C04-0006/HtK
Minder vergoedingen. Dalende koopkracht. Bezuinigingen op zorg, voorzieningen en uitkeringen. Het jaar 2004 wordt een moeilijk jaar voor gehandicapten en chronisch zieken. Eén van de maatregelen om u financieel te compenseren, is de aftrek van buitengewone uitgaven bij de aangifte inkomstenbelasting. Honderdduizenden mensen maken inmiddels gebruik van deze aftrek. Het levert ze jaarlijks honderden euro's op. Nieuw is de Tegemoetkomingsregeling, waardoor u ook geld kunt terugkrijgen als u nauwelijks of geen belasting betaalt.
Laat geen belastinggeld liggen!
De aftrek van buitengewone uitgaven voor gehandicapten en chronisch zieken Door Kees Dijkman Als u een handicap hebt, chronisch ziek bent of arbeidsongeschikt, dan komt u vrijwel altijd voor hoge kosten te staan. U betaalt niet alleen veel bij voor zorg, hulpmiddelen, aanpassingen en voorzieningen. U hebt ook allerlei verborgen kosten, omdat u vanwege uw handicap of ziekte telkens voor dure oplossingen moet kiezen waar anderen goedkoper uit zijn. Al deze kosten drukken zwaar op uw budget. Vaak is er geen enkele instantie die ze vergoedt. Er is een manier om deze kosten voor een deel gecompenseerd te krijgen: via de aftrek van buitengewone uitgaven bij de aangifte inkomstenbelasting. De aftrek van buitengewone uitgaven kan u honderden euro's per jaar opleveren, vaak alleen al op grond van het feit dat u (meer dan 45%) arbeidsongeschikt bent en omdat er voor u premie ziekenfonds betaald wordt door uw werkgever of door een uitkeringsinstantie. Ook veel mensen die in een AWBZ instelling verblijven, kunnen buitengewone uitgaven aftrekken. Meer informatie Dit artikel bevat alleen globale informatie. Wilt u precies weten hoe de regelingen er uit zien, bestel dan de uitgebreide brochure 'Belastingaangifte 2003 in verband met handicap of ziekte' bij de CG-Raad. Die brochure kost € 5,00, inclusief verzendkosten. Kijk op www.cg-raad.nl voor meer informatie, of bel de bestellijn (030) 2916650. Ook de Belastingdienst zelf geeft goede, algemene informatie over alles wat met buitengewone uitgaven te maken heeft. Bel met de Belastingtelefoon particulieren 0800-0543. U kunt geen rechten ontlenen aan wat de medewerkers tegen u zeggen. Meer voordeel Veel mensen schrikken terug voor het invullen van een belastingbiljet. Ze zijn bang dat ze geld terugkrijgen en dan geen recht meer hebben op huursubsidie of
1
C04-0006/HtK dat ze hogere eigen bijdragen moeten betalen voor zorg en voorzieningen. Die angst is meestal niet terecht. Door de aftrek van buitengewone uitgaven daalt uw belastbaar inkomen en gaat uw netto inkomen omhoog. Uw huursubsidie gaat daardoor niet omlaag, maar kan juist stijgen. De huursubsidie wordt namelijk gebaseerd op uw belastbaar inkomen. Hoe lager dat inkomen, hoe meer huursubsidie u krijgt. De maximale eigen bijdrage die u betaalt voor thuiszorg of het persoonsgebonden budget wordt vaak lager. Deze eigen bijdrage is gebaseerd op uw belastbaar inkomen. Hoe lager dat inkomen, hoe minder eigen bijdrage u betaalt. Er kan mogelijk wel een probleem ontstaan doordat u niet minder snel in aanmerking komt voor bijzondere bijstand of de vrijstelling van gemeentelijke belastingen. U kunt hier echter bezwaar tegen aantekenen, met name als u kunt aantonen dat de belastingteruggave hard nodig hebt voor extra uitgaven vanwege uw handicap of ziekte. Tegemoetkomingsregeling Nieuw is de zogenoemde Tegemoetkomingsregeling. Die regeling houdt in dat u