HOOFDSTUK 31 DE KONING IS GEBOREN!
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Memoriseertekst Vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren , Hij is de Messias. Lucas 2: 11
De geboorte van Jezus Lucas 2: 1 – 7 De herders Lucas 1: 8 – 21 Simeon en Hanna Lucas 2: 22- 40 De koning is geboren! Lesboek p. 70 & 71 Werkboek p. 32
Liederen De lofzang van Simeon Liedboek voor de kerken, Gezang 146 – Dit is de dag die God ons schenkt Zingende gezegend’ nr. 106 - Blaas de bazuin Opwekking Kids 197 - Zijn naam is Jezus Elly en Rikkert - Een koning is geboren Elly en Rikkert - Als je veel van iemand houdt
Thema Jezus is geboren. Algemene informatie Deze week gaan we verder met de kerstvertellingen. In het eerste verhaal wordt Jezus geboren. God heeft de leiding bij deze gebeurtenis. Op het bevel van de keizer vertrekken Jozef en Maria naar Betlehem. Daar in Betlehem wordt Jezus geboren en zo wordt de profetie uit Micha 5: 2 vervuld. In het tweede verhaal horen herders het goede nieuws van de geboorte van de redder. Een groot hemels leger eert God nu Zijn zoon op aarde is geboren. De herders gaan op weg en vinden het kind in de voerbak. Precies zoals de engel het heeft verteld. Aan iedereen die het maar horen wil, vertellen ze wat er is gebeurd. In het laatste verhaal word Jezus meegenomen naar Jeruzalem, naar de tempel. Jozef en Maria houden zich daarmee aan de wet van Mozes. Simeon komt Jezus vol blijdschap tegemoet. Ook Hanna is heel blij nu ze de beloofde verlosser met eigen ogen mag zien. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen waarom Jozef en Maria op reis gaan; weten de leerlingen waarom het bijzonder is dat Jezus in Betlehem wordt geboren; kunnen de leerlingen vertellen hoe bijzonder het is dat de Zoon van God als baby naar de aarde komt; kunnen de leerlingen vertellen welke boodschap de engel voor de herders heeft; weten de leerlingen waarom de herders zo blij zijn als zij het kind gevonden hebben; kunnen de leerlingen vertellen waarom Jozef en Maria naar Jeruzalem gaan met Jezus; begrijpen de leerlingen waarom Simeon en Hanna zo blij zijn als ze Jezus zien.
Levend Water – groep 4
1
Hoofdstuk 31 De koning is geboren!
HOOFDSTUK 31 - DAG 1 DE GEBOORTE VAN JEZUS Verteltekst Lucas 2: 1 – 7 Matteüs 1: 18 - 25.
Achtergrondinformatie Zich moest laten inschrijven: het ging om het opstellen van een bevolkingsregister, taxatie van grondbezit en registratie. Decreet: dit is een uitgevaardigde opdracht gemaakt door een regeringsleider. Betlehem: dit is ongeveer 36 uur reizen voor Jozef en Maria. Zijn aanstaande vrouw: Jozef en Maria zijn nog niet getrouwd. De verloving geldt voor het Joodse recht als een huwelijk. Daarom wordt Maria wel Jozefs vrouw genoemd in Mat 1: 19 en 24. Er is in de verloving nog geen samenleven als man en vrouw. Terwijl ze daar waren: Jozef en Maria zijn al gearriveerd in Betlehem en hebben al wel een plaats gevonden waar ze konden logeren. Dus een paar dagen voor de geboorte zijn ze waarschijnlijk al wel in Betlehem. En legde hem in een voederbak: het heeft de vorm van een wieg zonder hemel. De voederbak wijst op een ‘stal’ als plaats voor de geboorte. Omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad: dit heeft niet te maken met ongastvrijheid. Waarschijnlijk slapen ze met meerdere mensen in een kleine ruimte. Voor de geboorte is ruimte en rust nodig en dat is alleen te vinden in het lege verblijf van de dieren.
stad van David) wordt de koning uit het huis van David geboren, zoals al voorzegd is in de profetie van Micha (Micha 5: 1). Het wikkelen in doeken gebeurt in die tijd met elke pasgeboren baby. Het is een soort inbakeren. Het kind wordt op een vierkante lap gelegd met het hoofd in één van de vier hoeken en de voeten in de tegenoverliggende hoek. Het hoekstuk wordt onder het hoofd gevouwen en het stuk bij de voeten gaat over de voeten heen. De andere twee hoeken worden over het lichaampje van het kind gevouwen en dan wordt het geheel met stroken stof omwikkeld.
Introductie op de les Wat heeft de engel Gabriël aan Maria beloofd? Afsluiting van de les Waarom is het bijzonder dat Jezus in Betlehem wordt geboren?
Aandachtspunten Begin het verhaal met Jozef die van Maria wil scheiden omdat zij zwanger is van de heilige Geest. Hij wil als het ware een stap opzij doen. Hij denkt dat alleen Maria een taak in deze bijzondere zwangerschap heeft. Maar de engel laat zien dat Jozef ook hierbij een taak heeft. Hij mag het kind aanvaarden als zijn kind en het als aardse vader en verzorger een naam geven. De naam Jezus betekent: ‘God redt’ of ‘God is heil’. Deze naam krijgt Jezus omdat Hij komt om zijn volk te bevrijden van hun zonden. De naam Immanuël betekent: ‘God met ons’. Jozef is een afstammeling van David. De familie van David is al lang niet meer de koningsfamilie. Zijn adoptie van Jezus maakt dat Jezus officieel een ‘zoon van David’ is. God gebruikt de politiek van keizer Augustus om zijn plan uit te voeren. Jozef en Maria gaan naar Betlehem en daar (in de Levend Water – groep 4
2
Hoofdstuk 31 De koning is geboren!
HOOFDSTUK 31 - DAG 2 DE HERDERS Verteltekst Lucas 2: 8 - 20 Achtergrondinformatie Niet ver daar vandaan: ook in de streek Judea waar Jozef en Maria naar toe gereisd zijn (vers 4). Hielden de wacht bij hun kudde: ze waken tegen rovers en wilde dieren. Het waken in de nacht geeft aan dat Jezus niet in de winter geboren is, maar in de periode tussen maart en november. Ze werden omgeven door het stralende licht van de Heer: het bewijs van Gods aanwezigheid. God kan door de geboorte van de Verlosser weer rechtstreeks aanwezig zijn bij zijn volk. Dit zal voor jullie het teken zijn: er is een contrast in het geboorte-bericht (vers 10 en 11) en het teken (vers 12) dat de herders krijgen. Daarom wordt het teken apart genoemd. In een voederbak ligt: een teken van arme omstandigheden. De geboren Heiland gaat de weg van vernedering (Fil. 2: 6, 7). Allen die het hoorden stonden verbaasd: er is verbazing bij de mensen als ze horen wat de herders te vertellen hebben. Maar ze doen er verder niks mee. Maria bewaarde al deze woorden in haar hart: Maria blijft er over nadenken wat er wordt gezegd door de herders. Dit in tegenstelling tot de andere mensen die het nieuws horen. Terwijl ze God loofden en prezen: de herders nemen over wat de engelen deden: God loven om zijn machtige daden.
ze niet bang te zijn: er is goed nieuws en daarmee blijdschap voor het hele volk. Door de geboorte van de redder is het volk weer met God verzoend. Er is vrede voor mensen. Mensen kunnen in aanwezigheid van God leven. Een groot hemels leger treedt aan bij de geboorte van Jezus. Er staat niet dat de engelen zingen. Waarschijnlijk is het een soort spreekkoor. Het hemelse leger laat zich hier veelstemmig horen zoals soldaten gescandeerde leuzen kunnen uitroepen. Ze zijn zeker van de overwinning die wordt uitgeroepen. God wordt eer gebracht nu Zijn Zoon geboren is. Op aarde betekent zijn komst vrede. De engelen verheugen zich samen over de verlossing en genade die mensen nu zullen ontvangen door de geboren redder.
Introductie op de les Wat is het mooiste nieuws dat je wel eens gehoord hebt? Afsluiting van de les Waarom worden de herders zo blij?
Aandachtspunten Het gaat waarschijnlijk om Judese herders. Een groep herders die met een grote kudde de zomer buiten doorbrengt. Het is maar de vraag of de herders in de tijd van het Nieuwe Testament als minderwaardig werden beschouwd. De manier waarop Jezus later in zijn onderwijs het beeld van een herder gebruikt, wijst er niet op dat het beroep in die dagen geminacht werd. In latere Joodse geschriften worden ze wel geminacht. Als reden voor de keuze van de herders die het nieuws als eerste horen, geeft Lucas aan dat ze de wacht houden bij de kudde. Zij zijn bereikbaar in deze nacht. Het grote nieuws van de geboorte wordt niet verteld aan machtige mensen, maar aan vertegenwoordigers van het gewone volk. Het stralende licht van de Heer doet de herders heel erg schrikken. Toch hoeven Levend Water – groep 4
3
Hoofdstuk 31 De koning is geboren!
HOOFDSTUK 31 - DAG 3 SIMEON EN HANNA Verteltekst Lucas 2: 21 - 40 Achtergrondinformatie En hij besneden zou worden: dit is het teken van het verbond met Abraham (Gen 17: 11). Jezus ontvangt dit teken ook. Hij wil ook horen bij dit volk. Hij wil zelf een besneden Israëliet zijn. Kreeg hij de naam Jezus: op de dag van de besnijdenis ontvangt hij de naam die de engel heeft gezegd. In zijn naam ligt ook het doel van zijn leven: ‘God redt’. Rein moesten laten verklaren: een vrouw is na de bevalling van een jongetje 40 dagen onrein en mag dan niet in de tempel komen (Lev 12: 2-4). Om hem aan de Heer aan te bieden: er staat een verwijzing bij naar Ex 13: 2. De eerstgeborene is heilig voor de Heer en de ouders wijden het kind aan de dienst van God. De priester neemt het kind in zijn armen en spreekt er een zegen over uit. Ook wilden ze het offer brengen: het reinigingsoffer voor de moeder (Lev 12: 6). Voordat ze de tempel binnengaan wordt dit offer gebracht, bij de poort neemt de priester dit in ontvangst. Een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven: dit is het armenoffer. Dit mag in plaats van een lam en een duif, zie Lev 12:8. Uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken: de profeten hebben gesproken over het Messiaanse heil dat zou komen (Jes 40:1, 61:2). Simeon ziet uit naar de vervulling van deze profetieën.
dienst en aan zijn plannen. Het gaat hier niet over de loskoop van de eerstgeboren zoon door de vader. Er wordt niet verwezen naar Ex 13: 13, maar naar Ex 13: 2. Simeon is door God op de uitkijk gezet: nu ziet hij de beloofde verlosser. Hij mag hem ook aanwijzen als verlosser. Hij zingt een lofzang (vers 29-32). Simeon ziet in Jezus een redder. Niet alleen voor zijn eigen volk, maar voor alle volken. God heeft al tegen Abraham gezegd dat in hem alle volken gezegend zullen zijn (Gen 12: 3). Hanna heeft al lang om de verlosser gebeden. Zij looft God nu de verlosser gekomen is. Vervolgens gaat zij aan anderen hierover vertellen (vers 38). Dat doet zij in de kring van de gelovigen die ook uitzien naar de verlossing.
Introductie op de les Waar word jij heel blij van? Afsluiting van de les Waarom zijn Simeon en Hanna zo blij als ze Jezus zien?
Aandachtspunten Jozef en Maria gaan met de kleine Jezus naar Jeruzalem. In de voorhof van de tempel is een onverwacht welkom door Simeon. Door de ontvangst van Simeon en Hanna wordt de komst van het beloofde kind in Jeruzalem bekend gemaakt. Lucas vertelt dat Jozef en Maria zich aan de wet van Mozes houden: hij wordt besneden, met zijn moeder gereinigd en als eerstgeboren zoon voor de Here gesteld. Jezus is ook onderworpen aan de wet. Zo kunnen wij kinderen van God zijn! (Gal 4: 4). Jozef en Maria gaan met Jezus naar Jeruzalem ‘om hem aan de Heer aan te bieden’ (vers 22). Dit wordt als eerste reden genoemd. Het offer dat ze brengen wordt als tweede reden genoemd (vers 24). Ze erkennen daarmee de hemelse Vader en stellen hun kind beschikbaar aan Gods Levend Water – groep 4
4
Hoofdstuk 31 De koning is geboren!
HOOFDSTUK 31 - DAG 4 DE KONING IS GEBOREN! Lesboek p. 70 & 71 Praat met de leerlingen over de illustratie. Wie zijn die mannen, en wat is er zo bijzonder aan hen? Waar zijn ze naar op zoek en waarom? De voorste magiër wijst naar iets, weten de leerlingen waarnaar?
Maak een verteltafel met een kerststal (bijvoorbeeld van Dick Bruna). DRAMA Laat de vertellingen naspelen. Zorg voor voldoende attributen en oefentijd.
Rechterpagina: laat de leerlingen de tekst uit het leerlingenboek lezen. Neem plaatmateriaal mee van een sterrenhemel en een ster van dichtbij. Hebben de leerlingen wel eens goed naar de sterren gekeken? Bespreek met ze dat elke ster een vaste plek heeft, en dat er geleerden zijn die de sterren bestuderen. Misschien is het mogelijk het ‘steelpannetje’ aan te wijzen.
MUZIEK Het is groot feest als de koning of koningin komt! Vaak wordt er mooie muziek gemaakt. Deel aan alle leerlingen muziekinstrumentjes uit, of maak ze samen met de leerlingen. Zing de liederen met de muziekinstrumenten, voor de Koning die is gekomen!
Nadenkertje Waarom moet Jezus als kindje op aarde komen? De Magiërs zien aan de ster dat er een Koning is geboren! Maar Jezus is nog maar een klein babytje! Praat hier verder over door met de leerlingen. Kunnen ze uitleggen waarom Jezus als klein kindje op de wereld kwam, en niet als volwassen man? Werkboek p. 32 De leerlingen mogen de puzzel maken. De antwoorden op de vragen schrijven ze in de vakjes en de sterren. De antwoorden zijn 1.Johannes 2. engel 3. Jozef 4. Jeruzalem 5. Simeon Van boven naar beneden staat er nu in de sterren: JEZUS Extra suggesties KNUTSELEN Laat de leerlingen een eigen ster maken. Zorg voor een stevige mal en trek hiermee genoeg sterren over op bakpapier of kleurloos vliegerpapier. Laat de leerlingen met wasco de ster inkleuren. Plak er eventueel een frame omheen in de vorm van een ster van dikker papier. Hang de sterren voor het raam, het licht schijnt er prachtig doorheen! KIJKDOOS MAKEN VAN EEN SCHOENENDOOS. Laat de leerlingen één van de verhalen kiezen die deze week verteld zijn. De leerlingen tekenen zelf de figuurtjes die ze gebruiken willen. Zorg voor stevig papier en ander knutselmateriaal. Levend Water – groep 4
5
Hoofdstuk 31 De koning is geboren!
