeeld: ambities en professionele loopbaan
23
4.3 Competenties: eerdere studies en beroepservaring
24
4.4 Persoonlijkheid
24
4.5 Leeftijd
24
4.6 Zorg voor een gezin
25
4.7 Vluchtelingensituatie
25
5. Op stap : informatie verzamelen en vastlegging van de studiekeuze 5.1 Infodagen
26 26
5.2 Studieadviesdiensten
27
5.3 Kennismakingsactiviteiten
27
5.4 Contacten met andere anderstalige studenten (vluchtelingen en nieuwkomers)
28
5.5 Vastlegging van de studiekeuze
28
6. Voorbereiding op de studies
29
7. Toelatingsvoorwaarden hoger onderwijs 7.1 Diplomavereisten
31 32
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 1
7.2 Taalkennis
36
7.3 Bijkomende toelatingsvoorwaarden
38
7.4 Toelatingsexamens
39
7.5 Checklist toelatingsdossier
42
7.6 Checklist inschrijving
42
8. Studiefinanciering 8.1 Het studiegeld
43 43
8.2 Studietoelagen van de Vlaamse Gemeenschap voor het hoger onderwijs
44
8.3 Sociale dienst/studentenvoorzieningen aan universiteiten en hogescholen
46
8.4 Studeren met behoud van een uitkering
47
8.5 Een opleiding volgen in het hoger onderwijs via de VDAB
48
9. Studeren en werken 9.1 Studentenarbeid
49 49
9.2 Opleidingscheques voor werknemers
50
9.3 Betaald educatief verlof
50
9.4 Tijdskrediet
51
10.Studeren in het hoger onderwijs : hoe gaat dat ? 10.1 Werkvormen
52 53
10.2 Vaardigheden
53
10.3 Ondersteuning
54
11. Tips voor vluchtElingstudenten
55
12. permanenties VLUCHTELINGENWERK ‘studiebegeleiding voor vluchtelingen en NIEUWKOMERS’ 56 13. Nuttige adressen Universiteiten Hogescholen 14. CASES
57 57 61 66
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 2
Inleiding
Deze gids is bedoeld als een leidraad voor het begeleiden van vluchtelingen en andere nieuwkomers die willen studeren in het Nederlandstalig hoger onderwijs in Vlaanderen en Brussel. Zaken die aan bod komen zijn: de structuur en het studieaanbod van het hoger onderwijs, het maken van een studiekeuze, de toelatingsvoorwaarden, studiefinanciering en voorbereiding op de studies. Achteraan in de gids vindt men een aantal nuttige adressen. Informatie over onderwijs is echter nooit ‘af’ en de begeleider zal zich voortdurend moeten informeren over nieuwigheden en veranderingen. Verder is deze begeleiding voor een groot deel ‘maatwerk’ en sterk afhankelijk van de situatie en wensen van de vluchteling/nieuwkomer als kandidaat-student. Het aspect ‘gelijkschakeling van buitenlandse diploma’s’ komt in deze gids niet uitgebreid aan bod. Hiervoor verwijzen we naar onze aparte gids: Gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma’s. Een praktische gids. Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2007 Bestellen mogelijk via http://www.vluchtelingenwerk.be. Kostprijs: 10 Euro + verzendingskosten In deze gids wordt uitgebreid ingegaan op het hoger onderwijs. Wie meer informatie wil over andere onderwijsniveaus (basis- en secundair onderwijs, volwassenenonderwijs) kan volgende brochure raadplegen: Wegwijs in onderwijs. Een brochure voor begeleiders van asielzoekers, vluchtelingen en andere nieuwkomers. Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2007 Meer info: http://www.vluchtelingenwerk.be Voor wie wil studeren aan een Franstalige universiteit of hogeschool verwijzen we naar: SIEP - Service d’Information sur les Etudes et les Professions Rue de la Poste 109-111, 1030 Bruxelles Tel. 02/640 08 32 e-mail :
[email protected] http://www.siep.be Brussel, november 2008
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 3
I. De doelgroep
Vluchtelingen en nieuwkomers die zich inschrijven in een hoger onderwijsinstelling worden meestal beschouwd als ‘buitenlandse studenten’. ‘Buitenlandse studenten’ is de overkoepelende term die hogescholen en universiteiten vaak gebruiken voor alle niet-Belgische studenten die aan de instelling studeren. Toch zijn er enkele belangrijke verschillen tussen buitenlandse studenten die tijdelijk in België verblijven omwille van hun studies en vluchtelingen en nieuwkomers die permanent in België verblijven en studeren. We zetten de verschillende ‘categorieën’ van buitenlandse studenten op een rijtje. Uitwisselingsstudenten Uitwisselingsstudenten zijn buitenlandse studenten die in het kader van een uitwisselingsprogramma (bijv.‘Erasmus/Socrates’) voor een beperkte periode (bijv. 1 academiejaar) aan een universiteit of hogeschool les komen volgen. Zij zijn ingeschreven in de uitzendende instelling en zijn vaak ook vanuit die instelling of vanuit het betreffende land beursgerechtigd. Visumstudenten Visumstudenten zijn niet EU-studenten die naar België komen specifiek met het oog op het volgen van hoger onderwijs. Het studentenvisum wordt aangevraagd in het land van herkomst – op basis van de inschrijving aan de Belgische universiteit of hogeschool - en is geldig voor zolang studies gevolgd worden. Het verblijfsrecht is dus gekoppeld aan het volgen van hoger onderwijs en vervalt wanneer de visumhouder de studies stopzet of afstudeert. Vluchtelingen en andere nieuwkomers De term vluchtelingen wordt in deze gids gebruikt als overkoepelende term voor erkende vluchtelingen, asielzoekers en personen met het subsidiaire beschermingsstatuut. Hoewel zij uiteraard ook nieuwkomers zijn, beschouwen we hen als een aparte categorie. Zij zijn de doelgroep waar Vluchtelingenwerk Vlaanderen in het verleden heel wat expertise rond heeft opgebouwd. Asielzoekers Elke vreemdeling die in België aankomt, kan asiel aanvragen. Maar niet iedereen zal uiteindelijk als vluchteling worden erkend. Eerst moet de zogenaamde asielzoeker een asielprocedure doorlopen. Vanaf het moment dat de asielaanvraag wordt geregistreerd, start de asielprocedure. Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) onderzoekt eerst of België bevoegd is voor de asielaanvraag volgens de Dublin overeenkomst. Als België wel verantwoordelijk is voor de asielaanvraag dan wordt onderzocht of de asielzoeker werkelijk een bescherming nodig heeft.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 4
Het onderzoek van de asielaanvraag gebeurt door het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) op basis van de Conventie van Genève. Personen wiens asielaanvraag wordt geweigerd door het CGVS is een beroep mogelijk bij de Raad voor Vreemdelingenbetwisting (RVV). Dit is een rechtbank die in asielzaken over een volle rechtsmacht beschikt. Zij kan de beslissing van het CGVS bevestigen (weigering) of hervormen (oorsponkelijk geweigerd statuut toch toekennen). Tegen een negatieve beslissing van de RVV kan eventueel nog een beroep worden ingediend bij de Raad van State (RVS). Tijdens de asielprocedure krijgt de asielzoeker een ‘oranje kaart’ en verblijft legaal in België. Erkende vluchtelingen Volgens de Conventie van Genève is een vluchteling ‘elke persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan, of uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren’. Erkend vluchtelingen krijgen permanent verblijfsrecht in België. Personen met subsidiaire bescherming De Belgische asielinstanties moeten bij een asielaanvraag niet enkel onderzoeken of de asielzoeker kan erkend worden als vluchteling. In tweede orde moet onderzocht worden of de asielzoeker kan genieten van subsidiaire bescherming. Statuut van subsidiaire bescherming wordt aan de asielzoeker toegekend bij welke gegronde redenen bestaan om te geloven dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade als hij naar zijn land van herkomst zou teruggestuurd worden en aan wie de bescherming van zijn land niet kan of wil inroepen. Gevallen van ‘ernstige schade’ zijn: ¬¬ doodstraf of executie ¬¬ foltering of vernederende of onmenselijke behandelingen ¬¬ ernstige bedreigingen van het leven of de persoon van een burger door willekeurig geweld in een internationaal of intern gewapend conflict (oorlogsvluchtelingen). Een persoon met statutaire bescherming krijgt verblijf voor 1 jaar. Ieder jaar is er controle van de situatie in het land van herkomst. Als de situatie ongewijzigd is krijgt deze persoon verlenging van statuut met 1 jaar. Na 5 jaar krijgt deze persoon bescherming van België voor altijd. Nieuwkomers Hoewel erkende vluchtelingen, asielzoekers en personen met subsidiaire bescherming ook nieuwkomers zijn, worden ze in deze gids apart beschouwd. De term nieuwkomers verwijst naar personen die zich recent in België gevestigd hebben en een verblijfsrecht van bepaalde of onbepaalde duur hebben verkregen. Het gaat dus om personen die niet in België geboren zijn. Er zijn heel wat verschillende categorieën, maar we beschrijven hier de twee meest voorkomende situaties. Gezinsherenigers en gezinsvormers Gezinshereniging slaat op het bij elkaar brengen van reeds bestaande families. Een persoon die reeds in België verblijft kan gezinsleden (echtgenoten, kinderen, ouders) naar België laten komen. Die gezinsleden krijgen op basis hiervan verblijfsrecht. De regels hiervoor
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 5
verschillen naargelang de persoon in België zelf Belg of EU-onderdaan is of dat deze persoon een niet-EU onderdaan is. Ook iemand die nog geen familie is van iemand met een verblijfsrecht in België, maar wel van plan is om dit in de nabije toekomst te worden, kan een verblijfsrecht bekomen in België. Dit is het geval voor vreemdelingen die van plan zijn om te huwen of om een samenlevingscontract af te sluiten met een persoon met verblijfsrecht in België. In dit geval spreekt men over gezinsvormers. Geregulariseerden Veel vreemdelingen doen een beroep op de regularisatieprocedure om hun illegaal verblijf in België te regulariseren. Heel dikwijls gaat het om vreemdelingen die ooit asiel hebben aangevraagd, maar dit is niet noodzakelijk zo. Regularisatie is geen recht, het is veeleer een gunst. Hoewel er geen vaste criteria bestaan, wordt de aanvraag tot regularisatie meestal enkel zinvol bevonden als het gaat om: ¬¬ medische redenen (de persoon is ernstig ziek en kan daardoor niet terugkeren naar zijn herkomstland of kan er niet behandeld worden), ¬¬ onverwijderbaarheid (door omstandigheden kan de persoon niet terugkeren naar zijn herkomstland) ¬¬ lange asielprocedure ¬¬ bijzondere banden met België (persoon die hier al lang verblijft en intussen goed geïntegreerd is) Wiens verblijf uiteindelijk geregulariseerd wordt, krijgt verblijfsrecht. Dit kan van onbeperkte duur zijn of van beperkte duur. In dit laatste geval kan het verblijfsrecht wel verlengd worden, maar is dit gekoppeld aan bepaalde voorwaarden. Bijvoorbeeld de geregulariseerde moet werk vinden om in België verder te mogen verblijven. Een gedetailleerd overzicht van de verschillende statuten vind je op http://www.vmc.be/vreemdelingenrecht/wegwijs.aspx?id=616 Juridische helpdesk van het Vlaams Minderhedencentrum Tel. 02/205 00 55 (ma-di-do-vr: 9.00-12.30 en wo: 13.30-17.00) http://www.vreemdelingenrecht.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 6
2. Kiezen voor studeren in het hoger onderwijs
Heel wat vluchtelingen en nieuwkomers zijn hoogopgeleid en beschikken over heel wat talent en waardevolle competenties. Het is voor hen niet vanzelfsprekend om met hun buitenlands diploma in Vlaanderen passend werk te vinden. Niet-EU diploma’s worden niet altijd gelijkwaardig verklaard met een Vlaams diploma (academische erkenning) of worden door werkgevers vaak niet naar waarde geschat. Voor sommige beroepen, zoals de zogenaamde gereglementeerde beroepen (bv. ‘arts’), is een academische erkenning van een buitenlands diploma absoluut noodzakelijk om het beroep in België te mogen uitoefenen. Niet alle hoger opgeleide vluchtelingen zijn overigens in het bezit van een einddiploma hoger onderwijs. Sommigen hebben immers hun studies moeten onderbreken op het moment dat men het herkomstland ontvluchtte. Omwille van de vluchtsituatie is het ook voor heel wat vluchtelingen problematisch om aan de nodige studiedocumenten te geraken. We kunnen stellen dat een (voortzetting van een) studie aan een Vlaamse universiteit of hogeschool voor deze vluchtelingen en nieuwkomers vaak de enige optie is om werk te vinden volgens hun opleidingsniveau en om hun competenties maximaal aan te wenden. Studeren met het oog op het behalen van een Vlaams diploma is ook vanuit andere opzichten voor vluchtelingen en nieuwkomers interessant. Een vluchteling of nieuwkomer met een Vlaams diploma op zak zal vaak sneller werk vinden dan iemand met een academische gelijkwaardigheid van zijn of haar buitenlands diploma. Bovendien betekent het feit dat men gestudeerd heeft binnen het hoger onderwijs in Vlaanderen veel meer dan alleen het bezit van een diploma. Het getuigt ook van heel wat andere competenties zoals een zeer goede kennis van het Nederlands, flexibiliteit, doorzettingsvermogen,... Ondanks de grote interesse en vraag blijkt het instappen in het hoger onderwijs voor heel wat vluchtelingen en nieuwkomers niet altijd van een leien dakje te gaan. Zij hebben dan ook vaak nood aan informatie, advies en begeleiding.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 7
Wanneer de vluchteling of nieuwkomer beslist om in te stappen in het hoger onderwijs, dan ziet het traject er meestal als volgt uit:
buitenlands diploma diplomagelijkschakeling positief
diplomagelijkschakeling negatief /onmogelijk
aanvullende opleiding/studie (eventueel)
behalen van een Vlaams diploma
arbeidsmarkt
Vluchteling/nieuwkomer wil studeren in hoger onderwijs
Studiedocumenten verzamelen hoofdstuk 6
nederlands leren hoofdstuk 6
Studiekeuze maken hoofdstuk 3-4-5
toelatingsdossier indienen hoofdstuk 6
taaltest afleggen hoofdstuk 6
Voorbereiden op studies hoofdstuk 6-10
Instap in hoger onderwijs
Studiefinanciering hoofdstuk 7-8
Voor wie beslist om niet verder te studeren in het hoger onderwijs, maar toch nog een opleiding wil volgen of een diploma wil behalen, bestaan er nog een aantal alternatieve mogelijkheden. Het Volwassenenonderwijs (vroegere benaming Onderwijs voor Sociale Promotie – OSP) Het volwassenenonderwijs, vaak gekend als ‘avondonderwijs’ wordt in Vlaanderen in 122 Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO) aangeboden. Het stelt de cursisten in staat om een erkend diploma, getuigschrift of certificaat te behalen. Volwassenen van minimum 18 jaar, en jongeren die aan de voltijdse leerplicht hebben voldaan, mogen zich inschrijven. Naargelang de gekozen cursus kunnen er ook specifieke toelatingsvoorwaarden zijn. Het Volwassenenonderwijs wordt georganiseerd op secundair niveau (Secundair Volwassenenonderwijs) en op het niveau van het hoger onderwijs (hoger beroepsonderwijs, HBO). Het HBO leidt
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 8
tot het diploma van gegradueerde indien de opleiding meer dan 900 lestijden omvat. HBO-opleidingen situeren zich tussen het secundair onderwijs en een professionele bacheloropleiding in het hoger onderwijs. Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be/ of http://www.volwassenenonderwijs.be Algemene vorming binnen het volwassenenonderwijs Het vroegere tweedekansonderwijs is veranderd van naam en heet voortaan algemene vorming. Deze opleiding biedt volwassenen van minimum 18 jaar de kans om een diploma algemeen, beroeps- of technisch (ASO, BSO, TSO) secundair onderwijs te behalen. De centra voor volwassenenonderwijs richten zelf de examens in en reiken het diploma secundair onderwijs uit. Het is ook mogelijk om één of meerdere vakken op te frissen niet onmiddellijk gericht op het behalen van een diploma. Meer info: http://www.tweedekansonderwijs.be of http://www.volwassenenonderwijs.be Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs Bij deze dienst kan men terecht indien men een getuigschrift of diploma van het secundair onderwijs wil behalen. Tweemaal per kalenderjaar organiseert de commissie examenzittijden. Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be/secundair/examencommissie of http://examencommissie.be/ VDAB Training en opleiding De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling organiseert tal van beroepsopleidingen voor werkzoekenden. Meer info: http://www.vdab.be Syntra ondernemersopleidingen In de opleidingscentra van Syntra kan men terecht voor ondernemersopleidingen, bijscholingen, vervolmakingscursussen, omscholingen, taalcursussen en basiscursussen die de weg openen voor een carrière als zelfstandige. Meer info: http://www.syntra.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 9
3. Hoger onderwijs in Vlaanderen
3.1 De bachelor-masterstructuur (bama-structuur) De Europese landen sloten in 1999 de Bologna-akkoorden om zo tot een meer eenvormige structuur van het hoger onderwijs te komen. Pijler is de ba(chelor)-ma(ster)-structuur. Hierdoor kent het hoger onderwijs in Vlaanderen nog twee soorten onderwijs: ¬¬ Het hoger professioneel onderwijs ¬¬ Het academisch onderwijs Het hoger professioneel onderwijs bevat alleen bacheloropleidingen en wordt enkel georganiseerd aan de hogescholen. Het academisch onderwijs bevat bachelor- en masteropleidingen. Het academisch onderwijs wordt georganiseerd aan universiteiten en aan de hogescholen binnen het kader van een associatie. Een associatie is een samenwerkingsverband tussen universiteiten en hogescholen. Er zijn vijf associaties in Vlaanderen: ¬¬ Associatie Katholieke Universiteit Leuven ¬¬ Associatie Universiteit-hogescholen Limburg ¬¬ Associatie Universiteit Gent ¬¬ Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen ¬¬ Universitaire Associatie Brussel
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 10
De BAMA-structuur van het hoger onderwijs
Wat zijn studiepunten ? In de BAMA-structuur wordt de omvang van de opleidingen en opleidingsonderdelen (de ‘vakken’) uitgedrukt in studiepunten. Eén studiepunt komt overeen met 25 tot 30 uren onderwijs- en studieactiviteiten (lessen, stage, zelfstudie, opzoekingswerk, voorbereiding op en afleggen van examens, …). De normale studieomvang voor een student die voltijds studeert bedraagt 60 studiepunten per academiejaar. Professionele bachelor (PBA) 1 Studieduur: 180 studiepunten (minstens 3 studiejaren) Plaats: enkel in hogescholen Onderwijstaal: Nederlands Inhoud: Een professionele bacheloropleiding bereidt rechtstreeks voor op een job onmiddellijk na de studie. In een professionele bacheloropleiding krijgt de student zowel theorielessen als praktijklessen. Daarnaast moet de student ook een stage doen. In de theorielessen is de benadering van de leerstof eerder concreet. De student bespreekt theoretische modellen en hun toepassingsmogelijkheden in de dagelijkse praktijk. Hoe zit iets in elkaar? Hoe ontstaat iets? Hoe herken je het? Hoe kan je het herstellen? Hoe kan je erop inwerken? Welke zijn voor- en nadelen? In de praktijklessen gaat de student proefondervindelijk om met de materie die in de theoretische lessen aan bod is gekomen. Vaak worden er specifieke beroepsvaardigheden aangeleerd en getraind.
