Huisregelboekje Justitiële Jeugdinrichting Den Hey-Acker Versie 2012- 1.0
Versie 2009.01
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Ministeriële regeling Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 6 juli 2011, nr. 5699818/11/DJI, houdende vaststelling van een model voor huisregels voor een justitiële jeugdinrichting (Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen)
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 16, zesde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;
Besluit:
Artikel 1 1. De directeur stelt in aanvulling op de bij of krachtens de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen gegeven regels, met inachtneming van het model opgenomen in de bijlage en de daarbij gegeven aanwijzingen, de huisregels van zijn inrichting vast. 2. De directeur stelt de huisregels van zijn inrichting binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze regeling vast. 3. De directeur zendt de huisregels van zijn inrichting aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Een wijziging van de huisregels van zijn inrichting zendt de directeur, binnen een maand na vaststelling van de wijziging, aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Artikel 2 De Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen van 14 augustus 2001, nr. 5113416/01/DJI wordt ingetrokken. Artikel 3 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Artikel 4 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Toelichting Algemeen In artikel 4, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen is bepaald dat de directeur met inachtneming van het door de Minister van Veiligheid en Justitie vast te stellen model de huisregels voor de inrichting vaststelt. In de memorie van toelichting op de wet wordt opgemerkt dat door het vaststellen van een model er enige uniformiteit in de vormgeving van de huisregels wordt gegarandeerd, zonder dat er afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid om hieraan lokaal – binnen de geboden kaders – invulling te geven. Alhoewel het niet verplicht is voorgeschreven, verdient het aanbeveling dat de directeur de huisregels voor zijn inrichting ter advisering voorlegt aan de commissie van toezicht.
2
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
De opbouw Het model huisregels vormt als het ware het geraamte voor het door de directeur op te stellen huisreglement. Het model is opgebouwd uit hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen die elk zogenaamde dwingende aanwijzingen en instructies kunnen bevatten. De hoofdstukken, paragrafen, subparagrafen en de volgorde daarvan zijn dwingend van aard. Het is de directeur niet toegestaan hoofdstukken, paragrafen of subparagrafen te verplaatsen of weg te laten of af te wijken van de nummering die in het model wordt gehanteerd. Indien een paragraaf of subparagraaf niet van toepassing is dient dit als zodanig te worden vermeld. Het is de directeur toegestaan paragrafen of subparagrafen of nieuwe hoofdstukken toe te voegen. Nieuwe paragrafen moeten worden doorgenummerd vanaf de laatste paragraaf van het betreffende hoofdstuk. Subparagrafen moeten worden doorgenummerd van de laatste subparagraaf van de betreffende paragraaf. Dwingende bepaling of instructie In het model huisregels zijn zowel dwingende bepalingen als instructies opgenomen. Dwingende bepalingen Dwingende bepalingen worden in dit model weergegeven in ‘normale’ letters. Het onderwerp is reeds uitgewerkt. Deze bepalingen mogen niet anders worden geformuleerd of weg worden gelaten. De tekst dient in zijn geheel letterlijk te worden overgenomen. Instructies Een instructie is herkenbaar aan het feit dat de tekst cursief is weergegeven en tussen rechte haakjes staat. Met een instructie wordt aangegeven dat de directeur het betreffende onderwerp in de huisregels op de aangegeven plaats nader kan uitwerken. In een enkel geval wordt tevens aangegeven binnen welk beleidskader dit dient te gebeuren. De directeur is bevoegd om naast de onderwerpen die in de instructies zijn weergegeven nadere informatie over een bepaald onderwerp in de betreffende paragraaf of subparagraaf op te nemen. Tijd en plaats Daar waar in het model huisregels aan de directeur de opdracht wordt gegeven aan te geven waar en wanneer een bepaalde activiteit of bezigheid plaatsvindt, is het toegestaan enkel te verwijzen naar het door hem vastgestelde dagprogramma. Hierdoor kunnen op relatief eenvoudige wijze de tijdstippen waarop en de plaatsen waar bepaalde activiteiten of bezigheden plaatsvinden, worden aangepast.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
3
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Inhoud
Inhoud
1
1. Algemene inleiding
3
1.1 1.2 1.3 1.4
3 4 4 4
Aanwijzingen en opdrachten Roken Alarm Lichamelijk contact
2. Binnenkomst
5
3. Perspectiefplan
7
4. Gebruik kamer en persoonlijke bezittingen
8
4.1 Gebruik kamer 4.2 Persoonlijke bezittingen
8 9
5. Dagprogramma 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
11
Verblijf in buitenlucht Onderwijs Sport Bibliotheek Winkel of winkelbestellijst Overige activiteiten
12 12 12 13 13 13
6. Verzorging
14
6.1 Voeding 6.2 Gebruik en onderhoud van kleding 6.3 Persoonlijke verzorging 6.4. Medische verzorging 6.5 Geestelijke verzorging
14 14 15 16 17
7. Contact met de buitenwereld 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
18
Bezoek van relaties ‘Geprivilegieerd’ bezoek Telefoneren met relaties Telefoneren met geprivilegieerde contacten Post van relaties Post van geprivilegieerde contacten Perscontacten
18 19 21 21 21 22 22
8. Verlof
23
9. Scholings- en trainingsprogramma
24
10. Controle, ordemaatregelen en straffen
25 1
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
10.1 Urinecontrole 10.2 Kamerinspectie 10.3 Onderzoek aan lichaam en kleding 10.4 Onderzoek in het lichaam 10.5 Gedwongen geneeskundige behandeling 10.6 Gebruik mechanische middelen 10.7 Gebruik geweld en vrijheidsbeperkende middelen 10.8 Time-outmaatregel 10.9 Ordemaatregelen 10.10 Disciplinaire straffen 10.11. Horen en schriftelijke mededeling 10.12 Aangifte bij de politie
25 25 26 26 27 27 27 28 28 29 30 31
11. Bemiddeling, beklag en beroep 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5
32
Bemiddeling Beklag Beroep tegen de uitspraak van de beklagcommissie Bezwaar en beroep tegen beslissing van de selectiefunctionaris Beroep tegen beslissing van de Minister van Veiligheid en Justitie over strafonderbreking
12. Overige bepalingen 12.1 12.2 12.3 12.4
33 34 36 36 37
39
Geld Aansprakelijkheid Dossiers Medezeggenschap en vertegenwoordiging
39 39 39 40
2
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
1. Algemene inleiding
Je bent geplaatst in de justitiële jeugdinrichting Den Hey-Acker in Breda. Den Hey-Acker is een jeugdinrichting voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18-24 jaar, ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een voorlopige hechtenis, jeugddetentie, vreemdelingenbewaring, gijzeling of ondertoezichtstelling plaatsvindt. Daarnaast worden in Den Hey-Acker jeugdigen geplaatst die veroordeeld zijn tot een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen of in afwachting zijn van de plaatsing in een (andere) behandelinrichting. De adresgegevens van Den Hey-Acker:
Breda sector Ginneken Galderseweg 7, 4836 AB Breda Postbus 4737, 4803 ES Breda Algemeen: 088 07 18200 Afspraken: 088 07 18242 www.heyacker.nl
In een inrichting wonen we en werken we met veel mensen samen. Om dat allemaal goed te laten verlopen zijn er regels nodig. In deze huisregels staan de belangrijkste regels waar we ons allemaal aan moeten houden. Veel van de regels zijn gebaseerd op de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of een andere wet of regeling. Als een regel gebaseerd is op een wet of een andere regeling wordt dat vermeld onder het kopje ‘nadere regelgeving’. Bij binnenkomst krijg je de huisregels en andere belangrijke informatie gedurende een aantal dagen op je kamer ter inzage. Lees deze huisregels eens door en als iets niet duidelijk is, dan kun je de groepsleiding om uitleg vragen. De hoofdlijnen ervan worden tijdens de intake met je besproken. De huisregels liggen ook ter inzage op de groep. Neem hiernaast ook kennis van de groepsregels. Deze liggen ook ter inzage op de groep. 1.1 Aanwijzingen en opdrachten De medewerkers van de inrichting hebben de taak je verblijf in de inrichting zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarvoor kunnen ze je aanspreken op je gedrag en je aanwijzingen en opdrachten geven. Aanwijzingen en opdrachten van medewerkers moet je altijd uitvoeren. 3
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
1.2 Roken Er mag alleen gerookt worden door jongeren van 16 jaar of ouder. Ben je 16 of ouder, dan mag je roken op de tijdstippen die de groepsleiding aangeeft. Je mag alleen op de luchtplaats roken. Voor de rest geldt in de hele inrichting een rookverbod. Je kunt als je 16 jaar of ouder bent rookartikelen (sigaretten en shag) bestellen via de interne winkelbestellijst. Bezoekers mogen geen rookwaren en/of aanstekers voor je meebrengen. Dat staat ook in het ouderboekje dat je ouders/verzorgers hebben ontvangen. Tijdens het bezoek mag niet worden gerookt. Nadere regelgeving: - Artikel 4 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikel 10, tweede lid Tabakswet 1.3 Alarm Bij een alarmmelding kan het zijn dat je onmiddellijk naar je kamer of naar de luchtplaats moet. Het personeel zal je dat vertellen. Volg de instructies van het personeel direct op. 1.4 Lichamelijk contact In Den Hey-Acker is het niet toegestaan dat jeugdigen onderling intiem lichamelijk of seksueel contact hebben. Je dient de aanwijzingen van het personeel dat daarop toeziet op te volgen.