HOOFDSTUK 32 OP WEG NAAR PASEN
Dag 1 Dag 2 Dag 3
Dag 4
De intocht in Jeruzalem Lucas 19: 29 – 48 Maria en Judas Marcus 14: 1 – 11 De voetwassing, avondmaal en het verraad Johannes 13 Op weg naar Pasen Lesboek p. 72 & 73 Werkboek p. 33
Liedboek voor de kerken, Gezang 359 Midden in de dood E&R 79 - Dit is mijn gebod E&R 149 - Jezus vol liefde E&R 389 - Hosanna in de hoge
Thema Jezus als Koning op weg naar het kruis. Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de week voorafgaand aan Jezus’ kruisiging. In de eerste vertelling zal het gaan over de intocht van Jezus in Jeruzalem. Als een koning wordt Hij onder luid gejuich binnengehaald. De hogepriesters en de Farizeeën zijn niet blij met Hem. In de tweede vertelling gaat het over de zalving van de voeten van Jezus door Maria. Maria laat haar grote liefde voor Jezus zien. Het besluit van Judas om Jezus te gaan verraden staat vast en hij maakt een plan met de hogepriester. Jezus is van dit plan op de hoogte, maar houdt Judas niet tegen. In de derde vertelling stelt Jezus het avondmaal in. Hij vertelt aan zijn discipelen dat Hij zal gaan lijden en sterven. De discipelen begrijpen zijn woorden niet. Petrus belooft stellig dat hij Jezus nooit in de steek zal laten. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen hoe Jezus als Koning Jeruzalem binnenrijdt; kunnen de leerlingen vertellen waarom Maria de voeten van Jezus wast; weten de leerlingen welk plan Judas bedenkt om Jezus te verraden; kunnen de leerlingen vertellen wat het avondmaal betekent; zien de leerlingen in dat de discipelen nog niet begrijpen wat er gaat gebeuren. Memoriseertekst Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen. Psalm 118: 24 Liederen Psalm 22 - Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij Liedboek voor de kerken, Gezang 178 Jezus, om uw lijden groot Levend Water – groep 4
6
Hoofdstuk 32 Op weg naar Pasen
HOOFDSTUK 32 - DAG 1 DE INTOCHT IN JERUZALEM Verteltekst Lucas 19: 29-48 (Matteus 21: 1 - 11, Marcus 11: 1 - 11, Johannes 12: 9 - 19)
Achtergrondinformatie De Heer heeft het nodig: de eigenaar van het veulen is waarschijnlijk een vriend van Jezus. Hij weet tenminste direct wie er bedoeld wordt. Hosanna: geef nu heil. Red ons (uit Psalm 118: 25). Het is een gebed om verlossing. ‘Hosanna’ wordt er gejuicht als er een vorst de stad binnen komt. Dan zouden de stenen het uitschreeuwen: een oosters spreekwoord. Wat betekent dat het uitgeroepen moet worden, hoe dan ook. Als de mensen het niet doen, dan de stenen! Belegeringswerken tegen je oprichten: dit doen de Romeinen anders nooit: een loopgravenoorlog of vechten achter schansen. Want dat vinden ze te laf. De Romeinen doen altijd meteen een stormloop. Maar omdat Titus de stad in 70 na Christus wil sparen, belegert hij de stad en wil ze door de honger tot overgave dwingen. Dit tegen de zin van zijn soldaten.
De tempel van Herodes is in 70 na Christus verwoest. Op de Olijfberg staat tegenwoordig een kerkgebouw met de naam Dominus Flavit. Wat betekent ‘de Heer huilt’. Dat is om dit moment te eren dat Jezus Jeruzalem in rijdt en huilt. Jezus is naast God ook echt mens, die huilt. Jezus trekt zich het lot van Jeruzalem aan. Het laat hem niet koud.
Introductie op de les Heb jij wel eens meegemaakt dat er een heel belangrijk iemand op bezoek kwam? Op school of in je dorp/stad? Hoe bereidt iedereen zich dan voor? Afsluiting van de les Hoe gaat Jezus Jeruzalem binnen?
Aandachtspunten Jezus wordt met veel enthousiasme en onder groot gejuich binnengehaald in Jeruzalem. Jezus rijdt niet in de gouden koets, maar op een ezel. Een ezel is het dier dat normaal in Israël wordt gebruikt om rond te reizen, want de ezel kan over nauwe, steile, rotsachtige weggetjes lopen. Koningen rijden gewoonlijk in rijtuigen. Die ezel herinnert aan oude beloftes en doet de verwachtingen rondom Jezus toenemen (Zacharia 9: 9). In deze tekst staat dat de Messias, de Koning der Koningen, op een nederig ezeltje zou arriveren. De mensen leggen hun bovenkleren neer op de grond wanneer Jezus eraan komt. Dit zijn eenvoudige vierkante doeken. Als een koning wordt Jezus binnengehaald. De straat wordt een nette mooie vloer als in een paleis. Als een loper liggen de doeken op de grond. In Jeruzalem worden op feesten palmtakken verkocht. Daar zwaait men mee zoals bij een intocht van een koning. De zondag voor Pasen heet ook Palmzondag. Palmtakken zijn vlakke takken, daar struikel je niet over. Een stad binnen rijden is een koninklijk privilege. Gewone reizigers stappen bij de poort af. Jezus heeft een prachtig uitzicht op het glanzende tempeldak van wit marmer en goud wanneer Hij Jeruzalem binnenrijdt. Levend Water – groep 4
7
Hoofdstuk 32 Op weg naar Pasen
HOOFDSTUK 32 - DAG 2 MARIA EN JUDAS Verteltekst Marcus 14: 1 - 11 (Matteüs 26: 6 - 13, Johannes 12: 2 - 11)
Achtergrondinformatie Pesach: herinnert aan de uittocht uit Egypte. Op de veertiende dag van de eerste maand wordt het pesachoffer bereid. Tegenwoordig begint deze viering ’s avonds met de sedarmaaltijd. Ieder onderdeel van deze maaltijd herinnert aan de slavernij in Egypte en de uittocht naar het beloofde land. En het feest van het Ongedesemde brood: na pesach eet men zeven dagen lang matses, brood dat geen gist bevat, omdat Mozes en de Israëlieten dit ook aten vlak voor hun vlucht uit Egypte. Op de eerste dag van die week wordt de eerste opbrengst van de gersteoogst geofferd als teken dat het oogstseizoen kan beginnen. In het huis van Simon: we weten verder niets over hem, alleen dat hij aan huidvraat heeft geleden. Misschien is dit de overnachtingplaats van Jezus en zijn discipelen tijdens de paasweek, want Jeruzalem is meer dan vol. Albasten kruik: albast is een zacht soort marmer, dat veel voorkomt in Egypte in het gebied Alabastron. Het is heel fijn geaderd en zuiverwit of doorschijnend wanneer er geen onzuiverheden aanwezig zijn. Een albasten kruik heeft een zeer nauwe hals, om de zalf druppel voor druppel door te laten. Maar Maria druppelt niet, maar geeft alles aan Jezus. Nardusolie: dure olie. De plant waaruit de nardusmirre bereid wordt, groeit in het Himalayagebergte en andere hoge gebieden in India. De zalf wordt gebruikt om leden van koninklijke families te zalven. Denarie: Romeinse munt. 300 denarie is een jaarloon voor arbeider. In Nederland te vergelijken met jaarloon van ongeveer 20.000 euro
sommige mensen geld voor de armen bewaren. Jezus ziet de liefdevolle daad van Maria als profetische daad met het oog op zijn spoedig sterven. Maria zalft Jezus die bijna sterft. Of Maria dit zelf beseft heeft, weten we niet. Op paasmorgen is zij niet bij de vrouwen aanwezig die naar het graf toegaan. Je kunt kort het verhaal beëindigen dat Judas Jezus gaat verraden bij de hogepriester.
Introductie op de les Hoe laat jij merken dat je heel veel van iemand houdt? Afsluiting Waarom zalft Maria de voeten van Jezus?
Aandachtspunten Het verhaal kan verteld worden vanuit Maria of vanuit een discipel. De nadruk mag liggen op de liefde van Maria voor Jezus. Ze heeft veel voor Jezus over. Marcus geeft aan dat sommigen klagen over de verspilling van de zalf. Matteüs voegt daaraan toe dat het de discipelen zijn. Johannes zegt dat Judas Iskariot de kas heeft. Dit is een geldkistje. Oorspronkelijk wordt hiermee een doosje bedoeld waarin de rietjes en mondstukken van houten blaasinstrumenten worden bewaard. Vervolgens betekent het een geldkistje waarin
Levend Water – groep 4
8
Hoofdstuk 32 Op weg naar Pasen
HOOFDSTUK 32 - DAG 3 VOETWASSING, AVONDMAAL EN VERRAAD Verteltekst Johannes 13: 1 - 38
Achtergrondinformatie Wat ik doe begrijp je nu nog niet: Jezus weet wat Hij doet, Petrus begrijpt er nog niets van. Wie gebaad heeft: vanwege het feest is iedereen al gewassen. De voeten worden echter snel weer onrein en moeten daarom nog een keer gewassen worden. Als die weer gewassen worden, is iedereen weer helemaal schoon en rein. Zullen jullie geloven dat ik het ben: het verraad mag de discipelen niet van hun geloof afbrengen. Jezus wil de discipelen met zijn woord het geloof juist versterken dat Hij het is: Ik ben het! Hij boog zich dicht naar Jezus toe: Johannes kan Jezus iets vragen zonder dat de anderen dat zien. Doe maar meteen wat je van plan bent: Jezus ontmaskert Judas, maar houdt hem niet tegen. Niemand begreep: niemand verdenkt Judas ervan. De woorden van Jezus begrijpen ze niet. Ze denken aan aannemelijker zaken. Alleen Johannes weet het en misschien Petrus.
symbolisch lijden of moeilijkheden, maar ook gemeenschap met de Heer zelf. Wanneer iemand brood en wijn met iemand anders nuttigt, is dit een teken van echt vriendschap.
Introductie op de les Neem matzes mee en laat dit aan de kinderen zien. Wie heeft wel eens matzes gegeten? Afsluiting van de les Hoe vieren jullie avondmaal in de kerk?
Aandachtspunten In deze vertelling mag de liefde van Jezus voor zijn discipelen goed aan de orde komen. Hij heeft alles voor hen over en gaat tot het uiterste. Eerst wast Hij hun de voeten, zoals een slaaf zou behoren te doen. Maar straks gaat Hij zelfs sterven! Vertel dat Jezus met de voetwassing wil laten zien dat de discipelen, en ook wij, elkaars voeten moeten wassen. Niet letterlijk, maar figuurlijk: elkaar met liefde behandelen! Dat we bereid zijn om de minste te willen zijn! Jezus is daarin ons voorbeeld! Benadruk dat Jezus zegt dat volgelingen van Hem te herkennen zijn aan de liefde die ze voor elkaar hebben! Jezus introduceert het avondmaal. Wanneer we avondmaal vieren in de kerk mogen de kinderen aan deze vertelling terugdenken! Mozes heeft geschreven over rituele voetwassingen van priesters. Ex 30: 17-21. De voeten van de gasten worden meestal door een knecht of door de vrouw des huizes gewassen. Soms doet de gastheer het zelf bij een speciale gast. In het oude testament symboliseert een beker een zegen voor een goed mens, maar straf voor een slecht mens. In het nieuwe testament betekent een beker
Levend Water – groep 4
9
Hoofdstuk 32 Op weg naar Pasen
HOOFDSTUK 32 - DAG 4 OP WEG NAAR PASEN Lesboek p. 72 & 73 Linkerpagina: bespreek eerst wat er te zien is op de plaat. Wie zijn de mannen? Wat gaan ze doen? Bespreek vervolgens de vraag onder de bladzijde. Waarom is het bijzonder dat Jezus de voeten wast? (Normaal wast de knecht de voeten van de gasten.) Waarom kijken de discipelen niet blij, maar verwonderd? Hoe vinden ze het dat Jezus de voeten wast? Wat wil Jezus hiermee laten zien aan de discipelen? Wat kunnen wij daarvan leren? Rechterpagina: het gaat hier om knecht zijn. Dienstbaar zijn aan de anderen. Jezus leert de discipelen de les door Zijn gedrag: het wassen van de voeten. Dit hoort een knecht te doen, maar Jezus doet het. Hij wil de minste zijn. Noem met kinderen dingen op, waarmee zij laten zien dat ze een knecht willen zijn voor een ander, dienstbaar willen zijn. Wat heeft een ezel te maken met knecht zijn? (lastdier, draagt de vrachten van anderen, Jezus kwam op een ezel de stad Jeruzalem binnen) Werkboek p. 33 Antwoorden puzzel: 1. Jeruzalem 2. Judas 3. olie 4. voeten 5. ezel 6. discipelen Van boven naar beneden: zalven
Levend Water – groep 4
10
Hoofdstuk 32 Op weg naar Pasen
HOOFDSTUK 33 JEZUS STERFT Dag 1
Dag 2 Dag 3
Dag 4
Getsemane en de gevangennemening Lucas 22: 39 – 7: 1 Voor Pilatus en de kruisiging Lucas 23 Matteüs 27: 1 – 44 Jezus sterft en wordt begraven Lucas 23: 44 – 50 Matteüs 27: 45 – 56 Jezus sterft Lesboek p. 74 & 75 Werkboek p. 34
Liedboek voor de kerken, Gezang 449: 3 Ja, amen ja E&R 235 - Buiten de poort heeft Jezus geleden E&R 301 - Pilatus zegt: ik vind geen schuld Opwekking kids 85 - Als ik mijn ogen sluit CD: Weet je dat de lente komt, Kinderkoor De Vuurpijl - In het graf van Jozef van Arimatea
Thema Die geleden heeft onder Pontius Pilatus Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de gevangenneming en de kruisiging van Jezus. Niet alle details uit de vier evangeliën komen aan de orde. Er is per dag gekozen voor een hoofdaccent, maar u bent vrij om ook uit de andere evangeliën de vertelling voor te bereiden. In de eerste vertelling zal verteld worden dat Judas zijn Meester verraadt. Jezus wordt gevangen genomen en voor de hogepriesters en het Sanhedrin geleid. Petrus ontkent in die nacht tot drie keer toe dat hij Jezus kent. In de tweede vertelling horen de kinderen dat Pilatus Jezus onschuldig vindt. Maar omdat hij bang is voor de Joden laat hij Jezus kruisigen. Op de derde dag wordt er verteld dat Jezus aan het kruis sterft en dat Zijn lichaam op dezelfde dag begraven wordt in een nieuw graf. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen hoe Jezus verraden wordt door Judas; kunnen de leerlingen vertellen waarom Jezus gekruisigd wordt; weten de leerlingen wat de woorden betekenen uit de Apostolische geloofsbelijdenis: Die geleden heeft onder Pontius Pilatus; kunnen de leerlingen vertellen wat er gebeurt aan het kruis; kunnen de leerlingen vertellen hoe Jezus begraven wordt. Memoriseertekst Hij was werkelijk Gods Zoon Matteüs 27: 54 Liederen Liedboek voor de kerken, Gezang 182 Jezus, leven van mijn leven In het kruis zal ‘k eeuwig roemen Levend Water – groep 4
11
Hoofdstuk 33 Jezus sterft
HOOFDSTUK 33 - DAG 1 GETSEMANE EN DE GEVANGENNEMING Verteltekst Lucas 22: 39 - 71
je door een zware deur. In koude nachten worden er op het binnenplein vuren aangelegd. Petrus is op de binnenplaats samen met tempelbewakers, knechten, dienstmeisjes van de hogepriester. Jezus is waarschijnlijk in één van de open kamers die uitzicht geven op de binnenplaats, want Hij kan Petrus zien en horen. Kamers die open zijn aan de kant van de binnenplaats komen veel voor in dit soort huizen.
Achtergrondinformatie Getsemane: was een hof, veld of omtuining in een olijvenbos op de zuidwestelijke helling van de olijfberg. Getsemane betekent olijfpers. Zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond: Jezus zijn gebedsworsteling is een innerlijke strijd tot bereidheid om te sterven. Deze geestelijke strijd gaat niet buiten het lichaam om: zweet breekt uit. Zo intens dat het op de grond drupt als bloed. Jezus wordt overvallen door doodsangst. Om hem te kussen: in het Midden Oosten is kussen meer een ceremonie dan bij ons. Kinderen in Joodse families kussen oudere mensen meestal op de hand of op de baard. Vaders en echtgenoten kussen hun kinderen en vrouwen op het voorhoofd. Discipelen kussen hun meesters gewoonlijk niet eerst op het gezicht, zoals Judas met Jezus doet. Maar op de rechterhand als teken van eerbied en respect voor de Rabbi. Raad van oudsten: dit is het hoogste gezagsorgaan van de Joden, ook wel Sanhedrin genoemd. De Romeinse overheid heeft het beleid om de volken die onder hun gezag staan een zekere mate van zelfstandig bestuur te laten houden. Dit houdt mensen langer tevreden en voorkomt onrust. Doodsvonnissen moeten wel door de Romeinse stadhouder Pilatus bekrachtigd worden (zie verder dag 2). Getuigenverklaringen: in het Joodse recht geldt dat je voor een veroordeling minstens twee getuigen nodig hebt die hetzelfde verklaren.
Introductie op de les Waarvoor ben jij wel eens heel bang geweest? Afsluiting Hoe bereidt Jezus zich voor op een moeilijke taak?