1 De beschrijving van de verschillende opleidingssoorten (PBA, ABA, MA, …) is gebaseerd op teksten uit de brochure: Wat na het secundair onderwijs ? Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Najaar 2008
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 11
Tijdens de stageperiode maakt de student uitgebreid kennis met het toekomstige werkveld en leert omgaan met beroepseigen mogelijkheden en moeilijkheden (stress, werk-en tijdsdruk, organisatieproblemen, beperkte financiële middelen, …). Moeilijkheidsgraad: De student krijgt een goed aaneensluitend geheel van lessen en stages. De lessen hebben meestal plaats in kleinere groepen. De afstand tussen student en docent is daardoor minder groot. Naast het redeneervermogen doet de school ook beroep op het werkvermogen van de student. Tewerkstelling: Met een professionele bachelor op zak is men klaar om onmiddellijk aan de slag te gaan op de arbeidsmarkt. Vervolgopleidingen: Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je nog: ¬¬ een andere professioneel gerichte bacheloropleiding volgen ¬¬ een masteropleiding volgen, na het succesvol beëindigen van een schakelprogramma (zie verder) Bachelor na bachelor (BANABA) Studieduur: minstens 60 studiepunten (minstens 1 studiejaar) Plaats: in hogescholen Onderwijstaal: Nederlands Inhoud: Een bachelor na bachelor is een vervolgopleiding die aansluit op een bachelor van 180 studiepunten. Meestal gaat het om een specialisatieopleiding. Tewerkstelling: Een bachelor na bachelor kan men volgen onmiddellijk na het beëindigen van de bachelor om zich nog verder te specialiseren. Het is echter ook mogelijk deze specialisatieopleiding te volgen nadat men reeds enige ervaring heeft opgedaan op de arbeidsmarkt en op basis daarvan verder wil specialiseren. Academische bachelor en master (ABA en MA) Studieduur: ABA: 180 studiepunten (minstens 3 studiejaren) MA: 60 tot 240 studiepunten (1 tot 4 studiejaren) Plaats: in hogescholen en universiteiten Onderwijstaal: Nederlands (slechts enkele academische opleidingen kan men in het Engels volgen) Inhoud: Academische bachelor- en masteropleidingen leggen de nadruk op een brede academische (theoretische) vorming of een vorming in de kunsten. De academisch gerichte bacheloropleidingen zijn op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd en bereiden de student voor op een masteropleiding. Aan de hogescholen zijn de academische bacheloropleidingen in hoofdzaak toegepast-wetenschappelijk. Het gaat niet zozeer om fundamenteel onderzoek (om de wetenschap zelf vooruit te helpen), maar wel om toegepast onderzoek (om het werken in het arbeids- of toepassingsveld vooruit te helpen). De theorie brengt een ruim begrippenkader, concepten, modellen en visies. De praktijk kan bestaan uit stages, ateliers, afstudeerprojecten, training en practica, taallabo en vertaaloefeningen, …
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 12
Aan de universiteiten verwerft de student in de academisch gerichte bacheloropleidingen een overzicht van de inhoud van de eigen wetenschap (domein, doelstellingen, probleemzones, …), een uitgebreid begrippenkader, een specifieke wetenschapstaal, een overzicht van belangrijke stromingen, theorieën en denkmodellen, het gebruik van een eigen onderzoeksmethodologie en bestuderingstechnieken. De student maakt ook kennis met een aantal hulpwetenschappen. Als de student bv. pedagogische wetenschappen studeert, heeft hij ook inzichten nodig uit filosofie, psychologie en biologie. De student kan de geografie maar echt bestuderen als hij een ruime notie heeft van natuurkunde, scheikunde, wiskunde, plant- en dierkunde. In de masteropleidingen ligt de nadruk op gevorderde wetenschappelijke of artistieke kennis en competenties die nodig zijn voor het zelfstandig beoefenen van wetenschap of kunst, of voor het uitoefenen van een beroep. Het uiteindelijke doel is de vorming van een onderzoeker. Een masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef. Moeilijkheidsgraad: Er komt heel wat denkwerk bij kijken. Het soort denkactiviteiten verschilt van richting tot richting. De student heeft een goed begrips- en redeneervermogen nodig. Daarnaast moet hij ook over een stevig geheugen beschikken. Er wordt bij het instuderen en verwerken van de leerstof een grote zelfstandigheid verondersteld. De leerstof bestaat vaak uit wetenschappelijke teksten waarin complexe concepten en modellen worden behandeld. Tewerkstelling: Na het behalen van een masterdiploma kan men aan de slag op de arbeidsmarkt. Hoewel de academische bacheloropleiding ook een afgerond geheel vormt en de student in principe ook dan al de arbeidsmarkt zou kunnen betreden, is de academische bachelor niet gericht op een tewerkstelling. Een academische bachelor bereidt vooral voor op het volgen van een masteropleiding. Vervolgopleidingen: Na een academisch gerichte bacheloropleiding kan je nog ¬¬ Een aansluitende masteropleiding volgen. ¬¬ Een niet-aansluitende masteropleiding volgen, na het volgen van een geïndividualiseerd opleidingsprogramma of een voorbereidingsprogramma (zie verder). ¬¬ Een andere academisch gerichte bacheloropleiding volgen, al dan niet met studieduurverkorting. Na een academische masteropleiding kan je nog ¬¬ Een master na masteropleiding volgen (zie verder) ¬¬ Een doctoraatstudie beginnen (zie verder) Master na master (MANAMA) Studieduur: minstens 60 studiepunten (minstens 1 studiejaar) Plaats: in hogescholen, universiteiten en instituten voor postgraduaatopleidingen Onderwijstaal: Nederlands (een aantal master na masteropleidingen worden in het Engels aangeboden en enkele in het Frans) Inhoud: Een master na master volgt op een (initiële) masteropleiding. Meestal gaat het om een specialisatie of voortgezette opleiding. Tewerkstelling: Omdat nogal wat master na masteropleidingen in het Engels worden aangeboden en omdat toegang soms mogelijk is op basis van een buitenlands einddiploma zijn deze opleidingen vaak erg
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 13
in trek bij vluchtelingen en nieuwkomers (zie hoofdstuk 6 toelatingsvoorwaarden). Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat door werkgevers minder belang gehecht wordt aan een voortgezette opleiding dan aan de basisopleiding. Een gelijkschakeling van het buitenlands basisdiploma of een Vlaams einddiploma (professionele bachelor of master) blijven vooralsnog het belangrijkste in functie van het vinden van werk. Bovendien moet men er rekening mee houden dat kennis van het Nederlands een absolute must is voor wie solliciteert op de Vlaamse arbeidsmarkt. Vluchtelingen of nieuwkomers die in het Engels studeren zullen aldus minder vertrouwd zijn met het Nederlandstalige jargon en minder tijd kunnen besteden aan de verwerving van het Nederlands. Vervolgopleiding: Wanneer men na een master na masteropleiding zich nog verder wil verdiepen in wetenschappelijk onderzoek kan men nog instappen in een doctoraatsopleiding. Doctoraatsopleiding Het ‘doctoraat’ is het hoogste specialisatieniveau om aan wetenschappelijk onderzoek te doen. Doctoraatstudenten nemen deel aan een origineel onderzoeksproject dat minstens 2 jaar duurt en wat uiteindelijk resulteert in het schrijven en verdedigen van een doctoraal proefschrift. Meestal neemt de doctoraatsopleiding algauw 4 à 5 jaar in beslag. Een doctoraatsopleiding kan men enkel volgen aan de universiteiten. Buitenlandse studenten en hogeschoolstudenten worden meestal verzocht om een pre-doctorale opleiding te volgen. Schakelprogramma Een schakelprogramma is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en master met een studieomvang van ten minste 45 studiepunten en ten hoogste 90 studiepunten. In een schakelprogramma wordt de wetenschappelijke en theoretische kennis van de student bijgespijkerd met het oog op het doorstromen naar een master. Voorbereidingsprogramma Een voorbereidingsprogramma is een overgangsprogramma tussen een academische bachelor en een master, eventueel te volgen wanneer de bachelor niet rechtstreeks aansluit bij de master. Een voorbereidingsprogramma mag niet meer dan 15 studiepunten bedragen. Lerarenopleiding De lerarenopleidingen werden in september 2007 grondig hervormd. Met deze hervorming worden nog twee soorten lerarenopleidingen onderscheiden. Geïntegreerde lerarenopleiding (GLO): De opleidingen tot kleuterleider, onderwijzer of regent is een opleiding van 180 studiepunten (minstens 3 jaren) waarvan er een stage voorzien is van 45 studiepunten (in plaats van de vroegere 34 studiepunten). Deze opleidingen worden aangeboden als een professionele bachelor aan de hogescholen. Studenten van de lerarenopleiding secundair onderwijs moeten zich voortaan in 2 in plaats van 3 vakken specialiseren. Specifieke lerarenopleiding (SLO): is een opleiding van 60 studiepunten waarvan 30 studiepunten stage (in plaats van de vroegere 10 studiepunten). Deze opleiding is bestemd voor studenten die al een diploma behaald hebben in hoger of volwassenenonderwijs (bv. klassieke filologie, industrieel ingenieur of orthopedagogie) en die in hun discipline alleen nog pedagogisch/didactisch gevormd moeten worden. Deze opleidingen kunnen aangeboden worden door universiteiten (vroegere aggregaat), volwassenenonderwijs (vroegere G.P.B getuigschrift) en – voor het eerst- hogescholen. Studenten van een tweejarige master kunnen indien zij dat wensen 30 van de 120 studiepunten besteden aan het eerste deel van de lerarenopleiding. De stage kan tijdens de vakinhoudelijke opleiding (bv tot fysicus) gevolgd worden, of erna. Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be/leraren
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 14
3.2 Het studieaanbod: opleidingen en studierichtingen Het studieaanbod aan de hogescholen en universiteiten is ingedeeld volgens studiegebied.
Professionele bachelors Architectuur (180sp) Audiovisuele en beeldende kunst (180sp) Biotechniek (180sp)
Academische bachelors en masters hogescholen Architectuur (300sp) Audiovisuele en beeldende kunst (240sp) Biotechniek (240sp)
Gezondheidszorg (180sp)
Gezondheidszorg (240sp)
Handelswetenschappen en bedrijfskunde (180sp)
Handelswetenschappen en bedrijfskunde (240sp)
Industriële wetenschappen en technologie en nautische wetenschappen (180sp) Muziek en podiumkunsten (180sp) Onderwijs (180sp) Sociaal-agogisch werk (180sp)
Industriële wetenschappen en technologie en nautische wetenschappen (240-300sp) Muziek en podiumkunsten (240-300sp)
Academische bachelors en masters universiteiten
Toegepaste Biologische Wetenschappen (300sp) Medische en Paramedische Weteschappen (240–420sp) Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen en Verkeerskunde (240–300sp) Toegepaste Wetenschappen (300sp)
Sociaal-agogisch werk (240sp) Pedagogische Wetenschappen en Psychologie (240– 300sp) Product Ontwikkeling (300sp) Toegepaste Taalkunde Archeologie, Geschiedenis, (240sp) Kunstwetenschappen, Taal-en letterkunde (240sp) Criminologische Wetenschappen, Rechten (240–300sp) Godsdienst, Moraal en Wijsbegeerte (240sp) Politieke en Sociale Wetenschappen (240-300sp) Wetenschappen (240-300sp)
Per studiegebied zijn er steeds een aantal opleidingen. Vaak hebben deze opleidingen specifieke afstudeerrichtingen. We geven een voorbeeldje: Professionele bachelor – studiegebied sociaal-agogisch werk Opleiding: Sociaal werk Afstudeerrichtingen: Maatschappelijke advisering
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 15
Maatschappelijk werk Personeelswerk Sociaal-cultureel werk Syndicaal werk en sociaal beleid Opleiding: Toegepaste psychologie Afstudeerrichtingen: Arbeids- en organisatiepsychologie Arbeids-, organisatie- en consumentenpsychologie Klinische psychologie Schoolpsychologie en psychopedagogie Opleiding: Maatschappelijke veiligheid Geen specifieke afstudeerrichtingen Opleiding: Orthopedagogie Geen specifieke afstudeerrichtingen Op volgende websites en in de onderstaande brochures vind je meer details over het studieaanbod binnen het hoger onderwijs. http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs Website van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming met heel wat informatie over het hoger onderwijs. http://www.hogeronderwijsregister.be Het hogeronderwijsregister is een databank met alle erkende opleidingen en instellingen van het hoger onderwijs. Een Engelstalige versie van deze databank is te vinden op: http://www.highereducation.be (let op: dit wil niet noodzakelijk zeggen dat de opleidingen in het Engels gevolgd kunnen worden) http://www.studyinflanders.be Website voor buitenlandse studenten met het studieaanbod van de Vlaamse hogescholen en universiteiten (let op: dit wil niet noodzakelijk zeggen dat de opleidingen in het Engels gevolgd kunnen worden) http://www.verruimjehorizon.be Website waarbij men informatie over een studierichting kan zoeken via niveau, belangstelling of via schoolvakken. Wat na het secundair onderwijs ? Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, najaar 2008 Brochure met een overzicht van de studiemogelijkheden na het secundair onderwijs en met een lijst van de onderwijsinstellingen. Je kan de brochure bestellen via: http://www.ond.vlaanderen.be/ publicaties) of downloaden van de volgende website: http://www.ond.vlaanderen.be/sidin Hoger onderwijs in Vlaanderen VCLB Service, 2008 In het boek is informatie opgenomen over alle voltijdse opleidingen na het secundair onderwijs die vandaag in Vlaanderen bestaan. Voor elke opleiding geeft het boek een overzicht van de klemtonen, afstudeerrichtingen, doorstromingsmogelijkheden na de bacheloropleiding, beroepsbeschrijving en opleidingsverstrekkers. Het boek is te bestellen en kost 16,20 Euro (+ 3,92 Euro verzendingskosten) http://www.vclb-service.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 16
3.3 Flexibel studeren Studiecontract en studietraject Er zijn verschillende manieren waarop de student de opleiding kan volgen. Dit wordt vastgelegd in het studiecontract en in het studietraject. Wanneer de student zich inschrijft, sluit hij een studiecontract af met de hogeschool of universiteit. Er zijn drie soorten studiecontracten: het diplomacontract, het creditcontract en het examencontract. Aandachtspunt: het is voor de toekomstige student belangrijk dat hij zich met het juiste contract inschrijft. Diplomacontract De meeste studenten sluiten een diplomacontract af met de hogeschool of universiteit. Een diplomacontract is er voor studenten die de volledige opleiding willen volgen om een bachelor- of masterdiploma te behalen. De student met een diplomacontract kan kiezen voor een modeltraject of een geïndividualiseerd studietraject. Modeltrajecten zijn trajecten die door de hogeschool of universiteit worden voorgesteld. Er zijn modeltrajecten van 60 studiepunten (voltijdse studie) of van 30 studiepunten (deeltijdse studie). Een geïndividualiseerd traject is een traject op maat van de student. Het wordt vastgelegd in overleg tussen de student en de hogeschool of universiteit. Wanneer men start met de studie worden meestal modelcontracten afgesloten. Voor vluchtelingen en nieuwkomers kan het raadzaam zijn om bij het begin van de studie niet te veel hooi op de vork te nemen. Een modelcontract van 30 studiepunten of een geïndividualiseerd traject kunnen aangewezen zijn bij de eerste inschrijving. Wanneer de student na het eerste jaar goede resultaten behaalt, kan hij bij een nieuwe inschrijving een hoger aantal studiepunten opnemen om de studievoortgang te versnellen. Let wel: om in aanmerking te komen voor een studietoelage moet de student een diplomacontract afsluiten van minstens 27 studiepunten. Creditcontract Studenten sluiten een creditcontract af wanneer zij zich enkel willen inschrijven voor bepaalde opleidingsonderdelen met de bedoeling creditbewijzen te halen. Een creditbewijs behaal je wanneer je een opleidingsonderdeel met succes hebt afgelegd. Dit is een aangewezen traject voor personen die uit interesse bepaalde opleidingsonderdelen willen volgen, hun hoofdopleiding willen verrijken of al over een diploma beschikken. Een creditattest is ten minste 5 jaar geldig en kan dienen als bouwsteen voor een diploma. Men kan in principe op deze manier een diploma behalen, maar dan duurt dit erg lang en is het ook erg duur. Er zijn overigens opleidingsonderdelen die je niet met een creditcontract kan volgen. Personen die een diploma willen behalen, sluiten beter een diplomacontract af. Een creditcontract geeft geen recht op een studietoelage (zie p.43). Examencontract Met een examencontract schrijft de student zich alleen in voor de examens. De student mag geen lessen of oefeningen volgen. Het examencontract geeft de student enkel de kans om examens af te leggen. Personen die een examencontract afsluiten, hebben niet het ‘sociaal statuut’ van studenten. Voor bepaalde opleidingsonderdelen kan er geen examencontract afgesloten worden omwille van hun aard (stages, praktijkoefeningen,…). Een examencontract geeft geen recht op een studietoelage (zie p.43). Werkstudenten Steeds meer hogescholen en universiteiten bieden speciale programma’s aan voor mensen die werken en studeren willen combineren. Meestal wordt dit aangeboden onder de vorm van avondprogramma’s of afstandsonderwijs. Studenten die deze programma’s volgen, krijgen dezelfde leerstof aangeboden als de dagstudenten, maar er zijn veel minder lessen en contactmomenten. Studenten die voor het avondprogramma kiezen, volgen lessen ’s avonds en/of op zaterdag. Afstandsonder-
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 17
wijs is meestal een combinatie van een beperkt aantal lessen met oefeningen en lessen die de student via de computer thuis kan verwerken. Er wordt van de werkstudenten verwacht dat zij de meeste leerstof thuis zelf verwerken en studeren. Er zijn heel wat vluchtelingen en nieuwkomers die werken en studeren willen combineren. Deze programma’s lijken dan ook erg aantrekkelijk, maar in praktijk blijken ze erg zwaar te zijn. Het combineren van werken en studeren vergt heel wat organisatietalent en veel inspanning. Omwille van de taal is het voor vluchtelingen en nieuwkomers erg belangrijk dat zij zoveel mogelijk lessen en contactmomenten kunnen bijwonen. Omdat deze programma’s voor werkstudenten erg gericht zijn op zelfstudie, zijn ze daarom vaak minder geschikt voor vluchtelingen en nieuwkomers. Wie toch een studie wil combineren met een baan, kiest daarom beter voor een geïndividualiseerd of deeltijds modeltraject.
3.4 Studievoortgang: het leerkrediet Hogescholen en universiteiten hebben de taak om studenten zo goed mogelijk te begeleiden tijdens hun studies zodat hun kansen op studiesucces maximaal zijn. Maar ook de student zelf is verantwoordelijk voor de studievoortgang. Om de student te wijzen op deze verantwoordelijkheid en te stimuleren om zijn studies binnen een redelijke termijn af te werken, krijgt de student een leerkrediet. Het leerkrediet is een rugzakje van 140 studiepunten. Bij de inschrijving gaat het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft van het leerkrediet af. De studiepunten waarvoor de student slaagt, worden op het einde van het academiejaar weer bijgeteld bij het leerkrediet. Het is de bedoeling dat het saldo van het leerkrediet positief blijft. Studenten die onvoldoende studiepunten verwerven en dus onvoldoende leerkrediet overhouden, kunnen bij een nieuwe inschrijving door de instelling geweigerd worden of moeten een verhoogd inschrijvingsgeld (maximum het dubbele van het normale bedrag) betalen. Op die manier wil men voorkomen dat studenten te vaak zonder resultaat van studierichting veranderen of veel te lang over hun studie doen. Let wel: de eerste 60 studiepunten die de student verwerft, tellen dubbel. Zo kunnen studenten toch nog voldoende leerkrediet opbouwen, ook al laten ze bij het begin van hun studieloopbaan al eens een steekje vallen. Het is erg belangrijk vluchtelingen en nieuwkomers te wijzen op het systeem van het leerkrediet. Het is immers met dit systeem niet mogelijk om eindeloos van studierichting te veranderen of zich in te schrijven zonder te slagen en creditbewijzen te behalen. Het komt erop aan om een goede en realistische studiekeuze te maken. Als blijkt dat de student toch verkeerd gekozen heeft, is het belangrijk om zo vroeg mogelijk te heroriënteren. Op die manier kunnen nog een aantal verloren studiepunten van het leerkrediet gerecupereerd worden. Voor de generatiestudent (1ste inschrijving in een bacheloropleiding met diplomacontract) die opgenomen studiepunten wil wijzigen, van studierichting wil veranderen of zijn studies wil stopzetten zijn er vooropgestelde data waarbij de student gedeeltelijk of alle leerkrediet kan behouden of verliezen. ¬¬ Vóór 15 december kan de student het aantal opgenomen studiepunten opnieuw toevoegen aan zijn leerkrediet. ¬¬ Tussen 1 december en 15 maart kan de helft van het aantal opgenomen studiepunten terug toegevoegd worden aan het leerkrediet. ¬¬ Na 15 maart kunnen er geen studiepunten toegevoegd worden aan het leerkrediet. Voor niet generatiestudenten (de student was reeds ingeschreven aan een hoger onderwijsinstelling vóór het academiejaar 2008-2009) zijn er andere data die de hoger onderwijsinstellingen zelf bepalen. Informeer tijdig.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 18
Meer informatie over het leerkrediet vind je op: http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/studentenportaal/ Via dit studentenportaal zullen studenten in de toekomst hier ook de stand van hun leerkrediet kunnen opvragen.
