Holle vloerplaten van spanbeton
n j i z n e t a l p r e o l v e l l o H t e h j i b r a a b s onmi n e e n a v n e p r ontwe ! s i u h modern
1. Algemeen
2. Referenties
Betonnen vloeren, die men holle vloerplaten noemt, zijn tegenwoordig onmisbare elementen voor het optrekken van gebouwen.
• PTV 201 Probéton-Benor : Geprefabriceerde holle vloerplaten van gewapend en voorgespannen beton
Die prefabelementen vormen een snelle en voordelige oplossing voor het maken van stevige en brandbestendige vloeren in nieuwe gebouwen. In spanbeton zullen er zich bovendien geen scheuren vormen.
• NBN B03-003 :2003 : Vervormingen van draagsystemen - Vervormingsgrenswaarden Gebouwen • NBN EN 1992-1-1 : Eurocode 2 : Berekening van betonconstructies - Deel 1 1: Algemene regels en regels voor gebouwen
Die holle vloerplaten zijn verkrijgbaar in 4 hoogten (120 mm, 150 mm, 200 mm en 250 mm) en in 3 breedten (340 mm, 590 mm en 1200 mm), zodat de lokalen goed kunnen worden afgedekt.
• NBN EN 1992-1-2 : Eurocode 2 : Berekening van betonconstructies - Deel 1 2: Algemene regels - Berekening van het brandgedrag
De uit voorraad verkrijgbare lengten gaan
van 1,50 m tot 4,80 m in stappen van 10 cm voor een hoogte van 120 mm en van 4,00 m tot 5,80 m in stappen van 10 cm voor een hoogte van 150 mm, voor een draagvermogen van 4,00 kN/m2 (400 kg/m2), een breedte van 590 mm of 340 mm en een brandweerstand van 1 uur.
3. Technische gegevens De holle vloerplaten van PRECO zijn holle betonplaten die worden voorgespannen met behulp van draden die onder spanning worden gezet. De doorsnede en de plaats van de bewapeningen worden berekend naargelang: - de gewenste belastingen en de spanwijdten, om scheurvorming onder bedrijfsbelasting te voorkomen - en ook naargelang de gewenste brandweerstand.
Aangezien de onderkant glad is, hoeft er niet noodzakelijk te worden geplafonneerd. Dankzij de voorspanning, kunnen latere vervormingen wegens het kruipen van het beton aanzienlijk worden verminderd en zelfs helemaal vermeden, wat een groot voordeel is tegenover vloerplaten van gewapend beton. Hoogte van de vloerplaat (mm) Breedte (mm)
120
150
200
250
340
590
1200
340
590
1200
340
590
1200
340
590
1200
196
198
200
217
220
223
258
262
266
298
304
310
241
230
222
281
264
252
354
327
308
4,23
3,86
3,59
Vulbeton (l/m2)
13,04
7,70
3,81
17,64 10,42
5,15
27,44 16,21
8,01
37,24 22,00 10,87
EI0 (kN.m2)
1355
2302
4667
2555
4311
8701
5774
9653 19351 10761 17819 35462
MRd (kN.m)
11,6
19,7
39,9
17,0
29,1
59,1
30,5
52,0
106,0
43,5
74,6
152,3
Minimale steunlengte op metselwerk (cm)
7
7
7
7
7
7
7
7
7
10
10
10
Minimale steunlengte op beton (cm)
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
Transportgewicht
(kg/m2)
Theoretisch berekeningsgewicht, met inbegrip van de gevulde voegen (kg/m2)
EI0 is de starheid van de vloerplaten, op basis waarvan de onmiddellijke vervorming kan worden berekend. MRd is het maximale berekeningsmoment in de uiterste grenstoestand, volgens norm NBN EN1992-1-1.
2
4. Uitvoering
4.3 Schoren Meestal hoeven ze niet te worden geschoord tijdens het plaatsen.
4.1 Laden en lossen Bij het laden en lossen worden de holle vloerplaten aan twee punten opgetild, waarbij de lengte van de overhangende delen wordt beperkt tot een maximum van 1 m. Bij het opslaan moeten de steunblokjes juist boven elkaar worden geplaatst.
4.4 Doorboringen Doorboringen met een diameter van maximum 80 mm op de plaatsen van de holten tasten de sterke van de vloerplaten niet aan.
4.5 Liggers Wanneer er grotere openingen moeten worden gemaakt, zijn er liggerverbindingen nodig. De liggers worden bepaald naargelang de afmetingen en de plaats van de openingen.
4.2 Steunen De verder opgegeven lengten van de vloerplaten zijn totale lengten, die rekening houden met de afstanden tussen de steunen, vermeerderd met de minimumlengte van de steunen, die wordt vermeld in de tabel op pagina 2. De liggers worden geleverd op verzoek. In sommige gevallen moeten vloerplaten die liggers dragen, worden verstrekt.
