Vlindersingel 220 3544 VM Utrecht 030 87 820 87 www.AeQui.nl
[email protected]
Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche IVA Driebergen Verslag van de uitgebreide opleidingsbeoordeling 11 en 12 oktober 2012
Utrecht november 2012 www.AeQui.nl Evaluatiebureau voor het hoger onderwijs
Dit document laat zich het beste dubbelzijdig afdrukken.
2
IVA Driebergen
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ......................................................................................................................................................... 3 Samenvatting............................................................................................................................................................ 4 Colofon ..................................................................................................................................................................... 8 Inleiding .................................................................................................................................................................... 9 Beoogde eindkwalificaties ...................................................................................................................................... 11 Programma ............................................................................................................................................................. 14 Personeel ................................................................................................................................................................ 22 Voorzieningen......................................................................................................................................................... 25 Kwaliteitszorg ......................................................................................................................................................... 28 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties........................................................................................................... 31 Bijlagen ................................................................................................................................................................... 35 Bijlage 1 Visitatiecommissie ................................................................................................................................... 37 Bijlage 2 Programma visitatie ................................................................................................................................. 41 Bijlage 3 Kwantitatieve gegevens ........................................................................................................................... 43 Bijlage 4 Eindkwalificaties....................................................................................................................................... 46 Bijlage 5 Programmaoverzicht................................................................................................................................ 51 Bijlage 6 Bestudeerde documenten........................................................................................................................ 52 Bijlage 7 Onafhankelijkheidsverklaringen............................................................................................................... 54
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
3
Samenvatting Op 11 en 12 oktober 2012 is de Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche van IVA Driebergen gevisiteerd door een commissie van AeQui. Het totaaloordeel van de commissie is goed. IVA Driebergen is een kleinschalige niet-bekostigde business school gespecialiseerd in managementopleidingen voor de mobiliteitsbranche. Het aanbod bestaat naast de hbo-opleiding Mobiliteitsmanagement uit verschillende mbo-opleidingen. IVA Driebergen leidt studenten in eerste instantie op voor technisch/commerciële managementfuncties in de mobiliteitsbranche; de bacheloropleiding is uiteindelijk breed genoeg om dergelijke functies ook in andere sectoren te vervullen. Naast de inhoudelijke combinatie van management, commercie en techniek kenmerkt IVA Driebergen zich door veel expliciete aandacht voor professionele vorming. De Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche is een vierjarige bachelorstudie (240 EC). De doelstelling van de opleiding is jonge mensen zo op te leiden dat ze succesvol kunnen opereren in de continu evoluerende mobiliteitsbranche als bachelor op een midden en hoger kaderniveau. Afgestudeerden van hogeschool IVA moeten zicht hebben op het hele proces, van productie tot en met de verkoop aan consument en bedrijf (business-to-business), inclusief het aftersales-proces.
Beoogde eindkwalificaties De Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche stelde in samenspraak met het beroepenveld haar eindkwalificaties en doelstellingen vast. Deze eindtermen concretiseerde de opleiding vervolgens naar inhoud en bachelorniveau met behulp van de internationale Dublin Descriptoren. Het resultaat is een breed commercieel bedrijfseconomisch profiel met een aantal duidelijk branchespecifieke accenten. In de beoogde eindtermen valt verder in positieve zin de aandacht op voor de beroepshouding van beginnend professionals. Het management, de docenten en het ondersteunend personeel van de opleiding hebben veelvuldig contact met het werkveld en luisteren daarbij goed naar de wensen en eisen van het veld. De verzamelde informatie wordt ingezet om het curriculum en de eindtermen van de opleiding actueel te houden. De commissie beoordeelt deze standaard daarom als goed.
Programma De commissie kwalificeert standaard 2 (‘Oriëntatie’) als excellent. De opleiding heeft een opvallend sterke oriëntatie op de praktijk, deze komt in ieder onderdeel van het curriculum terug. Binnenschools is de beroepspraktijk onder andere zichtbaar in actuele cases uit de praktijk, technische en communicatieve practica, gastcolleges, projecten met finales met een vakjury en door ervaringen van
4
docenten die grotendeels zelf afkomstig zijn uit de beroepspraktijk. Buitenschools wordt aan de ontwikkeling van beroepsvaardigheden gewerkt tijdens bedrijfsbezoeken, door participatie bij beurzen en door middel van de afstudeerstages, die gaan over concrete actuele bedrijfscases. De branche weet IVA te vinden om de nieuwste ontwikkelingen te demonstreren en andersom is de instelling een trouwe ‘leverancier’ van pas afgestudeerden aan de branche. Studenten en alumni zijn zeer tevreden over de praktijkgerichtheid van de opleiding. Wat de instelling in de ogen van de visitatiecommissie buitengewoon knap heeft gedaan, is de opleiding een specifieke branchegerichtheid en meerwaarde te geven, zonder de opleiding te beperken tot deze branche. De commissie beoordeelt de standaard 3 als goed. Ze is van mening dat het geheel aan leerdoelen de eindkwalificaties goed dekt en dat de eindtermen evenwichtig zijn verspreid over de opleiding. De commissie zag in het programma alle inhoud terug die studenten nodig hebben om te voldoen aan de eisen die het bedrijfsleven aan een beginnend beroepsbeoefenaar stelt. De commissie kwalificeert het didactisch concept (standaard 4) als excellent. De relatief strakke sturing in de eerste twee jaren maakt de opleiding uitermate geschikt voor haar doelgroep. Veel jonge studenten kiezen bewust voor IVA vanwege de structuur in de eerste twee jaar. Dankzij het didactisch systeem en de hechte leergemeenschap die zich vormt, leren studenten gelijkmatig en
IVA Driebergen
gedisciplineerd te studeren. De opleiding laat bovendien uitstekende rendementen zien. Ook positief is dat, hoewel het programma van de eerste jaren sturend is en vooral gericht op kennisverwerving, docenten de studenten desondanks ook uitdagen tot doordenken. De werkvormen die de opleiding in de verschillende leerjaren inzet, sluiten naar het oordeel van de commissie heel mooi aan op het gehanteerde didactisch concept. De commissie kwalificeert ook de studeerbaarheid als goed. De opleiding neemt organisatorische en programmatische factoren die de studievoortgang kunnen belemmeren zoveel mogelijk weg en ondersteunt studenten met een functiebeperking of (persoonlijke) problemen.
Kwaliteitszorg Kwaliteitsdenken maakt binnen IVA Driebergen onderdeel uit van de organisatie. De visitatiecommissie vindt dat de instelling de kwaliteit van haar opleiding goed bewaakt. Daartoe wordt frequent mondeling en schriftelijk geëvalueerd onder alle betrokkenen. De opleiding onderzoekt verbeterpunten die uit de evaluaties naar voren komen, bespreekt deze en voert verbeteracties uit. De korte lijnen binnen de instelling en het enthousiasme voor het versterken van de opleiding dragen bij aan een snelle doorlooptijd. De stakeholders (studenten, docenten en de beroepenveldcommissie) bevestigen dat het doorvoeren van verbetermaatregelen effectief en vlot gebeurt.
Personeel Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De visitatiecommissie is van mening dat IVA Driebergen een effectief personeelsbeleid hanteert met een gedegen introductie en voldoende didactische en praktijkgerichte nascholingsmogelijkheden voor docenten. Ten aanzien van de bredere ontwikkelingsmogelijkheden plaatst de commissie een aanbeveling (zie paragraaf Aanbevelingen). Bij de beoordeling van onderwijzend personeel betrekt het management nadrukkelijk de mening van studenten. De kwaliteit van het personeel is goed, waarbij vooral de gedrevenheid en voorbeeldhouding van de docenten en de leiding in het oog springt. De instelling voert naar het oordeel van de commissie een excellent beleid rond personeelsomvang. Hierdoor wordt lesuitval tot een absoluut minimum gereduceerd en de persoonlijke begeleiding van studenten die IVA voorstaat, gerealiseerd.
Voorzieningen De visitatiecommissie vindt de materiële voorzieningen goed geschikt voor het realiseren van het lesprogramma. IVA Driebergen beschikt naast reguliere lokalen over branchespecifieke ruimten en faciliteiten voor (gast)presentaties en congressen. Studenten worden vanuit de instelling goed begeleid tijdens hun studie. Een persoonlijke mentor zorgt voor de algemene begeleiding van studenten en ze worden op verschillende manieren ondersteund bij zelfstudie. De informatievoorziening is uitgebreid en passend bij de doelgroep.
B Mobiliteitsmanagement
De commissie kwalificeert de toetsing als goed. Het systeem van toetsing sluit uitstekend aan op zowel de inhoud als de vormgeving (het didactisch concept) van het lesprogramma. De studenten gaven aan in hun opleiding veel steun te hebben aan de tussentijdse testen. De toetsen zijn door de commissie beoordeeld en goed bevonden wat betreft inhoud, niveau en complexiteit. De commissie is van mening dat de opleiding de eindkwalificaties over het geheel genomen voldoende breed en diep toetst. De beoordeling is adequaat. De commissie spreekt verder haar waardering uit voor de gedegen organisatie en informatievoorziening rond de toetsing. De commissie beoordeelt het gerealiseerd eindniveau als goed. De toetsen en eindwerken getuigen beslist van bachelorniveau. De kennis, het inzicht en de toepassingsvaardigheden van de afgestudeerden zijn hiermee ruimschoots aan de maat. De vorming en houding die de studenten voorts meekrijgt, steekt naar de mening van de commissie met kop en schouders boven het Nederlandse gemiddelde uit. IVA Driebergen brengt zeer sociale, klantgerichte en hardwerkende afgestudeerden voort, voor wie de juiste professionele houding een tweede natuur is. Ook de vele werkveldcontacten waar studenten al tijdens hun opleiding een netwerk mee kunnen opbouwen, vindt de commissie een sterk punt in het realiseren van het eindniveau.
november 2012
5
Aanbevelingen Naast een indrukwekkende lijst aan positieve bevindingen plaatst de commissie ook enkele aanbevelingen voor verdere verbetering. Gezien de brede managementopzet van de opleiding en de (steeds) bredere beroepsoriëntatie van de studenten, geeft de commissie de opleiding ter overweging om in de toekomst de beroepenveldcommissie breder samen te stellen. Een van de kernwaarden van de instelling is het bieden van doorgroeimogelijkheden naar andere opleidingen. Volgens de ouderejaars studenten die de commissie sprak, blijft de voorlichting vanuit IVA over externe vervolgopleidingen wat achter. De studenten zouden graag zien dat IVA deze voorlichting centraal oppakt. De visitatiecommissie sluit zich hierbij aan.
IVA Driebergen heeft nog geen selectie- of scholingsbeleid om het aantal universitair opgeleide docenten voor de bacheloropleiding te verhogen. De commissie adviseert hiervoor doelen te stellen, bijvoorbeeld rond het faciliteren van docenten die een mastertitel willen behalen. De grote bereidheid onder de docenten om een masteropleiding te gaan volgen, stemde de commissie positief. Belangrijk punt van aandacht vindt de commissie tenslotte dat er in meerdere gevallen slechts één docent betrokken is bij de begeleiding en beoordeling van een scriptie. De commissie beveelt de opleiding aan alle scripties structureel door een tweede lezer te laten beoordelen. Dit zorgt voor een sterkere borging van het eindniveau. Tevens ondervangt deze procedure eventuele ongelijkheden tussen beoordelingen die, ondanks de uitgebreide beoordelingsdocumenten, door de inzet van externe begeleiders kunnen ontstaan.
