Dendermondesteenweg 268 B - 9070 Destelbergen tel.: 09 / 228 32 31 fax: 09 / 228 63 51 www.thermelec.be
Warmtepompen geschikt voor toepassingen met een hogere watertemperatuur
HRC 17M HRC 17D HRC 20M HRC 25D HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
███
versie VJP/09/2013
1
Pag.
INHOUD
3
1. WERKING VAN DE WARMTEPOMP
3
2. BEDIENINGSPANEEL
5
3. STARTEN VAN DE INSTALLATIE
5
4. VEEL VOORKOMENDE AANDUIDINGEN OP HET SCHERM
6
5. TALEN
6
6. INSTELLING VAN DATUM EN UUR
7
7. MENU VOOR DE GEBRUIKER
7
7.1 Instelling van de functioneringsvoorwaarden
8
7.2 Instelling van de comforttemperatuur
8
7.3 Instelling van de ECO-temperatuur
8
7.4 Instelling van de ANTIVRIES-temperatuur
8
7.5 Instelling van de temperatuur van het sanitair water
9
7.6 Instelling van de temperatuur van het zwembadwater
9
7.7 Instelling van een vakantieperiode
9
7.8 Instelling van een tijdelijk afwijkende comforttemperatuur
10
7.9 De TURBO-functie
10
7.10 Selectie van de periodes zomer / winter
10
8. PROGRAMMERING VAN COMFORTPERIODES
12
8.1 Creëren van een programma
13
8.2 Kopiëren van een programma van een vorige dag
14
8.3 Wijzigen van een programma
14
9. FOUTEN EN ALARMMELDINGEN
18
10. GARANTIEBEPALINGEN
2
1.WERKING VAN DE WARMTEPOMP Voor de verwarming van de woning zal de warmtepomp prioritair gebruikt worden voor zover de buitentemperatuur begrepen is tussen -20 en +40°C. Buiten dit bereik moet de verwarming aangevuld worden met een ander middel zoals een brander op stookolie of gas, elektrische verwarming of eventueel een haardvuur. De werking van de warmtepomp HRC70 wordt automatisch aangepast aan de waarde van de buitentemperatuur:
Bij gemiddelde buitentemperaturen (≥ +12°C) komt enkel de kleine compressor in bedrijf (1° trap). Bij lagere buitentemperaturen (tussen +1 °C en +12°C) komt enkel de grote compressor in bedrijf (2° trap). Bij zeer lage buitentemperaturen (≤ +1°C) zal zowel de grote als de kleine compressor kunnen functioneren indien de automatische regeling dit nodig acht (3° trap) In extreme omstandigheden kan de warmtepomp vragen om bijverwarming, hetzij via een externe verwarmingsketel, hetzij via het bijverwarmingsvermogen van de hydrokit met name 6 kW in stappen 2 kW (4°, 5° en 6° trap).
Occasioneel kan er een ontdooicyclus plaats vinden. Bij voldoend hoge buitentemperatuur volstaat uitsluitend ventilatie, bij lagere temperaturen wordt de werkcyclus geïnverteerd en zal de warmteontwikkeling door de compressor gebruikt worden om te ontdooien. Het luchtdebiet van de ventilator en dus ook zijn toerental wordt automatisch aangepast aan de buitentemperatuur. Op deze wijze is zijn werking optimaal en het geluid minimaal.
2. BEDIENINGSPANEEL
toegang tot menu start/stop
figuur 1
instelling uurwerk
scherm
keuzeknop
Symbolen die op het scherm kunnen geafficheerd worden:
figuur 2
mededeling tot 9 karakters lang aanduiding van tijd dag van de week
of van temperatuur 3
SYMBOOL
BETEKENIS Werkingstoestand “zomer” in bedrijf
Compressor 1 en ventilatorsnelheid 1 in bedrijf
Compressor 2 en ventilatorsnelheid 2 in bedrijf
Beide compressoren in werking alsook de ventilatorsnelheid 3
De antivriescyclus is gestart
De elektrische bijverwarming is ook in bedrijf
De bijverwarming (indien voorzien) komt ook in werking
De waterpomp van de warmtepomp is in bedrijf
De waterpomp van het eerste warmtecircuit is in bedrijf
De waterpomp van het tweede warmtecircuit is in bedrijf
Er is productie van warm sanitair water
Verschijnt tijdens de instelling van een parameter
De geprogrammeerde klok is in werking Stand “comfort” Stand “economisch” Stand “antivries” Stand “afwezig” (b.v. vakantieperiode)
4
3. STARTEN VAN DE INSTALLATIE
Op de hydrokit (binnen-unit, ook wel piloot HRC genoemd) bevindt zich een bedieningspaneel (Fig.1) met de start/stop-knop die na het indrukken op het scherm de druk en de temperatuur van het water doet verschijnen. Indien de hydrokit ingeschakeld is en men drukt op de start/stop-knop dan wordt het volledige watercircuit in een antivriestoestand gebracht, m.a.w. de watertemperatuur wordt op +11°C gehouden.