3
De drukplaat moet samen met de voegen tussen de vloerplaten worden gegoten.
4.6 Voegen De voegen worden opgevuld met beton opdat de vloerplaten met elkaar zouden samenwerken en fungeren zoals een monolithische plaat. De voegen moeten doelmatig worden gevuld.
Het beton dat de voegen en de drukplaat vormt, moet minstens van kwaliteit C25/30 zijn.
Het beton dat de voegen vormt, moet minstens van kwaliteit C25/30 zijn. Bij wijze van voorbeeld, mag 1 m3 beton volgende samenstelling hebben:
5. Brandweerstand De vloerplaten worden geleverd met een brandweerstand van 1 uur.
• cement 32,5: 350 kg • zand 0/2: 600 kg • steenslag 2/14: 1300kg
Die brandweerstand van de vloerplaten is berekend, op basis van norm NBN EN 1992-1-2, die de plaats van de bewapeningen in die vloerplaten bepaalt. Die vereiste wijzigt de plaatsing van de spandraden, maar heeft geen invloed op de verder bepaalde maximale overspanningen.
4.7 Drukplaat Om het draagvermogen van de vloer te vergroten en de spreiding van de puntlasten te verbeteren, kan er een drukplaat worden gebruikt. Indien ze een geschikte bewapening heeft, is die plaat ook nuttig om scheurvorming boven de steunen te vermijden. De drukplaat moet minstens 4 cm dik zijn en worden bewapend met een rasterwerk van 150/150/5/5. Voor dikkere platen wordt een raster van 150/150/6/6 aanbevolen. In geval van hogere puntbelastingen of wanneer men scheurvorming op de plaats van de steunen wil vermijden, kunnen er bijkomende bewapeningen nodig zijn.
4
6. Maximumlengte van de vloerplaten
Om te voldoen aan strengere voorwaarden, bijvoorbeeld in aanwezigheid van wanden of om de door norm NBN B03-003:2003 voorgeschreven doorbuigingen in acht te nemen, moeten de opgegeven maximumlengten worden verkleind.
Volgende tabel geeft de maximumlengte van de vloerplaten naargelang de belastingen en de vervormingsgrenzen die zijn voorgeschreven door PTV 201 Probeton-Benor, ofwel f/L=1/800, waarbij L de overspanning is, dat wil zeggen de totale lengte van de vloerplaat onder aftrek van de minimumlengten van de steunen, die bepaald zijn in bovenstaande paragraaf 3, en f de doorbuiging in de helft van de overspanning, die berekend is onder de bedrijfsbelasting.
Op verzoek kan de voorspanning worden versterkt om latere vervormingen wegens het kruipen van het beton onder invloed van de inwerking van permanente belastingen te beperken en zelfs helemaal te vermijden. In dat geval moeten de in de tabellen gegeven maximumoverspanningen ook worden verkleind. Zonder rekening te houden met eventuele wanden, bedraagt de door de normen voorgeschreven bedrijfsbelasting 2,00 kN/m2 (200 kg/m2) in woonruimten. Met een afwerkingsdekvloer van 2,00 kN/m2 (200 kg/m2), bedraagt de totale toegestane belasting 4,00 kN/m2 (400 kg/m2).
De tabel geldt voor vloerplaten zonder drukplaat, met een drukplaat van 4 cm en met een drukplaat van 6 cm. De in de tabel opgegeven waarden houden geen rekening met de draaiing op de steunen, waarvan men de gevolgen kan voorkomen door een aangepaste bewapening van de drukplaat op de tussensteunen.