Aandachtspunten Lucas beschrijft de gebedsstrijd van Jezus in Getsemane. Jezus neemt drie discipelen mee en gaat tot drie keer toe bidden. Het gebed is hier een voorbereiding om wat er komen gaat. Jezus zegt het nadrukkelijk tegen zijn discipelen: bidt dat je niet in beproeving komt. Hij geeft ze eigenlijk een berisping omdat ze slapen, terwijl het veel beter is om te gaan bidden op dit moment. De discipelen hebben het gebed om bewaring sterk nodig. Jezus heeft doodsangst. In zijn Mens-zijn heeft Hij ontzettende angst voor wat komen gaat. Hij heeft dit gedaan voor ons! Het paleis of het huis van de hogepriester heeft een voorhof. Dit is een binnenplaats, aan vier kanten omringd door gebouwen. Het binnenplein is meestal geplaveid met tegels. Om deze hof binnen te gaan, moet Levend Water – groep 4
12
Hoofdstuk 33 Jezus sterft
HOOFDSTUK 33 - DAG 2 VOOR PILATUS EN DE KRUISIGING Verteltekst Lucas 23: 1 – 43 Matteus 27: 1 - 44 Achtergrondinformatie De soldaten: de soldaten voeren het bevel van Pilatus uit. Ze worden gedwongen om Hem te kruisigen. Maar ze worden niet gedwongen wreed tegen Hem te zijn dat Hij zijn eigen kruis moet dragen. Het bespotten, een doornenkroon op het hoofd zetten en Hem beledigen doen ze uit zichzelf. Zure wijn: wijn wordt vermengd met mirre en is een pijnstillend mengsel. Jezus weigert het aangeboden mengsel en kiest ervoor om bij volle bewustzijn te sterven.
Aandachtspunten Over Pontius Pilatus is niet veel bekend. Terwijl we hem altijd nog kennen doordat hij in de apostolische geloofsbelijdenis genoemd wordt! Zo wordt er aangegeven dat Jezus door een wereldlijke rechter is veroordeeld en dat het geschiedenis is. Het heeft zich niet ergens achteraf afgespeeld. Jezus is eerst aan Annas voorgeleid die een onwettige zitting van het Joodse Sanhedrin in zijn huis bijeenriep. Het is vreemd dat het Sanhedrin bij nacht vergadert. Dit laat de haast zien die ze hebben om Jezus te veroordelen. Jezus wordt veroordeeld wegens godslastering, omdat Hij bevestigt dat Hij de Zoon van God is. Bij het aanbreken van de dag komt het Sanhedrin opnieuw bijeen om het vonnis officieel te bevestigen. Het Sanhedrin veroordeelt Jezus tot de doodstraf. De Joodse doodstraf is stenigen. Om het doodsvonnis te voltrekken hebben ze toestemming nodig van Pilatus, omdat de Romeinen de macht hebben in het land. Bij hem kunnen ze geen toestemming krijgen als ze zeggen dat Jezus zegt dat Hij de Zoon van God is, omdat de Romeinen het geen misdaad vinden als iemand dat beweert. Daarom zeggen de Joden dat Jezus belasting weigert te betalen en pretendeert koning te zijn. Om een dilemma te vermijden stuurt Pilatus Jezus naar Herodes. Herodes stuurt hem terug naar Pilatus. De Joden dreigen Pilatus bij keizer Caesar aan te geven dat hij een man wil vrijlaten die beweert koning te zijn. Pilatus heeft dus geen enkele reden om Jezus te doden, behalve dat hij in moeilijkheden zou komen als hij het niet doet. Pilatus heeft namelijk al twee politieke fouten gemaakt (vlaggen van de RoLevend Water – groep 4
meinen ophangen in Jeruzalem met afbeeldingen van de keizer erop. Joden woedend, omdat de heilige stad zo door heidense symbolen werd ontheiligd. En Pilatus had geprobeerd om het geld van de tempelschatten te gebruiken om een aquaduct te bouwen). Als Pilatus alleen toestemming had gegeven, zou Jezus volgens Joods gebruik gestenigd worden. Maar omdat de sabbat aanbreekt en de Joden dan geen vonnissen mogen uitvoeren, laat het Sanhedrin het vonnis door de Romeinen uitvoeren. Herodes is in Jeruzalem ter ere van het Joodse paasfeest. Zijn normale residentie is in Tiberias. Hij is viervorst van Galilea en Perea. Golgota is de plaats waar misdadigers geexecuteerd worden. Het ligt buiten de stad, vlakbij de openbare weg, zodat iedereen de terechtstelling van een misdadiger kan zien.
Introductie op de les Wat betekent het als je onschuldig wordt veroordeeld? Afsluiting van de les Waarom is Jezus aan een kruis gestorven?
13
Hoofdstuk 33 Jezus sterft
HOOFDSTUK 33 - DAG 3 JEZUS STERFT EN WORDT BEGRAVEN Verteltekst Lucas 23: 44 - 50 Matteus 27: 45 - 66 Achtergrondinformatie Rond het middaguur: 12 uur ‘s middags Eli. Eli, lema sabachtani: uit psalm 22: 2. Jezus geeft met deze woorden aan dat al het lijden uit het oude testament de climax heeft bereikt en Jezus laat zien dat Hij in zijn lijden God vertrouwt. Elia: de omstanders hebben wel geweten dat Eli een aanspraak is op God. Maar Jezus’ klacht wordt door sommigen bespottelijk gemaakt. Van Elia werd geloofd dat hij vromen in nood te hulp kan komen. Het voorhangsel:het gordijn dat het heilige van het heilige der heiligen scheidt. Het voorhangsel symboliseert de scheiding tussen de zondaar en de heilige God. Door het sterven van Christus is er vrije toegang tot God voor volk. Vader in uw handen: Jezus sterft met psalmen 31: 6 op de lippen; het avondgebed van elke vrome jood. Sloegen zij zich op de borst: teken van verdriet en wroeging. Josef: een lid van het Sanhedrin die niet ingestemd heeft met het besluit om Jezus te doden. Voorbereidingsdag: de dag die geldt als voorbereiding op Pesach. Zuiver linnen: een kostbare stof, die vast nieuw is. Daarmee wil Josef Jezus eren. Nieuw graf: het graf is in een rotswand uithouwen. Veel rijke mensen hebben al tijdens hun leven een grafkamer gereserveerd. (Jesaja 53: 9 wordt hiermee vervuld). De volgende dag (Matteüs 28:62): op sabbatsdag gaan ze naar Pilatus om te vragen of er wachters bij het graf kunnen staan. Ze ontheiligen nu zelfs de sabbat. De laatste dwaling zou erger zijn dan de eerste: het bericht van de opwekking zou erger zijn dan te zeggen dat je de Messias bent.
de hele aarde reageert op het sterven van Jezus. 3. De graven gaan open. Jezus sterft, maar overwint de dood. Dat wordt zichtbaar in het opengaan van graven en het opstaan van mensen. Verder is er niets bekend over de mensen die opstaan uit de dood. 4. De reactie van de Romeinse hoofdman. Ook de heidenwereld erkent dat dit waarlijk Gods Zoon moet zijn geweest. 5. De vrouwen zijn getuigen van het sterven van Jezus. Terwijl alle mannen gevlucht zijn, blijven de vrouwen in de omgeving van het kruis. Op grond van Deuteronomium 21: 23 mag een terechtgestelde na het intreden van de dood ’s nachts niet onbegraven blijven. In het algemeen is het de gewoonte om overledenen op de sterfdag te begraven in verband met de warmte in het land.
Introductie op de les Ben je wel eens op een begraafplaats geweest? Hoe zag het eruit? Afsluiting van de les Hoe is de begrafenis van Jezus?
Aandachtspunten Josef uit Arimatea kiest openlijk de kant van Jezus door te vragen of hij het lichaam van Hem mag begraven. Op deze manier zorgt Josef ervoor dat het lichaam van Jezus niet naamloos in een massagraf gedumpt wordt. Het opstandingsverhaal is geen verzinsel: het graf van Jezus is bekend. Als Jezus sterft gebeuren er 5 belangrijke dingen: 1. het voor-hangsel scheurt. God verlaat de tempel als zijn woonplaats. Er is vrije toegang tot God. 2. De aarde beeft: Levend Water – groep 4
14
Hoofdstuk 33 Jezus sterft
HOOFDSTUK 33 - DAG 4 JEZUS STERFT Lesboek p. 74 & 75 Linkerpagina: bespreek met de kinderen wat er te zien is op de plaat: wie zijn de mannen die slapen? Waar zijn ze? Wat doet de Here Jezus? Waarom bidt Hij? Vervolgens bespreekt u de vraag die onder de plaat staat. Praat door over de betekenis van het lijden en sterven van Jezus. Rechterpagina: de kadertekst gaat over het voorhangsel in de tempel. Dit scheurt als Jezus sterft. De scheiding mag wegvallen. Er hoeft ook geen bloed meer te vloeien door het brengen van offers. Het offer van Jezus is volbracht. Praat door over hoe bijzonder dat moet zijn geweest. Eeuwen lang hangt er een gordijn en nu scheurt het! Spreek door over wat Jezus had voorspeld en hoe Hij nu sterft. Praat door over de cartoon: wie is de rechterman? Staan wij open voor andere mensen in de kerk? Hoe vinden wij het als er een zwerver in de kerk komt? De foto is gemaakt in Frankrijk op een begraafplaats. Werkboek p. 34 De kinderen mogen eerst het antwoord opschrijven op de stippellijnen waarom Jezus gaat bidden. Daarna mogen ze de plaat inkleuren.
Levend Water – groep 4
15
Hoofdstuk 33 Jezus sterft
HOOFDSTUK 34 JEZUS LEEFT
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Memoriseertekst De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt Lucas 24:34
Jezus staat op uit de dood Matteüs 28 Jezus verschijnt aan Thomas Johannes 20: 19 – 31 Jezus bij het meer van Tiberias Johannes 21 Jezus leeft Lesboek p. 76 & 77 Werkboek p. 35
Liederen Gereformeerd Kerkboek, Gezang 20 - In het vroege morgenlicht Liedboek voor de kerken, Gezang 208 De Heer is waarlijk opgestaan E&R 100 - Daar juicht een toon, daar klinkt een stem E&R 305 - Hij leeft, Hij leeft E&R 306 - Lied van het feest Elly & Rikkert - Maria kwam bij het graf
Thema Jezus is opgestaan! Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over de opstanding van Jezus uit de dood en zijn verschijningen. De opstanding is een indrukwekkend gebeuren; de aarde beeft en er verschijnt een engel. In deze eerste vertelling zal verteld worden dat Jezus aan de vrouwen verschijnt. En dat de soldaten de opdracht krijgen van de hogepriesters te vertellen dat het lichaam van Jezus gestolen is. Op de tweede dag wordt verteld dat Jezus aan de discipelen verschijnt. Eerst aan tien discipelen en een week later aan elf; dan is Thomas er ook bij. Op de derde dag wordt er verteld over de derde verschijning van Jezus aan de discipelen en herstelt Jezus Petrus in ere. Petrus zegt tot drie keer toe dat hij van Jezus houdt. Jezus geeft hem de opdracht om zijn kudde te leiden. In de vertellingen komen niet alle verschijningen van Jezus aan de orde. Dit vanwege de keuzes die gemaakt zijn voor de vertellingen. In andere jaren komt de vertelling van de Emmaüsgangers bijvoorbeeld aan de orde. Wanneer u vindt dat deze vertelling toch vertelt behoort te worden, dan verwijzen wij u naar de handleiding van Levend water van andere jaargroepen. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen leerlingen vertellen dat Jezus is opgestaan uit de dood; kunnen de leerlingen vertellen wat het betekent dat de dood geen kracht meer heeft; weten de leerlingen dat Thomas pas gelooft nadat hij Jezus zelf heeft gezien; kunnen leerlingen vertellen hoe Petrus in ere is hersteld kunnen leerlingen vertellen welke opdracht Petrus krijgt van Jezus.
Levend Water – groep 4
16
Hoofdstuk 34 Jezus leeft
HOOFDSTUK 34 - DAG 1 JEZUS STAAT OP UIT DE DOOD Verteltekst Matteus 28
Achtergrondinformatie De aarde begint hevig te beven: zoals de hele aarde betrokken is bij het sterven van Jezus, zo is dat ook bij zijn opstanding. Een aardbeving is vaak ook een teken van de nadering van God. En ging erop zitten: de engel gaat als overwinnaar over de dood op de van het graf afgewentelde steen zitten. Lichtte als bliksem…wit als sneeuw: deze omschrijving wijst op de heerlijkheid van een hemelse verschijning. Hij gaat jullie voor naar Galilea: Jezus heeft bij het laatste avondmaal verteld aan zijn discipelen dat Hij zou sterven en opstaan. En dat Hij hen dan zal ontmoeten in Galilea. Dit zijn woorden die een soort code zijn. De elf discipelen weten dan zeker dat de boodschap echt afkomstig is van Jezus. Het moet voor de elf discipelen heel bijzonder zijn geweest dat de engel de discipelen herinnert aan juist deze woorden. Jezus zelf herhaalt de boodschap als Hij de vrouwen in de tuin ontmoet. Tot op de dag van vandaag: nog in het midden van de tweede eeuw komen christenen dit gerucht tegen in joodse kringen.
vallen neer voor Jezus, omdat ze groot ontzag voor Hem hebben. Direct na de opstanding en de verschijning van Jezus aan de vrouwen, proberen de hogepriesters en de oudsten te voorkomen dat de mensen de vrouwen zullen geloven als ze vertellen dat Jezus is opgestaan. De wachters hebben het gebeuren aan de overpriesters verteld, omdat ze van hen opdracht hebben gekregen om het graf te bewaken. Deze soldaten krijgen een groot geldbedrag om te zwijgen over het gebeuren en om leugens te verspreiden. Als de wachters inderdaad zouden hebben geslapen, hoe weten ze dan dat het lichaam gestolen is door de discipelen? Een knullige smoes dus!
Introductie op de les Waar ligt Jezus begraven en hoe was dat gegaan? Afsluiting van de les Wat vind jij van de soldaten die op wacht staan?
Aandachtspunten De komst van de engel van de Heer waardoor er een trilling als een aardbeving is, valt samen met het komen van de vrouwen bij het graf. Niets wijst erop dat de opstanding nu plaatsvindt. Al voor dag en dauw is Jezus opgestaan op deze derde dag uit de dood. Niet de vrouwen, maar de wachters bij het graf zijn getuigen van de hemelse opening van het verzegelde graf. De engel lijkt op bliksem en zijn kleed is sneeuwwit. De wachters vallen als dood neer als ze de engel zien, niet vanwege de grote beving. De wachters zijn niet opgewassen tegen engelen uit de hemel. De vrouwen willen het lichaam van Jezus balsemen. Mirre is een geurig gomhars van bepaalde Arabische bomen. Het wordt gebruikt om koningen te zalven. Mirre wordt met aloë gemengd en over de kleding van de gebalsemde doden gesprenkeld. De vrouwen vallen aan de voeten van Jezus neer en groeten Hem eerbiedig. Ze willen niet meer Jezus vasthouden uit het verlangen om Hem aan te raken, maar ze
Levend Water – groep 4
17
Hoofdstuk 34 Jezus leeft
HOOFDSTUK 34 - DAG 2 JEZUS VERSCHIJNT AAN THOMAS Verteltekst Johannes 20: 19 - 31
nadrukken dat Jezus voor de ogen van discipelen heeft gehandeld. Ze zijn ooggetuigen. Hun getuigenissen zijn waarachtig: ze hebben het allemaal zelf gezien en gehoord.
Achtergrondinformatie Omdat ze bang waren: de sfeer is gespannen. De discipelen zijn echt bang. Jezus kwam in hun midden staan: wijst op een korte aanwezigheid van Jezus. Hij blijft staan en gaat vlug weer weg. Ik wens jullie vrede: toen een hele normale begroeting, net zo gewoon als tegenwoordig goedemorgen. Blies over hen heen: Jezus blaast op de discipelen; als de Geest niet meegaat is er geen geloof. “Mijn adem over jullie zal bewerken dat anderen gaan geloven”, zegt Jezus. Toonde Hij hun zijn handen: tekenen van zijn lijden aan het kruis. De tekenen legitimeren Hem als dezelfde, terwijl Hij toch anders is. Ook zijn verheerlijkt lichaam toont de sporen van Zijn wonden. Blies Hij over hen heen: blazen, de wind is een teken van de Heilige geest. Mijn Heer; mijn God: Thomas belijdt Jezus zoals Jezus zichzelf heeft geopenbaard. En in de belijdenis spreekt Thomas de reden uit waarom Jezus is veroordeeld; omdat Hij zichzelf God noemt. Thomas belijdt nu dat Jezus zijn God is. Hij is de eerste discipel die zo over Jezus spreekt. Thomas kon het niet bevatten dat de Messias zich aan het kruis laat spijkeren.