4. VEEL VOORKOMENDE AANDUIDINGEN OP HET SCHERM
De installatie bevindt zich in de comforttoestand. De warmtepomp functioneert nog niet evenals de circulatiepomp. Aanduiding van de waterdruk in bar en de temperatuur van het water in °C. figuur 3 De warmtepomp functioneert met beide compressoren (1+2) alsook op hoogste ventilatiesnelheid (1+2). De circulatiepomp (circuit 1) draait. De waterdruk is 1,2 bar en de watertemperatuur 45°C.
figuur 4 Warmtepomp en ventilator in stand 2 werkzaam. Indien voorzien zal de warmtepomp van het tweede watercircuit gestart worden. De waterdruk is 1,2 bar en de watertemperatuur 45°C.
figuur 5 Een ontdooicyclus is gestart terwijl de circulatiepomp van het tweede watercircuit in bedrijf is. De waterdruk is 1,2 bar en de watertemperatuur 45°C.
figuur 6
5
Wanneer de werkingstoestand “vakantie” werd geactiveerd dan kan bijvoorbeeld volgende mededeling op het scherm verschijnen: einde vakantieregeling over 14 dagen.
figuur 7 Wanneer de functie TURBO werd geactiveerd dan zal het scherm duidelijk maken dat naast de hoogste werkingstoestand van de compressoren en de ventilator ook de elektrische verwarming in bedrijf komt.
figuur 8
5. TALEN - Duw op de bedieningsknop om het menu taal (Langue) te selecteren. - Verdraai de knop naar (+) of (-) om de taal te kiezen: Frans (Fr) of Engels (Ang). - Druk op de knop om de keuze te bevestigen.
figuur 9
6. INSTELLING VAN DATUM EN UUR Dit is belangrijk omdat het de mogelijk biedt om achteraf een functioneringsprogramma te kunnen instellen dat tijdsgebonden is.
Druk op de knop met het uurwerksymbool
Druk op de draaiknop om de dag in te stellen Verdraai de knop om de dag te corrigeren Bevestig de selectie door op de draaiknop te duwen waarna op gelijkaardige wijze de actuele maand en het jaar kan ingesteld worden. 6
Verdraai de knop om het uur in te stellen.
Druk op de draaiknop om de minuten te kunnen instellen.
Verdraai de knop om de gepaste hoeveelheid minuten te selecteren. Druk op de draaiknop om de tijdsinstelling te valideren.
figuren 10 Men kan steeds de instellingen onderbreken door op de MENU-toets te drukken.
7. MENU VOOR DE GEBRUIKER Druk op de toets MENU om toegang te krijgen tot de instellingen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Functioneringsvoorwaarden Vakantieregeling Instelling van de comfort- en de andere temperaturen. Turbo Selectie zomer / winter Taalselectie Toegang tot het installateursmenu
Opmerking: Indien de werking van de HRC70 wordt gecontroleerd door een kamerthermostaat dan zal het submenu “functioneringsvoorwaarden = reglages” niet verschijnen. 7.1 Instelling van de functioneringsvoorwaarden Indien de installatie voorzien werd van een ruimtesonde dan verdraai de knop tot wanneer het submenu “REGLAGES” verschijnt. Verschillende parameters kunnen ingesteld worden: -
Comforttemperatuur in het lokaal waar de sonde is aangebracht Temperatuur “ECO” Temperatuur “ANTIVRIES” Temperatuur sanitair warm water Zwembadtemperatuur 7
Opmerking: Indien er 2 verwarmingscircuits voorzien zijn met elk een ruimtesonde dan wordt in het submenu “REGLAGES” ook 2 regelingen voorgesteld. Comforttemperatuur 1
Comforttemperatuur 2
ECO 1
ECO 2
ANTIVRIES 1
ANTIVRIES 2
7.2 Instelling van de comforttemperatuur Enkel mogelijk met ruimtevoeler. Druk op de draaiknop om toegang te krijgen tot de regeling “AMBIANCE”. De fabrieksinstelling is 20°C. figuur 11 7.3 Instelling van de ECO-temperatuur Enkel mogelijk met ruimtevoeler. Druk op de draaiknop om toegang te krijgen tot de regeling “ECO”. De fabrieksinstelling is 17°C. Verdraai de knop tot de gewenste waarde is bereikt. Bevestig door de knop in te drukken waardoor men terug in het submenu “REGLAGES” terecht komt.