3.5 Studieduurverkorting: vrijstellingen op basis van evk en evc Studenten kunnen in bepaalde omstandigheden vrijgesteld worden van het volgen van bepaalde opleidingsonderdelen. Vrijstellingen kunnen er bijgevolg toe leiden dat de student de opleiding kan volgen in minder dan de normaal voorziene tijdsduur. In dit geval spreekt men over studieduurverkorting. Vrijstellingen of studieduurverkorting kunnen verkregen worden op twee manieren: op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) en op basis van eerder verworven competenties (EVC) Eerder verworven kwalificaties (EVK) Met EVK bedoelt men elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, binnen of buiten het onderwijs, met succes werd doorlopen. Het kan gaan om certificaten, getuigschriften, diploma’s, enz. Wie in het buitenland dus al een opleiding of studie heeft doorlopen, kan op basis van de puntenlijsten, getuigschriften of diploma’s vrijstellingen aanvragen en studieduurverkorting verkrijgen. De hogeschool of universiteit waar men zich wil inschrijven, oordeelt zelf over de toekenning van de vrijstellingen en de studieduurverkorting. Dit kan verschillen van instelling tot instelling. Meer informatie over de EVK-procedure kan men bekomen bij de instellingen zelf. De EVK-procedure is steeds gratis. Eerder verworven competenties (EVC) Met EVC bedoelt men kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die een persoon verwerft buiten een formeel leertraject en die dus niet bekrachtigd worden met een studiebewijs. Het gaat vaak om competenties die men heeft opgedaan tijdens een werkervaring, vrijwilligerswerk, enz. Met andere woorden, het gaat om vaardigheden en kennis die men niet op de schoolbanken heeft geleerd. Op basis van deze competenties kan men ook vrijstellingen en dus studieduurverkorting bekomen. De associaties van universiteiten en hogescholen hebben procedures uitgewerkt om deze competenties te meten en te beoordelen. Meestal gebeurt dit aan de hand van een uitgebreid assessment. Een assessment is een uitgebreide test en kan bijvoorbeeld bestaan uit een interview, een schriftelijke proef, maar vaak moet de persoon in kwestie ook een portfolio maken en een uitgebreid dossier samenstellen. Meer informatie over de EVC-procedure kan men bekomen bij de instelling zelf. Een eerste (informatief) gesprek is kosteloos, maar de EVC-procedure zelf is niet gratis. De prijzen verschillen afhankelijk van de associatie waartoe de instelling behoort.
3.6 Structuur van een academiejaar Het semestersysteem De opleidingen aan universiteiten en hogescholen zijn gespreid over meerdere jaren, academiejaren genaamd. Vrijwel alle hogescholen en universiteiten hanteren een semestersysteem. In het semestersysteem wordt het academiejaar opgedeeld in twee semesters. Elk semester wordt afgesloten met examens over de gedoceerde opleidingsonderdelen. Het academiejaar start eind september en begint met een aantal lesweken. Dan volgen er studieverlof (ook wel ‘blokverlof’ ge-
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 19
noemd) en examens. In februari worden de lessen weer hervat, opnieuw gevolgd door studieverlof en examens.
Eerste examenperiode Tweede examenperiode Eerste semester Tweede semester (september-januari) (februari-juni) (augustus/september) lesweken studieverlof examens lesweken studieverlof examens examens
De examens In het semestersysteem zijn er per academiejaar twee periodes vastgelegd waarin examens worden afgenomen. Er kan alleen examen worden afgelegd over een afgewerkt opleidingsonderdeel. Er zijn vaak een aantal opleidingsonderdelen die over de twee semesters van eenzelfde academiejaar heen worden gedoceerd. Daarover kan enkel in juni examen afgelegd worden. Let wel: de examens uit het semestersysteem worden globaal beoordeeld d.w.z. dat de punten van het eerste semester bij die van het tweede semester worden gevoegd. Zakken voor een opleidingsonderdeel in het eerste semester wil niet noodzakelijk zeggen dat men terug moet komen in september. De resultaten worden immers globaal beoordeeld aan het einde van de eerste examenperiode (eind juni). Wie voor het geheel (eerste + tweede semester samen) niet geslaagd is, wordt verwezen naar de tweede examenperiode in augustus en/of september. De student moet 10/20 halen op het examen als voorwaarde om te slagen voor elk opleidingsonderdeel. Wie niet slaagt, krijgt een volwaardige tweede kans in de tweede examenperiode (augustus of september) en moet alleen de opleidingsonderdelen overdoen waarvoor minder dan 10/20 werd behaald. Wie dan nog niet slaagt, moet de resterende opleidingsonderdelen overdoen en zal die mogelijks aanvullen met bepaalde opleidingsonderdelen uit een volgend studiejaar. Voor opleidingsonderdelen waarvoor men 10/20 heeft behaald, ontvangt men een creditbewijs. Een creditbewijs is minstens 5 jaar geldig en geeft recht op vrijstelling. Het studieprogramma Het programma van een studiejaar wordt ingedeeld in een aantal opleidingsonderdelen (‘vakken’) en voor ieder opleidingsonderdeel worden volgende elementen vastgelegd: contacturen, studietijd en studiepunten. Contacturen (CU) Hiermee bedoelt men het aantal uren dat voor een bepaald onderdeel door de universiteit of hogeschool wordt uitgetrokken om effectief onderwijs te geven. Theoretische lessen, oefeningen, practica, ook excursies komen in aanmerking, als er maar reëel contact is tussen student en lesgever. Studietijd (ST) Hiervoor maakt men de som van het aantal contacturen en de tijd die nodig is voor de persoonlijke verwerking van de leerstof. Ook voor persoonlijke lectuur, opdrachten, scriptie, enz. wordt een hoeveelheid studietijd begroot. Het zal duidelijk zijn dat bepaalde opleidingsonderdelen meer persoonlijke verwerking vragen dan andere. Aan bepaalde oefeningen moet de student thuis misschien bijna niets meer doen, terwijl voor andere opleidingsonderdelen voor ieder uur les 2 à 3 uur persoonlijke studie nodig is. Bij het bepalen van de tijd die nodig is om zich de stof eigen te maken, denkt men aan de zogenaamde ‘normstudent’. De studietijd geeft dus geen absolute aanwijzing over de tijd die men zelf in dat opleidingsonderdeel moet steken. Ieder opleidingsonderdeel is voor iedere student immers verschillend. Een studieprogramma van een volledig studiejaar omvat minimaal 1500 en maximaal 1800 uren studietijd.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 20
Studiepunten (SP) Dit begrip heeft niets te maken met de punten die men behaalt op een examen. Met de studiepunten van een bepaald opleidingsonderdeel geeft men aan hoe zwaar het opleidingsonderdeel meespeelt in het geheel van de opleiding. Een opleidingsonderdeel met 6 studiepunten is duidelijk veel zwaarder dan een opleidingsonderdeel van 3 studiepunten. Bij het bepalen van het aantal studiepunten voor een opleidingsonderdeel wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal uren les, practica… maar ook met de tijd die nodig is om dit alles te verwerken. Een studieprogramma van een volledig studiejaar omvat 60 studiepunten. Een voorbeeld: 1e bachelorjaar ‘biomedische wetenschappen’ Universiteit Gent Opleidingsonderdeel Fysica Algemene scheikunde Organische scheikunde Inleiding tot de biologie en genetica Cytologie en algemene histologie Algemene Fysiologie Informatica I Data-analyse I: wiskundige principes Totaal
CU 82,5 u 72,5 u 82,5 u 30 u 60 u 40 u 30 u 45 u 442,5 u
ST 320 u 300 u 330 u 150 u 210 u 180 u 75 u 150 u 1715 u
SP 11 10 11 5 8 6 3 6 60
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 21
4. Belangrijkste factoren bij het maken van een studiekeuze
Voor het maken van een gepaste studiekeuze is het belangrijk dat de vluchteling of nieuwkomer een goed zicht heeft op de eigen mogelijkheden en op de eigen interesses. Voor sommige vluchtelingen en nieuwkomers ligt de studiekeuze in het verlengde van eerdere studies of beroepservaring. Anderen willen hun loopbaan heroriënteren of hebben nog geen hoger onderwijs gevolgd. In dit geval ligt het maken van een geschikte studiekeuze wat moeilijker. We zetten enkele factoren op een rijtje die bepalend (kunnen) zijn voor een studiekeuze.
4.1 Belangstelling en interesse Het lijkt evident dat in eerste instantie naar de belangstelling van de vluchteling of nieuwkomer voor bepaalde studierichtingen gepeild wordt. Toch is het voor een vluchteling of nieuwkomer niet vanzelfsprekend om hier meteen een duidelijk antwoord op te geven. Het is dan ook erg belangrijk om de vluchtelingen en nieuwkomers informatie te geven over de structuur en het aanbod van studierichtingen binnen het hoger onderwijs (zie hoofdstuk 3). Daarnaast kunnen nog een aantal hulpmiddelen gebruikt worden. ‘Verruim je horizon’ Deze website biedt o.a. de mogelijkheid om een studierichting te kiezen op basis van belangstellingsdomeinen (administratie, literatuur, overtuigen/besturen, sociale wetenschappen, techniek, exacte wetenschappen, medisch, plastische kunsten, sport, wiskunde/cijferwerk, handel/zaken, muziek, sociaal dienstbetoon, talen) of op basis van iemands favoriete schoolvakken. http://www.verruimjehorizon.be De keuzewerkboeken Deze worden gebruikt voor het begeleiden van leerlingen uit het secundair onderwijs die een studiekeuze willen maken voor het hoger onderwijs. Een aantal elementen uit deze keuzewerkboeken kunnen echter ook gebruikt worden om naar de belangstelling en interesse van vluchtelingen en asielzoekers te peilen. Enkele voorbeelden zijn:
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 22
OP STAP naar het Hoger onderwijs of andere opleidingen’ Een keuzewerkboek voor leerlingen van het secundair onderwijs. Het werkboek is te vinden in de infotheek van de CLB’s (Centra voor Leerlingenbegeleiding) en in sommige openbare bibliotheken. Bestellen kan ook via deze website: http://www.vclb-service.be KIESWIJZER. Wat na het secundair onderwijs? Een uitgave van de Dienst Studieadvies van de Vrije Universiteit Brussel. De ‘kieswijzer’ is een werkboek waardoor men niet alleen kennis kan maken met de studiemogelijkheden en beroepen maar ook met zijn persoonlijke talenten en grenzen. De ‘kieswijzer’ kan gratis aangevraagd worden bij de Dienst Studieadvies van de VUB op het telefoonnummer 02/629 23 18. Meer info: http://www.vub.ac.be:downloads/kieswijzer.pdf KIESKEURIG. Je studiekeuze na het secundair onderwijs Een uitgave van de Dienst Studieadvies van de Katholieke Universiteit Leuven. Het denk- en doeboek Kieskeurig, is opgebouwd rond vijf stappen in het keuzeproces. Het helpt bij het verkennen van het studieaanbod, de arbeidsmarkt én het onderzoeken van eigen mogelijkheden en interesses. Meer info: http://www.kuleuven.be/studieadvies/studiekeuzebegeleider.html Indien de cliënt meer individuele begeleiding nodig heeft in verband met het maken van een geschikte studiekeuze kan hij worden doorverwezen naar een aantal gespecialiseerde begeleidingsdiensten. (zie 5.2 studieadviesdiensten)
4.2 Toekomstbeeld: ambities en professionele loopbaan Vluchtelingen en nieuwkomers die willen instappen in het hoger onderwijs hebben meestal een welbepaald doel voor ogen. Zij studeren om hun sociaal-economische positie van weleer te behouden of te verbeteren en om een job te vinden volgens hun opleidingsniveau. Soms staat de studiekeuze ook in het teken van een mogelijke terugkeer naar het herkomstland. Vluchtelingen en nieuwkomers kiezen vaak voor studies die leiden tot beroepen waar in hun herkomstland veel behoefte aan is. Heel populair zijn richtingen zoals geneeskunde, ingenieurswetenschappen, rechten, economische wetenschappen,… waardoor de lat vaak erg hoog komt te liggen. Wanneer de ambities of beroepsaspiraties minder duidelijk zijn, kan men de vluchteling of nieuwkomer vragen om in de krant of op jobsites een aantal vacatures te zoeken die de vluchteling of nieuwkomer aanspreken. De selectie van deze vacatures kan dan mee richting geven aan de studiekeuze. Natuurlijk moet men er rekening mee houden dat de arbeidsmarkt voortdurend in beweging is en dat veranderingen vrij snel kunnen optreden. Daarom is het belangrijk om vooral een studiekeuze te maken die bij de vluchteling of nieuwkomer past. Als begeleider kan je ook per studierichting een aantal beroepsmogelijkheden vermelden om de vluchteling of nieuwkomer een idee te geven van een eventuele professionele loopbaan. Hiervoor bestaan een aantal hulpmiddelen: Verruim je horizon De website http://www.verruimjehorizon.be ‘Hoger onderwijs in Vlaanderen’ Het boek ‘Hoger onderwijs in Vlaanderen’ (VCLB) vermeldt bij elke studierichting een aantal beroepsuitwegen. Het boek is te bestellen en kost 16,20 Euro (+ 3,92 Euro verzendigskosten) Meer info: http://www.vclb-service.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 23
Beroepsprofielen SERV Op de website van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) vind je een omschrijving van een heel aantal beroepsprofielen. Meer info: http://www.serv.be Profielengids VLOR Men kan ook de ‘Profielengids’ van de Vlaamse OnderwijsRaad (VLOR) raadplegen. Deze is beschikbaar op CD-Rom. Ook de beroeps en opleidingsprofielen van het hoger onderwijs zijn te downloaden via de website (onder publicaties) Meer info: http://www.vlor.be VDAB (Cobra) Op de website http://www.vdab.be/cobra vindt men allerlei informatie over een groot aantal beroepen. Men kan beroepenfiches en beroepenfilmpjes bekijken. Men kan ook verschillende beroepstesten afleggen. Meer info: http://www.vdab.be/cobra VDAB (knelpuntberoepen) Bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) kan men informeren naar bepaalde knelpuntberoepen. Dit zijn beroepen waarvan de vacatures moeilijk ingevuld geraken doordat er een tekort is aan arbeidspotentieel. Meer info: http://www.vdab.be
4.3 Competenties: eerdere studies en beroepservaring Naast interesse en ambitie spelen de competenties een belangrijke rol bij de haalbaarheid van de studiekeuze. Het is niet altijd eenvoudig om een juiste inschatting te maken van de competenties waarover vluchtelingen en nieuwkomers beschikken. Eerder behaalde studieresultaten kunnen een zekere indicatie geven, maar zijn vaak moeilijk te interpreteren door een verschillend onderwijssysteem in het herkomstland. Ook beroepservaring kan zicht geven op de competenties die de vluchteling/nieuwkomer in zijn loopbaan heeft opgebouwd.
4.4 Persoonlijkheid De eigen persoonlijkheid speelt eveneens een belangrijke rol bij de studiekeuze. Voor sommige studies of opleidingen is het bijvoorbeeld belangrijk dat de student gemakkelijk sociale contacten kan leggen en communicatief is. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan de opleiding ‘maatschappelijk werk’, maar ook bijvoorbeeld aan de artsenopleiding. Van dokters wordt immers ook verwacht dat zij op een vlotte manier met patiënten kunnen omgaan. Het is van belang de studenten die deze richtingen wensen te volgen hierop te wijzen.
4.5 Leeftijd Vluchtelingen of andere nieuwkomers die hun studies willen verderzetten in Vlaanderen, hebben meestal in hun herkomstland reeds hoger onderwijs gevolgd en zijn vaak al van middelbare leeftijd. Het is dan ook niet altijd vanzelfsprekend om terug te studeren aan een universiteit of hogeschool
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 24
waar de meerderheid van de studenten tussen 18 en 25 jaar is. Ook het feit dat men misschien al lang geleden is afgestudeerd, maakt het niet eenvoudig om terug met de neus in de boeken te zitten.
4.6 Zorg voor een gezin Heel wat vluchtelingen en nieuwkomers hebben een gezin met kinderen te onderhouden. Terug studeren betekent dan ook soms dat men niet uit werken kan gaan of dat men opvang moet zoeken voor de kinderen. Ook dit is een factor waarmee men rekening moet houden.
4.7 Vluchtelingensituatie Voor heel wat vluchtelingen is het creëren van en optimale studiesituatie niet mogelijk. Niet zelden hebben vluchtelingen te kampen met trauma’s als gevolg van hun vluchtsituatie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat studeren niet altijd even goed lukt.Anderzijds geven sommige vluchtelingen te kennen dat zij juist willen studeren om voor zichzelf een toekomst uit te bouwen en om hun zinnen op iets anders te kunnen zetten. Dit zijn allemaal factoren die in meerdere of mindere mate bepalend kunnen zijn voor de studiekeuze en die een invloed kunnen hebben op de studieloopbaan. Het is goed om dit met de vluchteling of nieuwkomer te overlopen, zodat deze bij de studiekeuze rekening kan houden met deze omstandigheden.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 25
5. Op stap : informatie verzamelen en vastlegging van de studiekeuze
Nadat de vluchteling of nieuwkomer op de hoogte is gebracht van de structuur, het aanbod en de werking van het hoger onderwijs en misschien al een idee heeft van de studiekeuze, is het belangrijk dat hij of zij nog verdere informatie verzamelt om tot een definitieve studiekeuze te komen. Moedig de vluchtelingen en nieuwkomers dan ook aan om zoveel mogelijk gebruik te maken van onderstaande initiatieven.
5.1 Infodagen SID-ins: Studieinformatiedagen Een eerste kennismaking met het hoger onderwijs kan op de Studieinformatiedagen. De SID-ins worden in elke provincie georganiseerd en gaan jaarlijks door in de periode van januari tot maart. Op deze beurs stellen alle hogescholen en universiteiten hun opleidingsaanbod voor. De beurs is gratis en toegankelijk voor het grote publiek op zaterdag. Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be/sidin KISS-dagen: Kwalitatieve Informatie ivm Studiekeuze voor Studenten De Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk, de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen en de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende organiseren in november algemene informatienamiddagen om kennis te maken met hun studieaanbod. Meer info: http://www.kuleuven-kortrijk.be/nl/ToekomstigeStudenten/infomomenten/KISS Infodagen van universiteiten en hogescholen De universiteiten en hogescholen hebben ook hun eigen infodagen. Toekomstige studenten krijgen er allerhande informatie over de aangeboden studieprogramma’s en kunnen er vragen stellen
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 26
aan docenten en studenten. Deze infodagen lopen meestal van februari tot juni en vaak zijn er ook nog enkele in september. Informatie over precieze data vind je op de websites en in infobrochures van de onderwijsinstellingen (zie p.57).
5.2 Studieadviesdiensten De Stap, Studieadviespunt Gent In de Stap kunnen volwassenen terecht die informatie zoeken over opleidingen, vormingen en onderwijs in het volwassenenonderwijs. Meer info: http://www.destapgent.be De Studiewijzer, Antwerpen De studiewijzer geeft informatie over alle onderwijsniveaus in Antwerpen en beschikt over een uitgebreide infotheek De studiewijzer is gratis en werkt nauw samen met de CLB’s. Meer info: http://studiewijzer.antwerpen.be Studieadviesdiensten van universiteiten en hogescholen Als de kandidaat-student al min of meer weet wat hij of zij wil gaan studeren, kan men doorverwijzen naar studieadviesdiensten van universiteiten en hogescholen die de gewenste studierichting aanbieden. De studieadviesdiensten beschikken over programmabrochures. Soms kan ook cursusmateriaal worden ingekeken. Indien gewenst, kan een afspraak gemaakt worden met een studentenbegeleider. Voor adressen, zie achteraan p.57.