Introductie op de les Geloof jij altijd wat je vriend(in) tegen je zegt? Afsluiting van de les Waarom is het belangrijk dat ook Thomas gelooft dat Jezus is opgestaan?
Aandachtspunten Dit verhaal kan verteld worden vanuit een discipel die bij de twee verschijningen aanwezig is. Het bericht van de vrouwen hebben de discipelen niet serieus genomen, Jezus moet verschijnen aan hen allemaal. De discipelen geloven de vrouwen niet, Thomas gelooft de discipelen niet. Jezus verwijt Thomas niet dat hij er niet bij is op de eerste Paasdag. De leerlingen van Jezus mogen in de naam van God vergeving aanbieden. Dat zijn nog eens bevrijdende woorden om naar de mensen om je heen uit te spreken: je zonden zijn je vergeven! Het belangrijkste in dit verhaal is de belijdenis van Thomas. Jezus geeft het bevel om niet ongelovig, maar gelovig te zijn. Een mens wil niet geloven, alleen als God beveelt kan Hij het hart breken. Johannes vertelt aan het slot van dit hoofdstuk dat Jezus nog meer wondertekens heeft gedaan voor zijn leerlingen. Johannes benadrukt dit, omdat hij wil beLevend Water – groep 4
18
Hoofdstuk 34 Jezus leeft
HOOFDSTUK 34 - DAG 3 JEZUS AAN HET MEER VAN TIBERIAS Verteltekst Johannes 21
rechtgezet. Petrus geeft zich helemaal over en is vanaf nu geschikt om herder te zijn en hij is bereid alles te geven in dienst van de heer. Hij heeft Jezus lief, omdat Jezus hem eerst heeft liefgehad.
Achtergrondinformatie Meer van Tiberias: een andere naam voor het meer van Galilea. Het ligt ongeveer 100 kilometer ten noorden van Jeruzalem. Vissen: de discipelen moeten in hun eigen onderhoud voorzien. En vallen terug op hun oude beroep. Stuurboord: gewoonlijk gooiden vissers hun netten aan bakboord uit. De discipelen doen zonder tegenspreken wat Jezus zegt. 200 el: 100 meter Kom eet iets: Jezus nodigt de discipelen uit om samen te eten. Samen eten is samen een gemeenschap vormen. Hij en zij zijn één. Jezus nodigt hen uit, niet omgekeerd. U weet dat ik van U houd: Petrus zegt dat Jezus alles van hem weet. Petrus zegt niet meer dat Hij hem meer liefheeft dan de anderen. Hij stelt zich niet meer boven hen zoals in het verleden. Weid mijn lammeren: de zorg voor de hele kudde die aan Petrus wordt opgedragen. In het bijbelboek 1 Petrus komt naar voren dat Petrus deze woorden goed in zich heeft opgenomen. Verdrietig: Petrus wordt sterk op zijn falen gedrukt vanwege het verraden van Jezus in de nacht van de gevangenneming. Maar Petrus komt er nu voor altijd vanaf. De verklaring van Petrus is een grote erkenning van het Lam Gods, van Jezus als gekruisigde en de Opgestane. Petrus aanvaardt de Goede Herder. Het is niet jouw zaak: Jezus geeft aan dat iedereen zijn eigen last zal dragen. Deze leerling (24): Johannes zelf
Introductie op de les Hoe zou Petrus de eerste keren beleefd hebben toen Hij Jezus weer zag na de dood? Afsluiting van de les Welke opdracht krijgt Petrus van Jezus?
Aandachtspunten Jezus geeft aan Petrus opnieuw de opdracht zijn kudde te weiden en te hoeden. En Jezus voorzegt Petrus zijn kruisdood. Petrus is in Rome gekruisigd, volgens een oude traditie met het hoofd omlaag. Bij de derde openbaring van Jezus aan zijn discipelen herstelt Hij de band tussen Hem en Petrus. Jezus doet dit in het openbaar waar de andere discipelen bij aanwezig zijn als getuigen. Voor deze geschiedenis is Jezus al aan Petrus alleen verschenen (1 Korintiërs 15: 5). Als Petrus Jezus lief heeft, kan hij Jezus‘ lammeren weiden. Kan hij voorganger zijn met een oprechte en kundige hand. Jezus spreekt over zijn kudde en zijn lammeren. Wij zijn de zijnen. Jezus houdt van ons. Petrus mag drie keer zeggen dat hij van Jezus houdt. Daarmee wordt zijn verraad Levend Water – groep 4
19
Hoofdstuk 34 Jezus leeft
HOOFDSTUK 34 - DAG 4 JEZUS LEEFT Lesboek p. 76 & 77 Linkerpagina: bespreek eerst met de kinderen wat ze op de plaat zien. Wie is de Man in het wit? Wie zijn de andere mannen? Waar zijn ze? Hoe komen ze aan de vissen? Bespreek vervolgens de vraag die er onder staat. Wat betekent het dat Jezus zegt: “Weid mijn lammeren?” Waarom zegt Jezus dit drie keer tegen Petrus? Rechterpagina: praat met de kinderen door over de betekenis van de opstanding van Jezus. Waarom wil Thomas eerst Jezus zelf zien? Waarom is het belangrijk dat hij Jezus ook zelf ziet? (getuigen kunnen zijn) Wat betekent de opstanding voor ons? Hoe weten wij, net zo zeker als dat Thomas het wist, dat Jezus leeft? Werkboek p. 35 De vissen die bij elkaar horen zijn Thomas - mijn Heer, mijn God Petrus - weid mijn lammeren Meer van Tiberias - vis Engel - aardbeving Vrouwen - zalven Jezus - opgestaan Daarna mogen de kinderen de vissers en de boot in kleuren.
Levend Water – groep 4
20
Hoofdstuk 34 Jezus leeft
HOOFDSTUK 35 DE GEEST
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Memoriseertekst De Geest woont in jullie en zal in jullie blijven. Johannes 14: 17
Hemelvaart Handelingen 1: 1 – 11 De lege plaats van Judas vervuld Handelingen 1: 12 – 26 Pinksteren Handelingen 2 : 1 – 40 De Geest Lesboek p. 78 & 79 Werkboek p. 36
Liederen Psalm 47 - God vaart voor het oog Psalm 134 - Uit Sion dale op U neer Opwekking 320 - Ere zij aan God Vader Opwekking 167 - Samen in de naam van Jezus E&R 308 - Met 2 handen vol zegen E&R 309 - Onze Heer is opgestaan E&R 312 - Wees niet bedroefd E&R 313 - Vuur uit de hemel E&R 315 - Lieve Here Jezus Opwekking kids 98 - Vul mij met uw Geest
Thema De Geest van Jezus. Algemene informatie In het eerste verhaal gaat het over de Hemelvaart van Jezus. De elf discipelen zijn hier ooggetuigen van. Ook al gaat Jezus van hen weg, ze krijgen de belofte dat Hij hen niet alleen laat: Hij stuurt zijn Geest. Daarop gaan ze wachten in Jeruzalem. In het tweede verhaal zijn de gelovigen in een groep van 120 mensen bij elkaar en wachten ze biddend op de heilige Geest. De lege plaats van Judas wordt ingenomen door Mattias. In het laatste verhaal gaat het over de Geest van Jezus die uitgestort wordt tijdens het Pinksterfeest. Het is duidelijk zichtbaar en hoorbaar. Iedereen hoort in zijn eigen taal de discipelen spreken over Jezus. Door de kracht van de Geest breidt de gemeente uit met ongeveer drieduizend mensen. In Handelingen worden de discipelen apostelen genoemd. Ze zijn nu geen leerlingen meer, maar verkondigen en verdedigen wat Jezus hen geleerd heeft. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen wat er gebeurt op de Olijfberg; begrijpen de leerlingen waarom Jezus naar de hemel is gegaan; weten de leerlingen wat Jezus belooft bij zijn Hemelvaart; weten de leerlingen wat de groep van 120 gelovigen in de bovenzaal doet; kunnen de leerlingen vertellen hoe er een nieuwe apostel wordt gekozen; weten de leerlingen wat de Joden op het Pinksterfeest vieren; kunnen de leerlingen vertellen met welke tekenen de heilige Geest komt bij de gelovigen; begrijpen de leerlingen dat Jezus nog steeds met zijn Geest bij ons is.
Levend Water – groep 4
21
Hoofdstuk 35 De Geest
HOOFDSTUK 35 - DAG 1 HEMELVAART Verteltekst Handelingen 1: 1 - 11 Het verhaal van de Hemelvaart staat ook beschreven in Matteüs 28: 16 - 20, in Marcus 16: 19 en 20 in Lucas 24: 50 - 53.
Achtergrondinformatie Binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest: het komen van de Geest betekent kracht. Dit is het begin van de kerk. Een nieuwe tijd breekt aan. Handelingen vertelt hoe alle gelovigen de Geest ontvangen. Gaat u het koningschap van Israël herstellen?: ze vragen naar de komst van Gods heerschappij waarvan in de profetie aan Israël sprake was. Concreet: herstel van een koninkrijk onder het huis van David (Jeremia 23: 5-8). Een gelovige vraag. Van mij getuigen: getuigen doe je van wat je gezien hebt, dat zijn ooggetuigen. Je kunt ook voor of tegen iemand getuigen. Dan sta je tegenover een aanklager. In Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde: Jezus is de Messias van Israël, het evangelie wordt eerst in Jeruzalem gebracht. Van daar uit gaat het verder tot aan de uiteinden van de aarde: alle volken zullen het horen. Werd voor hun ogen omhoog geheven: God handelt hier, Hij haalt Jezus naar zich toe. Zodat ze hem niet meer zagen: aan de menselijke blikken onttrokken. Twee mannen in witte gewaden: het zijn engelen. Dat het er twee zijn, kan betekenen dat hun getuigenis daardoor extra krachtig is (Deut 19: 15).
op aarde. In de hemel zet Jezus zijn werk voort. Hij regeert. Hij is Heer en elke knie zal voor Hem buigen (Fil 2: 9). Jezus maakt een plek in de hemel klaar en pleit voor ons bij de Vader. Dat Jezus naar de hemel gaat, is nodig voor zijn wederkomst. Het is tegelijk een bewijs dat Hij de Zoon van God is. En het is ook nodig voor de komst van de heilige Geest. De engelen troosten de discipelen, want ze gaan blij naar Jeruzalem (Luc 24: 52 en 53). In Jeruzalem moeten de discipelen wachten op de Geest. Van daar uit gaat het evangelie de wereld over.
Introductie op de les Weet je wat een getuige is? Afsluiting van de les Waar zijn de discipelen getuige van? En wat moeten ze daar mee doen?
Aandachtspunten 40 dagen na zijn opstanding gaat Jezus naar de hemel. In die 40 dagen toont Hij zich levend aan veel van zijn discipelen. Ze hebben deze bewijzen nodig om als getuigen te kunnen optreden. Jezus spreekt in die laatste tijd veel met hen over het koninkrijk van God: de vervulling van de Schrift, de weg van Jezus en de vestiging van Gods heerschappij in deze wereld. De discipelen krijgen geen antwoord op de vraag die ze stellen (vers 6). God bepaalt de tijd. Ze krijgen wel de belofte dat ze in de kracht van de Geest getuigen zullen zijn. Als een zegenende priester gaat Jezus naar de hemel (Lucas 24: 50). Het is belangrijk dat de discipelen dit zien, ze zijn ooggetuigen. Jezus gaat op een bijzondere manier van de discipelen weg. Ze beseffen dat dit het einde is van Jezus’ werk Levend Water – groep 4
22
Hoofdstuk 35 De Geest
HOOFDSTUK 35 - DAG 2 DE LEGE PLAATS VAN JUDAS VERVULD Verteltekst Handelingen 1: 12 - 26 Achtergrondinformatie Op een sabbatsreis afstand: 1 km. Bij monde van David: waarschijnlijk gaat dit over Psalm 41: 10. Had deel aan onze dienende taak: dienen en apostel zijn hoort bij elkaar. Jezus gaf het voorbeeld: Hij kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen (Efez 2: 7). In hun eigen taal: dat is het Aramees, de taal die door de meeste mensen van het volk Israël gesproken werd. Lucas schrijft Handelingen voor de Grieken, daarom staat het er waarschijnlijk zo bij. In het boek van de Psalmen staat namelijk geschreven: Psalm 69: 26 en Psalm 109: 8. Wijs van deze mannen aan degene die U gekozen hebt: de Here moet zelf aanwijzen en uitkiezen zoals Hij dat ook bij de andere discipelen heeft gedaan (Luc 6: 13). Kocht hij een stuk grond: in Mattheüs 27: 3-10 staat dat niet Judas maar de hogepriesters een stuk grond kochten van de pottenbakker. Voor de pottenbakker heeft het land geen waarde meer omdat de klei eruit is. Ze maken er een begraafplaats van voor vreemdelingen. (Joden mogen er niet begraven worden.) In Mat 27: 8 staat dat die akker daarom Bloedakker wordt genoemd. Waarschijnlijk heeft Judas zich van het leven beroofd op dit stuk land.
gegaan door gebed. Hoe het lot in de tijd van de bijbel geworpen werd, is niet altijd duidelijk. Vaak werden steentjes gebruikt van verschillende grootte en kleur. Die werden dan in een mantel of een kruik gedaan. Er werd net zolang geschud tot er één uitviel. Bij de keuze tussen verschillende personen werden ook wel de namen apart opgeschreven. Een voorwaarde voor het apostelschap is: omgang met Jezus en getuige zijn van zijn opstanding. Daarnaast getuige van de verschijningen waardoor Jezus zijn opstanding heeft bewezen. Daaruit blijkt dat Jezus de Messias is (1 Kor 15: 12 ev). Met de keuze van Mattias is het getal van 12 weer vol gemaakt. Ze vertegenwoordigen de 12 stammen van Israël.
Introductie op de les In de tijd van de bijbel gingen ze wel eens loten. Weet je ook wat dat is? De leerkracht kan het voor doen, denk aan lootje trekken (Sint). Afsluiting van de les Hoe wordt er een nieuwe discipel gekozen?
Aandachtspunten De discipelen zijn (samen met een groep van 120 mensen) in een bovenvertrek. Dat is een ruimte boven op een huis. Bovenvertrekken zijn plaatsen waar gebeden wordt. Het is ook een plaats van afzondering waar biddend de komst van de Geest wordt afgewacht. De vrouwen nemen een volwaardige plaats in de gemeente in. Deze vrouwen zijn vanaf het begin bij Jezus geweest (zie Lucas 8: 2). In Marcus 15: 40 staat beschreven dat er ook vrouwen toekijken als Jezus wordt gekruisigd. De broers van Jezus geloofden eerst niet in Hem (zie Lucas 7: 3-5). Aan zijn broer Jacobus is Jezus persoonlijk verschenen (1 Kor 15: 7). Petrus zegt in Handelingen 1: 18 dat Judas een stuk grond kocht voor het geld dat hij kreeg voor het verraad van Jezus (Lucas 22: 3 - 6). Door het lot te werpen willen de discipelen er achter komen wat Gods wil is (zie Spreuken 16: 33). De loting wordt vooraf Levend Water – groep 4
23
Hoofdstuk 35 De Geest
HOOFDSTUK 35 - DAG 3 FILIPPUS Verteltekst Handelingen 2: 1 - 40
Achtergrondinformatie De dag van het Pinksterfeest: dit is een Joods oogstfeest; het wordt ook wel Wekenfeest genoemd. Het woord Pinksteren is afgeleid van het Griekse woord (pentekoste) voor vijftig. Vijftig dagen na het Paasfeest. Zie voor details: Lev 23: 15-21, Num 28: 26 en Deut 16: 9. Een geluid als van een hevige windvlaag: het is eigenlijk niet te omschrijven, er wordt een vergelijking gezocht. In het Hebreeuws en Grieks wordt voor ‘wind’ en ‘geest’ hetzelfde woord gebruikt (Joh 3: 8). Vlammen die zich als vuurtongen verspreidden: ook dit is een omschrijving. ‘Tongen’ verwijst naar het talenwonder. Vuur wijst op het reinigende en louterende werk van de Geest en duidt tegelijk op Gods heerlijkheid. In zijn eigen taal: dit is een wonder. Pinksteren maakt tijdelijk een einde aan de Babylonische spraakverwarring. Iedereen wordt zo persoonlijk aangesproken. Gods grote daden: het gaat om de dingen die God in Jezus gedaan heeft. Inwoners van Jeruzalem: Petrus spreekt de inwoners van Jeruzalem aan. In Jeruzalem heeft de kruisiging plaats gevonden en daar moet eerst schuld beleden en schoon schip gemaakt worden.
ling: allen worden vervuld en profeteren (Hand 2: 4,18). ‘In de laatste dagen’ slaat op de laatste fase van de heilsgeschiedenis. Vanaf nu is alles op Jezus’ wederkomst gericht. De dood van Jezus was een daad van mensen en gebeurde volgens Gods plan (zie ook Gen 50: 20). Na de opstanding van Jezus kunnen de discipelen de Schriften uitleggen en de weg van Jezus daarin zien. Jezus zelf heeft hun ogen daarvoor geopend (Luc 24: 45). Vers 36 is de conclusie van Petrus’ toespraak. God zorgt ervoor dat er een enorme groei van de gemeente plaats vindt.