Alle standaarden van het NVAO kader zijn positief beoordeeld (voldoende, goed en excellent) en op die grond geeft de visitatiecommissie een positief advies inzake accreditatie van de Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche. Namens de voltallige visitatiecommissie, Utrecht, november 2012
Ir. R. S. Kloosterman Voorzitter
6
Drs. J. van Oudheusden Secretaris
IVA Driebergen
Overzicht De beoordelingen per standaard zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Standaard
Beoordeling
Beoogde eindkwalificaties 1. Beoogde eindkwalificaties
Goed
Programma 2. Oriëntatie van het programma 3. Inhoud van het programma 4. Vormgeving van het programma 5. Instroom 6. Studeerbaarheid 7. Omvang en duur
Excellent Goed Excellent Goed Goed Voldoende
Personeel 8. Doeltreffend personeelsbeleid 9. Het personeel is gekwalificeerd 10. De omvang van het personeel is toereikend
Voldoende Goed Excellent
Voorzieningen 11. Materiële voorzieningen 12. Studiebegeleiding
Goed Goed
Kwaliteitszorg 13. Evaluatie resultaten 14. Maatregelen tot verbetering 15. Betrekken van opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Goed Goed Goed
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties 16.1 Toetsing 16.2 Gerealiseerde eindkwalificaties
Goed Goed
Totaalbeoordeling
Goed
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
7
Colofon Instelling en opleiding IVA Driebergen Postbus 33, 3970 AA Driebergen Telefoon: 0343-512780 Status instelling: niet-bekostigd Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg: niet van toepassing Opleiding: B Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche Niveau: Hbo Bachelor Aantal studiepunten: 240 EC Titel: BBA Locatie: Driebergen Variant: Voltijd Croho-nummer: 34935 Kwantitatieve gegevens van de opleiding zijn weergegeven in bijlage 3. Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: E. Vermei Directeur Hbo mobiliteitsmanagement: E. Vermei Contactpersoon met betrekking tot kwaliteit van de opleiding: F. Kleyberg Contactgegevens:
[email protected] / T. 0343-512780
Visitatiecommissie De visitatiecommissie bestond uit: Ir. R. S. Kloosterman, voorzitter H. Adriani, werkveld- en domeindeskundige Ing. P. Claessen, werkveld- en domeindeskundige F. Willems BA, studentlid Drs. J. van Oudheusden, secretaris De commissie is vooraf voorgelegd aan de NVAO; de NVAO heeft ingestemd met de samenstelling. De visitatie is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van AeQui VBI Vlindersingel 220 3544 VM Utrecht (030) 87 820 87 www.AeQui.nl
8
IVA Driebergen
Inleiding IVA Driebergen is een kleinschalige niet-bekostigde business school gespecialiseerd in managementopleidingen voor de mobiliteitsbranche. Het aanbod bestaat naast de hbo-opleiding Mobiliteitsmanagement uit verschillende mbo-opleidingen. IVA Driebergen leidt studenten in eerste instantie op voor technisch/commerciële managementfuncties in de mobiliteitsbranche; de bacheloropleiding is uiteindelijk die breed genoeg om dergelijke functies ook in andere sectoren te vervullen. Naast de inhoudelijke combinatie van management, commercie en techniek kenmerkt IVA Driebergen zich door veel expliciete aandacht voor professionele vorming.
Het instituut IVA Driebergen is een particuliere instelling met een rijke historie. Begonnen in 1930 als ‘Instituut voor den Autohandel’ met als doelstelling om ‘kerels met 1 karakter’ op te leiden, is IVA Driebergen inmiddels uitgegroeid tot een instelling met ongeveer 950 zowel mannelijke als vrouwelijke studenten uit Nederland en België. Daarnaast begeleidt IVA Driebergen ongeveer honderd ‘doorstudeerders’ in binnen- en buitenland. In dit rapport staat de Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche centraal. Naast deze vierjarige hbo-opleiding ontwikkelt IVA momenteel een double degree master, waarbij studenten een Master of Science-diploma behalen aan de University of Bradford in Groot-Brittannië en een professional master aan IVA Driebergen. De instelling hoopt hiermee de komende jaren meer studenten met een vwo-vooropleiding aan te trekken en daarmee het niveau van de hogeschoolopleiding te verhogen. IVA Driebergen stelt zichzelf ten doel studenten ‘zo praktijk- en bedrijfsgericht als mogelijk op te leiden, te begeleiden en te vormen voor commercieel/ technische managementfuncties, met een focus op de automotive en nautische branche.’ Het praktijkgerichte van deze missie is terug te zien in drie van IVA’s vijf kernwaarden: 1) goed te plaatsen onderwijs door verbinding met een specifieke branche, 2) netwerkontwikkeling via stages, bedrijfsbezoeken, gastcolleges, beurzen en afstudeerprojecten en 3) baanzekerheid door de inzet van een eigen loopbaanadviseur en de IVAcaturebank. 1
De wens studenten te begeleiden en vormen, vertaalde de instelling naar de kernwaarden persoonlijke coaching (onder meer mogelijk door het kleinschalig houden van het instituut) en groeimogelijkheden in de vorm van aansluitend onderwijs binnen en buiten IVA.
De opleiding De Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche is een vierjarige bachelorstudie (240 EC). De doelstelling van de opleiding is jonge mensen zo op te leiden dat ze succesvol kunnen opereren in de continu evoluerende mobiliteitsbranche als bachelor op een midden en hoger kaderniveau. Afgestudeerden van hogeschool IVA moeten zicht hebben op het hele proces, van productie tot en met de verkoop aan consument en bedrijf (business-to-business), inclusief het aftersales-proces. De hogeschoolopleiding startte in 2001 met de richting Automotive Business Management, twee jaar geleden kwam daar de richting Nautisch Business Management bij. Bij instroom maken studenten direct een keuze voor de automotive of de nautische richting van de opleiding. Het curriculum van de richtingen verschilt alleen in twintig procent onderwijs in de eerste twee jaar, verder volgen studenten hetzelfde onderwijs. Gemiddeld stromen op hbo-niveau voor de automotive richting 224 studenten in en voor de nautische richting 25 studenten. Vergeleken met andere hbo-opleidingen op het gebied van mobiliteit (bijvoorbeeld HTS), ligt de nadruk in deze opleiding meer op business management en marketing, en minder op technische
Bron: IVA Driebergen – de eerste 75 jaar
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
9
vaardigheden. Het doel van het techniekonderwijs in deze opleiding is met name studenten voldoende technische kennis mee te geven om, in samenwerking met technisch personeel in de branche, de juiste commerciële en managementinschattingen te kunnen maken. De opleiding onderscheidt zich van algemenere managementopleidingen als Commerciële Economie en Bedrijfskunde door de focus op een specifieke sector. IVA kiest ervoor deze branchegerichtheid niet te zwaar aan te zetten, maar vorm te geven als een nautische of auto’saus’ - zoals de betrokkenen het zelf noemen - over het spreekwoordelijke ‘managementgerecht’. In de eerste twee jaar van de opleiding bestaat twintig procent van het onderwijs uit brancheverkenning en tachtig procent uit breder onderwijs. Vanaf het derde jaar wordt het branchegerichte losgelaten. Het management lichtte toe dat het dan ‘niet meer om auto’s en boten gaat, maar volledig over business en mobiliteit.’ Ruim een derde van de afstudeerscripties heeft inmiddels een branchevreemd onderwerp en steeds meer IVAstudenten gaan na hun opleiding als technisch/ commerciële managers in andere bedrijfstakken aan de slag.
10
De visitatie IVA Driebergen gaf AeQui VBI opdracht onderhavige visitatie uit te voeren. Hiertoe stelde AeQui een onafhankelijke en ter zake kundige commissie samen. Met vertegenwoordigers van de opleiding vond een voorbereidend gesprek plaats, waarin het programma en de invulling van de gesprekken en gesprekspartners werden vastgesteld. De commissie doorliep tijdens de visitatie dit programma, zie bijlage 2. De hogeschool verspreidde twee weken voorafgaand aan het visitatiebezoek een aankondiging voor het geplande open spreekuur. Er hebben geen studenten of medewerkers gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De visitatiecommissie koos en beoordeelde een selectie van vijftien afstudeerscripties die studenten de laatste twee jaar produceerden. De resultaten van die beoordeling waren input voor de gesprekken met de opleiding, zie standaard 16 in dit rapport. De commissie voerde de beoordeling in onafhankelijkheid uit; aan het einde van de visitatie stelde zij de opleiding in kennis van haar bevindingen en conclusies. De opleiding in Driebergen heeft gereageerd op een concept van de rapportage, de reacties zijn verwerkt in deze definitieve rapportage.
IVA Driebergen
Beoogde eindkwalificaties De Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche stelde in samenspraak met het beroepenveld haar eindkwalificaties en doelstellingen vast. Deze eindtermen concretiseerde de opleiding vervolgens naar inhoud en bachelorniveau met behulp van de internationale Dublin Descriptoren. Het resultaat is een breed commercieel bedrijfseconomisch profiel met een aantal duidelijk branchespecifieke accenten. In de beoogde eindtermen valt verder in positieve zin de aandacht op voor de beroepshouding van beginnend professionals. Het management, de docenten en het ondersteunend personeel van de opleiding hebben veelvuldig contact met het werkveld en luisteren daarbij goed naar de wensen en eisen van het veld. De verzamelde informatie wordt ingezet om het curriculum en de eindtermen van de opleiding actueel te houden.
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen.
Afstemming beroepenveld Het managementteam van hogeschool IVA stelde de eindkwalificaties en doelstellingen van de opleiding op in overleg met de beroepenveldcommissie van de opleiding. Deze commissie bestaat uit zes externe contacten, waarvan er vijf werkzaam zijn als beleidsmaker in de automotive sector. Het zesde lid is een voormalig inspecteur hoger onderwijs. De doelstelling van de beroepenveldcommissie is de branche te vertegenwoordigen en ervoor te zorgen dat afgestudeerden beschikken over de competenties die de branche vraagt. Iedere twee jaar komt de commissie speciaal bijeen om te beoordelen of de eindkwalificaties nog voldoende aansluiten op de beroepspraktijk. Naar aanleiding van opmerkingen van de beroepenveldcommissie kan IVA het opleidingsprofiel aanpassen. De voormalig inspecteur hoger onderwijs bewaakt bij aanpassingen de vertaalslag van de brancheontwikkelingen naar het onderwijs. Naast haar rol als bewaker van de eindtermen heeft de beroepenveldcommissie ook een continue klankbordfunctie. De commissieleden houden het management scherp door met een werkveldblik naar de opleiding te kijken en door actuele thema’s te bespreken die spelen in de branche. Hiertoe voert de commissie meerdere keren per jaar overleg met de IVA-directie. Voor de leerroute Nautisch Business Management stelt de instelling momenteel een aparte beroepenveldcommissie in.