5.3 Kennismakingsactiviteiten Sommige universiteiten en hogescholen organiseren – meestal in het voorjaar – kennismakingsactiviteiten. Onder de vorm van een ‘open lesweek’ of ‘workshops’ kunnen kandidaat-studenten op een actieve manier deelnemen aan het hoger onderwijsgebeuren. Deze kennismakingsactiviteiten zijn voor iedereen toegankelijk. Meestal moet wel op voorhand ingeschreven worden omdat het aantal plaatsen beperkt is. Deze kennismakingsactiviteiten zijn niet te verwarren met voorbereidende lessen of brugcursussen. Deze laatste zijn bedoeld voor toekomstige (reeds ingeschreven) studenten die zich extra willen voorbereiden op hun studies Deze kennismakingsactiviteiten zijn absolute aanraders voor vluchtelingen en nieuwkomers om een beeld te krijgen van studies aan een hogeschool of universiteit. Enkele voorbeelden: De faculteit toegepaste wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel organiseert tijdens de paasvakantie workshops architectuur, bouwkunde, scheikunde-materiaalkunde, werktuigkunde en elektrotechniek voor wie eraan denkt om de studies voor burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect aan te vatten. Meer info: http://www.vub.ac.be Tijdens de herfstvakantie en de krokusvakantie organiseert de Katholieke Universiteit Leuven een open lesweek. Kandidaat-studenten kunnen een aantal lessen meepikken aan de verschillende faculteiten in Leuven of campus Kortrijk. Meer info: http://www.kuleuven.be De Universiteit Hasselt organiseert ‘proefritten’ en ‘meeloopdagen’. Wie wil kennismaken met de opleiding geneeskunde, kan zich inschrijven voor de ‘geneeskundedagen’. Meer info: http://www.uhasselt.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 27
5.4 Contacten met andere anderstalige studenten (vluchtelingen en nieuwkomers) Eén van de beste manieren om een beeld te krijgen van wat het precies betekent om als anderstalige nieuwkomer of vluchteling te studeren in het hoger onderwijs, is het contacteren van lotgenoten. Als ‘ervaringsdeskundigen’ kunnen zij kandidaat-studenten over hun eigen ervaringen vertellen. Indien mogelijk, is het dan ook erg nuttig om kandidaat-studenten en reeds studerende vluchtelingen of nieuwkomers met elkaar in contact te brengen.
5.5 Vastlegging van de studiekeuze Vooraleer de vluchteling/nieuwkomer zijn studiekeuze definitief vastlegt, is het goed nog eens een aantal zaken op een rijtje te zetten. Heeft de vluchteling/nieuwkomer een goed beeld van de inhoud van de studies ? Heeft de vluchteling/nieuwkomer een idee van de verwachtingen die men van hem als student zal hebben ? Denkt de vluchteling/nieuwkomer de studies aan te kunnen ? Het loont vaak de moeite om het studieprogramma nog eens samen met de vluchteling/nieuwkomer te overlopen. Er kan ook navraag gedaan worden welk beroep de vluchteling/asielzoeker voor ogen heeft en of dit klopt met de gekozen studierichting.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 28
6. Voorbereiding op de studies
Extra taallessen Ook al voldoet men aan de toelatingsvoorwaarden in verband met de taalkennis Nederlands, toch kan de kandidaat-student vaak nog wat extra oefening gebruiken. Oefeningen kunnen op het internet gemaakt worden op volgende website: http://www.margoo.be. Vooral de mondelinge taalvaardigheid kan meestal nog wat aangescherpt worden. Daarom kan het nuttig zijn de vluchteling/nieuwkomer door te verwijzen naar bijvoorbeeld een conversatiecursus Nederlands. Informatica/PC-cursus Niet alle vluchtelingen en nieuwkomers zijn voldoende vertrouwd met informatica en vaak veroorzaakt dit problemen tijdens de studies. Van studenten wordt immers verwacht dat ze vlot met de PC kunnen werken. Daarom is het aangewezen om deze vluchtelingen te motiveren een computercursus te volgen alvorens ze met hun studie starten. Het Volwassenenonderwijs biedt verschillende PC-cursussen aan. Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/volwassen/richtingen.asp Algemene vorming Het vroegere tweedekansonderwijs (TKO) is veranderd van naam en heet voortaan algemene vorming (AV). Algemene vorming is er in eerste instantie om volwassenen de kans te geven alsnog een diploma secundair onderwijs te behalen. Soms is het mogelijk dat toekomstige vluchtelingstudenten of nieuwkomers enkele lessen meevolgen binnen algemene vorming om zich voor te bereiden op de studies in het hoger onderwijs. Bijvoorbeeld: een vluchteling/nieuwkomer die geneeskunde wil gaan studeren en zich wil voorbereiden op het algemeen toelatingsexamen arts/tandarts, kan toestemming vragen om in het tweedekansonderwijs de vakken wiskunde, biologie, fysica en chemie mee te volgen. Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/volwassen/lijst_av.asp Bibliotheken: kranten, boeken, … Een andere mogelijkheid is het doornemen van kranten in bibliotheken, het ontlenen van (studie) boeken, …
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 29
Zomer- en voorbereidingscursussen. Heel wat hogescholen en universiteiten organiseren voor toekomstige eerstejaarsstudenten zomerof voorbereidingscursussen. Ze zijn bedoeld om de basiskennis die verwacht wordt van de student nog eens op te frissen. Meer info bij de hogescholen en universiteiten (adressen zie p.57). Introductiedagen van universiteiten en hogescholen De meeste universiteiten en hogescholen organiseren introductiedagen om eerstejaarsstudenten wegwijs te maken en om ze ook kennis te laten maken met elkaar. Het is voor vluchtelingstudenten en nieuwkomers ontzettend belangrijk om hieraan deel te nemen, zodat ze niet alles in hun eentje hoeven uit te zoeken. Ook het eerste contact met de andere studenten is niet te verwaarlozen. Meer info bij de hogescholen en universiteiten (adressen zie p.57).
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 30
7. Toelatingsvoor waarden hoger onderwijs
Om toegelaten te worden tot een universiteit of hogeschool moeten vluchtelingen en nieuwkomers voldoen aan een aantal toelatingsvoorwaarden. De hogescholen en universiteiten stellen vrijwel altijd: 1.diplomavereisten 2.taalvereisten Vaak zijn er nog bijkomende voorwaarden waar de kandidaat-student aan moet voldoen zoals: 3.documenten die een (legaal) verblijfsstatuut kunnen staven/identiteitsbewijs 4.bewijs van solvabiliteit 5.bewijs van ziekteverzekering Opmerkingen: ¬¬ Voor bepaalde studierichtingen zijn er ook toelatingsproeven (zie p.39) ¬¬ De toelatingsvoorwaarden verschillen soms naargelang de universiteit of hogeschool. De toelating gebeurt meestal na onderzoek van het toelatingsdossier, waarbij de kandidaat-student met de nodige documenten aantoont dat hij of zij aan de gestelde voorwaarden voldoet. Het is goed om vooraf te informeren bij de studentenadministraties van de instellingen welke documenten het toelatingsdossier precies moet bevatten. Men moet steeds aan álle gestelde voorwaarden voldoen, vooraleer men wordt toegelaten. ¬¬ Het toelatingsdossier bevat meestal ook een aanvraagformulier dat te bekomen is bij de universiteit of hogeschool zelf. Dit dient steeds correct ingevuld te worden. Hou er ook rekening mee dat het onderzoek van het toelatingsdossier tot 3 maanden in beslag kan nemen. Dien het dossier dus tijdig in bij de hogeschool of universiteit. In dit hoofdstuk bespreken we deze toelatingsvoorwaarden en vermelden we welke documenten nodig zijn voor het toelatingsdossier.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 31
7.1 Diplomavereisten Universiteiten en hogescholen vragen altijd naar documenten die kunnen staven dat de kandidaatstudent een voldoende scholings- en kwalificatieniveau heeft om studies in het hoger onderwijs aan te kunnen vatten. Bovendien zijn een aantal zaken wettelijk bepaald. Vooraleer we een overzicht geven van de diplomavereisten en noodzakelijke documenten, maken we nog twee algemene opmerkingen die van belang zijn bij het toevoegen van studiedocumenten aan het toelatingsdossier. Beëdigde vertalingen van officiële documenten Officiële documenten zoals diploma’s, puntenlijsten en attesten moeten beëdigd vertaald worden indien ze niet in het Nederlands, Frans of Engels zijn opgesteld. Een beëdigde vertaling is een vertaling die gelegaliseerd wordt door de rechtbank op basis van de handtekening van de vertaler. Een lijst van beëdigde vertalers kan men bekomen bij de rechtbanken van eerste aanleg. Ook bij integratiediensten en sociale vertaalbureaus kunnen vaak beëdigde vertalingen al dan niet kosteloos aangevraagd worden. Kopieën van originele documenten Voeg aan het toelatingsdossier nooit originele documenten toe, maar steeds goed leesbare kopieën van originelen. . . Toegang tot hoger onderwijs/eerste jaar bachelor ¬¬ Algemene toelatingsvoorwaarde De algemene toelatingsvoorwaarde voor de toegang tot een bacheloropleiding in Vlaanderen is het Vlaams diploma van secundair onderwijs. Ook wie in het bezit is van een Vlaams diploma hoger beroepsonderwijs (volwassenenonderwijs), heeft rechtstreeks toegang tot een bacheloropleiding van een hogeschool of universiteit. ¬¬ Toegang op basis van gelijkwaardigheid buitenlands diploma Als het buitenlands diploma of getuigschrift officieel gelijkwaardig wordt verklaard met een Vlaams diploma dat toegang geeft tot het hoger onderwijs, dan heeft men ook toegang tot een opleiding van een hogeschool of universiteit ¬¬ Toegang op basis van de Conventie n° 15 van de Raad van Europa Indien men toegang heeft tot universitair onderwijs in één van de onderstaande landen, heeft men ook toegang tot hoger onderwijs in Vlaanderen: Bosnië-Hercegovina, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Hertogdom-Luxemburg, Ierland, Ijsland, Israël, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Lithouwen, Macedonië, Malta, Moldavië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, San Marino, Slovakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Meer info: http://conventions.coe.int/Treaty/EN/CadreListeTraites.htm De meeste universiteiten en hogescholen hebben dit principe uitgebreid naar andere landen, alleen is de toegang dan niet meer afdwingbaar. Dit wil zeggen: de hogeschool of universiteit kan personen die in een land buiten de Europese Unie (en dat de Europese Conventie niet geratificeerd heeft) een diploma of getuigschrift behaald hebben dat toelating verleent tot hoger professioneel of tot het academisch onderwijs in dat land, toelaten tot een professionele respectievelijk academische bachelor. Dit gebeurt meestal na onderzoek van het toelatingsdossier. ¬¬ Toegang op basis van de bijzondere toelatingsvoorwaarden voor vluchtelingen en asielzoekers: bekwaamheidsonderzoek
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 32
Indien vluchtelingen en asielzoekers geen documenten kunnen voorleggen in verband met eerder gedane studies, kunnen zij onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten tot het hoger onderwijs. De universiteiten en hogescholen hebben in dit verband bijzondere toelatingsvoorwaarden vastgelegd. In praktijk komt het er op neer dat de vluchteling toegang kan krijgen na een bekwaamheidsonderzoek. Een bekwaamheidsonderzoek kan bestaan uit een interview of test. Voor meer informatie: raadpleeg het onderwijs- en examenreglement van de gekozen hoger onderwijsinstelling. Welke documenten moeten toegevoegd worden aan het toelatingsdossier indien de vluchteling/ nieuwkomer enkel secundair onderwijs heeft gevolgd: ¬¬ Diploma secundair onderwijs (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Gelijkwaardigheidsattest afgeleverd door het Vlaams Ministerie van Onderwijs Meer info: May Van Elst Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten Afdeling Scholen Secundair Onderwijs en DKO Gelijkwaardigheid Buitenlandse Studiebewijzen Hendrik Conscience-gebouw Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel tel. 02/553 87 13 e-mail:
[email protected] OF ¬¬ Diploma secundair onderwijs (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Attest waarin bevestigd wordt dat het diploma secundair onderwijs toegang geeft tot hoger (universitair) onderwijs in het land waarin het diploma werd afgeleverd. Dit attest kan men bekomen bij: Het ministerie van onderwijs in het herkomstland OF Een universiteit in het herkomstland OF De Belgische ambassade in het herkomstland OF De ambassade van het herkomstland in België OF NARIC-Vlaanderen (National Academic Recognition and Information Centre) Opmerking: Het is voor vluchtelingen en asielzoekers niet altijd gemakkelijk om dit attest te bekomen. Vooral het contact met de ambassade van het herkomstland ligt vaak delicaat. Het is aan te raden de vluchteling of asielzoeker toch te motiveren om dit attest te bekomen via vrienden of familieleden in het herkomstland. Wanneer het bekomen van dit attest onmogelijk blijkt te zijn, maar wanneer het diploma secundair onderwijs toch automatisch toegang geeft tot universitair onderwijs in het herkomstland (d.w.z. zonder bijvoorbeeld bijkomende toelatingsexamens) kan NARIC-Vlaanderen een attest afleveren waarin de toegang tot universitair onderwijs bevestigd wordt. Meer info:
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 33
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Afdeling Hoger Onderwijs NARIC-Vlaanderen Hendrik Conscience-gebouwKoning Albert II-laan 15 1210 Brussel tel. 02/553 97 44 e-mail:
[email protected] Welke documenten moeten toegevoegd worden aan het toelatingsdossier indien de vluchteling/nieuwkomer reeds hoger onderwijs heeft gevolgd: ¬¬ Diploma secundair onderwijs (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Bewijs dat men reeds toegang had tot hoger (universitair) onderwijs Men kan dit bewijzen met volgende documenten: inschrijvingsbewijs, studentenkaart, puntenlijst(en), … OF ¬¬ Einddiploma hoger onderwijs (+ beëdigde vertaling) Opmerking: een academische erkenning van een hoger onderwijsdiploma is NIET noodzakelijk om toegang te krijgen tot het hoger onderwijs (bachelor- en masteropleidingen) ¬¬ Puntenlijst(en) (+ beëdigde vertaling) Opmerking: Ook indien men hoger onderwijs gevolgd heeft in het herkomstland, maar nooit een einddiploma behaald heeft kan men soms op basis van de puntenlijst(en) toegang krijgen tot hoger onderwijs in Vlaanderen
Welke documenten moeten toegevoegd worden aan het toelatingsdossier indien de vluchteling/nieuwkomer toegang wil tot een hoger jaar van de bacheloropleiding of tot de masteropleiding ¬¬ Einddiploma hoger onderwijs (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Puntenlijst(en) (+ beëdigde vertaling) Opmerking: puntenlijsten, eventueel aangevuld met de inhoud van de gevolgde vakken of het studieprogramma, zijn belangrijk bij het aanvragen van studieduurverkorting . Opgelet: dit geldt niet voor wie in het bezit is van een buitenlands artsendiploma. Houders van een buitenlands artsendiploma moeten eerst deelnemen aan een interuniversitair artsenexamen. Meer info in het deel over ‘toelatingsproeven’ In dit geval komt het er vaak op neer dat de vluchteling of nieuwkomer vrijstellingen vraagt op basis van EVK (eerder verworven kwalificaties) van zijn of haar buitenlands diploma hoger onderwijs. Studieduurverkorting op basis van het buitenlands diploma kan men aanvragen bij een universiteit of hogeschool wanneer een academische erkenning via NARIC-Vlaanderen niet mogelijk of negatief is. De universiteit of hogeschool stelt dan een onderzoek in en situeert het buitenlands diploma binnen het overeenkomstige opleidingsprogramma. Op basis hiervan worden vrijstellingen of studieduurverkorting verleend. In praktijk betekent dit dat de vluchteling of nieuwkomer terug één of meerdere jaren gaat studeren om een gelijkwaardigheid te bekomen van zijn of haar buitenlands diploma.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 34
Welke documenten moeten toegevoegd worden aan het toelatingsdossier indien de vluchteling/nieuwkomer toegang wil tot bachelor na bachelor opleiding ¬¬ Einddiploma hoger onderwijs (+ beëdigde vertaling) Aanvullend: ¬¬ Puntenlijst(en) (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Studieprogramma ¬¬ Werkervaring (curriculum vitae) Opmerking: puntenlijsten met het vakkenoverzicht en eventueel het studieprogramma kunnen het hogeschoolbestuur een beter zicht geven op de inhoud van de buitenlandse vooropleiding. Een curriculum vitae met werkervaring kan ook nuttig zijn. Men kan toegang krijgen tot een bachelor na bacheloropleiding of een voortgezette opleiding aan een hogeschool, wanneer de hogeschool oordeelt dat het buitenlands einddiploma gelijkwaardig is met een bachelordiploma dat toegang geeft tot de bachelor na bachelor of voortgezette opleiding. Indien dit niet het geval is, kan het hogeschoolbestuur de toegang afhankelijk maken van de succesvolle voltooiing van een voorbereidingsprogramma.
Welke documenten moeten toegevoegd worden aan het toelatingsdossier indien de vluchteling/nieuwkomer toegang wil tot een master na master opleidingen ¬¬ Einddiploma hoger onderwijs (+ beëdigde vertaling) Aanvullend: ¬¬ Puntenlijst(en) (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Studieprogramma ¬¬ Werkervaring (curriculum vitae) Opmerking: puntenlijsten met het vakkenoverzicht en eventueel het studieprogramma kunnen het universiteitsbestuur een beter zicht geven op de inhoud van de buitenlandse vooropleiding. Een curriculum vitae met werkervaring kan ook nuttig zijn. In het algemeen geldt dat men in het bezit moet zijn van een Vlaams masterdiploma om toegelaten te worden tot een master na masteropleiding. De universiteit kan oordelen of een buitenlands diploma gelijkwaardig is met de vereiste Vlaamse diploma’s. Ook hier geldt dat de faculteit of universiteit autonoom de beslissing kan nemen om iemand op basis van een buitenlands diploma te aanvaarden. Bovendien wordt de toegang tot specialisatieopleidingen vaak afhankelijk gemaakt van specifieke voorkennis of vooropleiding. Toegang tot deze opleidingen wordt vaak voorbehouden aan kandidaat-studenten met een zeer specifiek curriculum en wordt verleend na onderzoek van het toelatingsdossier en eventueel na het slagen voor een toelatingsproef. Welke documenten moeten toegevoegd worden aan het toelatingsdossier indien de vluchteling/nieuwkomer toegang wil tot de specifieke lerarenopleidingen ¬¬ Einddiploma hoger onderwijs met een minimale duur van 4 jaar (+ beëdigde vertaling)
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 35
Aanvullend: ¬¬ Puntenlijst(en) (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Studieprogramma Een Vlaamse universiteit, hogeschool of het volwassenenonderwijs kan studenten met een buitenlands einddiploma toelaten tot de specifieke leranrenopleiding. De inschrijving kan wel afhankelijk gemaakt worden van het volgen van sommige opleidingsonderdelen van een professionele of academische opleiding. De inschrijving is meestal ook afhankelijk van een onderzoek van het toelatingsdossier en naar de geschiktheid van de kandidaat-student. Welke documenten moeten toegevoegd worden aan het toelatingsdossier indien de vluchteling/nieuwkomer toegang wil tot een doctoraatsopleiding ¬¬ Einddiploma hoger onderwijs (masterdiploma) (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Puntenlijst(en) (+ beëdigde vertaling) ¬¬ Studieprogramma ¬¬ Papers, eindwerk ¬¬ … Studenten die in het bezit zijn van een einddiploma van een buitenlandse universiteit (‘master’) of van een buitenlandse instelling van academisch onderwijs kunnen worden toegelaten tot het doctoraat (of doctoraatsopleiding). De universiteit kan deze toelating afhankelijk maken van een toelatingsexamen of een onderzoek waarin gepeild wordt naar de geschiktheid voor het opstellen van een doctoraatproefschrift. Meestal spelen de resultaten in de academische vooropleiding een belangrijke rol en moet een minimum van 70% (‘cum laude’) behaald zijn. De toelating is dus afhankelijk van een uitvoerig dossieronderzoek. In praktijk is de toegang tot een doctoraatsopleiding sterk afhankelijk van het vinden van een promotor, het vinden van een geschikt onderzoeksonderwerp en de beschikbare plaats en budgettaire ruimte binnen het academisch kader. Tenslotte kan de universiteit bepalen of de kandidaat onmiddellijk wordt toegelaten tot het doctoraat/doctoraatsopleiding of dat men eerst een pre-doctorale opleiding moet volgen. Dit is veelal het geval voor studenten met een hogeschooldiploma of voor buitenlandse studenten die willen doctoreren.