Introductie op de les Heb je wel eens ergens vol verwachting naar uitgekeken? Afsluiting van de les Hoe merken de gelovigen dat de Geest gekomen is?
Aandachtspunten Waarschijnlijk zijn de discipelen hier bij elkaar in één van de bijgebouwen van de tempel. Het was 9 uur (het derde uur) in de morgen (tijd voor het morgengebed) en het morgenoffer was om 10 uur. De komst van de Geest gaat gepaard met verschijnselen die met de zintuigen waar te nemen zijn. Als de Geest verschijnt, hoor je en zie je iets. Het geluid komt uit de hemel (Hand 2: 2), het komt bij God vandaan. Het geluid van 120 stemmen trekt de aandacht. Er dromt een menigte samen. De Joden waren verspreid over de wereld (diaspora). Deze Joden (vers 9 en 10) wonen weer in Jeruzalem. Vaak komen ze op latere leeftijd daar weer wonen, omdat ze in hun eigen land begraven willen worden. De uitstorting van de heilige Geest is de vervulling van de oudtestamentische belofte (Jes 44: 3-5). In het oude testament wordt de Geest aan enkelen geschonken, nu gaat de bede van Num 11: 29 in vervul-
Levend Water – groep 4
24
Hoofdstuk 35 De Geest
HOOFDSTUK 35 - DAG 4 DE GEEST Lesboek p. 78 & 79 Linkerpagina: bekijk met de kinderen de plaat. In Handelingen 2:14-32 staat de toespraak van Petrus. In grote lijnen staat hier het volgende: “God geeft Zijn Geest op ieder die gelooft. De Jezus die jullie hebben gekruisigd, is de beloofde Verlosser. Jezus is gestorven en ook weer opgestaan uit de dood. Zijn Geest heeft Hij nu uitgestort.” Kijk eerst wat de kinderen zelf al weten te vertellen (na de vertelling van dag 3) en vul het dan eventueel nog aan. Rechterpagina: lees de tekst. Wat Jezus belooft bij Zijn Hemelvaart gaat in vervulling als het Pinksteren is. Nadenkertje Praat met de kinderen door over de hemel. Eventueel kan ook nog aan bod komen hoe het in de hemel zal zijn. Bij de foto Vraag waar de kinderen aan denken bij deze foto. Het kan zowel over de wolk van Hemelvaart gaan als over de vraag waar de hemel is. Werkboek p. 36 Leg aan de kinderen uit wat ‘vrucht van de Geest’ betekent. In Galaten 5: 22 wordt het genoemd. Schrijf de woorden op het bord. Geef eventueel een korte toelichting. Hierna kan de puzzel individueel of gezamenlijk gemaakt worden.
Levend Water – groep 4
25
Hoofdstuk 35 De Geest
HOOFDSTUK 36 GOD GEEFT WAT JE NODIG HEBT
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Het manna en de kwartels Exodus 16 Elia bij de beek 1 Koningen 17: 1 – 6 1 Koningen 18: 4 Dorkas Handelingen 9 : 36 – 42 God geeft wat je nodig hebt Lesboek p. 82 & 83 Werkboek p. 37
Gereformeerd Kerkboek, Gezang 57 - Ria Borkent - Ik ben het levensbrood E&R 214 - God leidt zijn volk E&R 362:1 - Dank U Heer, voor al wat leeft
Thema God geeft wat je nodig hebt Algemene informatie In dit hoofdstuk gaan de Bijbelverhalen over de zorg van God voor de gelovigen. Hij geeft wat de mensen nodig hebben. In het eerste Bijbelverhaal maakt het volk de reis door de woestijn naar het beloofde land. De mensen missen het voedsel van Egypte. God geeft precies genoeg voedsel. Hij wil laten zien dat Hij voor hen zorgt. In het tweede Bijbelverhaal is er hongersnood. Dit is een straf van God. Door Gods zorg hebben Elia, Obadja en honderd profeten voedsel. In het laatste Bijbelverhaal staat de gemeente van Joppe centraal. Dorkas verricht goed werk voor de mensen, maar sterft. Petrus mag haar weer levend maken van God. Doelstellingen Aan het einde van het hoofdstuk: weten de kinderen dat God elke dag precies genoeg manna en kwartels geeft in de woestijn; weten de kinderen dat God ervoor zorgt dat Elia elke dag eten krijgt van de raven; weten de kinderen dat Dorkas veel goede dingen doet voor de mensen; weten de kinderen dat Dorkas weer levend wordt door Gods verhoring van het gebed van Petrus; weten de kinderen dat ze voor elkaar kunnen zorgen door vriendelijk te zijn en te delen. Memoriseertekst Een mens leeft niet van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. Deuteronomium 8: 3 Liederen Psalm 23 - De Here wil mijn trouwe herder wezen Psalm 105:18 - God gaf op wonderbare wijze Levend Water – groep 4
26
Hoofdstuk 36 God geeft wat je nodig hebt
HOOFDSTUK 36 - DAG 1 HET MANNA EN DE KWARTELS Verteltekst Exodus 16 Achtergrondinformatie Woestijn van Sin:de woestijn ligt tussen Elim en de Sinai. De woestijn van Sin bestaat niet alleen uit zand, maar ook uit gesteente, rotsen en bergen. Kwartels: dit zijn trekvogels die uit Afrika over de Sinai naar het noorden vliegen. Het zijn een soort patrijzen. Ze vliegen in grote zwermen laag over de grond. Het vliegen is vermoeiend voor de vogels. Als ze tegenwind hebben gehad, kunnen ze als bedwelmd op de grond liggen. Ze vliegen dan een paar dagen niet. Manna: het lijkt op korianderzaad. Dit zijn kleine, ronde, doorzichtige korreltjes. Manna betekent: 'wat is dat'. Het manna kan gebruikt worden om te bakken en te koken. Het volk heeft dit voedsel 40 jaar gegeten. Korianderzaad groeit vooral rondom de Middellandse zee. De zaadjes ruiken naar anijs. Omer: dit is 3,5 liter. Kruik: de kruik komt in de toekomst in de ark in de tabernakel te liggen. Aandachtspunten Het volk is ongeveer een maand onderweg na de uittocht uit Egypte. In Egypte hebben ze hard moeten werken, maar ze hadden wel genoeg te eten. Het volk geeft kritiek als ze denken dat ze de reis honger zullen moeten lijden. Al het gemopper tegen Mozes en Aaron is eigenlijk tegen God gericht. Tijdens de reis wil God het volk leren op Hem te vertrouwen. De Heer geeft het volk vlees en brood te eten. Hij laat Zijn Majesteit zien. Daarnaast stelt Hij het volk op de proef. Hij wil dat ze erop vertrouwen dat Hij elke dag genoeg geeft en voor de sabbat de dubbele hoeveelheid. God geeft het manna 's morgens en de kwartels 's avonds. Als de mensen niet op God vertrouwen en teveel pakken in hun ongeloof, kunnen ze het niet meer gebruiken door de maden. Introductie op de les Hoe ziet een woestijn eruit? Waarom is er weinig voedsel? Afsluiting van de les Hoe zorgt God voor genoeg eten?
Levend Water – groep 4
27
Hoofdstuk 36 God geeft wat je nodig hebt
HOOFDSTUK 36 - DAG 2 ELIA BIJ DE BEEK Verteltekst 1 Koningen 17: 1-6 1 Koningen 18: 4 Achtergrondinformatie Elia: in de bijbel wordt alleen vermeld dat Elia afkomstig is uit Tisbe. Dit is een plaats in Gilead ten oosten van de Jordaan. Elia is een felle profeet die heel eenvoudig leeft. Zoek een schuilplaats: Elia moet zich verbergen voor Achab. Daarnaast verbergt God zich voor het volk dat Hem niet meer dient. Raven: het is een wonder dat de raven Elia eten komen brengen. Een raaf wil bij weinig voedsel zelf in leven blijven en zal zelfs zijn eigen jongen verlaten als er te weinig is. Het zijn onreine en aasgierige dieren. Hofmeester Obadja: een hoge koninklijke ambtenaar bij koning Achab. Aandachtspunten Door het ongeloof van het volk komt er een hongersnood over het land. Dit is een zware straf. Voor veel mensen was het een dagtaak om op het land te werken en genoeg voedsel op tafel te krijgen. Meestal moesten ze water uit een plaatstelijke bron halen en de zware kruiken naar hun huis dragen. Door het uitblijven van de dauw en regen mislukt heel de oogst. Elia krijgt tijdens de hongersnood voedsel van de raven. Hij krijgt 's morgens brood en 's avonds vlees. Dit kan verwijzen naar de manna en kwartels die de Heer gaf aan het volk tijdens de woestijnreis. Tijdens de hongersnood zorgt Obadja voor de profeten die zijn gevlucht voor Izebel. Hij verbergt per spelonk 50 mannen. Het mag een wonder heten dat Obadja tijdens de hongersnood voor de mannen kon zorgen. Introductie op de les Op welke manier zorgt God voor het volk in de woestijn? Afsluiting van de les Waarom is er hongersnood in Israël? Hoe zorgt God voor Elia en de profeten?
Levend Water – groep 4
28
Hoofdstuk 36 God geeft wat je nodig hebt
HOOFDSTUK 36 - DAG 3 DORKAS Verteltekst Handelingen 9: 36 - 42 Achtergrondinformatie Joppe en Lydda: de afstand tussen deze plaatsen is ongeveer 18 km. Heen en terug is zeven uur lopen. Tabitha/Dorkas: dit is haar naam in het Aramees en Grieks. Het betekent gazelle. Zij zet zich in voor de christelijke gemeenschap met haar zorg en het geven van aalmoezen. De heiligen en de weduwen: zij houden een dodenklacht voor Dorkas. Er wordt een hele ochtend geweend. De rouwtijd duurde zeven dagen. Dorkas heeft blijkbaar veel voor hen betekent. Petrus ging meteen naar hen mee: Petrus is in de buurt van Joppe. Hij heeft van Christus de opdracht gekregen om het evangelie te vertellen en te bekrachtigen met genezingen. God laat hem zelfs doden weer levend maken. Petrus knielde om te bidden: alleen door Gods kracht kan Dorkas weer levend worden. Aandachtspunten Laat in de vertelling naar voren komen dat Dorkas zich wil inzetten voor de mensen om haar heen. Uit het gedeelte blijkt dat ze de weduwen hielp, hen kleding en aalmoezen geeft. De gemeente kent Dorkas goed en het verdriet is groot. Als ze horen dat Petrus in de buurt is, hopen ze op een wonder. Ze laten Dorkas niet gelijk begraven. Meestal wordt een dode dezelfde dag begraven vanwege het warme klimaat. De gewoonte is om bij de overledene de ogen te sluiten, het lichaam te wassen en het in stroken te wikkelen. Dorkas heeft veel betekend voor de gemeenschap en ze hopen dat ze terug kan keren. Petrus bidt tot God en alleen via deze weg kan hij Dorkas weer opwekken uit de dood. Dit wonder zorgt voor geloof onder de mensen in Joppe. Introductie op de les God zorgt voor de gelovigen. Hoe kan jij voor iemand anders zorgen? Afsluiting van de les Hoe zorgt Dorkas voor de mensen uit haar gemeente?
Levend Water – groep 4
29
Hoofdstuk 36 God geeft wat je nodig hebt
HOOFDSTUK 36 - DAG 4 GOD GEEFT WAT JE NODIG HEBT Lesboek p. 82 & 83 Het is de bedoeling dat het schoolthema schoolbreed uitgewerkt wordt. Het voordeel is dat het thema in alle klassen zichtbaar wordt. U kunt het werk van uw klas presenteren aan de andere klassen. Op de linkerpagina kunt u het Bijbelverhaal van Dorkas herhalen. Dorkas zet zich in voor de mensen om zich heen. God gebruikt haar inzet om aan anderen te laten hoe je voor elkaar kan zorgen. Kennen de leerlingen mensen die andere helpen? Hebben ze een voorbeeld van hun eigen ouders of kennissen? Petrus mag deze bijzondere vrouw weer levend maken. De mensen zijn zo onder de indruk. Herhaal dat de mensen geloven in God en Zijn grote wonder. Op de rechterpagina staan foto's afgebeeld van de eerste behoeften, maar ook gewoon leuke dingen. Kunnen de leerlingen onderscheid maken in wat ze echt nodig hebben? Werkboek p. 37 Het is de bedoeling dat de leerlingen in groepjes aan het werk gaan met één van de opdrachten. U kunt de leerlingen motiveren door vooraf aan te geven dat het werk wordt gepresenteerd tijdens een gezamenlijke afsluiting van het thema of in een tentoonstelling. Extra suggestie De hulporganisatie Dorcas heeft de naam van de bijzondere hulpvaardige vrouw uit de bijbel gebruikt voor haar organisatie. De organisatie biedt hulp in Oost Europa en Afrika. Via de site www.dorcas.nl kunt u informatie voor uw klas vinden. Er worden verschillende acties georganiseerd die geschikt zijn voor scholen.
Levend Water – groep 4
30
Hoofdstuk 36 God geeft wat je nodig hebt
HOOFDSTUK 37 GOD VERGEEFT EN JIJ?
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Een zondares met olie Lucas 7: 36 – 50 Zacheüs Lucas 19: 1 – 10 Gelijkenis van vergeven Matteüs 18 : 1 – 35 God vergeeft en jij? Lesboek p. 84 & 85 Werkboek p. 38
weten de leerlingen dat God hen elke dag hun zonde wil vergeven; begrijpen de leerlingen dat zij ook anderen moeten vergeven; weten de leerlingen dat ze God elke dag mogen vragen om vergeving en kracht om anderen te vergeven.
Memoriseertekst Uw zonden zijn u vergeven Lucas 7: 48
Thema Vergeef ons onze zonden
Liederen Psalm 32 - Welzalig hij wiens zonde is vergeven Psalm 103: 4 - Zo hoog en wijd de hemel Opwekking 125 - Heer ik kom tot U E&R 232 - Tot zeven maal zeventig maal E&R 368 - De zonden zijn vergeven Alles wordt nieuw - Zacheüs Liedjes rond de bijbel - Zacheüs Elly & Rikkert - Onze Vader
Algemene informatie Deze week gaat het over vergeven. Vergeving krijgen en vergeving geven. In het eerste verhaal gaat het over een vrouw die bekend staat als een zondares. Ze komt naar Jezus toe terwijl Hij in het huis van Simon is. Ze laat zien dat ze van Jezus houdt. Ze huilt van berouw over haar zonden en zalft zijn voeten. Haar liefde komt voort uit de vergeving die ze ontvangt voor haar vele zonden. Simon begrijp er niks van. Maar Jezus legt uit met een gelijkenis dat het logisch is dat je veel liefde laat zien als je veel wordt vergeven. In het tweede verhaal gaat het over Zacheus. Hij staat slecht bekend als tollenaar. Doordat Jezus bij Hem in huis komt en hem niet links laat liggen zoals de andere mensen, komt Zacheüs tot inkeer. Hij gaat zijn leven totaal veranderen. Jezus geeft aan waarom Hij naar de aarde gekomen is: “Om te zoeken en te redden wat verloren was.” In het derde verhaal gaat het over de vraag van Petrus hoe vaak je vergeving aan een ander moet schenken. Jezus vertelt daarop een gelijkenis. Hiermee maakt Jezus duidelijk dat elk mens ten opzichte van God een grote schuld heeft die hem uit genade vergeven wordt. Omdat God ons deze grote schuld vergeeft, moeten we elkaar ook vergeven. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen vertellen waarom de vrouw Jezus’ voeten zalft; begrijpen de leerlingen waarom de vrouw zo blij is met Jezus; kunnen de leerlingen vertellen wie Zacheüs is; begrijpen de leerlingen waarom Zacheus verandert; Levend Water – groep 4
31
Hoofdstuk 37 God vergeeft en jij?