ook belastinggeld kunt terugkrijgen als uw inkomen zo laag is dat u nauwelijks of zelfs helemaal geen belasting betaalt. Tot vorig jaar was het nog zo, dat de verschuldigde belasting nooit 'onder nul' kon dalen. Kon u meer buitengewone uitgaven aftrekken dan uw verschuldigde belasting, dan kon u die aftrek dus niet 'verzilveren'. Dit jaar (bij de aangifte over het belastingjaar 2003) kan dat wel. U krijgt dan geld van de Belastingdienst, ook al hebt u nooit belasting betaald of is er maar heel weinig belasting voor u afgedragen door uw werkgever of de uitkeringsinstantie. Uit rekenvoorbeelden blijkt overigens dat de Tegemoetkomingsregeling vooral ten goede komt aan ouderen en aan werknemers met een inkomen tot net iets boven het minimumloon. Gehandicapten, chronisch zieken en arbeidsongeschikten onder de 65 jaar en zonder betaald werk komen er in de praktijk maar zelden voor in aanmerking. Aangifte doen U moet zelf aangifte doen van uw buitengewone uitgaven. • Buitengewone uitgaven kunt u aangeven op een P-biljet, een E-biljet of een O-biljet (voor ondernemers). Krijgt u zo'n biljet niet automatisch toegestuurd, vraag er dan een op via de Belastingtelefoon. Hebt u in voorgaande jaren geen aangifte gedaan, en denkt u dat u alsnog in aanmerking komt voor de aftrek van buitengewone uitgaven, vraag dan een T-biljet. Met zo'n T-biljet kunt u tot eind 2004 nog aangifte doen voor de belastingjaren 2003, 2002 en 2001. Dat kan erg voordelig zijn, omdat de aftrekbare buitengewone uitgaven hoger worden, naarmate u er langer gebruik van maakt. Dat komt door de zogenoemde 'vermenigvuldigingsfactoren'. • U kunt ook elektronisch aangifte doen. Het Aangifteprogramma kunt u downloaden op de website www.belastingdienst.nl. Samen of alleen Voor de buitengewone uitgaven is het belangrijk of u belastingaangifte doet als individu, of als fiscaal partner. Fiscaal partners zijn bijvoorbeeld echtgenoten (mits niet duurzaam gescheiden), geregistreerd partners en mensen die
2
C04-0006/HtK samenwonen (zij kunnen kiezen of ze als fiscaal partner beschouwd willen worden of niet). Bent u het hele jaar fiscaal partners, dan moet u uw gezamenlijke buitengewone uitgaven bij elkaar optellen. U mag die buitengewone uitgaven vervolgens aftrekken bij degene waar dat het voordeligst is. In de praktijk is dat bij de partner met het hoogste inkomen. Zo nodig mag u de aftrek van buitengewone uitgaven zelfs verdelen tussen de beide partners, in een verhouding die u het beste uitkomt. Aangifte doen De vraag naar buitengewone uitgaven is een korte vraag op het belastingbiljet onder het kopje Persoonsgebonden aftrek. Doet u elektronisch aangifte, dan komt u de buitengewone uitgaven tegen bij de Aftrekposten. U hoeft geen bijlagen mee te sturen waarin u de aftrek verantwoordt. De Belastingdienst heeft dat zelfs liever niet. U moet de posten die u opvoert als buitengewone uitgaven wel kunnen verantwoorden. Bij forfaitaire bedragen op (standaard buitengewone uitgaven, zoals de arbeidsongeschiktheidsaftrek van € 757) moet u kunnen aantonen dat u er recht op hebt. Specifieke uitgaven (zoals medische kosten, extra kosten voor gezinshulp of kosten voor hulpmiddelen en woningaanpassingen) moet u gedetailleerd kunnen verantwoorden en zo nodig aantonen met bonnen, facturen of andere schriftelijke bewijsmiddelen. De drempel Niet alle buitengewone uitgaven zijn aftrekbaar. Alleen de uitgaven die boven de zogenoemde 'drempel' uitkomen, kunt u opvoeren als 