figuur 12
7.4 Instelling van de ANTIVRIES-temperatuur Enkel mogelijk met ruimtevoeler. Druk op de draaiknop om toegang te krijgen tot de regeling “HORS-GEL”. De fabrieksinstelling is 7°C. Verdraai de knop tot de gewenste waarde is bereikt. Bevestig door de knop in te drukken waardoor men terug in het submenu “REGLAGES” terecht komt.
figuur 13
7.5 Instelling van de temperatuur van het sanitair water Enkel mogelijk indien de installatie daarop voorzien is en men ook beschikt over een sonde voor de controle van de watertemperatuur. Druk op de draaiknop tot wanneer men het menu “EAU SANIT.” bereikt. Verdraai de knop om de gewenste waarde in te stellen. Bevestig door de knop in te drukken waardoor men terug in het submenu “REGLAGES” terecht komt.
8
figuur 14
7.6 Instelling van de zwembadtemperatuur Ook voor deze instelling is een gepaste sonde noodzakelijk. Druk op de draaiknop tot wanneer het menu “PISCINE” verschijnt. Verdraai de knop om de gewenste temperatuur in te stellen. Bevestig de instelling door op de draaiknop te duwen tot wanneer men terug in het submenu “REGLAGES”’ terecht komt. figuur 15 7.7 Instelling van een vakantieperiode Deze keuze laat toe om tijdens de vakantieperiode de warmtepomp op een verlaagd regime in te stellen waarbij de antivriesfunctie actief blijft en de watertemperatuur op minimum 11°C wordt gehouden. De vakantieperiode is programmeerbaar tussen 1 à 99 dagen en begint onmiddellijk na de instelling. Druk op de knop om het menu “VACANCES” te selecteren. Verdraai vervolgens de knop om het aantal vakantiedagen in te stellen. Bevestig door op de draaiknop te duwen. Druk op de knop “MENU” om een scherm te bekomen waarop de aflopende dagen worden aangegeven. Het is steeds mogelijk om deze functie te onderbreken of om het aantal vakantiedagen aan te passen.
voorbeeld: 15 dagen
figuur 16
7.8 Instelling van een tijdelijke afwijkende comforttemperatuur Het is mogelijk om tijdelijk een lagere temperatuur in te stellen die afwijkt van de geprogrammeerde periodes waarbij de comforttemperatuur moet gehandhaafd worden. Druk op de knop tot wanneer het menu “DEROGATIO.” bereikt wordt. Verdraai de knop om een keuze te maken tussen “Conf” = comforttemperatuur, “ECO” = verlaagd regime en “non” waarbij de tijdelijke afwijking uitgeschakeld wordt. Bevestig de selectiedoor op de draaiknop te drukken figuren 17 Opmerking: Deze tijdelijke instelling heeft betrekking op alle verwarmingscircuits. De tijdelijke afwijking duurt zolang tot wanneer deze manueel uitgeschakeld wordt of tot wanneer de volgende comfortperiode begint. 9
7.9 De TURBO-functie De functie TURBO kan toegepast worden om zo snel mogelijk de gewenste temperatuur te bereiken met gelijktijdige werking van de warmtepomp, de elektrische bijverwarming en eventueel de stookketel (indien samenwerking met de warmtepomp voorzien is). Deze functie kan nuttig zijn na een langdurige onderbrekingsperiode. Druk op de draaiknop om de functie TURBO te selecteren. Verdraai de knop om deze functie te activeren. Druk op de draaiknop om deze keuze te bevestigen. Druk op de knop “MENU” om op het scherm de functie TURBO zichtbaar te maken. De TURBO-functie stopt automatisch wanneer de gewenste comforttemperatuur wordt bereikt of wanneer deze manueel uitgeschakeld wordt.
