HOME CINEMA CONTROL CENTER THUISBIOSCOOPCENTRALE
RX-F31S
INSTRUCTIONS GEBRUIKSAANWIJZING
LVT1306-004A [E]
cover_RXF31S[E]NL.p65
3
22/02/2005, 15:01
Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen Voorzichtig— STANDBY/ON schakelaar! Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
VOORZICHTIG Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.: 1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing. 2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
VOORZICHTIG • Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.) • Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat. • Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen. • Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten: Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden. Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden. Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden. Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak. Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de afbeelding aangegeven.
Minstens 15 cm tussenruimte
RX-F31S
Voorkant Wand of meubilair Standard op minstens 15 cm van de vloer
Vloer
G-1 safe_RXF31S[E]NL.p65
1
22/02/2005, 14:57
Inhoudsopgave Namen van onderdelen ......................................... 2 Starten .................................................................... 4 Voor de installatie .................................................................. 4 Controleren van de bijgeleverde accessoires ........................ 4 Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening ................... 4 Aansluiten van de antennes voor FM en AM (MG) ................ 5 Aansluiten van de luidsprekers .............................................. 6 Aansluiten van videocomponenten ........................................ 7 Aansluiten van het netsnoer ................................................. 11
Basisbediening .................................................... 12 1 Inschakelen van de spanning ........................................... 2 Kiezen van de weer te geven bron ................................... 3 Instellen van het volume ................................................... Kiezen van de digitale decodeerfunctie ............................... Instellen van de audiopositie van de subwoofer .................. Activeren van TV Direct ....................................................... Tijdelijk uitschakelen van het geluid .................................... Veranderen van de displayhelderheid ................................. Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer ................
12 12 13 13 14 14 15 15 15
Basisinstellingen................................................. 16 Automatisch instellen van de luidspreker-informatie— Smart Surround Setup ................................................... Instellen basisonderdelen .................................................... Bediening via in-beeldmenu’s .............................................. Menubedieningstoetsen .................................................. Overzicht van het instelmenu .......................................... Menubedieningen ................................................................ Instellen van de onderdelen ................................................ Instellen van de luidsprekers ........................................... Instellen van de virtuele surroundachterluidspreker —VIRTUAL SURROUND BACK ............................... Kiezen van het hoofd- of subkanaal—DUAL MONO ....... Instellen van de lage tonen ............................................. Gebruik van de nacht-functie—MIDNIGHT MODE ......... Instellen van de digitale (DIGITAL IN) ingangsaansluitingen—DIGITAL IN 1/2/3 ................. Instellen van de automatische functie—AUTO MODE .... Kiezen van het soort ingangssignaal —DVD VIDEO INPUT/VCR VIDEO INPUT .............. Tonen van de menu’s—SUPERIMPOSE ........................ Omzetten van S-videosignalen naar composietvideosignalen—DOWN MIX ..................... Omzetten van composietvideosignalen naar S-videosignalen—Y/C SEPARATE ...........................
16 18 18 18 19 20 21 21 22 22 23 23 24 24 25 25 25 25
Regelen van het geluid ....................................... 26 In te stellen basisonderdelen ............................................... Bediening via in-beeldmenu’s .............................................. Menubedieningstoetsen .................................................. Overzicht van het instelmenu .......................................... Menubedieningen ................................................................ Instellen van de onderdelen ................................................ Instellen van het luidsprekeruitgangsniveau ................... Instellen van de egalisatiepatronen —DIGITAL EQ 63Hz/250Hz/1kHz/4kHz/16kHz ........ Instellen van de lage tonen ............................................. Instellen van de geluidsparameters voor de Surround-/DSP-functies ............................................
26 26 26 27 28 29 29 30 30 31
Bediening van de tuner ...................................... 32 Handmatig afstemmen op zenders ...................................... Gebruik van voorkeurzenders ............................................. Kiezen van de FM-ontvangstfunctie .................................... Gebruik van RDS (Radio Data System) voor ontvangst van FM-zenders ............................................................ Opzoeken van een programma aan de hand van PTY-codes ..................................................................... Tijdelijk overschakelen len naar een ander gewenst radioprogramma ............................................................
32 32 33 34 35 37
Voor realistische geluidsvelden ........................ 38 Reproductie met een bioscoopeffect ................................... Introductie van de Surround-functies ................................... Introductie van de DSP-functies .......................................... Activeren van de Surround-/DSP-functies ...........................
Bediening van andere JVC toestellen ............... Bediening van componenten van een ander merk ................................................................ Oplossen van problemen ................................... Technische gegevens .........................................
38 38 40 41
44 46 49 50
1 NL01-05RXF31S[E]f.p65
1
14/4/05, 4:18 PM
Afstandsbediening
Namen van onderdelen
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
HOME CINEMA CONTROL CENTER REMOTE CONTROL
RM-SRXF31R
1
p
2
q w e
3
r
4 5
SET
6
1 TV DIRECT toets (7, 14, 24) 2 Bronkeuzetoetsen (12, 14, 32 – 34) DVR/DVD, VCR, VIDEO, TV, DVD MULTI, FM/AM 3 • Bedieningstoetsen voor tuner (32, 33) ( TUNING, TUNING 9, MEMORY, FM MODE • Bedieningstoetsen voor RDS (35, 37) TA/NEWS/INFO, ( PTY, PTY 9 4 PTY SEARCH toets (35) 5 Bedieningstoetsen voor in-beelddisplay (18, 26) Cursor toetsen (3, 2, 5, ∞), SET 6 SMART SURROUND SETUP toets (16) 7 SOUND toets (13, 14, 23, 30, 31) 8 SURROUND toets (42) 9 Insteltoetsen voor uitgangsniveaus voor luidsprekers en subwoofer (29) FRONT L +/–, FRONT R +/–, CENTER +/–, SUBWFR +/–, SURR L +/–, SURR R +/– p AUDIO toets (12, 14) q MUTING toets (15) w VOLUME +/– toets (13) e Functieschakelaar (12, 14, 16, 18, 23, 26, 29 – 32, 34, 42) DVR, DVD, AUDIO/TV/VCR/STB r MENU toets (18, 26) t DISPLAY toets (34) y • Cijfertoetsen (33) • Regeltoetsen (13, 14, 23, 30, 31) DECODE, EQ FREQ, BASS BOOST, C.TONE, EQ LEVEL 9, MIDNIGHT, EFFECT, EQ LEVEL (, A.POSITION u DIMMER toets (15) i ANALOG/DIGITAL INPUT toets (12) o TEST TONE toets (17, 29) ; SLEEP toets (15)
t De toetsen die hier niet worden beschreven, kunnen worden gebruikt voor bediening van andere JVC toestellen of apparatuur van andere merken. Zie bladzijden 44 t/m 48 voor details.
y
u i
7 8
• Voor bediening van de receiver moet u de functieschakelaar (e) naar “AUDIO/TV/VCR/STB”. • Voor bediening van een JVC DVD-recorder moet u de functieschakelaar (e) naar “DVR”. • Voor bediening van een JVC DVD-speler moet u de functieschakelaar (e) naar “DVD”.
9 o ;
Druk hier en schuif omlaag om de klep van de afstandsbediening te openen.
2 NL01-05RXF31S[E]f.p65
2
14/4/05, 4:18 PM
Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details.
Voorpaneel 1
2
RX-F31
3
4
HOME CINEMA CONTROL CENTER DVR MULTI
DVR / DVD
VCR
VIDEO
TV
MASTER VOLUME
SOURCE SELECTOR / MULTI JOG
FM / AM SET / TUNER PRESET
STANDBY / ON
PHONES
TV DIRECT
5
SETTING
ADJUST
SURROUND
p
6 7 8 9
q
1 STANDBY/ON toets en standby lampje (12, 14) 2 Bronlampjes DVD MULTI, DVR/DVD, VCR, VIDEO, TV, FM/AM 3 • SOURCE SELECTOR (12, 14, 33) • MULTI JOG (18, 26, 33, 42) 4 MASTER VOLUME regelaar (13) 5 PHONES aansluiting (13) 6 TV DIRECT toets (14)
w 7 8 9 p q w
SETTING toets (18) ADJUST toets (26) SURROUND toets (42) Afstandsbedieningsensor (4) Displayvenster (zie hieronder) • SET toets (17, 18, 26) • TUNER PRESET toets (33)
Displayvenster 1
2
45
3
6
7
9
8
0
- =
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
!
~
%
@ # $
1 2 3 4 5 6 7
^
&
- AUTO MODE indicator (24) = ATT (verzwakking) indicator (30) ~ Digitaal signaalformaatindicators (13, 38, 39) LPCM (Lineair PCM), DOLBY D (Dolby Digital), DTS, 96/24 ! Signaal- en luidsprekerindicators (15) @ DSP indicator (39, 40, 41) # AUTO SR (surround) indicator (43) $ 3D indicator (39, 40, 41) % Hoofddisplay ^ Frequentie-eenheidindicators MHz (voor FM-zenders), kHz (voor AM (MG)-zenders) & HP (hoofdtelefoon) indicator (13, 39, 41)
EQ indicator (30) C.TONE indicator (31) VIRTUAL SB indicator (22, 38, 39) indicator (39, 40) AUDIO P. (positie) indicator (14) BASS indicator (30) Indicators voor RDS-bediening (34, 37) TA, NEWS, INFO, RDS 8 Indicators voor tuner-bediening (32) TUNED, ST (stereo) 9 AUTO MUTING indicator (33) 0 SLEEP indicator (15)
Achterpaneel 1
2
4
3
ANTENNA 1(DVR/DVD) 2(VIDEO)
AM LOOP
VIDEO COMPONENT
AV IN/OUT
VIDEO IN
5
CENTER
DVR/DVD
CENTER
SURROUND RIGHT
LEFT
SPEAKERS
AUDIO
SUBWOOFER
L
VCR DVD MULTI IN
PB
LEFT
VIDEO
MONITOR OUT
Y
FRONT RIGHT
COAXIAL
AM EXT S-VIDEO
CAUTION:SPEAKER IMPEDANCE 6 – 16 DIGITAL IN
FM 75
DVR/DVD IN
3(TV)
TV
PR
R
SURR–R
6 1 Netsnoer (11) 2 VIDEO aansluitingen (8 – 10) • COMPONENT (Y, PB, PR): VIDEO IN, DVR/DVD IN, MONITOR OUT • S-VIDEO VIDEO IN • VIDEO (composiet video) VIDEO IN 3 AV IN/OUT aansluitingen (7) TV, DVR/DVD, VCR 4 ANTENNA aansluitingen (5)
SURR–L
DVR/DVD IN
VIDEO IN
7
MONITOR OUT
SUBWOOFER OUT
8
9
5 DIGITAL IN aansluitingen (11) • Coaxiaal: 1(DVR/DVD) • Optisch: 2(VIDEO), 3(TV) 6 DVD MULTI IN aansluitingen (9) CENTER, SUBWOOFER, SURR-R, SURR-L 7 AUDIO aansluitingen (8 – 10) DVR/DVD IN, VIDEO IN, MONITOR OUT 8 SUBWOOFER OUT aansluiting (6) 9 SPEAKERS aansluitingen (6) FRONT, CENTER, SURROUND
3 NL01-05RXF31S[E]f.p65
3
4/19/05, 9:33 AM
Starten
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening Voor gebruik van de afstandsbediening moet u eerst de twee bijgeleverde batterijen plaatsen.
1
2
3
Voor de installatie Algemeen voorzorgen • Zorg dat uw handen droog zijn. • Schakel alle apparatuur uit. • Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt sluiten aandachtig door.
Plaatsing • Plaats de receiver op een vlakke plaats die niet aan vocht en stof onderhevig is. • De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet hoger worden dan 35˚C. • Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken. • Zorg dat er voldoende afstand tussen de receiver en de TV is.
1 2
Druk op de batterij-afdekking op de achterkant van de afstandsbediening en schuif open. Plaats de batterijen. Zorg dat de polen in de juiste richting wijzen: (+) naar (+) en (–) naar (–).
3
Plaats de deksel weer terug.
Vervang de batterijen indien het bereik van de afstandsbediening kleiner wordt of de afstandsbediening niet meer goed werkt. Gebruik in dat geval twee R6(SUM-3)/AA(15F) droge cel batterijen. • De bijgeleverde batterijen dienen uitsluitend voor het in gebruik nemen. Plaats andere batterijen voor langdurig gebruik.
Veiligheid
LET OP:
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger. • Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven, beschermplaten of onderdelen. • Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen. • Trek niet aan het netsnoer om de stekker te ontkoppelen. Pak de stekker beet voor het ontkoppelen zodat het snoer niet kan worden beschadigd. • Trek de stekker uit het stopcontact indien u het toestel voor langere tijd niet gaat gebruiken, bijvoorbeeld wanneer u op vakantie gaat. Met de stekker in het stopcontact gestoken, wordt er altijd een kleine hoeveelheid stroom verbruikt.
Voorkom het lekken of barsten van batterijen en let daarom op het volgende: • Plaats batterijen altijd met de polen in de juiste richting in het vak van de afstandsbediening: (+) naar (+) en (–) naar (–). • Gebruik uitsluitend het gespecificeerde type batterij. Batterijen van dezelfde afmetingen hebben namelijk mogelijk een ander voltage. • Vervang altijd beide batterijen tegelijkertijd door nieuwe. • Stel batterijen niet aan hitte of vlammen bloot.
Richt de afstandsbediening bij gebruik recht naar de afstandsbedieningsensor van de voorpaneel. Deze receiver heeft een ingebouwde ventilator die in werking treedt wanneer het receiver wordt ingeschakeld. Zorg dat er voldoende vrije ruimte rond de receiver is zodat deze goed door de ventilator kan worden gekoeld.
Afstandsbedieningsensor
LET OP: Steek de stekker niet in een stopcontact voordat alle andere verbindingen zijn voltooid.
Controleren van de bijgeleverde accessoires
Voor bediening van de receiver, drukt u de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
Controleer dat u alle hieronder beschreven accessoires heeft. Neem direct contact op met de plaats van aankoop indien er accessoires ontbreken. • • • • • •
Afstandsbediening (× 1) Batterijen (× 2) Ringantenne voor AM (MG) (× 1) FM-antenne (× 1) SCART kabel (× 1) Digitale coaxiale kabel (× 1)
4 NL01-05RXF31S[E]f.p65
4
14/4/05, 4:18 PM
Aansluiten van de antennes voor FM en AM (MG) Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere verbindingen zijn gemaakt.
Ringantenne voor AM (MG) (bijgeleverd) Druk de lipjes van de ring in de openingen van de basis om de ringantenne voor AM (MG) in elkaar te zetten.
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) indien de ontvangst van FM slecht is.
AM LOOP
Verbind een enkel vinylgeïsoleerd buitendraad (niet bijgeleverd) indien de ontvangst van AM (MG) slecht is.
AM EXT
ANTENNA
FM 75 COAXIAL
FM-antenne (bijgeleverd) A
ENN
ANT
Aansluiten van de antenne voor AM (MG) Verbind de bijgeleverde ringantenne voor AM (MG) met de AM LOOP aansluitingen. Verbind het witte snoer met de AM EXT aansluiting en het zwarte snoer met de H aansluiting. Richt de ring voor een optimale ontvangst. • Verbind een enkel vinyl-geïsoleerd buitendraad (niet bijgeleverd) met de AM EXT aansluiting indien de ontvangst slecht is. Houd in dat geval de ringantenne voor AM (MG) ook aangesloten.
OPMERKINGEN • Indien het draad van de ringantenne voor AM (MG) met vinyl is bedekt, moet u het vinyl van het uiteinde verwijderen door het te draaien zoals u hier rechts ziet. • Controleer dat de antennegeleiders geen contact met andere aansluitingen, aansluitsnoeren en het netsnoer maken. Dit zou namelijk de ontvangst van zenders verslechteren.
Aansluiten van de antenne voor FM Verbind de bijgeleverde FM-antenne met de FM 75 Ω COAXIAL aansluiting als tijdelijke oplossing. Rol de FM-antenne in horizontale richting uit. • Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) indien de ontvangst slecht is. Alvorens een 75 Ω coaxkabel met een stekker (IEC of DIN 45325) aan te sluiten, moet u de bijgeleverde FM-antenne ontkoppelen.
5 NL01-05RXF31S[E]f.p65
5
14/4/05, 4:18 PM
Aansluiten van de luidsprekers Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere verbindingen zijn gemaakt.
Opstelling van de luidsprekers
C
L
R
SW
CAUTION:SPEAKER IMPEDANCE 6 – 16 FRONT RIGHT
LS
CENTER
LEFT
SURROUND RIGHT
LEFT
SPEAKERS
RS
Subwoofer met stroomcircuit (SW)
SUBWOOFER OUT
Rechtervoorluidspreker (R) Linkersurroundluidspreker (LS)
Linkervoorluidspreker (L) Middenluidspreker (C)
Aansluiten van een subwoofer met stroomcircuit
Aansluiten van de luidsprekers Schakel de spanning van alle componenten uit alvorens verbindingen.
1
2
3 2
Rechtersurroundluidspreker (RS)
1
Met een subwoofer kunt u de lage tonen verbeterd weergeven of de oorspronkelijke LFE (lage frequentie) signalen van digitale software reproduceren.
Verbind middels een RCA tulpstekkersnoer (niet bijgeleverd) de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen stroomcircuit met de SUBWOOFER OUT aansluiting op het achterpaneel. • Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de subwoofer.
1
Draai een stukje van de isolatie bij het uiteinde van ieder luidsprekersnoer en verwijder dat stukje.
2
Houd de klem van de luidsprekeraansluiting ingedrukt (1), en steek vervolgens het luidsprekersnoer (2) in de aansluiting. • Voor iedere luidspreker moet u de (+) en (–) aansluitingen op het achterpaneel met respectievelijk de met (+) en (–) gemarkeerde aansluitingen van de luidsprekers verbinden.
3
Na het aansluiten van alle luidsprekers en/of een subwoofer moet u de juiste informatie voor de aangesloten luidsprekers instellen voor een optimaal surroundeffect. Zie bladzijden 16, 17 en 21 t/m 23 voor details. OPMERKING U kunt de subwoofer op iedere gewenste plaats installeren daar de lage tonen niet-richtinggevoelig zijn. Plaats normaliter echter voor de luisterplaats.
Laat uw vinger van de klem los.
LET OP: • Gebruik luidsprekers met de SPEAKER IMPEDANCE die bij de luidsprekeraansluitingen (6 Ω – 16 Ω) is vermeld. • Sluit NIET meer dan één luidspreker op één luidsprekeraansluiting aan.
6 NL06-11RXF31S[E]f.p65
6
18/4/05, 12:32 PM
Gebruik GEEN TV die via een videorecorder is verbonden of een TV met ingebouwde videorecorder; het beeld wordt anders mogelijk vervormd.
Aansluiten van videocomponenten SCART verbinding U kunt het beeld bekijken en geluid horen van weergavecomponenten door eenvoudig een verbinding met de SCART kabel te maken. • Indien uw videocomponenten een digitale uitgangsaansluiting hebben, dient u deze tevens met de digitale aansluiting te verbinden zoals beschreven bij “Digitale verbinding” (zie bladzijde 11). Middels deze aansluitingen krijgt u een betere geluidskwaliteit.
Schakel de spanning van alle componenten uit alvorens verbindingen. • De afbeeldingen van de in- en uitgangsaansluitingen zijn standaardvoorbeelden. Zie bij het aansluiten van andere componenten tevens de betreffende gebruiksaanwijzingen daar de namen van aansluitingen op het achterpaneel per component verschillend zijn.
BELANGRIJK:
LET OP:
Stel de volgende onderdelen juist in; u zult anders geen beelden op de TV kunnen bekijken. – DVD VIDEO INPUT en VCR VIDEO INPUT instellingen – DOWN MIX instelling – Y/C SEPARATE instelling Zie bladzijde 25 voor details aangaande deze instellingen.
Indien u een apparaat voor verbetering van het geluid, bijvoorbeeld een grafische equalizer, tussen het broncomponent en dit toestel aansluit, wordt het via dit toestel weergegeven geluid mogelijk vervormd.
AV IN/OUT
TV
DVR/DVD
VCR
TV
Videorecorder
SCART kabel (bijgeleverd: 1 kabel)
OPMERKING Indien de TV meerdere SCART aansluitingen heeft, moet u in de gebruiksaanwijzing van de TV controleren welke videosignalen voor iedere aansluiting beschikbaar zijn. Sluit vervolgens de SCART kabel overeenkomstig juist aan.