Holle vloerplaten van spanbeton, maximumlengte in m Toegestane belasting kN/m2
Hoogte van de vloerplaat (mm) Zonder drukplaat
1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 4,50 5,00 5,50 6,00 6,50 7,00 7,50 8,00 8,50 9,00 9,50 10,00
Met drukplaat van 4 cm
Met drukplaat van 6 cm
120
150
200
250
120
150
200
250
120
150
200
250
7,39 6,47 5,89 5,48 5,17 4,91 4,71 4,53 4,38 4,25 4,13 4,02 3,93 3,84 3,76 3,69 3,63 3,56 3,50
8,88 7,95 7,23 6,72 6,34 6,03 5,77 5,55 5,37 5,20 5,06 4,93 4,81 4,71 4,61 4,52 4,44 4,36 4,29
10,86 10,24 9,42 8,75 8,25 7,84 7,50 7,22 6,98 6,76 6,57 6,40 6,25 6,11 5,99 5,87 5,76 5,66 5,57
12,28 11,65 11,11 10,64 10,08 9,59 9,17 8,83 8,53 8,26 8,03 7,82 7,64 7,47 7,31 7,17 7,03 6,91 6,80
8,79 8,59 7,87 7,32 6,89 6,56 6,28 6,04 5,84 5,66 5,50 5,36 5,23 5,12 5,01 4,91 4,82 4,74 4,66
10,37 9,98 9,24 8,59 8,09 7,69 7,36 7,08 6,84 6,63 6,45 6,28 6,13 6,00 5,87 5,76 5,65 5,55 5,46
11,67 11,25 10,87 10,45 10,05 9,55 9,14 8,79 8,49 8,23 8,00 7,80 7,61 7,44 7,28 7,14 7,01 6,89 6,77
12,76 12,33 11,89 11,45 11,06 10,71 10,38 10,09 9,82 9,57 9,34 9,13 8,93 8,74 8,56 8,40 8,24 8,09 7,95
8,99 8,91 8,80 8,18 7,70 7,33 7,01 6,75 6,52 6,32 6,14 5,99 5,84 5,71 5,60 5,49 5,39 5,29 5,20
10,50 10,32 9,88 9,44 8,89 8,45 8,09 7,79 7,52 7,29 7,09 6,90 6,74 6,59 6,45 6,33 6,21 6,10 6,00
12,03 11,45 11,04 10,63 10,26 9,93 9,63 9,36 9,11 8,87 8,65 8,42 8,22 8,04 7,87 7,71 7,57 7,44 7,31
12,94 12,42 11,96 11,55 11,18 10,84 10,53 10,25 9,98 9,74 9,52 9,31 9,11 8,93 8,75 8,59 8,43 8,29 8,15
Maximumlengte in meter, steun inbegrepen, f = L/800 volgens PTV 201 De onmiddellijke doorbuiging wordt berekend onder de toegestane belasting.
5
7. Overspanningsdiagrammen De curven geven de in de tabel van paragraaf 6 gegeven waarden weer.
7.1 Vloerplaten H=120 mm 122
95,5
95,5
122
95,5
95,5
49
122
122
122
122
49
122
122
49
49
342
122
122
122
122
122
95,5
95,5
122
122
122
122
122
122
122
49
49
122
586
122
95,5
95,5
95,5
122
122
49
342
122
122
122
122
122
122
122
95,5
150
95,5
122
122
150
49
586
95,5
122
150
122
95,5
122
95,5
95,5
7.2 Vloerplaten H=150 mm
49
122
122
122
122
122
122
122
122
122
49
1196
49
122
122
122
122
122
122
122
122
122
49
1196
De afmetingen boven de vloerplaten vertegenwoordigen de afmetingen van de aslijnen van de holten, terwijl de afmetingen onder de vloerplaten de mogelijke plaatsen van de staven weergeven.
H=120 mm 10.00 9.00
7.00 6.00 0 cm
5.00
4 cm
4.00
6 cm
3.00 2.00 1.00 0.00 3.00
4.00
5.00
6.00
7.00
8.00
9.00
10.00
Maximumlengte, met inbegrip van de steunen (m)
H=150 mm 10.00 9.00 8.00 Toegestane belasting (kN/m²)
Toegestane belasting (kN/m²)
8.00
7.00 6.00 0 cm
5.00
4 cm
4.00
6 cm
3.00 2.00 1.00 0.00 4.00
5.00
6.00
7.00
8.00
9.00
Maximumlengte, met inbegrip van de steunen (m)
6
10.00
11.00
7.3 Vloerplaten H=200 mm 122
95,5
95,5
122
95,5
95,5
49
122
122
122
122
122
122
95,5
95,5
250
122
49
49
122
586
122
122
49 49
342
122
122
122
122
49
49
122
586 95,5
122
122
122
122
122
122
122
122
95,5
250
122
200
122
200
95,5
7.4 Vloerplaten H=250 mm
122
49
342
95,5 122
122
122
122
122
122
122
122
95,5
250
200
95,5
49
122
122
122
122
122
122
122
122
122
49
1196 49
122
122
122
122
122
122
122
122
122
49
1196
De afmetingen boven de vloerplaten vertegenwoordigen de afmetingen van de aslijnen van de holten, terwijl de afmetingen onder de vloerplaten de mogelijke plaatsen van de staven weergeven. H=200 mm 10.00 9.00
7.00 6.00 0 cm
5.00
4 cm
4.00
6 cm
3.00 2.00 1.00 0.00 5.00
6.00
7.00
8.00
9.00
10.00
11.00
12.00
13.00
Maximumlengte, met inbegrip van de steunen (m)
H=250 mm 10.00 9.00 8.00 Toegestane belasting (kN/m²)
Toegestane belasting (kN/m²)
8.00
7.00 6.00 0 cm
5.00
4 cm
4.00
6 cm
3.00 2.00 1.00 0.00 6.00
7.00
8.00
9.00
10.00
11.00
Maximumlengte, met inbegrip van de steunen (m)
7
12.00
13.00
14.00
39, rue Trixhay - 4020 WANDRE Tel. 04 362 65 34 • Fax 04 362 41 90 We b : w w w.co l l i - net.co m Mail :
[email protected]
8