B Mobiliteitsmanagement
De opleiding sluit de eindkwalificaties verder aan op het beroepenveld met de informatie die zij verkrijgt door arbeidsmarktbemiddeling voor stagiaires en nieuwe werknemers. Ruim zestig procent van de vierdejaars studenten doorloopt een half jaar stage binnen de mobiliteitsbranche; de rest van de studenten kiest voor een stageplaats in een andere sector. Tijdens en na afloop van de stage evalueren de student, de opleider en het stagebedrijf het niveau, waarbij ook de eindkwalificaties aan bod komen. De informatie die op deze manier beschikbaar komt, wordt waar nodig via overleggen verwerkt in het curriculum en de eindtermen. IVA heeft een eigen vacaturebank waarin veel (branche)bedrijven hun vacatures plaatsen. De vacatureteksten geven IVA inzicht in de eindkwalificaties die de arbeidsmarkt verlangt van afgestudeerden. Zowel de alumni die de commissie sprak als het geleverde overzicht van de functies die afgestudeerden nu bekleden, bevestigen het beeld dat in de doelstellingen en eindkwalificaties (bijlage 4) wordt geschetst. Alumni vervullen commerciële management- en adviesfuncties vooral in de mobiliteitsbranche, maar ook in andere sectoren zoals de makelaardij, de kantoorartikelenbranche en de financiële sector. IVA Driebergen onderhoudt contact met deze oud-studenten via businessclubs en alumni-enquêtes. Daarmee geeft ook dit netwerk de instelling inzicht in het aansluiten van de eindkwalificaties op de beroepspraktijk. Concreet De opleiding werkte de eindkwalificaties uit in drie dimensies: kennis & inzicht, toepassings-
november 2012
11
vaardigheden en beroepshouding. Deze dimensies zijn vervolgens verder onderverdeeld in met name brede bedrijfseconomische en commerciële thema’s als marketing en marketingonderzoek; bedrijfsadministratie, financieel- en kwaliteitsmanagement; international business; automatisering; bedrijfscommunicatie; consumenten- en industriële verkoop en recht en wetskennis. Per thema zijn algemene bedrijfseconomische en management-leerdoelstellingen en een aantal branchespecifieke doelstellingen geformuleerd. De visitatiecommissie vindt dat de eindkwalificaties de kennis en kunde van een beginnend manager op hbo-niveau in het algemeen, en in de mobiliteitsbranche specifiek, goed en duidelijk weerspiegelen. Minstens zo belangrijk als de vereiste kennis, inzicht en vaardigheden is de beroepshouding waarmee een beginnend professional de arbeidsmarkt betreedt. Dat de opleiding deze zakelijke houding tot één van de drie pijlers (dimensies) in de eindtermen heeft gemaakt, vindt de commissie dan ook een zeer sterk punt. Actueel IVA Driebergen heeft frequent contact met het werkveld. Hierdoor vindt continu afstemming plaats over de mate waarin de eindkwalificaties voldoen aan het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het contact verloopt onder meer via docenten die werkzaam zijn in het veld, door contacten met bedrijven over afstudeertrajecten, door participatie van studenten en docenten op mobiliteitsbeurzen, door het materiaal dat importeurs aan IVA ter beschikking stellen, door bedrijfsbezoeken en door gastcolleges. Ook volgen docenten en directieleden workshops bij (branche-) bedrijven en geeft een aantal docenten les aan het bedrijfsleven via de afdeling IVA trainingen. Eens per twee jaar organiseert de opleiding een speciale bijeenkomst voor de beroepenveldcommissie om te beoordelen of de eindkwalificaties nog voldoende aansluiten op de beroepspraktijk. Op basis van aanwijzingen van de commissie kan IVA Driebergen de eindtermen aanpassen. Bij de evaluatie van de eindkwalificaties betrekt de opleiding ook de feedback die haar via arbeidsbemiddeling, alumni en ad hoc werkveldcontacten bereikt. De instelling toetst wijzigingen van de eind-
12
kwalificaties aan de internationale Dublin descriptoren. Dublin descriptoren De opleiding heeft de Dublin descriptoren voor het bachelorniveau verbonden aan haar doelstellingen en eindtermen. De eerste vier descriptoren lopen daardoor als rode draad door de leerjaren heen. In het eerste jaar gaat het in de lessen voornamelijk om het verwerven van kennis en inzicht; in het tweede jaar is grofweg de ene helft van het onderwijs gericht op het verkrijgen van kennis en inzicht en de andere helft op het toepassen daarvan. In het derde jaar bedraagt de aandacht voor kennis en inzicht ongeveer twintig procent, voor het toepassen van kennis en inzicht vijftig procent en voor oordeelsvorming dertig procent. Tot slot zijn in het stage- en scriptiejaar oordeelsvorming en communicatie volledig aan bod. De commissie stelde hierop vast dat de descriptoren en het bachelorniveau te identificeren zijn binnen de eindkwalificaties en het curriculum.
De commissie beoordeelt deze standaard als goed. De opleiding heeft in samenspraak met het beroepenveld heldere eindkwalificaties opgesteld en deze adequaat geconcretiseerd in dimensies, inhoudelijke thema’s en doelstellingen. De beoogde eindtermen zijn van bachelorniveau, wat de instelling zichtbaar maakt door de aansluiting van de kwalificaties op de internationale Dublin descriptoren. Hogeschool IVA heeft zeer regelmatig contact met het werkveld, waardoor doorlopend afstemming plaatsvindt over de mate waarin de eindtermen voldoen aan het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Actualiseringen van de eindkwalificaties, bijvoorbeeld naar aanleiding van signalen uit het werkveld of opmerkingen van de beroepenveldcommissie, worden getoetst aan de Dublin Descriptoren zodat het bachelorniveau gehandhaafd blijft. Wat de visitatiecommissie met name tot het oordeel goed deed komen, is de specifieke nadruk in de eindtermen op de beroepshouding door deze tot één van de drie pijlers (dimensies) van de eindkwalificaties te maken. De aandacht voor deze houding zit mede hierdoor door de gehele studie verweven: in de oriëntatie en vormgeving van het curriculum, in de schoolcultuur, in het personeel en
IVA Driebergen
tot slot in het ‘eindproduct’. De commissie heeft geconstateerd dat afgestudeerden hiermee zeer hun voordeel doen, zie ook hoofdstuk Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties. Gezien de brede managementopzet van de opleiding en de (steeds) bredere beroepsoriëntatie van de
B Mobiliteitsmanagement
studenten, geeft de commissie de opleiding ter overweging om in de toekomst de beroepenveldcommissie breder samen te stellen. Het initiatief ook de nautische werkveldinput te gaan institutionaliseren in een werkveldadviescommissie, juicht het visitatiepanel toe.
november 2012
13
Programma De visitatiecommissie is van mening dat de opleiding de eindtermen op een uitstekende manier heeft vertaald naar het onderwijsprogramma. De verbinding met de beroepspraktijk kenmerkt de opleiding. Deze is zichtbaar in ieder element van het curriculum: van de vakliteratuur, de aanvullende materialen tot de praktijkopdrachten, gastcolleges, beurzen, afstudeerstages en arbeidsmarktbemiddeling. De onderwijsdidactiek is op twee punten bijzonder te noemen. Ten eerste in de sturende structuur tijdens de eerste leerjaren. Deze leert studenten gedisciplineerd te werken en verhoogt de studeerbaarheid voor de jonge doelgroep van de opleiding. Het tweede punt is de vorming die de opleiding de studenten biedt. Tijdens de opleiding maken studenten zich niet alleen kennis en vaardigheden eigen, maar ook een zeer sociale, klant- en prestatiegerichte houding.
overdracht van zakelijke normen en waarden sluit zeer nauw aan bij de beroepspraktijk. Iedere IVAstudent dient zich als een ‘lady/gentleman’ te gedragen, zich in te zetten en anderen met respect te benaderen. De instelling stelt hoge eisen aan het Het is de missie van IVA taalgebruik: studenten dienen Driebergen zo praktijk- en nette aanspreekvormen te bedrijfsgericht als mogelijk op Met haar uitzonderlijk sterke gebruiken en zich te te leiden voor commercieel/ praktijkoriëntatie geeft de opleiding onthouden iedere vorm van technische management-funcdiscriminatie. Studenten krijafgestudeerden een uiterst solide ties, met een focus op de gen verder zakelijke presenbasis voor de arbeidsmarkt, zowel automotive en nautische brantatietrainingen, waarbij de binnen de mobiliteitssectoren als che. Deze sterke praktische opleiding logopedisten inzet. daarbuiten. oriëntatie is dan ook in elk De leiding en docenten onderdeel van het onderwijstoetsen gedrag in het algemeen aan het criterium programma terug te zien, zowel binnen als buiten de ‘zakelijk verantwoord’ en corrigeren waar nodig. hogeschool.
Oriëntatie
Standaard 2: De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk.
Binnenschools De opleiding maakt gebruik van actuele (inter)nationale vakliteratuur die ook bij andere hboinstellingen wordt ingezet. De docenten, vaak zelf afkomstig uit de praktijk, vullen standaardwerken aan met specifieke bundels. Veel van dit aanvullend les- en casusmateriaal wordt door henzelf in huis ontwikkeld. Brancheontwikkelingen uit het doorlopend overleg met het beroepenveld worden in samenspraak met de vakpromotor, de coördinerend docent van het betreffende vakgebied, geconcretiseerd in de lesplannen. Naast in het lesen casusmateriaal is de praktijkoriëntatie ook manifest in het technisch onderwijs in de eerste twee leerjaren. Doel van dit onderwijs is studenten een volwaardig gesprekspartner te maken voor technisch personeel in de branche. Ook de aandacht die de opleiding besteedt aan de
14
Naast een professionele houding en omgangsvormen, hanteert de instelling strikte regels op het gebied van kleding en uiterlijke verzorging. De opleiding verwacht van studenten dat zij verzorgd, schoon, netjes geschoren en zakelijk gekleed in de lessen verschijnen. Zoals een studente het verwoordde: ‘alsof je ieder moment een sollicitatiegesprek kunt gaan voeren’. Het voorkomen en gedrag van de studenten maakten op de visitatiecommissie dan ook een zelfbewuste en professionele indruk. Een voorbeeld van een praktijkopdracht is het ondernemingsplan dat studenten in het tweede jaar voor een nieuw op te richten autobedrijf opstellen. Hierbij integreren kleine groepen studenten kennis uit verschillende vakgebieden en doen ze praktijkgericht onderzoek. Na beoordeling door de betrokken docenten mogen de drie studententeams met de beste plannen hun ondernemingsplan
IVA Driebergen
2
presenteren voor een vakjury tijdens de DFM Business Awards. Dit jaar was de prijs van deze wedstrijd een studiereis naar Volkswagen in Duitsland.
Specialisten uit het bedrijfsleven geven bij verschillende vakken gastcolleges om studenten te informeren over ontwikkelingen in de branche en daarbuiten. Ook stelt een groot aantal fabrikanten onder meer de nieuwste auto-, vrachtwagen-, buitenboordmotor- en tractormodellen beschikbaar om te gebruiken in het onderwijs, waarvoor IVA beschikt over speciale lokalen en showrooms. Hiermee kunnen studenten nieuwe ontwikkelingen in de branche letterlijk aanraken. Buitenschools IVA Driebergen adviseert studenten om vanaf hun eerste semester op zaterdag en tijdens vakantieperioden werkervaring op te doen in de mobiliteitsbranche. Negentig procent van de studenten heeft een dergelijke zaterdagbaan. Tijdens de lessen vindt terugkoppeling plaats tussen theorie en de ervaringen opgedaan tijdens de weekendbaan, met name bij de modules verkoop, bedrijfseconomie, industriële verkoop en het geheel aan technische vakken (theorie en practicum). Dankzij de zaterdagbaan kunnen studenten de praktijk toetsen aan de theorie en ervaringen inbrengen in het onderwijs. Studenten gaven bij de commissie aan veel profijt te hebben van hun bijbaan in de branche. Sommigen van hen stelden daarom zelfs voor de zaterdagbaan tot een verplicht onderdeel van de opleiding te maken. Studenten staan tijdens hun studie nog op andere manieren met de benen in de beroepspraktijk. Elk jaar zijn studenten (en docenten) aanwezig op kleine en grote mobiliteitsbeurzen zoals de Personenwagen RAI, de Bedrijfswagen RAI, de Auto Vakbeurs, Hiswa en METS. In het voortraject van de beurzen vinden selectiegesprekken plaats met verschillende merken en worden de verkozen studenten getraind bij de betreffende importeurs. Verder gaan studenten tijdens hun studie met grote regelmaat naar bedrijven toe. Ze nemen zelf een aanzienlijk deel van de organisatie van deze bedrijfsbezoeken en excursies voor hun rekening, onder meer via de 2
DFM is de financiële dienstverlener van Volkswagen Pon Financial Services
B Mobiliteitsmanagement
studentenvereniging. Voor de richting Nautisch Business Management is voor excursies wekelijks een praktijkdag ingeroosterd. De verwevenheid van de opleiding met de beroepspraktijk is tot slot ook goed zichtbaar bij het afstuderen en de loopbaanoriëntatie die de instelling studenten biedt. In het vierde jaar lopen studenten hun afstudeerstage bij een bedrijf binnen of buiten de mobiliteitsbranche. Ze werken daar aan een concrete actuele bedrijfscase op het gebied van advieskunde. Voor de beroepsoriëntatie van studenten is een eigen loopbaanbegeleider aangesteld die hen in het laatste jaar begeleidt. Ook beschikt IVA over een vacaturebank waarin veel werkgevers uit de mobiliteitssectoren hun beschikbare functies plaatsen. De gehele opleiding is praktijkgericht, maar zoals al weergegeven in de inleiding van dit rapport ligt het zwaartepunt van het branchegerichte (automotive en nautica) met name in de eerste twee jaar. In deze jaren bestaat twintig procent van het onderwijs uit brancheverkenning, zoals onder meer op de hierboven beschreven manieren, en tachtig procent uit breder onderwijs. Vanaf het derde jaar wordt het branchegerichte losgelaten en volgt een specialisatie in management, marketing en internationalisering. Op deze manier krijgen studenten specifieke kennis van (en daarmee in de ogen van de commissie zeker een meerwaarde voor) de mobiliteitssectoren, maar worden ze ook breed genoeg opgeleid om buiten de automotive of nautische branche aan de slag te kunnen. De alumni die de commissie sprak, werkzaam binnen en buiten de branche, bevestigden dat ze het geleerde ook toe kunnen passen op andere producten en diensten. De beroepenveldcommissie noemde het brede bedrijfseconomische en marketingprofiel een terechte keuze voor de opleiding. Ook om binnen de branche goed te kunnen functioneren hebben afgestudeerden deze brede kennis en vaardigheden namelijk nodig, aldus de leden van de beroepenveldcommissie. Uit evaluaties blijkt dat IVA-studenten erg tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de opleiding en het opdoen van vaardigheden voor de beroepspraktijk. In de Nationale Studenten Enquête van 2012 scoort de opleiding op deze punten respectievelijk 4.23 en 4.13 op een vijfpuntschaal. Op deze en op alle gerelateerde deelonderwerpen
november 2012
15
krijgt de IVA-bacheloropleiding van haar studenten een hoger cijfer dan het landelijk gemiddelde. Onderzoeksvaardigheden Mede gezien de aansluiting van de bacheloropleiding op een eventuele master is er tijdens de studie ook aandacht voor de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van praktijkgericht onderzoek. In het eerste jaar leren de studenten de basis van marketingonderzoek, waarbij het opstellen van enquêtes en de facetten van kwantitatief en kwalitatief onderzoek aan de orde komen. In het tweede jaar schrijven studenten in groepen een ondernemingsplan, waarbij vooraf onderzoek wordt gedaan. Derdejaars studenten voeren statistische analyses uit voor een marketingplan. In het laatste jaar komt onderzoek aan bod bij de afstudeerstage en scriptie.