figuren 18 7.10
Selectie van de periodes zomer / winter Druk op de draaiknop om te selecteren: ETE/HIVER Keuze HIVER (winter): Alle verwarmingscircuits zijn actief. Keuze ETE (zomer): De verwarmingscircuits zijn uitgeschakeld. Keuze AUTOMATIQUE (automatisch): De keuze voor ETE of HIVER verloopt automatisch op basis van de buitentemperatuur en volgens een uitstelperiode bepaald met de parameters 209 en 215 Druk op de draaiknop om de keuze te bevestigen. Druk op de MENU-knop om de toestand ETE/HIVER op het scherm te doen verschijnen.
figuren 19
8. PROGAMMERING VAN COMFORTPERIODES Dit bevelen we normaal niet aan daar het grootste rendement bekomen wordt bij een constante ruimtetemperatuur. Wenst men dit toch te doen: -
Druk op de knop met het uurwerksymbool gedurende 3 seconden Draai aan de knop om het gepaste programma te selecteren, zie fig. 20.
10
Kring 1 (CIRC 1): keuze voor radiatoren of vloerverwarming
of
Kring 2 (CIRC 2): keuze voor radiatoren, vloerverwarming of sanitair waterverwarming
of
of
Beide kringen gelijktijdig:
-
Druk nadien op de draaiknop om de dag te selecteren die dient geprogrammeerd te worden.
De keuze voor maandag (= lundi) is uitgevoerd.
-
Draai aan de knop om de functie te selecteren dat men wenst uit te voeren: 1 = creëren van een nieuw programma 2 = kopiëren van het programma van de voorgaande dag 3 = kopiëren van een ander bestaand programma 4 = wijzigen van een programma 5 = bekijken van een programma
-
Druk op de draaiknop om uw keuze te bevestigen
11
8.1 Creëren van een programma Voorbeeld:
→ comfort tussen 06.30 u. en 09.45 u. → comfort tussen 18.30 u. en 24.00 u. → antivries (hors gel) tussen 09.45 u. en 18.30 u.
Op het scherm verschijnt 00.00 h
Het scherm stelt “Conf” (comfort) voor
Draai de knop tot 06.30 h bereikt wordt
Draai de knop tot de positie “ECO”
Druk op de knop ( = bevestiging)
Druk op de knop (= bevestiging)
Verdraai de knop tot 09.45 h bereikt wordt
Het scherm stelt “Conf” (comfort) voor
Druk op de knop om te bevestigen
Druk op de knop om te bevestigen
Verdraai de knop tot 18.30 h bereikt wordt
Kies met draaiknop voor H-G (hors gel)
Druk op de knop om te bevestigen
Druk op de knop om te bevestigen
Het scherm stelt 18.30 h voor (eindtijd = begin)
Verdraai de knop tot de positie “ECO”
Verdraai de knop tot de tijd 24.00 h
Druk op de knop om te bevestigen
12
Na 1 seconde wordt automatisch over geschakeld naar de volgende dag
Het scherm stelt de volgende dag voor (dinsdag)
8.2 Kopiëren van het programma van een vorige dag Bij selectie van deze functie wordt steeds het programma van de vorige dag voorgesteld. Voorbeeld:
op maandag wenst men het programma van zondag (dimanche) te kopiëren Druk op de knop om het programma van zondag = DIM ook voor maandag te laten gelden
of Verdraai de knop om een ander programma te selecteren, bijvoorbeeld PR1 tot PR4 (zie hieronder) of MAR (dinsdag) tot SAM (zaterdag) dat eerder zou gecreëerd zijn. Druk op de draaiknop om uw keuze te bevestigen.
13
8.3 Wijzigen van een programma Druk op de knop nadat de functie MODIF PRG werd geselecteerd. Verdraai de knop om het te wijzigen tijdsinterval te selecteren.
Druk op de knop eenmaal het gepaste tijdsinterval is terug gevonden, bijvoorbeeld een wijziging van het stopuur van het ECO-tijdsinterval:
Druk op de knop als 00 – 06/30 h verschijnt. Verdraai de knop tot wanneer het geschikte uur is geselecteerd Druk op de knop om de keuze te bevestigen.
Wanneer men na de instellingen op de knop “Menu” drukt dan veerlaat men het submenu “Modifier programme” (wijzigen van een programma).
9. FOUTEN EN ALARMMELDINGEN De fouten worden gesignaleerd door het knipperend oplichten van het scherm. Elke fout die de werking van de warmtepomp verhindert gaat gepaard met een alarmsignaal. Om het alarmsignaal uit te schakelen moet men éénmalig op de draaiknop drukken. Wanneer de fout dient verwijderd te worden door een manueel ingrijpen dan verschijnt het symbool
.