DVD-recorder of DVD-speler
Specificaties van de SCART aansluiting Naam aansluiting TV
VCR
DVR/DVD
䡬
䡬
䡬
䡬*1
䡬*1
䡬*1
S-video (Y/C)
−
䡬*1
䡬*1
RGB
−
䡬
䡬
䡬*2
䡬
䡬
Audio
L/R Composiet
Ingang Video
Audio
L/R Composiet
䡬
䡬
䡬
Video
S-video (Y/C)
䡬
−
−
RGB
䡬
−
−
䡬*3
䡬*3
䡬*3
Uitgang
T-V LINK
Een signaal dat via de SCART aansluiting wordt ingevoerd, kan niet via dezelfde SCART aansluiting worden uitgestuurd. *1 Composietvideosignalen en S-videosignalen kunnen naar elkaar worden omgezet. Zie bladzijde 25 voor details aangaande de instellingen en de reproductie van signalen. *2 Uitsluitend indien TV Direct in gebruik is (zie bladzijde 14). *3 De signalen voor de T-V LINK functie gaan altijd via het toestel.
䡬: Beschikbaar, –: Niet beschikbaar
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
7 NL06-11RXF31S[E]f.p65
7
14/4/05, 4:41 PM
Voor een analoge decoder
Voor T-V LINK
Voor het bekijken of opnemen van een gecodeerd programma met uw videorecorder, moet u een analoge decoder met de videorecorder verbinden en vervolgens het gecodeerde kanaal van de videorecorder kiezen. Indien er geen vereiste aansluiting voor de decoder op uw videorecorder is, verbind dan de decoder met de TV. Zie tevens de bij de betreffende apparatuur geleverde gebruiksaanwijzingen.
• U kunt de T-V LINK functie tevens gebruiken indien u een voor T-V LINK geschikte TV en videorecorder met dit receiver verbindt middels volledige draad SCART kabels. Zie de bij de TV en videorecorder geleverde gebruiksaanwijzingen voor details aangaande T-V LINK. • Verbind de SCART kabel met de EXT-2 aansluiting van uw met JVC’s T-V LINK compatibele TV voor gebruik van de T-V LINK functie. • Bepaalde videocomponenten zijn geschikt voor datacommunicatie, bijvoorbeeld T-V LINK. Zie tevens de bij deze componenten geleverde gebruiksaanwijzingen voor details.
Audio-/videoverbinding Behalve de SCART aansluitingen heeft deze receiver tevens de volgende video-aansluitingen: • Component video-ingang/uitgang: VIDEO IN, DVR/DVD IN, MONITOR OUT • Composiet en S-video-ingang: VIDEO IN BELANGRIJK: De component videosignalen van de COMPONENT aansluitingen worden uitsluitend via de MONITOR OUT aansluitingen uitgestuurd. Indien de TV derhalve via de SCART aansluiting (TV) met de receiver is verbonden en een spelend videocomponent via de component video-aansluitingen (VIDEO IN of DVR/DVD IN) met de receiver is verbonden, kunt u het weergavebeeld niet op de TV bekijken.
7 Verbinden van een DVD-recorder of DVD-speler met de DVR/DVD IN aansluitingen Voor optimale weergave van Dolby Digital en DTS multikanaal software (inclusief Dual Mono software), moet u de DVD-recorder of DVD-speler via de digitale ingangsaansluitingen verbinden (zie bladzijde 11).
Indien u een DVD-recorder of DVD-speler met de stereo-uitgangsaansluitingen verbindt: Schakel de spanning van alle componenten uit alvorens verbindingen.
Wit VIDEO COMPONENT
VIDEO IN
Stereo audiokabel (niet bijgeleverd)
AUDIO L S-VIDEO
VIDEO
DVR/DVD IN R MONITOR OUT
DVR/DVD IN
Y
PB
VIDEO IN
MONITOR OUT
PR
ı
Rood
Groen Blauw
Rood
Component videokabel (niet bijgeleverd)
Å
DVD-recorder of DVD-speler
Å Naar component video-uitgang ı Naar links/rechts audiokanaaluitgang OPMERKINGEN • Sluit Y, PB en PR juist aan. • Verbind geen verschillende componenten met de AUDIO DVR/ DVD IN aansluitingen en AV IN/OUT (SCART) DVR/DVD aansluiting (zie bladzijde 7); geluid van beide componenten wordt anders tegelijkertijd via de luidsprekers weergegeven.
8 NL06-11RXF31S[E]f.p65
8
14/4/05, 4:41 PM
Indien u een DVD-speler met de analoge gescheiden uitgangsaansluitingen (DVD MULTI IN) verbindt: Deze verbinding is de beste aansluitmethode voor weergave van geluid van een DVD-Audio. Bij weergave van een DVD-Audio kan het oorspronkelijke geluid van hoge kwaliteit uitsluitend via deze verbinding worden gereproduceerd. Schakel de spanning van alle componenten uit alvorens verbindingen.
Mono-audiokabel (niet bijgeleverd)
Å ı AUDIO CENTER
DVD-speler
Wit
SUBWOOFER
L
DVD MULTI IN
Ç
R
SURR–R
SURR–L
DVR/DVD IN
VIDEO IN
MONITOR OUT
SUBWOOFER OUT
Rood
Î
Stereo audiokabel (niet bijgeleverd) Wit Rood Å ı Ç Î
Naar subwooferuitgang Naar middenkanaal audio-uitgang Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgang Naar links/rechts surroundkanaal audio-uitgang
OPMERKING Verbind geen verschillende componenten met de DVD MULTI IN aansluitingen en AV IN/OUT (SCART) DVR/DVD aansluiting (zie bladzijde 7); geluid van beide componenten wordt anders tegelijkertijd via de luidsprekers weergegeven.
Meer over “DVD MULTI” Indien u “DVD MULTI” als bron kiest (zie bladzijde 12), kunt u het geluid van de analoge gescheiden uitgang (5,1 kanaal weergave) van het aangesloten component reproduceren. • U moet mogelijk de analoge gescheiden uitgangsfunctie van het component kiezen. OPMERKINGEN • Bij gebruik van de hoofdtelefoon kunt u uitsluitend het geluid van de voorkanalen beluisteren (links en rechts). (De 3D HEADPHONE functie kan niet worden gebruikt). • Wanneer TV Direct wordt geactiveerd met “DVD MULTI” als bron gekozen, verandert de bron weer naar de hiervoor laatst gekozen bron, “DVR/DVD”, “VCR” of “VIDEO” (zie bladzijde 14). • Voor “DVD MULTI” kunt u geen Surround-/DSP-functies gebruiken (zie bladzijden 38 tot 41).
9 NL06-11RXF31S[E]f.p65
9
14/4/05, 4:41 PM
7 Verbinden van een ander videocomponent met de VIDEO IN aansluitingen Indien uw videocomponenten S-video (Y/C-gescheiden) en/of component video (Y, PB, PR) aansluitingen hebben, kunt u deze middels een S-videokabel (niet bijgeleverd) en/of een component videokabel (niet bijgeleverd) verbinden. Middels deze aansluitingen krijgt u een betere beeldkwaliteit, op volgorde van: Component video > S-video > Composiet video Kies “VIDEO” als bron (zie bladzijde 12) voor weergave van het videocomponent dat met deze aansluitingen is verbonden. Schakel de spanning van alle componenten uit alvorens verbindingen.
AUDIO
VIDEO COMPONENT
VIDEO IN
Wit S-VIDEO
Stereo audiokabel (niet bijgeleverd)
VIDEO
DVR/DVD IN
DVR/DVD
VIDEO
IN
IN
MONIT
Å
OUT
MONITOR OUT
Y
PB
Videorecorder, enz.
Rood
PPRR
Geel
ı
Composiet videokabel (niet bijgeleverd) Groen Blauw Rood
Ç
Î
S-videokabel (niet bijgeleverd) Component videokabel (niet bijgeleverd)
Å ı Ç Î
Naar links/rechts audiokanaaluitgang Naar composiet video-uitgang Naar S-video-uitgang Naar component video-uitgang
OPMERKING • Sluit Y, PB en PR juist aan. • De signalen die via de S-VIDEO en VIDEO (composietvideo) of VIDEO IN aansluitingen worden ingevoerd, worden via de SCART aansluiting uitgestuurd (zie bladzijde 7). • S-videosignalen en composietvideosignalen kunnen naar elkaar worden omgezet. Zie bladzijde 25 voor details.
7 Verbinden van een TV met de MONITOR OUT aansluitingen Schakel de spanning van alle componenten uit alvorens verbindingen.
O
Wit
L
DVR/DVD IN
MONITOR OUT
R
Y
PB
DEO
PR
N
MONITOR OUT
Stereo audiokabel (niet bijgeleverd) TV
SUBWOOFER OUT
Rood
Groen Blauw
Rood
Å
Component videokabel (niet bijgeleverd)
ı
Å Naar links/rechts audiokanaalingang ı Naar component video-ingang BELANGRIJK: De audiosignalen worden UITSLUITEND via de AUDIO MONITOR OUT (RIGHT/LEFT) aansluitingen uitgestuurd wanneer TV Direct in gebruik is (zie bladzijde 14). OPMERKINGEN • Sluit Y, PB en PR juist aan. • Indien u een TV via de VIDEO MONITOR OUT aansluitingen heeft verbonden, zal het in-beelddisplay niet op het scherm van de TV worden getoond (zie bladzijde 25).
10 NL06-11RXF31S[E]f.p65
10
14/4/05, 4:41 PM
Digitale verbinding Deze receiver heeft drie DIGITAL IN aansluitingen—één digitale coaxiale aansluiting en twee digitale optische aansluitingen. Voor weergave van digitaal geluid, moet u behalve de analoge verbinding als beschreven op bladzijden 7 tot 10, ook een digitale verbinding maken.
Digitale coaxiale kabel (bijgeleverd: 1 kabel)
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
Aansluiten van het netsnoer Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact nadat alle audio- en videoverbindingen zijn gemaakt. Controleer dat de stekkers geheel zijn ingestoken. Het standby lampje licht rood op. LET OP: • Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan. • Breng geen wijzigingen in het netsnoer aan en zorg dat dit niet wordt verdraaid of verbogen; plaats er ook geen zware voorwerpen op, om brand, een elektrische schok of andereongelukken te voorkomen. • Neem contact op met uw leverancier voor een nieuw netsnoer als het snoer beschadigd is.
OPMERKINGEN
Indien het component een digitale coaxiale uitgangsaansluiting heeft, moet u deze middels een digitale coaxiale kabel (bijgeleverd) met de 1(DVR/DVD) aansluiting verbinden.
1(DVR/DVD) 2(VIDEO)
• Houd het netsnoer uit de buurt van de andere aansluitsnoeren en de antenne. Het netsnoer kan anders namelijk ruis of scherminterferentie veroorzaken. • De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnen in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist: – Wanneer u de stekker eruit haalt. – Wanneer er een stroomstoring optreedt.
3(TV)
DIGITAL IN
Indien het component een digitale optische uitgangsaansluiting heeft, moet u deze middels een digitale optische kabel (niet bijgeleverd) met de 2(VIDEO) of 3(TV) aansluiting verbinden.
Verwijder het beschermdopje alvorens een optisch digitaal kabel aan te sluiten.
OPMERKINGEN • Bij het verlaten van de fabriek zijn de DIGITAL IN aansluitingen voor gebruik met de volgende componenten ingesteld: – 1(DVR/DVD): Voor DVD-recorder of DVD-speler – 2(VIDEO): Voor het apparaat dat met de VIDEO IN aansluiting is verbonden – 3(TV): Voor TV Indien u andere apparatuur heeft aangesloten, moet u de instelling voor de digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN) veranderen. Zie “Instellen van de digitale (DIGITAL IN) ingangsaansluitingen—DIGITAL IN 1/2/3” op bladzijde 24. • Kies de digitale ingangsfunctie. Zie “Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie” op bladzijde 12.
11 NL06-11RXF31S[E]f.p65
11
14/4/05, 4:41 PM
2 Kiezen van de weer te geven bron
Basisbediening
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: Draai SOURCE SELECTOR totdat de naam van de gewenste bron op het display verschijnt. Het bronlampje van de gekozen bron licht rood op. • Door SOURCE SELECTOR te draaien, verandert de bron als volgt:
Het in-beelddisplay verschijnt ongeveer 5 seconden (uitgezonderd voor “Tijdelijk uitschakelen van het geluid”) op het TV-scherm en toont de diverse aanduidingen in de volgende gevallen: – Wanneer u de bron kiest (uitgezonderd voor “TV”) (zie de rechterkolom). – Wanneer u het volume instelt (zie bladzijde 13). – Wanneer u het geluid tijdelijk dempt (zie bladzijde 15). – Wanneer u een surroundfunctie/DSP-functie kiest (zie bladzijde 42). Voor het annuleren van deze functie moet u “SUPERIMPOSE” op “SUPERIMPOSE: OFF” stellen (zie bladzijde 25).
2
1
3
Bronlampjes
1 2 Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
3
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS kHz 96 / 24 AUTO SR
DVD MULTI VCR (DIGITAL) TV (DIGITAL)
DVR/DVD (DGT) VIDEO (DGTL) AM FM
(Terug naar het begin) DVD MULTI:
Kies voor de DVD-speler met gebruik van de analoge discrete uitgangsfunctie (5.1kanaal reproductie). DVR/DVD (DGT)*: Kies voor de DVD-recorder of DVD-speler. VCR (DIGITAL)*: Kies voor de videorecorder. VIDEO (DGTL)*: Kies voor het component dat met de VIDEO IN aansluitingen op het achterpaneel van de receiver is verbonden. TV (DIGITAL)*: Kies voor de TV. FM: Kies voor een FM-uitzending. AM: Kies voor een AM (MG)-uitzending.
Met de afstandsbediening: Druk op een van de bronkeuzetoetsen. • Voor de tuner drukt u op FM/AM. Door iedere druk op FM/AM, wordt afwisselend “FM” en “AM” als golfband gekozen.
* Kiezen van de analoge of digitale ingangsfunctie U moet de juiste ingangsfunctie kiezen voor een apparaat dat u met zowel de digitale aansluitmethode als analoge aansluitmethode heeft verbonden (zie bladzijden 7 tot 11). • U kunt de digitale ingang uitsluitend kiezen voor bronnen waarvoor u de digitale ingangsaansluitingen heeft ingesteld. (Zie “Instellen van de digitale (DIGITAL IN) ingangsaansluitingen—DIGITAL IN 1/2/3” op bladzijde 24).
1 Inschakelen van de spanning Druk op STANDBY/ON (of de afstandsbediening).
AUDIO van
Het standby lampje dooft en het bronlampje van de huidige gekozen bron licht rood op.
De naam van de ingestelde bron verschijnt. EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS kHz 96 / 24 AUTO SR
Uitschakelen van de spanning (naar standby) Druk nogmaals op STANDBY/ON (of afstandsbediening). Het standby lampje licht rood op.
AUDIO van de
ALLEEN met de afstandsbediening: Druk op ANALOG/DIGITAL INPUT om de analoge of digitale ingangsfunctie te kiezen. • Door iedere druk op de toets, wordt ingangsfunctie afwisselend de analoge ingang (“ANALOGUE”) en de digitale ingang (“DGTL AUTO”) ingesteld. Deze instelling wordt voor iedere bron in het geheugen vastgelegd. DGTL AUTO: Kies voor de digitale ingangsfunctie. Het receiver tast automatisch het formaat van het binnenkomende signaal af, vervolgens licht de digitale signaalindicator (LPCM, DOLBY D, DTS of DTS 96/24) voor het afgetaste signaal op. ANALOGUE: Kies voor de analoge ingangsfunctie. Fabrieksinstelling: DGTL AUTO OPMERKING
OPMERKING Tijdens standby wordt er nog een kleine hoeveelheid stroom naar het toestel gestuurd. Om de spanning geheel uit te schakelen, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken.
U kunt de analoge en digitale ingangsfunctie niet gebruiken indien u “DVD MULTI”, “FM” of “AM” als bron heeft gekozen.
12 NL12-15RXF31S[E]f.p65
12
18/4/05, 12:33 PM
3 Instellen van het volume Voor het verhogen van het volume, draait u MASTER VOLUME naar rechts (of drukt u op VOLUME + van de afstandsbediening). Voor het verlagen van het volume, draait u MASTER VOLUME naar links (of drukt u op VOLUME – van de afstandsbediening). • De volumeniveau-aanduiding verschijnt even op het display wanneer u het volume instelt. EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
Kiezen van de digitale decodeerfunctie Voer de volgende stappen uit indien u de volgende problemen heeft bij weergave van Dolby Digital of DTS software met “DGTL AUTO” gekozen (zie bladzijde 12): • Geen geluid bij het starten van de weergave. • Ruis tijdens het zoeken of verspringen naar hoofdstukken of fragmenten.
ALLEEN met de afstandsbediening: Druk op SOUND en vervolgens op DECODE om “DOLBY D” of “DTS” te kiezen. • Door iedere druk op DECODE verandert de digitale decodeerfunctie als volgt:
LET OP:
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
Stel het volume altijd op het minimale niveau alvorens de weergave van een bron te starten. Indien een hoog volume is ingesteld, kan een plotseling hard geluid uw gehoor en/of de luidsprekers beschadigen.
DGTL AUTO DOLBY D (Terug naar het begin) DTS
OPMERKING Het volumeniveau kan vanaf “0” (minimum) tot “50” (maximum) worden ingesteld.
• Kies “DOLBY D” voor weergave van software die met Dolby Digital is gecodeerd. • Kies “DTS” voor weergave van software die met DTS is gecodeerd.
Luisteren via een hoofdtelefoon U kunt niet alleen stereo-software maar ook multi-kanaal software via de hoofdtelefoon beluisteren. (In geval van multi-kanaal software wordt het geluid teruggemengd tot de voorkanalen). Verbind een hoofdtelefoon met de PHONES aansluiting op het voorpaneel om de HEADPHONE functie te activeren. De HP (hoofdtelefoon) indicator licht op het display op. • U kunt ook de Surround/DSP-functies voor weergave via de hoofdtelefoon gebruiken—3D HEADPHONE functie. Zie bladzijden 39 en 41 voor details. • De HEADPHONE (of 3D HEADPHONE) functie wordt uitgeschakeld en de luidsprekers worden geactiveerd wanneer u de hoofdtelefoon weer van de PHONES aansluiting ontkoppelt. LET OP: Verlaag beslist het volume: • Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan beschadigen. • Alvorens de luidsprekers weer in te schakelen, daar anders mogelijk een zeer hoog volume via de luidsprekers wordt weergegeven.
OPMERKINGEN • Bij het uitschakelen van de spanning of het kiezen van een andere bron, worden “DOLBY D” en “DTS” geannuleerd en de digitale decodeerfunctie automatisch weer naar “DGTL AUTO” teruggesteld. • Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
De volgende digitale signaalformaatindicators op het display tonen wat voor een soort signaal door de receiver wordt ontvangen. LPCM:
Licht op wanneer Lineair PCM signalen worden ontvangen.
DOLBY D:
• Licht op wanneer Dolby Digital signalen worden ontvangen. • Knippert wanneer “DOLBY D” is gekozen voor software die niet met Dolby Digital is gecodeerd.
DTS:
• Licht op indien conventionele DTS-signalen worden ontvangen. • Knippert indien “DTS” is gekozen voor andere software dan DTS.
DTS 96/24: Licht op wanneer DTS 96/24 signalen worden ontvangen. OPMERKING Indien “DGTL AUTO” het binnenkomende signaal niet kan herkennen, zal er geen digitaal signaalformaatindicators op het display oplichten.
13 NL12-15RXF31S[E]f.p65
13
14/4/05, 4:49 PM
Activeren van TV Direct Met TV Direct kunt u deze receiver als AV-keuzepaneel gebruiken wanneer de receiver is uitgeschakeld. Met TV Direct geactiveerd worden de signalen van het beeld en geluid van de videocomponenten, bijvoorbeeld een DVD-speler, via dit toestel naar de TV gestuurd. U kunt dankzij deze functie de videocomponenten en de TV, alsof ze direct zijn verbonden, gebruiken. • Deze functie heeft effect op de volgende bronnen—DVR/DVD, VCR en VIDEO. Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
Volg de hieronder beschreven stappen voor het activeren (of uitschakelen) van TV Direct:
1 Druk op TV DIRECT. Alle aanduidingen doven en vervolgens licht het bronlampje van de huidige bron groen op.
2 Schakel het videocomponent en de TV in. 3 Kies het videocomponent dat u voor
Instellen van de audiopositie van de subwoofer Stel de audiopositie voor de subwoofer in indien het geluid van de subwoofer bij normale stereoweergave, in vergelijking met multikanaal reproductie, te hard klinkt. Het subwooferuitgangsniveau wordt automatisch verlaagd met de gekozen waarde wanneer u stereogeluid beluistert. De AUDIO P. indicator licht op wanneer deze functie is geactiveerd. • De instelling wordt nadat u deze eenmaal heeft gemaakt voor iedere bron vastgelegd.