goed op andere producten of diensten te kunnen toepassen, van maaltijden tot verzekeringen. De leden van de beroepenveldcommissie noemden een breed bedrijfseconomisch en marketingprofiel ook voor de branche de juiste keuze. Met haar uitzonderlijk sterke praktijkoriëntatie geeft de opleiding afgestudeerden dus een uiterst solide basis voor de arbeidsmarkt, zowel binnen de mobiliteitssectoren, als daarbuiten.
Inhoud Standaard 3: De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken.
De Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche is opgebouwd uit vakgebieden (vakken), die elk uit meerdere modules bestaan. Voor iedere module formuleerde de opleiding leerdoelen, die een vertaling zijn van de eindkwalificaties.
De commissie kwalificeert standaard 2 (‘Oriëntatie’) als In de eerste twee jaar van de excellent. De opleiding heeft Wat de instelling buitengewoon knap opleiding komen de vakeen opvallend sterke heeft gedaan, is de opleiding een gebieden bedrijfsvoering, oriëntatie op de praktijk, deze specifieke branchegerichtheid en bedrijfskunde, verkoop, techkomt in ieder onderdeel van meerwaarde te geven, zonder de niek en communicatie aan het curriculum terug. bod, aangevuld met comopleiding te beperken tot deze Binnenschools is de putergebruik (zie bijlage 5). branche. beroepspraktijk onder andere Ieder semester keren dezelfde zichtbaar in actuele cases uit vakgebieden terug met de praktijk, technische en grotendeels dezelfde modules, communicatieve practica, steeds op een zwaarder niveau. Voor het vak gastcolleges, projecten met finales met een vakjury Bedrijfsvoering zijn dit bijvoorbeeld de modules en door ervaringen van docenten die grotendeels Bedrijfsmanagement 1 t/m 4 en Recht 1 t/m 4. In de zelf afkomstig zijn uit de beroepspraktijk. eerste twee jaar bestaat, zoals eerder beschreven, Buitenschools wordt aan de ontwikkeling van twintig procent van het onderwijs uit beroepsvaardigheden gewerkt tijdens bedrijfsbrancheverkenning en tachtig procent uit breder bezoeken, door participatie bij beurzen en door onderwijs. Een branchespecifiek onderdeel is middel van de afstudeerstages, die gaan over bijvoorbeeld techniek, dat in het eerste jaar concrete actuele bedrijfscases. De branche weet IVA praktisch uitvoerend wordt gedoceerd en in het te vinden om de nieuwste ontwikkelingen te tweede jaar vooral theoretisch. Het derde jaar demonstreren en andersom is de instelling een kenmerkt zich door een verdere verdieping van het trouwe ‘leverancier’ van pas afgestudeerden aan de vakkenpakket. De automotive en nautische richting branche. Studenten en alumni zijn zeer tevreden komen in het derde jaar bij elkaar en hebben deover de praktijkgerichtheid van de opleiding. zelfde vakspecialisaties in onder andere management, marketing en internationalisering. Studenten Wat de instelling in de ogen van de visitatievolgen na het tweede jaar geen vakken meer commissie buitengewoon knap heeft gedaan, is de specifiek gericht op de automotive of nautische opleiding een specifieke branchegerichtheid en sector. meerwaarde te geven, zonder de opleiding te beperken tot deze branche. Alumni zeiden de kennis en vaardigheden van hun opleiding daarom even
16
IVA Driebergen
De inhoud van het programma valt onder de verantwoordelijkheid van de vakpromotoren. Zij stellen het programma voor hun vakgebied samen en zorgen voor een gestructureerde, logische opbouw en een evenwichtige verdeling van onderwerpen. De promotoren bewaken verder de inhoud, het niveau en de beroepspraktijkgerichtheid van de modulen in hun vakgebied. Hiertoe onderhouden ze nauw contact met de docenten in hun vakgroep. Ook toetsen de promotoren het aanvullend lesmateriaal dat docenten ter onderbouwing van de vaste vakliteratuur ontwikkelen aan het lesprotocol en aan de lijn van het programma. Om de samenhang tussen de vakken in de opleiding te bewaken en te zorgen voor een evenwichtige spreiding van de eindkwalificaties, voeren de promotoren een aantal keer per jaar overleg met elkaar en de directie. De opleiding toetst op deze manier het programma periodiek aan de doelstellingen. Mede dankzij het promotorenoverleg kunnen de promotoren rekening houden met overlap in bijvoorbeeld ondersteunende leerstof uit aangrenzende vakgebieden. De opleiding biedt naast het reguliere programma een aantal specialisaties aan, de zogenaamde applicatiecursussen. Deze zijn alleen toegankelijk voor studenten met voldoende resultaten en inzet. De trainingen vormen meestal een uitbreiding of verdieping van onderwerpen die ook in het standaardprogramma voorkomen, zoals hydrauliek, statistiek, leasing en transactionele analyse. In het vierde jaar vindt het afstuderen plaats. Gedurende zes maanden voert de student in een bedrijf binnen of buiten de mobiliteitsbranche een onderzoek uit waarbij hij of zij wordt begeleid door een docent van IVA. De stage- en scriptiegids omschrijft de invulling en eisen bij de stage en het afstuderen. Studenten waarderen de inhoud van hun opleiding zeer. In de Nationale Studenten Enquête geven ze het totaalthema ‘inhoud’ een 3.95 op de vijfpuntschaal, de samenhang tussen de verschillende onderdelen 4.23 en de mate waarin ze de inhoud van de studie stimulerend vinden een 4.07. De commissie beoordeelt deze standaard als goed. Ze is van mening dat het geheel aan leerdoelen de
B Mobiliteitsmanagement
eindkwalificaties goed dekt en dat de eindtermen evenwichtig zijn verspreid over de opleiding. Bij het zorgen voor de inhoudelijke samenhang in het programma spelen de vakpromotoren een belangrijke rol. Zij overleggen hiertoe met mededocenten, directieleden en elkaar en brengen het aanvullend lesmateriaal in lijn met het lesprotocol en het curriculum. De commissie zag in het programma alle inhoud terug die studenten nodig hebben om te voldoen aan de eisen die het bedrijfsleven aan een beginnend beroepsbeoefenaar stelt.
Vormgeving Standaard 4: De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken.
De opleiding omschrijft haar didactisch concept als twee paradigma’s die elkaar gedurende de studie geleidelijk opvolgen: het sociaal regelsysteem en de communicatieve zelfsturing. Het didactisch concept is erop gericht studenten eerst een brede begeleide kennisoverdracht te bieden en hen deze kennis vervolgens om te laten zetten in competenties die ze in teamverband en zelfstandig kunnen toepassen. In het eerste jaar gaat het onderwijs uit van het ‘sociaal regelsysteem-paradigma’. In het tweede jaar voert dit uitgangspunt ook nog de boventoon, al past de opleiding het paradigma van de ‘communicatieve zelfsturing’ steeds vaker toe. Studenten volgen in de eerste twee jaren een vastgestelde leerroute met klassikale lessen. Tussentijdse testen (in het eerste jaar per semester gemiddeld 40-45) vormen een regelsysteem dat hen continu prikkelt om gelijkmatig te werken en het niet op de tentamens alleen aan te laten komen. Vanaf het tweede jaar vraagt de opleiding meer samenwerking tussen de studenten. Aanvankelijk gaat het hierbij om groepsopdrachten binnen de les, maar geleidelijk staan er steeds meer lesoverstijgende opdrachten op het programma. Studenten voeren in kleine groepen projecten uit waarmee ze hun eigen competenties ontwikkelen. Het businessplan dat studenten in het tweede jaar opstellen is hier een voorbeeld van. Studenten moeten bij deze opdracht samenwerken en maken kennis met een meer aansturende rol van de docent. Veel studenten kiezen voor IVA vanwege de structuur met veel klassikaal onderwijs (dertig uur per week), tussentijdse testen en de duidelijke opgave en controle van het huiswerk. Deze inrichting
november 2012
17
van het onderwijs in de eerste twee jaar geeft een betere verdeling van het leren door de week heen, aldus de studenten waarmee de commissie sprak. Het klassikale onderwijs draagt er daarnaast aan bij dat er een hechte leergemeenschap ontstaat. Ook dit werkt volgens de studenten door op het leerproces: ‘Je leert elkaar goed kennen en door met z’n allen te studeren, kun je beter over de stof praten en houd je de studie beter vol’. Tot haar tevredenheid stelde de commissie vast dat docenten de eerste- en tweedejaars studenten ondanks de sturende structuur ook stimuleren tot doordenken. Hiertoe stellen de docenten hen in de lessen regelmatig gericht vragen en leggen ze hen actuele cases voor. Het onderwijs in het derde jaar gaat uit van wat men noemt de communicatieve zelfsturing, en nog maar beperkt van het ‘sociale regelsysteem’. Studenten krijgen vanaf dit jaar een aantal contacturen minder aangeboden en er wordt een groter beroep gedaan op hun zelfstandigheid. Het derde jaar kent meer zelfstudie en docenten nemen geen tussentijdse tests meer af om te controleren of studenten hun studie op orde hebben. Tevens wordt in dit jaar het projectonderwijs verder uitgebreid: studenten voeren veel vakoverstijgende opdrachten uit in zelfsturende teams, waarbij de docent slechts de rol van procesbewaker heeft. Ten tijde van de voorgaande visitatie in 2006 vonden studenten het verschil in werkwijze tussen het gestructureerde tweede en het veel zelfstandigere derde studiejaar te groot. Hierop heeft IVA Driebergen actie ondernomen door het aantal frontale lesuren in het tweede jaar terug te schroeven en al in dat leerjaar een aantal (groeps-) opdrachten in te plannen. Voor het derde jaar stelde de opleiding coachingsuren in. In semester 5 (het eerste semester van het derde jaar) staan nu voor twee, en in het daarop volgende semester 6 voor vier modules uren op het rooster waarin een studententeam de hulp van een coachende docent in kan roepen. De studenten die de commissie sprak, zeiden geen nadelige ‘knik’ meer te ervaren in de overgang naar het derde jaar: ze zijn nu toe aan meer zelfstandigheid en kunnen bij docenten terecht als ze vastlopen in hun studie. In het vierde jaar past de opleiding als didactisch uitgangspunt alleen nog communicatieve zelfsturing
18
toe. Tijdens de afstudeerstage doen studenten individueel onderzoek met hulp van een stagebegeleider vanuit het bedrijf en een begeleider vanuit IVA Driebergen. De student moet hierbij nagenoeg zelfstandig zijn of haar weg kiezen en de rode draad bewaken. De werkvormen die de opleiding hanteert variëren van competentiegericht onderwijs, probleemgestuurd onderwijs en casestudies tot samenwerkend leren. Er is zowel sprake van een individuele benadering van de student (met name in klassikale lessen) als groepswerk. Dit laatste neemt toe in omvang en complexiteit naarmate de studie vordert. Naar het oordeel van de visitatiecommissie sluit de manier waarop de opleiding de werkvormen inzet zeer goed aan op het didactisch concept. De opleiding zet studenten op verschillende wijzen aan tot het leveren van betere prestaties. Zo komen studenten met goede inzet en studieresultaten in aanmerking voor gespecialiseerde applicatiecursussen en voor participatie op beurzen. Studenten met de beste ondernemingsplannen in het tweede jaar mogen deze presenteren voor een vakjury en maken kans op een vakinhoudelijke prijs. IVA hanteert verder een systeem van ranking om studenten extrinsiek te motiveren. Bij een gemiddeld cijfer van 7,3 of hoger krijgen studenten een speldje. In de eerste jaren reikt de adjunct-directeur als deel van dit systeem ieder semestereinde per klas de rapporten uit in aanwezigheid van de (onderwijs-) staf. Tijdens deze uitreikingen worden de best scorende studenten als laatste geroepen en worden ook inzet en houding besproken. De adjunctdirecteur geeft een toelichting bij de inzet- en optredencijfers. Hoewel de meningen van de studenten over het systeem met de speldjes verdeeld zijn, stelt de commissie vast dat de opleiding erin slaagt studenten een prestatiegerichte attitude bij te brengen. Deze wil tot presteren was duidelijk zichtbaar bij de verschillende groepen studenten en de alumni die de commissie sprak. De alumni vinden dat er tijdens de studie een realistisch beeld van de praktijk werd geschetst: ‘je moet altijd je best doen, tijdens je stage maar ook daarna’. Leden van de beroepenveldcommissie die IVA-studenten als stagiaire of personeelslid in dienst namen, gaven aan dat IVA-studenten en -alumni aanmerkelijk
IVA Driebergen
competitiever zijn dan studenten en afgestudeerden van andere hbo-instellingen. Aangezien de mobiliteitsbranches waarvoor IVA in hoofdzaak opleidt concurrerend van aard zijn, sluit dit opleidingsaspect in de ogen van de commissie op gunstige wijze aan op de arbeidspraktijk. Uit de gesprekken met docenten, studenten en alumni kwam verder naar voren dat er binnen IVA Driebergen een cultuur heerst waarin men respectvol met elkaar omgaat en de juiste beroepshouding laat zien. Deze cultuur vindt zijn oorsprong in de heldere omgangs- en verzorgingsregels die de instelling voert en in de voorbeeldhouding die leiding en docenten laten zien. Ook IVA’s kleinschaligheid en het klassikale onderwijs dragen hieraan bij.