'aftrekbare buitengewone uitgaven'. Hoe hoog de drempel precies is, hangt af van uw zogenoemde 'drempelinkomen'. Fiscale partners moeten voor het berekenen van de drempel hun beide drempelinkomens bij elkaar optellen. Daarna telt u ook uw gezamenlijke buitengewone uitgaven bij elkaar op. Pas als u samen de gezamenlijke drempel haalt, mag u als fiscale partners buitengewone uitgaven aftrekken. Voor het belastingjaar 2003 bedraagt de drempel voor de aftrek van uw (gezamenlijke) buitengewone uitgaven: 11,2% van uw (gezamenlijke) drempelinkomen. Daarbij gelden bovendien de volgende boven- en ondergrenzen: • Doet u individueel aangifte en is uw drempelinkomen € 6.643 of minder, dan bedraagt de drempel € 744 (en niet minder). • Doet u aangifte als fiscaal partner en zijn uw drempelinkomens bij elkaar opgeteld € 13.286 of minder, dan bedraagt uw gezamenlijke drempel € 1.488 (en niet minder). • Is uw (gezamenlijke) drempelinkomen hoger dan € 51.750, dan bedraagt uw (gezamenlijke) drempel € 5.796 (en niet meer). Deze bovengrens geldt zowel voor mensen die individueel aangifte doen als voor fiscaal partners. Doet u aangifte op papier, dan komt u de berekening van de drempel tegen in een rekenhulp. U vult de gevraagde bedragen in (die kunt u overnemen uit uw antwoorden op eerdere vragen naar uw inkomen) en vervolgens kijkt u in de tabel wat uw drempel is. Doet u elektronisch aangifte, dan rekent het aangifteprogramma automatisch uit wat uw drempel is. U hoeft dan niet zelf eerst uw drempelinkomen te berekenen.
3
C04-0006/HtK Overzicht De buitengewone uitgaven omvatten een groot aantal posten. Sommige zijn standaardbedragen, bij andere posten gelden gedetailleerde regelingen om te bepalen welke uitgaven voor aftrek in aanmerking komen. Verderop vindt u een overzicht. Tarieven U krijgt uiteraard niet al het geld terug. Het komt er op neer, dat u over het deel van uw inkomen dat beschouwd wordt als aftrekbare buitengewone uitgaven geen belasting hoeft te betalen. Stel, uw aftrekbare buitengewone uitgaven (boven de drempel) bedragen € 1.000 en het hoogste belastingtarief is in uw geval 42%. U hoeft dan € 420 minder belasting te betalen. Is u hoogste belastingtarief 38,65%, dan hoeft u € 387 minder belasting te betalen. Uitstel Op de belastingaangifte staat standaard dat u deze voor 1 april 2004 moet terugsturen. Doet u dat, dan krijgt u vóór 1 juli bericht over de teruggave. Redt u het niet om voor 1 april alle gegevens op een rijtje te zetten, dan kunt u uitstel vragen tot 1 juli. Doe dat wel vóór 1 april. Een eenvoudig briefje aan de Belastingdienst is voldoende. Vermeld op dat briefje uw naam, adres, sofinummer en geboortedatum. 2004 De aftrek van buitengewone uitgaven gaat in 2004 sterk veranderen. U krijgt met deze verandering te maken bij de aangifte over het belastingjaar 2004, in het voorjaar van 2005, maar het is raadzaam om er nu al rekening mee te houden, bijvoorbeeld door het verzamelen van bonnen, facturen, doorverwijzingen en andere schriftelijke bewijzen van uw buitengewone uitgaven. De bedoeling is namelijk dat de aftrek vooral terecht komt bij mensen die aantoonbaar hoge kosten maken vanwege hun handicap of ziekte. Uitgebreide informatie over de nieuwe regels is te vinden op de website www.cgraad.nl/belastingen. • De algemene vermenigvuldigingsfactoren (1,25x en 1,50x) voor meerjarige aftrek van alle buitengewone uitgaven komen te vervallen. In plaats daarvan komt er een vermenigvuldigingsfactor van 