4
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
2. Binnenkomst
Als je bij ons in de inrichting komt, wijzen wij je een kamer aan. De eerste week dat je hier bent kan voor jou een ander dagprogramma gelden dan voor de anderen. Je mag wel minimaal zes uur per dag deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten. Tijdens het afwijkend dagprogramma, instroomprogramma genoemd, maak je kennis met de inrichting en vinden er verschillende intakes plaats (door onder andere de mentor en een docent) om meer over jou te weten te komen. Als de directeur het, na overleg met een behandelcoördinator, noodzakelijk vindt, kan hij of zij de duur van je afwijkende programma twee keer verlengen met maximaal een week. Bij binnenkomst in de inrichting geldt de volgende procedure: Je wordt naar het badlokaal gebracht. Daar word je verzocht je uit te kleden en te douchen. Ondertussen wordt je kleding (die je op dat moment draagt) gecontroleerd op spullen die in de inrichting niet zijn toegestaan (zoals een mobiele telefoon). Indien je voorwerpen bij je hebt die je in de inrichting niet in je bezit mag hebben, dan zullen deze voor je worden bewaard. Van waardevolle ingenomen goederen (preciosa: bijvoorbeeld een legitimatiebewijs) krijg je schriftelijk bewijs. Er zal een lijst worden opgemaakt van spullen (overige kleding, etc.) die je moet afgeven en die lijst moet je ondertekenen. Na het einde van je verblijf, ontvang je de spullen terug. Contant geld wordt voor je op je (interne) rekening gestort, omdat het niet is toegestaan contant geld bij je te hebben. Bederfelijke etenswaren worden direct vernietigd. Voorwerpen waarvan het bezit strafbaar is, zoals wapens en drugs, worden door de directeur in beslag genomen. Deze zullen worden vernietigd of aan een opsporingsambtenaar worden afgegeven. Naast controle van je kleding, zal de medewerker, in het belang van de veiligheid, ook een onderzoek aan je lichaam doen. Dat betekent dat hij in je mond, je oren en tussen de bilnaad/benen kijkt of er misschien spullen verstopt zijn. Ook kun je verplicht worden urine af te staan om te onderzoeken of je gedragsbeïnvloedende middelen hebt gebruikt. Over de procedure van urinecontrole kun je meer lezen in paragraaf 10.1. Na afloop van de controle wordt een signalementenlijst opgemaakt (korte beschrijving van uiterlijk, evt. tatoeages, littekens, etc.) Je krijgt linnengoed en beddengoed verstrekt, evenals een sportpakket en eventueel ‘voorkantinegoederen’ (een telefoonkaart en/of rookwaar). Je moet tekenen voor ontvangst. Hierna word je naar de groep gebracht. Kort na binnenkomst wordt je in contact gebracht met een medewerker van het jongerensecretariaat, die zal je inschrijven in de Biometrie en een aantal algemene vragen zal stellen. 5
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Binnen vierentwintig uur, na binnenkomst, krijg je een gesprek met een verpleegkundige van de medische dienst. Deze verpleegkundige verstrekt algemene informatie over de medische zorg in de inrichting maar hij zal ook een aantal vragen aan je stellen (of je ziektes hebt of hebt gehad, over medicijngebruik of dat wij met andere medische bijzonderheden rekening moeten houden en een aantal vragenlijsten afnemen). Een beperkt verpleegkundig onderzoek maakt deel uit van de inkomstenprocedure. Voor de goede orde: de medische dienst heeft een verregaande geheimhoudingsplicht. Nadere regelgeving: - Artikel 23 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling plaatsing en overplaatsing jeugdigen
6
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
3. Perspectiefplan
We willen de tijd dat je bij ons bent zo nuttig mogelijk besteden. Terwijl je hier bent willen we werken aan je opvoeding en je helpen met je voorbereidingen voor je terugkeer in de vrije maatschappij. Dat heeft alleen zin als we respect voor elkaar hebben, afspraken nakomen en ons houden aan duidelijke regels over de manier waarop we met elkaar omgaan. De medewerkers in deze inrichting zijn er niet alleen voor de beveiliging en het handhaven van de orde. Binnen drie weken na je aankomst in de inrichting stellen we een perspectiefplan voor je op. Dit plan vormt de basis voor de structuur van je verblijf in de inrichting. In het perspectiefplan wordt vastgelegd wat de doelstellingen zijn van je opvoeding en behandeling tijdens je verblijf in de inrichting en hoe we die doelstellingen willen bereiken. In het perspectiefplan leggen we ook vast wat je individuele werkdoelen zijn en wat je gaat doen op het gebied van onderwijs en andere activiteiten. Voordat je perspectiefplan wordt vastgesteld, wordt het met jou en indien mogelijk en gewenst met je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders besproken. Ook wordt je perspectiefplan besproken met de Raad voor de Kinderbescherming. Om de zoveel tijd en ten minste drie maal per jaar wordt gekeken of alles volgens plan verloopt of dat je perspectiefplan aangepast moet worden. In Den Hey-Acker werken we met de methodiek YOUTURN. Met behulp van deze methodiek proberen we je vaardigheden aan te leren om taken in het dagelijkse leven op een goede manier te kunnen uitvoeren. Ook wordt in deze methodiek veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van moreel besef en verantwoordelijk gedrag. Meer informatie over de methodiek YOUTURN kun je lezen in het informatieblad bij deze huisregels. Nadere regelgeving: - Artikelen 20 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 25 tot en met 30 Reglement justitiële jeugdinrichtingen
7
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
4. Gebruik kamer en persoonlijke bezittingen
4.1 Gebruik kamer Elke kamer heeft een standaard inrichting. Als je je kamer voor het eerst in gebruik neemt, controleert een medewerker van de inrichting samen met jou of alles aanwezig en in orde is. De spullen die in je kamer staan worden weer gecontroleerd als je verhuist naar een andere kamer of uit de inrichting vertrekt. Ook tijdens je verblijf zal regelmatig door medewerkers worden gekeken of alles in je kamer nog schoon en in orde is. De medewerkers van de inrichting mogen altijd je kamer binnenkomen. Het is verboden de deur, de luiken in de deur of het raam ergens mee te blokkeren of af te schermen. Het is ook verboden lampen of rookmelders ergens mee af te dekken. Als bij een tussentijdse controle of bij je vertrek uit de kamer blijkt dat er spullen zijn beschadigd of weg zijn, kan de inrichting de kosten daarvan door jou laten betalen (zie ook paragraaf 12.2 van deze huisregels). In alle kamers zit een intercom. De intercomverbinding mag je alleen in uiterste noodsituaties gebruiken. Voordat je aan het dagprogramma begint, wordt er van je verwacht dat je bent gewassen en aangekleed, je bed opgemaakt is (je mag, behalve tijdens de kamertijden, niet op je bed liggen), je kamer opgeruimd is, je kleding en andere spullen netjes in de kast liggen en de gordijnen open zijn. Bij het verlaten van je kamer doe je het licht en de radio uit en sluit je de deur. Het is niet toegestaan de kamer van een andere groepsgenoot te betreden, tenzij je hiervoor speciaal toestemming hebt gekregen van de groepsleiding. Je mag ook niet onder de luikjes van een andere kamer kijken. Op het prikbord en/of aan de lat op je kamer mag je tekeningen, foto’s, kaarten en posters ophangen. Dus niet op de muren, de deur, de tegels en de ramen. De afbeeldingen mogen niet pornografisch, racistisch, gewelddadig of op een andere manier ordeverstorend/aanstootgevend zijn. Je kunt bij binnenkomst een televisie op kamer krijgen. Het afdelingshoofd of de behandelcoördinator kunnen om bepaalde redenen beslissen geen televisie op je kamer te plaatsen. Om het groepsproces niet te verstoren is het niet mogelijk overdag televisie op kamer te kijken. Daarnaast is er toegang tot een beperkt aantal kanalen. Je dient een gebruikersovereenkomst te tekenen waarin afspraken staan hoe om te gaan met de televisie.
8
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
De ruimtes en materialen die je hebt gebruikt, moet je altijd schoon en opgeruimd achterlaten. Tijdens je verblijf zul je een aantal keren worden ingedeeld voor corveewerkzaamheden. De groepsleiding zal je uitleggen wat je moet doen. Ook kun je op een corveelijst op de groep lezen wat er van je verwacht wordt. Je moet zelf zorgen dat je kamer netjes en schoon is. Regelmatig zal de groepsleiding je kamer controleren. Indien de groepsleiding of de directeur je een maatregel heeft gegeven waarbij je uitgesloten wordt van het verblijf op de groep of deelname aan gemeenschappelijke activiteiten en je in een andere verblijfsruimte (de opvangkamer) bent geplaatst of in de afzonderingsruimte, dan moet je deze ruimte na gebruik schoonmaken. Nadere regelgeving: - Artikel 17 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling eisen kamer justitiële jeugdinrichtingen 4.2 Persoonlijke bezittingen Je mag alleen persoonlijke bezittingen bij je houden waar de directeur toestemming voor heeft gegeven. In deze inrichting is het in ieder geval verboden de volgende zaken in je bezit te hebben: • alcoholische dranken en drugs; • wapens; • telecommunicatieapparatuur, bijvoorbeeld mobiele telefoons, usb-sticks of andere gegevensdragers; • huisdieren; • film- en videoapparatuur en fotocamera’s; • voorwerpen van discriminerende, aanstootgevende of militante aard; • auto’s, motoren en bromfietsen; • alle overige voorwerpen die een gevaar kunnen opleveren voor de orde en veiligheid in de inrichting en/of je geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. In de groepsregels is beschreven welke zaken nog meer verboden zijn in je bezit te hebben. Het is geen recht, maar een gunst als je iets mag hebben en bij je mag houden. De directeur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van voorwerpen die je in je bezit mag hebben. Het is verboden persoonlijke bezittingen met anderen te ruilen, aan anderen uit te lenen of op een andere manier van eigenaar te laten wisselen. De directeur kan bepalen dat je bepaalde goederen niet langer bij je mag houden als: • je je niet houdt aan de voor het bezit gestelde voorwaarden; • het voor de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting en/of voor de bescherming van je geestelijke en lichamelijke ontwikkeling noodzakelijk is. Je moet er rekening mee houden dat je goederen die om deze redenen door de directeur van je zijn afgenomen ook niet mee mag nemen als je wordt overgeplaatst naar een andere afdeling of inrichting.
9
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Je bent persoonlijk aansprakelijk voor de voorwerpen die je bij je draagt of in je kamer hebt (zie verder paragraaf 12.2 van deze huisregels). De aansprakelijkheid van de directeur is nooit meer dan vijfhonderd euro. Goederen die je niet in je bezit mag hebben, worden op jouw naam geregistreerd en bewaard, naar je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders gestuurd of, als je daar toestemming voor hebt gegeven, vernietigd. De kosten van het bewaren, versturen of vernietigen kunnen aan jou in rekening worden gebracht. De directeur kan bezittingen van jou aan een opsporingsambtenaar geven als dit nodig is voor de voorkoming of de opsporing van strafbare feiten. Als bezoek spullen voor je meebrengt, moeten deze bij de portier worden afgegeven omdat ze moeten worden onderzocht. Als je de spullen mag hebben, dan worden ze naar de groep gebracht of je kunt ze bij het bad komen ophalen. Betreft het echter spullen die in de inrichting niet zijn toegestaan, dan worden ze weer mee terug gegeven aan het bezoek. Voorwerpen waarvan het bezit strafbaar is, worden door de directeur in beslag genomen. Deze goederen worden vernietigd of aan een opsporingsambtenaar afgegeven. De spullen die na je vertrek nog in de inrichting achterblijven, kun je, na een afspraak gemaakt te hebben, komen ophalen. Na verloop van tijd (één jaar) worden de spullen eigendom van de inrichting. Indien je nog geld op je rekening hebt staan, wordt dat door de inrichting zo spoedig mogelijk na vertrek overgeboekt, mits je rekeningnummer bekend is in de inrichting. Bij vertrek krijg je een mutatieformulier van het SSC mee naar huis. Hierop vul je de bankgegevens in en dan stuur je het terug naar het SSC JJI in Rijswijk. Nadere regelgeving: - Artikel 50 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikel 82 Reglement justitiële jeugdinrichtingen
10
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
5. Dagprogramma
Het dagprogramma is vooral gericht op je opvoeding en om je zo goed mogelijk voor te bereiden op je terugkeer in de samenleving. Het dagprogramma omvat alles van de tijd van opstaan ’s morgens tot de tijd van het naar bed gaan ’s avonds. Het programma is er onder meer op gericht om je eigen mogelijkheden beter te leren kennen en je te helpen je verder te ontwikkelen. Je bent verplicht aan alle activiteiten in het dagprogramma deel te nemen, tenzij de directeur heeft bepaald dat de deelname vrijwillig is. Als je niet deelneemt aan een bepaalde activiteit, kun je verplicht worden zolang op je kamer te blijven. In de inrichting zijn er ten minste 77 uur per week aan gemeenschappelijke activiteiten in het dagprogramma opgenomen. Deze uren worden verdeeld over de week, maar per dag neem je minimaal acht en een half uur deel aan gemeenschappelijke activiteiten. Deze uren kunnen onderbroken worden door een verblijf op je kamer. Je kunt ten minste twee uur per dag van de voor gemeenschappelijke activiteiten bestemde tijd besteden aan recreatie. Die twee uur kunnen ingevuld worden met vrije tijd of met een georganiseerde activiteit. In het dagprogramma is aangegeven hoe de dag is ingedeeld en wanneer de activiteiten plaatsvinden. In het dagprogramma zijn ook de tijden opgenomen dat je op je kamer moet blijven. Je moet in ieder geval op je kamer blijven gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd. De invulling van het dagprogramma kan per groep verschillen. Een overzicht van de activiteiten waaraan jij moet/mag deelnemen en de tijden waarop deze plaatsvinden, zal aan jou worden uitgereikt dan wel op een andere wijze aan je bekend gemaakt worden. Het dagprogramma ligt in elk geval ter inzage op de groep. Het dagprogramma kan worden veranderd ten behoeve van bijeenkomsten/evenementen voor het personeel. Wanneer dat aan de orde is wordt gekozen voor een passende compensatie. Daarnaast wijkt het dagprogramma gedurende de vakantieperiodes af van die gedurende de rest van het jaar. Tijdens de eerste drie weken in de inrichting kunnen andere regels gelden (zie hoofdstuk 2). Nadere regelgeving - Artikelen 22 en 53, vierde lid, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