DAG 1 HOOFDSTUK 37 - EEN ZONDARES MET OLIE Verteltekst Lucas 7: 36 - 50
Achtergrondinformatie Nodigde hem uit: het werd als een goed werk gezien rondtrekkende rabbi’s uit te nodigen voor een maaltijd. Ging hij aan tafel aanliggen: men lag op rustbedden aan de maaltijd. De voeten naar achteren gestrekt en steunend op de linkerarm. Die in de stad bekend stond als zondares: een vrouw met een slechte reputatie. Haar manier van leven wordt afgekeurd door de publieke opinie. Misschien was ze een prostituee of iemand die overspel had gepleegd. Mirre: werd gebruikt als parfum. Als hij een profeet was: voor Simon is duidelijk dat Jezus geen profeet is. Een profeet zou doorhebben wie die vrouw is. Dan sta je niet toe dat zo’n zondares dit bij je doet. Denarie: een zilveren munt, een van de meest gangbare in het Romeinse rijk. Eén denarie staat gelijk aan 4,50 gram zilver. Het is het dagloon van een arbeider. Je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven: een voetbad was de gewoonte voor wie gereisd had. Jij hebt me niet begroet met een kus: een welkom en eerbetoon voor hoge gasten. Je hebt mijn hoofd niet met olie ingewreven: olie was goedkoop en zalving met olie was een teken van feestvreugde. Haar zonden zijn haar vergeven: Jezus praat haar zonden niet goed, maar vergeeft. Ze heeft veel liefde betoont: uit haar grote liefde blijkt dat haar veel zonden vergeven zijn. Blijkbaar kent de vrouw Jezus al als haar verlosser, anders had ze niet zo gehandeld. Haar liefde komt voort uit de vergeving die ze ontvangt. Uw geloof heeft u gered: haar geloof redt haar van het oordeel van God over haar zonde.
zus. Ze zalft de voeten van Jezus, dit was het eigenlijke doel van haar komst. Voor Simon is duidelijk dat Jezus geen profeet is. Zoiets laat je toch niet toe! Maar Jezus kent deze gedachte van Simon. Dat geeft dus aan dat Hij wel een groot profeet is. In de gelijkenis gebruikt Jezus de algemeen geldende regel dat de dankbaarheid toeneemt naarmate je meer goede dingen ontvangt. Dat is Simon ook duidelijk. Jezus legt nu de link met vergeving van schuld en dankbare liefde die daarop volgt. Jezus stelt de koele houding van de Farizeeër tegenover de liefdevolle houding van de vrouw ( vers 44-46).
Introductie op de les Wat vind jij er van als anderen iets over jou zeggen? Afsluiting van de les Wat vinden de mensen van de vrouw? Waar kijkt Jezus naar?
Aandachtspunten Het vereist moed van de vrouw om het huis binnen te gaan, terwijl ze weet dat ze er niet welkom is. De vrouw gaat huilend achter Jezus staan. Ze huilt van berouw over haar zonden. Maar ook van dankbaarheid voor de liefde van Jezus. Doordat ze zo gaat huilen worden de voeten van Jezus nat. Dat was niet de bedoeling. Daarom maakt ze haar haren los. Dat doet een Joodse vrouw niet snel in het openbaar, dat is zelfs een schande. Dat ze de voeten van Jezus kust is een teken van diepe eerbied en ook van liefde voor Je-
Levend Water – groep 4
32
Hoofdstuk 37 God vergeeft en jij?
HOOFDSTUK 37 - DAG 2 ZACHEÜS Afsluiting van de les Wat vindt Jezus van Zacheüs?
Verteltekst Lucas 19: 1 - 10 Achtergrondinformatie Een rijke hoofdtollenaar: tollenaars innen belasting voor de Romeinen. Doordat zij teveel vragen en daar zelf rijk van worden, worden zij gehaat en veracht door het volk. Hij wilde Jezus zien: Zacheüs heeft waarschijnlijk over Jezus gehoord en doet moeite hem te zien. Klom in een vijgenboom: door de lage stam een boom waar je gemakkelijk in kan klimmen. Vandaag moet ik in jouw huis verblijven: Jezus weet wat er in Zacheüs omgaat en zoekt hem op. Hij is het huis van een zondig mens binnen gegaan: in het huis van een zondaar naar binnen gaan, betekent jezelf verontreinigen en delen in zijn zonde. Maar Zacheüs ging staan: een plechtige handeling omdat hij een gelofte gaat doen. Aandachtspunten Vertel het verhaal vanuit Zacheüs. hij is een man die veracht wordt door de mensen. Niemand wil iets met hem te maken hebben. Dat hij in een boom klimt, is niet heel voor de hand liggend. Een volwassen man die in een boom klimt, dat is niet heel eerbiedwaardig. Hij doet het toch, omdat hij Jezus zo graag wil zien. Hij wil hem observeren. Hij kan geen contact zoeken met Jezus, omdat hij een tollenaar is. Waarschijnlijk ziet hij het als een voordeel dat de mensen hem zo niet kunnen zien en hij Jezus wel. Jezus’ houding ten opzichte van Zacheüs brengt een geweldige omkeer bij hem teweeg. Uit zichzelf doet hij afstand van zijn rijkdom. Hij geeft meer dan normaal gesproken geëist wordt. Hij wil het viervoudig vergoeden. Dat is de straf voor een dief en rover. Hij vernedert zichzelf als het ware. Maar Jezus verhoogt hem. De blijdschap van Zacheüs over het feit dat Jezus in zijn huis wil komen, staat tegenover het gemopper van de mensen hierover. Volgens hen moet Jezus mensen als Zacheüs uit het land verbannen. De kern van het verhaal is vers 10. Het doel van Jezus’ komst naar de aarde: te zoeken en te redden wat verloren is. Introductie op de les Wat vind je van iemand die allemaal slechte dingen doet? (Een dief bijvoorbeeld.)
Levend Water – groep 4
33
Hoofdstuk 37 God vergeeft en jij?
HOOFDSTUK 37 - DAG 3 GELIJKENIS VAN VERGEVEN Verteltekst
Matteüs 18: 1 - 35 Achtergrondinformatie Tot zevenmaal toe?: zevenmaal was al een zeer grote prestatie. Zeventig maal zeven: dit grote getal drukt uit dat je altijd moet vergeven. Dit getal is een herinnering aan Lamech (Gen 4: 24) waar Lamech zeventig maal wraak wil nemen. Tienduizend talent: een bijzonder groot bedrag dat de rijkste man in Rome in die dagen nog niet bezat (iets van 60 miljoen euro). En schold hem de geleende som kwijt: de heer moet wel heel rijk zijn, dat hij zo’n bedrag kan kwijtschelden. Honderd denarie: een klein bedrag ten opzichte van de tienduizend talenten. Een denarie is het dagloon van een arbeider. Hij liet hem gevangen zetten: voor zo’n klein bedrag was verkoop niet nodig. Waren ze zeer ontdaan: de mededienaren zien de tegenstelling tussen de royale koning en de harde slaaf die zonder medelijden handelt. Aandachtspunten Het gaat vandaag vooral over de verzen 21 - 35. De kern van het verhaal is dat de gelovigen ieder afzonderlijk vergeving van Jezus ontvangen. Elke mens heeft ten opzichte van God een grote schuld die hem vergeven wordt uit genade. Daarom moet er in de gemeenschap van de gelovigen altijd vergeving zijn voor elkaar, omdat God veel meer vergeeft. Het gaat om de onmeetbare omvang van onze ‘schuld’ aan God, als we die vergelijken met alles wat we misschien onze naasten moeten vergeven. In de gelijkenis wordt Gods grote medelijden (genade) duidelijk. Het medelijden van de koning ten opzichte van de man met de grote schuld staat tegenover de hardvochtigheid van de man ten opzichte van diegene die hem een veel kleiner bedrag schuldig is. Introductie op de les Heeft iemand je wel eens pijn gedaan? Kun je het de ander dan ook vergeven? Afsluiting van de les Waarom moeten we elkaar vergeven? Levend Water – groep 4
34
Hoofdstuk 37 God vergeeft en jij?
HOOFDSTUK 37 - DAG 4 GOD VERGEEFT EN JIJ? Lesboek p. 84 & 85 Linkerpagina: praat met de leerlingen over de plaat op pagina 84. Wie staan er op? Wat gebeurt er? Laat de leerlingen letten op de verschillen in emoties van de vrouw, van Simon en van Jezus. Wat vinden zij van wat er gebeurt?
ons dat vuil. Net als bij het water en de inkt. Voor ons is het onmogelijk de zonde uit ons leven te krijgen, daar hebben we een ‘reinigingsmiddel’ voor nodig: Jezus! Laat de leerlingen een lijstje maken van dingen die ze verkeerd hebben gedaan. Vraag samen om vergeving en verscheur dan samen de lijstjes: God heeft het vergeven, Hij denkt er niet meer aan, het is weg!
Rechterpagina: bekijk samen de vier foto’s en bespreek ze aan de hand van de vraag: wat hebben deze foto’s te maken met vergeving? Wat is vergeving eigenlijk? Hebben de leerlingen wel eens iets meegemaakt wat hierop lijkt? Foto 1: het meisje doet iets wat niet mag! Ze pakt stiekem iets uit de la. Foto 2: de moeder en de jongen kunnen samen weer lachen. Ze hebben het weer goed gemaakt en elkaar vergeven. Ze denken er niet meer aan! Foto 3: ruzie in de zandbak! Misschien wordt er wel geslagen of geschopt, of doen ze elkaar zeer met woorden. Foto 4: kapotgemaakt zandkasteel…. Het is goed om als leerkracht ook te vertellen over eigen ervaringen. Werkboek p. 38 Maak met (een groepje van) de leerlingen een toneelstuk over Zacheüs. Hierbij kan goed de kijkbijbel worden gebruikt om de kinderen een idee te geven. Geef de leerlingen een groot vel papier waar ze een kruis op schilderen. Hierom heen schrijven ze op wat ze een ander vergeven. Maak er als leerkracht zelf ook één! De plaatjes mogen de leerlingen inkleuren. Extra suggesties Neem een kan met water mee, een flesje inkt en bleekwater. Vraag aan de leerlingen of ze wel eens mee hebben gemaakt dat je gemeen bent behandeld, door bijvoorbeeld een vriendje. Hoe voelde dat? Heb je hem toen vergeven? Herinner je je nog wat er toen gebeurde? Laat de leerlingen de kan met water zien. Je kunt er doorheen kijken. Gooi de inkt erin. Het water wordt troebel. Vraag de leerlingen of het mogelijk is om de inkt er weer uit te krijgen. Dat is onmogelijk, zonder een goed reinigingsmiddel. Giet het bleekwater in de kan: het water wordt helder, de kleur verdwijnt! Praat hierover door met de leerlingen. Wanneer wij verkeerde dingen doen, dan maakt Levend Water – groep 4
35
Hoofdstuk 37 God vergeeft en jij?
HOOFDSTUK 38 VERTEL HET AAN DE MENSEN
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Liederen Psalm 75:1 - U alleen, U loven wij Psalm 117 - Looft, alle volken, looft den Heer Gereformeerd Kerkboek, Gezang 102b Looft de Geest, die van de Vader Elly & Rikkert 243 - Vertel het aan de mensen Evangelische liedbundel 387 - Laat mij zijn een brandend licht Opwekking 276 - Laat heel de wereld het zien
De zaaier Matteüs 13: 1 – 24 De Samaritaanse vrouw Johannes 4: 1 – 42 Genezing van de blinde Johannes 9 Vertel het aan de mensen Lesboek p. 86 & 87 Werkboek p. 39
Thema Vertel het aan de mensen Algemene informatie In dit hoofdstuk gaat het over het doorvertellen van het evangelie. De kinderen leren dat er verschillende manieren zijn om het evangelie aan te nemen. In het eerste verhaal legt Jezus met de gelijkenis van de zaaier uit dat het evangelie op verschillende manieren ontvangen kan worden. Niet iedereen zal zien dat het evangelie de enige weg naar het koninkrijk van God is. In het tweede verhaal gaat Jezus heel bijzonder te werk in Samaria. Het evangelie is ook voor de Samaritanen bedoeld. Via de Samaritaanse vrouw komen er veel mensen tot de erkenning dat Jezus de de redder van de wereld is. In het derde verhaal geneest Jezus een blinde man die al zijn hele leven blind is. Hij mag een voorbeeld zijn van de macht van Jezus. Hij getuigt voor de Farizeëen dat Jezus gezonden is door God. Doelstellingen Aan het einde van het hoofdstuk: weten de kinderen dat mensen op verschillende manieren het evangelie aanhoren; weten de kinderen dat Jezus in gelijkenissen vertelt en deze uitlegt aan de discipelen; weten de kinderen wat Jezus bedoelt met Levend Water; weten de kinderen dat de Samaritaanse vrouw aan iedereen vertelt over de Here Jezus; weten de kinderen dat Jezus de blinde man beter maakt; begrijpen de kinderen waarom Jezus de Farizeëen 'blind' noemt. Memoriseertekst De discipelen gingen op weg en maakten het goede nieuws bekend. Marcus 6: 12a
Levend Water – groep 4
36
Hoofdstuk 38 Vertel het aan de mensen
HOOFDSTUK 38 - DAG 1 DE ZAAIER Introductie op de les Wat heeft een zaadje nodig om uit te groeien tot een grote plant?
Verteltekst Matteus 13: 1 - 24 Achtergrondinformatie Naar zijn land om te zaaien: de zaaier zaait met de hand het zaad uit over zijn land. Hij gebruikt veel zaad om zeker te zijn van een goede oogst. Distels: dit onkruid komt in meer dan 120 varianten voor in Israël. Sommigen kunnen 2 meter hoog worden. De plant kan in korte tijd jonge planten verstikken. Er bestaat een soort distel dat precies lijkt op tarwe. Spreken in gelijkenissen: het spreken in gelijkenissen wordt veel gebruikt om het onderwijs te illustreren en te verduidelijken. Profetie van Jesaja: de woorden staan in Jesaja 6: 9-10. Geheimen van het koninkrijk: met het woord geheim wil de schrijver niet iets geheimzinnigs maken van de hemel. Hij gebruikt dit woord, omdat Gods weg en koninkrijk nog verborgen is.
Afsluiting van de les Wat kan er allemaal gebeuren dat het zaadje niet gaat groeien? Wat bedoelt de Here Jezus met het zaadje? Extra: een groepstuin van tuinkers Laat in een bak (bv. van de zandtafel) tuinkers groeien. Maak met stenen en onkruid de gelijkenis van de zaaier na.
Aandachtspunten Jezus vertelt aan de menigte de gelijkenis. De uitleg geeft Hij later aan zijn discipelen. De zaaier is royaal aan het strooien met het zaad. Daarom komt het zaad ook terecht op plekken waar het niet zal gaan groeien of al snel zal doodgaan. Jezus gebruikt dit voorbeeld, omdat zijn luisteraars dit uit hun dagelijks bestaan kennen. De nadruk valt op het zaad dat in goede aarde valt. Het werk van de zaaier is niet voor niks gedaan en brengt veel vrucht voort. Aan de discipelen wordt duidelijk gemaakt dat de gelijkenissen van Jezus niet voor alle toehoorders te begrijpen zijn. De gelijkenis is in eerste instantie aan hen gericht als onderwijzing. Jezus geeft een waarschuwing aan hen die de gelijkenissen niet willen begrijpen. Als je Hem niet erkent, zal alles van je worden afgenomen (Matteus 13: 12). Er zijn vier verschillende manieren om het evangelie te horen. Op de weg: de mensen die zich aan het evangelie stoten. Op rotsachtige grond: mensen die niet meer in het evangelie geloven als ze tegen problemen oplopen. Tussen de dorens: mensen die niet meer geloven door gebrek of overvloed Vruchtbare grond: mensen die in het evangelie geloven en er naar willen leven.