1,65x voor een aantal specifieke, aantoonbare kosten: medicijnen op recept, kleding en beddengoed, dieetkosten, het kwart van de eigen bijdrage voor verblijf in een AWBZinstelling, extra hulp thuis, hulpmiddelen en woningaanpassingen, en specifieke vervoerskosten (behalve de kosten voor ziekenbezoek). • De nieuwe vermenigvuldigingsfactor mag u direct toepassen, dus ook als men voor het eerst buitengewone uitgaven wegens handicap of ziekte aftrekt. • U mag de nieuwe vermenigvuldigingsfactor gebruiken vóór toepassing van de drempel. Veel meer mensen met aantoonbare, specifieke kosten zullen daardoor de drempel halen en kosten kunnen aftrekken. • Voorwaarde voor het toepassen van de nieuwe vermenigvuldigingsfactor blijft, dat uw verzamelinkomen voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek niet hoger mag zijn dan het maximale bedrag in de tweede schijf (in 2003 was dat € 28.850). • Ook de voorwaarden voor het chronisch ziekenforfait gaan veranderen. Kunt u in 2004 geen gebruik maken van de arbeidsongeschiktheidsaftrek, en hebt
4
C04-0006/HtK
•
u aantoonbaar meer dan € 300 aan kosten voor de bovengenoemde specifieke kostenposten bij elkaar opgeteld (maar nog vóór toepassing van de vermenigvuldigingsfactor), dan mag u nog eens € 757 (prijspeil 2003) extra opvoeren als chronisch ziekenforfait. Daarbij geldt geen inkomensgrens. De nieuwe voorwaarden voor het chronisch ziekenforfait gaan met ingang van het belastingjaar 2004 ook gelden voor de forfaitaire aftrek voor chronisch zieke kinderen . Bovendien wordt de aftrek verruimd: u mag voor elk chronisch ziek kind het forfait opvoeren en niet, zoals nu, voor hoogstens één kind.
Overzicht
Dit zijn de buitengewone uitgaven Buitengewone uitgaven wegens handicap of ziekte zijn onder te verdelen in een aantal hoofdgroepen. Hieronder een globaal overzicht. Algemene voorwaarden Er gelden een aantal algemene voorwaarden bij de aftrek van buitengewone uitgaven. • De uitgaven moeten direct verband houden met handicap, ziekte of arbeidsongeschiktheid. Algemeen gebruikelijke kosten (kosten die andere mensen - in een vergelijkbare situatie wat betreft inkomen en gezinssamenstelling - ook maken) zijn geen buitengewone uitgaven. • U kunt alleen kosten opvoeren die voor uw eigen rekening komen. Krijgt u de kosten vergoed (door uw gemeente, uw zorgverzekeraar of een andere instantie), of had u ze vergoed kunnen krijgen, dan kunt u ze niet meer opvoeren als buitengewone uitgaven. Sommige kosten worden maar gedeeltelijk vergoed of u moet een eigen bijdrage betalen. Het deel dat voor uw eigen rekening komt, mag u wel opvoeren als buitengewone uitgaven. • U kunt in principe alleen kosten opvoeren die u gemaakt hebt voor uzelf, voor uw fiscaal partner en voor kinderen jonger dan 27 jaar. U kunt ook kosten opvoeren voor ernstig gehandicapte, inwonende kinderen ouder dan 27 jaar, maar alleen als uw kind een indicatie heeft voor opname in een AWBZ inrichting. U kunt ook kosten opvoeren voor inwonende ouders, broers of zussen, die afhankelijk zijn van uw zorg, mits ze zonder uw zorg aangewezen zouden zijn op professionele hulp. • U mag alleen kosten opvoeren die u in 2003 betaald hebt. De datum van betaling is dus belangrijker dan de datum die op de rekening staat. Premies zorgverzekeringen Deze post maakt bij de meeste mensen het grootste deel uit van hun buitengewone uitgaven. Zonder deze post zou vrijwel niemand de drempel voor de aftrek van buitengewone uitgaven halen.