7.2 Taalkennis Nederlands Aangezien de overgrote meerderheid van de opleidingen in het Nederlands gedoceerd wordt, moet men aantonen dat men voldoende kennis van het Nederlands heeft om hoger onderwijs in deze taal te kunnen volgen. Je kan worden toegelaten tot een Nederlandstalige opleiding als je: ¬¬ 1 jaar secundair of hoger onderwijs in het Nederlands met succes beëindigd hebt OF ¬¬ slaagt voor een taaltest Nederlands van de universiteit of hogeschool zelf OF ¬¬ in het bezit bent van een taalattest Nederlands niveau 5 van een universitair talencentrum. Dit taalattest niveau 5 wordt door de Universiteit Gent, de Vrije Universiteit Brussel, de Katholieke Universiteit Leuven, de Universiteit Antwerpen en door nog heel wat andere instellingen van het hoger onderwijs aanvaard als bewijs van voldoende kennis van het Nederlands om te kunnen studeren.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 36
OF ¬¬ een certificaat van de Nederlandse Taalunie behaalt na het afleggen van een taalexamen: Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT) – Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs Meer info: Centrum voor Taal en Onderwijs - CNaVT Blijde Inkomststraat 7, 3000 Leuven Tel. 016/32 55 16 e-mail:
[email protected] http://www.cnavt.org Opmerking : Informeer vooraf bij de onderwijsinstelling welke taaleisen gesteld worden ! Toekomstige studenten die op zoek zijn naar een cursus Nederlands kunnen het best doorverwezen worden naar de Huizen van het Nederlands. Daar wordt voor de cursist een gepaste cursus Nederlands gezocht. De adressen van de Huizen van het Nederlands vind je op http://www.huizenvanhetnederlands.be. Het volgen van een intensieve cursus Nederlands aan een universitair talencentrum is voor vluchtelingen en nieuwkomers de beste manier om zich voor te bereiden op studies in het Nederlandstalig hoger onderwijs. De adressen van de universitaire talencentra vind je op p.64. Een groot struikelblok is dat deze cursussen vaak erg duur zijn. In het kader van het inburgeringbeleid voorzien sommige onthaalbureaus dat hooggeschoolde vluchtelingen en nieuwkomers kosteloos 1 of 2 niveaus Nederlands kunnen volgen aan een universitair talencentrum. De Stad Gent geeft beurzen aan anderstaligen die een cursus Nederlands willen volgen aan het Universitair Talencentrum van de Universiteit Gent. Om in aanmerking te komen voor de beurs moet je gedomicilieerd zijn in Gent en een vervangingsinkomen genieten. Meer info: Huis van het Nederlands Gent Kongostraat 42 9000 Gent tel. 09/235 26 70 http://www.hvngent.be Engels Ook indien men een Engelstalig studieprogramma wil volgen, moet de kandidaat-student aantonen dat hij deze taal voldoende beheerst. Je kan worden toegelaten tot een Engelstalige opleiding als je: ¬¬ kan aantonen dat je minstens 1 jaar secundair of hoger onderwijs met succes in het Engels gevolgd hebt. Soms geldt dit enkel wanneer Engels één van de officiële (onderwijs)talen is in het land waar men gestudeerd heeft OF ¬¬ je slaagt voor een test die door de universiteit of hogeschool zelf wordt georganiseerd OF ¬¬ een score van 5.5 of 6.0 op de IELTS-test (International Englisch Language Testing System) van de British Council behaalt. Contactgegevens: IELTS British Council
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 37
Liefdadigheidsstraat 15 1210 Brussel tel. 02/227 08 40 e-mail:
[email protected] http://www.britishcouncil.org/new/’take an exam’. OF ¬¬ een minimumscore van 550, soms 600 (paper based) of 213 (computer based) behaalt op een TOEFL-test (Test Of English as a Foreign Language). De resultaten van deze internationale test moeten van recente datum zijn. http://www.fulbright.be/Test/TOEFL.htm Opmerking: Informeer vooraf bij de onderwijsinstelling welke taaleisen gesteld worden ! De IELTS is een mogelijk alternatief wanneer de vluchteling of asielzoeker niet in het Engels gestudeerd heeft of dit niet kan aantonen en wanneer de instelling zelf geen Engelse test organiseert. Deze test kan maandelijks afgelegd worden in Brussel en Gent. Deze test is wel erg prijzig, reken op ongeveer 165 Euro. Hoewel de organisatoren van Engelstalige opleidingen dikwijls naar resultaten van de TOEFL-test vragen is het voor asielzoekers en vluchtelingen haast onmogelijk om deze voor te leggen. De TOEFL-test is een test die op vele plaatsen ter wereld afgelegd kan worden, maar niet in België. Voor de dichtstbijzijnde testcentra moet je naar Arnhem of Parijs. Voor asielzoekers is het niet mogelijk om de grens over te steken. De test is ook erg duur en de procedure om in te schrijven en deel te nemen nogal omslachtig. Maar misschien heeft de kandidaat-student de test afgelegd in het herkomstland en als de resultaten van recente datum zijn, kunnen ze als bewijs dienen dat de kandidaat-student aan de taalvoorwaarden voldoet.
7.3 Bijkomende toelatingsvoorwaarden Naast diploma- en taalvereisten stellen sommige hogescholen en universiteiten nog bijkomende toelatingsvoorwaarden. We geven een overzicht van documenten die mogelijks nog toegevoegd moeten worden aan het toelatingsdossier. Verblijfsstatuut/identiteitsbewijs Sommige onderwijsinstellingen vragen naar documenten die kunnen staven dat de kandidaat-student over een legaal verblijfsstatuut beschikt of vragen naar een identiteitsbewijs. • Elektronische vreemdelingenkaart model A (witte kaart BIVR-bepaalde duur). Deze kaart wordt o.a afgegeven aan: ¬¬ vreemdelingen met subsidiaire bescherming ¬¬ geregulariseerde vreemdeling ¬¬ gezinshereniging met niet EU-onderdaan ¬¬ samenwonen met EU-onderdaan of een Belg ¬¬ slachtoffers mensenhandel • Elektronische vreemdelingenkaart model B (witte kaart BIVR-onbepaalde duur). Deze kaart wordt afgegeven aan: ¬¬ Erkend vluchtelingen EN ¬¬ Vreemdelingen met een tijdelijk verblijf na afloop van een bepaalde periode.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 38
Een verblijf voor onbepaalde duur wordt afgegeven in het kader van een groot aantal verblijfsprocedures van niet EU-onderdanen. Men krijgt deze kaart wanneer de procedure definitief is doorlopen en men een onbeperkt verblijfsrecht in België heeft bekomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor subsidiaire beschermden na vijf jaar tijdelijk verblijf, geregulariseerden na vijf jaar tijdelijk verblijf en gezinsherenigers na drie jaar tijdelijk verblijf, …. • Elektronische vreemdelingenkaart model C (gele kaart). Deze kaart wordt afgegeven aan vreemdeling van buiten de EU/EER met permanent verblijf in België die een aanvraag tot vestiging heeft ingediend én wiens aanvraag is goedgekeurd. • Elektronische vreemdelingenkaart model F. Deze kaart wordt afgegeven aan vreemdelingen van buiten de EU/EER die in België verblijven op basis van een recht op gezinshereniging met een Belg of EU/EER-onderdaan en wiens verblijfsaanvraag is goedgekeurd. Meer info verblijfstatuten: http://www.vmc.be/vreemdelingenrecht/wegwijs.aspx?id=616. Solvabiliteitsbewijs Verschillende hogescholen en universiteiten vragen ook een bewijs dat de kandidaat-student over voldoende middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien en om de studies te kunnen betalen. Zij vragen dus een bewijs dat men solvabel is of dat men een minimuminkomen heeft van ongeveer 600 Euro per maand. Dit bedrag is ongeveer gelijk aan het wettelijke leefloon. Vluchtelingen en nieuwkomers kunnen met een bewijs van het OCMW dat zij een maandelijkse uitkering of leefloon ontvangen hun solvabiliteit bevestigen. Het OCMW-attest dient ook toegevoegd te worden aan het toelatingsdossier. Een ander bewijs van solvabiliteit is de tenlasteneming door een privépersoon, bij voorkeur iemand uit België. Ziekteverzekering Universiteiten en hogescholen vragen vaak ook een bewijs dat de kandidaat-student een ziekteverzekering heeft en aangesloten is bij een mutualiteit. Een kopie van de SIS-kaart toevoegen aan het dossier volstaat.
7.4 Toelatingsexamens Artistieke toelatingsproeven Wie zich wil inschrijven voor een bacheloropleiding binnen het studiegebied audiovisuele en beeldende kunst of muziek en podiumkunsten moet eerst slagen voor een artistieke toelatingsproef. Dit geldt overigens voor alle studenten en niet enkel voor vluchtelingen en nieuwkomers . De artistieke toelatingsproeven worden door de hogescholen die de opleidingen aanbieden zelf georganiseerd. Algemeen toelatingsexamen arts/tandarts Wie wil beginnen aan de studies voor arts of tandarts moet eerst slagen voor het centrale toelatingsexamen dat jaarlijks georganiseerd wordt. Dit geldt overigens voor alle studenten en niet enkel voor vluchtelingen en nieuwkomers . Meer info: http://www.ond.vlaanderen.be/arts-tandarts VLIR-examen gedeeltelijke gelijkwaardigheid van buitenlandse artsendiploma’s Vluchtelingen en nieuwkomers die reeds in het bezit zijn van een buitenlands artsendiploma moeten deelnemen aan een interuniversitair examen georganiseerd door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) als zij een (gedeeltelijke) gelijkwaardigheid willen bekomen van hun diploma.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 39
Buitenlandse artsendiploma’s worden zelden gelijkwaardig verklaard met een Vlaams artsendiploma. Als deze artsen hun beroep in België wensen uit te oefenen, zit er niks anders op dan terug een aantal jaren te gaan studeren aan een Vlaamse universiteit. Om te bepalen hoeveel studieduurverkorting wordt toegekend, moeten deze artsen deelnemen aan een interuniversitair examen waarin hun medische kennis uit de basisopleiding geneeskunde getest wordt. Het resultaat van dit examen is bepalend voor het aantal jaar dat de vluchteling nog moet studeren aan een Vlaamse universiteit naar keuze. Opmerking: Vluchtelingenwerk Vlaanderen heeft een brochure ontwikkeld met informatie voor buitenlandse artsen. De brochure is gratis en kan gedownload worden op http://vluchtelingenwerk.be en klik dan op ‘kiosk’.
Organisatie van het examen Het VLIR-examen wordt twee maal per jaar in Brussel georganiseerd, in september en in maart. Het examen bestaat uit een schriftelijke en een mondelinge proef. Kandidaten die minstens 30% behalen op het schriftelijk examen, worden uitgenodigd voor het mondeling interview. Kandidaten met een score op het schriftelijk examen lager dan 30% worden niet toegelaten tot het mondeling interview en krijgen het advies te starten in het eerste jaar van de zevenjarige artsenopleiding. Zij zullen tevens aan het algemene toelatingsexamen arts/tandarts moeten deelnemen (zie hoger). Kandidaten met een score op het schriftelijke examen tussen 30 en 50% worden sowieso toegelaten tot het tweede jaar van de zevenjarige artsenopleiding en worden bovendien uitgenodigd op het mondelinge interview. Na het interview wordt het uiteindelijke jaar waartoe de kandidaat wordt toegelaten bepaald. Kandidaten met een score op het schriftelijk examen van 50% of meer worden toegelaten tot het vierde jaar van de zevenjarige artsenopleiding en worden bovendien uitgenodigd op het mondeling interview. Na het interview wordt het uiteindelijke jaar waartoe de kandidaat wordt toegelaten bepaald.
Inhoud Het schriftelijk examen is opgesteld in het Nederlands. Kandidaten krijgen medische cases voorgelegd. Voor elke case worden er meerdere antwoorden opgegeven (‘multiple choice’). Er zijn 120 cases te beoordelen, 60 in de voormiddag, 60 in de namiddag. Kandidaten worden bevraagd over hun kennis van de volgende 4 domeinen: interne geneeskunde, gynaecologie, pediatrie en chirurgie. Het gaat hier niet om gespecialiseerde kennis, maar om algemene kennis waarover elke arts zou moeten beschikken. Het mondeling interview omvat een bevraging van het curriculum, de motivatie en de medische kennis van de kandidaat. Het mondeling interview wordt bij voorkeur in het Nederlands afgelegd, maar het kan ook in het Engels.
Meer info over het VLIR-examen: VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) Mevrouw J. Pletinckx, coördinator onderwijsbeleid. Ravensteingalerij 27, 1000 Brussel Tel. 02/792 55 00 e-mail:
[email protected] http://www.vlir.be Het inschrijvingsformulier en het examenreglement zijn te vinden op de website, klik op ‘deelname examen gedeeltelijke gelijkwaardigheid diploma arts’ en klik dan op ‘inschrijvingsformulier’.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 40
Voorbereiding De vragen van het VLIR-examen zijn gedeeltelijk gebaseerd op de vragen van het ‘United States Medical Licensing Examination’ (USMLE). Let wel: de vragen op het VLIR-examen zijn in het Nederlands en niet in het Engels zoals de vragen van de USMLE. De vragen kunnen gedownload worden van volgende website: http://www.usmle.org (klik op ‘orientation and practice materials’). De test bestaat uit 3 delen (step 1, step 2, step 3). De oefeningen kunnen niet online gemaakt worden. Je moet ze downloaden naar de harde schijf van je eigen PC. Voor vluchtelingen die niet altijd over een eigen PC beschikken is deze werkvorm niet altijd ideaal. De vragen bestaan ook in boekvorm, maar zijn moeilijk verkrijgbaar in België, eventueel via de wetenschappelijke boekhandel: FIFE, United States Medical Licensing Examination, step 1, ISBN: 0878910743 Richtprijs: 60 Euro FIFE, United States Medical Licensing Examination, step 2, ISBN: 0878910751 Richtprijs: 60 Euro FIFE, United States Medical Licensing Examination, step 3: ISBN: 087891076X Richtprijs: 60 Euro De biomedische bibliotheek van de Universiteit Gent beschikt echter over een aantal materialen die studenten voorbereiden op de USMLE. In de aleph-catalogus van de universiteitsbibliotheek tik je de zoekterm ‘USMLE’ (titelwoord) in. De catalogus kan je online raadplegen op: http://www. lib.ugent.be Ook niet-studenten kunnen in deze bibliotheek terecht. Er worden geen werken uitgeleend, kopieëren kan tegen betaling. Universiteit Gent - Biomedische bibliotheek UZ De Pintelaan 185 - Gebouw OP8, 9000 Gent Tel. 09/332 22 91 e-mail: biomed_bibgent.be http://www.biomedbib.ugent.be Kandidaten kunnen voor andere medische studiematerialen (niet voor de USMLE !) ook terecht in de medische bibliotheek van de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit Antwerpen en de Katholieke Universiteit Leuven. Medische Bibliotheek VUB Campus Jette, Laarbeeklaan 103 1090 Brussel GebouwA3 e-mail:
[email protected] http://www.vub.ac.be/BIBLIO/ulhp.htm Biomedische Bibliotheek UA Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, gebouw R Tel. 03/820 21 45 e-mail:
[email protected] http://www.lib.ua.ac.be Bibliotheek Biomedische Wetenschappen KUL Campus Gasthuisberg Herestraat 49 3000 Leuven Tel. 016/34 61 05 e-mail:
[email protected]
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 41
Toelatingsproef voor kandidaat-studenten zonder documenten in verband met hun vooropleiding Voor vluchtelingen die geen documenten kunnen voorleggen in verband met eerder gevolgde studies, bepaalt de hogeschool of universiteit de afwijkende algemene of bijzondere toelatingsvoorwaarden. In praktijk komt dit er meestal op neer dat de hogeschool of universiteit een toelatingsproef kan organiseren waarbij gepeild wordt naar de geschiktheid van de kandidaat-student om hoger onderwijs te kunnen volgen.2
7.5 Checklist toelatingsdossier ¬¬ Aanvraagformulier ¬¬ Studiedocumenten ¬¬ Diploma secundair (+ vertaling) + gelijkwaardigheid OF ¬¬ Diploma secundair (+ vertaling) + toegang tot universitair onderwijs (+ vertaling) OF ¬¬ Diploma hoger onderwijs (+ vertaling) + puntenlijsten (+vertaling) ¬¬ Taalattest ¬¬ Kopie verblijfsdocumenten ¬¬ Bewijs van solvabiliteit ¬¬ Kopie van SIS-kaart ¬¬ Attest geslaagd voor toelatingsproef
7.6 Checklist inschrijving ¬¬ Is de student ingeschreven voor een erkende opleiding aan een erkende instelling. ¬¬ Welk contract gaat de student aan met de onderwijsinstelling. Diplomacontract, creditcontract of examencontract. ¬¬ Voor hoeveel studiepunten schrijft de student zich in. (gedetailleerde informatie zie hoofdstuk 3).
2 Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, art.65§2, 04/04/2003
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 42
8. Studiefinanciering
8.1 Het studiegeld Bij de inschrijving aan een hogeschool of universiteit moeten studenten per academiejaar studiegeld betalen. Het studiegeld omvat het geld voor het bijwonen van lessen en voor het afleggen van examens. De kosten voor boeken, cursusmateriaal en ateliergeld zijn nooit inbegrepen in het studiegeld. Hou er rekening mee dat sommige studierichtingen voor wat betreft materiaalkosten veel duurder zijn dan andere. Voor studierichtingen zoals bijvoorbeeld ‘fotografie’ en ‘architectuur’ kunnen de materiaalkosten hoog oplopen. Voor het bedrag van het studiegeld worden drie tarieven gehanteerd: niet-beursstudenten, bijnabeursstudenten en beursstudenten. Bovendien is het bedrag afhankelijk van het soort contract dat de student afsluit (zie p.17) en het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft. Neem contact op met de instelling om exact te weten hoeveel studiegeld betaald moet worden. Bij wijze van voorbeeld geven we hieronder de studiegelden voor niet-beursstudenten, beursstudenten en bijna-beursstudenten die zich inschrijven met een diplomacontract voor een modeltraject van 60 studiepunten (geïndexeerde bedragen voor het academiejaar 2008-2009). Niet-beursstudent Niet-beursstudenten zijn studenten die het volledige studiegeld moeten betalen. Zij betalen minstens 476 Euro en maximum 540 Euro. Beursstudenten Beursstudenten zijn studenten die een studietoelage ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap (zie p.44). Zij betalen een verminderd studiegeld. Beursstudenten die zich inschrijven aan een universiteit betalen 80 Euro. Beursstudenten die zich inschrijven aan een hogeschool betalen 100 Euro. Bijna-beursstudenten Bijna-beursstudenten zijn studenten die net niet voldoen aan de inkomensvoorwaarden om in aanmerking te komen voor een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap (zie p.44). Ook zij kunnen inschrijven tegen verminderd tarief. Een bijna-beursstudent betaalt minstens 317 Euro en maximum 360 Euro studiegeld.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 43
Verhoogd studiegeld In bepaalde gevallen moeten studenten een verhoogd studiegeld betalen. Buitenlandse studenten Sommige hogescholen en universiteiten vragen een verhoogd studiegeld aan buitenlandse studenten. De hoogte van het bedrag kan door de instelling vrij bepaald worden. Instellingen kunnen eveneens op eigen initiatief beslissen om het verhoogd inschrijvingsgeld niet te vragen wanneer de student minvermogend blijkt te zijn. Er zijn echter bepaalde buitenlandse studenten die dit verhoogd studiegeld nooit hoeven te betalen. Zij betalen het gewone tarief als niet-beursstudent of het verminderd tarief als beurs- of bijnabeursstudent. Het gaat om de volgende studenten: ¬¬ EER-onderdanen ¬¬ Vreemdelingen met een verblijf van onbepaalde duur (vb. erkende vluchtelingen, geregulariseerden met verblijf van onbepaalde duur, …) ¬¬ Slachtoffers van mensenhandel ¬¬ Vreemdelingen met subsidiaire bescherming ¬¬ Niet-EER-onderdanen die minstens 12 maanden wettig verblijven in België (dit geldt niet voor asielzoekers, visumstudenten en arbeidsmigranten) ¬¬ Gezinsherenigers ¬¬ Kandidaat-vluchtelingen wiens asielaanvraag ontvankelijk werd verklaard vóór 1 juni 2007 (oude asielprocedure) Onvoldoende leerkrediet Wanneer de student onvoldoende leerkrediet blijkt te hebben (zie p.18), kan de hogeschool of universiteit de inschrijving weigeren of een verhoogd studiegeld vragen. Het verhoogd studiegeld bedraagt in dit geval maximum het dubbele van het normale studiegeld. Banaba- en manama-opleidingen Hogescholen en universiteiten kunnen voor bepaalde banaba- en manama-opleidingen een verhoogd studiegeld vragen. Dit geldt ook voor beurs- en bijnabeursstudenten. Neem contact op met de hogeschool of universiteit om te informeren naar het studiegeld.