11
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
5.1 Verblijf in buitenlucht Als je gezondheid het toelaat, mag je dagelijks in totaal ten minste één uur in de buitenlucht zijn. Dit uur hoeft niet aaneengesloten te zijn. Ook als je in afzondering bent geplaatst, mag je ten minste één uur per dag in de buitenlucht verblijven. Het verblijf in de buitenlucht kan dan ook in afzondering plaatsvinden. Nadere regelgeving: - Artikelen 25, tweede lid, 53, vijfde lid en 59, eerste lid, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 5.2 Onderwijs Je bent gedurende je verblijf in de inrichting verplicht om onderwijs of andere scholings- en vormingsactiviteiten te volgen. Indien mogelijk houden we bij de keuze van het onderwijs rekening met je wensen en die van je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders. Aan de hand van de verzamelde gegevens uit de onderwijsintake, de testen die we afnemen en de ervaringen met jou in het onderwijs-instroomprogramma, wordt een zo passend mogelijk onderwijstraject uitgezet (handelingsplan onderwijs). Jouw onderwijstraject wordt samengesteld op basis van jouw uitstroomprofiel. Met jou en je onderwijsmentor worden hierover afspraken gemaakt die ook in het perspectiefplan worden vastgelegd. Een dergelijk onderwijstraject kan inhouden dat we verder gaan met de schoolopleiding waar je mee bezig was voordat jij naar Den Hey-Acker kwam, of dat we een nieuwe koers inslaan. Misschien ben je al lange tijd niet naar school geweest en moeten we samen weer een nieuw begin maken. Een en ander hangt af van jouw leeftijd, capaciteiten en interesses. Als je het aankunt en zelf graag wilt, kun je hier voorbereid worden op het doen van een rijkserkend examen zoals VMBO-, HAVO- of VWO. Daarnaast kun je hier verschillende deelcertificaten behalen. Ook kun je in de gelegenheid worden gesteld om MBO onderwijs te volgen. Nadere regelgeving: - Artikel 52 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 62 tot en met 65 Reglement justitiële jeugdinrichtingen Regeling tegemoetkoming bijzondere kosten onderwijs en pedagogische activiteiten jeugdigen 5.3 Sport Je mag ten minste tweemaal per week drie kwartier sporten of een andere vorm van lichamelijke oefening uitvoeren, uitzonderingen (bijvoorbeeld medische indicatie of een aangepast dagprogramma) daargelaten. De hiervoor bestemde tijden zijn opgenomen in het dagprogramma. Je moet dan sportkleding dragen die door de inrichting wordt verstrekt. Deze bestaat uit een joggingbroek, sweater, shirtje, korte broek, sportkousen en –schoenen. Je krijgt schoenen voor buitenen voor binnensporten. Het dragen van sieraden of eigen kleding is tijdens het sporten verboden. Nadere regelgeving: -
Artikel 53, tweede lid, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
12
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
5.4 Bibliotheek Je mag eenmaal per week gebruik maken van een bibliotheek. In de bibliotheek kun je boeken, tijdschriften, posters en eventueel DVD’s als privilege lenen. Ook kun je DVD’s lenen voor op de groep. In het dagprogramma is het bezoek aan de bibliotheek opgenomen. Dat verschilt per groep. Als je langere tijd in de inrichting zult verblijven, kan worden toegestaan dat je, in overleg met je mentor, voor eigen rekening een abonnement neemt op een Nederlands tijdschrift of Nederlandse krant. Hierin mogen geen pornografische, discriminerende of gewelduitlokkende teksten of afbeeldingen staan. De rekening mag niet naar Den Hey-Acker gestuurd worden, dus je zult hierover afspraken moeten maken met je ouders of verzorgers. In de inrichting kun je ook tijdschriften bestellen (zie de interne bestellijst). Nadere regelgeving: - Artikel 53 eerste lid Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 5.5 Winkel of winkelbestellijst Je kunt eenmaal per week via een winkelbestellijst van je eigen geld dingen kopen, zoals snoepgoed, frisdrank, lectuur, postzegels, rookwaar (voor jeugdigen van 16 jaar en ouder) of toiletartikelen. Zie ook paragraaf 12.1 van deze huisregels. Uiteraard kun je alleen dingen kopen die in de inrichting zijn toegestaan en waar jij toestemming voor hebt. Je mag eenmaal per week voor maximaal € 20,- aan kruidenierswaren per keer besteden, mits je saldo op je rekening dat toelaat. Daarnaast mag je voor € 15 aan telefoonkaarten per week bestellen. Ook hier geldt dat er voldoende saldo moet zijn. Je krijgt op de groep te horen wanneer je de bestelling kunt inleveren. Den Hey-Acker ziet het als taak om jongeren basisvaardigheden en kennis op het gebied van gezonde voeding aan te leren en probeert op de winkelbestellijst verantwoorde (etens)waren te plaatsen. Nadere regelgeving: - Artikel 49 vijfde lid Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 5.6 Overige activiteiten Regelmatig worden activiteiten georganiseerd, zoals een sporttoernooi, een muziekoptreden of een toneelstuk. Van de groepsleiding krijg je hierover nadere informatie.
13
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
6. Verzorging
6.1 Voeding In de inrichting worden op vaste tijden maaltijden verstrekt. De tijden staan vermeld in het dagprogramma. Zo mogelijk houden we bij het menu rekening met je godsdienst en levensovertuiging. Je dient je dan ook te houden aan de andere regels die je godsdienst en levensovertuiging voorschrijft. Neem je de voorschriften niet in acht, dan kan de directeur beslissen dat bij het menu niet langer rekening gehouden wordt met je godsdienst of levensovertuiging. Je kunt alleen een bepaald dieet of aangepaste voeding krijgen als dat volgens de medische dienst om medische redenen noodzakelijk is. Nadere regelgeving: - Artikel 49 eerste en derde lid Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 6.2 Gebruik en onderhoud van kleding Je mag in de inrichting je eigen kleding en schoeisel dragen, tenzij die een gevaar kunnen opleveren voor de orde of de veiligheid in de inrichting of niet voldoen aan redelijk te stellen eisen. Je kunt verplicht worden tijdens bepaalde activiteiten of tijdens het sporten bepaalde voorgeschreven kleding of schoeisel te dragen. Je bent zelf aansprakelijk voor de kleding die je in de inrichting bij je hebt. Dat geldt natuurlijk ook voor het schoeisel. Je zorgt dat je kleding schoon en heel is. Je bent verplicht om iedere dag schoon ondergoed en schone sokken aan te doen. Indien je dat niet doet of indien je zelf onvoldoende ondergoed en sokken hebt, zal de inrichting deze spullen aan jou verstrekken. Op blote voeten lopen is in verband met de hygiëne niet toegestaan. Ook dient je lichaam voldoende bedekt te zijn. Verboden zijn: • militaire kleding/schoeisel; • hoofddeksels/hoofd- of gezichtsbedekking*; • zonnebrillen; • emblemen, onderscheidingstekens en kleding of accessoires, die lidmaatschap van een bepaalde groepering aangeven; • kleding welke lijkt op dat van het bewakings- en beveiligingspersoneel; • kleding met opruiende, discriminerende, drugsgerelateerde en gewelduitlokkende teksten en/of afbeeldingen; • kleding die door merk, vorm of kleur gebruikt wordt (of opgevat wordt) als een signaal bedoeld in het vorige punt. • kleding welke niet te controleren is op verboden goederen; 14
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
• • • •
kleding die niet in een droogmachine gedroogd kan worden; werkkleding; schoenen met stalen neuzen; voetbalschoenen (met noppen), andere dan de door de inrichting uitgereikte.
* sommige godsdiensten kennen kledingvoorschriften, o.a. de hoofddoek. Kleding die met het geloof te maken heeft mag gedragen worden mits: - het consequent gebeurt; - de communicatie er niet door belemmerd wordt; en - de veiligheid van de drager en anderen niet in gevaar komt. Je dient minimaal over de volgende kleding te beschikken: • 2 lange (spijker)broeken • 1 trui • 2 T-shirts • 1 pyjama of slaapshirt • 8 slips • 8 paar sokken • 1 paar schoenen voor dagelijks gebruik • 1 jas voor buiten
Je mag maximaal over de volgende kleding beschikken: • 4 lange (spijker)broeken • 3 truien • 1 trainingspak • 8 T-shirts • 3 pyjama’s of slaapshirts • 10 onderbroeken • 10 paar sokken • 2 paar schoenen • 2 jassen Indien je bij binnenkomst niet beschikt over voldoende behoorlijke kleding zal de inrichting je een noodpakket verstrekken dat je kunt gebruiken totdat je ouders of voogd je kledingpakket aangevuld hebben/heeft. Bij aankomst op de groep zul je een eigen risicoverklaring moeten ondertekenen. Je verklaart dat je zelf verantwoordelijkheid draagt voor beschadiging of verlies van je kleding. Ben je 12 of 13 jaar, dan zullen ook je ouders of voogd een dergelijke verklaring moeten tekenen. Je kunt je vuile was op de groep wassen. Er is een wasmachine en een droger aanwezig. De groepsleiding leert je hoe je deze moet gebruiken. Het wassen van je spullen gebeurt op eigen risico. De kosten voor de bewassing worden door de inrichting betaald. Je moet je dan wel houden aan de gemaakte afspraken over het wassen van de kleding. Ook kun je de vuile was aan het bezoek meegeven. De uitgaande en ingekomen spullen worden gecontroleerd. Nadere regelgeving: - Artikel 49 eerste en tweede lid Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 6.3 Persoonlijke verzorging Je krijgt in de inrichting de gelegenheid om je uiterlijk en lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen. Iedere ochtend dien je je te wassen en je tanden te poetsen. Na het sporten ben je verplicht te douchen, maar je hebt iedere dag de gelegenheid om te douchen. Je mag eenmaal in de 6 weken naar de kapper. De kosten van het knippen van het haar worden door de inrichting betaald. Op de groep hoor je wanneer de kapper komt. Wil je vaker naar de kapper, dan zijn de kosten voor eigen rekening (mits de kapper beschikbaar is). Nadere regelgeving: - Artikel 49 vierde lid Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 15
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
6.4. Medische verzorging Aan de inrichting is een medische dienst verbonden met een inrichtingsarts, tandarts, een verpleegkundige en een fysiotherapeut. Je kunt de leden van de medische dienst raadplegen volgens de hieronder beschreven procedure. Bij de groepsleiding kun je aangeven dat je het spreekuur van de verpleegkundige, de huisarts of de tandarts wil bezoeken. Indien je medicijnen voorgeschreven krijgt, zal de groepsleiding ervoor zorgen dat je deze op tijd uitgereikt krijgt. Je moet ze dan innemen in het bijzijn van de groepsleiding. Daarnaast heb je het recht om een door jezelf uitgekozen arts te raadplegen. De kosten van dit consult worden echter niet door de inrichting betaald. De directeur stelt in overleg met de door jou gekozen arts de plaats en het tijdstip van de afspraak vast. Er is tevens een psychiater aan de inrichting verbonden. De psychiater kun je volgens de hieronder omschreven procedure raadplegen. Voor een gesprek met de psychiater moet je contact opnemen met jouw mentor, die het zal bespreken met de behandelcoördinator die aan de groep verbonden is. Ook kun je een gesprek met de psychiater aanvragen via de medische dienst. Het kan ook zijn dat de behandelcoördinator aangeeft dat het goed voor je is een gesprek met de psychiater aan te gaan. Mocht je op medische gronden niet mee kunnen doen met het dagprogramma, dan zal de verpleegkundige dat aan de groepsleiding berichten. Een ziekmelding zal door de verpleegkundige worden beoordeeld. Ook beoordelen zij of je (weer) aan het dagprogramma kunt/moet deelnemen. Klachten over medisch handelen Als je een klacht hebt over het medisch handelen van een inrichtingsarts, een verpleegkundige, tandarts, psycholoog of een andere medische hulpverlener binnen de inrichting, kun je binnen veertien dagen om bemiddeling vragen. Dit doe je door een brief te sturen aan het Hoofd Medische Dienst (HMD) van de inrichting. Het Hoofd Medische Dienst zal je uitnodigen voor een gesprek. Als dit gesprek niet tot een oplossing leidt, zal het Hoofd Medische Dienst je klacht: - doorsturen naar de Commissie van Toezicht als je klacht gaat over de organisatie van de medische zorg; - doorsturen naar de Medisch Adviseur van het Ministerie van Veiligheid en Justitie als je klacht gaat over medisch handelen. In het eerste geval wordt je klacht afgehandeld zoals omschreven in hoofdstuk 11 van deze huisregels. In het tweede geval stelt de Medisch Adviseur je zo nodig in de gelegenheid je klacht nader toe te lichten. De Medisch Adviseur kan ook informatie inwinnen bij andere personen en hij mag jouw medisch dossier inzien. De Medisch Adviseur probeert binnen vier weken een oplossing te vinden voor je probleem. Als de bemiddeling is afgesloten en je bent nog niet tevreden, kun je binnen zeven dagen na ontvangst van het afschrift van de mededeling van de Medisch Adviseur een beroepsschrift indienen bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Hoe je dat doet, lees je in de artikelen 55 tot en met 58 van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen. Het Reglement Justitiële Jeugdinrichtingen is op te vragen bij de mentor of in te zien bij de bibliotheek. De mentor, de behandelcoördinator of een andere medewerker kan ondersteunen bij het indienen van het beroepsschrift. Ook kun je ondersteuning vragen aan de maandcommissaris, jouw advocaat of aan jouw ouders/verzorgers.