ALLEEN met de afstandsbediening: Druk op SOUND en vervolgens herhaaldelijk op A.POSITION. • Door iedere druk op A.POSITION verandert het niveau voor de audiopositie voor de subwoofer als volgt:
AUDIO P. indicator EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
–2 –4 –6 OFF (Geannuleerd)
weergave wilt gebruiken. Op het bedieningspaneel aan de voorzijde: Draai SOURCE SELECTOR totdat een van de bronlampjes—DVR/DVD, VCR of VIDEO —groen oplicht. Met de afstandsbediening: Druk op een van de bronkeuzetoetsen —DVR/DVD, VCR of VIDEO. Het bronlampje van de gekozen bron licht groen op. Voor het annuleren van TV Direct en uitschakelen van de STANDBY/ON op het voorpaneel receiver, drukt u op (of AUDIO van de afstandsbediening). De receiver wordt nu uitgeschakeld en het standby lampje licht op. Voor het annuleren van TV Direct en inschakelen van de receiver, drukt u nogmaals op TV DIRECT. De receiver wordt nu ingeschakeld en het bronlampje van de huidige gekozen bron licht rood op. OPMERKINGEN • Met TV Direct geactiveerd kunt u geen gebruik maken van de door dit receiver geproduceerde geluidseffecten en kunnen de op dit toestel aangesloten luidsprekers niet worden gebruikt. • U kunt de T-V LINK functie tussen de TV en videorecorder gebruiken wanneer TV Direct is geactiveerd. (Zie tevens de bij de TV en videorecorder geleverde gebruiksaanwijzingen voor details aangaande T-V LINK). • Indien u TV Direct activeert met “DVD MULTI”, “FM” of “AM” als bron gekozen, zal de hiervoor laatst gekozen bron weer worden geactiveerd—“DVR/DVD”, “VCR” of “VIDEO”.
Door een lager nummer wordt het niveau automatisch meer verlaagd bij weergave van een stereobron. • Kies “OFF” (fabrieksinstelling) indien u de audiopositie niet wilt instellen. OPMERKINGEN • Het minimale subwooferuitgangsniveau is –10 dB. Bijv.: Indien het uitgangsniveau voor de subwoofer op “–8 (dB)” en de audiopositie van de subwoofer op “–4 (dB)”, is gesteld, zal het uitgangsniveau voor de subwoofer bij weergave van een stereobron –10 dB zijn. Zie bladzijde 29 voor het instellen van het subwooferuitgangsniveau. • Deze functie kan niet worden gebruikt indien de surroundfunctie of een DSP-functie is geactiveerd en indien “DVD MULTI” is gekozen. • Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
14 NL12-15RXF31S[E]f.p65
14
14/4/05, 4:49 PM
Tijdelijk uitschakelen van het geluid ALLEEN met de afstandsbediening: Druk op MUTING om het geluid via alle luidsprekers en de hoofdtelefoon te dempen. “MUTING” verschijnt op het display en het volume wordt geheel verlaagd.
Annuleren van de inslaaptimer: Druk herhaaldelijk op SLEEP totdat “SLEEP OFF” op het display verschijnt. (De SLEEP indicator dooft). • De inslaaptimer wordt tevens geannuleerd wanneer: – U de receiver uitschakelt, of – TV Direct wordt geactiveerd.
Automatisch geheugen voor basisinstellingen Dit toestel legt de geluidsinstellingen voor iedere bron vast: • wanneer u de spanning uitschakelt, en • wanneer u van bron verandert.
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
Voor het weer inschakelen van het geluid, druk weer op MUTING. • Het geluid wordt tevens hersteld door een druk op VOLUME +/– (of het verdraaien van de MASTER VOLUME regelaar op het voorpaneel).
Veranderen van de displayhelderheid U kunt het display dimmen—Dimmer.
ALLEEN met de afstandsbediening: Druk herhaaldelijk op DIMMER. • Door iedere druk op de toets verandert de helderheid van het display als volgt: DIMMER 1:
Het display wordt iets donkerder. De blauwe verlichting wordt iets gedimd. DIMMER 2: Het display wordt meer dan met DIMMER 1 gedimd. De blauwe verlichting wordt iets gedimd (sterker dan met DIMMER 1). DIMMER 3: Het display en de blauwe verlichting worden uitgeschakeld. (Bij bediening van de receiver lichten het display en de verlichting even op*). DIMMER OFF: De dimmer is uitgeschakeld (normaal display).
Bij het veranderen van bron worden de in het geheugen vastgelegde instellingen voor de nieuwe gekozen bron automatisch opgeroepen. De volgende instellingen kunnen voor iedere bron afzonderlijk worden vastgelegd: • Analoge/digitale ingangsfunctie (zie bladzijde 12) • Audiopositie voor subwoofer (zie bladzijde 14) • Middernachtfunctie (zie bladzijde 23) • Luidsprekeruitgangsniveau (zie bladzijde 29) • Digitale egalisatiepatroon (zie bladzijde 30) • Versterking van lage tonen (zie bladzijde 30) • Fase voor subwoofer (zie bladzijde 30) • Ingang-verzwakkingsfunctie (zie bladzijde 30) • Surround-/DSP-functiekeuze (zie bladzijden 41 tot 43) OPMERKING Indien u “FM” of “AM” als bron heeft gekozen, kunnen voor iedere golfband afzonderlijke instellingen worden vastgelegd.
Signaal- en luidsprekerindicators op het display Signaalindicators
L
C
R
S . WFR LFE LS SB RS
* Uitgezonderd wanneer TV Direct wordt geactiveerd of geannuleerd.
Luidsprekerindicators
L
C
R
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS PL LPCM L C R DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR 96 / 24
S . WFR LFE LS SB RS
De signaalindicators lichten op als volgt: L:
Uitschakelen van de stroom met de inslaaptimer U kunt bijvoorbeeld muziek beluisteren wanneer u naar bed gaat —inslaaptimer.
ALLEEN met de afstandsbediening: Druk herhaaldelijk op SLEEP. • Door iedere druk op de toets verandert de uitschakeltijd met stappen van 10 minuten. De SLEEP indicator licht op het display op.
SLEEP indicator EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
• Indien de digitale ingang is gekozen: Licht op wanneer het linkerkanaal een signaal ontvangt. • Indien de analoge ingang is gekozen: Licht altijd op. R: • Indien de digitale ingang is gekozen: Licht op wanneer het rechterkanaal een signaal ontvangt. • Indien de analoge ingang is gekozen: Licht altijd op. C: Licht op wanneer het middenkanaal een signaal ontvangt. LS*: Licht op wanneer het linkersurroundkanaal een signaal ontvangt. RS*: Licht op wanneer het rechtersurroundkanaal een signaal ontvangt. SB: Licht op wanneer het signaal van het surroundachterkanaal wordt ontvangen. LFE: Licht op wanneer het LFE-kanaal een signaal ontvangt. * Uitsluitend “S” licht op wanneer een mono-surroundsignaal wordt ontvangen. OPMERKING
10
20
30
OFF (Geannuleerd)
40 90
50 80
60 70
Met “DVD MULTI” als bron gekozen, lichten alle signaalindicators op, uitgezonderd “SB”. De luidsprekerindicators lichten als volgt op:
Wanneer de ingestelde stoptijd is bereikt: Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld. Controleren of veranderen van de resterende tijd tot de stoptijd: Druk éénmaal op SLEEP. De resterende tijd (in minuten) tot de stoptijd wordt getoond. • Druk herhaaldelijk op SLEEP om de stoptijd te veranderen.
• De subwooferindicator ( S . WFR ) licht op wanneer “SUBWOOFER” op “SUBWOOFER: YES”. Zie bladzijde 21 voor details. • De andere luidsprekerindicators lichten uitsluitend op wanneer de overeenkomende luidsprekers op “SMALL” of “LARGE”, zijn gesteld en tevens voor de huidige weergavefunctie vereist zijn.
15 NL12-15RXF31S[E]f.p65
15
14/4/05, 4:49 PM
ALLEEN met de afstandsbediening:
Basisinstellingen
Voor een optimaal geluidseffect met de Surround/DSP-functies (zie bladzijden 38 tot 43), dient u de juiste informatie voor de luidsprekers en subwoofer in te stellen nadat alle verbindingen zijn gemaakt. Vanaf bladzijden 16 tot 25 wordt beschreven hoe u de instellingen voor de luidsprekers en andere basisonderdelen voor de receiver moet maken.
Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
1 Ga op uw luisterplaats zitten. • Controleer dat de luidsprekersnoeren goed zijn aangesloten.
Automatisch instellen van de luidspreker-informatie—Smart Surround Setup De afstand vanaf uw luisterpositie tot de luidsprekers is een van de belangrijkste factoren voor een optimaal geluidseffect met gebruik van de Surround-/DSP-functies. Met gebruik van “Smart Surround Setup” worden de volgende instellingen automatisch berekend door één eenvoudige handeling—in uw handen klappen. • Luidsprekerafstand (in vergelijking met de dichtstbijzijnde luidspreker) • Luidsprekeruitgangsniveau (uitgezonderd voor de subwoofer)
2 Houd SMART SURROUND SETUP ingedrukt totdat “SETTING UP” begint te knipperen.
OPMERKINGEN • Stel de luidsprekerinformatie juist in (SMALL, LARGE, of NO) voor uw luidsprekers, uitgezonderd de subwoofer (zie bladzijde 21), alvorens Smart Surround Setup te starten. • De door u gemaakte instellingen voor de luidsprekerafstand en het uitgangsniveau worden geannuleerd wanneer u instellingen met gebruik van Smart Surround Setup maakt. • U kunt het proces van het instellen op het TV-scherm en display volgen tijdens Smart Surround Setup. Indien u het display heeft uitgeschakeld, moet u de dimmer annuleren (zie bladzijde 15); u kunt anders de informatie niet op het display zien. • Smart Surround Setup wordt niet juist uitgevoerd indien het geluid door uzelf of een voorwerp wordt geblokkeerd. • U dient de volgende procedure opnieuw uit te voeren wanneer de luidsprekers worden veranderd.
In dit gedeelte worden de bedieningen met gebruik van het inbeelddisplay op het TV-scherm uitgelegd en getoond. • Het in-beelddisplay verschijnt in de volgende gevallen niet op het TV-scherm: – Indien de TV via de VIDEO MONITOR OUT aansluitingen is verbonden (zie bladzijde 10). – Met “TV” als bron gekozen. – In geval van RGB-uitgangssignalen.
*1 *2 *3 *4 *5
L: C: R: RS: LS:
Linkervoorluidspreker Middenluidspreker Rechtervoorluidspreker Rechtersurroundluidspreker Linkersurroundluidspreker
3 Zodra “CLAP YOUR HANDS.” verschijnt, moet u éénmaal boven uw hoofd in uw handen klappen terwijl de aanduidingen nog worden getoond. • “SETTING UP” stopt nu te knipperen op het display. De receiver tast het niveau van het geluid dat via alle luidsprekers (met uitzondering van de subwoofer) wordt uitgestuurd af.
16 NL16-25RXF31S[E]f.p65
16
18/4/05, 12:33 PM
Indien uw geklap juist is herkend,
Indien uw geklap niet juist is herkend,
• “SUCCESSFUL”, “RESULT” en de ingestelde waarden verschijnen op het TV-scherm. De ingestelde waarden worden gedurende ongeveer 10 seconden getoond. Bijv.:
“SETTING UP” verschijnt weer na een van de volgende mededelingen. U moet de procedure vanaf stap 3 opnieuw uitvoeren.
• “SUCCESSFUL” verschijnt op het display en vervolgens worden de ingestelde waarden gedurende ongeveer 10 seconden getoond. *6 Bijv.:
Maak de instellingen voor de luidsprekers in de volgende gevallen handmatig.
SILENT:
• De receiver herkent uitsluitend geluid van de linker- en rechtervoorluidsprekers. • De receiver herkent geen geluid van de voorluidsprekers en herkent geluid van tenminste één van de andere luidsprekers. SILENT-ALL: De receiver herkent gedurende ongeveer 10 seconden geen geluid via de luidsprekers. AGAIN: • De receiver kan geen geluid van de linker- of rechtervoorluidspreker herkennen. • De receiver kan het uitgangsniveau en het verschil in afstand van iedere luidsprekerpositie niet bepalen.
• Indien “SILENT” tweemaal achterelkaar verschijnt. De instelling is slechts gedeeltelijk voltooid. (De afstand voor de luidsprekers via welke geen geluid werd herkend, wordt op “+9.0m (+30ft)” gesteld). Smart Surround Setup wordt nu voor de receiver geannuleerd.
*7
L R *6
*7 *8
C RS
*8
LS
Standaardkanaal (de dichtstbijzijnde luidspreker). De positie van deze luidspreker wordt nu ter referentie gebruikt (“0m/ft”) en de afstanden van de andere luidsprekers worden nu met het verschil tot deze referentiepositie van de luidspreker getoond. Verschil qua afstand van iedere luidsprekerpositie (in meters of voet). Uitgangsniveau voor iedere luidspreker (–6 tot +6).
Meer over de ingestelde waarden nadat het instellen is voltooid “COMPLETED” verschijnt op het TV-scherm gevolgd door “TEST TONE” en “END”. “TEST? END?” verschijnt op het display. • Druk op TEST TONE om de luidsprekeruitgangsniveaus handmatig in te stellen (zie bladzijde 29). • Druk op SET of een andere toets dan TEST TONE om het inbeelddisplay te annuleren. • De normale bedieningsfunctie voor de receiver wordt weer geactiveerd indien u gedurende ongeveer 10 seconden geen bediening uitvoert. Bijv.:
• Indien “MANUAL” verschijnt. De receiver heeft het geluid driemaal niet kunnen herkennen. Smart Surround Setup wordt nu voor de receiver geannuleerd. Voor het annuleren van Smart Surround Setup, drukt u op SMART SURROUND SETUP terwijl “SETTING UP” knippert. • U kunt geen andere bedieningen uitvoeren nadat “SETTING UP” stopt te knipperen. U moet de procedure voor Smart Surround Setup voltooien. Voor het controleren van de huidige, door Smart Surround Setup gemaakte instellingen, drukt u op SMART SURROUND SETUP wanneer de receiver in de normale bedieningsfunctie is geschakeld. De ingestelde waarden verschijnen. Op het display verschijnen de ingestelde waarden stuk-voor-stuk. • De huidige instelling wordt niet getoond maar “MANUAL” verschijnt indien u de volgende instellingen verandert na Smart Surround Setup te hebben uitgevoerd. – Indien u de luidsprekerafstand handmatig verandert. – Indien u het formaat van een van de luidsprekers van “NO” naar “SMALL” of “LARGE”, of van “SMALL” of “LARGE” naar “NO”. Controleer in dat geval iedere ingestelde waarde voor de luidsprekerafstand (zie bladzijde 22) en het luidsprekeruitgangsniveau (zie bladzijde 29). • “NO S.S.S.” verschijnt indien u Smart Surround Setup niet heeft gebruikt.
OPMERKINGEN • De handmatig gemaakte instellingen voor de luidsprekerafstand en het uitgangsniveau worden in de volgende gevallen in plaats van de instellingen van Smart Surround Setup gebruikt: – Wanneer u een van de luidsprekerafstanden verandert (zie bladzijde 22). – Wanneer u het luidsprekerformaat van “NO” naar “SMALL” of “LARGE”, of van “SMALL” of “LARGE” naar “NO” (zie bladzijde 21). • Zie bladzijden 22 en 29 wanneer u de luidsprekerafstand en het uitgangsniveau handmatig wilt veranderen. • Indien de hoofdtelefoon wordt gebruikt of “DVD MULTI” als bron is gekozen, schakelt de receiver in de normale bedieningsfunctie en wordt “TEST TONE” niet getoond. • Luidsprekers waarvoor u “NO” heeft gekozen (zie bladzijde 21), worden niet duidelijk zichtbaar op het TV-scherm getoond. • Klap niet overmatig hard in uw handen.
17 NL16-25RXF31S[E]f.p65
17
14/4/05, 5:22 PM
Instellen basisonderdelen U kunt de volgende onderdelen instellen. Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details. • Onderdelen die niet voor een instelling beschikbaar zijn kunnen niet worden gekozen. • De hieronder getoonde namen van onderdelen komen overeen met de aanduidingen op het in-beelddisplay, en de namen tussen haakjes verwijzen naar de aanduidingen op het normale display. Onderdelen en aktie SUBWOOFER (SUBWOOFER) Registreren van uw subwoofer. (21) FRONT SPK (FRONT SPK) Registreren van het formaat van uw voorluidspreker. (21) CENTER SPK (CENTER SPK) Registreren van het formaat van uw middenluidspreker. (21) SURR. SPK (SURRND SPK) Registreren van het formaat van uw surroundluidspreker. (21) DISTANCE UNIT (DIST UNIT) Kiezen van de meeteenheid voor de luidsprekerafstand. (22) FL SPK DISTANCE (FRNT L DIST)* Voor het registeren van de afstand vanaf uw luisterpositie tot de linkervoorluidspreker. (22) FR SPK DISTANCE (FRNT R DIST)* Voor het registeren van de afstand vanaf uw luisterpositie tot de rechtervoorluidspreker. (22) C SPK DISTANCE (CENTER DIST)* Voor het registeren van de afstand vanaf uw luisterpositie tot de middenluidspreker. (22) LS SPK DISTANCE (SURR L DIST)* Voor het registeren van de afstand vanaf uw luisterpositie tot de linkersurroundluidspreker. (22) RS SPK DISTANCE (SURR R DIST)* Voor het registeren van de afstand vanaf uw luisterpositie tot de rechtersurroundluidspreker. (22) VIRTUAL SB (VIRTUAL SB) Voor het instellen van de virtuele surroundachterluidspreker. (22) DUAL MONO (DUAL MONO) Kiezen van het “Dual Mono” geluidskanaal. (22) SUBWFR OUT (SUBWFR OUT) Kiezen van geluid voor weergave via de subwoofer. (23)
CROSSOVER (CROSSOVER) Kiezen van de drempelfrequentie voor de subwoofer. (23) LFE ATT (LFE ATT) Verzwakken van de lage tonen (LFE; lage frequentie-effect). (23) MIDNIGHT (MIDNIGHT) Voor het reproduceren van een krachtig geluid ’s avond laat. (23) DIGITAL IN 1 (DIGITAL IN1) Kiezen van het component dat met de digitale coaxiale aansluiting is verbonden—1(DVR/DVD). (24) DIGITAL IN 2 (DIGITAL IN2) Kiezen van het component dat met de digitale optische aansluiting is verbonden—2(VIDEO). (24) DIGITAL IN 3 (DIGITAL IN3) Kiezen van het component dat met de digitale optische aansluiting is verbonden—3(TV). (24) AUTO MODE (AUTO MODE) Voor het kiezen van de automatisch functie. (24) DVD VIDEO (DVD VIDEO) Kies het soort signaal dat via de DVD-recorder of DVD-speler wordt uitgestuurd. (25) VCR VIDEO (VCR VIDEO) Kies het soort signaal dat via de videorecorder wordt uitgestuurd. (25) SUPERIMPOSE (SUPERIMPOSE) Kies voor het tonen van menu’s op het TV-scherm. (25) DOWN MIX (DOWN MIX) Kies voor het omzetten van S-videosignalen naar composietvideosignalen. (25) Y/C SEPARATE (Y/C SEP.) Kies voor het omzetten van composietvideosignalen naar S-videosignalen. (25)
* U hoeft deze instellingen niet te maken indien u Smart Surround Setup op bladzijden 16 en 17 heeft gebruikt. OPMERKING Tijdens het instellen van de onderdelen zijn de beelden die via de RGB aansluiting worden gereproduceerd mogelijk wazig. Stel in dat geval “SUPERIMPOSE” op “SUPERIMPOSE: ON” (zie bladzijde 25).
Bediening via in-beeldmenu’s U kunt de basisinstellingen gemakkelijk maken met gebruik van de menu’s die in-beeld worden getoond.
Menubedieningstoetsen Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Toets / JOG
Aktie
SETTING toets
tonen van de hiervoor gekozen instelling.
SET toets
verplaatsen naar het gekozen menu of terugkeren naar het voorgaande SETTING MENU.
MULTI JOG
• kiezen van een menu of onderdeel. • veranderen van een instelling.
Met de afstandsbediening: Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
Toets
Aktie
MENU toets
tonen van “TOP MENU”.
5 / ∞ toetsen kiezen van een menu of onderdeel. SET toets
verplaatsen naar het gekozen menu of terugkeren naar het voorgaande SETTING MENU.
2 / 3 toetsen veranderen van een instelling.
18 NL16-25RXF31S[E]f.p65
18
14/4/05, 6:33 PM
Overzicht van het instelmenu • De onderdelen van de hieronder getoonde menu’s zijn bij het verlaten van de fabriek allen op de fabrieksinstellingen gesteld. • Bepaalde menu’s of bepaalde onderdelen van de menu’s kunnen niet worden getoond of ingesteld, afhankelijk van de reeds gemaakte instellingen en gebruikte aansluitingen. (Zie de betreffende uitleg in dit gedeelte voor details.)