5
C04-0006/HtK • • • • • • • •
De premie die uw werkgever of de uitkeringsinstantie voor u heeft afgedragen aan het ziekenfonds. U vindt het bedrag op de jaaropgave, die u in januari of februari krijgt toegestuurd door uw werkgever of uitkeringsinstantie. De aanslag voor het verplichte ziekenfonds voor zelfstandig ondernemers. De nominale premie voor het ziekenfonds. Dat is de premie die u (meestal maandelijks) zelf afdraagt. Neem het jaarbedrag. De jaarpremie voor aanvullende ziekenfondsverzekeringen. De jaar premie voor een particuliere zorgverzekering. De kosten van een reisverzekering, maar alleen voor zover het gaat om medische zorg. Voor alle bovenstaande premies geldt dat ze betrekking mogen hebben op een periode van maximaal twaalf maanden. De wettelijke premie voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) telt niet mee!
Geneeskundige hulp Lang niet alle kosten voor medische zorg worden vergoedt. Betaalt u ze zelf, dan vallen ze onder de buitengewone uitgaven. • Alle kosten binnen het eigen risico van een particuliere zorgverzekering. • Alle eigen bijdragen voor (para)medische zorg. • Medische kosten die niet vergoed worden, bijvoorbeeld behandelingen door de tandarts (ook dure behandelingen zoals kronen, bruggen en implantaten), de mondhygiënist of de fysiotherapeut. • De kosten van alternatieve geneeswijzen. U mag deze kosten alleen opvoeren als de behandeling plaatsvindt op verwijzing en onder begeleiding van een in Nederland erkende reguliere arts. • Kosten voor verpleegkundige hulp. Denk bijvoorbeeld aan de eigen bijdrage die u betaalt voor (wijk)verpleging en ziekenverzorging door de thuiszorg of in de vorm van een korting op uw persoonsgebonden budget. Geneesmiddelen Het moet vaststaan dat u de medicijnen nodig hebt vanwege uw handicap of ziekte. Algemene middelen, zoals voedingssupplementen en vitaminepreparaten zijn niet aftrekbaar. • Medicijnen die u zelf betaalt, omdat u een eigen risico hebt bij uw zorgverzekeraar. • Medicijnen die u zelf betaalt, omdat ze niet zijn opgenomen in het Geneesmiddelen Vergoeding Systeem (GVS). • Homeopathische middelen, op voorschrift van een homeopathisch arts of van een erkende homeopaat naar wie u door uw eigen arts bent doorverwezen. • Een huisapotheek van standaard € 23 per gezinslid per jaar. Het gaat hierbij om zaken die u zonder medisch voorschrift aanschaft, zoals pleisters, zalfjes en pijnstillers van de drogist. Hulpmiddelen De Belastingdienst hanteert twee regels om te bepalen of iets een hulpmiddel is: Hulpmiddelen hebben voornamelijk betekenis of waarde voor mensen met een handicap of ziekte. Hulpmiddelen moeten dienen als compensatie van een functiebeperking. Voorbeelden van hulpmiddelen die aan beide voorwaarden
6
C04-0006/HtK voldoen zijn: brillen, contactlenzen (inclusief de reinigingsvloeistof), steunzolen, gehoorapparaten, kunstgebitten, rolstoelen, krukken, enzovoorts. Veel hulpmiddelen worden vergoed of verstrekt door de zorgverzekeraar of door de gemeente. Helaas gelden er vaak eigen bijdragen en maximale vergoedingen, waardoor u zelf toch nog veel kosten maakt. Die kosten kunt u wel opvoeren als buitengewone uitgaven, behalve als het gaat om een eigen betaling omdat u door het gebruik van hulpmiddelen andere kosten bespaart. Ook uw eigen betalingen voor woningaanpassingen kunt u hier opvoeren, maar alleen voor zover die woningaanpassingen er niet toe leiden dat de woning meer waard wordt. Daarbij geldt dan weer een vrijstelling van 10% van de kosten die voor uw eigen rekening komen. Verblijf in een instelling Als u in een AWBZ instelling woont (zoals een