16
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Nadere regelgeving: - Artikel 47 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 55 tot en met 58 Reglement justitiële jeugdinrichtingen 6.5 Geestelijke verzorging Je mag je godsdienst of levensovertuiging in de inrichting vrij belijden en beleven. Je kunt onder andere godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten bijwonen en persoonlijk en vertrouwelijk contact hebben met geestelijke verzorgers. De godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten vinden meestal plaats in het stiltecentrum. Wanneer er grote godsdienstige bijeenkomsten zijn vinden deze plaats in de bezoekzaal. Je wordt door de geestelijke verzorger persoonlijk uitgenodigd voor bijeenkomsten. Als je behoefte hebt om te praten over je geloof of levensvragen kun je via de groepsleiding een afspraak maken met de pastor of de imam. Wanneer je graag met een andere geestelijke verzorger (bijvoorbeeld rabbijn, humanist, pandit) wilt spreken die niet aan de inrichting verbonden is, kun je dit aangeven bij de pastor of imam. Zij kunnen een afspraak voor je maken met een collega geestelijk verzorger. Je kunt gesprekken hebben in een groepje of individueel. Nadat het eerste contact is gelegd, nodigt de geestelijke verzorger jou meestal uit voor vervolgcontacten. Nadere regelgeving: - Artikel 46 eerste lid Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 51 tot en met 54 Reglement justitiële jeugdinrichtingen
17
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
7. Contact met de buitenwereld
7.1 Bezoek van relaties Je mag bezoek van je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders ontvangen. Daarnaast mag je ten minste één uur per week overig bezoek ontvangen. Minderjarige bezoekers kunnen alleen onder begeleiding van een meerderjarige op bezoek komen. Indien je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders niet op bezoek kunnen komen op de hieronder vastgestelde tijden dan kunnen ze op een ander moment komen in overleg met de inrichting. Den Hey-Acker hecht er veel waarde aan dat jij met regelmaat bezoek kunt ontvangen. Bezoek van ouder(s)/partners, overige familieleden en vrienden die voor jou van positieve betekenis zijn. Jouw ouder(s), voogd, pleegouder(s), verzorgers en partner zijn altijd – tenzij anders door Den HeyAcker besloten – welkom. Zij zijn in juridische termen geprivilegieerd bezoek oftewel bijzonder bezoek. Dit geeft jou de mogelijkheid hen meer dan ander bezoek te ontmoeten en dit ook zonder toezicht te doen. Dit noemt Den Hey-Acker geprivilegieerd bezoek. Overig bezoek, denk hierbij aan vrienden en vriendinnen, kunnen alleen naar het zaalbezoek komen. Dit bezoek is altijd onder toezicht van onze inrichting. Zaalbezoek Jouw ouder(s), directe familieleden, partner en vrienden/vriendinnen of anderszins zijn welkom op het zaalbezoek. Hiervoor gelden de volgende regels: • Zaalbezoek is onder toezicht van onze inrichting. • Maximaal drie personen per bezoek. • Ben je zelf vader? Dan mag jouw kind op kamerbezoek komen. Is jouw kind minderjarig dan moet hij of zij door een volwassene worden begeleid. • Minderjarige bezoekers worden altijd door een volwassene begeleid. • Bezoek moet een half uur voor aanvang van het zaalbezoek aanwezig zijn. • Jij moet bezoek voor zaalbezoek op een bezoekerslijst schrijven. Deze lijst lever je bij de groepsleiding in. Je bent zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. • Het bezoek kan via het afsprakenbureau een afspraak voor zaalbezoek maken. Als de bezoeker op jouw bezoeklijst staat, wordt het bezoek toegestaan. • Het afsprakenbureau is bereikbaar op werkdagen van 13.00 uur tot 16.00 uur op telefoonnummer 088 07 18242. • Een afspraak moet minimaal 48 uur van tevoren worden gemaakt.
18
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Tijden zaalbezoek • Maandag 15.30 – 16.30 uur: groepen 1, 2, 5 en 6 • Woensdag 15.30 – 16.30 uur: groepen 3, 4, 7 en 8 • Vrijdag 15.30 – 16.30 uur: Groepen 9 en 10
In incidentele gevallen kan worden afgeweken van bovengestelde regels. Een aanvraag om in jouw belang van een regel af te wijken kun je indienen bij de directeur die hierover zo spoedig mogelijk zal beslissen. Weigering van bezoek De directeur kan het bezoek van bepaalde personen weigeren als dit nodig is voor: a. de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting; b. ter voorkoming of opsporing van strafbare feiten; c. de bescherming van slachtoffers van misdrijven of op een andere manier bij misdrijven betrokken personen; d. jouw geestelijke of lichamelijke ontwikkeling; e. de uitvoering van je perspectiefplan. De weigering van een bezoeker op grond van de weigeringsgronden a, b, d of e geldt voor maximaal vier weken. De directeur kan de bezoeker na het verstrijken van de termijn telkens opnieuw weigeren als hij of zij dat nodig vindt. Als dat gebeurt dan krijg je daar een schriftelijke mededeling van, waar ook in staat dat je in beklag kan gaan. Tijdens het bezoek moeten jij en je bezoek zich houden aan de aanwijzingen van de medewerkers van de inrichting. Als jullie dat niet doen, kan het bezoek voortijdig beëindigd worden en kunnen je bezoekers uit de inrichting worden verwijderd. Toezicht Om dezelfde redenen als waarvoor bezoek geweigerd kan worden, kan de directeur ook bepalen dat tijdens het bezoek toezicht wordt gehouden. Medewerkers van de inrichting mogen dan meeluisteren met je gesprekken en de gesprekken eventueel opnemen. Als dit gebeurt, worden jij en je bezoek daar van tevoren over geïnformeerd. Het toezicht zal er doorgaans uit bestaan dat een of meer personeelsleden bij het gesprek, aangezeten aan tafel, aanwezig zijn. Na het bezoek wordt op indicatie gevisiteerd. Nadere regelgeving: - Artikel 43 eerste tot en met zesde lid en artikel 62 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 7.2 ‘Geprivilegieerd’ bezoek Een aantal personen en instanties worden in de wet aangewezen als ‘geprivilegieerde’ oftewel bevoorrechte bezoekers. Voor deze personen en instanties gelden ruimere bezoekmogelijkheden en andere regels. Bij een bezoek van een geprivilegieerde bezoeker is geen toezicht aanwezig, tenzij de directeur toezicht noodzakelijk vindt omdat het anders te gevaarlijk zou worden voor de bezoeker. Als je je advocaat op bezoek hebt moet het toezicht zo zijn dat je nog wel vertrouwelijk met hem of haar kan praten. Enkele geprivilegieerde bezoekers kunnen jou altijd bezoeken als ze dat willen. Dit zijn: • de geneeskundig inspecteurs van de volksgezondheid en de inspecteurs van de Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming; 19
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
• •
de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming of leden daarvan; de commissie van toezicht, de beklagcommissie of leden daarvan.
Een aantal andere geprivilegieerde personen kan jou alleen op vastgestelde tijden en plaatsen bezoeken. Dit zijn: • je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders, (broers of zussen alleen op indicatie van de behandelcoördinator) behalve als de directeur vindt dat voor jou zwaarwichtige belangen zich daartegen verzetten; • je reclasseringswerker, je gezinsvoogd of een vertegenwoordiger van een stichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Wet op de Jeugdzorg; • je advocaat; • leden van het Koninklijk Huis; • leden van de Eerste of Tweede Kamer; • de Minister van Veiligheid en Justitie; • justitiële autoriteiten; • de Nationale Ombudsman; • andere door de Minister van Veiligheid en Justitie of de directeur aan te wijzen personen of instanties. Kamerbezoek Jouw ouder(s), voogd, pleegouder(s) –hierna te noemen ouder(s) - en partner kunnen op geprivilegieerd bezoek komen. Hiervoor gelden de volgende regels: • Geprivilegieerd bezoek is zonder toezicht en vindt plaats in een bezoekkamer. • Maximaal drie personen per bezoek. • Ben je zelf vader? Dan mag jouw kind op kamerbezoek komen. Is jouw kind minderjarig dan moet hij of zij door een volwassene worden begeleid. • Den Hey-Acker wil graag dat je ook directe familie zoals: broers, zussen en opa’s en oma’s op geprivilegieerd bezoek kunt ontvangen. Zij hebben niet automatisch toegang. Wil jij graag deze familieleden ontvangen? Dan kun jij of jouw ouder(s) een verzoek indienen bij de groepsleiding van de groep waar jij verblijft. Den Hey-Acker beoordeelt dit verzoek. Over het besluit word(en) jij en jouw ouder(s) door de groepsleiding geïnformeerd. Is het besluit positief dan wordt het bezoek voor jou ingepland. • Als je op ESP groep verblijft, dan is géén geprivilegieerd bezoek mogelijk tot aan het tweede perspectiefplan. Daarna wordt kamerbezoek pas na akkoord vanuit Den Hey-Acker toegestaan. • Als je op de ITA groep verblijft dan gelden individuele afspraken. Hierover je informatie vragen bij jouw groepsleiding. • Minderjarige bezoekers worden altijd door een volwassene begeleid. • Een afspraak voor geprivilegieerd bezoek wordt via de groepsleiding geregeld. • Een afspraak moet minimaal 48 uur van tevoren worden gemaakt. Tijden kamerbezoek De tijden voor geprivilegieerd bezoek voor alle groepen zijn van maandag tot en met vrijdag van: • 16.00 uur tot en met 17.00 uur • 18.30 uur tot en met 19.30 uur • 19.45 uur tot en met 20.45 uur Het geprivilegieerd bezoek is uitsluitend voor jouw familie/partner gereserveerd. Het genoemde overige geprivilegieerd bezoek moet apart een afspraak maken met de groepsleiding van de groep waar jij verblijft. Tijdens het dagprogramma wordt in de regel geen bezoek toegelaten.