TOP MENU
SETTING MENU (5) SETTING MENU (1)
SETTING MENU (2)
SETTING MENU (3)
SETTING MENU (4)
SETTING MENU (5)
SETTING MENU (1)
19 NL16-25RXF31S[E]f.p65
19
14/4/05, 5:22 PM
Menubedieningen Tijdens de bediening verschijnt, ongeacht de SUPERIMPOSE instelling (zie bladzijde 25), het in-beelddisplay op het TV-scherm. Voordat u start, vergeet niet... De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 1 beginnen indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent. In dit gedeelte wordt de afstandsbediening voor de diverse bedieningen gebruikt. Bijv.: Instellen voor de DIGITAL IN 1 aansluiting. Bediening
Op het TV-scherm
1 Druk op MENU om “TOP MENU” te
Op het display O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
tonen.
“SETTING” verschijnt.
“TOP MENU” verschijnt.
2 Druk op SET om “SETTING MENU” te
O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
kiezen.
Het hiervoor gekozen submenu verschijnt.
Het hiervoor gekozen instelbare onderdeel verschijnt.
3 Druk herhaaldelijk op 5 of ∞ om het gewenste submenu te kiezen. Er zijn vijf schermen; “SETTING MENU (1)” t/m “SETTING MENU (5)”. Voor het veranderen van scherm drukt u herhaaldelijk op 5 of ∞. U kunt zo naar volgende/voorgaande schermen gaan. • Draai MULTI JOG indien u het voorpaneel voor de bediening gebruikt.
Toetsaanduidingen op het scherm De toetsen voor de menubedieningen worden op het TV-scherm getoond. U kunt deze toetsen voor de menubedieningen gebruiken.
Bruikbare toetsen en overeenkomende functies
Bruikbare toetsen en overeenkomende functies
20 NL16-25RXF31S[E]f.p65
20
14/4/05, 5:22 PM
4 Druk op SET.
O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
Het hiervoor gekozen instelbare onderdeel verschijnt.
Het gekozen submenu verschijnt.
5 Druk herhaaldelijk op 2 of 3 om de
O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
juiste instelling te kiezen en druk vervolgens op SET. Het voorgaande SETTING MENU verschijnt nu weer op het in-beelddisplay. In dit voorbeeld verschijnt “SETTING MENU (4)” op het TV-scherm en “DIGITAL IN1” wordt op het display getoond.
DVR/DVD TV
VIDEO VCR
• Draai MULTI JOG en druk vervolgens op SET indien u het voorpaneel voor de bediening gebruikt.
6 Herhaal indien nodig stappen 2 tot 5 voor het instellen van andere onderdelen.
OPMERKINGEN • Terugkeren naar het “TOP MENU”, drukt u op MENU van de afstandsbediening. • Voor het stoppen van de menubedieningen, drukt u op MENU van de afstandsbediening wanneer “TOP MENU” wordt getoond. Bij gebruik van het voorpaneel, drukt u op SETTING wanneer een ander menu dan “TOP MENU” wordt getoond. • Het hiervoor gekozen instelbare onderdeel kan op het TV-scherm worden getoond door op SETTING op het voorpaneel te drukken terwijl de normale bedieningsfunctie voor de receiver is geactiveerd.
Instellen van de onderdelen Tijdens het maken van de basisinstellingen aan de hand van de aanduidingen op het normale display, zijn de aanduidingen iets verschillend van de aanduidingen die op het in-beelddisplay worden getoond. Er kunnen namelijk slechts een beperkt aantal tekens op het normale display worden getoond. Bijv.: • “SUBWOOFER: YES” wordt op het display als “SUBWFR: YES” getoond. • “MIDNIGHT MODE: OFF” wordt op het display als “NIGHT: OFF” getoond.
Instellen van de luidsprekers 7 Instellen van informatie voor de subwoofer —SUBWOOFER Iedere keer dat de receiver wordt ingeschakeld, wordt de subwooferverbinding gecontroleerd en de instelling voor de subwoofer automatisch gemaakt. Kies een van de volgende instellingen indien u de instelling handmatig wilt veranderen.
7 Instellen van het formaat van de luidsprekers— FRONT SPEAKER, CENTER SPEAKER, SURROUND SPEAKER Leg de formaten van alle aangesloten luidsprekers vast. LARGE
Kies indien de hoornvormige unit van de luidspreker groter dan 12 cm is.
SMALL
Kies indien de hoornvormige unit van de luidspreker kleiner dan 12 cm is.
SUBWOOFER: YES Kies wanneer u een subwoofer heeft aangesloten. De subwoofer indicator ( S . WFR ) licht op het display op. U kunt het subwoofer-uitgangsniveau instellen (zie bladzijde 29).
NO
Kies wanneer de betreffende luidspreker niet is aangesloten. (Niet instelbaar voor de voorluidsprekers).
SUBWOOFER: NO Kies indien u de subwoofer heeft ontkoppeld. Door deze instelling te kiezen, wordt het formaat voor de voorluidsprekers op “LARGE” (zie de rechterkolom).
Fabrieksinstelling: SMALL voor alle luidsprekers* * Indien “SUBWOOFER” op “SUBWOOFER: NO” is gesteld, wordt het formaat voor de voorluidsprekers op “LARGE” gesteld (en kunt u “SMALL” niet kiezen). OPMERKINGEN
OPMERKING U moet de instelling iedere keer na het inschakelen van de receiver handmatig veranderen indien u de automatisch ingestelde informatie voor de subwoofer niet wilt gebruiken.
• Met “SMALL” voor het formaat voor de voorluidspreker gekozen, kunt u “LARGE” niet voor de andere luidsprekers kiezen. • Indien u het formaat van een van de luidsprekers van “NO” naar “SMALL” of “LARGE”, of van “SMALL” of “LARGE” naar “NO” verandert, wordt de handmatige ingestelde afstand weer gebruikt in plaats van de afstand die door Smart Surround Setup werd bepaald.
21 NL16-25RXF31S[E]f.p65
21
14/4/05, 5:22 PM
7 Instellen van de luidsprekerafstand De afstand vanaf uw luisterpositie tot de luidsprekers is een van de belangrijkste factoren voor een optimaal geluidseffect met gebruik van de Surround-/DSP-functies. Aan de hand van de luidsprekerafstand stelt de receiver automatisch de vertragingstijd voor het geluid via iedere luidspreker in zodat het geluid van alle luidsprekers u tegelijkertijd bereikt. • U hoeft deze instelling niet te maken indien u Smart Surround Setup op bladzijden 16 en 17 heeft gebruikt. 7 Meeteenheid—DISTANCE UNIT Kies de gewenste meeteenheid. DISTANCE UNIT: meter Kies voor het instellen van de afstand in meters. DISTANCE UNIT: feet
Kies voor het instellen van de afstand in voet.
Fabrieksinstelling: DISTANCE UNIT: meter 7 Speaker distance— FL SPK DISTANCE (voor de linkervoorluidspreker), FR SPK DISTANCE (voor de rechtervoorluidspreker), CENTER SPK DISTANCE (voor de middenluidspreker), LS SPK DISTANCE (voor de linkersurroundluidspreker), RS SPK DISTANCE (voor de rechtersurroundluidspreker) Instelbereik: 0,3 m tot 9,0 m met stappen van 0,3 m (1 voet tot 30 voet met stappen van 1 voet) Fabrieksinstelling: 3.0 m (10 voet) voor alle luidsprekers
C R
L
3,3 m (11 voet) 3,0 m (10 voet) 2,7 m (9 voet) 2,4 m (8 voet)
U kunt het surroundachterkanaal tijdens weergave van Dolby Digital Surround EX software of DTS-ES software gebruiken zonder dat werkelijk een surroundachterluidspreker is aangesloten—Virtual Surround Back. Het geluid voor het surroundachterkanaal wordt namelijk naar de normale surroundluidsprekers gestuurd en zodanig gereproduceerd dat u toch het gevoel van het ruime surroundeffect achter krijgt. Kies “VIRTUAL SB: ON” voor weergave met het virtuele surroundachtereffect. VIRTUAL SB: OFF Kies indien u het virtuele surroundachterkanaal niet wilt gebruiken. VIRTUAL SB: ON Bij weergave van Dolby Digital Surround EX software of DTSES software, licht de VIRTUAL SB (surroundachter) indicator op. Fabrieksinstelling: VIRTUAL SB: OFF OPMERKINGEN • U kunt deze functie niet gebruiken indien u “SURROUND SPK: NO” voor “SURROUND SPEAKER” heeft ingesteld (zie bladzijde 21). • Bij weergave van DTS-ES Matrix software met DTS 96/24, wordt DTS 96/24 niet verwerkt indien het virtuele surroundachtereffect is geactiveerd. U moet voor het verwerken het virtuele surroundachtereffect annuleren. • Virtual Surround Back kan mogelijk niet voor bepaalde software worden gebruikt.
Kiezen van het hoofd- of subkanaal —DUAL MONO U kunt het weergavegeluid (kanaal) kiezen voor weergave van digitale software die met de Dual Mono functie (zie bladzijde 39) is opgenomen (of wordt uitgezonden) en dus twee gescheiden monokanalen heeft.
2,1 m (7 voet)
RS
LS
Instellen van de virtuele surroundachterluidspreker —VIRTUAL SURROUND BACK
Stel in dit geval de afstand als volgt in: Linkervoorluidspreker (L): “FRONT L: 3.0m (10ft)” Rechtervoorluidspreker (R): “FRONT R: 3.0m (10ft)” Middenluidspreker (C): “CENTER: 3.0m (10ft)” Linkersurroundluidspreker (LS): “SURROUND L: 2.7m (9ft)” Rechtersurroundluidspreker (RS): “SURROUND R: 2.7m (9ft)”
DUAL MONO: MAIN Kies voor weergave van het hoofdkanaal (Ch 1).* De “L” signaalindicator licht op bij weergave van dit kanaal. DUAL MONO: SUB Kies voor weergave van het subkanaal (Ch 2).* De “R” signaalindicator licht op bij weergave van dit kanaal. DUAL MONO: ALL Kies voor weergave van zowel het hoofdkanaal als het subkanaal (Ch 1/Ch 2).* De “L” en “R” indicators lichten op bij weergave van deze kanalen.
OPMERKINGEN • U kunt geen afstand instellen voor een luidspreker waarvoor u “NO”. • Indien u een van de instellingen handmatig verandert, wordt de handmatige ingestelde afstand weer gebruikt in plaats van de afstand die door Smart Surround Setup werd bepaald.
Fabrieksinstelling: DUAL MONO: MAIN * Dual Mono signalen kunnen via de volgende luidsprekers worden weergegeven—L (linkervoorluidspreker), R (rechter voorluidspreker) en C (middenluidspreker)—in overeenstemming de huidige surroundinstelling. Met Surround geactiveerd Dual Mono instelling
Zonder Surround
Instelling voor middenluidspreker SMALL/LARGE
L
R
Ch 1
Ch 1
SUB
Ch 2
Ch 2
Ch 2
ALL
Ch 1
Ch 2
Ch 1+Ch 2
MAIN
L
C Ch 1
R
NO L
R
Ch 1
Ch1
Ch 2
Ch 2
Ch 1+Ch 2 Ch 1+Ch 2
OPMERKING Het Dual Mono formaat is niet identiek aan het formaat van tweetalige uitzendingen van TV-uitzendingen. Deze instelling heeft derhalve geen effect voor de weergave van dergelijke tweetalige programma’s.
22 NL16-25RXF31S[E]f.p65
22
14/4/05, 5:22 PM
Instellen van de lage tonen 7 Instellen van de subwooferuitgang— SUBWOOFER OUT U kunt het type signaal kiezen dat naar de subwoofer wordt gestuurd. Met andere woorden, u kunt bepalen of de lage tonen voor de voorluidsprekers, ongeacht het ingestelde formaat voor de voorluidsprekers (“SMALL” of “LARGE”), via de subwoofer moeten worden gereproduceerd. SUBWFR OUT: LFE Kies indien u uitsluitend de lage frequentiesignalen (LFE) (bij weergave van Dolby Digital of DTS software) of de lage tonen van de “SMALL” voorluidsprekers (bij weergave van een andere bron dan hiervoor vermeld) wilt weergeven. SUBWFR OUT: LFE+MAIN Kies indien u altijd de lage tonen van de voorluidsprekers (MAIN) wilt weergeven. Bij weergave van Dolby Digital en DTS software worden de lage tonen en de lage frequentiesignalen (LFE) altijd weergegeven. Fabrieksinstelling: SUBWFR OUT: LFE OPMERKING Deze functie is niet beschikbaar indien “SUBWOOFER” op “SUBWOOFER : NO” is gesteld (zie bladzijde 21).
7 Instellen van de drempelfrequentie—CROSSOVER Kleine luidsprekers kunnen de lage tonen niet efficiënt reproduceren. Indien u een kleine luidspreker op een willekeurige positie gebruikt, worden met dit toestel automatisch de elementen van de lage tonen voor de kleine luidspreker naar de grote luidsprekers gestuurd. Voor een juist gebruik van deze functie moet u dit drempelfrequentieniveau in overeenstemming met het formaat van de aangesloten kleine luidspreker instellen. • Deze functie heeft geen effect indien u “LARGE” voor alle luidsprekers (zie bladzijde 21) heeft ingesteld (“CROSSOVER: OFF” verschijnt). CROSSOVER: 80Hz
Gebruik van de nacht-functie —MIDNIGHT MODE U kunt ook ’s avonds laat zonder andere te storen met de nachtfunctie een krachtig geluid krijgen. • U kunt de instellingen ook als volgt met de afstandsbediening maken. MIDNIGHT MODE: OFF Kies voor surround-weergave met het volledige dynamische bereik. (Geen compressie). MIDNIGHT MODE: 1 Kies wanneer u het dynamisch bereik slechts iets wilt comprimeren. MIDNIGHT MODE: 2 Kies wanneer u het geluid maximaal wilt comprimeren. (Handig voor’s avonds laat). Fabrieksinstelling: MIDNIGHT MODE: OFF
Met de afstandsbediening U kunt de instellingen ook als volgt met de afstandsbediening maken. Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”. Druk op SOUND en vervolgens herhaaldelijk op MIDNIGHT om een van de hierboven beschreven instellingen te kiezen. OPMERKING Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
Kies deze frequentie indien de hoornvormige luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer 12 cm is.
CROSSOVER: 100Hz Kies deze frequentie indien de hoornvormige luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer 10 cm is. CROSSOVER: 120Hz Kies deze frequentie indien de hoornvormige luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer 8 cm is. CROSSOVER: 150Hz Kies deze frequentie indien de hoornvormige luidsprekerunit van de luidspreker ongeveer 6 cm is. CROSSOVER: 200Hz Kies deze frequentie indien de in de luidspreker ingebouwde hoornvormige luidsprekerunit kleiner dan 5 cm is. Fabrieksinstelling: CROSSOVER: 150Hz OPMERKING De drempelfrequentie heeft geen effect op de HEADPHONE en 3D HEADPHONE functies.
7 Instellen van de verzwakking voor het lage frequentie-effect—LFE ATT Stel het LFE-niveau in indien de lage tonen vervormd klinken bij weergave van met Dolby Digital of DTS gecodeerde software. • Deze functie heeft uitsluitend effect indien LFE signalen worden ontvangen. LFE ATT: 0dB
Kies normaliter deze instelling.
LFE ATT: –10dB
Kies dit niveau indien de lage tonen vervormd klinken.
Fabrieksinstelling: LFE ATT: 0dB
NL16-25RXF31S[E]f.p65
23
23 14/4/05, 5:22 PM
Instellen van de digitale (DIGITAL IN) ingangsaansluitingen—DIGITAL IN 1/2/3
Instellen van de automatische functie —AUTO MODE
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u vastleggen welke componenten met welke aansluitingen— DIGITAL IN 1/2/3 (zie bladzijde 11) zijn verbonden zodat de juiste naam van de bron verschijnt wanneer u een digitale bron kiest. Kies een van de volgende componenten voor iedere aansluiting:
De bron wordt automatisch gekozen door eenvoudigweg het gewenste videocomponent in te schakelen. • Deze functie werkt voor de videocomponenten die middels de SCART kabel met de receiver zijn verbonden—DVR/DVD en VCR.
DVR/DVD Voor de DVD-speler (of DVD-recorder).
De automatische functie werkt als volgt:
VIDEO
Voor het apparaat dat met de VIDEO IN aansluitingen op het achterpaneel van de receiver is verbonden.
VCR
Voor de videorecorder.
• Indien een videocomponent wordt ingeschakeld, kiest de receiver het videocomponent als bron (en wordt de TV-ingang automatisch veranderd).
TV
Voor de TV.
Fabrieksinstelling: DVR/DVD (voor “DIGITAL IN 1”) VIDEO (voor “DIGITAL IN 2”) TV (voor “DIGITAL IN 3”) OPMERKINGEN • U kunt hetzelfde component niet aan verschillende aansluitingen toewijzen. De voorkeurvolgorde voor het toewijzen is als volgt: “DIGITAL IN 1” > “DIGITAL IN 2” > “DIGITAL IN 3”. “DIGITAL IN 1” kan voor ieder component worden gekozen. Bijv.: Met “DIGITAL IN 1” op “TV” gesteld.
TV
DIGITAL IN 1:
“DVR/DVD”, “VIDEO” en “VCR” kunnen voor “DIGITAL IN 2” worden gekozen. En tevens wanneer “DIGITAL IN 2” op “DVR/DVD” is gesteld.
TV
DIGITAL IN 1:
DIGITAL IN 2: DVR/DVD “VIDEO” en “VCR” kunnen voor “DIGITAL IN 3” worden gekozen. • De “DIGITAL IN 1” instelling heeft effect op de instellingen voor “DIGITAL IN 2” en “DIGITAL IN 3”. Indien u de instelling voor “DIGITAL IN 1” verandert, moet u derhalve de instelling voor de aan “DIGITAL IN 2” en “DIGITAL IN 3” toegewezen componenten controleren.
• Indien het videocomponent dat als bron is gekozen wordt uitgeschakeld, kiest de receiver weer de hiervoor gekozen bron—DVR/DVD, VCR of VIDEO. AUTO MODE: AUTO1 De automatische functie werkt wanneer de receiver is ingeschakeld of wanneer TV Direct wordt geactiveerd. AUTO MODE: AUTO2 De automatische functie werkt wanneer de receiver is in- of uitgeschakeld of wanneer TV Direct wordt geactiveerd. (Indien een videocomponent wordt ingeschakeld terwijl de receiver is uitgeschakeld, wordt TV Direct geactiveerd en het videocomponent als bron gekozen). AUTO MODE: MANUAL U moet de bron zelf handmatig kiezen. Fabrieksinstelling: AUTO MODE: MANUAL De AUTO MODE indicator licht op het display op wanneer “AUTO MODE: AUTO1” of “AUTO MODE: AUTO2” is gekozen. OPMERKINGEN • Met “VCR” als bron gekozen, werkt “AUTO MODE: AUTO1” of “AUTO MODE: AUTO2” mogelijk niet indien u uitsluitend de videorecorder heeft ingeschakeld. U moet in dat geval de weergave starten om de automatische functie te activeren. • Met de automatische functie op “AUTO MODE: AUTO2” gesteld, wordt TV Direct mogelijk geactiveerd indien er na een stroomonderbreking weer stroom wordt geleverd.
24 NL16-25RXF31S[E]f.p65
24
18/4/05, 12:36 PM
Kiezen van het soort ingangssignaal— DVD VIDEO INPUT/VCR VIDEO INPUT
Omzetten van S-videosignalen naar composietvideosignalen—DOWN MIX
Indien u een DVD-recorder (of DVD-speler) of videorecorder met de AV IN/OUT (SCART) aansluitingen heeft verbonden, moet u het soort ingangssignaal registeren. U kunt het weergavebeeld niet op de TV tonen indien u het verkeerde ingangssignaal heeft gekozen.
U kunt kiezen of u wel of niet de S-videosignalen naar composietvideosignalen wilt omzetten. DOWN MIX: ON
Kies voor het omzetten van S-videosignalen naar composietvideosignalen.