woonvorm voor gehandicapten, een verpleeghuis of een verzorgingshuis), dan betaalt u daarvoor een eigen bijdrage. Van die eigen bijdrage kunt u standaard 25% opvoeren als buitengewone uitgaven. Vervoer Het gaat hierbij om de extra vervoerskosten die u maakt vanwege handicap of ziekte. • Vervoerskosten voor bezoeken aan artsen of andere behandelaars, voor zover die niet vergoed worden door uw zorgverzekering. Reist u met het openbaar vervoer, dan kunt u de kosten volledig aftrekken. Kunt u vanwege uw handicap of ziekte niet anders reizen dan met uw eigen auto, neem dan de kosten per kilometer voor uw type auto uit de tabellen van de ANWB of de Consumentenbond, of ga als vuistregel uit van € 0,28 per kilometer. • Kosten van ziekenbezoek aan een huisgenoot. Die huisgenoot moet meer dan 10 km verderop verpleegd worden, die verpleging moet langer dan een maand duren en u moet er regelmatig op bezoek gaan. Reist u per openbaar vervoer, dan zijn de kosten volledig aftrekbaar. Reist u per eigen auto, dan geldt een standaardtarief van € 0,18 per afgelegde kilometer. • Veel mensen met een handicap of ziekte maken extra kosten voor hun gewone, dagelijkse vervoer. Bijvoorbeeld doordat ze voor elke verplaatsing afhankelijk zijn van hun auto. Niet al die autokosten zijn aftrekbaar, maar alleen de meerkosten die u maakt ten opzichte van andere mensen die verder in vergelijkbare omstandigheden verkeren wat betreft inkomen en gezinssamenstelling. Er geldt dus een zogenoemde 'vergelijkingsmaatstaf'. Helaas bestaan er geen eenduidige tabellen over hoeveel mensen normaal gesproken aan hun vervoer uitgeven. Het is dus niet gemakkelijk om aan te tonen dat u meerkosten hebt en zo ja, hoeveel. Hulp thuis Het gaat om de extra kosten voor hulp thuis, in verband met ziekte of handicap. U kunt bijvoorbeeld denken aan de eigen bijdrage die u betaalt voor (gezins)verzorging en huishoudelijke hulp via de thuiszorg of als korting op uw persoonsgebonden budget. Maar u kunt ook de kosten meetellen voor huishoudelijke hulp die u zelf inhuurt in verband met uw ziekte of handicap, en waar u geen vergoeding voor krijgt.
7
C04-0006/HtK De Belastingdienst gaat er van uit dat mensen met een hoger inkomen normaal gesproken zelf een poetshulp inhuren. Die kosten zijn daardoor algemeen gebruikelijk en niet aftrekbaar. Alleen als u meer uitgeeft, mag u dat meerdere opvoeren als buitengewone uitgaven. Daarbij geldt de volgende tabel. • Is uw drempelinkomen lager dan € 26.703, dan kunt u al uw eigen kosten voor het inhuren van hulp thuis opvoeren als buitengewone uitgaven. • Is uw drempelinkomen € 26.703 of meer, maar minder dan € 40.056, dan moet u uitgaven voor hulp thuis tot 1% van dat inkomen als algemeen gebruikelijk beschouwen. • Is uw drempelinkomen € 40.056 of meer, maar minder dan € 53.407, dan wordt 2% van dat inkomen als algemeen gebruikelijk beschouwd. • Is uw drempelinkomen € 53.407 of meer, dan wordt 3% van dat inkomen als algemeen gebruikelijk beschouwd. Dieetkosten Het gaat hierbij om diëten die u volgt op medisch voorschrift van een arts. U kunt alleen de kosten opvoeren zoals die genoemd worden in de gedetailleerde officiële tabel van de Belastingdienst. U vindt deze tabel in de aanvullende Toelichting (te bestellen bij de Belastingtelefoon 0800-0543 of te downloaden van internet www.belastingdienst.nl) en in de brochure van de CG-Raad over de aftrek van buitengewone uitgaven. In vergelijking met voorgaande jaren zijn die tabellen flink verruimd. Het loont dus de moeite om nog eens goed na te gaan of het dieet dat u volgt voor aftrek in aanmerking komt Kleding en