20
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Nadere regelgeving: - Artikelen 42 eerste lid en artikel 43 zevende lid Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 7.3 Telefoneren met relaties Je mag ten minste tweemaal per week gedurende tien minuten één of meer telefoongesprekken voeren met personen buiten de inrichting. De kosten voor het telefoneren moet je zelf betalen, tenzij de directeur anders bepaalt. Iedere groep heeft vaste belmomenten. De tijden staan vermeld in de groepsregels. Voor het telefoneren kun je via de winkelbestellijst telefoonkaarten kopen. Bij binnenkomst krijgen je 1 kaart met een uniek nummer ter waarde van 1 euro, die kun je opwaarderen voor maximaal 15 euro in de week. Andere telefoonkaarten, dan die via de bestellijst te koop zijn, zijn niet toegestaan. De directeur kan weigeren dat je met bepaalde personen telefoneert of bepalen dat het gesprek wordt beluisterd of een opgenomen telefoongesprek wordt uitgeluisterd. Hiervoor gelden dezelfde regels als voor het weigeren van bezoek en het houden van toezicht bij bezoek, zoals beschreven in paragraaf 7.1. De groepsleiding zal dan de betreffende persoon voor jou bellen en vervolgens de hoorn aan jou geven. De groepsleiding blijft gedurende het gehele gesprek aanwezig en kan eventueel meeluisteren via de luidspreker van de telefoon. 7.4 Telefoneren met geprivilegieerde contacten Als het noodzakelijk en mogelijk is, mag je telefoneren met de zogenaamde geprivilegieerde personen die in paragraaf 7.2 worden opgesomd. Ook hierbij zijn de kosten voor je eigen rekening, tenzij de directeur anders bepaalt. Het is aan jou om aannemelijk te maken dat het noodzakelijk is dat je de betreffende geprivilegieerde persoon telefonisch spreekt. Bij een telefoongesprek met een geprivilegieerde persoon wordt alleen meegeluisterd om vast te stellen of je inderdaad degene aan de lijn hebt die je zei te willen spreken. Je vraagt aan de groepsleiding of je het telefoongesprek met een geprivilegieerde persoon mag voeren. De groepsleiding beslist vervolgens of en wanneer dat kan. Nadere regelgeving: - Artikel 44 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikel 50a Reglement justitiële jeugdinrichtingen 7.5 Post van relaties Je mag brieven en stukken per post verzenden en ontvangen. De hieraan verbonden kosten zijn voor eigen rekening, tenzij de directeur anders bepaalt. Je kunt via de winkelbestellijst de benodigde spullen aanschaffen. Enveloppen en schrijfpapier zijn op de groep aanwezig en kun je aan de groepsleiding vragen. Toezicht Enveloppen en andere poststukken die van jou afkomstig of voor jou bestemd zijn, kunnen worden geopend om te kijken of er voorwerpen worden meegestuurd. Medewerkers van de inrichting mogen ook de inhoud van een brief of een ander poststuk controleren, om een van dezelfde redenen die in paragraaf 7.1 genoemd worden. Dit toezicht kan ertoe leiden dat de directeur besluit een brief of een ander poststuk of een gedeelte daarvan te laten kopiëren voordat het verstuurd wordt of aan je uitgereikt wordt. 21
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Hiervan word je van te voren op de hoogte gesteld. Brieven tussen jongeren binnen onze eigen inrichting worden altijd gelezen. Ook brieven waarvan de afzender of geadresseerde onduidelijk is zullen worden gelezen. Weigering De directeur kan weigeren bepaalde brieven of andere poststukken die je wilt versturen te verzenden. De directeur kan ook weigeren bepaalde brieven of andere poststukken die voor jou bestemd zijn aan jou uit te reiken. Hiervoor gelden dezelfde regels als voor het weigeren van bezoek zoals beschreven in paragraaf 7.1. Niet uitgereikte brieven of poststukken worden: • of in de inrichting bewaard en aan jou teruggegeven als je in vrijheid wordt gesteld; • of op jouw kosten naar de afzender of naar een door jou opgegeven adres gestuurd; • of met jouw toestemming vernietigd; • of aan een opsporingsambtenaar overhandigd, als dit nodig is ter voorkoming of opsporing van strafbare feiten. Nadere regelgeving: - Artikel 41 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 7.6 Post van geprivilegieerde contacten Voor de verzending en ontvangst van post van geprivilegieerde contacten gelden andere regels. Indien een brief bestemd is voor een geprivilegieerd contact moet je dit duidelijk op de envelop vermelden. Er mag geen controle worden uitgeoefend op de inhoud van een brief of een ander poststuk van jou aan een geprivilegieerde persoon. Er mag ook geen controle plaatsvinden van een brief of een ander poststuk voor jou van een geprivilegieerde persoon. Wel kan in jouw aanwezigheid de brief worden geopend om te kijken of er geen voorwerpen worden meegezonden. Indien niet duidelijk is dat de post afkomstig is van of bestemd is voor een geprivilegieerde persoon of instantie, wordt de post behandeld als post afkomstig van of gericht aan relaties zoals beschreven onder 7.5. Nadere regelgeving: - Artikel 42 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling geprivilegieerde post jeugdigen 7.7 Perscontacten Je mag gesprekken voeren met vertegenwoordigers van de media – kranten, radio, tv etc.–, maar alleen met toestemming van de directeur. Hiervoor geldt een afzonderlijke procedure. Deze procedure wordt met je doorgenomen als je te kennen geeft te willen praten met iemand van de media. Nadere regelgeving: - Artikel 45 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Circulaire contacten tussen jeugdigen/directeuren en media
22
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
8. Verlof
Verlof betekent dat je voor een bepaalde tijd en onder vooraf vastgestelde voorwaarden de inrichting mag verlaten. Er zijn verschillende soorten verlof. Er kan incidenteel verlof worden verleend als er onverwacht iets belangrijks gebeurt waarbij je aanwezigheid nodig is; bijvoorbeeld een sterfgeval in het gezin of een ziek familielid. Ook kan incidenteel verlof worden verleend voor een examen dat je moet afleggen. Daarnaast is er planmatig verlof; dat is verlof in het kader van je perspectiefplan. Dit kan begeleid of onbegeleid verlof zijn. Of je in aanmerking komt voor verlof is afhankelijk van de aard van de straf of de maatregel waarvoor je in de inrichting bent geplaatst. Als je wilt weten of je voor verlof in aanmerking komt, kun je dit vragen aan je groepsmentor of aan de behandelcoördinator. Je gedrag in de inrichting speelt een rol bij de beoordeling van de vraag of je met verlof mag gaan. Je krijgt alleen toestemming voor verlof als we vinden dat het verantwoord is. In Den Hey-Acker dien je te beschikken over een mobiele telefoon om op verlof te kunnen gaan. Nadere regelgeving: - Artikelen 28 tot en met 30, 61 en 62 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 31 tot en met 40 Reglement justitiële jeugdinrichtingen
23
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
9. Scholings- en trainingsprogramma
Wanneer je jeugddetentie hebt, met een reststraf van drie maanden, neem je in aansluiting op het verblijf in de inrichting deel aan het zogenaamde scholings- en trainingsprogramma (hierna STP genoemd). Ook in andere gevallen kun je voor deelname aan een STP in aanmerking komen. Als je daarvoor in aanmerking komt, wordt dat opgenomen in jouw perspectiefplan. Over de deelname beslist de directeur. De directeur heeft hiervoor een machtiging nodig van de Minister van Veiligheid en Justitie. Als je laat weten dat je een STP wilt, kan de directeur jou voordragen voor deelname daaraan. Als je aan een STP begint ben je verplicht dat programma voor de afgesproken periode te volgen. Het programma volg je voor tenminste 26 uur per week. Van elk STP is een schriftelijke omschrijving waarin staat wat het programma inhoudt. Een STP duurt bij jeugddetentie minimaal één en maximaal drie maanden. Wanneer aan jou de maatregel ‘plaatsing in een inrichting voor jeugdigen’ (hierna PIJ genoemd) voor drie jaar is opgelegd, kan het STP drie maanden duren. Als je een PIJ voor langer dan drie jaar, maar niet langer dan vijf jaar hebt gekregen, kan het STP zes maanden duren. Als je een PIJ voor maximaal zeven jaar hebt gekregen, kun je ook deelnemen aan een STP. De duur van het STP is dan maximaal één jaar. Aan de deelname worden voorwaarden verbonden. Algemene voorwaarden die aan deelname aan een STP worden gesteld zijn de volgende: 1. Je moet je houden aan de aanwijzingen van degene die toezicht op je houdt en je begeleidt. Als hij je informatie vraagt moet je die geven. 2. Als je ergens anders wilt gaan wonen, moet je dat van te voren aan de directeur laten weten. 3. Als je aan een STP deelneemt mag je geen strafbare feiten plegen. Daarnaast kunnen bijzondere voorwaarden aan deelname aan een STP worden gesteld, zoals bijvoorbeeld elektronisch toezicht of het volgen van een afkickprogramma. Als je de voorwaarden van een STP overtreedt, kan de directeur het volgende doen: 1. een waarschuwing geven, of 2. de voorwaarden van het STP wijzigen of nieuwe voorwaarden stellen, of 3. je tijdelijk terugplaatsen in de inrichting, of 4. het STP intrekken. De Minister van Veiligheid en Justitie kan in sommige gevallen de machtiging voor het STP intrekken. Wanneer dat gebeurt, moet de directeur het STP intrekken. In dat geval wordt je teruggeplaatst in de inrichting. Nadere regelgeving: - Artikelen 3 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 3 tot en met 12a Reglement justitiële jeugdinrichtingen 24
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
10. Controle, ordemaatregelen en straffen
10.1 Urinecontrole Je kunt verplicht worden om urine af te staan om te onderzoeken of je gedragsbeïnvloedende middelen hebt gebruikt. Onder gedragsbeïnvloedende middelen verstaan we verboden middelen zoals drugs, maar ook middelen waarvan we het ongecontroleerde gebruik willen tegengaan, zoals alcohol en kalmerings- en slaapmiddelen. Je urine kan worden gecontroleerd: a. als het noodzakelijk is voor de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting (dat kan ook als steekproef zijn); b. in verband met een beslissing tot plaatsing of overplaatsing; c. in verband met het verlenen van toestemming voor het verlaten van de inrichting. In je perspectiefplan kan worden opgenomen dat in het belang van je behandeling of het bereiken van je werkdoelen (overplaatsing naar een andere afdeling of inrichting of verlof) urinecontroles kunnen worden gehouden. De uitslag van een urinecontrole wordt zo snel mogelijk aan je meegedeeld. Je kunt als je het niet eens bent met de uitslag dezelfde urine nog eens laten controleren. Dat moet je dan wel zelf betalen, tenzij uit de uitslag van dit onderzoek blijkt dat er geen sprake is van ongeoorloofd gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen. Nadere regelgeving: - Artikel 35 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling urineonderzoek jeugdigen 10.2 Kamerinspectie De medewerkers van de inrichting mogen altijd je kamer betreden om je kamer te inspecteren. Bij een inspectie wordt gekeken of je voorwerpen in je kamer hebt die je niet in je bezit mag hebben. Er kan een inspectie van je kamer worden gehouden: • als steekproef voor het algemeen toezicht op de aanwezigheid van verboden voorwerpen in de inrichting. Dit heet een routine-inspectie; • als uit feiten of omstandigheden blijkt of aannemelijk is dat een inspectie nodig is voor de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting. Als een kamercontrole is uitgevoerd, word je daarover achteraf schriftelijk geïnformeerd door de groepsleiding. Nadere regelgeving: - Artikel 39 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 25
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
10.3 Onderzoek aan lichaam en kleding Een onderzoek aan je lichaam wordt ook wel ‘visitatie’ genoemd. Een visitatie is een onderzoek waarbij je hele lichaam van buitenaf mag worden bekeken. Bij een onderzoek aan je lichaam mag ook in lichaamsholten, zoals je mond, je oren en je anus, worden gekeken. Bijvoorbeeld om te controleren of je daar geen verboden voorwerpen, zoals drugs, in hebt verstopt. Dit soort onderzoek wordt gedaan in een kamer waar niet zomaar iedereen naar binnen kan kijken. Als het mogelijk is, wordt het onderzoek bovendien gedaan door een medewerker van je eigen geslacht. Een onderzoek aan je kleding wordt ook wel ‘fouillering’ genoemd. Bij een onderzoek aan je kleding mogen ook voorwerpen die je bij je hebt en met je meevoert worden onderzocht. Een onderzoek aan je lichaam of aan je kleding kan plaatsvinden: - bij binnenkomst of bij het verlaten van de inrichting; - voorafgaand aan of na afloop van bezoek; - als het noodzakelijk is voor de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting. Dit soort controle kan bij wijze van steekproef worden gehouden of omdat we vermoeden dat je iets bij je hebt wat je niet in je bezit mag hebben. Als er bij het onderzoek voorwerpen worden gevonden die niet in je bezit mogen zijn, mag de directeur deze voorwerpen in beslag nemen. De voorwerpen kunnen dan op jouw kosten worden bewaard, naar je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders worden gestuurd, met jouw toestemming worden vernietigd of aan een opsporingsambtenaar worden gegeven om strafbare feiten te voorkomen of op te sporen. Nadere regelgeving: - Artikel 34 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 10.4 Onderzoek in het lichaam Bij een onderzoek in je lichaam moet je denken aan het maken van röntgenfoto’s of bijvoorbeeld een inwendig onderzoek van je slokdarm als we vermoeden dat je verdovende of gevaarlijke dingen hebt ingeslikt. Een onderzoek in je lichaam wordt altijd uitgevoerd door een arts of een verpleegkundige die in opdracht van een arts werkt. De directeur kan bepalen dat je in je lichaam onderzocht moet worden als het noodzakelijk is voor je eigen gezondheid of om ernstig gevaar voor de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting af te wenden. In dringende gevallen kan ook een personeelslid of medewerker van de inrichting beslissen dat een arts of verpleegkundige een onderzoek in je lichaam uitvoert. Als er bij het onderzoek voorwerpen worden gevonden die niet in je bezit mogen zijn, mag de directeur deze voorwerpen in beslag nemen. De voorwerpen kunnen dan op jouw kosten worden bewaard, met jouw toestemming worden vernietigd of aan een opsporingsambtenaar worden gegeven om strafbare feiten te voorkomen of op te sporen. Nadere regelgeving: - Artikel 36 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