Levend Water – groep 4
37
Hoofdstuk 38 Vertel het aan de mensen
HOOFDSTUK 38 - DAG 2 DE SAMARITAANSE VROUW Verteltekst Johannes 4: 1- 42
Achtergrondinformatie Samaria: de joden mijden Samaria om moeilijkheden met de Samaritanen te voorkomen. De Samaritanen zijn ontstaan uit een vermenging van de Israëlieten die achterbleven tijdens de ballingschap en de volken die uit Assyrie werden gedeporteerd. De joden uit de ballingschap erkennen de Samaritanen niet en wilden niet samen met hen Jeruzalem herbouwen. De Samaritanen bouwen hun eigen tempel op de berg Gerizim. De Joden verwoesten de tempel en sindsdien leven ze op gespannen voet. Jakobsbron: deze bron is door Jakob gegraven. Het is 27 m. diep en ligt buiten de stad. Het water borrelt omhoog en is daarom heel zuiver en drinkbaar. Het is best een eind geweest voor de vrouw om daar water te halen. Het waterputten is een dagelijkse bezigheid voor vrouwen. Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen: de vrouw is verbaasd, omdat Joden en Samaritanen elkaar mijden. Ga uw man roepen: Jezus ontmaskert de vrouw en legt haar prive leven bloot. Dit doet de vrouw erkennen dat Jezus profetische gaven heeft. Onze voorouders vereerden God op deze berg: de berg Gerizim. Verbazing dat Hij met een vrouw sprak: rabbijnen spraken in deze tijd niet alleen met vrouwen.
Jezus gaat dan in op haar persoonlijke omstandigheden. Het blijkt dat zij in zonde leeft. Ze is al met de zesde man samen. Volgens de joodse opvatting mogen vrouwen hooguit driemaal trouwen. Het getuigenis van de vrouw en de ontmoeting met Jezus zorgt voor geloof onder de Samaritanen. Jezus ziet Samaria als gebied waar het evangelie verteld gaat worden. De discipelen krijgen de opdracht om het evangelie te verspreiden en verder uit te leggen. God zal voor geloof zorgen. De discipelen hoeven zich geen zorgen te maken over de oogst.
Introductie op de les Wat zou jij aan andere mensen willen vertellen over de Heer Jezus? Afsluiting van de les Wat gebeurt er als de vrouw vertelt over de Here Jezus aan de andere Samaritanen?
Aandachtspunten Jezus vertrekt uit Judea, omdat hij heeft gehoord dat de Farizeëen over hem en Johannes spraken. De Farizeëen zien hen als bedreiging, omdat zij hun gezag ondermijnden. Jezus gaat nu het conflict uit de weg. Jezus kiest voor de kortse weg naar Galilea, dwars door Samaria. Hij kiest bewust voor het contact met de Samaritanen. Hij ontmoet bij de put een vrouw. Zij komt daar op een ongebruikelijk tijdstip, waarschijnlijk om haar stadsgenoten te mijden. Water is een levensbehoefte. Jezus vergelijkt deze aardse behoefte met de behoefte aan echt leven. Jezus kan dit aan haar geven, het Levende Water. Het evangelie geeft haar het Eeuwige leven. De vrouw is in eerste instantie cynisch over wat Jezus zegt. Hij heeft geen emmer om water te putten en welk water kan de dorst voor altijd lessen.
Levend Water – groep 4
38
Hoofdstuk 38 Vertel het aan de mensen
HOOFDSTUK 38 - DAG 3 GENEZING VAN DE BLINDE Verteltekst
Johannes 9 Achtergrondinformatie Blind geboren door zonde: de discipelen denken dat hij blind kan zijn door de zonde van zijn voorgeslacht. Ze halen dit uit Ex. 20: 5. Jezus geeft aan dat hij blind is, omdat Gods werk door hem zichtbaar mag worden. Badhuis:een openbaar gebouw waar men zich kon wassen tegen een vergoeding. Het ligt vlakbij de tempel. Vraag het hem zelf maar: de ouders van de blinde zijn bang om uit de tempel te worden verstoten. Leerlingen van Mozes: zij zijn geleerd in de wetten en de boeken van Mozes. Ogenzalf: het maken van ogenzalf wordt vaker gedaan. Het is een vorm van natuurgeneeswijze. Er is geen sprake van een magisch ritueel. In de verboden die door de Farizeëen zijn gemaakt rond de sabbatrust staat dat men geen slijk mag maken.
op uit is: mensen verblinden zodat ze Jezus niet zullen zien (2 Korinthiers 4: 4). Jezus zoekt de man op als hij uit de tempel is gezet. De man blijft, ondanks het verzet van de Farizeëen, geloven dat Jezus van God komt. Alleen God kan ervoor zorgen dat je Hem echt ziet. De Farizeëen zijn verblind door hun ongeloof. Ze kunnen Hem niet begrijpen en blijven koppig.
Introductie op de les Wat kan je allemaal niet doen als je blind bent? Afsluiting van de les Waarom noemt Jezus de Farizeëen blind?
Aandachtspunten De Here Jezus geneest de blinde om Gods werk door hem zichtbaar te maken. De man wordt wel op de proef gesteld. Hij geneest niet direct, maar gaat eerst uit geloof naar het badhuis om zich te wassen. Doordat de genezing op de sabbat plaatsvindt, wordt de man naar de Farizeëen gebracht. Het maken van slijk mag niet. Daarnaast mogen mensen alleen in urgente gevallen genezen worden, niet bij chronische ziekte. De Farizeëen brengen de genezing in twijfel en halen er getuigen bij. De genezen man moet voor zichzelf opkomen. Zijn eigen ouders zijn bang om tegen de Farizeëen in te gaan. De man blijft volhouden dat hij niks fout heeft gedaan. Als ze hem weer vragen naar zijn genezing, vraagt hij brutaal of ze volgelingen van Jezus willen worden. Dit is als olie op vuur. De man wordt weggestuurd uit de tempel. Een blinde wordt door Jezus genezen en kan voor het eerst in zijn leven zien. Ook zijn geestelijke ogen worden geopend. Hij gaat ontdekken dat Jezus de Zoon van God is. Zolang je dat niet ziet, ben je blind voor de waarheid. En dat is precies waar de tegenstander van God Levend Water – groep 4
39
Hoofdstuk 38 Vertel het aan de mensen
HOOFDSTUK 38 - DAG 4 VERTEL HET AAN DE MENSEN
Lezen lesboek p. 86 & 87 Als de leerlingen het lied zingen, kunnen ze rondlopen en net doen of ze aan het zaaien zijn.
Aandachtspunten Het is de bedoeling dat het schoolthema schoolbreed uitgewerkt wordt. Het voordeel is dat het thema in alle klassen zichtbaar wordt. U kunt het werk van uw klas presenteren aan de andere klassen. Op de linkerpagina kunt u de gelijkenis van de zaaier herhalen. Kunnen de kinderen het verband zien tussen dit verhaal en de werkelijkheid van evangeliseren? Hebben ze zelf al ervaren dat anderen niet in Jezus geloven. Als u een bak met tuinkers heeft gemaakt tijdens deze week, kunt u met de leerlingen nagaan hoe de plantjes zijn gegroeid. Geef aan dat als je in Jezus gelooft, je mag opgroeien, net als een plantje. Jezus wil dat je tot iets moois uitgroeit, zoals een mooie bloem of een boom met lekkere vruchten. Met behulp van de foto's kunt u de leerlingen na laten denken aan wie zij over Jezus willen vertellen. Laat de leerlingen een paar minuten in kleine groepjes bespreken aan wie zij over Jezus willen vertellen. Wat zouden ze zeggen? U kunt een aantal leerlingen hun idee klassikaal laten vertellen. Werkboek p. 39 U kunt de leerlingen in groepjes aan het werk zetten met één van de opdrachten. U kunt de leerlingen motiveren door vooraf aan te geven dat het werk wordt gepresenteerd tijdens een gezamenlijke afsluiting van het thema of in een tentoonstelling. Voor de opdracht 'Vertellen' kunt u de leerlingen laten tekenen en knutselen. Om de leerlingen op gang te helpen, kunt u eerst klassikaal op het bord brainstormen. Extra suggestie Leer de leerlingen het volgende lied aan op de wijs van ' Go tell it on the mountains: Ga, vertel het aan de mensen. Thuis, op school en op het plein. Ga, vertel het aan de mensen, dat Jezus Koning is. Levend Water – groep 4
40
Hoofdstuk 38 Vertel het aan de mensen
HOOFDSTUK 39 PRATEN MET GOD
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Onze Vader Lucas 11: 1 – 13 De rechter en de weduwe Lucas 18: 1 – 8 De Farizeeër en de tollenaar Lucas 18: 9 – 14 Praten met God Lesboek p. 88 & 89 Werkboek p. 40
E&R 244 - Lees je bijbel, bid elke dag E&R 282 - Onze Vader die in de hemel zijt E&R 323 - Bede
Thema Praten met God Algemene informatie In dit hoofdstuk staat het bidden centraal. Het gebed is heel belangrijk voor christenen om hun dankbaarheid naar God te laten zien. God wil zijn genade en Heilige Geest geven aan hen die daarom bidden. In het eerste verhaal geeft Jezus ons een gebed waarin alles staat wat wij nodig hebben. Hij leert de discipelen te bidden zonder op te houden. Want God wil voor ons zorgen, meer dan aardse vaders kunnen. In het tweede verhaal gaat Jezus verder door, op het volhouden van het gebed. God zal recht doen aan de gelovigen. Wij moeten dit blijven vragen tot de laatste dag. In het derde verhaal geeft Jezus aan dat God centraal moet staan in het gebed. God kan in de harten van mensen zien of wij Hem willen eren en een goed beeld hebben van onszelf. Doelstellingen Aan het einde van het hoofdstuk: weten de kinderen dat het gebed ‘Onze Vader’ God alle eer geeft en alles vraagt wat we nodig hebben voor lichaam en ziel; weten de kinderen dat God van ons vraagt onophoudelijk te bidden totdat Jezus terugkomt; weten de kinderen dat God ons gebed altijd hoort en op Zijn tijd/manier verhoort; weten de kinderen dat het gebed gericht moet zijn op God. Memoriseertekst ‘Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt en voor wie klopt zal worden opengedaan.’ Lucas 11: 10 Liederen Opwekking 464 - Wees stil voor het aangezicht van God Evangelische Liedbundel 175 - Stilte over alle landen Opwekking 40 - Zoek eerst het koninkrijk E&R 231 - Onze Vader Levend Water – groep 4
41
Hoofdstuk 39 Praten met God
HOOFDSTUK 39 - DAG 1 ONZE VADER Verteltekst Lucas 11 : 1 - 13 Achtergrondinformatie Leer ons bidden: bij de joden werd er gebruik gemaakt van vaste gebeden. Het gebed van Johannes is verder niet bekend. Het gebed: in het gebed laat een christen zijn dankbaarheid aan God zien. God wil zijn genade en Heilige Geest geven aan hen die overtuigd en zonder ophouden Hem daarom bidden en danken. Onze Vader: in het Oude Testament zag men God als Vader voor het hele volk. Jezus leert de discipelen dat zij God persoonlijk Vader mogen noemen door Zijn levenswerk. Aandachtspunten Jezus geeft de discipelen een gebed. Hij leert hen een gebed die alles geeft wat ze nodig hebben om God te eren en Hem te vragen wat ze voor lichaam en ziel nodig hebben. Met de voorbeelden van gastvrijheid en het geven van hulp wil Jezus aangeven dat God zeker naar het gebed van gelovigen luistert. – God wil dat we steeds weer bij hem aankloppen om Hem te vertellen dat we dankbaar zijn. Hij wil dat we vragen om vergeving, kracht en hulp. Geef aan, dat God geeft wat Hij nodig vindt en geeft op welke tijd Hij het goed vindt. De Heilige Geest zal geloof geven en helpen in het bidden. Introductie op de les Schrijf in het midden op het bord: ‘In mijn gebed vertel/vraag ik aan God…’ Maak samen met de kinderen een woordweb over alle dingen die zij aan God vertellen en vragen. Afsluiting van de les Leg het gebed van Jezus naast de onderwerpen waarvoor de kinderen bidden. Wat hoort er nog meer bij? Waarom wil God dat we alles aan Hem vertellen en vragen?
Levend Water – groep 4
42
Hoofdstuk 39 Praten met God
HOOFDSTUK 39 - DAG 2 DE RECHTER EN DE WEDUWE Afsluiting van de les Waarom wil God dat wij het blijven volhouden om tot Hem te bidden?
Verteltekst Lucas 18: 1 - 8 Achtergrondinformatie Vertelt hun: de gelijkenis wordt aan de discipelen verteld. Niet opgeven: Jezus geeft aan niet de moed op te geven in het uitzien naar de laatste dag en dan maar minder te gaan bidden. Rechter: in de Joodse rechtbank waren er bij een zaak altijd drie rechters betrokken. Waarschijnlijk gaat het hier om een rechter die door de Romeinse overheersing is aangesteld. Deze rechters waren niet bekend met de Joodse wet en ze waren omkoopbaar. Weduwe: dit waren hulpbehoevende vrouwen. In de wet geeft God hun een bijzondere bescherming. (Ex. 22: 21-23) Recht doen: in deze rechtszaak heeft de weduwe recht op iets, maar ze heeft het van de andere partij nooit gekregen. Waarschijnlijk is de tegenpartij vermogend en ziet de rechter geen reden om haar te helpen. Minacht het recht: de rechter is omkoopbaar en niet te vertrouwen. Vliegt ze me nog aan: de rechter ziet in dat haar vasthoudendheid lang blijft voortduren. Zij zal hem blijven lastigvallen. Spoedig recht verschaffen: met het woord ‘spoedig’ wordt ook onverwachts bedoeld. De laatste dag komt onverwachts. Aandachtspunten Vooraf aan deze gelijkenis praat Jezus met de Farizeeën over het komende koninkrijk van God. Hij geeft aan alert te zijn, want de dag zal onverwachts aanbreken. De mensen zullen er naar verlangen dat de Mensenzoon zal verschijnen, maar het zal onverwachts zijn. Daarom vertelt Jezus de gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven. Als christen mag je onophoudelijk blijven bidden voor hulp en recht. In de gelijkenis heeft de weduwe als enige wapen haar vasthoudendheid. Ze wil krijgen waar ze recht op heeft. De rechter is omkoopbaar, maar zij heeft deze middelen niet. Als deze rechter al luistert naar de vasthoudende weduwe, dan zal God zeker luisteren naar het gebed van een gelovige. God zal helpen op Zijn tijd. Introductie op de les Wat kan jij heel lang volhouden? Bijvoorbeeld: hardlopen.
Levend Water – groep 4
43
Hoofdstuk 39 Praten met God
HOOFDSTUK 39 - DAG 3 DE FARIZEEËR EN DE TOLLENAAR Verteltekst Lucas 18: 9 – 14 Achtergrondinformatie Tempel om te bidden: het morgengebed vindt om 09.00 plaats en het middaggebed om 15.00. Vasten: in de voorschriften stond dat de mensen moeten vasten op Grote Verzoendag en op de dag van de verwoesting van de tempel. Voor persoonlijke situaties kunnen mensen vasten op maandag en donderdag. Sloeg zich op de borst: dit is een teken van berouw. Aandachtspunten Jezus geeft in deze gelijkenis aan wie er voor God rechtvaardig is. Hij zet twee totaal verschillende mensen tegenover elkaar. De Farizeeën zijn vol zelfvertrouwen over hun goede levenshouding. Ze houden zich aan de wet. Dit heeft tot gevolg dat ze neerkijken op mensen met een andere levensinvulling. In het gebed van de Farizeeër staat hij zelf centraal. Elke zin draait om het woord ‘ik’. Hij is niet op God gericht. Hij denkt na over zijn eigen handelen. In het gebed van de tollenaar staat God centraal. Bij God alleen is genade te vinden die hij nodig heeft. De tollenaar erkent zijn eigen zonde en heeft berouw. Vanuit de gebeden van Jezus zien we dat Hij eenvoudig spreekt tot God. Hij wil Zichzelf helemaal aan God geven. Wij hoeven niet met mooie woorden bij God te komen. Introductie op de les Op welke manier bid jij voor je gaat slapen? Op je knieën bij het bed of op een stoel met je handen gevouwen? Waarom doe je dat? (Probeer te achterhalen waarom de kinderen zo zitten voor God.) Afsluiting van de les Hoe wil de Heer Jezus dat we tot God bidden?