De grote nadruk op een empathisch-zakelijke attitude en de vormgeving daarvan binnen de studie vindt de commissie onmiskenbaar een punt waarin de opleiding uitblinkt. Hogeschool IVA slaagt erin de prestatiegerichte en zeer sociale houding die vervat is in het onderwijsprogramma en de cultuur van de instelling bij de studenten te internaliseren. IVA mag zich daarmee naar de mening van de commissie niet alleen een (hoge)school noemen, maar met recht een vormingsinstituut.
Instroom Standaard 5: Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten.
De instroomeisen van Hogeschool IVA volgen in eerste aanzet de wettelijk geldende normen, zonder vakspecifieke verplichting binnen een pakket of De intermenselijke, klantgerichte beroepshouding profiel. Een diploma havo, vwo, mbo niveau 4 met wordt aan het begin van de studie aangeleerd, doorstroomrechten hbo of een vergelijkbare uitgedragen en gecorrigeerd zodat deze ook voor de Belgische vooropleiding (zoals aso of tso) geven studenten een tweede natuur direct toegang tot het wordt. IVA-studenten en alumni programma. Wel wordt in zijn volgens de beroepenDankzij het didactisch systeem en de veel gevallen in het veldcommissie dan ook herkenhechte leergemeenschap die zich voorstadium advies gegebaar aan hun vermogen zich te vormt, leren studenten gelijkmatig en ven aan scholieren op het presenteren, hebben een gedisciplineerd te studeren. De moment van hun profielzakelijke doch empathische keuze. De opleiding adviopleiding laat bovendien uitstekende houding en kennen de normen en seert de profielen Econorendementen zien. waarden van de branche. De mie & Maatschappij, visitatiecommissie herkende deze Natuur & Techniek en kwaliteiten in de ouderejaars Natuur & Gezondheid met studenten en alumni die zij sprak. in het vrije deel Management & Organisatie en/of Economie. De commissie kwalificeert deze standaard als excellent. De relatief strakke sturing in de eerste twee jaren maakt de opleiding uitermate geschikt voor haar doelgroep. Veel jonge studenten kiezen bewust voor IVA vanwege de structuur in de eerste twee jaar. Dankzij het didactisch systeem en de hechte leergemeenschap die zich vormt, leren studenten gelijkmatig en gedisciplineerd te studeren. De opleiding laat bovendien uitstekende rendementen zien. Ook positief is dat, hoewel het programma van de eerste jaren sturend is en vooral gericht op kennisverwerving, docenten de studenten desondanks ook uitdagen tot doordenken. De werkvormen die de opleiding in de verschillende leerjaren inzet, sluiten naar het oordeel van de commissie heel mooi aan op het gehanteerde didactisch concept.
B Mobiliteitsmanagement
Een kandidaat met het profiel Cultuur & Maatschappij of een driejarige niveau 4-opleiding nodigt IVA bij inschrijving uit voor een gesprek met de afdeling voorlichting en marketing. De voorlichter neemt met de kandidaat de zwaarte van de studieonderdelen door en de daaraan verbonden risico’s. Tevens licht hij toe welke mogelijkheden de kandidaat heeft om eventueel binnen IVA af te stromen naar een lager niveau of bijlessen te volgen, mocht het programma toch te zwaar blijken. Ook met kandidaten zonder (aansluitend) diploma die op basis van leeftijd of EVC’s willen instromen, voert de afdeling voorlichting en marketing een gesprek. Dit gesprek vormt de 21+toets waarmee beoordeeld wordt of de persoon in kwestie geschikt is voor de
november 2012
19
opleiding. De examencommissie beslist na overleg of de inschrijving gehonoreerd wordt. Wat de visitatiecommissie positief vindt aan de voorlichting van hogeschool IVA, is dat men voor inschrijving, bijvoorbeeld op open dagen, duidelijk maakt welke opleidingsstructuur gehanteerd wordt. Studenten weten dus goed wat ze kunnen verwachten. Dit geldt ook voor de zakelijke normen en waarden die een fundamenteel onderdeel vormen van de opleiding. Deze neemt de instelling bij de start van de studie met studenten door. De student tekent voor aanvang van het eerste jaar voor confirmatie aan de gedragsregels van IVA. De exacte eisen voor het gedrag op het instituut staan beschreven in het huishoudelijk reglement. In het eerste semester vinden na acht weken metingen plaats in de vorm van toetsen en mentorgesprekken. De examencommissie en de verantwoordelijken van het hogeschoolprogramma bespreken de prestaties van de eerstejaars om discrepanties rond vooropleidingen in beeld te krijgen. Op basis van de resultaten en gesprekken krijgen de studenten een vrijblijvend studieadvies. De commissie beoordeelt deze standaard als goed. IVA Driebergen voldoet aan de wettelijke eisen rond de instroom. Deze vult de instelling aan met een in de ogen van de commissie nette voorlichtingsprocedure voor kandidaten waarbij de vooropleiding mogelijk niet optimaal aansluit. Tevens maakt de instelling aankomend studenten al in hun oriëntatiefase duidelijk welke opleidingsvorm en regels binnen IVA gehanteerd worden. De commissie constateert dat veel studenten dan ook bewust kiezen voor de sturende structuur binnen IVA Driebergen en dat de instelling op dit punt waarmaakt wat zij belooft.
studenten waarmee de commissie sprak, bevestigden dat de inrichting van het onderwijs zorgt voor een betere verdeling van de studielast over de semesters. De totale studiebelasting is ruim veertig uur per week. Het management schat de tijd voor zelfstudie (na het tweede jaar) op ongeveer twintig uur per week. De studenten gaven aan dat ze stevig moeten studeren om hun punten te halen, maar dat de studie mede door de structuur en de bereidheid van docenten altijd aanvullende uitleg te geven goed vol te houden is. Bij IVA Driebergen maakt ook bijles deel uit van de totale begeleiding. De school biedt daarnaast de mogelijkheid dagelijks twee uur begeleid te studeren (zie ook standaard 12 over studiebegeleiding). De alumni en studenten zijn buitengewoon te spreken over de organisatie van de opleiding. De (tentamen)roosters zijn goed op orde, de communicatie van stukken en cijfers is tijdig en helder, de docenten zijn georganiseerd en goed bereikbaar. Er is vrijwel altijd vervanging als een docent zijn of haar les niet kan geven. Het niet realiseren van geprogrammeerde contacttijd komt eigenlijk niet voor bij IVA, hetgeen de onderwijsstructuur ondersteunt.
Standaard 6: Het programma is studeerbaar.
Als een student door omstandigheden problemen ondervindt bij de studie, kan hij of zij bij de mentor terecht. Studenten met dyslexie komen in aanmerking voor verlenging van examentijd. Zij kunnen hiervoor conform de studiegids een verzoek indienen bij de examencommissie. De studiegids geeft verder duidelijk weer welke punteneisen de opleiding aan studenten stelt om door te mogen stromen naar de volgende fase van de studie. Door deze informatie en tijdige actie van mentoren en het management (de adjunct-directeur) die de studievoortgang van individuele studenten volgen, wordt langstuderen en uitval voorkomen.
De opleiding Mobiliteitsmanagement heeft een vastgestelde leerroute, waar studenten in principe niet van af kunnen wijken. In de eerste jaren wordt veel klassikaal lesgegeven, maken de studenten een deel van de opdrachten in de les en worden tussentijdse toetsen afgenomen om studenten voor te bereiden op de tentamens. Deze structuur stimuleert studenten om gelijkmatig te werken. De
De commissie kwalificeert deze standaard als goed. De opleiding neemt organisatorische en programmatische factoren die de studievoortgang kunnen belemmeren zoveel mogelijk weg en ondersteunt studenten met een functiebeperking of (persoonlijke) problemen. De vormgeving van het curriculum en sturing daarin leiden tot heel behoorlijke rendementen.
Studeerbaarheid
20
IVA Driebergen
Omvang en duur Standaard 7: De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma.
heeft een omvang van 240 EC. Daarmee voldoet de opleiding aan de wettelijke vereisten. De commissie beoordeelt deze standaard dan ook als voldoende.
De Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche is een vierjarige hbo-bachelor en
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
21
Personeel De visitatiecommissie is van mening dat IVA Driebergen een effectief personeelsbeleid hanteert met een gedegen introductie en voldoende didactische en praktijkgerichte nascholingsmogelijkheden voor docenten. Bij de beoordeling van onderwijzend personeel betrekt het management nadrukkelijk de mening van studenten. De kwaliteit van het personeel is goed, waarbij vooral de gedrevenheid en voorbeeldhouding van de docenten en de leiding in het oog springt. De instelling voert naar het oordeel van de commissie een uitmuntend beleid rond personeelsomvang. Hierdoor wordt lesuitval tot een absoluut minimum gereduceerd en de persoonlijke begeleiding van studenten die IVA voorstaat, gerealiseerd.
Personeelsbeleid Standaard 8: De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid.
Bij de selectie van nieuwe docenten speelt bij hogeschool IVA naast ervaring, organisatorische vaardigheden en affiniteit met de mobiliteitsbranche didactiek een belangrijke rol. Daarom vraagt de instelling de sollicitant, na het gesprek met een directielid en de promotor van het betreffende vakgebied, een proefles te geven. Bij deze les zijn de promotor en een collega-docent aanwezig. Deze laatste let specifiek op de didactische vaardigheden van de sollicitant. Nieuwe docenten krijgen een grondige introductie, waarbij hun promotor hen observeert, inhoudelijke en didactische tips geeft en het instituut IVA leert kennen. De nieuwe docent wordt geëvalueerd (mede) op basis van een lesbeoordeling die de adjunct-directeur afneemt bij de studenten. Van iedere docent legt IVA een overzicht vast van zijn of haar opleidingen en ervaring. De instelling stimuleert de deskundigheidsbevordering van onderwijzend personeel op verschillende manieren. Door de jaren heen krijgen docenten verschillende trainingen ter voorbereiding op het (groeps-)werk met de studenten. Het gaat dan bijvoorbeeld om na- en bijscholing op het gebied van neurolinguïstisch programmeren (NLP), Thinking hats en lateraal denken (De Bono), dyslexie (drs. De Groot), mentortraining en didactische training (Marianne Carrière & Karin Tielen). Aanvullend op de onderwijskundige nascholing worden docenten ook vrijgemaakt voor bijscholing op hun vakgebied. IVA stelde voor de visitatie een lijst beschikbaar van alle technische en commerciële trainingen en bijeenkomsten die docenten bijwonen.