8.2 Studietoelagen van de Vlaamse Gemeenschap voor het hoger onderwijs De Vlaamse overheid geeft financiële steun aan studenten uit gezinnen met een laag inkomen. Deze financiële steun, studietoelagen genaamd, is bedoeld als tegemoetkoming in de studiekosten (studiegeld, cursusmateriaal, aankoop PC, enz. …). De studietoelagen worden per academiejaar toegekend. Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van een studiebeurs van de Vlaamse Gemeenschap moet de student aan drie voorwaarden voldoen: de nationaliteits- of verblijfsvoorwaarde, de inkomensvoorwaarde en de studievoorwaarden. De nationaliteits- of verblijfsvoorwaarde In principe krijgen alleen Belgische studenten een toelage. Maar er zijn ook bepaalde buitenlanders die in aanmerking komen voor een studietoelage. Het gaat om de volgende personen:
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 44
¬¬ (kinderen van) EER-onderdanen3 die minstens 12 maanden werken of gewerkt hebben in België als werknemer of als zelfstandige ¬¬ EU-onderdanen die 5 jaar onafgebroken in België verblijven ¬¬ Vreemdelingen met een verblijfsrecht van onbepaalde duur (vb. erkende vluchtelingen, geregulariseerden met verblijfrecht van onbepaalde duur, …) ¬¬ Slachtoffers van mensenhandel ¬¬ Vreemdelingen met subsidiaire bescherming ¬¬ Niet-EER-onderdanen die minstens 12 maanden wettig verblijven in België (het mag niet gaan om asielzoekers, visumstudenten of arbeidsmigranten) ¬¬ Gezinsherenigers ¬¬ Kandidaat-vluchtelingen wiens asielaanvraag ontvankelijk werd verklaard vóór 1 juni 2007 (oude asielprocedure) Aan deze voorwaarde moet telkens voldaan zijn op 31 december van het academiejaar waarvoor een studietoelage wordt aangevraagd. Inkomensvoorwaarde Studietoelagen zijn er enkel voor studenten (uit gezinnen) met een laag inkomen. Om in aanmerking te komen voor een studietoelage mag het inkomen van de student of het gezin waartoe de student behoort een bepaalde grens niet overschrijden. Die inkomensgrens is afhankelijk van de grootte en de samenstelling van de leefeenheid. Studievoorwaarden Erkende instelling en erkende opleiding Om een studietoelage te krijgen moet de student ingeschreven zijn aan een erkende instelling voor hoger onderwijs en moet de opleiding waarvoor hij zich inschrijft eveneens erkend zijn. Een overzicht van de erkende instellingen en opleidingen vindt men in het hoger onderwijsregister en kan men raadplegen op: http://www.hogeronderwijsregister.be. De student heeft recht op een studietoelage voor het volgen van: 2 bacheloropleidingen, 1 masteropleiding, 1 voorbereidingsprogramma, 1 schakelprogramma, 1 specifieke lerarenopleiding (zie p.10). Let op: studenten kunnen nooit een studietoelage krijgen voor een banaba- of manama-opleiding. Diplomacontract Enkel studenten die een diplomacontract afsluiten, kunnen in aanmerking komen voor een studietoelage. Het moet gaan om een studietraject van minstens 27 studiepunten, enkel in het laatste jaar van de opleiding, het zogenaamde ‘diplomajaar’, mogen ook minder studiepunten opgenomen worden. Voldoende studietoelagekrediet Het systeem van de studietoelagen is gekoppeld aan de studievoortgang die studenten maken. Hoeveel studietoelage een student ontvangt, is dus afhankelijk van het aantal credits dat de student in het voorgaande academiejaar behaald heeft. Daarom wordt het systeem van een studietoelagekrediet gehanteerd. Studenten kunnen enkel een studietoelage krijgen wanneer ze nog over voldoende studietoelagekrediet beschikken. Opgelet: het studietoelagekrediet is niet te verwarren met het leerkrediet ! (zie p.18) Het studietoelagekrediet is een ‘rugzakje’ dat jaarlijks opgebruikt en aangevuld wordt met studiepunten. Studenten die zich voor de eerste maal inschrijven in het hoger onderwijs, krijgen een
3
De Europese Economische Ruimte (EER) bestaat uit de Europese Unie plus Ijsland, Noorwegen en Liechtenstein.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 45
startkrediet van 60 studiepunten en een jokerkrediet van 60 studiepunten. Het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft, wordt afgetrokken van het studietoelagekrediet. Het aantal studiepunten dat de student verwerft wordt op het einde van het academiejaar bijgeteld bij het studietoelagekrediet. Het studietoelagekrediet kan nooit minder zijn dan 0 en nooit meer dan 60. Het jokerkrediet dient om het studietoelagekrediet aan te vullen wanneer het studietoelagekrediet minder studiepunten bevat dan het aantal studiepunten dat de student opnieuw wil opnemen en waarvoor hij een studietoelage wenst. Hoe een aanvraag indienen ? Een studietoelage kan men pas aanvragen nadat de student is ingeschreven aan een hogeschool of universiteit. Een aanvraag kan men doen tot en met 30 juni van het academiejaar. De student doet er echter goed aan om de studietoelage zo snel mogelijk aan te vragen. Op die manier zal hij de studietoelage sneller ontvangen. Hou er wel rekening mee dat de meeste studietoelagen pas in het tweede semester worden uitbetaald. Je kan een studietoelage online aanvragen via: http://www.studietoelagen.be. Je kan er ook een papieren versie van het aanvraagformulier downloaden. Meer informatie of hulp nodig bij de aanvraag? Alle informatie over de studietoelagen vindt men op: http://www.studietoelagen.be. Meer informatie en hulp bij de aanvraag is ook te bekomen bij de sociale diensten of studentenvoorzieningen van de hogescholen en universiteiten (zie p.57).
8.3 Sociale
dienst/studentenvoorzieningen aan universi-
teiten en hogescholen Studenten kunnen voor financiële hulp bij de sociale dienst of de studentenvoorzieningen van de hogeschool of universiteit terecht. De financiële hulp verschilt van instelling tot instelling en is sterk afhankelijk van de individuele situatie van de student. De financiële ondersteuning wordt meestal aangeboden onder de volgende vorm: Voorschot op de studietoelagen Heel wat studenten krijgen hun studietoelage pas uitbetaald als het academiejaar al enkele maanden loopt of zelfs pas in het tweede semester. De meeste studiekosten situeren zich echter vooral in het begin van het academiejaar, wat soms tot problemen kan leiden. Wanneer de student vrij zeker is dat hij in aanmerking komt voor een studietoelage, kan hij bij de sociale dienst/studentenvoorziening een voorschot vragen in afwachting van de definitieve uitbetaling van de studietoelage. Met dit voorschot kan de student de meest noodzakelijke studiekosten in het begin van het academiejaar betalen. Dit voorschot kan éénmalig of maandelijks uitbetaald worden. Het bedrag van het voorschot wordt automatisch in mindering gebracht van de toegekende studietoelage. Gespreide betaling van het studiegeld Wanneer het voor de student moeilijk is om het inschrijvingsgeld in één keer te betalen, bestaat aan sommige hogescholen of universiteiten de mogelijkheid om het studiegeld door middel van gespreide betaling maandelijks af te lossen. Studielening In individuele gevallen kan de student een contract voor een renteloze lening afsluiten. Volgende criteria zijn van belang bij de behandeling van het dossier: de gezinssituatie, de financiële toestand van de student en/of het gezin en de studiekosten.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 46
Toelage Een toelage is een vorm van studiefinanciering waarbij het ontvangen bedrag niet moet terugbetaald worden. Een toelage zal toegekend worden in uitzonderlijke gevallen en na grondig onderzoek van de sociale en financiële situatie van de student en/of het gezin. Aan de toelage kunnen voorwaarden verbonden worden. Studenten nemen best contact op met de sociale dienst/studentenvoorzieningen van de hogeschool of universiteit wanneer ze beroep willen doen op één van deze mogelijkheden.
8.4 Studeren met behoud van een uitkering Studeren met behoud van het leefloon of levensminimum Erkende vluchtelingen en vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister kunnen bij het OCMW aankloppen voor een ‘leefloon’ (het vroegere bestaansminimum) wanneer zij geen andere bron van inkomsten hebben. Bepaalde asielzoekers en vreemdelingen die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister kunnen geen leefloon ontvangen, maar wel een levensminimum. De bedragen van het levensminimum zijn dezelfde als die van het leefloon. Het leefloon is een basisinkomen om in het levensonderhoud te kunnen voorzien en bedraagt momenteel net geen 700 Euro voor alleenstaanden. De toekenning van het leefloon kan gepaard gaan met een ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie’. Dit project kan betrekking hebben op de inschakeling op de arbeidsmarkt of de integratie in de samenleving. Voor personen die jonger zijn dan 25 jaar voorziet de leefloonwet dat het ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie’ ook kan bestaan uit het volgen van een studietraject, met het oog op het behalen van een (hoger onderwijs) diploma dat uiteindelijk moet leiden tot inschakeling op de arbeidsmarkt. Voor personen vanaf 25 jaar is studeren met behoud van leefloon niet meer expliciet in de wet voorzien als mogelijkheid. Toch kan in individuele gevallen het OCMW hiermee instemmen. In ieder geval geldt dat het afleggen van een studietraject met behoud van het leefloon steeds besproken moet worden met het OCMW. Het OCMW kan afzonderlijk en autonoom beslissen over het toestaan van het volgen van een studietraject met behoud van het leefloon. Bovendien wordt het studietraject vaak gekoppeld aan voorwaarden en afspraken tussen het OCMW en de steunvrager, die worden vastgelegd in het ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie’. Indien de vluchteling of nieuwkomer een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt (zie p.44), dan zal deze niet van het leefloon worden afgetrokken. Men ontvangt de studietoelage bovenop het leefloon. Het bedrag dat men mag bijverdienen uit studentenarbeid is wel beperkt (zie p.49). Meer info: http://ocmw.fgov.be/themes/integration/MI/index_nl.htm. Studeren met behoud van de werkloosheidsuitkering De RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) voorziet in een werkloosheidsuitkering voor personen die werkloos zijn. Dit impliceert wel dat de werkloze beschikbaar moet zijn voor de arbeidsmarkt en actief op zoek moet gaan naar werk. In principe kan men een werkloosheidsuitkering niet combineren met een voltijdse studie (minstens 27 studiepunten). Er zijn wel enkele uitzonderingen. Het kan wel wanneer je de studies volgt na 17uur, op zaterdag of indien de RVA een vrijstelling toestaat. Wie een vrijstelling heeft bekomen, kan studeren met behoud van de werkloosheidsuitkering, maar hoeft niet beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt. Men moet niet ingaan op een werkaanbieding. Men moet wel arbeidsgeschikt zijn en in België verblijven. Wie komt in aanmerking voor een vrijstelling ? Bij de officiële begindatum van het eerste jaar van de studiecyclus moet men aan volgende voorwaarden voldoen:
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 47
¬¬ men mag nog geen einddiploma van het hoger onderwijs behaald hebben; ¬¬ men moet de vorige studies minstens twee jaar beëindigd hebben; ¬¬ men moet uitkeringsgerechtigd volledig werkloos zijn op het moment dat men de vrijstelling aanvraagt; ¬¬ men moet minimaal 312 dagen werkloosheidsuitkeringen hebben ontvangen in de loop van de twee voorafgaande jaren. Voor studies die voorbereiden op ‘knelpuntberoepen’ zijn de 312 dagen niet vereist. De RVA stelt voor elk academiejaar een nieuwe lijst van knelpuntberoepen op. ¬¬ de studies moeten van hetzelfde of van een hoger niveau zijn dan de reeds gevolgde studies. De directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA kan op deze voorwaarden een afwijking toestaan. De vrijstelling is éénmalig en mag in principe niet onderbroken worden. Ze geldt wel voor een volledige studiecyclus. De aanvraag tot verlenging moet elk academiejaar opnieuw gebeuren. De vrijstelling kan worden verlengd indien: ¬¬ men voor alle opleidingsonderdelen geslaagd is; ¬¬ men niet voor alle opleidingsonderdelen geslaagd is, maar van de onderwijsinstelling toelating krijgt om voor opleidingsonderdelen van het volgende studiejaar in te schrijven. Concreet moet men voor minstens 27 nieuwe studiepunten ingeschreven zijn; ¬¬ men niet geslaagd is door overmacht (bvb. langdurige ziekte). Men kan de werkloosheidsuitkering combineren met een studietoelage van de Vlaamse Overheid. Het bedrag van de werkloosheidsuitkering kan tijdens het studietraject wel wijzigen. Meer informatie: http://www.rva.be.
8.5 Een VDAB
opleiding volgen in het hoger onderwijs via de
Soms is het mogelijk om via de VDAB een opleiding te volgen in het hoger onderwijs. Men kan bijvoorbeeld de opleiding tot ‘bachelor in de verpleegkunde’ volgen via de VDAB. Men volgt dezelfde lessen als de andere studenten in dagonderwijs in een hogeschool naar keuze. Ook de toelatingsvoorwaarden blijven hetzelfde als bij een gewone inschrijving aan de hogeschool. Dit heeft als voordeel dat de student kan studeren met een VDAB-opleidingscontract. Bovendien is er vaak een tegemoetkoming in de studiekosten voorzien en trajectbegeleiding van de student door de VDAB. Meer informatie: bij de VDAB-consulent of http://www.vdab.be Meer informatie over al deze onderwerpen: http://www.centenvoorstudenten.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 48
9. Studeren en werken
9.1 Studentenarbeid Vluchtelingen en nieuwkomers kunnen hun studies ook financieren door studentenarbeid te verrichten. Bovenop de reglementering in verband met studentenarbeid moet ook rekening gehouden worden met de reglementering in verband met de toegang tot de arbeidsmarkt voor buitenlandse werknemers. We maken een onderscheid tussen studenten met onbeperkt verblijfsrecht en studenten met beperkt verblijfsrecht. Buitenlandse studenten met onbeperkt verblijfsrecht ¬¬ (echtgenoten van) Belgen en EER-burgers ¬¬ geregulariseerden met onbeperkt verblijfsrecht ¬¬ erkende vluchtelingen ¬¬ slachtoffers mensenhandel en mensensmokkel met onbeperkt verblijfsrecht Deze categorie van vreemdelingen zijn vrijgesteld van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart in het algemeen. Zij hebben dezelfde plichten en rechten als de Belgische studenten. Buitenlandse studenten (uit niet-EER landen) met beperkt verblijfsrecht ¬¬ ontvankelijk verklaarde asielzoekers die voor 01 juni 2007 een aanvraag hebben ingediend ¬¬ personen aan wie de subsidiaire beschermingsstatus werd toegekend ¬¬ slachtoffers mensenhandel en mensensmokkel ¬¬ tijdelijk geregulariseerden waarvan verlenging afhankelijk wordt gemaakt van tewerkstelling ¬¬ niet- EER gezinsherenigers met niet EER-onderdanen (met onbeperkt verblijfsrecht) Deze categorie van vreemdelingen komen in aanmerking voor een arbeidskaart C en kunnen deze bekomen zonder dat men een concrete tewerkstelling in het vooruitzicht heeft. Met de arbeidskaart C kan men zowel tijdens de schoolvakanties als tijdens het schooljaar werken. Het is aangeraden dat buitenlandse studenten met een beperkt verblijfsrecht tijdig hun arbeidskaart C aanvragen om problemen te vermijden. Let wel: Voor het recht op werk voor asielzoekers in de hervormde asielprocedure (na 01 juni 2007) is er nog geen regeling. Zij mogen tot op heden niet werken.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 49
Visumstudenten met beperkt verblijfsrecht Deze categorie studenten kunnen werken tijdens de schoolvakanties mits zij voldoen aan de volgende voorwaarden. ¬¬ Zij moeten wettig in België verblijven, onderwijs met een volledig leerplan volgen en ingeschreven zijn in een onderwijsinrichting in België voor het volgen van een opleiding met een volledig leerplan. Er gelden bijkomende voorwaarden indien deze categorie studenten wil werken buiten de schoolvakanties. In dat geval moet eveneens voldaan zijn aan de volgende voorwaarden: ¬¬ De persoon moet voorafgaand over een arbeidskaart C beschikken; ¬¬ De tewerkstelling mag de twintig uur per week niet overschrijden en moet verenigbaar zijn met de studies. Meer info: Over de regelgeving i.v.m studentenarbeid: http://www.meta.fgov.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=3808 Studenten en leefloon. Als de student een leefloon ontvangt, is het bedrag dat men mag bijverdienen beperkt. Studenten die een leefloon krijgen en studiebeurs ontvangen, mogen tot 60,44 Euro maandelijks bijverdienen. Studenten die een leefloon krijgen maar geen studiebeurs ontvangen, mogen tot 216,96 Euro maandelijks bijverdienen. Indien deze bedragen overschreden worden, zal het leefloon herberekend worden. Meer info: Over de regelgeving i.v.m. tewerkstelling van buitenlandse werknemers en arbeidskaarten: http://www.werk.belgie.be/detailA_Z.aspx?id=1060 Over studentenarbeid: http://www.werk.be/wg/werknemers_buitenlandse_nationaliteit/
9.2 Opleidingscheques voor werknemers De opleidingscheques zijn er voor wie werkt en bijkomend een opleiding wil volgen. Alle werknemers die in Vlaanderen of het Brussels Gewest wonen kunnen gebruik maken van de opleidingscheques van de Vlaamse overheid. Met deze cheques kan de werknemer een opleiding betalen bij een erkend opleidingsverstrekker. De werknemer betaalt de helft van de waarde van een cheque. In eenzelfde jaar mag maximum 250 Euro aan cheques worden besteld (de werknemer betaalt dus maximum 125 Euro). Voor wie een eerste diploma hoger onderwijs wil behalen, is er een extra tussenkomst door de VDAB voorzien als de opleiding meer kost dan 250 Euro per jaar. Meer info: http://www.vdab.be/opleidingscheques of bij de lokale werkwinkel: http://www.werkwinkel.be
9.3 Betaald educatief verlof Werknemers in de privésector kunnen in bepaalde gevallen in aanmerking komen voor betaald educatief verlof. De werkgever geeft de werknemer een aantal uren verlof om een opleiding te kunnen volgen, terwijl het loon wordt doorbetaald. De opleiding hoeft niet rechtstreeks in verband te
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 50
staan met het beroep dat de werknemer uitoefent. Betaald educatief verlof kan niet voor alle opleidingen. Meestal gaat het om taalopleidingen of avondonderwijs (universitaire avondprogramma’s, volwassenenonderwijs, …). Informeer bij de onderwijsinstelling of de opleiding recht geeft op educatief verlof. Betaald educatief verlof is een recht, maar overleg met de werkgever is aangewezen. Meer info: http://www.leerplek.be/leerplek/nl/PDF/bet_ed_brochure_2004.pdf of bij de vakbondsorganisaties.