26
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
10.5 Gedwongen geneeskundige behandeling De directeur kan je verplichten om een medische behandeling door een arts of verpleegkundige toe te laten. Hij of zij kan je die verplichting opleggen als er ernstig gevaar dreigt voor de veiligheid of gezondheid van jezelf of van anderen. Er kan je bijvoorbeeld dwangmedicatie worden gegeven als je zo agressief wordt dat je jezelf, andere bewoners of medewerkers dreigt te verwonden. In een dergelijk geval moet je toestaan dat je de medicijnen toegediend krijgt. Nadere regelgeving: - Artikel 37 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 48 tot en met 50 Reglement justitiële jeugdinrichtingen 10.6 Gebruik mechanische middelen Als je in afzondering bent geplaatst kan de directeur bepalen dat je in je bewegingsvrijheid wordt beperkt door het gebruik van mechanische middelen. Je kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan het gebruik van handboeien. Het in afzondering plaatsen wordt hieronder uitgelegd in paragraaf 10.9. Je mag met mechanische middelen in je bewegingsvrijheid worden beperkt als het echt noodzakelijk is om gevaar voor de gezondheid en veiligheid van jezelf en van anderen af te wenden. Hoe lang je met deze middelen in je bewegingsvrijheid mag worden beperkt, is afhankelijk van je leeftijd. Als je jonger bent dan zestien jaar maximaal twaalf uur. Als je zestien jaar of ouder bent maximaal vierentwintig uur. Bij acuut gevaar voor jezelf of voor anderen mag een medewerker van de inrichting ook besluiten mechanische middelen toe te passen. Dit mag echter voor maximaal vier uur. Bij dit gebruik van mechanische middelen stelt de directeur zo snel mogelijk de arts of diens vervanger en de commissie van toezicht op de hoogte. Nadere regelgeving: - Artikel 38 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling toepassing mechanische middelen jeugdigen 10.7 Gebruik geweld en vrijheidsbeperkende middelen Het kan soms nodig zijn dat medewerkers van de inrichting met gepast geweld de orde herstellen. Het gebruiken van geweld betekent in dit geval dat je door lichaamskracht of met een wapenstok wordt gedwongen om iets te doen of om iets juist niet te doen. Om zo min mogelijk lichamelijk geweld te hoeven gebruiken, kunnen medewerkers van de inrichting bij je vervoer of bij een interne overplaatsing gebruik maken van vrijheidsbeperkende middelen, zoals handboeien of een broekstok. Medewerkers mogen alleen gebruik maken van geweld in de volgende gevallen: • als het nodig is om de orde of de veiligheid in de inrichting te handhaven; • als het nodig is om een beslissing uit te voeren, bijvoorbeeld als je niet mee wilt werken aan een beslissing tot afzondering; • als het nodig is om te voorkomen dat jij je aan het toezicht van de inrichting onttrekt. Dit betekent dat we geweld kunnen gebruiken als je uit de inrichting wilt ontsnappen of als je er tijdens begeleid verlof vandoor wilt gaan; • om DNA-materiaal af te nemen. We waarschuwen je eerst voordat er geweld wordt gebruikt, tenzij het noodzakelijk is om onmiddellijk in te grijpen. 27
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Nadere regelgeving: - Artikel 40 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Geweldsinstructie justitiële jeugdinrichtingen 10.8 Time-outmaatregel De directeur kan besluiten je een time-outmaatregel op te leggen. Dit is een maatregel die maximaal één uur mag duren en in totaal mogen time-outmaatregelen maximaal twee uur per dag opgelegd worden. Je kunt de maatregel vergelijken met het tijdelijk weggestuurd worden uit de klas of dat je thuis tijdelijk naar je kamer wordt gestuurd. De time-out is een korte en minimaal ingrijpende pedagogische maatregel waarbij je kort buiten de groep wordt geplaatst om daarmee je gedrag gunstig te beïnvloeden. Deze maatregel is een onderdeel van je opvoeding en leert dat bepaald gedrag gevolgen heeft. De maatregel houdt in dat je uitgesloten wordt van het verblijf in de groep of van deelname aan gemeenschappelijke activiteiten. Als je wordt uitgesloten van het verblijf in de groep, moet je in je kamer op de afdeling blijven. Nadere regelgeving - Artikel 23a Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 10.9 Ordemaatregelen Het is mogelijk dat je een ordemaatregel wordt opgelegd als het noodzakelijk is voor de orde en veiligheid in de inrichting of voor de bescherming van jezelf. Er • • • •
zijn verschillende soorten ordemaatregelen: uitsluiting van het verblijf in de groep; uitsluiting van deelname aan activiteiten, zoals recreatie of sport; plaatsing in afzondering; tijdelijke overplaatsing naar een andere inrichting.
Een ordemaatregel kan worden opgelegd op grond van incidenten binnen of buiten de inrichting. Een ordemaatregel duurt niet langer dan strikt noodzakelijk is. De directeur kan een ordemaatregel opleggen: als het in belang is van de orde of veiligheid in de inrichting; b. als het noodzakelijk is voor een ongestoorde tenuitvoerlegging van je vrijheidsbeneming; c. als het nodig is ter bescherming van jezelf; d. als je ziek bent; e. als je hier zelf om vraagt en de directeur vindt dat dit verzoek redelijk en uitvoerbaar is. a.
Een beslissing over het opleggen van een ordemaatregel op grond van d. ziekte of e. eigen verzoek kan ook door een personeelslid of een medewerker van de inrichting worden genomen. Uitsluiting van het verblijf in de groep of uitsluiting van deelname aan activiteiten De directeur kan je in de hierboven opgesomde gevallen uitsluiten van het verblijf in de groep of van deelname aan een of meer activiteiten. Als je wordt uitgesloten van het verblijf in de groep, moet je in je kamer op de afdeling blijven. De uitsluiting van het verblijf in de groep kan maximaal twee dagen duren als de maatregel is opgelegd in de gevallen a, b of c. De directeur kan de uitsluiting voor maximaal twee dagen verlengen, als hij of zij van mening is dat uitsluiting nog steeds noodzakelijk is.
28
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Als de uitsluiting per direct uitgevoerd moet worden in de gevallen a, b en c, mag ook een personeelslid of een medewerker de maatregel opleggen, echter voor maximaal vijftien uur. Dat moet dan wel direct aan de directeur worden gemeld. Afzondering De directeur kan besluiten je in afzondering te plaatsen. Afzondering vinden we een uiterste maatregel. Als je wordt afgezonderd, wordt je in een afzonderingscel geplaatst of in een andere verblijfsruimte in de inrichting. De directeur kan ook besluiten dat je de afzondering moet ondergaan in een andere inrichting. Dit laatste kan alleen als er ernstige bezwaren zijn tegen afzondering in onze eigen inrichting. Als je wordt afgezonderd om de redenen a, b en c, geldt er een maximale duur voor de maatregel. Hoelang je kunt worden afgezonderd is afhankelijk van je leeftijd: • - als je nog geen zestien jaar bent, duurt de afzondering maximaal één dag (vierentwintig uur). Als de directeur vindt dat de noodzaak tot afzondering daarna nog steeds bestaat, kan hij je afzondering voor maximaal één dag verlengen. • - als je zestien jaar of ouder bent, kan de afzondering maximaal twee dagen (achtenveertig uur) duren. Als de directeur vindt dat de noodzaak tot afzondering daarna nog steeds bestaat kan hij je afzondering voor maximaal twee dagen verlengen. Als je langer dan vierentwintig uur afgezonderd wordt, zorgt de directeur ervoor dat de commissie van toezicht van de inrichting, de inrichtingsarts of diens vervanger en je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders of de stichting onmiddellijk hiervan op de hoogte wordt of worden gesteld. Als de afzondering per direct uitgevoerd moet worden, mag ook een personeelslid of een medewerker de maatregel opleggen, echter voor maximaal vijftien uur. Dat moet dan wel direct aan de directeur worden gemeld. Tijdelijke overplaatsing De vierde mogelijke ordemaatregel is de tijdelijke overplaatsing. De directeur kan besluiten je voor korte tijd naar een andere inrichting over te plaatsen. Een tijdelijke overplaatsing kan worden opgelegd als je door je gedrag de orde of de veiligheid in de inrichting in gevaar brengt, of om je te beschermen tegen jezelf en anderen (zie a en b bij het begin van paragraaf 10.9). De directeur kan alleen beslissen dat je tijdelijk in een andere inrichting wordt geplaatst na overleg met een gedragsdeskundige en de selectiefunctionaris. Een tijdelijke plaatsing kan maximaal veertien dagen duren. De directeur kan de maatregel met maximaal veertien dagen verlengen als na overleg met de directeur van de andere inrichting, een gedragsdeskundige en de selectiefunctionaris is gebleken dat de noodzaak nog steeds aanwezig is en er plaats is. De directeur stelt je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders of de stichting onmiddellijk op de hoogte van de tijdelijke plaatsing en een eventuele verlenging. Nadere regelgeving: - Artikelen 24 tot en met 27 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling straf- en afzonderingscel justitiële jeugdinrichtingen 10.10 Disciplinaire straffen Een disciplinaire straf is bedoeld als terechtwijzing oftewel een sanctie voor ontoelaatbaar gedrag waarvoor je persoonlijk verantwoordelijk bent. De duur van de straf is van tevoren bepaald.
29
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Je kunt een disciplinaire straf krijgen als je dingen hebt gedaan die in strijd zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting of met de ongestoorde tenuitvoerlegging van je vrijheidsbeneming. Als een medewerker vindt dat je in aanmerking komt voor een disciplinaire straf, meldt hij of zij dat schriftelijk aan de directeur en zegt dat ook tegen jou. De directeur beslist of je disciplinair wordt gestraft en welke straf je wordt opgelegd. Een straf kan ook worden uitgevoerd in een andere inrichting dan waar je het strafbare feit hebt gepleegd. Er zijn vijf verschillende disciplinaire straffen: 1.
2.
3.
4. 5.
Opsluiting in een strafcel of een andere verblijfsruimte, zoals je eigen kamer of een andere, minder vertrouwde, ruimte. Deze straf kan voor maximaal vier dagen aan je worden opgelegd als je jonger bent dan zestien jaar en voor maximaal zeven dagen als je zestien jaar of ouder bent. Ontzegging van het mogen ontvangen van bezoek van een bepaald persoon of bepaalde personen. Deze straf kan worden opgelegd als het feit waarvoor je wordt gestraft, te maken heeft met het bezoek van die persoon of personen. De ontzegging van bezoek kan voor maximaal vier weken worden opgelegd. Uitsluiting van deelname aan een of meer activiteiten. Deze straf kan voor maximaal vier dagen aan je worden opgelegd als je jonger bent dan zestien jaar en voor maximaal zeven dagen als je zestien jaar of ouder bent. Weigering, intrekking of beperking van het eerstvolgende verlof. Oplegging van een geldboete van ten hoogste je zakgeld voor één week. Bij het opleggen van een geldboete geeft de directeur gelijk aan welke straf je krijgt als je de boete niet binnen de gestelde termijn betaalt.
Deze straffen kunnen ook voorwaardelijk worden opgelegd met een proeftijd van maximaal twee maanden. Een voorwaarde waar je je in ieder geval aan moet houden, is dat je geen feiten meer zult plegen die de orde of de veiligheid in de inrichting in gevaar brengen of de ongestoorde tenuitvoerlegging van je vrijheidsbeneming verstoren. Bij een voorwaardelijke straf kan de directeur ook andere voorwaarden aan je gedrag stellen. De voorwaarden waar je aan moet voldoen, worden je schriftelijk meegedeeld. Een proeftijd loopt gewoon door als je naar een andere inrichting wordt overgeplaatst. Je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders dan wel de stichting worden van het opleggen van een disciplinaire straf en van de reden daarvan geïnformeerd. Indien je achttien jaar of ouder bent moet je hiermee instemmen. Nadere regelgeving: - Artikelen 54 tot en met 59 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling straf- en afzonderingscel justitiële jeugdinrichtingen 10.11. Horen en schriftelijke mededeling Bij een aantal beslissingen over de beperking van je vrijheid en het opleggen van straffen of maatregelen moet je in de gelegenheid worden gesteld om ‘gehoord’ te worden, ofwel je eigen mening te geven. Het horen moet zoveel mogelijk plaatsvinden in een voor jou begrijpelijke taal. De beslissing over deze kwesties moet vervolgens zonder onnodig uitstel schriftelijk aan je worden meegedeeld. In de schriftelijke mededeling wordt aangegeven op welke gronden de beslissing is genomen. Bovendien word je geïnformeerd over de mogelijkheid om in beklag te gaan over de beslissing en de manier waarop je dat kunt doen. De beslissingen waar het om gaat zijn: 30
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
• • • • • • •
•
•
de weigering op het verzoek tot deelname aan een STP en de beëindiging van STP als beschreven in hoofdstuk 9; de weigering of de intrekking van de toestemming om je kind in de inrichting onder te brengen; de voortzetting van het verblijf op een afdeling voor intensieve zorg, op een afdeling voor intensieve behandeling of een individuele trajectafdeling; beslissingen over onderzoek in het lichaam als beschreven in paragraaf 10.4.; beslissingen over de gedwongen geneeskundige behandeling als beschreven in paragraaf 10.5.; beslissingen over het bevestigen van mechanische middelen als beschreven in paragraaf 10.6.; beslissingen over het toepassen van een ordemaatregel als beschreven in paragraaf 10.9, te weten: - uitsluiting van deelname aan activiteiten; - uitsluiting van het verblijf in de groep; - plaatsing in afzondering; - tijdelijke plaatsing in een andere inrichting als de beslissing gebaseerd is op één van de volgende gronden: o het belang van de orde of de veiligheid van de inrichting; o de noodzaak van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming; o de noodzaak om je tegen jezelf te beschermen. de oplegging van een disciplinaire straf als beschreven in paragraaf 10.10, te weten: - opsluiting in een strafcel of een andere verblijfsruimte; - ontzegging van het mogen ontvangen van bezoek van een bepaald persoon of bepaalde personen; - uitsluiting van deelname aan een of meer bepaalde activiteiten; - weigering, intrekking of beperking van het eerstvolgende verlof; - oplegging van een geldboete. Beslissingen over observatie met een camera.