22
Docenten die NIMA-lid zijn bezoeken bijvoorbeeld themabijeenkomsten van deze organisatie, de vakgroep Consumenten- en Industriële Verkoop maakt jaarlijks minimaal één op automotive gerichte excursie naar de RAI en er worden technische trainingen gevolgd in onder meer diagnose, accu- en bandentechniek. Verder gaat er ieder jaar een groep van ruim twintig docenten naar brancheorganisatie Bovag om bijgeschoold te worden over minimaal twee actuele onderwerpen. Het ministerie van OCW heeft de wens om de komende jaren het aandeel universitair opgeleide docenten in het hbo te vergroten. De opleiding heeft nog geen doelstelling geformuleerd om hieraan tegemoet te komen. In het aanname- of scholingsbeleid speelt de mastertitel nog geen rol van belang. De docenten waar de commissie mee sprak, gaven vrijwel allemaal aan interesse te hebben in het behalen van een mastergraad als IVA hen daarbij in tijd en middelen ondersteunt. Jaarlijks houdt de algemeen directeur een functioneringsgesprek met iedere docent. In dit gesprek gaat de directeur uit van een interne docentenenquête die ieder jaar onder de studenten gehouden wordt. Voor de onderwerpen in de enquête, onder meer didactiek en persoonlijke benadering, heeft de directie een prestatienorm bepaald. Promotoren ondersteunen ‘hun’ docenten bij het behalen van deze normen door met de docent de scores door te nemen en gezamenlijk eventuele verbeterpunten te formuleren. Bij een (aanhoudend) onvoldoende score bespreekt de directeur met de docent in kwestie of en hoe het dienstverband met IVA Driebergen wordt voortgezet.
IVA Driebergen
De commissie kwalificeert deze standaard als voldoende. Het personeelsbeleid voorziet op adequate wijze in de kwalificaties, beoordeling en (didactische en vakinhoudelijke) scholing van het personeel die nodig zijn om het onderwijsprogramma te realiseren. IVA Driebergen heeft nog geen selectie- of scholingsbeleid om het aantal universitair opgeleide docenten voor de bacheloropleiding te verhogen. De commissie adviseert hiervoor doelstellingen op te stellen, bijvoorbeeld rond het faciliteren van docenten die een mastertitel willen behalen. De grote bereidheid onder de docenten om een academische opleiding te gaan volgen, stemde de commissie positief.
Kwaliteit personeel Standaard 9: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
Het onderwijs wordt bij IVA Driebergen voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat de verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. In de eerste twee jaren van de opleiding geven vooral docenten les die werkzaam zijn (geweest) in het betreffende vakgebied. Veel docenten hebben naast hun docenturen een eigen bedrijf en/of participeren op mobiliteitsbeurzen. Vanuit IVA heeft het onderwijzend personeel onder meer contact met het bedrijfsleven over gastcolleges en bedrijfsbezoeken, over voertuigen en materialen die importeurs beschikbaar stellen en over het begeleiden van afstudeerstagiaires. Het contact tussen docenten en het bedrijfsleven op het gebied van nascholing is tweeledig. Enerzijds krijgen docenten rechtstreeks training vanuit de beroepspraktijk (zie ook onder standaard 8, personeelsbeleid), anderzijds verzorgen de hogeschooldocenten zelf scholing voor het bedrijfsleven via de afdeling IVA Trainingen. De visitatiecommissie stelde in de gesprekken met de docenten en promotoren vast dat zij beschikken over veel en actuele kennis over hun vakgebied. IVA Driebergen vormt een hechte leergemeenschap. Dit zag de commissie ook terug bij de docenten en leiding: zij vormen een solide team. Verschillende leden van het management geven zelf ook les, wat het gemeenschapsgevoel volgens docenten en de examencommissie versterkt. De adjunct-directeuren, promotoren en docenten maakten een zeer gedreven, verbetergerichte indruk op de commissie.
B Mobiliteitsmanagement
Elk van hen legt een passie aan de dag: voor het onderwijsvak, voor hun vakgebied of voor beide. Docenten nemen graag deel aan nascholing in het veld en zijn uiterst studentgericht in hun bereidheid in en na de les aanvullende uitleg te geven. Wat de zakelijke en sociale houding betreft, zijn de docenten en leiding zich bewust van hun voorbeeldfunctie. Ze stralen deze dan ook heel duidelijk uit, aldus de visitatiecommissie. Studenten waarderen de docenten zeer. Afgezet tegen de Nederlandse gemiddelden in de Nationale Studenten Enquête scoort het onderwijzend personeel erg goed; de themascore op het onderdeel docenten is voor hogeschool IVA 4.21, tegenover 3.55 landelijk. IVA-studenten geven de inhoudelijke deskundigheid van hun docenten 4.35 op de vijfpuntschaal en de didactische kwaliteiten 4.10. De verantwoordelijkheid voor de organisatie en het dagelijks management van de opleiding ligt bij de algemeen directeur. Hij wordt in zijn taken goed ondersteund door de adjunct-directeuren van de opleiding en de afdeling administratie. De studenten en alumni die de commissie sprak, waren unaniem positief over de organisatie van de opleiding. De commissie beoordeelt deze standaard als goed. Docenten weten uitstekend waar het in hun vakgebied over gaat, zijn didactisch onderlegd en leggen een sterke praktijk- en verbetergerichte gedrevenheid aan de dag. De commissie was verder zeer te spreken over de sociale, prestatiegerichte voorbeeldhouding van de leiding en de docenten. Deze houding draagt bij aan de positieve prestatiecultuur binnen IVA.
Omvang personeel Standaard 10: De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma.
IVA Driebergen monitort de maximale capaciteit van de opleiding en de daaraan gekoppelde behoefte aan onderwijzend personeel. Indien een docent andere of extra taken krijgt, dan trekt de instelling ruimschoots van tevoren extra onderwijzend personeel aan. Er wordt intern een ruime overcapaciteit van 3 fte aangehouden, zodat er bij uitval door ziekte geen of maar zeer gering lesuitval voorkomt. De lesuitval wordt bijgehouden in een
november 2012
23
bewakingssysteem. Ook het lage ziekteverzuim (minder dan twee procent) zorgt ervoor dat lesuitval tot een uiterst minimum beperkt blijft. In 2011 bijvoorbeeld is er van het totale aantal lesuren slechts 3,8% uitgevallen.
te bieden. Zoals een afgestudeerde vertelde: ‘Bij IVA word je gekend en persoonlijk benaderd, docenten kennen de aandachtspunten voor iedere student en besteden daar in of na de les automatisch meer aandacht aan.’ In de Nationale Studenten Enquête krijgen de betrokkenheid van docenten en de kwaliteit van hun begeleiding respectievelijk 4.33 en 4.17 op de vijfpuntschaal. de opleiding is
Lesgeven nu is intensiever dan het zo’n twintig jaar geleden was. Om teveel werkdruk te De lesuitval binnen voorkomen heeft IVA het nihil, onder andere doordat docenten lesgeven per week van 30 naar De commissie kwalificeert worden ingeroosterd als reserve: een 27 uur teruggebracht. Met dit deze standaard als excellent. unicum in Nederland. De commissie beleid streeft de instelling Het management van de kwalificeert dit als excellent. ernaar overspannenheid en opleiding houdt nauwlettend burn-out te voorkomen. Doin de gaten of de omvang van centen gaven aan dat ze IVA Driebergen een erg het personeel toereikend is om het onderwijsprettige werkplek vinden, mede vanwege de ruime programma vorm te geven op de betrokken manier capaciteit die de instelling aanhoudt. die de opleiding voorstaat. De lesuitval binnen de opleiding is nihil, doordat Persoonlijke aandacht en coaching door docenten docenten worden ingeroosterd als reserve: een vormt één van de kernwaarden van IVA. Om deze te unicum in Nederland. De grote tevredenheid over de realiseren, stuurt de instelling naast op het aantal omvang van het personeel (en als gevolg daarvan de docenten ook bewust op het aantal studenten: per lage lesuitval en persoonlijke aandacht voor de jaar wordt maar een beperkt aantal kandidaten studenten) wordt breed gedragen onder docenten toegelaten. Uit de gesprekken met de studenten en en studenten. alumni kwam naar voren dat het de instelling lukt om studenten de gewenste persoonlijke begeleiding
24
IVA Driebergen
Voorzieningen De visitatiecommissie vindt de materiële voorzieningen goed geschikt voor het realiseren van het lesprogramma. IVA Driebergen beschikt naast reguliere lokalen over branchespecifieke ruimten en faciliteiten voor (gast)presentaties en congressen. Studenten worden vanuit de instelling goed begeleid tijdens hun studie. Een persoonlijke mentor zorgt voor de algemene begeleiding van studenten en ze worden op verschillende manieren ondersteund bij zelfstudie. De informatievoorziening is uitgebreid en passend bij de doelgroep.
Materiële voorzieningen Standaard 11: De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma.
De algemene lesruimten van IVA Driebergen zijn uitgerust naar de wensen van de vakgroepen. Het management is bij de inrichting van lokalen terughoudend in de aanschaf van noviteiten op ICTgebied, vanuit de gedachte dat een nieuw smartboard niet automatisch leidt tot kwalitatief betere lessen. De instelling beschikt naast de reguliere lesruimten over een lokaal presentatietechniek, uitgerust met opname- en afspeelapparatuur, beamers en een geluidsdichte scheidingswand voor training van een deel van de klas door logopedisten. Ook zijn er twee grote (college)zalen die de instelling gebruikt voor congressen en gastlessen vanuit het bedrijfsleven en business games met studenten, bijvoorbeeld de DFM Awards. In de mediatheek zijn voor studenten computers met internet en kopieermachines beschikbaar. IVA heeft verder een aantal ruimten ter ondersteuning van de branchespecifieke leerdoelen, te weten: • Het technisch centrum, een omgeving waarin studenten de technische praktijk kunnen simuleren. • Verkoopstudio’s, hier plaatst de instelling in samenwerking met importeurs en inspelend op actualiteiten iedere zes weken een ander voertuig. Deze twee tribunegewijs gebouwde showrooms bevatten standaard een filmcamera en opnameapparatuur. • Het transportlokaal industriële verkoop, een hangardeur voor groot materieel, die IVA elk kwartaal vult met nieuw materiaal uit de transportsector en business-to-business sales. Op basis van studentenevaluaties en adviezen uit de opleidingscommissie investeert IVA momenteel in de
B Mobiliteitsmanagement
uitbreiding van internetfaciliteiten. Doordat steeds meer studenten beschikken over een smartphone en/of tablet is de vraag naar datacapaciteit en netwerksnelheid enorm toegenomen. Inmiddels is er een dekkend wifi-netwerk binnen de studentenruimtes. De commissie heeft er kennis van genomen dat in de landelijke enquetes het onderdeel materiële voorzieningen niet heel hoog scoort. De commissie heeft echter geen specifieke verklaring kunnen vinden voor deze lagere score, en komt op grond van eingen waarnemingen tot de beoordeling goed. De huisvesting is beslist toereikend voor de realisatie van het programma. Naast reguliere lokalen beschikt de opleiding over het technisch centrum, verkoopstudio’s en het transportlokaal industriële verkoop als branchegerelateerde ruimten.
Studiebegeleiding Standaard 12: De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten.