DOWN MIX: OFF Kies indien u de signalen niet wilt omzetten. Voor een DVD-recorder of DVD-speler (DVD VIDEO): Fabrieksinstelling: DOWN MIX: OFF DVD VIDEO: RGB/C Kies indien u een DVD-recorder (of DVD-speler) heeft verbonden met de SCART aansluiting die RGB-signalen of composietvideosignalen ontvangt. DVD VIDEO: S-VIDEO Kies indien u een DVD-recorder (of DVD-speler) heeft verbonden met de SCART aansluiting die S-videosignalen ontvangt. Fabrieksinstelling: DVD VIDEO: RGB/C Voor een videorecorder (VCR VIDEO): VCR VIDEO: RGB/C Kies indien u een videorecorder heeft verbonden met de SCART aansluiting die RGB-signalen of composietvideosignalen ontvangt. VCR VIDEO: S-VIDEO Kies indien u een videorecorder heeft verbonden met de SCART aansluiting die S-videosignalen ontvangt. Fabrieksinstelling: VCR VIDEO: RGB/C
De omgezette signalen worden als volgt via de AV IN/OUT (SCART) aansluitingen (zie bladzijde 7) uitgestuurd: • S-videosignalen die via de S-VIDEO aansluiting van de VIDEO IN aansluiting worden ontvangen, worden naar composietvideosignalen omgezet en kunnen via iedere AV IN/ OUT (SCART) aansluiting worden uitgestuurd. • S-videosignalen die via de AV IN/OUT (SCART) aansluitingen worden ontvangen en naar composietvideosignalen worden omgezet, kunnen via iedere AV IN/OUT (SCART) aansluiting worden uitgestuurd, uitgezonderd via dezelfde, oorspronkelijke AV IN/OUT (SCART) aansluiting. OPMERKINGEN • Deze functie kan worden gebruikt indien aan de volgende vereisten is voldaan: – Indien video-apparatuur met deze receiver is verbonden met gebruik van tenminste één van de aansluitingen voor het ontvangen van S-videosignalen. – Indien video-apparatuur of een TV met deze receiver is verbonden met gebruik van tenminste één AV IN/OUT (SCART) aansluiting voor het uitsturen van composietvideosignalen. – DVD VIDEO INPUT of VCR VIDEO INPUT is op “S-VIDEO” gesteld (zie de linkerkolom). • Voor gebruik van deze functie moet u de juiste ingangsfunctie van de TV kiezen. (Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de TV.)
Tonen van de menu’s—SUPERIMPOSE U kunt kiezen of u wel of niet het in-beelddisplay over de beelden op het TV-scherm wilt tonen. SUPERIMPOSE: ON Kies voor het tonen van het in-beelddisplay op het TVscherm. SUPERIMPOSE: OFF Kies voor het niet tegelijkertijd tonen van het in-beelddisplay. Het in-beelddisplay wordt in dit geval op het blauwe achtergrondscherm getoond. Fabrieksinstelling: SUPERIMPOSE: ON
Omzetten van composietvideosignalen naar S-videosignalen—Y/C SEPARATE U kunt kiezen of u wel of niet de composietvideosignalen van video-apparatuur naar S-videosignalen wilt omzetten. Y/C SEPARATE: ON
Kies voor het omzetten van composietvideosignalen naar S-videosignalen.
Y/C SEPARATE: OFF Kies indien u de signalen niet wilt omzetten. Fabrieksinstelling: Y/C SEPARATE: OFF
OPMERKINGEN • Bepaalde in-beelddisplays verschijnen ongeacht deze instelling toch op het TV-scherm. • Het in-beelddisplay verschijnt in de volgende gevallen niet op het TV-scherm: – Indien de TV via de VIDEO MONITOR OUT aansluitingen is verbonden (zie bladzijde 10). – Met “TV” als bron gekozen. – In geval van RGB-uitgangssignalen.
OPMERKINGEN • Deze functie kan worden gebruikt indien aan de volgende vereisten is voldaan: – Indien video-apparatuur met deze receiver is verbonden met gebruik van tenminste één van de aansluitingen voor het ontvangen van composietvideosignalen. – Indien een TV met deze receiver is verbonden met gebruik van tenminste één AV IN/OUT (SCART) aansluiting voor het uitsturen van S-videosignalen. – DVD VIDEO INPUT of VCR VIDEO INPUT is op “RGB/C” gesteld (zie de linkerkolom). • In geval van RGB-ingangssignalen, moet u “Y/C SEPARATE” op “Y/C SEPARATE: OFF” stellen; het beeld zal anders namelijk wazig zijn. • Voor gebruik van deze functie moet u de juiste ingangsfunctie van de TV kiezen. (Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de TV.)
25 NL16-25RXF31S[E]f.p65
25
14/4/05, 5:22 PM
Regelen van het geluid
U kunt na het maken van de basisinstellingen de geluidsparameters naar wens instellen.
In te stellen basisonderdelen U kunt de volgende onderdelen instellen. Zie de tussen haakjes aangegeven bladzijden voor details. • Onderdelen die niet voor een instelling beschikbaar zijn kunnen niet worden gekozen. • De hieronder getoonde namen van onderdelen komen overeen met de aanduidingen op het in-beelddisplay, en de namen tussen haakjes verwijzen naar de aanduidingen op het normale display. Onderdelen en aktie SUBWOOFER LEVEL (SUBWFR LVL) Instellen van het subwooferuitgangsniveau. (29) FRONT L LEVEL (FRONT L LVL) Instellen van het uitgangsniveau van de linkervoorluidspreker. (29) FRONT R LEVEL (FRONT R LVL) Instellen van het uitgangsniveau van de rechtervoorluidspreker. (29) CENTER LEVEL (CENTER LVL) Instellen van het uitgangsniveau van de middenluidspreker. (29) SURR. L LEVEL (SURR L LVL) Instellen van het uitgangsniveau van de linkersurroundluidspreker. (29) SURR. R LEVEL (SURR R LVL) Instellen van het uitgangsniveau van de rechtersurroundluidspreker. (29) DIGITAL EQ 63Hz (D EQ 63Hz)* DIGITAL EQ 250Hz (D EQ 250Hz)* DIGITAL EQ 1kHz (D EQ 1kHz)* DIGITAL EQ 4kHz (D EQ 4kHz)* DIGITAL EQ 16kHz (D EQ 16kHz)* Voor het instellen van het egalisatiepatroon voor iedere band. (30)
BASS BOOST (BASS BOOST) Voor het versterken van de lage tonen. (30) SUBWFR PHASE (SBWFR PHASE) Voor het kiezen van de fase voor de subwoofer. (30) INPUT ATT (INPUT ATT) Voor het dempen van het ingangsniveau van een analoge bron. (30) EFFECT (EFFECT) Instellen van het effectniveau. (31) PANORAMA (PANORAMA) Toevoegen van een “omringend” effect met gesimuleerde zijmuren. (31) CENTER TONE (CENTER TONE) Voor een zachtere of scherpe midden-toon. (31) CNTR ALIGNMENT (CNTR ALIGN) Instellen van de vertikale lokalisatie van het middenkanaal. (31)
* U hoeft deze instellingen niet te maken indien u Smart Surround Setup op bladzijden 16 en 17 heeft gebruikt. OPMERKING Tijdens het instellen van de onderdelen zijn de beelden die via de RGB aansluiting worden gereproduceerd mogelijk wazig. Stel in dat geval “SUPERIMPOSE” op “SUPERIMPOSE: ON” (zie bladzijde 25).
Bediening via in-beeldmenu’s U kunt de basisinstellingen gemakkelijk maken met gebruik van de menu’s die in-beeld worden getoond.
Menubedieningstoetsen Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Met de afstandsbediening: Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
Toets / JOG
Aktie
ADJUST toets
tonen van het hiervoor gekozen instelbare onderdeel.
SET toets
verplaatsen naar het gekozen menu of terugkeren naar het voorgaande ADJUST MENU.
MULTI JOG
• kiezen van een menu of onderdeel. • veranderen van een instelling.
Toets
Aktie
MENU toets
tonen van “TOP MENU”.
5 / ∞ toetsen kiezen van een menu of onderdeel. SET toets
2 / 3 toetsen veranderen van een instelling.
26 NL26-31RXF31S[E]f.p65
verplaatsen naar het gekozen menu of terugkeren naar het voorgaande ADJUST MENU.
26
14/4/05, 6:33 PM
Overzicht van het instelmenu • De onderdelen van de hieronder getoonde menu’s zijn bij het verlaten van de fabriek allen op de fabrieksinstellingen gesteld. • Bepaalde menu’s of bepaalde onderdelen van de menu’s kunnen niet worden getoond of ingesteld, afhankelijk van de reeds gemaakte instellingen en gebruikte aansluitingen. (Zie de betreffende uitleg in dit gedeelte voor details.) • Het “ADJUST MENU (3)” scherm kan afhankelijk van de gemaakte instellingen en de gebruikte aansluitingen mogelijk niet worden getoond.
ADJUST MENU (3)
TOP MENU
ADJUST MENU (1)
ADJUST MENU (2)
ADJUST MENU (3)
ADJUST MENU (1)
27 NL26-31RXF31S[E]f.p65
27
14/4/05, 5:32 PM
Menubedieningen Tijdens de bediening verschijnt, ongeacht de SUPERIMPOSE instelling (zie bladzijde 25), het in-beelddisplay op het TV-scherm. Voordat u start, vergeet niet... De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 1 beginnen indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent. In dit gedeelte wordt de afstandsbediening voor de diverse bedieningen gebruikt. Bijv.: Instellen van het uitgangsniveau voor de subwoofer. Bediening
Op het TV-scherm
Op het display
1 Druk op MENU om “TOP MENU” te
O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
tonen. Druk vervolgens op 5 of ∞ om “ADJUST MENU” te kiezen.
“SETTING” verschijnt.
• Draai MULTI JOG indien u het voorpaneel voor de bediening gebruikt.
“TOP MENU” verschijnt.
2 Druk op SET om “ADJUST MENU” te
O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
kiezen.
Het hiervoor gekozen submenu verschijnt.
Het hiervoor gekozen instelbare onderdeel wordt getoond.
3 Druk herhaaldelijk op 5 of ∞ om het gewenste submenu te kiezen. Er zijn drie schermen; “ADJUST MENU (1)” t/m “ADJUST MENU (3)”. Voor het veranderen van scherm drukt u herhaaldelijk op 5 of ∞. U kunt zo naar volgende/voorgaande schermen gaan. • Draai MULTI JOG indien u het voorpaneel voor de bediening gebruikt.
4 Druk op SET.
O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
Het hiervoor gekozen instelbare onderdeel verschijnt.
Het gekozen submenu verschijnt.
5 Druk herhaaldelijk op 2 of 3 om het
O P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE x ATT HP MHz kHz
gekozen onderdeel in te stellen en druk vervolgens op SET. Het voorgaande ADJUST MENU verschijnt nu weer op het in-beelddisplay. In dit voorbeeld verschijnt “ADJUST MENU (1)” op het TV-scherm en “SUBWFR LVL” wordt op het display getoond.
–10
0
• Draai MULTI JOG en druk vervolgens op SET indien u het voorpaneel voor de bediening gebruikt.
6 Herhaal indien nodig stappen 2 tot 5 voor het instellen van andere onderdelen.
28 NL26-31RXF31S[E]f.p65
28
14/4/05, 5:32 PM
+10
OPMERKINGEN • Terugkeren naar het “TOP MENU”, drukt u op MENU van de afstandsbediening. • Voor het stoppen van de menubedieningen, drukt u op MENU van de afstandsbediening wanneer “TOP MENU” wordt getoond. Bij gebruik van het voorpaneel, drukt u op ADJUST wanneer een ander menu dan “TOP MENU” wordt getoond. • Het hiervoor gekozen instelbare onderdeel kan op het TVscherm worden getoond door op ADJUST op het voorpaneel te drukken terwijl de normale bedieningsfunctie voor de receiver is geactiveerd.
Met de afstandsbediening: U kunt de instellingen ook als volgt met de afstandsbediening maken. Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
2 1, 3
Toetsaanduidingen op het scherm De toetsen voor de menubedieningen worden op het TVscherm getoond. U kunt deze toetsen voor de menubedieningen gebruiken.
1
Druk op TEST TONE om het uitgangsbalans van de luidsprekers te controleren. • “TEST TONE” verschijnt op het TV-scherm. De indicator wordt tijdens de testtoon getoond en toont de luidspreker via welke de testtoon wordt uitgestuurd. Bijv.:
Bruikbare toetsen en overeenkomende functies
• “TEST L” begint op het display te knipperen en de testtoon wordt in de volgende volgorde via de luidsprekers uitgestuurd:
Bruikbare toetsen en overeenkomende functies
L
LS
2
SUBWOOFER LEVEL (uitgangsniveau subwoofer), FRONT L LEVEL (uitgangsniveau linkervoorluidspreker), FRONT R LEVEL (uitgangsniveau rechtervoorluidspreker), CENTER LEVEL (uitgangsniveau middenluidspreker), SURROUND L LEVEL (uitgangsniveau linkersurroundluidspreker), • SURROUND R LEVEL (uitgangsniveau rechtersurroundluidspreker) U kunt de uitgangsniveaus voor de luidsprekers instellen. Stel de uitgangsniveaus voor alle luidsprekers zodanig in dat u het geluid via alle luidsprekers met hetzelfde niveau hoort. • De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt. Instelbereik: –10 (dB) tot +10 (dB) (met stappen van 1)
RS
Stel de uitgangsniveaus voor de luidsprekers in. Voor het instellen van het niveau voor de linkervoorluidspreker (L), drukt u op FRONT L +/–. Voor het instellen van het niveau voor de rechtervoorluidspreker (R), drukt u op FRONT R +/–. Voor het instellen van het niveau voor de middenluidspreker (C), drukt u op CENTER +/–. Voor het instellen van het niveau voor de linkersurroundluidspreker (LS), drukt u op SURR L +/–. Voor het instellen van het niveau voor de rechtersurroundluidspreker (RS), drukt u op SURR R +/–. Voor het instellen van het niveau voor de subwoofer (SW), drukt u op SUBWFR +/–.
Instellen van het luidsprekeruitgangsniveau • • • • •
R
SW
Instellen van de onderdelen Tijdens het maken van de basisinstellingen aan de hand van de aanduidingen op het normale display, zijn de aanduidingen iets verschillend van de aanduidingen die op het in-beelddisplay worden getoond. Er kunnen namelijk slechts een beperkt aantal tekens op het normale display worden getoond. Bijv.: • “SUBWOOFER: +10” wordt als “SUBWFR +10” op het display getoond. • “BASS BOOST: ON” wordt als “B BOOST ON” op het display getoond.
C
3
Druk nogmaals op TEST TONE om de testtoon te stoppen.
OPMERKINGEN • U kunt de uitgangsniveaus voor de luidsprekers tevens zonder gebruik van de testtoon instellen. • Er wordt geen testtoon gereproduceerd en er verschijnt geen luidsprekeraanduiding op het TV-scherm voor de luidsprekers waarvoor u “NO” heeft gekozen (zie bladzijde 21). • Er wordt geen testtoon weergegeven indien de hoofdtelefoon is aangesloten of “DVD MULTI” is gekozen.
Fabrieksinstelling: 0 (dB) voor alle luidsprekers OPMERKINGEN • U kunt het uitgangsniveau niet instellen voor luidsprekers waarvoor u “NO” heeft gekozen (zie bladzijde 21). • Bij gebruik van een hoofdtelefoon kunt u uitsluitend het uitgangsniveau van de linker- en rechtervoorluidsprekers instellen.
NL26-31RXF31S[E]f.p65
29
29 14/4/05, 5:33 PM
Instellen van de egalisatiepatronen —DIGITAL EQ 63Hz/250Hz/1kHz/4kHz/16kHz
Instellen van de lage tonen
U kunt de egalisatiepatronen in vijf frequentiebanden instellen (middenfrequentie: 63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz) voor de voorluidsprekers. • De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
U kunt het niveau van de lage tonen versterken—Bass Boost. • De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt.
Instebereik: –8 (dB) tot +8 (dB) (met stappen van 2 dB)
• De EQ indicator licht op het display op wanneer u deze instelling maakt.
Fabrieksinstelling: BASS BOOST: OFF
Stel alle frequentiebanden op “0 (dB)” indien u geen instellingen hoeft te maken. • De EQ indicator dooft van het display.
OPMERKING Deze functie heeft uitsluitend effect op het geluid dat via de voorluidsprekers wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening: U kunt de instellingen ook als volgt met de afstandsbediening maken. Voordat u start, vergeet niet... De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 2 beginnen indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent. Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”. Druk op SOUND.
2
Druk herhaaldelijk op EQ FREQ om de gewenste in te stellen band te kiezen.
3
Druk op EQ LEVEL 9/( om het egalisatiepatroon van de gekozen band in te stellen.
4
Herhaal stappen 2 en 3 voor het instellen van de andere banden.
OPMERKING
BASS BOOST: ON Kies deze stand om het niveau van de lage tonen te versterken. De BASS indicator licht op het display op. BASS BOOST: OFF Kies deze stand wanneer u geen gebruik van Bass Boost wilt maken.
Fabrieksinstelling: 0 (dB) voor alle banden
1
7 Versterken van de lage tonen—BASS BOOST
2 3 1
Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
Met de afstandsbediening: U kunt de instellingen ook als volgt met de afstandsbediening maken. Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”. Druk op SOUND en vervolgens herhaaldelijk op BASS BOOST. • Door iedere druk op BASS BOOST wordt de versterking van de lage tonen afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld. OPMERKING Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
7 Kiezen van de geluidsfase voor de subwoofer— SUBWOOFER PHASE U kunt de fase voor de subwoofer indien gewenst veranderen. • De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt. PHASE: NORMAL
Kies normaliter deze instelling.
PHASE: REVERSE
Kies indien de lage tonen met deze instelling beter klinken dan in vergelijking met “PHASE: NORMAL”.
Fabrieksinstelling: PHASE: NORMAL OPMERKING Deze functie heeft uitsluitend effect indien “SUBWOOFER” op “SUBWOOFER: YES” is gesteld (zie bladzijde 21).
7 Verzwakken van het ingangssignaal—INPUT ATT Het geluid wordt vervormd indien het ingangsniveau van de analoge bron te hoog is. U moet in dat geval het niveau van het ingangssignaal verzwakken zodat het geluid niet langer wordt vervormd. • De instelling wordt voor iedere bron afzonderlijk in het geheugen vastgelegd nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt. INPUT ATT: ON
Kies voor het verzwakken van het ingangssignaalniveau. De ATT indicator licht op het display op.
INPUT ATT: NORMAL Kies indien u het signaal niet wilt verzwakken. Fabrieksinstelling: INPUT ATT: NORMAL
30 NL26-31RXF31S[E]f.p65
30
14/4/05, 5:33 PM
Instellen van de geluidsparameters voor de Surround-/DSP-functies U kunt de geluidsparameters voor de Surround-/DSP-functies naar wens instellen. • Zie bladzijden 38 tot 43 voor details aangaande de Surround-/ DSP-functies.
7 Instellen van het effectniveau voor de DSPfuncties—EFFECT Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt indien een van de DSP-functies (uitgezonderd ALL CH ST) is geactiveerd. Zie bladzijde 42 voor het activeren van een DSP-functie. • Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor iedere DSP-functie in het geheugen vastgelegd. Instelbereik: 1 tot 5 (met stappen van 1) Fabrieksinstelling: EFFECT: 3 Het effect wordt sterker wanneer u een hoger nummer kiest. Kies normaliter “3”.
Met de afstandsbediening: U kunt de instellingen ook als volgt met de afstandsbediening maken.
7 Voor een zachtere of scherpe middentoon —CENTER TONE Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt indien een van de Surround-/DSP-functies is geactiveerd. Zie bladzijde 42 voor het activeren van een surroundfunctie/DSP-functie. • Deze instelling is voor alle surroundfuncties hetzelfde, en wordt afzonderlijk voor de DSP-modus vastgelegd. • U kunt de middentoon in de volgende gevallen niet instellen: – Indien “CENTER SPEAKER” op “CENTER SPK: NO” is gesteld (zie bladzijde 21). – Tijdens weergave van Dual Mono software. – Tijdens weergave via de hoofdtelefoon. Instelbereik: 1 tot 5 (met stappen van 1) Fabrieksinstelling: CENTER TONE: 3 De dialoog wordt duidelijker hoorbaar wanneer u een hoger nummer kiest. Kies normaliter “3”. • Indien de middentoon op een andere instelling dan “CENTER TONE: 3” is gesteld, licht de C.TONE indicator op het display op.
Met de afstandsbediening: U kunt de instellingen ook als volgt met de afstandsbediening maken. Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”. Druk op SOUND en vervolgens herhaaldelijk op EFFECT.
Druk op SOUND en vervolgens herhaaldelijk op C.TONE. OPMERKING
OPMERKING Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
7 Instellen van de panoramaregeling voor Pro Logic II Music—PANORAMA Deze instelling kan uitsluitend worden gemaakt indien Pro Logic II Music is geactiveerd. Zie bladzijde 42 voor het activeren van Pro Logic II Music. • Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, blijft deze in het geheugen vastgelegd totdat u de instelling weer verandert. PANORAMA: ON
Kies voor een “omringend” geluid met het effect van zijmuren.
PANORAMA: OFF
Kies indien u het oorspronkelijk opgenomen geluid wilt beluisteren.