Opmerking:
De foutcode “sonde piscine” (sensor zwembadtemperatuur) wordt slechts opgewekt indien de weerstandswaarde van de sensor te laag is. Wanneer deze sensor niet zou voorzien zijn dan zal deze foutcode niet ontstaan want dit wijst op de afwezigheid van een zwembadinstallatie.
14
SCHERMINDICATIE
OORZAAK VAN DE FOUT BUS De busverbinding uitgevoerd met 2 afgeschermde draden tussen de warmtepomp en de hydrokit is defect Probleem met intern geheugen
GEVOLG
HERSTELLING
Geen warmtepompwerking, wel elektrische bijverwarming is mogelijk
Busverbinding laten nakijken, elektronische kaart laten vervangen
Geen warmtepompwerking en ook geen elektrische bijverwarming
De elektronische kaart laten vervangen
3
Probleem met de temperatuursonde TsPAC (watertemperatuur vertrek)
Geen warmtepompwerking, wel elektrische bijverwarming is mogelijk
Na herstelling is er een automatische opstart
4
Probleem met de temperatuursonde TePAC (watertemperatuur retour)
Geen warmtepompwerking, wel elektrische bijverwarming is mogelijk
Na herstelling is er een automatische opstart
De waarde van de sensor Tair is buiten zijn limieten (luchttemperatuur)
De nieuwe referentie voor de warmtepomp wordt dan ( Teau min + Teau max) / 2
Automatische herstart na reparatie
De waarde van de sensor Tdégiv is buiten zijn limieten (temperatuur ontdooiing)
Geen warmtepompwerking, wel elektrische bijverwarming is mogelijk
Automatische herstart na reparatie
De sensor met aanduiding van de ruimtetemperatuur geeft waarden buiten de limieten of is niet aangesloten (kring 1)
De ruimtetemperatuur wordt in vraag gesteld
Automatische herstart na oplossing van het probleem
De sonde die werd toegewezen aan kring 2 en die de temperatuur van het sanitair water bewaakt is defect (aansluiting Amb 2 op de elektronische kaart)
De opwarming van sanitair water is niet meer mogelijk.
Automatische herstart na oplossing van het probleem
De sonde die werd toegewezen aan kring 2 en die de watertemperatuur van een tweede kring vloerverwarming of radiatoren bewaakt is defect (aansluiting Amb 2 op de elektronische kaart)
De watertemperatuur wordt in vraag gesteld
Automatische herstart na oplossing van het probleem
1
2
5
6
7
8
9
15
10
Sensor Ts EAU geeft een waarde buiten zijn limieten
Elektrische bijverwarming is niet meer mogelijk
Automatische herstart na oplossing van het probleem
11
De weerstandswaarde van de zwembadsensor is te laag
Verwarming van het zwembadwater is niet meer mogelijk
Automatische herstart na oplossing van het probleem
De buitenvoeler is defect
De warmtepomp vervangt deze waarde door S ext indien dit gerealiseerd werd
Automatische herstart na oplossing van het probleem
13
De sensor die compressor 1 bewaakt is defect
Zowel compressor 1, compressor 2 als de ventilator functioneren niet meer.
Automatische herstart na oplossing van het probleem
14
De sensor die compressor 2 bewaakt is defect
Zowel compressor 1, compressor 2 als de ventilator functioneren niet meer.