9.4 Tijdskrediet Een werknemer kan ook tijdelijk de loopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreken. Gedurende deze onderbreking krijgt men een uitkering van de Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening (RVA). Men moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Meer info: http://www.rva.be.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 51
10. Studeren in het hoger onderwijs : hoe gaat dat ?
Een vluchteling of nieuwkomer die verder wil studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen is vaak niet vertrouwd met ons onderwijssysteem en onderwijscultuur. Zij zijn niet op de hoogte van de manier van lesgeven en de gehanteerde werkvormen. Om zich gemakkelijker te kunnen aanpassen aan ons onderwijssysteem is het belangrijk dat zij bij aanvang van de studie, een algemeen inzicht hebben in de meest gebuikte werkvormen en weten welke vaardigheden van hun verwacht worden. Ook kennis hebben van de ondersteuning die hoger onderwijsinstellingen aanbieden tijdens de studie is een troef. Een handig en bruikbaar informatieboek over de verschillende facetten van studeren en leven in het hoger onderwijs is het boek “Studeerwijzer, op weg naar succesvol studeren”. Het is een publicatie gebaseerd op de ervaringen vanuit de praktijk en expertise van een team studentenpsychologen aan de Vrije Universiteit Brussel. Het boek is te bestellen en kost 20 Euro. Meer info: http://www.vubpress.be. Ook de website van Studeerwijzer geeft tips en uitleg over verschillende thema’s zoals studievaardigheden, schrijfvaardigheden, socio-emotionele factoren, examenvaardigheden en lees-en leerproblemen. Je kan er tevens een aantal vooropgestelde hulpmiddelen downloaden (bijvoorbeeld een weekplanning) Meer info: http://www.studiewijzer.be. Hieronder lichten we een aantal termen toe die voor de startende vluchtelingstudent of nieuwkomer belangrijk zijn om te kennen.4
4 De beschrijvingen zijn grotendeels gebaseerd op teksten uit de publicatie “Studeerwijzer, op weg naar succesvol studeren”, VUB.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 52
10.1 Werkvormen Een werkvorm is de manier waarop een docent zijn lessen organiseert of aanpakt. Afhankelijk van wat de doelstellingen zijn voor een bepaalde opleidingsonderdeel, hanteert een docent andere werkvormen. ¬¬ hoorcolleges: bij een hoorcollege geeft een docent een mondelinge voordracht van het leerstof. Tijdens een hoorcollege volgt de student de uiteenzetting en neemt eventueel notities. Om de studenten hierbij te helpen maken docenten steeds vaker gebruik van ondersteund materiaal zoals een powerpoint presentatie, transparanten of video-en dvd materiaal ¬¬ practica: dit is een praktische opdracht om het leerstof beter te begrijpen of om vaardigheden in te oefenen. Voor de meeste opleidingsonderdelen is aanwezigheid tijdens het practicum verplicht. ¬¬ werkcolleges, oefeningen: tijdens een werkcollege zal er in kleine groep gewerkt worden aan opdrachten onder begeleiding van een docent of assistent. Een andere naam voor werkcollege is oefenzitting. Hierbij verwerkt de student de leerstof uit het hoorcollege aan de hand van oefeningen. ¬¬ groepswerk: een groepswerk is een opdracht waarbij verschillende studenten werken in groep. Vaak levert de groep een eindproduct af; een paper, een verslag, een presentatie… ¬¬ opdrachten: het doel van een opdracht of taak is het zelfstandig verwerken van informatie, het inoefenen van vaardigheden, mondeling of schriftelijk leren communiceren, het oplossen van problemen….. ¬¬ elektronische leerplatform: tegenwoordig gebeurt er steeds meer digitaal en via het internet of via intranet. Bijna elke school of educatieve instelling heeft een intranet waarop docenten en studenten informatie kunnen vinden of plaatsen. Namen als Blackboard, Toledo, PointCarré, Moodle, Smartschool…verwijzen hiernaar. Over het algemeen kan men elk opleidingsonderdeel terugvinden op deze digitale leerplatformen. Docenten plaatsen er voor hun opleidingsonderdeel de nodige informatie en documenten, zoals cursussen, teksten, powerpoint-presentaties, bijlagen, interessante links, opdrachten. Let wel: de student dient zich vooraf in te schrijven voor elk opleidingsonderdeel, zodat hij/zij toegang krijgt tot deze informatie.
10.2 Vaardigheden ¬¬ Om te kunnen studeren in het hoger onderwijs zijn een aantal vaardigheden vereist. Vaak organiseert de dienst voor studieadvies en studentenbegeleiding workshops en trainingen om deze vaardigheden beter onder de knie te krijgen. Wijs de vluchtelingstudent of nieuwkomer op het belang van deze trainingen en stimuleer hem om zich in te schrijven. ¬¬ Cursus volgen en nota’s nemen: het is in het belang van de vluchtelingstudent of nieuwkomer dat hij tijdens de les een efficiënte methode van noteren aanleert. ¬¬ Time-managment: een goede planning is belangrijk voor een efficiënt tijdsgebruik. Studeren zal succesvoller verlopen indien men een planning voor de blok en examenperiode maakt of voor belangrijke deadlines voor papers, groepswerk, laboproeven….. ¬¬ Cursussen instuderen: de student moet kunnen inschatten hoeveel uren hij moet investeren in zijn studie en of de gehanteerde studiemethode de juiste is. Een voltijdse opleiding (modeltraject) heeft een studiebelasting van 60 studiepunten. Dit komt overeen met een studielast tussen de 1500 en 1800 uur per academiejaar of 38 tot 46 uur bezig zijn met de studie per week (inclusief de contacturen) Een fulltime job dus. Omwille van de taalbarrière hebben anderstalige studenten meer tijd nodig om een cursus in te studeren. Het is dan ook vaak aangeraden de eerste 60 studiepunten te verdelen over 2 academiejaren en zich in te schrijven voor 30 studiepunten.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 53
¬¬ Papers schrijven en presenteren: Een paper is een schriftelijke neerslag over een bepaald thema of onderwerp. Het onderwerp ligt ofwel vast ofwel mag de student zelf een keuze maken van het onderwerp (al dan niet uit een lijst). Papers worden geëvalueerd en tellen mee in de eindbeoordeling. ¬¬ Examenvaardigheden: er zijn veel soorten examenvormen. Schriftelijke, multiple choice, open vragen, vraagstukken, open boek, mondeling, mondeling met schriftelijke voorbereiding, vraagstukken ... het is belangrijk dat de student zich op voorhand informeert hoe het examen zal verlopen. In sommige onderwijsinstellingen worden trainingen georganiseerd omtrent ‘omgaan met examenstress’.
10.3 Ondersteuning ¬¬ Omdat de vluchtelingstudent of nieuwkomer niet vertrouwd is met ons onderwijssysteem zal hij ook niet vertrouwd zijn met de ondersteuning die hoger onderwijsinstellingen aanbieden aan studenten net vóór of tijdens de studie. Overloop met de toekomstige student welke faciliteiten aangeboden worden en waar hij beroep op kan doen. ¬¬ studietrajectbegeleiders: een studietrajectbegeleider helpt bij het uitwerken van een studietraject. Het studietraject wordt vastgelegd in het studiecontract. In het studiecontract zijn de opleidingsonderdelen opgenomen die de student zal volgen (of waarvan hij vrijgesteld is). Het is aangewezen dat de toekomstige student contact opneemt met een studietrajectbegeleider vóór de inschrijving. ¬¬ Studentenbegeleiders: indien de student zijn studievaardigheden wil verbeten kan hij heel het jaar door een afspraak maken bij de dienst studieadvies en studentenbegeleiding. Er worden vaak trainingen georganiseerd omtrent efficiënt studeren en plannen, presentatievaardigheden, faalangst, examenstress, uitstelgedrag…. Ook indien de student zich wil heroriënteren omwille van een verkeerde studiekeuze, is een afspraak bij de studentenbegeleiders aangewezen. Zij geven tevens persoonlijke ondersteuning aan de student (emotionele, psychologische en sociale ondersteuning) ¬¬ Docenten en assistenten: indien de student inhoudelijke vragen heeft over een vak of hij wil weten wat hij moet kennen voor een examen of waaraan een paper inhoudelijk aan moet voldoen, dan kan hij zich wenden tot de verantwoordelijke docent(en) of assistent(en) van de betrokken faculteit. Ook indien hij vragen heeft over vrijstellingen of een geïndividualiseerd traject kan hij zich wenden tot de docenten of assistenten van de faculteit. ¬¬ Monitoraat: voor vakinhoudelijke begeleiding bij ‘probleemvakken’ kan de student terecht op het monitoraat maar niet elke onderwijsinstelling heeft een monitoraat. Een monitoraat is vaak gericht op studenten van de 1ste bachelor. ¬¬ Studentenvoorzieningen: Bij deze dienst vind de student de jobdienst en de sociale dienst. De jobdienst stelt contracten op voor jobstudenten en zorgt voor administratieve opvolging van de tewerkstelling. De sociale dienst beantwoord vragen omtrent studiefinanciering, sociaal statuut en student of persoonlijk gerelateerde problemen. ¬¬ Specifieke initiatieven: Taalbegeleiding Academisch Nederlands: meer en meer hoger onderwijsinstellingen organiseren trainingen om studenten een betere academische taalvaardigheid aan te leren. De trainingen zijn vrijblijvend maar het is aanbevolen voor anderstalige studenten zich in te schrijven. Mentoring: Mentoring is een begeleidende activiteit waarbij een meer ervaren persoon een minder ervaren persoon begeleid door het uitwisselen van praktische ervaringen. Het vervangt niet de reguliere begeleidingsinitiatieven van de onderwijsinstellingen maar is een aanvulling tot de bestaande begeleiding. Een oudejaarsstudent kan op deze manier een vluchtelingstudent of nieuwkomer extra ondersteuning bieden tijdens zijn studie.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 54
11. Tips voor vluchtEling studenten
¬¬ Vraag wat je niet weet ¬¬ Zoek tijdig hulp als er een probleem is ¬¬ Zoek contact met Vlaamse studenten ¬¬ Maak geen vergelijkingen met ‘vroeger’ ¬¬ Studeer niet té hard, neem tijd voor rust en ontspanning ¬¬ Doe mee aan examens ¬¬ Wees geduldig… maar zet door
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 55
12. permanenties VLUCHTELINGENWERK ‘studiebegeleiding voor vluchtelingen en NIEUWKOMERS’
Universiteit Antwerpen Hoek Grote Kauwenbergstraat-Vekestraat Lokaal E121 (1e verd.), 2000 Antwerpen Tel.: 03/220 44 90 (donderdag en vrijdag) StudieAdviesPunt Gent Klein Raamhof 8, 9000 Gent Tel.: 09/225 32 68 (dinsdag en donderdag) Meer info: Carine Maes (
[email protected]) Goska Kubacka (
[email protected]) Tel.: 02/274 00 20
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 56
13. Nuttige adressen
Universiteiten Hogeschool – Universiteit – Brussel (HUB) http://www.hubrussel.be De HUB verenigt de opleidingen van de vroegere hogescholen EHSAL, HONIM en VLEKHO en van de Katholieke Universiteit Brussel (KUB). Het is dus een hogeschool en universiteit samen en vormt de HUB. De HUB maakt deel uit van de Associatie Katholieke Universiteit Leuven. De HUB heeft 6 campussen: Campus Stormstraat STUVO (sociale dienst) Stormstraat 2 tel. 02/210.16.69 1000 Brussel
[email protected] Tel. 02/210.12.11
[email protected] Campus Koningstraat STUVO Koningstraat 336 tel. 02/221.12.15 1030 Brussel
[email protected] Tel. 02/221.12.11
[email protected] Campus Koekelberg STUVO Vrijheidslaan 17 tel. 02/412.51.14 1081 Brussel
[email protected] Tel. 02/412.42.11
[email protected] Campus Nieuwland STUVO Nieuwland 198 tel. 02/210.16.69 1000 Brussel
[email protected] Tel. 02/512.32.59
[email protected]
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 57
Campus Parnas STUVO Stationstraat 301 tel. 02/210.16.69 1700 Dilbeek
[email protected] Tel. 02/446.51.51
[email protected] Campus Gezinswetenschappen Huart Hamoirlaan 136 1030 Brussel Tel. 02/240.68.40 (of 44)
[email protected] www.hig.be Centrum voor Studentenbegeleiding en voorzieningen Campus Stormstraat Stormstraat 2, 1000 Brussel Lokaal 5112 Tel. 02/210.13.19 Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven) http://www.kuleuven.ac.be KULeuven – Office for International Students and Scholars (inschrijvingen buitenlandse studenten) Naamsestraat 63, 3000 Leuven Tel. 016/32 40 78 e-mail:
[email protected] KULeuven - Sociale Dienst Internationale studenten Naamsestraat 80, 3000 Leuven Tel. 016/32 44 36 e-mail:
[email protected] KULeuven – Dienst Studieadvies Naamsestraat 80, 3000 Leuven Tel. 016/32 43 11 e-mail:
[email protected] KULeuven – Studentenadministratie Naamsestraat 22, 3000 leuven Tel. 016/32 40 40 e-mail:
[email protected] Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk (KULAK) http://www.kulak.ac.be KULAK - Campusrectoraat (inschrijvingen) Etienne Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk Tel. 056/24 61 31 e-mail:
[email protected] KULAK - Dienst voor Studieadvies Etienne Sabbelaan 53, lokaal A111, 8500 Kortrijk Tel. 056/24 61 38 e-mail:
[email protected]
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 58
KULAK – Studentenvoorzieningen Etienne Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk Tel. 056/24 61 15 e-mail:
[email protected] Universiteit Hasselt http://www.uhasselt.be Universiteit Hasselt – Studentensecretariaat (inschrijvingen) Campus Diepenbeek Agoralaan –Gebouw D, 3590 Diepenbeek Tel. 011/26 81 11 e-mail:
[email protected] Universiteit Hasselt – Studentenvoorzieningen Campus Diepnbeek Agoralaan - Gebouw D12, 3590 Diepenbeek Tel. 011/26 80 13 e-mail:
[email protected] Universiteit Gent (UGent) http://www.ugent.be Ugent - Rectoraat (inschrijvingen) Afdeling Studentenadministratie en studieprogamma’s Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent Tel. 09/264 42 17 of 09/264 36 09 of 09/264 30 21 e-mail:
[email protected] Ugent – Adviescentrum voor studenten Sint-Pietersplein 7, 9000 Gent Tel. 09/264 70 00 e-mail:
[email protected] Ugent – Sociale Dienst Sint-Pietersnieuwstraat 47, 9000 Gent Tel. 09/264 70 72 of 09/264 70 78 e-mail:
[email protected] Universiteit Antwerpen (UA) http://www.ua.ac.be Studentenadministratie (inschrijvingen) Stadscampus, Gebouw S – lokaal S017 Lange St.Annastraat 7, 2000 Antwerpen Tel. 03/275 56 30 e-mail :
[email protected] Studenten Informatie Punt (STIP) - Stadscampus Dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding Hoek Grote Kauwenberg – Vekestraat, 2000 Antwerpen Tel. 03/220 48 72 e-mail:
[email protected]
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 59
Studenten Informatie Punt (STIP) - Campus Middelheim Dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen Tel. 03/265 35 24 e-mail:
[email protected] Studenten Informatie Punt (STIP) - Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen Tel. 03/820 20 09 e-mail:
[email protected] Sociale dienst - Campus Middelheim Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen Tel. 03/265 37 48 e-mail:
[email protected] Sociale dienst - Stadscampus Hoek Grote Kauwenberg - Vekestraat, 2000 Antwerpen Tel. 03/220 48 62 of 03/220 48 64 e-mail:
[email protected] of
[email protected] Sociale dienst - Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen Tel. 03/820 20 81 of 03/820 20 82 e-mail:
[email protected] Vrije Universiteit Brussel (VUB) http://www.vub.ac.be VUB - Dienst Studentenzaken (inschrijvingen) Pleinlaan 2, 1050 Brussel Tel. 02/629 21 35 e-mail:
[email protected]. VUB - Dienst Studieadvies Pleinlaan 2, 1050 Brussel Tel. 02/629 23 18 e-mail :
[email protected] VUB – Sociale Dienst - Campus Etterbeek Pleinlaan 2, 1050 Brussel Tel. 02/629 23 15 of 02/629 23 12 e-mail:
[email protected] of
[email protected] VUB – Sociale Dienst - Campus Jette Laarbeeklaan 103, 1090 Brussel Tel. 02/477 42 06 e-mail:
[email protected]
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 60
Hogescholen Hogescholen provincie Antwerpen Hogere Zeevaartschool Noordkasteel Oost 6, 2030 Antwerpen Tel. 03/205 64 30 e-mail:
[email protected] http://www.hzsbe Artesis Hogeschool Antwerpen Keizerstraat 15, 2000 Antwerpen Tel. 03/213 93 00 e-mail:
[email protected] http://www.artesis.be Karel de Grote-Hogeschool Van Schoonbekestraat 143, 2018 Antwerpen Tel. 03/241 03 00 e-mail:
[email protected] http://www.kdg.be Lessius Hogeschool J. De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen Tel. 03/206 04 80 e-mail:
[email protected] http://www.lessius.eu Plantijn – Hogeschool van de provincie Antwerpen Lange Nieuwstraat 101 , 2000 Antwerpen Tel. 03/221 07 00 e-mail:
[email protected] http://www.plantijn.be Katholieke Hogeschool Kempen Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel Tel. 014/56 23 10 e-mail:
[email protected] http://www.khk.be Katholieke Hogeschool Mechelen Zandpoortvest 13, 2800 Mechelen Tel. 015/36 91 00 e-mail:
[email protected] http://www.khm.be Hogescholen provincie Limburg Xios Hogeschool Limburg Agoralaan Universitaire Campus Gebouw H, 3590 Diepenbeek Tel. 011/37 07 77 e-mail:
[email protected] http://www.xios.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 61
Katholieke Hogeschool Limburg Agoralaan Campus Diepenbeek - Gebouw B Bus 1, 3590 Diepenbeek Tel. 011/23 07 70 e-mail:
[email protected] http://www.khlim.be Provinciale Hogeschool Limburg Elfde-Liniestraat 24 Gebouw A, 3500 Hasselt Tel. 011/23 88 88 e-mail:
[email protected] http://www.phl.be Hogescholen provincie Oost-Vlaanderen Arteveldehogeschool Hoogpoort 15, 9000 Gent Tel. 09/235 20 00 e-mail:
[email protected] http://www.arteveldehs.be Hogeschool Gent J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Tel. 09/266 08 00 e-mail:
[email protected] http://www.hogent.be Katholieke Hogeschool Sint-Lieven Gebroeders Desmetstraat 1, 9000 Gent Tel. 09/265 86 10 e-mail:
[email protected] http://www.kahosl.be Hogescholen provincie Vlaams-Brabant en Brussel Groep T-Internationale Hogeschool Leuven A. Vesaliusstraat 13, 3000 Leuven Tel. 016/30 10 30 e-mail:
[email protected] http://www.groept.be Katholieke Hogeschool Leuven Abdij van Park 9, 3001 Leuven Tel. 016/37 50 00 e-mail:
[email protected] http://www.khleuven.be Erasmushogeschool Brussel Nijverheidskaai 170 1070 Brussel tel. 02/523 37 37 e-mail:
[email protected] http://www.ehb.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 62
Hogeschool Sint-Lukas Brussel Paleizenstraat 70, 1030 Brussel Tel. 02/250 11 00 e-mail:
[email protected] http://www.sintlukas.be Hogescholen provincie West-Vlaanderen Hogeschool West-Vlaanderen Markesteenweg 58, 8500 Kortrijk Tel. 056/24 12 90 e-mail:
[email protected] http://www.howest.be Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Oostmeers 27, 8000 Brugge Gratis tel. 0800 96 322 e-mail:
[email protected] http://www.khbo.be Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen KATHO Doorniksesteenweg 145, 8500 Kortrijk Tel. 056/26 41 60 e-mail:
[email protected] http://www.katho.be Huizen van het Nederlands: Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant Laudeuzeplein 17, 3000 Leuven Tel. 016/480 410 e-mail:
[email protected] http://www.huisvlaamsbrabant.be Huis van het Nederlands Brussel Philippe De Champagnestraat 23, 1000 Brussel Tel. 02/501 66 70 e-mail:
[email protected] http://www.huisnederlandsbrussel.be Huis van het Nederlands Antwerpen Atlas gebouw Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen Tel. 03:227 70 55 e-mail:
[email protected] http://www.nt2antwerpen.be.contact Huis van het Nederlands Mechelen Brusselsepoort 8, 2800 Mechelen Tel. 015/21 13 11 http://www.hvnprovant.be
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 63
Huis van het Nederlands Gent Casa Mundi gebouw Congostraat 42, 9000 Gent Tel. 09/235 26 70 e-mail:
[email protected] http://www.hvngent.be Huis van het Nederlands Aalst Meuleschettestraat 32, 9300 Aalst Tel. 053/70 91 30 e-mail:
[email protected] Huis van het Nederlands Sint-Niklaas Kazernestraat 35, 9100 Sint-Niklaas Tel. 03/776 10 68 e-mail:
[email protected] Universitaire Talencentra: HUB – Universitair Talencentrum Koningstraat 336, 1030 Brussel tel. 02/221 12 69 e-mail:
[email protected] http://www.talencentrum.hubrussel.be KULeuven - Interfacultair Instituut voor Levende Talen (ILT) Dekenstraat 6, 3000 Leuven tel. 016/32 56 60 e-mail:
[email protected] http://www.kuleuven.be/ilt UA Linguapolis – Stadscampus Kleine Kauwenbergstraat 12, 2000 Antwerpen tel. 03:220 48 03 e-mail:
[email protected] http://www.ua.ac.be UGent - Universitair Centrum voor Talenonderwijs (UCT) Sint-Pietersnieuwstraat 136, 9000 Gent Tel. 09/264 36 81 e-mail:
[email protected] http://www.uct.ugent.be Procedures diplomagelijkschakeling: Voor buitenlandse diploma’s hoger onderwijs: NARIC-Vlaanderen Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Afdeling Hoger Onderwijs Koning Albert II-laan 15, 1210 BRUSSEL Tel. 02 553 97 33 – Fax 02 553 97 50 E-mail:
[email protected] Website: http://www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/naric
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 64
Voor buitenlandse diploma’s secundair onderwijs: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten AgODI) Scholen Secundair Onderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs Hendrik Consciencegebouw - Toren 2A Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel Tel.: 02/553.87.14 Fax: 02/553.87.15 E-mail:
[email protected]
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 65
14. CASES
Onderstaande voorbeeldcases zijn gebaseerd op individuele gevallen. Ze zijn nog allesomvattend noch de enige mogelijke optie. Wel worden voorbeelden gegeven van de mogelijkheid en de begeleiding die de toekomstige studenten kunnen krijgen.