Na een druk op SOUND werken de cijfertoetsen voor het maken van geluidsinstellingen. Voor het gebruik van de cijfertoetsen voor bediening van de gewenste bron, moet u alvorens bediening eerst op de juiste bronkeuzetoets drukken; de afstandsbediening zal anders namelijk niet als bedoeld functioneren.
7 Instellen van de vertikale lokalisatie van het middenkanaal voor de surroundfuncties en de DSP-functies—CENTER ALIGNMENT Deze instelling kan worden gemaakt indien een van de surroundfuncties/DSP-functies (uitgezonderd “PLII MUSIC” en “ALL CH ST”) is geactiveerd. Zie bladzijde 42 voor het activeren van de surroundfunctie/DSP-functie. • Na het maken van een instelling, wordt deze voor iedere surroundfunctie/DSP-functie in het geheugen vastgelegd. • U kunt deze instelling niet maken in de volgende gevallen: – Indien “CENTER SPEAKER” op “CENTER SPK: NO” is gesteld (zie bladzijde 21). – Tijdens weergave van Dual Mono software. – Tijdens weergave via de hoofdtelefoon.
Fabrieksinstelling: PANORAMA: OFF C ALIGNMENT: ON Kies indien het lijkt alsof het geluid van de acteurs of zangers niet van het scherm komt. C ALIGNMENT: OFF De functie voor de lokalisatie van het geluid wordt geannuleerd. Fabrieksinstelling: C ALIGNMENT: OFF
31 NL26-31RXF31S[E]f.p65
31
14/4/05, 5:33 PM
Bediening van de tuner
Handmatig afstemmen op zenders ALLEEN met de afstandsbediening:
1 Druk op FM/AM om de golfband te kiezen. Er wordt op de laatst ontvangen zender van de gekozen golfband afgestemd. • Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de “FM” en “AM” golfband ingesteld.
De bedieningen voor de tuner worden voornamelijk met de afstandsbediening uitgevoerd.
Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
2 Druk herhaaldelijk op TUNING 9 of
( TUNING of houd ingedrukt, totdat op de gewenste zender is afgestemd. • Door een druk (of ingedrukt houden) op TUNING 9 wordt de frequentie verhoogd. • Door een druk (of ingedrukt houden) op ( TUNING wordt de frequentie verlaagd.
OPMERKINGEN • Wanneer u TUNING 9 of ( TUNING ingedrukt houdt en vervolgens loslaat, zal de frequentie blijven veranderen totdat op een zender is afgestemd. • De TUNED indicator licht op het display op wanneer een zender van voldoende sterkte is gevonden. • De ST (stereo) indicator licht tevens op wanneer een stereo FM-programma wordt ontvangen.
Gebruik van voorkeurzenders Nadat u eenmaal een zender onder een kanaalnummer heeft vastgelegd, kunt u snel op die zender afstemmen door het overeenkomende nummer te kiezen. U kunt maximaal 30 zenders voor FM en 15 zenders voor AM (MG) vastleggen.
Vastleggen van voorkeurzenders Voordat u start, vergeet niet... De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 2 beginnen indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1 Stem op de zender die u wilt vastleggen af (zie “Handmatig afstemmen op zenders” van de hierboven). • Kies de gewenste FM-ontvangstfunctie indien u tevens de FM-ontvangstfunctie voor de zender wilt vastleggen. Zie “Kiezen van de FM-ontvangstfunctie” op bladzijde 33. EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
OPMERKING Indien u met de SOURCE schakelaar op het voorpaneel “FM” of “AM” heeft gekozen, werkt de afstandsbediening mogelijk niet voor bediening van de tuner. Kies “FM” of “AM” met de bronkeuzetoetsen op de afstandsbediening voor gebruik van de afstandsbediening voor de tuner.
2 Druk op MEMORY. De plaats voor het kanaalnummer knippert ongeveer 5 seconden op het display. EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS kHz 96 / 24 AUTO SR
32 NL32-37RXF31S[E]f.p65
32
14/4/05, 5:37 PM
3 Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om het
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
kanaalnummer te kiezen terwijl de plaats knippert.
2 1, 3
• Voor kanaalnummer 5, druk op 5. • Voor kanaalnummer 15, druk op +10 en dan op 5. • Voor kanaalnummer 30, druk op +10, +10 en dan op 10. EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
4 Druk nogmaals op MEMORY terwijl het gekozen kanaalnummer op het display knippert. Het gekozen kanaalnummer stopt te knipperen. De zender wordt nu als voorkeurzender op dit gekozen kanaalnummer vastgelegd.
5 Herhaal stappen 1 tot 4 totdat alle gewenste zenders zijn vastgelegd.
Voordat u start, vergeet niet... De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 2 beginnen indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1 Draai SOURCE SELECTOR om “FM” of “AM” te kiezen. Er wordt op de laatst ontvangen zender van de gekozen golfband afgestemd.
2 Druk op TUNER PRESET. “P” verschijnt op het display en MULTI JOG werkt nu voor het kiezen van voorkeurkanalen.
3 Draai MULTI JOG om een Wissen van een vastgelegde voorkeurzender Door een nieuwe zender op een reeds bezet kanaalnummer vast te leggen, wordt de eerst vastgelegde zender gewist.
Afstemmen op een voorkeurzender
voorkeurkanaalnummer te kiezen terwijl “P” op het display wordt getoond. • Draai MULTI JOG naar rechts om het voorkeurkanaalnummer te verhogen. • Draai MULTI JOG naar links om het voorkeurkanaalnummer te verlagen.
Met de afstandsbediening: EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS kHz 96 / 24 AUTO SR
1 Druk op FM/AM om de golfband te kiezen. Er wordt op de laatst ontvangen zender van de laatst gekozen golfband afgestemd en de cijfertoetsen werken nu voor bediening van de tuner. • Door iedere druk op de toets wordt afwisselend de “FM” en “AM” golfband ingesteld. EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
2 Druk op de cijfertoetsen (1 – 10, +10) om een voorkeurkanaalnummer te kiezen. EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS kHz 96 / 24 AUTO SR
• Voor kanaalnummer 5, druk op 5. • Voor kanaalnummer 15, druk op +10 en dan op 5. • Voor kanaalnummer 30, druk op +10, +10 en dan op 10.
Kiezen van de FM-ontvangstfunctie U kunt tijdens ontvangst van een FM-uitzending de FMontvangstfunctie veranderen wanneer een stereo FM-uitzending moeilijk te ontvangen is of veel ruis bevat. • U kunt de FM-ontvangstfunctie voor iedere voorkeurzender vastleggen (zie bladzijde 32).
ALLEEN met de afstandsbediening: Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op FM MODE. • Door iedere druk op de toets wordt de FM-ontvangstfunctie afwisselend op “AUTO MUTING” en “MONO” gesteld. AUTO MUTING
Kies normaliter deze instelling. Indien een programma stereo wordt uitgezonden, zult u het programma stereo kunnen beluisteren, wordt het mono uitgezonden, dan hoort u het mono. Deze functie is tevens handig voor het onderdrukken van statische ruis tussen zenders. De AUTO MUTING indicator licht op het display op.
MONO
Kies deze stand voor een betere ontvangst (maar het stereo-effect wordt nu uitgeschakeld). Met deze functie hoort u ruis tijdens het afstemmen op zenders. De AUTO MUTING indicator dooft van het display. (De ST indicator dooft tevens).
Fabrieksinstelling: AUTO MUTING
33 NL32-37RXF31S[E]f.p65
33
14/4/05, 5:37 PM
Gebruik van RDS (Radio Data System) voor ontvangst van FM-zenders Voor de bediening van RDS worden voornamelijk de toetsen van de afstandsbediening gebruikt.
Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
Met dit toestel kunt u de volgende typen RDS-signalen ontvangen: PS (Stationsnaam):
Toont de algemeen bekende zendernamen.
PTY (Programmatype):
Toont het programmatype dat wordt uitgezonden.
RT (Radiotekst):
Toont textmededelingen die door de zender wordt uitgezonden.
Enhanced Other Networks:
Zie bladzijde 37.
OPMERKINGEN • RDS is niet beschikbaar voor AM (MG) uitzendingen. • RDS werkt mogelijk niet goed indien de zender waarop is afgestemd de RDS-signalen niet juist uitstuurt of de signalen te zwak zijn.
Wat voor een informatie leveren RDS-signalen? U kunt op het display zien welke RDS-signalen door de zender worden uitgestuurd.
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op DISPLAY. • Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het display en toont u de volgende informatie:
PS
PTY
Frequentie (Normale aanduiding)
RT
PS (Stationsnaam): Tijdens het zoeken verschijnt “PS” en worden de zendernamen getoond. “NO PS” zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen. PTY (Programmatype): Tijdens het zoeken verschijnt “PTY” en vervolgens het type van het programma dat wordt uitgezonden. “NO PTY” zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen. RT (Radiotekst):
Met gebruik van RDS sturen FM-zenders extra signalen samen met de normale programmasignalen uit. De zenders sturen bijvoorbeeld de zendernaam en tevens informatie over het type programma dat ze uitzenden, bijvoorbeeld sport of muziek. De RDS indicator licht op het display op wanneer u op een FM-zender heeft afgestemd die tevens RDS-signalen levert.
RDS indicator EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
Tijdens het zoeken verschijnt “RT” en wordt de textmededeling getoond die door de zender wordt uitgezonden. “NO RT” zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen. Frequentie: De zenderfrequentie (geen RDS-service).
Meer over de tekens die op het display worden getoond De volgende tekens worden op het display gebruikt bij ontvangst van PS, PTY of RT signalen: • Het display kan geen accenten tonen. “A” wordt bijvoorbeeld voor alle “A’s” met accenten, zoals “Å, Ä, Ã, Á, À, Â, å, ä, ã, á, à, en â”.
OPMERKING Indien het zoeken direct stopt, zullen “PS”, “PTY” en “RT” niet op het display verschijnen.
34 NL32-37RXF31S[E]f.p65
34
14/4/05, 5:37 PM
Opzoeken van een programma aan de hand van PTY-codes Een voordeel van RDS is dat u eenvoudig en snel een bepaald soort programma kunt opzoeken dat door een van de voorkeurzenders (zie bladzijden 32 en 33) wordt uitgezonden door de overeenkomende PTY-code in te voeren.
Zoeken van een programma met gebruik van de PTY-codes Voordat u start, vergeet niet... De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 1 beginnen indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1 Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender
PTY-codes
None Alarm !
News
TEST
Affairs
Document
Info (Informatief)
Folk M (Volksmuziek)
Sport
Oldies
Educate (Educatief)
Nation M (Nationale muziek)
Drama
Country
Culture
Jazz
Science
Leisure
Varied
Travel
Pop M (Popmuziek)
Phone In
Rock M (Rockmuziek)
Religion
Easy M (Easy Listening muziek)
Social
Light M (Lichte muziek)
Children
Classics
Finance
Other M (Andersoortige muziek)
op PTY SEARCH. “PTY SELECT” knippert op het display.
2 Druk terwijl “PTY SELECT” knippert op PTY 9 of ( PTY totdat de gewenste PTY-code op het display verschijnt.
3 Druk nogmaals op PTY SEARCH terwijl de in de vorige stap gekozen PTY-code nog steeds op het display wordt getoond. Tijdens het zoeken worden “SEARCH” en de gekozen PTY-code afwisselend op het display getoond. Het toestel zoekt de 30 FM-voorkeurzenders af en stopt zodra een zender is gevonden die een programma van het gekozen type uitzendt. • Druk tijdens het zoeken op PTY SEARCH om het zoeken voortijdig te stoppen. • “NOT FOUND” zal verschijnen indien er geen overeenkomend programma wordt gevonden.
Weather • Zie “Beschrijving van PTY-codes” op bladzijde 36 voor details aangaande iedere code.
Verder zoeken nadat de eerste zender is gevonden Druk nogmaals op PTY SEARCH terwijl de aanduidingen op het display knipperen.
35 NL32-37RXF31S[E]f.p65
35
14/4/05, 5:37 PM
Beschrijving van PTY-codes: News:
Nieuws.
Finance:
Affairs:
Programma’s met een thema waarin dieper op het nieuws wordt ingegaan—debat of analyse.
Verslagen van de beurs, handel en commercie, enz.
Children:
Programma’s voor kinderen.
Info (Informatief): Programma’s die in een brede zin meer informatie en advies geven.
Social:
Programma’s over sociologie, geschiedenis, geografie, psychologie en sociale vraagstukken.
Sport:
Religion:
Religieuze programma’s.
Phone In:
Luisteraars die hun mening via de telefoon of forums duidelijk maken.
Travel:
Reisinformatie.
Leisure:
Programma’s over recreatie en activiteiten.
Jazz:
Jazzmuziek.
Country:
Programma’s met muziek van oorspronkelijk het zuiden van Amerika.
Programma’s over sport en sportwedstrijden.
Educate (Educatief): Educatieve programma’s. Drama:
Radiohoorspelen en series.
Culture:
Programma’s over nationale of regionale cultuur, met inbegrip van taal, theater, enz.
Science: Varied:
Programma’s over natuurwetenschappen en techniek. Voornamelijk praat-programma’s, bijvoorbeeld quizzen, spelletjes en interviews met beroemdheden.
Pop M (Popmuziek): Commerciële, hedendaagse muziek.
Nation M (Nationale muziek): Huidige populaire, nationale of regionale muziek in de taal van het land.
Rock M (Rockmuziek): Rockmuziek.
Oldies:
Easy M (Easy Listening muziek): Huidige muziek die ookwel “easy listening” wordt genoemd.
Folk M (Volksmuziek): Muziek die uit een bepaalde cultuur komt.
Light M (Lichte muziek): Lichte instrumentale muziek, zang of koormuziek. Classics:
Uitvoeringen van orkesten, symfonieën, kamermuziek, enz.
Other M (Andersoortige muziek): Muziek die niet bij een van de andere categorieën hoort. Weather:
Muziek uit de “golden age”, oftewel “gouwe ouwe”.
Document:
Programma’s die dieper op gebeurtenissen ingaan of bepaalde feiten verder onderzoeken.
TEST:
Uitzendingen voor het testen van onder andere noodberichten en waarschuwingen.
Alarm !:
Waarschuwingen en noodberichten.
None:
Geen programmatype, ongedefinieerd programma of programma’s die niet gemakkelijk in een van de andere groepen passen.
Weerberichten. De inhoud van programma’s met een bepaalde PTY-code kan met sommige FM-zenders afwijken van de hierboven gegeven beschrijving.
36 NL32-37RXF31S[E]f.p65
36
14/4/05, 5:37 PM
Tijdelijk overschakelen len naar een ander gewenst radioprogramma Een andere handige functie met RDS is het zogenaamde “Enhanced Other Networks”. Met deze functie kunt u tijdelijk naar een ander gewenst radioprogramma (TA, NEWS en/of INFO) van een andere zender overschakelen. Het overschakelen is echter niet mogelijk in de volgende gevallen: • De Enhanced Other Networks functie werkt uitsluitend tijdens ontvangst van FM-zenders die de Enhanced Other Networks code hebben. Voordat u start, vergeet niet... De Enhanced Other Networks functie kan uitsluitend voor voorkeurzenders worden gebruikt.
Druk herhaaldelijk op TA/NEWS/INFO totdat het gewenste programmatype op het display verschijnt. • Door iedere druk op de toets verandert het (de) programmatype(s) en licht(en) de overeenkomende indicator(s) als volgt op:
TA
NEWS
Geannuleerd
INFO
TA/NEWS
TA/NEWS/INFO
TA/INFO
NEWS/INFO
Stoppen van het programma dat door Enhanced Other Networks werd gekozen Druk herhaaldelijk nogmaals op TA/NEWS/INFO zodat de indicator van het programmatype (TA/NEWS/INFO) van het display dooft. De Enhanced Other Networks standbyfunctie wordt uitgeschakeld en het toestel stemt op de hiervoor gekozen zender af.
Indien een noodbericht (Alarm ! signaal) door een FM-zender wordt uitgezonden Het toestel stemt behalve in de volgende gevallen automatisch op de betreffende zender af: • Bij het luisteren naar niet-RDS Networks—alle AM (MG) zenders, bepaalde FM-zenders en andere bronnen. • Indien het toestel standby of in TV Direct is geschakeld. Tijdens ontvangst van een noodbericht verschijnt “Alarm !” op het display.
Het TEST signaal dient voor het testen––en controleert of het Alarm ! signaal goed kan worden ontvangen Het TEST signaal laat het toestel op dezelfde manier werken als het Alarm ! signaal. Bij ontvangst van een TEST signaal schakelt het toestel automatisch over naar de zender die het TEST signaal uitzendt. Tijdens ontvangst van het TEST signaal verschijnt “TEST” op het display. OPMERKINGEN
TA:
Verkeersinformatie in uw regio.
NEWS:
Nieuws.
INFO:
Programma’s die informatie en advies in de breedste zin van het woord geven.
Werking van de Enhanced Other Networks functie: Indien een andere FM-zender van hetzelfde netwerk een uitzending van het door u gekozen programmatype start tijdens het luisteren naar een FM-zender De receiver schakelt automatisch naar deze andere zender over. De indicator van de ontvangen programmatype begint te knipperen.
‘
Na het programma schakelt de receiver terug op de zender waarop hiervoor was afgestemd, maar blijft de Enhanced Other Networks functie standby geschakeld. De indicator van de ontvangen programmatype stopt te knipperen en blijft opgelicht.
• Sommige stations zenden Enhanced Other Networks-gegevens uit waar deze toestel niet mee overweg kan. • Enhanced Other Networks functioneert niet met bepaalde RDS FM-zenders. • Als u naar een programma luistert waarop door de functie Enhanced Other Networks is afgestemd, blijft de eenheid dat station ontvangen, ook als een ander station een programma met dezelfde Enhanced Other Networks-gegevens gaat uitzenden. • U kunt uitsluitend de TA/NEWS/INFO en DISPLAY toetsen gebruiken tijdens het luisteren naar een programma dat door de Enhanced Other Networks functie werd gekozen. LET OP: Als de eenheid steeds heen en weer schakelt tussen het station waarop de eenheid staat afgestemd en het station waarop de functie Enhanced Other Networks wil afstemmen, is het raadzaam om herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO te drukken zodat de functie Enhanced Other Networks wordt uitgeschakeld. Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk het station weer ontvangen waarop de ontvanger op dat moment al was afgestemd en de knipperende vermelding van het Enhanced Other Networks-gegevenstype verdwijnt weer van de display.
Indien de zender waarop is afgestemd een uitzending van het door u gekozen programmatype start De receiver blijft op deze zender afgestemd, maar de indicator van de ontvangen programmatype begint te knipperen.
‘
Na het programma stopt de indicator van de ontvangen programmatype te knipperen en blijft opgelicht, maar de receiver blijft in de Enhanced Other Networks standbyfunctie geschakeld.
37 NL32-37RXF31S[E]f.p65
37
14/4/05, 5:37 PM
Voor realistische geluidsvelden
Introductie van de Surround-functies ■ Dolby Digital* Dolby Digital is een digitale signaalcompressiemethode, ontwikkeld door Dolby Laboratories, voor multikanaal codering en decodering. • De DOLBY D indicator licht op het display op wanneer een Dolby Digital signaal via de digitale ingang wordt ontvangen.
Dolby Digital 5.1CH
Reproductie met een bioscoopeffect In een bioscoop zijn veel luidsprekers aan de muren opgehangen om een imponerend, multi-surroundgeluid te reproduceren dat u via alle richtingen ontvangt. Met gebruik van veel luidsprekers kan de richting en verplaatsing van het geluid goed worden uitgedrukt. De in deze receiver ingebouwde Surround-/DSP-functies kunnen bijna dezelfde surroundgeluiden als in een echte bioscoop reproduceren.
Bij codering met Dolby Digital 5.1CH (DOLBY D) worden de signalen van het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal, linkersurroundkanaal, rechtersurroundkanaal en het LFE-kanaal opgenomen en gecomprimeerd. (Er zijn in totaal dus 6 kanalen, maar het LFE-kanaal wordt als het 0,1 kanaal geteld. Vandaar de term “5,1 kanaal”). Daarbij kan Dolby Digital ook het surroundgeluid via de achterluidsprekers stereo reproduceren en wordt de drempelfrequentie voor de hoge surroundtonen, in vergelijking met 7 kHz voor Dolby Pro Logic, op 20 kHz gesteld. Deze feiten versterken de verplaatsing van het geluid en het “aanwezigheidsgevoel” veel meer dan in vergelijking met Dolby Pro Logic. Een ander door Dolby Laboratories geïntroduceerd digitaal surround coderingsformaat is Dolby Digital EX, waarmee de derde surroundkanalen worden toegevoegd, het zogenaamde “surroundachter”. In vergelijking met het conventionele Dolby Digital 5.1CH kunnen deze nieuw toegevoegde surroundachterkanalen de beweging achter u tijdens weergave van videosoftware met meer details reproduceren. Daarbij wordt de lokalisatie en richting van het surroundgeluid stabieler. • U kunt Virtual Surround Back (zie bladzijde 22) gebruiken tijdens weergave van Dolby Digital Surround EX software. Met dit surroundformaat worden de signalen voor het surroundachterkanaal via de normale suroundluidsprekers weergegeven zodat u toch zonder gebruik van surroundachterluidsprekers een goed surroundachtereffect krijgt. De VIRTUAL SB indicator licht op het display op.