Begeleiding Iedere klas wordt op de eerste dag van het cursusjaar gekoppeld aan een mentor, die in principe een jaar lang de begeleider van deze groep blijft. Het derde jaar werken de studenten veel zelfstandiger; zij hebben dan nog steeds wekelijks een begeleidingsuur in het rooster. De mentor is voor de studenten het eerste aanspreekpunt bij verzuim, studieproblemen, privézaken of als studenten iets willen organiseren of vragen. De opleiding streeft hierbij naar laagdrempelig contact, zoals omschreven in de IVA-agenda: ‘Wees niet te bescheiden met het aanspreken van je mentor, beter te veel dan te weinig. De mentor is er voor jou.’ De mentor overlegt, indien gewenst, met collegadocenten, de directie of andere betrokkenen. In de eerste zeven weken van het jaar heeft elke
november 2012
25
mentor een individueel gesprek met zijn studenten. Gespreksnotities archiveert hij in de webbased studentendatabase Magister of in de mentormap. De mentoren hebben regelmatig een persoonlijk onderhoud met de adjunct-directeur voor hun jaargang. Eerstejaars mentoren spreken hem wekelijks, tweedejaars mentoren eens in de twee weken. Tijdens deze vergaderingen worden naast resultaten ook persoonlijke omstandigheden van de studenten besproken zoals huisvesting, gezondheid, thuissituatie en studeerstatus. Mocht er actie nodig zijn, dan bespreekt de mentor dit met de student. De mentoren nemen studenten met minder goede gemiddelden of meerdere herkansingen bijvoorbeeld apart en begeleiden hen bij het zoeken naar oplossingen. Hoewel de mentor er specifiek voor is aangesteld, hebben studenten het gevoel dat ze bij alle docenten en medewerkers terechtkunnen, zo vertelden zij de commissie. De financieel verantwoordelijken (de ouders of de student zelf) ontvangen de eerste twee schooljaren elke vier weken een melding dat het aanwezigheidsoverzicht geüpdatet is binnen de webomgeving Magister. Verder stuurt IVA elke zes à zeven weken een cijferoverzicht naar huis met het gemiddelde van de behaalde testcijfers per vak. In oktober van het eerste jaar nodigt de instelling alle financieel verantwoordelijken uit voor een uitgebreide voorlichting over de hogeschool. Daarbij vinden persoonlijke tafelgesprekken plaats waarin de situatie en resultaten van de student besproken worden. Ook worden gepaste maatregelen afgesproken om de studievoortgang in de juiste richting te houden of te brengen. Van elk gesprek maakt de mentor een gespreksnotitie voor in Magister of de mentormap. De vormgeving van de studiebegeleiding sluit aan op het gehanteerde didactisch concept, waarin de student steeds zelfstandiger wordt. Naarmate de studie vordert, wordt de begeleiding door mentoren minder. Van de student wordt steeds meer verwacht dat hij zelf het gesprek aangaat als er zaken niet goed gaan. Vanaf het derde jaar verzendt de opleiding ook geen aanwezigheidsoverzichten en tussenrapporten meer. IVA begeleidt studenten op verschillende manieren bij zelfstudie. Zoals eerder in dit rapport genoemd, maken studenten in de eerste leerjaren huiswerk in
26
de les onder toezicht van de docent. Voor eerstejaars studenten die niet uit de directe omgeving van Driebergen komen, bestaat de mogelijkheid een jaar in het IVA-internaat te gaan wonen. Na afloop van de lessen worden deze studenten geacht twee uur aan studie en huiswerkopdrachten te besteden. Ook externe studenten kunnen ’s avonds onder toezicht studeren. Deze studieavonden zijn met name bedoeld voor studenten die in Driebergen of in de directe omgeving op kamers wonen en twijfelen aan hun discipline om iedere avond consequent twee uur te studeren. Tijdens het studietoezicht wordt geen bijles gegeven. Aan de externe avondstudie zijn kosten verbonden. Bij IVA maakt bijles deel uit van de totale begeleiding. Studenten kunnen hiervoor zelf een afspraak maken met de desbetreffende vakdocent. De studenten waarmee de commissie sprak, geven de opleiding op dit punt graag ter overweging mee dat een kort contact per e-mail voor hen soms praktischer zou zijn dan een bezoek aan de bijles. Bijvoorbeeld als het gaat om een korte, concrete vraag aan de docent. In de gesprekken gaven de studenten en alumni verder aan dat ze docenten door de kleinschaligheid van de opleiding gemakkelijk kunnen benaderen en dat er veel informeel contact is. Iedere docent is bereid extra uitleg te geven, iets wat de studenten erg prettig vinden. Informatievoorziening Voor het registreren van NAW-gegevens, behaalde cijfers en verzuim van studenten maakt IVA gebruik van webomgeving Magister. Studenten en financieel verantwoordelijken krijgen een gezamenlijk account waarmee ze op internet de gegevens kunnen raadplegen. Voor de verzuimgegevens is Magister de officiële informatiebron, voor de cijfers is de schriftelijke rapportage bepalend. De opleiding gebruikt Magister in toenemende mate voor berichtenverkeer tussen docenten en studenten, het toegankelijk maken van lesmateriaal en het vastleggen van huiswerk en testplanning. Informatie over onder andere de opbouw van de semesters, doelstellingen van de modules en het examenreglement vinden studenten in de studiegids van hun jaar. Vier tot zes weken voor het einde van elk semester ontvangen studenten een uitgebreide
IVA Driebergen
handleiding over de tentamenperiode, drie weken voordat de tentamens starten krijgen studenten het tentamenrooster. Resultaten van testen kunnen de studenten inzien op de webomgeving, ze krijgen een test meestal binnen een week nagekeken terug. In de eerste twee jaar stuurt IVA periodiek een cijferoverzicht naar huis. Een van de kernwaarden van de instelling is het bieden van doorgroeimogelijkheden naar andere opleidingen. Volgens de ouderejaars studenten die de commissie sprak, blijft de voorlichting vanuit IVA over externe vervolgopleidingen echter achter. Een docent is daarom een Linkedin-groep gestart waar studenten ervaringen en tips over doorstuderen en instroomprocedures kunnen uitwisselen. De studenten zijn blij met dit initiatief en zouden graag zien dat IVA dit centraal oppakt. De visitatiecommissie sluit zich hierbij aan.
B Mobiliteitsmanagement
De commissie kwalificeert deze standaard als goed. In de eerste twee studiejaren is er prima sturing in de studiebegeleiding, zowel wat ondersteuning van zelfstudie als de persoonlijke begeleiding door mentoren betreft. Vanaf het derde jaar wordt de sturing minder, wat in de ogen van de commissie aansluit op het gehanteerde didactisch concept en de behoefte van de studenten. Gedurende de studie hebben studenten het gevoel dat ze bij alle medewerkers van IVA terechtkunnen. Bijles vormt een onderdeel van de totale begeleiding. Ook de informatievoorziening is goed te noemen. Deze is uitgebreid en past daarmee bij de jonge doelgroep van de opleiding. Mede gezien de kernwaarde rond doorstroommogelijkheden, beveelt de commissie aan de voorlichting en begeleiding rond externe vervolgopleidingen uit te breiden.
november 2012
27
Kwaliteitszorg Kwaliteitsdenken maakt binnen IVA Driebergen onderdeel uit van de organisatie. De visitatiecommissie vindt dat de instelling de kwaliteit van haar opleiding goed bewaakt. Daartoe wordt frequent mondeling en schriftelijk geëvalueerd onder alle betrokkenen. De opleiding onderzoekt verbeterpunten die uit de evaluaties naar voren komen, bespreekt deze en voert verbeteracties uit. De korte lijnen binnen de instelling en het enthousiasme voor het versterken van de opleiding dragen bij aan een snelle doorlooptijd. De stakeholders (studenten, docenten en de beroepenveldcommissie) bevestigen dat het doorvoeren van verbetermaatregelen effectief en vlot gebeurt.
Evaluatie Standaard 13: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen.
In 1996 behaalde IVA de ISO-certificering, maar gezien kosten en de geringe meerwaarde voor het instituut wordt deze certificering niet meer actief gevoerd. Het destijds opgestelde ISO-handboek vormt desalniettemin nog altijd de basis voor een aantal procedures die het managementteam, de vakgroepen en promotoren hanteren om de kwaliteit binnen de instelling te waarborgen. Op opleidingsniveau zet IVA verschillende instrumenten en overleggen in om de kwaliteit van het programma, het personeel, de voorzieningen, de toetsing en het gerealiseerde eindniveau te bewaken. Zo houdt de instelling diverse enquêtes onder studenten, alumni en stagebedrijven. Studenten ontvangen de eerste enquête al aan het begin van hun eerste jaar. In deze opstart-enquête wordt onder meer gevraagd naar de introductie, het vakkenpakket, het al dan niet uitkomen van verwachtingen rond de studie en allerhande verbeterpunten. Voorts vullen studenten jaarlijks een interne enquête in die bestaat uit een algemeen deel en een deel met vragen per module. Het algemene deel bevat vragen over de aansluiting van de opleiding op de vooropleiding van studenten, studiebegeleiding, roosters, informatieverstrekking, mentoren en adjunct-directeuren. In het enquêtedeel per module komen naast de leermiddelen en studielast van de module ook de werkwijze en kwaliteit van de docent aan de orde. Om de opleiding te benchmarken met andere hbo-studies, neemt IVA tevens deel aan de -in dit rapport reeds aangehaalde- externe Nationale Studenten Enquête (NSE).
28
Na afloop van de stage en het afstuderen legt IVA zowel de student als het stagebedrijf een uitgebreide vragenlijst voor. De student wordt onder meer gevraagd naar de begeleiding, de eindtermen van de stage en scriptie en de aansluiting van de opleiding op de stagepraktijk. Het bedrijf beantwoordt vragen over de ervaringen met de stagiair, de begeleiding vanuit IVA en het niveau van de stageopdracht en scriptie. De IVA-begeleider vraagt ook tijdens zijn gesprekken met het bedrijf om feedback over de opleiding. De instelling heeft naast de verschillende schriftelijke evaluaties onder studenten ook twee commissies ingesteld waarbij studenten terechtkunnen met opmerkingen en aanbevelingen. Voor opmerkingen over het onderwijs is er de opleidingscommissie. Deze beoordeelt of de opleiding op bepaalde punten beter kan en bestaat uit docenten en studenten. Met verbeterpunten voor facilitaire zaken binnen IVA kunnen studenten terecht bij de studentvertegenwoordigers in het studentenplatform. Dit platform vertegenwoordigt een representatieve doorsnede van de studentenpopulatie. Verder koppelen de mentoren opmerkingen van studenten met betrekking tot het onderwijs terug naar de vakgroepen. De eindkwalificaties en het curriculum van de opleiding zijn vaste onderwerpen in de bijeenkomsten van de beroepenveldcommissie. Daarnaast komt deze commissie iedere twee jaar specifiek bijeen om te beoordelen of de eindtermen nog voldoende aansluiten op de beroepspraktijk. Het curriculum, lesmateriaal, toetsing en de eindkwalificaties komen ook aan de orde in de vakgroepvergaderingen en in het periodieke promotorenoverleg. Voor het monitoren van de opleidingskwaliteit is het gunstig dat de docenten en leiding een hecht, verbetergericht team vormen en
IVA Driebergen
dat de lijnen vanwege de kleinschaligheid van de instelling kort zijn. De opleiding verzamelt managementinformatie over de rendementen en de staf-studentratio (zie bijlage 3). De directie en het managementteam stellen het beleid, de normen en verbeterpunten vast. Daarnaast formuleren ze jaarlijks een aantal aanvullende speerpunten waarop het komende cursusjaar gefocust wordt. Een van de speerpunten voor de komende jaren is het verhogen van het niveau van de opleiding door meer studenten met een vwo-vooropleiding aan te trekken. De commissie beoordeelt deze standaard als goed. De opleiding verzamelt de benodigde managementinformatie en bewaakt de kwaliteit van de beoogde eindkwalificaties, het programma, het personeel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerde eindtermen. Dit doet zij via periodieke en tussentijdse overleggen en (schriftelijke) evaluaties. De korte lijnen door de kleinschaligheid van de instelling en het hechte teamverband dragen naar het oordeel van de commissie bij aan een goed zicht op de opleidingskwaliteit. De leiding en docenten zijn verbetergericht en het kwaliteitsdenken is verankerd in de organisatie. De zeer studentgerichte houding van de hogeschool uit zich onder andere in de hoeveelheid enquêtes en inspraakmogelijkheden die IVA Driebergen haar studenten biedt.