Bij de genoemde beslissingen over het STP, het onderbrengen van een kind in de inrichting, het opleggen van een disciplinaire straf of observatie met een camera, wordt je altijd vooraf gehoord. Bij de andere genoemde beslissingen hoef je niet altijd vooraf in de gelegenheid gesteld te worden om gehoord te worden en hoeft er geen schriftelijke mededeling over de beslissing aan je uitgereikt te worden. Hiervan kan sprake zijn wanneer: • de vereiste spoed zich hiertegen verzet; • je hiervoor niet in de juiste gemoedstoestand verkeert. Nadere regelgeving: - Artikelen 61 en 62 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 10.12 Aangifte bij de politie Gedrag wat alle grenzen te buiten gaat noemen we ongeoorloofd of crimineel gedrag. Het Wetboek van Strafrecht geldt onverkort ook binnen de inrichting. Dergelijk gedrag is voor de directie of een medewerker van Den Hey-Acker altijd aanleiding om aangifte te doen bij de politie.
31
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
11. Bemiddeling, beklag en beroep
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je officieel duidelijk kunt maken dat je het niet eens bent met een beslissing die door de inrichting is genomen en dat je een andere oplossing wilt voor eventuele problemen. Hoe je kunt klagen over medisch handelen door de huisarts, tandarts, psychiater of verpleegkundige van de inrichting en hoe je in beroep kunt gaan, vind je in paragraaf 6.4. We verwachten van je dat je eerst probeert om problemen op te lossen op de plek waar ze zijn ontstaan, meestal op de afdeling waar je verblijft. Als dat niets oplost, kun je ook nog een gesprek aanvragen met een leidinggevende. Er zijn behalve de leiding van de inrichting een aantal belangrijke instanties waar je in bepaalde gevallen terecht kunt voor klachten over beslissingen. De commissie van toezicht Elke inrichting heeft een commissie van toezicht. In deze commissie zitten mensen die niet in de inrichting werken. De commissie heeft als algemene taak toezicht te houden op de manier waarop er in de inrichting met de jeugdigen wordt omgegaan. Maandcommissaris Bij toerbeurt treedt een van de leden van de commissie van toezicht op als maandcommissaris. De maandcommissaris heeft de taak regelmatig met jullie te praten. Je kunt hem of haar dan bijvoorbeeld vertellen wat je vindt van je verblijf in de inrichting en of je bepaalde dingen graag anders zou willen. Als je dat wilt, zijn de gesprekken vertrouwelijk. De maandcommissaris houdt regelmatig spreekuur in de inrichting. Daarnaast kan de maandcommissaris bemiddelen in zaken die door jou of je ouders, voogd, stiefouder of pleegouders worden voorgesteld. Die procedure is omschreven in paragraaf 11.1. Beklagcommissie De beklagcommissie bestaat uit drie leden van de commissie van toezicht, die worden bijgestaan door een secretaris. Bij de beklagcommissie kun je schriftelijk een klacht indienen. Bij eenvoudige klachten kan de voorzitter van de beklagcommissie de klacht alleen afdoen. Ook een ander lid van de beklagcommissie kan namens de voorzitter eenvoudige klachten afhandelen. Wanneer de beklagcommissie een uitspraak doet op jouw klacht moeten zowel jij als de directeur zich daaraan houden. Hoe die procedure gaat kun je lezen in paragraaf 11.2. De groepsleiding weet wanneer de maandcommissaris naar de inrichting komt. Er hangt een lijst met data op de groep. Tot een dag ervoor kun je doorgeven dat je met de maandcommissaris wilt praten. Je hoeft niet te vertellen waarover het gaat.
32
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Als je een klacht wilt indienen, kun je aan de groepsleiding een beklagformulier vragen. Onder 11.2 staat beschreven in welke gevallen je een klacht kunt indienen. Het kan zijn dat je geen klacht kunt indienen, maar wel bemiddeling kunt vragen aan de maandcommissaris. Wanneer dat kan staat beschreven in 11.1. De groepsleiding is verplicht je een klachtformulier te geven. Eventueel kan een personeelslid je helpen met het invullen van het formulier. Je moet er in ieder geval je naam en de klacht in schrijven. Daarna doe je het formulier in een envelop gericht aan de beklagcommissie en plak je de envelop dicht. Je doet de envelop vervolgens in de speciale brievenbus op de groep. De directeur zorgt ervoor dat deze bij de beklagcommissie terechtkomt. Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming is een landelijke instantie die speciaal is ingesteld om de Minister van Veiligheid en Justitie te adviseren over zaken die spelen bij onder meer justitiële jeugdinrichtingen. Die Raad bezoekt af en toe ook de inrichtingen om te kijken hoe het daar aan toe gaat. Beroepscommissie De Raad heeft een beroepscommissie die bestaat uit drie leden van de raad die worden bijgestaan door een secretaris. De beroepscommissie heeft de taak beroepszaken te behandelen. Hoe die procedure gaat kan je lezen in de paragrafen 11.3 tot en met 11.5. 11.1 Bemiddeling Bemiddeling betekent dat de maandcommissaris van de commissie van toezicht met jou en de inrichting gaat praten om een oplossing te zoeken voor een probleem waar je mee zit. Bemiddeling gebeurt in de volgende situaties: - altijd als je een klacht indient (zie hieronder bij 11.2) - in alle andere gevallen als je om bemiddeling door de maandcommissaris vraagt. Je kunt om bemiddeling vragen: • als je het niet eens bent met de manier waarop de directeur of een medewerker van de inrichting zich tegenover jou heeft gedragen of voor jou heeft gezorgd of • als je het niet eens bent met een beslissing die over jou is genomen. Een verzoek om bemiddeling door de maandcommissaris kan ook namens jou worden ingediend door je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders. Dit recht vervalt als de maandcommissaris van oordeel is dat voor jou zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten. Als je de maandcommissaris vraagt om voor jou te bemiddelen dan gaat hij of zij op zoek naar een oplossing voor je probleem waar zowel jij als de directeur zich in kan vinden. De bemiddeling kan maximaal zes weken duren. Als je klacht niet zo ingewikkeld is zal dit in het algemeen sneller kunnen. Zowel jij als de directeur krijgt van de maandcommissaris een schriftelijke beslissing van het resultaat van de bemiddeling. Bij een klacht over een beslissing van de directeur die je persoonlijk aangaat, zegt de beklagcommissie of jij of de directeur gelijk heeft en moeten beide partijen zich daaraan houden. Als je het met het resultaat van de bemiddeling niet eens bent en als het gaat over een beslissing die je persoonlijk aangaat, kun je alsnog binnen zeven dagen een klacht indienen bij de beklagcommissie, mits je de aanvraag voor bemiddeling tijdig hebt ingediend. De behandeling loopt dan verder zoals in paragraaf 11.2 wordt omschreven.
33
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Ging je klacht niet over een beslissing, maar over de manier waarop de directeur of een medewerker zich tegenover jou heeft gedragen of voor jou heeft gezorgd, dan loopt de procedure als volgt verder. De directeur laat je binnen vier weken na de mededeling van de maandcommissaris weten of hij of zij het eens is met het oordeel van de maandcommissaris en welke maatregelen hij of zij zal nemen. Hij geeft dat bericht ook aan de maandcommissaris. Als je het niet eens bent met wat de directeur zegt, kan je dat weer binnen zeven dagen melden bij de beklagcommissie. De beklagcommissie zal dan nogmaals een poging doen om te bemiddelen tussen jou en de directeur. Je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders kunnen ook bemiddeling door de maandcommissaris vragen als zij het niet eens zijn met de manier waarop zij zelf zijn behandeld Je kunt een brief schrijven aan de maandcommissaris waarin je aangeeft dat je in een bepaald geval bemiddeling vraagt. Ook kun je dat tijdens het spreekuur aan de maandcommissaris vertellen. Je ouders, voogd, stiefouder of pleegouders kunnen ook een brief schrijven aan de directeur indien zij het ergens niet mee eens zijn en bemiddeling willen. Nadere regelgeving: - Artikelen 7 vierde lid, 64, 66 en 80 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 14 tot en met 23 Reglement justitiële jeugdinrichtingen 11.2 Beklag Je kunt een klacht indienen bij de beklagcommissie als je het niet eens bent met een door of namens de directeur genomen beslissing die jou persoonlijk aangaat, betreffende: a. de weigering op het verzoek tot deelname aan een STP en de beëindiging van de deelname aan een STP; b. de weigering of de intrekking van de toestemming om een kind in de inrichting onder te brengen; c. de voortzetting van het verblijf op een afdeling voor intensieve zorg als bedoeld in artikel 22a, derde lid of een afdeling voor intensieve behandeling als bedoeld in artikel 22b, derde lid of een individuele trajectafdeling als bedoeld in artikel 22c, vijfde lid; d. de uitsluiting van het verblijf in de groep of van deelname aan activiteiten en de verlenging daarvan, alsmede verlenging van de uitsluiting van verblijf in de groep; e. de plaatsing in afzondering en de verlenging daarvan; f. de tijdelijke overplaatsing en de verlenging daarvan; g. de beperking en de intrekking van verlof; h. het onderzoek in het lichaam; i. het gedogen van een geneeskundige handeling; j. de bevestiging van mechanische middelen; k. de oplegging van een disciplinaire straf; l. de observatie door middel van een camera; m. enige andere beslissing die een beperking inhoudt van een recht dat je op grond van de wet of een eenieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag toekomt. Het kan ook gaan om een beslissing van een medewerker. Als de beklagcommissie een uitspraak doet dan moeten jij en de directeur zich daaraan houden. Anders dan bij bemiddeling kan de beklagcommissie dus eigenlijk de directeur voorschrijven wat hij in dit geval moet doen of laten. Een klacht bij de beklagcommissie moet je schriftelijk indienen. Vanaf het moment waarop de beslissing aan jou is meegedeeld, moet je binnen zeven dagen de klacht indienen. In je brief beschrijf je zo precies mogelijk over welke beslissing het gaat en wat je klacht is. Tevens vermeld je duidelijk: 34
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
-
de datum waarop je de klacht indient; je naam; je geboortedatum; je geboorteplaats; de afdeling waar je verblijft op het moment dat de klacht ontstaat.