38 NL38-43RXF31S[E]f.p65
38
18/4/05, 12:37 PM
■ Dolby Surround
DTS 96/24
Dolby Pro Logic II
De laatste jaren is er steeds meer interesse in een hogere bemonsteringswaarde voor zowel opname en reproductie in de huiskamer. Hogere bemonsteringswaarden geven een breder frequentiebereik en hogere bitdiepten leveren een breder dynamisch bereik. DTS 96/24 is een multikanaal digitaal signaalformaat (fs 96 kHz/ 24 bits) dat door Digital Theater Systems, Inc. werd geïntroduceerd, voor een “betere geluidskwaliteit dan CD” in uw huiskamer. • De DTS en 96/24 indicators lichten op wanneer DTS 96/24 signalen worden ontvangen. U kunt het 5,1-kanaalgeluid met de volledige kwaliteit beluisteren.
Dolby Pro Logic II heeft een nieuw ontwikkeld multikanaal weergaveformaat voor het omzetten van 2-kanaal software in 5-kanalen (plus subwoofer). De matrix-gebaseerde conversiemethode die voor Dolby Pro Logic II wordt gebruikt, heeft geen limiet voor de drempelfrequentie van de surround hoge tonen en levert stereo surroundgeluid. • Deze receiver heeft twee verschillende Dolby Pro Logic II functies—Pro Logic II Movie (PLII MOVIE) en Pro Logic II Music (PLII MUSIC). De indicator licht op wanneer Dolby Pro Logic II wordt geactiveerd. PLII MOVIE
Geschikt voor weergave van software die met Dolby Surround is gecodeerd. U krijgt met gebruik van deze functie een geluidsveld dat zeer dicht bij het discrete 5,1 kanaal geluid ligt.
PLII MUSIC
Geschikt voor weergave van 2-kanaal stereo software. U krijgt met deze functie een breed en diep geluid.
• Voor weergave van de met Dolby Digital gecodeerde software moet het broncomponent middels de digitale aansluitingen op het achterpaneel van deze receiver zijn verbonden. (Zie bladzijde 11).
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het symbool double-D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
** “DTS” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Bij gebruik van de Surround-functie wordt het geluid weergegeven via de geactiveerde luidsprekers die voor de Surround functie vereist zijn. • Indien “NO” voor de surroundluidsprekers of middenluidspreker is ingesteld (zie bladzijde 21), worden de signalen voor deze overeenkomende kanalen naar de voorluidsprekers gestuurd en via de voorluidsprekers weergegeven. • Indien “NO” voor zowel de surroundluidsprekers als de middenluidspreker is ingesteld (zie bladzijde 21), worden de signalen met het originele JVC 3D-PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt. De 3D indicator licht op het display op.
■ DTS**
3D HEADPHONE functie
DTS is een ander digitale signaalcompressiemethode, ontwikkeld door Digital Theater Systems, Inc., en levert multikanaal codering en decodering (1 kanaal tot 6,1 kanalen). • De DTS indicator licht op wanneer een DTS signaal door de digitale ingang wordt ontvangen en herkend.
Indien u een hoofdtelefoon aansluit terwijl een van de Surround-functies is geactiveerd, wordt ongeacht het type software dat u afspeelt de 3D HEADPHONE functie geactiveerd. “3DHEADPHONE” verschijnt op het display en de DSP, 3D en HP indicators lichten op.
DTS Digital Surround DTS Digital Surround (DTS) is een ander discreet 5,1 kanaal digitaal audioformaat voor CD, LD en DVD software. In vergelijking met Dolby Digital heeft het DTS Digital Surround formaat een lagere audiocompressieverhouding. Hierdoor geeft DTS Digital Surround extra diepte en breedte aan het geluid. U zult merken dat het geluid natuurgetrouw, overtuigend en gashelder overkomt. Een ander door Digital Theater Systems, Inc. geïntroduceerd multikanaal digitaal surround coderingsformaat is DTS Extended Surround (DTS-ES). Het verbetert aanzienlijk het 360-graden surroundbeeld en de ruimtelijke expressie door het derde surroundkanaal toe te voegen—surroundachterkanaal. DTS-ES bestaat uit twee signaalformaten met verschillende surroundsignaal-opnamemethodes—DTS-ES Discrete 6.1ch en DTS-ES Matrix 6.1ch. • U kunt Virtual Surround Back (zie bladzijde 22) gebruiken tijdens weergave van DTS-ES software. Met dit surroundformaat worden de signalen voor het surroundachterkanaal via de normale suroundluidsprekers weergegeven zodat u toch zonder gebruik van surroundachterluidsprekers een goed surroundachtereffect krijgt. De VIRTUAL SB indicator licht op het display op.
Meer over andere digitale signalen Lineair PCM Dit zijn de niet-gecomprimeerde digitale audiodata die voor DVD’s, CD’s en Video-CD’s worden gebruikt. DVD’s hebben 2 kanalen met een bemonsteringswaarde van 48/96 kHz en een kwantisatie van 16/20/24 bits. CD’s en Video-CD’s daarentegen blijven beperkt tot 2 kanalen met 44,1 kHz en 16 bits. • De LPCM indicator licht op wanneer Lineaire PCM signalen worden ontvangen. Dual Mono Dual Mono is zeer vergelijkbaar met tweetalige uitzendingen van TV-programma’s die twee gescheiden kanalen voor de geluidssporen hebben. (Het Dual Mono formaat is echter niet identiek aan dergelijk analoge formaten). Dit formaat wordt nu gebruikt voor Dolby Digital, DTS, enz. Dit formaat maakt het mogelijk om twee afzonderlijke kanalen (ook het hoofdkanaal en subkanaal genoemd) gescheiden op te nemen. • U kunt nu het gewenste, te beluisteren kanaal kiezen (zie bladzijde 22).
39 NL38-43RXF31S[E]f.p65
39
14/4/05, 5:40 PM
Introductie van de DSP-functies Het geluid wat u hoort in een concertzaal, kerk, enz. bestaat uit het directe geluid en het indirecte geluid—de snelle reflecties en reflecties via de achterkant en achtermuren. Het directe geluid bereikt uw gehoor zonder reflecties, dus direct. De indirecte geluiden daarentegen worden vertraagd door de afstand tot het plafond en de muren. Deze directe en indirecte geluiden zijn de belangrijkste elementen van de akoestische surroundeffecten. De DSP (Digital Signal Processor) functies kan deze belangrijke elementen aan het geluid toevoegen zodat u het gevoel krijgt dat u werkelijk bij de “live-uitvoering aanwezig” bent.
Reflecties via achterkant Snelle reflecties
■ Digital Acoustic Processor (DAP) functies U kunt de volgende DAP-functies gebruiken voor een weergave met een akoestisch geluidsveld in uw huiskamer. HALL1
Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een grote, schoenendoos-vormige zaal die voornamelijk voor klassieke concerten is ontworpen. (Het aantal stoelen is ongeveer 2000).
HALL2
Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een grote wijngaard-vormige zaal die voornamelijk voor klassieke concerten is ontworpen. (Het aantal stoelen is ongeveer 2000).
LIVE CLUB
Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een “live” muziekclub met een laag plafond.
DANCE CLUB Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een swingende discotheque. PAVILION
Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een hal met een hoog plafond voor bijvoorbeeld tentoonstellingen.
THEATRE1
Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een groot theater met ongeveer 600 stoelen.
THEATRE2
Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een klein theater met ongeveer 300 stoelen.
Directe geluiden De DSP-functies biedt u de volgende functies: • Digital Acoustic Processor (DAP) functies—HALL1, HALL2, LIVE CLUB, DANCE CLUB, PAVILION, THEATRE1, THEATRE2 • MONO FILM—Wordt gebruikt voor alle soorten 2-kanaal signalen (inclusief het Dual Mono signaal) • Stereofunctie voor alle kanalen (ALL CH ST) De DSP indicator licht op het display op wanneer een van de DSP-functies wordt geactiveerd.
OPMERKING Indien “THEATRE1” of “THEATRE2” wordt geactiveerd tijdens weergave van een 2-kanaal analoge of digitale bron, wordt de ingebouwde Dolby Pro Logic II decoder ingeschakeld en licht de indicator op. Bij gebruik van de DAP-functie wordt er geluid via alle aangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven. • Indien “NO” voor de surroundluidsprekers is ingesteld (zie bladzijde 21), worden de signalen met het originele JVC 3D-PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt. De 3D indicator licht op het display op.
40 NL38-43RXF31S[E]f.p65
40
14/4/05, 5:40 PM
■ MONO FILM Voor een betere akoestisch geluidsveld in uw luisterruimte tijdens weergave van videosoftware met monogeluid (analoge en 2-kanaal digitale signalen, inclusief het Dual Mono signaal) kunt u deze functie gebruiken. Er wordt met deze functie een surroundeffect toegevoegd en de geluidslokalisatie van bijvoorbeeld de acteurs/actrices wordt aanzienlijk verbeterd. Deze functie kan niet voor multikanaal digitale signalen worden gebruikt. Met “MONO FILM” geactiveerd wordt het geluid via alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers uitgestuurd. • Indien “NO” voor de surroundluidsprekers is ingesteld (zie bladzijde 21), worden de signalen met het originele JVC 3D-PHONIC systeem (dat werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect via uitsluitend voorluidsprekers) verwerkt. De 3D indicator licht op het display op. • Indien de binnenkomende signalen van het 2-kanaal digitale signaal naar een ander digitaal signaalformaat veranderen, wordt “MONO FILM” uitgeschakeld en een passende surroundfunctie geactiveerd.
■ Stereofunctie voor alle kanalen (ALL CH ST) Deze functie kan een groter stereo-geluidsveld reproduceren met gebruik van alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers. Deze functie kan niet worden gebruikt indien als luidsprekerinstelling “NO” voor de surroundluidsprekers is gekozen (zie bladzijde 21).
Geluid dat met normale stereo wordt gereproduceerd
Activeren van de Surround-/DSPfuncties De beschikbare Surround-/DSP-functies zijn afhankelijk van de luidsprekerinstellingen. Zie bladzijde 43 voor details. Door een van de Surround-/DSP-functies voor een bron te activeren, worden automatisch de vastgelegde instellingen opgeroepen. • Voor het instellen van het luidsprekeruitgangsniveau, zie bladzijde 29. • Voor het instellen van het effectniveau voor de DSPfunctie (uitgezonderd All Channel Stereo), zie bladzijde 31. • Voor het toevoegen van een “omringend” geluidseffect voor “PLII MUSIC” (PANORAMA regeling), zie bladzijde 31. • Instellen van de vertikale lokalisatie van het middenkanaal voor surroundfuncties/DSP-functies (uitgezonderd “PLII MUSIC” en “ALL CH ST”) (in lijn brengen van het midden), zie bladzijde 31. OPMERKINGEN • U kunt geen Surround-/DSP-functies gebruiken indien “DVD MULTI” als weergavebron is gekozen. • U kunt All Channel Stereo niet kiezen indien u “NO” voor de surroundluidsprekers heeft ingesteld (zie bladzijde 21). • MONO FILM kan niet worden gekozen indien het binnenkomende signaal een multikanaal digitaal signaal (meer dan twee kanalen) is. • Het in-beelddisplay verschijnt ongeveer 5 seconden op het TVscherm en toont de naam van de surroundfunctie/DSP-functie indien u een surroundfunctie/DSP-functie kiest. Voor het annuleren van deze functie moet u “SUPERIMPOSE” op “SUPERIMPOSE: OFF” stellen (zie bladzijde 25).
Geluid dat met All Channel Stereo wordt gereproduceerd
3D HEADPHONE functie Indien u een hoofdtelefoon aansluit terwijl een van de DSPfuncties is geactiveerd, wordt ongeacht het type software dat u afspeelt de 3D HEADPHONE functie geactiveerd. “3DHEADPHONE” verschijnt op het display en de DSP, 3D en HP indicators lichten op.
VERVOLG OP DE VOLGENDE BLADZIJDE
41 NL38-43RXF31S[E]f.p65
41
14/4/05, 5:40 PM
Met de afstandsbediening:
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
2
1, 3
1 Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB” voor bediening van de receiver met gebruik van de afstandsbediening.
Voordat u start, vergeet niet... De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 2 beginnen indien de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1 Kies een andere bron dan “DVD MULTI” en start de weergave. • Controleer dat u de juiste ingangsfunctie (analoog of digitaal) heeft gekozen.
2
2 Druk op SURROUND. 1 Kies een andere bron dan “DVD MULTI” en start de weergave. • Controleer dat u de juiste ingangsfunctie (analoog of digitaal) heeft gekozen.
2 Druk herhaaldelijk op SURROUND om de gewenste Surround-/DSP-functie te kiezen. Bijv.: Met “DOLBY D” gekozen voor Dolby Digital multikanaal software:
MULTI JOG werkt nu voor het kiezen van Surround-/DSPfuncties.
3 Draai MULTI JOG om de gewenste Surround-/ DSP-functie te kiezen. Bijv.: Met “DOLBY D” gekozen voor Dolby Digital multikanaal software: EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS kHz 96 / 24 AUTO SR
AUTO SURR HALL1 LIVE CLUB PAVILION THEATRE2 ALL CH ST
Surround-functies* HALL2 DANCE CLUB THEATRE1 MONO FILM SURR OFF
(Terug naar het begin)
AUTO SURR HALL1 LIVE CLUB PAVILION THEATRE2 ALL CH ST
Surround-functies* HALL2 DANCE CLUB THEATRE1 MONO FILM SURR OFF
(Terug naar het begin)
Annuleren van Surround-/DSP-functies Draai MULTI JOG zodat “SURR OFF” op het display verschijnt.
Annuleren van Surround-/DSP-functies Druk herhaaldelijk op SURROUND zodat “SURR OFF” op het display verschijnt.
OPMERKING De fabrieksinstelling is “AUTO SURR”. * De surroundfuncties die u kunt gebruiken zijn afhankelijk van het soort binnenkomende signaal. Zie “Beschikbare Surrounden DSP-functies in overeenstemming met het binnenkomende signaal” op bladzijde 43 voor details.
42 NL38-43RXF31S[E]f.p65
42
15/4/05, 10:38 AM
Indien u “AUTO SURR” (Automatisch Surround) heeft gekozen
Virtual Surround Back Tijdens weergave van Dolby Digital Surround EX of DTS-ES software kunt u met gebruik van virtueel surroundachter ook het effect van het surroundachterkanaal krijgen. Bijv.: Tijdens weergave van DTS-ES software.
U kunt de surroundfuncties nu gemakkelijk gebruiken. • Zie bladzijden 38 en 39 voor details aangaande de surroundfuncties. • De AUTO SR indicator licht op het display op indien “AUTO SURR” is geactiveerd.
EQ C.TONE VIRTUAL SB AUDIO P. BASS TA NEWS INFO RDS TUNED ST AUTO MUTING SLEEP AUTO MODE PL ATT LPCM L C R HP DOLBY D S . WFR LFE NEO : 6 MHz DSP 3D DTS AAC LS SB RS AUTO SR kHz 96 / 24
Hoe werkt “AUTO SURR”? • Indien een multikanaal signaal wordt ontvangen, wordt automatisch een passende surroundfunctie gekozen. • Indien een Dolby Digital 2-kanaal signaal of DTS 2-kanaal met surround wordt ontvangen, wordt “PLII MOVIE” gekozen. • Indien een Dolby Digital 2-kanaal signaal of DTS 2-kanaal zonder surround of een lineair PCM-signaal wordt ontvangen, wordt “SURR OFF (stereo)” gekozen.
Zie bladzijde 22 voor het activeren van Virtual Surround Back.
OPMERKINGEN • “AUTO SURR” werkt niet in de volgende gevallen: – Bij weergave van een analoge bron. – Indien een van de vastgestelde digitale decoderingsfuncties is gekozen—“DOLBY D” of “DTS” (zie bladzijde 13). • Tijdens weergave via de hoofdtelefoon wordt 3D HEADPHONE gekozen (zie bladzijde 39 en 41), ongeacht het soort software dat wordt afgespeeld. • Met “AUTO SURR” gekozen, wordt er mogelijk geen geluid bij het begin van de weergave gereproduceerd. Kies in dat geval handmatig een surroundfunctie (zie bladzijde 42).
Beschikbare Surround- en DSP-functies in overeenstemming met het binnenkomende signaal De namen van de hieronder getoonde functies komen overeen met de display-aanduidingen. Functies
Surround-functies
DSP-functies
HEADPHONE functie
Surround/DSP uitgeschakeld
HEADPHONE,
SURRND OFF
3D HEADPHONE
(stereo)
Binnenkomende signaal Dolby Digital (multikanaal)
DOLBY D
Dolby Digital Surround EX
DOLBY D (Virtual Surround Back*1)
DANCE CLUB, PAVILION,
DTS
THEATRE1/2, ALL CH ST*2
DTS (multikanaal) DTS-ES
HALL1/2, LIVE CLUB,
DTS (Virtual Surround Back)
Dual Mono
DUAL MONO
HALL1/2, LIVE CLUB,
PLII MOVIE, PLII MUSIC
THEATRE1/2, MONO FILM,
Dolby Digital (2-kanaal) DTS (2-kanaal) Lineair PCM
DANCE CLUB, PAVILION,
ALL CH ST*2
Analogue *1 Virtual Surround Back kan mogelijk niet voor bepaalde software worden gebruikt. *2 Kan niet worden gekozen indien “NO” voor de surroundluidsprekers is ingesteld (zie bladzijde 21).
43 NL38-43RXF31S[E]f.p65
43
18/4/05, 12:38 PM
Bediening van andere JVC toestellen
7 Videorecorder
Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
U kunt de bijgeleverde afstandsbediening behalve voor de receiver ook voor het bedienen van andere JVC apparaten gebruiken. • Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere toestellen. Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee soorten bedieningssignalen—afstandsbedieningssignalen “A” en “B”. – Voor bediening van een videorecorder waarvan de afstandsbedieningscode “A” is, moet u de “01” fabrikantcode kiezen. – Voor bediening van een videorecorder waarvan de afstandsbedieningscode “B” is, moet u de “02” fabrikantcode kiezen. De fabrieksinstelling is “01”. Zie “Veranderen van de zendbare signalen voor bediening van een videorecorder” op bladzijde 47 voor details. • Deze afstandsbediening is geschikt voor videorecorders waarvan “A” voor de bedieningssignalen is ingesteld.
7 TV
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren: VCR
:
Voor het in- en uitschakelen van de videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor de videorecorder uitvoeren.
Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
CHANNEL +/–:
Voor het veranderen van kanaalnummer van de videorecorder.
1 – 9, 0:
Voor het kiezen van kanaalnummers van de videorecorder.
3:
Voor het starten van de weergave.
7:
Voor het stoppen van de weergave.
8:
Voor het pauzeren van de weergave. Druk op 3 om de weergave weer voort te zetten.
¡:
Voor het snel doorspoelen van een videoband.
1:
Voor het terugspoelen van een videoband.
REC PAUSE:
Voor het pauzeren van de opname. Druk nogmaals op deze toets en vervolgens op 3 om de opname weer te starten.
7 DVD-recorder of DVD-speler
Voor bediening van de DVD-recorder drukt u de functieschakelaar naar “DVR”.
U kunt altijd de volgende bedieningen uitvoeren: TV
:
Voor het in- en uitschakelen van de TV.
TV VOL +/–:
Voor het instellen van het volume van de TV.
TV/VIDEO:
Voor het veranderen van de ingangsfunctie (video-ingang en TV-tuner) van de TV.
Voor bediening van de DVD-speler drukt u de functieschakelaar naar “DVD”.
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor de TV uitvoeren. CHANNEL +/–:
Voor het veranderen van kanaalnummer.
1 – 9, 0, 100+:
Voor het kiezen van kanaalnummers.
TV RETURN (10):
Functioneert als de TV RETURN toets. (Voor het afwisselend kiezen van het vorige kanaal en het huidige kanaal.)
44 NL44-48RXF31S[E]f.p65
44
14/4/05, 5:40 PM
Nadat de functieschakelaar in de juiste stand is gedrukt, kunt u de volgende bedieningen voor de DVD-recorder of DVD-speler uitvoeren. Zie tevens de bij de DVD-recorder of DVD-speler geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
7 Veranderen van de afstandsbedieningscode voor een DVD-recorder Bepaalde JVC DVD-recorders accepteren vier soorten bedieningssignalen. U kunt een van de vier codes invoeren voor de bij deze receiver geleverde afstandsbediening zodat u de DVD-recorder met deze afstandsbediening kunt bedienen. Zie de bij de DVD-recorder geleverde gebruiksaanwijzing voor details. Fabrieksinstelling: 03
Voor diverse weergave: (one touch replay): Voor het, gezien vanaf de huidige positie, 10 seconden terugzetten van de weergavepositie. RETURN:
Voor het terugkeren naar het hoofdmenu tijdens menubedieningen.