beddengoed Blijkt 'uit algemene kennis of uit eerdere aangiften' dat uw handicap of ziekte inderdaad extra kosten voor kleding en beddengoed met zich meebrengt, dan mag u € 310 aftrekken, zonder verder bewijsmateriaal. Kunt u schriftelijk aantonen dat u meer dan € 620 extra kosten hebt gemaakt voor kleding en beddengoed, dan mag u standaard € 775 aftrekken. Het gaat om bedragen per persoon. Forfaitaire aftrek • Was u op 1 januari 2003 voor meer dan 45% arbeidsongeschikt en tussen de 18 en 65 jaar oud, dan mag u € 757 opvoeren als arbeidsongeschiktheidsaftrek. U moet die arbeidsongeschiktheid kunnen aantonen. Bijvoorbeeld doordat u hier een uitkering voor ontvangt. Krijgt u zo'n uitkering niet, dan kunt u een onafhankelijke arts (niet uw huisarts) om een verklaring vragen. • Was u op 1 januari 2003 65 jaar of ouder, dan mag u € 757 als ouderdomsaftrek opvoeren. • Bent u niet (of minder dan 45%) arbeidsongeschikt en nog geen 65 jaar oud en waren uw buitengewone uitgaven de afgelopen twee jaar desondanks hoger dan de drempel die voor u gold? Oftewel, kon u de afgelopen twee jaar inderdaad buitengewone uitgaven aftrekken, maar geen gebruik maken van de arbeidsongeschiktheidsaftrek of de ouderdomsaftrek? Dan mag u dit jaar toch een extra aftrekpost opvoeren, het chronisch ziekenforfait, van € 757. • De arbeidsongeschiktheidsaftrek, de ouderdomsaftrek en het chronisch ziekenforfait kunnen ook gelden voor uw partner.
8
C04-0006/HtK •
Hebt u een gehandicapt kind dat nog geen 27 jaar oud is, hebt u twee jaar lang de drempel voor de aftrek van buitengewone uitgaven gehaald en kwam dat beide keren voor minstens een derde deel door de kosten die u gemaakt hebt in verband met de handicap van uw kind, dan mag u € 757 opvoeren als extra aftrek voor een chronisch ziek kind. Deze aftrek mag u overigens maar één keer opvoeren, ook als u meerdere gehandicapte kinderen hebt.
Overige aftrekposten Onder de buitengewone uitgaven vallen ook bepaalde kosten voor bevalling en kraamhulp, voor adoptie en voor begrafenis of crematie. Omdat deze kosten niet specifiek zijn voor mensen met een handicap, chronisch zieken en arbeidsongeschikten, laten we ze hier buiten beschouwing. Hebt u zulke kosten ook, dan kunt u ze wel meenemen in uw berekeningen. Vermenigvuldigen Hebt u twee of drie jaar achtereen aftrekbare buitengewone uitgaven, dan krijgt u een aantrekkelijk voordeel. U mag uw aftrekbare buitengewone uitgaven dan namelijk met een kwart of zelfs de helft verhogen, zonder dat u daar verder enig bewijsmateriaal voor hoeft aan te dragen. U moet wel eerst op eigen kracht (dus zonder vermenigvuldigingsfactor) de drempel voor de aftrek van buitengewone uitgaven halen. De vermenigvuldigingsfactoren gelden bovendien alleen als uw (gezamenlijke) drempelinkomen niet hoger is dan € 28.850. • Kon u over het voorafgaande belastingjaar (2002) ook al buitengewone uitgaven aftrekken, dan mag u de aftrekbare buitengewone uitgaven over 2003 (dus het bedrag dat boven de drempel uitkomt) met 1,25 vermenigvuldigen. • Kon u in beide voorafgaande belastingjaren (zowel in 2001 als in 2002) ook al buitengewone uitgaven aftrekken, dan mag u de aftrekbare buitengewone uitgaven over 2003 met 1,50 vermenigvuldigen.
Tekst © Kees Dijkman. Deze informatie wordt u aangeboden door de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad), met dank aan het Nationaal Revalidatie Fonds (NRF). De genoemde bedragen gelden voor het belastingjaar 2003, waarvoor u aangifte doet in 2004. De tekst is met de meeste zorgvuldigheid samengesteld, maar er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
9