Automatische herstart na oplossing van het probleem
De druksensor is afgekoppeld of defect
De werking van de warmtepomp en de bijverwarming wordt verhinderd
Automatische herstart na oplossing van het probleem
Defect van de waterdebietdetectie of het uitvallen van de circulatiepomp
De werking van de warmtepomp en de bijverwarming wordt verhinderd
Automatische herstart na parameters débit = 0 en CPAC = 0
Defect van de interne klok
Gedurige werking in de mode ECO zonder rekening te houden met de geprogrammeerde tijdszones
Herstart na manuele omwisseling van de elektronische kaart
Gebrek aan voldoende waterdruk < 0,3 bar
De werking van de 2 compressoren en de bijverwarming wordt verhinderd na 2 minuten
Automatische herstart na drukverhoging tot min. 0,5 bar
Melding waterdebiet = 0 na 8 startpogingen
De warmtepomp functioneert niet meer
Controle van de installatie en de circulatiepomp Na herstelling is een herstart mogelijk
12
15
16
17
18
19
16
Foutcode wanneer ingang débit = 0 en circulatiepomp van de warmtepomp = 1
Geen start mogelijk van de warmtepomp
Foutcode wanneer het waterdebiet aan de lage kant is Kan ook te wijten zijn aan een afwijkend gedrag van de druksensor
De werking van de warmtepomp wordt niet onderbroken
Hogedrukbeveiliging HP1 is geactiveerd
Uitschakeling van de 2 compressoren
Oorzaak herstellen, installateur verwittigen
Hogedrukbeveiliging HP2 is geactiveerd
Uitschakeling van de 2 compressoren
Oorzaak herstellen, installateur verwittigen
De lagedrukbeveiliging BP is geactiveerd
Uitschakeling van de 2 compressoren
Oorzaak herstellen, installateur verwittigen
25
Oververhitting van compressor 1. Gedurende 24 u werd 24 keren de temperatuur van 130°C overschreden
Uitschakeling van de 2 compressoren
Manuele herstart of automatisch na temperatuurverlaging 130°C – 50°C
Uitschakeling van de 2 compressoren
Manuele herstart
26
Oververhitting van compressor 2. Gedurende 24 u werd 24 keren de temperatuur van 130°C overschreden
Uitschakeling van de 2 compressoren en de bijverwarming
Manuele herstart
27
Oververhitting van het water dat de warmtepomp verlaat en dat na 10 keren binnen 24 u.
Melding oververhitting nadat de temperatuur van het water dat de warmtepomp verlaat hoger dan 75°C is geweest
Ogenblikkelijke uitschakeling van de 2 compressoren en de bijverwarming
Automatische herstart is mogelijk nadat TsEAU < 75°C – 10°C
Melding oververhitting nadat de temperatuur van het water dat de hydrokit verlaat 12 te hoog is geweest binnen een tijdsspanne van 24 u
Uitschakeling van de 2 compressoren en de bijverwarming
Manuele herstart
20
21
22
23
24
28
29
17
Automatische herstart kan mogelijk zijn na herhaalde pogingen van de circulatiepomp elke 2 minuten Oorzaak herstellen, installateur verwittigen
30
Melding oververhitting van het water dat de hydrokit verlaat Ts EAU > 80°C
Ogenblikkelijke stilstand van de 2 compressoren en de bijverwarming
Automatische herstart is mogelijk nadat de watertemperatuur TsEAU< 80°C-10°C
De warmtepomp zal verder functioneren met als referentie: (Tair + Ext) / 2
Verloopt automatisch
31
Fout in de meting van de buitentemperatuur: Tair – Ext > 15 K of Ext – Tair > 15 K
32
Melding van te langdurige ontvriescyclus wanneer dit 8 keren gebeurd is binnen een tijdsinterval van 24 u.
De warmtepomp valt uit doch de bijverwarming kan verder functioneren.
Warmtepomp dient manueel herstart te worden
Na 20 minuten ontdooiing blijft Tdégiv < 15°C
De warmtepompwerking wordt niet beïnvloed
Verloopt automatisch
Indien 3 ontdooiingscycli moeten opgestart worden binnen een tijdsinterval van 1 uur
De warmtepomp valt uit doch de bijverwarming kan verder functioneren
Manuele herstart van de warmtepomp is noodzakelijk
33
34
10. GARANTIEBEPALINGEN -
Voor de warmtepomp HRC70 en zijn toebehoren is een garantieperiode van 2 jaar voorzien tegen de fouten die ontstaan zouden zijn als gevolg van fabricagefouten en verborgen gebreken. Om deze fouten te kunnen oplossen worden de wisselstukken gratis aan de installateur geleverd.
-
Indien binnen de garantieperiode een interventie ter plaatse verreist is van THERMELEC dan worden noch werkuren, noch wisselstukken aangerekend doch wel een verplaatsingsvergoeding die functie is van de afstand tussen THERMELEC Destelbergen en het werfadres.
-
THERMELEC is niet verantwoordelijk voor installatieonderdelen die niet door haar werden geleverd.
-
Voor elke aanspraak op garantie dient een gedateerd aankoopbewijs (factuur) voorgelegd te worden.
-
De garantie is niet van toepassing indien het gebrek het gevolg is van een slechte installatie, oneigenlijk gebruik, mechanische beschadiging, overspanning en wateroverlast.
18