CANCEL:
Voor het annuleren van het geprogammeerde fragment, enz.
Alleen voor bediening van een DVD-recorder: CHANNEL +/–: Veranderen van kanaalnummers. DVD/HDD:
1 Druk de functieschakelaar naar “DVR”. 2 Houd DVR/DVD
ingedrukt.
3 Druk op DVR/DVD. 4 Voer de gewenste afstandsbedieningscode
(skip):
Code voor DVR In te voeren nummer 1 01 2 02 3 03 4 04
De weergavepositie, gezien vanaf de huidige positie, 30 seconden verder verplaatsen.
1 – 9, 0:
Kiezen van een kanaalnummer (wanneer gestopt) of een nummer van een hoofdstuk/titel, fragmentnummer (tijdens weergave). Druk op ENTER om het nummer in te voeren.
REC MODE:
Voor het kiezen van de opnamefunctie.
REC PAUSE:
Voor het activeren van opnamepauze. Druk op 3 voor het starten van een opname.
DISPLAY:
Voor het veranderen van display-informatie.
met de 1 – 4 en 0 cijfertoetsen in. Bijv.: Druk op 0 en vervolgens op 2 voor het invoeren van “2” als code.
Kiezen van de DVD-recorder of het HDD-deck. (Alleen voor een DVD-recorder met ingebouwd HDD-deck).
Alleen voor bediening van een DVD-speler:
5 Laat DVR/DVD
los.
De afstandsbedieningscode is nu vastgelegd.
fs/Rate*:
Voor het tonen van de bemonsteringsfrequentie.
U kunt nu altijd de volgende bedieningen uitvoeren:
TITLE/GROUP: Voor het veranderen van de werking van de cijfertoetsen zodat u titel-/groepnummers kunt kiezen.
DVR/DVD
ZOOM:
Voor het in- en uitzoomen.
1 – 10, 0, +10:
Kiezen van een nummer van een hoofdstuk/titel, fragmentnummer, menu-onderdeel, enz.
DVD/CARD:
Kiezen van de af te spelen disc of geheugenkaart. (Alleen voor een DVD-speler met aansluitingen voor een geheugenkaart).
DIMMER:
Voor het veranderen van de displayhelderheid.
THUMBNAIL:
Voor het tonen van overzichtbeelden voor JPEG-discs.
SLIDE:
Voor het kiezen van een effect voor diashowweergave met een JPEG-disc.
3D/S.EFFECT:
Voor het activeren van het 3D-effect.
PAGE:
Tonen van doorloopbare stilbeelden van een DVD-audio.
: Voor het in- en uitschakelen van de DVDrecorder of DVD-speler.
3:
Voor het starten van de weergave.
7:
Voor het stoppen van de weergave.
8:
Voor het pauzeren van de weergave. Druk op 3 om de weergave weer voort te zetten.
¢:
Voor het verspringen naar het begin van het volgende hoofdstuk.
4:
Voor het terugkeren naar het begin van het huidige (of voorgaande) hoofdstuk.
¡:
Voor versnelde weergave in voorwaartse richting.
1:
Voor versnelde weergave in achterwaartste richting.
TOP MENU/MENU: Voor het tonen van het op de disc opgenomen menu. ON SCREEN: Voor het tonen van de menubalk op het scherm. 5/∞/3/2:
Voor het kiezen van een onderdeel van het menuscherm.
ENTER:
Voor het invoeren van het gekozen onderdeel, kanaalnummer, nummer van hoofdstuk/titel of fragmentnummer (indien vereist).
* Deze toetsen moet u ingedrukt houden. Gebruik de bij uw DVD-recorder of DVD-speler geleverde afstandsbediening indien deze toetsen niet normaal functioneren. Zie tevens de bij uw DVD-recorder of DVDspeler geleverde gebruiksaanwijzing voor details aangaande bedieningen.
U kunt tevens de volgende toetsen voor het bedienen van een JVC DVD-recorder en/of DVD-speler gebruiken indien het betreffende component de overeenkomende functies heeft: Voor diverse instellingen: AUDIO:
Voor het kiezen van de taal/kanaal voor het geluid.
SUBTITLE:
Voor het kiezen van de taal voor de ondertitels.
SET UP:
Voor het tonen van het voorkeurdisplay.
VFP:
Voor het tonen van het beeldinstelscherm.
PROGRESSIVE*: Voor het veranderen van de aftastfunctie. ANGLE:
Voor het kiezen van de camerahoek.
45 NL44-48RXF31S[E]f.p65
45
14/4/05, 5:40 PM
Merkcodes voor TV
Bediening van componenten van een ander merk
Merk
U kunt de bijgeleverde afstandsbediening ook voor het bedienen van apparatuur van andere merken gebruiken door de afstandsbedieningssignalen te veranderen. • Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de andere betreffende componenten. • Voor bediening van componenten van een ander merk met deze afstandsbediening, moet u eerst de vereiste merkcode voor de betreffende, TV, videorecorder en STB instellen. • Na het vervangen van de batterijen van de afstandsbediening moet u de merkcode opnieuw instellen.
❏ Veranderen van de zendbare signalen voor bediening van een TV Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
1 Houd TV
ingedrukt.
2 Druk op TV. 3 Voer de merkcode met de 1 – 9 en 0
JVC Akai Blaupunkt Daewoo Fenner Fisher Grundig Hitachi Irradio Magnavox Mitsubishi Mivar Nokia Nordmende Orion Panasonic Philips Saba Samsung Sanyo Schneider Sharp Sony Telefunken Thomson Toshiba
Codes 01 02, 05 03 09, 30, 31 04, 30, 31 05 06 07, 08 02, 05 09 10, 32 03 11, 33 12, 13, 17, 25 – 27 14 15, 16 09 12, 13, 17, 25 – 27 09, 18, 31 05 02, 05 19 20 – 24 12, 13, 17, 25 – 27 12, 13, 17, 25 – 27, 29 28
Fabrieksinstelling: 01
cijfertoetsen in. Zie “Merkcodes voor TV” hier rechts.
4 Laat TV
los.
U kunt altijd de volgende bedieningen voor de TV uitvoeren. TV
:
De merkcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. Indien de codes werden veranderd, is het mogelijk dat u het betreffende component niet met deze afstandsbediening kunt bedienen.
Voor het in- en uitschakelen van de TV.
TV VOL +/–:
Voor het instellen van het volume van de TV.
TV/VIDEO:
Voor het veranderen van de ingangsfunctie (TV of VIDEO).
Na een druk op TV kunt u de volgende bedieningen voor de TV uitvoeren. CHANNEL +/–:
Voor het veranderen van kanaalnummer.
1 – 9, 0, 100+ (+10):
Voor het kiezen van kanaalnummers.
Zie de bij uw TV geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
5 Probeer de TV te bedienen door op TV
te
drukken. U heeft de juiste code ingevoerd indien de TV nu wordt in- of uitgeschakeld. Indien er meerdere codes voor het merk van uw TV worden gegeven, moet u de diverse codes proberen totdat u de juiste heeft gevonden.
46 NL44-48RXF31S[E]f.p65
46
14/4/05, 5:40 PM
❏ Veranderen van de zendbare signalen voor bediening van een videorecorder Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
1 Houd VCR
ingedrukt.
2 Druk op VCR. 3 Voer de merkcode met de 1 – 9 en 0
cijfertoetsen in. Zie “Merkcodes voor videorecorder” hier rechts.
4 Laat VCR
los.
U kunt altijd de volgende bedieningen voor de videorecorder uitvoeren. VCR
:
Voor het in- en uitschakelen van de videorecorder.
Na een druk op VCR kunt u de volgende bedieningen voor de videorecorder uitvoeren. CHANNEL +/–:
Voor het veranderen van kanaalnummer van de videorecorder.
1 – 9, 0:
Voor het kiezen van kanaalnummers van de videorecorder.
3:
Voor het starten van de weergave.
7:
Voor het stoppen van de weergave.
8:
Voor het pauzeren van de weergave.
¡:
Voor het snel doorspoelen van een videoband.
1:
Voor het terugspoelen van een videoband.
Zie de bij uw videorecorder geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
5 Probeer de videorecorder te bedienen door op
VCR
Merkcodes voor videorecorder Merk
Codes
JVC Akai Bell+Howell Blaupunkt CGM Daewoo Digtal Fisher G.E. Grundig Hitachi Loewe Magnavox Mitsubishi Nokia Nordmende Orion Panasonic Philips Phonola Saba Samsung Sanyo Sharp Siemens Sony Telefunken Toshiba
01, 02 02, 37 04, 17 05 04, 06, 17 35 06 04, 17 07 08 09, 10 06, 11, 12 05, 06 13 – 16 17 18 – 20, 32 21 22 06, 23 06 18 – 20, 24, 32 25, 26 04, 17 27, 28 08 29 – 31, 36 18 – 20, 32, 33 34
Fabrieksinstelling: 01 De merkcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. Indien de codes werden veranderd, is het mogelijk dat u het betreffende component niet met deze afstandsbediening kunt bedienen.
te drukken.
U heeft de juiste code ingevoerd indien de videorecorder nu wordt in- of uitgeschakeld. Indien er meerdere codes voor het merk van uw videorecorder worden gegeven, moet u de diverse codes proberen totdat u de juiste heeft gevonden.
47 NL44-48RXF31S[E]f.p65
47
14/4/05, 5:40 PM
❏ Veranderen van de zendbare signalen voor bediening van een STB Druk de functieschakelaar naar “AUDIO/TV/VCR/STB”.
1 Houd STB
ingedrukt.
2 Druk op STB. 3 Voer de merkcode met de 1 – 9 en 0
cijfertoetsen in. Zie “Merkcodes voor STB” hier rechts.
4 Laat STB
los.
U kunt altijd de volgende bedieningen voor de STB uitvoeren. STB
:
Voor het in- en uitschakelen van de STB.
Na een druk op STB kunt u de volgende bedieningen voor de STB uitvoeren. CHANNEL +/–:
Voor het veranderen van kanaalnummer van de STB.
1 – 9, 0:
Voor het kiezen van kanaalnummers van de STB.
Zie de bij uw STB geleverde gebruiksaanwijzing voor details.
5 Probeer de STB te bedienen door op STB
te drukken. U heeft de juiste code ingevoerd indien de STB nu wordt inof uitgeschakeld. Indien er meerdere codes voor het merk van uw STB worden gegeven, moet u de diverse codes proberen totdat u de juiste heeft gevonden.
Merkcodes voor STB Merk
Codes
JVC Amstrad BT Canal Satellite Canal + D–Box Echostar Finlux Force Galaxis Grundig Hirschmann ITT Nokia Jerrold Kathrein Luxor Mascom Maspro Nokia Pace Panasonic Philips RFT Saba Sagem Salora Selector Skymaster Thomson TPS Triax Videoway Wisi
01, 02 03 – 06, 33 01 22 22 26 19 – 21, 23 11 30 29 07, 08 07, 19, 39 11 16 13, 14, 36 11 34 13 26, 28, 35 10, 27, 33 15 09, 25 12 37 24, 31 11 31 12, 38 37 24 32 17, 18 07
Fabrieksinstelling: 01
De merkcodes kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. Indien de codes werden veranderd, is het mogelijk dat u het betreffende component niet met deze afstandsbediening kunt bedienen.
48 NL44-48RXF31S[E]f.p65
48
14/4/05, 5:40 PM
Oplossen van problemen PROBLEEM
OPLOSSING
De stekker van het netsnoer is niet aangesloten.
Steek de stekker in een stopcontact.
De receiver wordt uitgeschakeld (en de standbyfunctie wordt geactiveerd).
De luidsprekers zijn overbelast door een te hoog volume.
1. Stop de weergave van de bron. 2. Schakel het toestel weer in en stel het volume in.
De luidsprekers zijn overbelast vanwege kortsluiting bij de luidsprekeraansluitingen.
Controleer vervolgens de luidsprekeraansluitingen. Raadpleeg de plaats van aankoop indien de luidsprekersnoeren geen kortsluiting maken.
De receiver is door een hoog voltage overbelast.
Trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg vervolgens de plaats van aankoop.
“OVER HEAT” knippert op het display en vevolgens wordt de receiver uitgeschakeld.
De receiver is door een hoog volume of langdurig gebruik oververhit.
Wacht even en schakel de receiver weer in. Trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg vervolgens de plaats van aankoop indien de receiver wederom vrijwel direct wordt uitgeschakeld.
Geen geluid via de luidsprekers.
De luidsprekersnoeren zijn niet aangesloten.
Trek eerst de stekker uit het stopcontact en controleer vervolgens de verbindingen van de luidsprekers en sluit opnieuw aan indien nodig (zie bladzijde 6).
De verbindingen zijn verkeerd.
Trek de stekker uit het stopcontact en controleer vervolgens de audioverbindingen (zie bladzijden 7 t/m 11).
Een verkeerde bron is gekozen.
Kies de juiste bron.
Het geluid wordt gedempt.
Druk op MUTING om weer geluid te horen (zie bladzijde 15).
Een verkeerde ingangsfunctie (analoog of digitaal) is gekozen.
Kies de juiste ingangsfunctie (analoog of digitaal).
Stroom Geluid en beeld
MOGELIJKE OORZAAK
De spanning kan niet worden ingeschakeld.
TV Direct is geactiveerd.
Schakel TV Direct uit (zie bladzijde 14).
Uitsluitend geluid via één luidspreker.
De luidsprekersnoeren zijn juist niet aangesloten.
Trek eerst de stekker uit het stopcontact en controleer vervolgens de verbindingen van de luidsprekers en sluit opnieuw aan indien nodig (zie bladzijde 6).
De lage tonen worden te veel versterkt tijdens het luisteren naar een stereobron.
U heeft de lage tonen niet juist ingesteld.
Stel het audiopositieniveau in (zie bladzijde 14).
Geluid wordt afwisselend vervormd door externe storing, bijvoorbeeld onweer of lichtflitsen.
Indien u een digitale coaxiale verbinding heeft gemaakt, wordt het geluid mogelijk af en toe vervormd door storing van buiten, bijvoorbeeld een lichtflits, maar het geluid wordt weer automatisch hersteld.
Dit duidt niet op een defect.
Beeld is wazig.
RGB-signalen worden ontvangen met Y/C SEPARATE geactiveerd.
Annuleer Y/C SEPARATE (zie bladzijde 25).
Tijdens het instellen van de onderdelen zijn de beelden die via de RGB aansluiting worden gereproduceerd mogelijk wazig.
Stel “SUPERIMPOSE” op “SUPERIMPOSE: ON” (zie bladzijde 25).
De verbindingen zijn verkeerd.
Trek de stekker uit het stopcontact en controleer vervolgens de videoverbindingen (zie bladzijden 7 t/m 10).
De verkeerde ingangsfunctie is gekozen.
Controleer de componentvideo-ingangsfunctie (zie bladzijde 25).
DOWN MIX of Y/C SEPARATE is verkeerd ingesteld.
Kies de juiste DOWN MIX of Y/C SEPARATE instelling (zie bladzijde 25).
Afstandsbediening werkt niet naar behoren.
De afstandsbediening is niet voor de gewenste functie geactiveerd.
Druk de functieschakelaar in de juiste stand en druk vervolgens op de overeenkomende bronkeuzetoets of SOUND alvorens de bediening uit te voeren.
Afstandsbediening werkt niet.
Er is een obstakel waardoor de afstandsbedieningssensor op het receiver geen signalen ontvangt.
Verwijder het obstakel.
De batterijen zijn bijna leeg.
Vervang de batterijen.
De functieschakelaar is in de verkeerde stand gesteld.
Druk de functieschakelaar in de juiste stand.
Toetsen kunnen niet worden gebruikt.
TV Direct is geactiveerd.
Schakel TV Direct uit (zie bladzijde 14).
Voortdurend gesis of ruis tijdens FMontvangst.
Het signaal dat wordt ontvangen is te zwak.
Verbind een FM-buitenantenne of raadpleeg de plaats van aankoop.
De zender ligt te ver weg.
Kies een andere zender.
U gebruikt een verkeerde antenne.
Raadpleeg de plaats van aankoop omtrent een geschikte antenne.
De antennes zijn niet goed aangesloten.
Controleer de verbindingen.
De ruis wordt veroorzaakt door langsrijdende auto’s.
Plaats de antenne uit de buurt van verkeer.
Geen beeld op de monitor.
Tuner
Afstandsbediening
Gebruik deze tabel voor het oplossen van mogelijke problemen. Neem contact op met een JVC-onderhoudsdienst indien u het probleem niet op kunt lossen.
Af en toe krakende ruis tijdens FM-ontvangst.
49 NL49-50RXF31S[E]f.p65
49
18/4/05, 12:39 PM
Video
Technische gegevens
Video-ingangsgevoeligheid/Impedantie: Composiet video: DVR/DVD, VCR, TV, VIDEO: 1 V(p-p)/75 Ω S-video: DVR/DVD, VCR, VIDEO: Y (illuminantie):
1 V(p-p)/75 Ω
C (chrominantie, burst):
0,3 V(p-p)/75 Ω
RGB: DVR/DVD, VCR:
0,7 V(p-p)/75 Ω
Componenten: DVR/DVD, VIDEO: Y (illuminantie): 1 V(p-p)/75 Ω 0,7 V(p-p)/75 Ω
PB, PR: Ontwerp en technische gegevens zijn zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
Uitgangsvermogen Bij stereo-gebruik:
Middenkanaal:
Y (illuminantie):
1 V(p-p)/75 Ω
C (chrominantie, burst):
0,3 V(p-p)/75 Ω 0,7 V(p-p)/75 Ω
RGB: TV: 100 W per kanaal, min. RMS, beide kanalen aangedreven in 6 Ω bij 1 kHz met niet meer dan 10% totale harmonische vervorming. (IEC268-3)
Componenten: MONITOR OUT: Y (illuminantie):
1 V(p-p)/75 Ω
PB, PR:
0,7 V(p-p)/75 Ω
Synchronisatie:
Bij Surround-gebruik: Voorkanalen:
Composiet video: DVR/DVD, VCR, TV: 1 V(p-p)/75 Ω S-video: TV:
Versterker
Voorkanalen:
Video-uitgangsniveau/Impedantie:
100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 6 Ω bij 1 kHz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming. 100 W, min. RMS, aangedreven in 6 Ω bij 1 kHz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming.
Surroundkanalen: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 6 Ω bij 1 kHz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming.
Audio Audio-ingangsgevoeligheid/Impedantie: VIDEO, DVD MULTI, DVR/DVD, VCR, TV: 330 mV/47 kΩ Audio-ingang (DIGITAL IN)*:
Negatief
FM tuner (IHF) Afstembereik:
87,50 MHz tot 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid: 17,0 dBf (1,95 µV/75 Ω)
Mono: 50 dB onderdrukkingsgevoeligheid:
21,3 dBf (3,2 µV/75 Ω) 41,3 dBf (31,5 µV/75 Ω)
Mono: Stereo: Stereoscheiding bij Rec Out:
AM (MG) tuner Afstembereik:
522 kHz tot 1 629 kHz
Algemeen
Coaxiaal: DIGITAL IN 1(DVR/DVD): 0,5 V(p-p)/75 Ω Optisch: DIGITAL IN 2(VIDEO), 3(TV): –21 dBm tot –15 dBm (660 nm ±30 nm) * In overeenstemming met Lineair PCM, Dolby Digital en DTS (met bemonsteringfrequentie—32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz).
Spanningsvereisten:
AC 230 V
Stroomverbruik:
110 W (bij werking) 2 W (tijdens standby)
Afmetingen (B x H x D):
435 mm x 70 mm x 317,2 mm
Gewicht:
6,3 kg
Audio-uitgangsniveau: MONITOR OUT, DVR/DVD, VCR, TV: 330 mV Signaal-tot-ruis verhouding (’66 IHF/DIN): 80 dB/62 dB Frequentierespons (6 Ω):
20 Hz tot 20 kHz (±1 dB)
Bassversterking:
+4 dB ±1 dB bij 100 Hz
Egalisatie: Middenfrequentie:
63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz
Instelbereik:
±8 dB
50 NL49-50RXF31S[E]f.p65
50
35 dB bij 1 kHz
14/4/05, 6:14 PM
, 50 Hz
RX-F31S HOME CINEMA CONTROL CENTER
NL © 2005 Victor Company of Japan, Limited
cover_RXF31S[E]NL.p65
2
0405RYMMDWJEIN
22/02/2005, 15:01