Als je de Nederlandse taal niet goed genoeg beheerst, mag je je klacht ook in een andere taal indienen. Als je een klacht wilt indienen, kun je aan de groepsleiding een beklagformulier vragen. De groepsleiding is verplicht je een klachtformulier te geven. Eventueel kan een personeelslid je helpen met het invullen van het formulier. Daarna doe je het formulier in een envelop gericht aan de beklagcommissie en plak je de envelop dicht. Je doet de envelop vervolgens in de speciale brievenbus op de groep. De directeur zorgt ervoor dat deze bij de beklagcommissie terechtkomt. De beklagcommissie gaat eerst bemiddelen voordat de klachtprocedure wordt gestart. In dat geval geldt de procedure van bemiddeling als beschreven in paragraaf 11.1. Zowel jij als de directeur kan – eventueel gelijktijdig – mondeling worden gehoord door de beklagcommissie. Het is ook mogelijk dat je niet gehoord wordt en dat de klacht alleen schriftelijk wordt afgehandeld. Dat kan gebeuren als je klacht voor de beklagcommissie al een duidelijke zaak is. Bij een beklagzitting heb je het recht je te laten bijstaan door een rechtsbijstandverlener of een andere vertrouwenspersoon, die daartoe van de beklagcommissie toestemming heeft gekregen. Je kunt, in samenspraak met jouw mentor, contact opnemen met je advocaat of een andere vertrouwenspersoon die op aanwijzing van de beklagcommissie geschikt wordt geacht. De mentor maakt de afspraak en verzorgt de aanmelding. Verzoek om schorsing van een beslissing Je kunt de voorzitter van de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming vragen om de uitvoering van de beslissing waarover je de klacht hebt ingediend geheel of gedeeltelijk te schorsen tijdens de behandeling in de beklagcommissie. Je kunt dan een brief schrijven aan de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. De groepsleiding (bijvoorbeeld de pedagogisch medewerker) kan je aan het adres van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming helpen. In de brief leg je uit welke beslissing je wilt laten schorsen en waarom. Zet in de brief in elk geval dezelfde gegevens die je ook bij een klacht moet opnemen en maak duidelijk of je de beslissing geheel of gedeeltelijk wilt laten schorsen. Als je verzoek wordt toegestaan, wordt de beslissing voorlopig en in ieder geval tot de uitspraak van de beklagcommissie niet uitgevoerd. Schorsen betekent dat de beslissing, waarover je een klacht hebt ingediend, tijdelijk, in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie, niet werkt. Uitspraak van de beklagcommissie De uitspraak van de beklagcommissie over je klacht wordt mondeling of schriftelijk aan je bekendgemaakt. De uitspraak kan zijn: • De klacht is niet ontvankelijk. Dit betekent dat je over de beslissing niet kon klagen of dat je beklag te laat is ingediend. • De klacht is ongegrond. Dit betekent dat je wel kon klagen, maar dat je geen gelijk hebt gekregen. • De klacht is gegrond. Dit betekent dat je gelijk hebt gekregen. Als je van de beklagcommissie gelijk hebt gekregen en de gevolgen van de beslissing waarom het ging niet meer teruggedraaid kunnen worden, kan de beklagcommissie een compensatie vaststellen. De 35
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
compensatie kan bijvoorbeeld zijn dat je extra tijd krijgt om te telefoneren of om bezoek te ontvangen. In sommige gevallen kun je een compensatie in geld krijgen. Nadere regelgeving: - Artikelen 65 tot en met 73 en 80 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 11.3 Beroep tegen de uitspraak van de beklagcommissie Zowel jij als de directeur kan schriftelijk in beroep gaan tegen de uitspraak van de beklagcommissie bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Je moet je beroepschrift uiterlijk binnen zeven dagen na de dag dat je de uitspraak van de beklagcommissie hebt gehoord of gelezen indienen. Voor het opstellen van een beroepschrift gelden dezelfde regels als voor het schrijven van een klacht (zie paragraaf 11.2 hierboven). Je moet daarbij duidelijk aangeven over welke uitspraak van de beklagcommissie het gaat. Zolang er nog geen uitspraak is gedaan door de beroepscommissie geldt wat de beklagcommissie heeft uitgesproken. Als je dat wilt kun je aan de voorzitter van de beroepscommissie vragen om de tenuitvoerlegging van de uitspraak van de beklagcommissie geheel of gedeeltelijk te schorsen, zolang zij nog geen definitieve uitspraak hebben gedaan. Het is handig om dit gelijk te vragen in de brief waarin je uitlegt waartegen je in beroep gaat en waarom. Je kunt ook een aparte brief schrijven waarin je dezelfde gegevens vermeldt die je ook bij een klacht moet opnemen (zie paragraaf 11.2) en zo duidelijk mogelijk aangeeft welke uitspraak je geheel of gedeeltelijk wilt laten schorsen. Als de directeur in beroep is gegaan tegen de uitspraak van de beklagcommissie kan hij ook om schorsing vragen. Nadere regelgeving: - Artikelen 74, 75, 76 en 80 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 11.4 Bezwaar en beroep tegen beslissing van de selectiefunctionaris Sommige beslissingen worden niet door de directeur, maar door de selectiefunctionaris genomen. Het gaat om de volgende beslissingen: • beslissingen over plaatsing; • beslissingen over overplaatsing; • de beslissing om, als je een PIJ-maatregel hebt gekregen, je plaatsing in een inrichting waar behandeling kan plaatsvinden uit te stellen; Als je het niet eens bent met een beslissing van de selectiefunctionaris kun je in een aantal gevallen bezwaar maken bij de selectiefunctionaris zelf. Je moet dan een bezwaarschrift indienen waarin je duidelijk opschrijft tegen welke beslissing je bezwaar maakt en waarom je het niet eens bent met de beslissing. Je • • • •
kunt bezwaar maken tegen de volgende beslissingen van de selectiefunctionaris: een beslissing over plaatsing in een bepaalde inrichting; een beslissing over overplaatsing naar een andere inrichting; een beslissing over de beëindiging van je deelname aan een scholings- en trainingsprogramma als je een PIJ-maatregel opgelegd hebt gekregen, de beslissing tot verlenging van de termijn van drie maanden waarbinnen je in een inrichting geplaatst behoort te worden waar behandeling plaats kan vinden; • wanneer er tijdens een overplaatsing geweld tegen je is gebruikt of er vrijheidsbeperkende middelen zijn toegepast, de beslissing tot het gebruik van geweld of toepassing van vrijheidsbeperkende middelen bij overplaatsing Naast het maken van bezwaar tegen bepaalde beslissingen, kun je bij de selectiefunctionaris in een 36
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
aantal gevallen ook een schriftelijk verzoek indienen. In je verzoekschrift moet je uiteraard duidelijk aangeven wat je precies wilt en waarom je dat wilt. Je kunt de volgende verzoeken indienen: • een verzoek om plaatsing in een bepaalde inrichting; • een verzoek om overplaatsing naar een bepaalde inrichting; Het bezwaar tegen een beslissing van de selectiefunctionaris moet worden ingediend binnen 8 dagen nadat je op de hoogte was van de beslissing. Het bezwaar of verzoek moet je opschrijven en ondertekenen met je naam. Je kunt de brief dan in een envelop doen die je richt aan de selectiefunctionaris in Den Haag. De directeur zorgt er dan voor dat deze op de juiste plaats komt. De selectiefunctionaris zal zijn beslissing over jouw bezwaar of verzoek schriftelijk aan je bekend maken. Hij moet dat binnen zes weken na het indienen van het bezwaar doen. Nadere regelgeving: - Artikelen 18 en 19 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen Beroep Als je het niet eens bent met de beslissing van de selectiefunctionaris over je bezwaar of je verzoek, kun je hiertegen in beroep gaan bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Je kunt alleen in beroep gaan als je helemaal of gedeeltelijk geen gelijk hebt gekregen. Je moet je beroepschrift binnen zeven dagen nadat je de schriftelijke uitspraak van de selectiefunctionaris hebt kunnen lezen indienen bij de beroepscommissie. Ook kun je rechtstreeks beroep bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming instellen tegen: - een beslissing over verlof, wanneer hiertegen geen beklag openstaat of - de beslissing van de Minister van Veiligheid en Justitie tot weigering van het verlenen van een machtiging tot deelname aan het scholings- en trainingsprogramma, nadat je een verzoek tot deelname aan de directeur had gedaan. Je ouders of je voogd, stiefouder of pleegouders hebben ook het recht om namens jou een bezwaar- of verzoekschrift in te dienen bij de selectiefunctionaris en het recht om in beroep te gaan tegen een beslissing van de selectiefunctionaris. Dit recht vervalt als de selectiefunctionaris of de beroepscommissie vinden dat voor jou zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten. Nadere regelgeving: - Artikelen 77, 78 en 80 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 11.5 Beroep tegen beslissing van de Minister van Veiligheid en Justitie over strafonderbreking Je kunt ook een beroep instellen bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming tegen een beslissing van de Minister van Veiligheid en Justitie over een onderbreking van je straf. Voor het opstellen van een beroepschrift gelden dezelfde regels als voor het schrijven van een klacht (zie paragraaf 11.2 hierboven). Je moet daarbij duidelijk aangeven over welke beslissing van de Minister het gaat.
37
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
Nadere regelgeving: - Artikelen 12, 18, 19, 77 en 78 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikel 77j Wetboek van Strafrecht - Regeling strafonderbreking jeugdigen
38
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
12. Overige bepalingen
12.1 Geld Je ontvangt hier zakgeld. Je mag echter geen contant geld bij je hebben. Je zakgeld en het geld dat je eventueel van familie of andere relaties ontvangt, wordt gestort op een rekening die de inrichting op jouw naam beheert. Per week mag je € 35.- besteden (waarvan max. € 15,- aan telefoonkaarten en max. € 20,- aan overige artikelen). Voor bijzondere groepen kunnen, wat de toegestane bestedingen betreft, afwijkende regels gelden (zie groepsregels van je groep). Je kunt op een interne winkelbestellijst aangeven welke goederen je wilt kopen (zie ook paragraaf 5.5). Nadere regelgeving: - Artikel 51 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Regeling zakgeld justitiële jeugdinrichtingen 12.2 Aansprakelijkheid Als je schade veroorzaakt, kunnen de kosten daarvan op jou worden verhaald. De directeur kan met jou of met je wettelijke vertegenwoordiger een regeling treffen voor de vergoeding van de schade. Bij overplaatsing naar een andere inrichting neemt de andere inrichting de uitvoering van de met jou of je wettelijke vertegenwoordiger getroffen schaderegeling over. Het is ook mogelijk dat de directeur de schade op je verhaalt via een civielrechtelijke procedure of een voeging in een strafrechtelijke procedure. Nadere regelgeving: - Artikel 55, vierde lid, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen 12.3 Dossiers Bepaalde gegevens over jou en je verblijf in onze inrichting worden in een dossier opgenomen. We noemen hier met name: • afschriften van rechterlijke beslissingen, zoals de verlenging van voorlopige hechtenis, een ondertoezichtstelling of een veroordeling; • kopieën van ontvangen en verstuurde brieven die over jou gaan; • uitspraken van de beklagcommissie/beroepscommissie RSJ; • perspectiefplan; • alle papieren die over verlof gaan; • verzoeken om strafonderbreking; • gratieverzoeken. Als je wilt, mag je je eigen dossier inzien. Je hebt recht op een kopie van je perspectiefplan en de verslagen van de evaluaties. 39
Huisregels JJI Den Hey-Acker - 2012 – versie 1.0
De directeur kan echter ook beslissen dat er goede redenen zijn om je jouw dossier niet of slechts gedeeltelijk aan je te laten zien of je perspectiefplan en de evaluaties niet of maar gedeeltelijk aan je te geven. In dat geval moet de directeur je laten weten waarom hij of zij dat doet. Je kunt tegen deze beslissing in beklag gaan op de manier die in paragraaf 11.2. wordt omschreven. Bij een overplaatsing sturen we je dossier met je mee naar de andere justitiële jeugdinrichting. Het dossier wordt na beëindiging van de aan jou opgelegde straf of maatregel tien jaar bewaard. Je kunt bij je mentor vragen om inzage of een afschrift van (bepaalde) stukken uit je dossier. De mentor zal in eerste instantie, in overleg met de behandelcoördinator, beoordelen of dat goed is en vervolgens een tijd met je afspreken waarop je de gelegenheid krijgt tot inzage. Je ouders of voogd kunnen ook inzage in je dossier krijgen. Als je 16 jaar of ouder bent moet je daar wel zelf toestemming voor geven. Aan personen of instellingen die bij jouw verblijf betrokken zijn, zoals je gezinsvoogd, de Raad voor de Kinderbescherming en de (Jeugd)reclassering kan ook informatie over jou gegeven worden. Hiervoor is jouw toestemming niet nodig. Nadere regelgeving: - Artikel 63 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen - Artikelen 66 tot en met 71 Reglement justitiële jeugdinrichtingen 12.4 Medezeggenschap en vertegenwoordiging De directeur zorgt ervoor dat er regelmatig overleg met een vertegenwoordiging van jullie plaatsvindt over zaken die jullie verblijf in de inrichting aangaan. Dit overleg vindt plaats in de jongerencommissie (JOCO). In de JOCO is iedere leefgroep vertegenwoordigd door een jongere die door de jongeren en de groepsleiding is gekozen. In een wekelijks groepsgesprek is gelegenheid voor de groep om zaken die het verblijf betreffen met elkaar te bespreken en om dit (eventueel schriftelijk) onder de aandacht van de leiding te brengen en/of te bespreken in de JOCO. Nadere regelgeving: - Artikel 79 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
40