1. Khaspoladova uit Azerbeidjan verblijft al enige tijd in België. Sinds 28 december 2007 is ze geregulariseerd. Ze heeft eindelijk perspectief op een vast verblijf en wil graag werken in de sociale sector. Ze spreekt goed Nederlands en wil in september 2008 een studie aanvatten in het hoger onderwijs maar maakt zich zorgen of zij dit financieel kan bekostigen. Zij krijgt maatschappelijke dienstverlening van het OCMW. Komt zij in aanmerking voor een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap? Khaspoladova koos voor een professionele bachelor in de gezinswetenschappen1. Om een studietoelage te ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap moeten niet EER-onderdanen kunnen aantonen dat zij op 31 december van het desbetreffend academiejaar, minstens 12 maanden wettig verblijven in België. Khaspoladova werd zoals hierboven vermeld, geregulariseerd op 28 december 2007. Op 31 december 2008 (het jaar dat zij de studie aanvatte) is zij dus net meer als één jaar wettig in België. Zij is in het bezit van een elektronische vreemdelingenkaart A of een BIVR-tijdelijk verblijf (bewijs inschrijving in het Vreemdelingenregister). Wat de nationaliteitsvoorwaarden betreft heeft Khaspoladova recht op een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap. Indien zij ook voldoet aan de pedagogische en financiële voorwaarden zal zij een studietoelage ontvangen. 2. Murat wil economie gaan studeren. Hij schrijft zich aan de universiteit in voor 20 studiepunten met een creditcontract. Hij dient een aanvraag in voor een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap maar krijgt een negatief antwoord. Waarom? Murat voldoet niet aan de pedagogische voorwaarden. Om in aanmerking te komen voor een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap moet Murat voor minstens 27 studiepunten ingeschreven zijn met een diplomacontract. Inschrijving met een creditcontract geeft geen recht op een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap (dit geldt ook voor een examencontract).
1 In 2007 werd gezinswetenschappen geaccrediteerd als bachelor met professionele gerichtheid. Meer info op http:// www.hig.be).
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 66
3. Arbi is erkend vluchteling. Hij heeft een Russisch universitair diploma ‘Econoomboekhouder voor de landbouw’ waarvoor hij een gelijkwaardigheid heeft gekregen met de Vlaamse academische graad van ‘Master’. Omdat hij een niveaugelijkwaardigheid gekregen heeft zonder vermelding van een specifieke afstudeerrichting (opleiding is onbestaande in Vlaanderen maar wordt wel beschouwd als een volwaardige academische opleiding) beslist Arbi om terug te studeren. Het zoeken naar werk verliep niet zo vlot en hij hoopt zijn tewerkstellingskansen te vergroten met een Vlaams diploma. Heeft Arbi recht op een studietoelage? Arbi voldoet aan alle toelatingsvoorwaarden en schrijft zich aan een Vlaamse universiteit in voor de richting Sociaal-Economische Wetenschappen. Omdat hij sommige opleidingsonderdelen al gehad heeft tijdens zijn buitenlandse studie vraagt hij een geïndividualiseerd traject aan. Na een grondig onderzoek van de faculteit krijgt hij vrijstellingen voor opleidingsonderdelen van de 1ste, 2de en 3de bachelor. Arbi moet nog 120 studiepunten ipv 180 studiepunten behalen voor een bachelordiploma in sociaal-economische wetenschappen. Voor de 120 studiepunten van de bacheloropleiding krijgt Arbi een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap daar hij voldoet aan alle voorwaarden (nationaliteitsvoorwaarde, pedagogische voorwaarden en financiële voorwaarden). Men heeft namelijk recht op een studietoelage voor twee bacheloropleidingen ongeacht of één van die bacheloropleidingen in het buitenland is behaald. Voor de resterende 60 studiepunten voor de master sociaal-economische wetenschappen komt Arbi niet in aanmerking voor een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap. Arbi heeft namelijk een academische gelijkwaardigheid van zijn buitenlands diploma gekregen er is slechts financiering mogelijk voor één Master (m.a.w hij voldoet niet aan de pedagogische voorwaarde). Dit is problematisch voor Arbi omdat hij slechts een leefloon van het OCMW ontvangt. Bij de sociale dienst van de universiteit verneemt hij echter dat hij wel recht heeft op het verminderd inschrijvingsgeld. Hij is namelijk een beurstarief student die voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde en de financiële voorwaarden. Dit betekend dat hij slechts 80 Euro inschrijvingsgeld moet betalen i.p.v 500 Euro die hij normaliter als niet-beurstudent zou moeten betalen. Een deel van zijn studiekosten zal hij financieren door studentenarbeid te verrichten. Hij mag namelijk tot 216,69 Euro maandelijks bijverdienen, daar hij niet beursgerechtigd is maar wel een leefloon ontvangt van het OCMW. 4. Soumia heeft zich voor 30 studiepunten voor de opleiding van architectuur ingeschreven maar stelt in november vast dat zij de verkeerde studiekeuze heeft gemaakt. Zij wil graag heroriënteren en starten aan de opleiding van accountancy-fiscaliteit. Kan dat en welke gevolgen heeft dit? Soumia is een generatiestudent. Zij is ingeschreven voor de 1ste bacheloropleiding architectuur en heeft een diplomacontract. Zij heeft als startende student een leerkrediet van 140 studiepunten. Omdat zij vóór 01 december beslist om van studierichting te veranderen zal zij het aantal opgenomen studiepunten (30) terug kunnen toevoegen aan haar leerkrediet. Binnen haar nieuwe studierichting van accountancy-fiscaliteit zal zij dus opnieuw van start kunnen gaan met een leerkrediet van 140 studiepunten. 5. Malik wil graag bedrijfsmanagement studeren. Na het doornemen van de opleidingsonderdelen ziet hij dat vreemde talen, waaronder Frans, een belangrijke rol spelen. Malik heeft, in tegenstelling tot de andere generatiestudenten, nooit Frans in het secundair onderwijs gekregen. Moet Malik veranderen van studiekeuze of zijn er oplossingen? Malik had zich graag dit academiejaar ingeschreven aan de hogeschool maar beslist eerst aan zijn Frans te werken. Hij schrijft zich in voor Frans bij het volwassenenonderwijs en krijgt extra bijlessen van een vrijwilligerswerking. Één jaar focust Malik zich op het Frans en daarbovenop volgt hij nog computerlessen. Hij kan namelijk wel overweg met de computer maar na overleg met het diensthoofd van bedrijfsmanagement blijkt zijn kennis ontoereikend te zijn.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 67
Wanneer Malik eindelijk kan starten aan zijn opleiding voelt hij zich zelfzekerder. Hij schrijft zich voor de 1ste bachelor deeltijds in wat hem extra tijd geeft om te investeren in Frans, bepaalde computerprogramma’s en in het Nederlands. Na het slagen voor de 1ste bachelor beslist Malik voltijds te studeren en schrijft hij zich in voor 60 studiepunten. 6. Zahmira is erkend vluchteling uit Ethiopië. Ze wil een academische opleiding starten aan een universiteit. In het land van herkomst heeft Zahmira hoger onderwijs gevolgd maar heeft geen enkele studiebewijs in België. Ze is momenteel werkloos en geniet werkloosheidsuitkering. a) Kan Zahmira toegelaten worden tot een universitaire opleiding? Om toegelaten te worden tot studies op hoger onderwijsniveau moet men voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden. Zahmira voldoet aan de taal- en verblijfsvoorwaarde maar voldoet niet aan de diplomavoorwaarde vermits ze geen studiedocumenten uit haar herkomstland kan voorleggen. Indien Zahmira niet voldoet aan de algemene toelatingsvoorwaarden kan ze toch toelating krijgen tot inschrijving voor een bacheloropleiding mits slagen voor een toelatingsonderzoek. Dit toelatingsonderzoek wordt gehanteerd voor personen die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen en die minimaal de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben of het statuut van vluchteling of ontheemde hebben. Zahmira doorloopt de verschillende fases. Ze slaagt in het toelatingsonderzoek en krijgt een ‘Bewijs van Toelating’. Zahmira kan zich nu inschrijven voor de gewenste bacheloropleiding. b) Mag Zahmira eigenlijk studeren met werkloosheidsuitkering? Voor het volgen van studies met behoud van werkloosheidsuitkering moet Zahmira om vrijstelling aan de RVA vragen. Zonder deze vrijstelling heeft ze geen recht op werkloosheidsuitkeringen tijdens het volgen van een opleiding, tenzij de lessen voornamelijk na 17 uur of op zaterdag doorgaan of indien ze maximum 27 studiepunten per academiejaar opneemt. Zahmira beslist om deze vrijstelling aan te vragen. Vooraleer ze ingeschreven is aan de universiteit waar ze haar studies wenst te volgen dient ze voorafgaandelijk een aanvraagformulier in bij de directeur van het werkloosheidsbureau met de vraag of ze alle voorwaarden vervult. Helaas de directeur keurt haar aanvraag om vrijstelling niet goed. Zahmira heeft namelijk geen 312 werkloosheidsdagen genoten (=1 jaar uitkering) in de loop van de 2 jaar die voorafgaan zijn aan de officiële begindatum van het eerste academiejaar van de studiecyclus waarvoor ze vrijstelling vraagt. Dit is één van de voorwaarden aan welke ze moet voldoen indien ze kiest voor studies die niet op de VDAB ‘knelpunten’-lijst voorkomen (de lijst van de betrokken beroepen is te vinden op de website van de RVA: www.rva.be). Zahmira wil toch de gekozen opleiding volgen. Zonder de toestemming van de RVA en met behoud van werkloosheidsuitkering mag ze maximum 27 studiepunten opnemen. Ze wendt zich tot studietrajectbegeleider van de hoger onderwijsinstelling. Er wordt voor haar een op maat geïndividualiseerd traject uitgestippeld van 24 studiepunten en Zahmira start de studies.
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 68
7. Tao komt uit China en heeft voor zijn buitenlands diploma secundair onderwijs een gelijkwaardigheid gekregen en wil graag een hogeronderwijsdiploma behalen in Vlaanderen. Hij zou graag voor burgerlijk ingenieur willen studeren. Hoe kan hij zich best voorbereiden? Met de gelijkwaardigheid van zijn Chinees diploma secundair onderwijs kan hij in principe instappen in het hoger onderwijs. Omdat het zes jaar geleden is dat Tao zijn secundair onderwijs heeft beëindigd vindt Tao dat hij nood heeft aan een opfrissing van de wetenschappelijke vakken, zodat hij optimaal (vooral wiskundig) voorbereid kan starten aan de opleiding. Voor wiskunde schrijft hij zich in voor de brugcursussen die georganiseerd worden tijdens de zomervakantie in de universiteit van zijn keuze. Hij schrijft zich ook in voor een vakantiecursus wetenschappen die georganiseerd wordt door het secundair onderwijs. Tenslotte test Tao zichzelf via het web, via een aantal beschikbare zelftests wiskunde. Zo weet hij of zijn voorkennis voldoet en kan hij goed voorbereid een wetenschappelijke opleiding starten. 8. Patrick is erkend vluchteling. Hij heeft in Oeganda 4 jaar universitaire studies ‘Social Science’ in het Engels gestudeerd. Hij heeft enkel een overzicht van de vakken met studieresultaten. Diploma’s in Oeganda worden pas na 5 jaar uitgereikt. Patrick wil graag een hogeronderwijsdiploma in Vlaanderen behalen. Welke opties heeft hij? Patrick wil graag een job in de sociale sector uitoefenen. Hij begint te zoeken naar de opleidingen van het studiegebied sociaal- en agogisch werk, naar een opleiding die het best bij hem en zijn vooropleiding past. Hij beslist zich goed te informeren door opleidingsbrochures aan te vragen, hij gaat naar de infodagen van de onderwijsinstellingen, hij praat met de docenten en studenten. Om iets te leren kennen is het zelf ervaren de beste methode en daarom neemt Patrick deel aan het proefstuderen die sommige hoger onderwijsinstellingen in het voorjaar aanbieden. Op deze manier kan Patrick ervaren wat een opleiding inhoudt en hoe de lessen in het hoger onderwijs verlopen. Het is een uitstekende manier om zijn studiekeuzeproces te verfijnen. Patrick kiest uiteindelijk voor een professioneel gerichte bacheloropleiding sociaal werk, afstudeerrichting sociaal-cultureel werk. Patrick volgt Nederlands aan een universitair talencentrum en behaalt niveau 5. Hij is nu klaar om zijn dossier in de gekozen hoge school voor toelating in te dienen. Nadat hij toelating tot inschrijving heeft gekregen vraagt hij studieduurverkorting aan op basis van ‘Transcript of Records’ van de voorafgaande studies. Hij kan misschien in aanmerking komen voor een verkort studietraject. Daarvoor contacteert hij de leertrajectbegeleider van de gekozen opleiding. 9. Mohammad heeft een legaal verblijf in België en wil graag studeren in het hoger onderwijs. Hij heeft zijn diploma secundair onderwijs behaald in zijn land van herkomst. Hij dient een aanvraag in voor de gelijkwaardigheid van zijn buitenlands diploma maar krijgt geen volledige gelijkwaardigheid toegekend. Het is wel degelijk een einddiploma maar in zijn land omvat de studieduur 11 jaar en geen 12 jaar zoals in Vlaanderen. Kan Mohammad studeren aan een hoger onderwijsinstelling? Ook indien Mohammad geen gelijkwaardigheid heeft gekregen van zijn diploma kan hij toegang krijgen tot een bacheloropleiding op basis van zijn buitenlands diploma. Hij moet wel een attest kunnen voorleggen dat zijn diploma secundair onderwijs toegang verleent tot universitaire studies in zijn land van herkomst. Dit attest kan Mohammad verkrijgen via de ambassade van het desbetreffend land in België of via het Ministerie van Onderwijs van het desbetreffend land. Op het attest moet wel expliciet vermeld staan dat het buitenlands diploma secundair onderwijs toegang verleent tot een universitaire studie (niet enkel vermelding toegang tot hoger onderwijs).
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 69
Om te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden tot hoger onderwijs moet Mohammad niet enkel voldoen aan de diplomavoorwaarden maar ook aan de taalvoorwaarden. Bijna alle bachelor en master opleidingen zijn Nederlandstalig. Elkeen die zich wenst in te schrijven moet daarom kunnen aantonen dat hij de Nederlandse taal machtig is. Dit kan hij doen door het behalen van : ¬¬ het attest PTHO (profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs) van het Certificaat Nederlands als Vreemde taal (CNaVT) door de ‘Nederlandse Taalunie’ ¬¬ het attest PAT (profiel Academisch Taalvaardigheid) van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal van de ‘Nederlandse Taalunie’ ¬¬ het certificaat niveau 5 van een universitair talencentrum Eens Mohammad voldoet aan de deze voorwaarden kan hij toegelaten worden tot het hoger onderwijs in Vlaanderen. 10. Zara uit Iran heeft een diploma ‘dokter in de geneeskunde’ van de universiteit van Teheran. Zij heeft in Iran als arts gewerkt en wil graag haar beroep terug uitoefenen in Vlaanderen. Wat moet zij doen? De totale studieduur voor arts bedraagt in Iran zes jaar, de totale studieduur in België is zeven jaar. Een academische gelijkwaardigheid is daarom onmogelijk omdat men altijd gaat kijken naar de totale studieduur. Arts is een gereglementeerd beroep, met andere woorden wil men werken als arts dan moet men ofwel een positieve academische gelijkwaardigheid krijgen van zijn buitenlands diploma of men moet opnieuw enkele jaren studeren om een Vlaams einddiploma te behalen. Zara beslist terug te studeren. Ze schrijft zich in voor een examen dat speciaal georganiseerd wordt voor buitenlandse artsen. Dit examen wordt twee maal per jaar georganiseerd door de VLIR (Vlaamse Interuniversitaire Raad) waarbij een commissie van professoren geneeskunde van verschillende universiteiten het examen zullen beoordelen. Het examen is gratis maar Zara moet zich wel vooraf inschrijven. Dit kan via de website http://www.vlir.be. Het examen bestaat uit een schriftelijke proef en een mondelinge proef en aan de hand van de resultaten zal Zara weten hoeveel jaren ze nog zal moeten studeren om een Vlaams diploma te behalen. Vóór Zara deelneemt aan het examen wil ze zich zo goed mogelijk voorbereiden. Ze download de voorbeeldvragen die de VLIR ter beschikking stelt via de website. De vragen van het VLIR-examen zijn gebaseerd op de vragen van het USMLE (United States Medical Licensing Examination). Dit is zeer interessant oefenmateriaal maar ze zijn enkel in het Engels verkrijgbaar via de volgende website http://www.usmle.org. Zara gaat ook veel naar medische bibliotheken van universiteiten. Ze leest boeken en frist haar kennis op. Zij heeft zich ook als vrijwilliger opgegeven in de medische sector wat haar vertrouwd maakt met het medisch taalgebruik en met de werking van de zorgsector in Vlaanderen. Zara is nu klaar om deel te nemen aan het ‘interuniversitair examen gedeeltelijke gelijkwaardigheid diploma arts’ (officiële naam).
Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen - 70