Levend Water – groep 4
44
Hoofdstuk 39 Praten met God
HOOFDSTUK 39 - DAG 4 PRATEN MET GOD
Lezen Lesboek p. 88 & 89 Aandachtspunten Het is de bedoeling dat het schoolthema schoolbreed uitgewerkt wordt. Het voordeel is dat het thema in alle klassen zichtbaar wordt. U kunt het werk van uw klas presenteren aan de andere klassen. Op de linkerpagina staat Jezus afgebeeld die bidt tot God. U kunt met behulp van de vraag met de leerlingen bespreken waarom Jezus bidt. Wat voor gebed heeft Jezus aan zijn discipelen geleerd? Waarom wil God dat we met Hem praten. U kunt de leerlingen vragen of ze merken dat God naar hen luistert. Vertel de leerlingen dat het krijgen van brood en een plek om te slapen verhoring is op hun gebed. Waarom verhoort God niet altijd het gebed zoals jij het zou willen? Op de rechterpagina staan foto's van biddende kinderen. Wat is de houding van de leerlingen als ze bidden. Op welke manier mag je tegen God praten? Herhaal de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar. Werkboek p. 40 U kunt de leerlingen in groepjes aan het werk zetten met één van de opdrachten. U kunt de leerlingen motiveren door vooraf aan te geven dat het werk wordt gepresenteerd tijdens een gezamenlijke afsluiting van het thema of in een tentoonstelling. U kunt per groepje een gebedsdoos laten maken of een gezamenlijk doos versieren. De gebedsbriefjes kunt u gebruiken voor een klassikaal gebed. Tijdens de kerkdienst van biddag kunt u de gebedsdoos door de voorganger laten gebruiken voor gebedspunten. Extra suggestie U kunt de leerlingen het Onze Vader in gebarentaal aanleren. Tijdens de schoolbrede afsluiting kunt u het Onze Vader door de andere klassen laten zingen, terwijl uw klas het gebed uitbeeldt met hun handen.
Levend Water – groep 4
45
Hoofdstuk 39 Praten met God
HOOFDSTUK 40 DANK U WEL!
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Memoriseertekst Gods liefde duurt eeuwig. Psalm 100: 5
Ruth gaat mee naar Betlehem Ruth 1 en 2 Ruth en Boaz Ruth 3 en 4 Een psalm voor het dankoffer Psalm 100 Dank U wel! Lesboek p. 90 & 91 Werkboek p. 41
Liederen Psalm 100 - Juicht alle volken Psalm 118 - Laat ieder ’s Heren goedheid prijzen Liedboek voor de kerken, Gezang 44 Dankt, dankt nu allen God! Opwekking 123 - Groot is uw trouw o Heer E&R 59 - Juich de Here E&R 157 - Mijn Vader dank u wel Elly & Rikkert - Ik zag een kuikentje Alles wordt nieuw - Ruth Opwekking kids - Wij danken U
Thema Mijn Vader dank u wel! Algemene informatie Deze week gaat het over danken. Noömi kan uiteindelijk samen met Ruth en Boaz God danken voor wat Hij heeft gedaan! In het eerste verhaal gaat het over Elimelech en zijn gezin die Betlehem verlaten en in Moab gaan wonen om de hongersnood te ontvluchten. Het is de tijd van de rechters, wanneer het volk ver van God leeft. God stuurt daarom een hongersnood. Noömi keert terug naar Betlehem met haar Moabitische schoondochter Ruth die bescherming zoekt bij de God van Israël. In Betlehem gekomen gaat Ruth aren lezen op het veld van Boaz. In het tweede verhaal gaat Ruth op advies van Noömi naar Boaz op de dorsvloer. Zij doet aan hem het verzoek hun land terug te kopen en vraagt hem met haar te trouwen. Boaz gaat dit regelen en treedt zo op als losser. Daarnaast gaat hij een leviraatshuwelijk met Ruth aan. Op de laatste dag gaat het over Psalm 100. Een psalm voor het dankoffer. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de kinderen vertellen waarom Ruth met Noömi mee gaat; weten de kinderen waarom Ruth aren gaat lezen; weten de kinderen wie Boaz is; kunnen de kinderen vertellen waarom Ruth naar Boaz op de dorsvloer gaat; kunnen de kinderen vertellen wat Boaz bij de poort doet; weten de kinderen dat Ruth een overoma is van Jezus; begrijpen de kinderen dat God zijn belofte aan David vervult; weten de kinderen wie er allemaal het feest van God mee mogen vieren; weten de kinderen wat het betekent dat Gods liefde eeuwig duurt; kunnen de leerlingen vertellen waar ze God voor kunnen danken.
Levend Water – groep 4
46
Hoofdstuk 40 Dank U wel!
HOOFDSTUK 40 - DAG 1 RUTH GAAT MEE NAAR BETLEHEM Verteltekst Ruth 1 en 2 Achtergrondinformatie In de vlakte van Moab: Moab is het land ten oosten van de Dode Zee. De bewoners stammen af van Lot (Gen 19:37) en zijn dus verwant aan Israël, maar leven meestal op gespannen voet met hen (Deut 23:4 en Jer 48). Bleven ze daar als vreemdeling wonen: ze hebben geen burgerrecht, maar mogen er beschermd wonen met behoud van hun eigen religie. De Heer heeft zich tegen mij gekeerd: Noömi ziet haar ongeluk als een straf. Mijn lot is te bitter voor jullie: Noömi voelt de straf van God als een oordeel op haar en wil niet dat haar schoondochters hierin delen. Begin van de gersteoogst: dat is in april. Er is weer brood in Betlehem. Aren lezen: oprapen van losse halmen die de maaiers laten liggen. Een efa gerst: ongeveer 36 kilo gerstekorrels, met een stok of een houten hamertje uitgeklopt. Dat is veel voor een dag aren oprapen. Rechten als losser: lossen is de plicht van een familielid om verkocht erfgoed vrij te kopen zodat het weer terugkomt in familiebezit (Lev 25:23-28). Als een weduwe kinderloos is gebleven, heeft de losser ook nog de plicht om met haar te trouwen en een zoon bij haar te verwekken in naam van de overleden man (Deut 25:5-10). Dit heet het leviraatshuwelijk (of zwagerhuwelijk).
niet meer de verbondsnaam van God, maar noemt Hem de Ontzagwekkende (Ruth 1:20,21). In die tijd dacht men dat iemand die rampen trof meer gezondigd had (zie ook Luc 13:1-5). Noömi voelt zich door God verlaten. Ruth neemt initiatief, ze maakt gebruik van de wetten in Israël. Armen (en weduwen en wezen) worden beschermd (Lev 19:9,10 en Deut 24:19,20). Weduwen staan in Israël onder de bijzondere zorg van Gods wet. Ruth weet niet op welk veld ze aan de slag gaat. De Here leidt het zo, dat dit het veld van Boaz is, een familielid van Elimelech. Boaz behandelt Ruth als een gast door haar eten en drinken aan te bieden (Ruth 2:14).
Introductie op de les Ken je mensen die als vreemdeling in ons land wonen? Afsluiting van de les Wie zijn er vreemdelingen in het verhaal?
Aandachtspunten In de tijd dat de rechters over Israël regeren, leeft het volk ver van God. Omdat het volk het land niet helemaal veroverd had, leeft het temidden van de Kanaänieten en heeft het veel van hun heidense gewoontes over genomen. Elimelech en Noömi wonen met hun zonen in Betlehem. De naam Betlehem betekent broodhuis. Betlehem is normaal gesproken de korenschuur van het land. Nu is er hongersnood. De afstand van Betlehem naar Moab is 80 km, dat is ongeveer 2 dagen lopen. Ruth blijft bij Noömi. De beslissing van Ruth is een geloofskeuze. Ze zoekt haar toevlucht onder de vleugels van de God van Israël (Ruth 2:12). Net als vogels doen bij het moederdier. Ruth gebruikt zelfs een eed (Rut 1:17) en laat daarmee ook haar vertrouwen op God zien. Noömi betekent ‘gelukkige’ en Mara ‘de bittere’. Noömi is wanhopig, ze gebruikt Levend Water – groep 4
47
Hoofdstuk 40 Dank U wel!
HOOFDSTUK 40 - DAG 2 RUTH EN BOAZ Verteltekst Ruth 3 en 4
Achtergrondinformatie Zal ik niet een thuis voor je zoeken: een eigen huis door een huwelijk. Gerst wannen: het koren wordt omhoog geworpen, zodat het kaf kan weg waaien door de wind. Dit gebeurt in het oosten meestal ’s avonds, als de wind opsteekt. De deken aan zijn voeteneinde terugslaan en daar gaan liggen: doordat Ruth onder dezelfde deken gaat liggen als Boaz geeft ze aan met Boaz te willen trouwen. De plaats aan de voeten laat zien dat het een nederig verzoek is. Als losser optreden: zie achtergrond informatie bij dag 2. Zes maten gerst: de grootte van de maat wordt niet genoemd. Met dit geschenk geeft Boaz een verklaring voor de vroege wandeling van Ruth voor het geval voorbijgangers haar zien. Ook is het natuurlijk een welkom geschenk voor Ruth en Noömi die arm zijn. Daarnaast is het een onderpand van de trouw van Boaz. Hij zal de zaak op een goede manier gaan oplossen. Naar de poort: een gebouw met een voorplein, waar ruimte is voor vergaderingen. Stadsoudsten: een volksvertegenwoordiging van oudste leden van verschillende families. In de wet op het leviraatshuwelijk worden zij speciaal genoemd (Deut 25:7,8). Zij moeten als getuigen optreden. Als het huis van Peres: Peres is één van de stamvaders van Boaz en zelf ook geboren uit een leviraatshuwelijk (Gen 38:29).
feit dat hij familie is van haar overleden man. Als Obed geboren wordt, breekt er voor Noömi een nieuwe tijd aan. De vrouwen bejubelen haar. Ruths zoon zal Noömi haar levensvreugde teruggeven, haar onderhouden en de naam van haar familie in stand houden. Noömi krijgt een belangrijk deel in Obeds opvoeding. Na veel verdriet en dood schenkt God dit nieuwe leven. Ruths zoon Obed is de grootvader van koning David die een voorouder van Jezus Christus is. Ruth heeft dus als Moabitische vrouw een plaats in het geslachtsregister van Jezus (Mat 1:5). God vervult zijn beloften, al aan David gedaan.
Introductie op de les Ken je iemand die gaat trouwen? Afsluiting van de les Waarom gaat Ruth met Boaz trouwen?
Aandachtspunten Ruth bereidt zich goed voor als ze naar Boaz gaat: ze gaat in bad, wrijft zich in met olie en trekt een mooi kleed aan. Zo laat ze zien dat de tijd van rouw voorbij is. Het gaat hier om de combinatie van de wet op het losserschap (verzekering van erfgoed) en de wet op het leviraatshuwelijk (verzekering van een erfgenaam). De persoon die beide plichten wil aanvaarden is voor Ruth de juiste losser. De wet van de losser wijst naar God. Hij is de verlosser van zijn volk. In het Oude Testament zien we dat door de bevrijding uit Egypte en Babel. In het Nieuwe Testament zien we dat in de komst van Jezus Christus, de verlosser van zonde en dood. Boaz werkt zelf hard mee met de graanoogst en slaapt ’s nachts op de dorsvloer om de oogst te bewaken. Ruth vraagt Boaz om bescherming op grond van het Levend Water – groep 4
48
Hoofdstuk 40 Dank U wel!
HOOFDSTUK 40 - DAG 3 EEN PSALM VOOR HET DANKOFFER Verteltekst Psalm 100
God had gegeven. Praat er met de kinderen over of zij ook mooie dingen hebben, die ze bij God kunnen brengen. Hoe doen we dat nu?
Achtergrondinformatie Dankoffer: het aanbieden van lof aan God die alle lof verdient. Voorschrift hiervoor staat in Leviticus 7:11-15. Kom zijn poorten binnen: een uitnodiging om bij God te komen. Het doet denken aan een stad. Misschien gaat het over Jeruzalem (de stad van God). Zie ook Psalm 87. In zijn voorhoven: dicht bij God mogen zijn. De voorhof is een plaats in de tempel waar heidenen normaal gesproken niet mogen komen. Zijn liefde duurt eeuwig: God is Zelf liefde, daarom is zijn liefde ook eeuwig. Hij is zelf eeuwig. Er komt geen einde aan. Zijn trouw van geslacht op geslacht: God laat steeds weer zien, door alle generaties heen, dat Hij doet wat Hij beloofd. Ondanks alle ontrouw die er bij de mensen is.
Introductie op de les Heb je wel eens iets heel moois gekregen waar je zo blij mee was dat je iemand daar heel graag voor wilde bedanken? Afsluiting van de les Wat heb je geleerd uit deze psalm waar je God voor kunt danken?
Aandachtspunten Deze psalm is een uitnodiging voor iedereen. Het is een oproep aan de hele wereld om niet alleen in Jeruzalem maar zelfs in de tempel het feest van de Here mee te vieren. De enige voorwaarde staat in vers 3: Erken het: de Here is God (zie ook Zach 14:16-19 en Openb 21:1-22:5). God is een heilige God, waar je ook bevend voor zou kunnen verschijnen. Dat hoeft niet. De volken mogen bij God komen met jubelzang (vers 2). Alle volken en landen hebben toegang bij God. God is de schepper van alles wat leeft (vers 3). Diegenen die niet zijn volk zijn, noemt Hij toch zijn volk (Hosea 2:22). Het beeld van de kudde (vers 3) vertelt van een zorgende God. Hij wil een persoonlijke relatie met mensen aangaan. Het beeld van de herder doet ook denken aan de Goede Herder die wij kennen in de Here Jezus. Lees de psalm samen met de kinderen. (Vergroot en kopieer de psalm voor elk kind.) Laat de kinderen er in tweetallen over nadenken waar het over gaat in deze psalm. Ze kunnen het opschrijven. Verzamel alles wat de kinderen hebben bedacht in een woordveld op het bord. Verklaar moeilijke woorden. Probeer met elkaar de kern eruit te halen: wat is het belangrijkste waar het over gaat? Bespreek als laatste de vraag wat wij kunnen leren van deze psalm. Het dankoffer werd in de tijd van de bijbel gebracht als men blij was met iets dat Levend Water – groep 4
49
Hoofdstuk 40 Dank U wel!
HOOFDSTUK 40 - DAG 4 DANK U WEL! Lesboek p. 90 & 91 Linkerpagina: bekijk met elkaar de plaat en betrek gelijk de vraag erbij. Wat was er eerst gebeurt met Noomi en wat is er veranderd? Waarom is ze nu heel blij en kan ze nu God danken? Rechterpagina: laat de kinderen eerst rustig de foto’s bekijken. Bespreek met elkaar de foto’s. Welke foto’s roepen herkenning op bij de kinderen? Met de vraag wordt het persoonlijk gemaakt voor de kinderen: waar dank jij God voor? Dat kan ook iets zijn dat niet op de foto’s staat. Naar aanleiding van sommige foto’s zal misschien ook nog even het verschil tussen bidden en danken aan bod komen. Bij de foto van de zieke kan gebeden worden om herstel. Er kan gedankt worden voor genezing. Ook kan er gedankt worden als iemand niet beter wordt, maar wel weet dat God dicht bij hem of haar blijft. Werkboek p. 41 Lees van te voren eerst de vragen over danken met de kinderen door. Vraag of de kinderen zelf nog een vraag kunnen verzinnen. In groepjes of tweetallen kunnen de kinderen elkaar de vragen stellen. (Bij opdracht 1 kunnen de kinderen in kleine groepjes danken voor de dingen die ze hebben genoemd. Misschien is het mogelijk een vorm van kringgebed in de kleine groepjes te doen. Het is ook mogelijk dit in de grote kring te doen en een aantal kinderen te laten danken voor de dingen die zij bedacht hebben.)
Levend Water – groep 4
50
Hoofdstuk 40 Dank U wel!