Verbetermaatregelen Standaard 14: De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen.
De vakpromotoren en directie bespreken de vakinhoudelijke verbeterpunten die IVA via evaluaties en overleggen verzamelt. De besluiten hierover worden vervolgens opgepakt in de vakgroepen en – indien ze ook de toetsing raken– getoetst en geborgd door de examencommissie. De uitkomsten van de jaarlijkse interne docentenenquête onder studenten stemt IVA direct af met de betrokken docenten en hun promotoren. De promotoren ondersteunen docenten bij het behalen van de normen die de directie verbonden heeft aan de evaluatiepunten, bijvoorbeeld door de scores te bespreken en gezamenlijk verbeterplannen te formuleren. Bij een (aanhoudend) onvoldoende score vindt een gesprek plaats met de directeur. Dit heeft in meerdere gevallen geleid tot beëindiging van het
B Mobiliteitsmanagement
dienstverband van de desbetreffende docent. De instelling streeft ernaar de doorlooptijd van verbeterpunten kort te houden door geen overmatig gebruik te maken van stuurgroepen, werkgroepen, klankbordteams en dergelijke. Uit de gesprekken die de commissie met de beroepenveldcommissie en de studenten voerde, kwam naar voren dat IVA er inderdaad in slaagt verbeteringen goed en snel door te voeren. Zo breidde de opleiding na opmerkingen van de beroepenveldcommissie het lesmateriaal over leasing uit en plande ze over dit onderwerp extra gastcolleges in. Op aanraden van de beroepenveldcommissie worden stagebedrijven nu uitgebreider beoordeeld op de mogelijkheden die ze studenten bieden. Een voorbeeld van een verbetermaatregel naar aanleiding van de externe NSE-enquête is de oprichting van het eerder genoemde studentenplatform in 2008. Jaarlijks keerde in de enquête een relatief lage score terug op het gebied van studentfaciliteiten. Het platform bleek een probaat middel om deze ‘randzaken’ te monitoren en op orde te krijgen. Uit studentenevaluaties kwam verder naar voren dat, in verhouding tot de uitgebreide vakintegratie die de opleiding vraagt in de afstudeerfase, de derdejaars vakken onvoldoende met elkaar werden verbonden. De promotoren en vakdocenten in het derde jaar stelden daarom gezamenlijk een integrale deeltentamenopdracht samen. In deze advieskundige managementopdracht komen alle deelgebieden van het derde leerjaar terug. Studententeams voeren de opdracht uit bij een bedrijf en presenteren de resultaten vervolgens ten overstaan van een kritische reviewgroep. De opdracht stelt de studenten in staat om opgebouwde kennis vakoverstijgend toe te passen, ter voorbereiding op de zelfstandige eindopdracht in de afstudeerfase. Ook op basis van de accreditatie in 2006 nam IVA Driebergen verbetermaatregelen, onder meer rond de vreemde talen in het programma en de overgang van het gestructureerde tweede naar het meer zelfstandige derde jaar. Bij de laatste accreditatie kwam naar voren dat het instroomniveau voor het vak Frans sterk verschilde. Studenten afkomstig van het mbo hadden hierin vaak geen achtergrond, terwijl de studenten met een Belgische vooropleiding de taal (grotendeels) al machtig waren.
november 2012
29
Vervolgonderzoek binnen de taalsectie toonde aan dat het ingangsniveau Frans inderdaad te zeer uiteenliep en dat daardoor het uiteindelijke rendement binnen de opleiding daalde. Na een heroriëntatie van de urenverdeling verwijderde de opleiding Frans uit het opleidingscurriculum ten faveure van Duits, dat nu ook een lesuur in het derde jaar kent. Zoals eerder in dit rapport genoemd, was de overgang van het didactisch concept van jaar twee naar jaar drie ten tijde van de laatste accreditatie volgens studenten te sterk van ‘strak’ naar ‘zelfstandig’. Het vervolgonderzoek dat de promotorengroep en de opleidingscommissie instelden onder (destijds) derdejaarsstudenten, alumni en docenten, bevestigde dit. Om de overgang vloeiender te maken, brachten de vakgroepen het aantal klassikale lesuren in het tweede jaar terug en breidden ze het aantal groepsopdrachten sterk uit. Ook werden er coachingsuren ingeroosterd in het derde jaar. Uit de gesprekken met studenten blijkt dat de opleiding hiermee de overgang in werkwijze tussen de twee leerjaren soepel heeft gemaakt. De commissie kwalificeert deze standaard als goed. Als er punten in of rond de opleiding beter kunnen, stelt IVA veelal een onderzoek in naar de beste maatregelen om deze punten te verbeteren. De maatregelen worden vervolgens vlot doorgevoerd. De commissie heeft van alle groepen belanghebbenden (studenten, docenten, de beroepenveldcommissie) vernomen dat men tevreden is over de genomen acties en de snelheid waarmee IVA de verbetermaatregelen instelt.
Betrekken belanghebbenden Standaard 15: Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
30
De opleiding beschikt per groep stakeholders over een aantal instrumenten om de opleiding te evalueren. De studenten worden betrokken bij het verbeterbeleid via jaarlijkse interne en externe enquêtes, mentorgesprekken, de opleidingscommissie, het studentenplatform en evaluatie van stage en afstuderen. Alumni dragen bij via enquêtes en de IVA Business clubs. Het werkveld evalueert de kwaliteit van de opleiding via de beroepenveldcommissie, enquêtes over afstudeerstages en door gevraagd en ongevraagd feedback te geven in de vele contactmomenten met personeel van de hogeschool. De IVA-medewerkers (promotoren, docenten, leden van de examencommissie en ondersteunend personeel) dragen bij aan het kwaliteitsbeleid via onderwijsevaluatie en diverse interne overleggen. Uit de NSE-resultaten blijkt dat studenten een goede betrokkenheid en adequate respons vanuit de opleiding ervaren. De onderwijsevaluaties scoren 3.73 op de vijfpuntschaal, informatie over de uitkomsten van deze evaluaties 3.55. De wijze waarop de opleiding gebruik maakt van de uitkomsten van onderwijsevaluaties scoort een 3.58 en de manier waarop de opleiding omgaat met klachten en problemen 3.39. Alle scores zijn hoger dan de landelijke gemiddelden op deze punten. Ook de beroepenveldcommissie gaf aan zich zeer betrokken te voelen, met name door de vele gerichte vragen die het management de leden over de opleidingskwaliteit stelt. De commissie beoordeelt deze standaard als goed. IVA Driebergen laat een goede, sterke focus op de student en het werkveld zien en betrekt ook alle andere stakeholders op zeer adequate wijze bij haar interne kwaliteitszorg.
IVA Driebergen
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De visitatiecommissie is van mening dat de opleiding beschikt over een goed systeem van toetsing. Het systeem sluit uitstekend aan bij zowel de inhoud als de didactische vormgeving van het onderwijsprogramma. De beoordeling van toetsen is adequaat. De opleiding zou het eindniveau nog verder kunnen borgen door de beoordeling van scripties uit te breiden. Het gerealiseerde eindniveau van de opleiding geeft afgestudeerden, in combinatie met het netwerk dat ze al tijdens hun studie opbouwen, een sterke uitgangspositie op de arbeidsmarkt. IVA Driebergen levert zeer sociale, klantgerichte, hardwerkende alumni af die beschikken over de brede bedrijfseconomische competenties en branchekennis die de opleiding in haar opzet beoogt.
Toetsing Standaard 16, deel 1: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing.
Valide De studiegidsen van de Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche beschrijven welke leerdoelen in welke modules worden getoetst en hoe dit gebeurt. De opleiding gebruikt verschillende toetsvormen: tussentijdse testen, groepswerk en individuele tentamens, waarvan de verhouding in de leerjaren verschilt. Het systeem van toetsing ondersteunt het didactisch concept van de opleiding: de inzet van de verschillende toetsvormen begeleidt studenten naar toenemende zelfstandigheid. In het eerste studiejaar leggen studenten per semester ongeveer veertig tussentijdse testen af over een gedeelte van de leerstof. Aan het einde van een semester leiden de resultaten van deze schriftelijke testen tot een Gemiddeld Test Cijfer (GTC). Het GTC geldt als toelatingseis voor het afsluitende tentamen en telt voor een deel mee voor het tentamencijfer. De testen maken voor de docent en de student inzichtelijk of de lesstof voldoende beheerst wordt, zodat eventueel tijdig kan worden bijgestuurd. Het GTC-systeem dwingt studenten de studielast te verdelen over het semester, iets wat ze als positief ervaren. Vanaf het tweede studiejaar neemt het aantal testen dat leidt tot het GTC af. In dit jaar maken studenten steeds vaker deeltentamens, individueel of in groepen. Voor afzonderlijke deeltentamens dienen studenten minimaal een 4,5 te behalen. De deeltentamens resulteren samen met het zwaarder tellende semestertentamen tot het behalen van de studiepunten indien de uitslag hoger dan 5,5
B Mobiliteitsmanagement
gemiddeld is. In het derde jaar maakt de opleiding niet langer gebruik van het GTC. Elke module kent dan een deeltentamen in de vorm van groepswerk en een individueel schriftelijk tentamen. Gedurende de gehele opleiding weegt het individueel gemaakte tentamen het zwaarst mee voor het modulecijfer. De marketingvakken van de opleiding worden afgesloten met een NIMA A- en een NIMA Bcertificaat. Het NIMA A is een intern IVA-examen, het NIMA B-examen leggen studenten extern af. Daarnaast kan een student zijn stage en scriptie gebruiken voor het mondelinge NIMA B2-examen. De (kennis)tentamens zijn opgebouwd uit een gedeelte van nooit meer dan vijftig procent meerkeuzevragen en een gedeelte open vragen. Een open vraag waarbij de kennis toegepast moet worden, geldt in het eerste kennisgerichte deel van de opleiding als bonusvraag. Beroepsmatig handelen toetst de opleiding met name in de groepsopdrachten waarin, naarmate de studie vordert, steeds meer vakken worden geïntegreerd. Voorbeelden van dergelijke opdrachten zijn het eerder genoemde ondernemingsplan in het tweede jaar en het marketingplan dat derdejaars studenten opstellen. Ook met de toepassingsvragen in de tentamens en tijdens de stage en het afstuderen toetst de opleiding beroepsmatige vaardigheden en inzicht. De commissie stelt vast dat de toetsing goed in lijn is met de inhoudelijke opbouw van het programma: in de eerste jaren is deze vooral gericht op vakkennis, later in de studie gaat het in de tentamens, werkstukken en tijdens het afstuderen steeds meer om de toepassing en integratie van deze kennis. De vakpromotoren spelen bij de borging van de
november 2012
31
toetskwaliteit een belangrijke rol. De testen, tentamens en opdrachten voor werkstukken worden per module samengesteld door de docenten. De promotor van het betreffende vakgebied controleert de zwaarte en lengte van de toets en of de toets inhoudelijk goed aansluit op de lesstof. Het taalkundige aspect van de vragen wordt apart bekeken. De promotoren die bij IVA Driebergen werken, hebben ruime ervaring in het opstellen van toetsen. Ook hebben ze een goed overzicht over de inhoud van de modules in hun vakgebied en over het totale curriculum van de opleiding. Na goedkeuring door de promotor, zorgt de adjunct-directeur voor de vermenigvuldiging van de toets. De visitatiecommissie beoordeelde tijdens haar bezoek verschillende toetsen en vond deze goed qua niveau, inhoud en complexiteit. In het vierde jaar lopen studenten hun afstudeerstage bij een bedrijf binnen of buiten de mobiliteitsbranche. Ze werken daarbij aan een concrete bedrijfscase, doen onderzoek en brengen daarover advies uit aan de organisatie. Eventueel start de student ook met de implementatie van het geadviseerde traject. Na zes maanden schrijft de student een korte reflectie over de gehele stage (het stageverslag) en legt hij/zij het gehele onderzoek vast in de scriptie. De scriptie moet uit drie onderdelen bestaan: het voorstuk met de aanleiding en achtergrond voor het onderzoek, het advies (dit deel gaat naar het stagebedrijf) en een evaluatie. Om te zorgen dat de afstudeeronderzoeken van het juiste niveau zijn en passen binnen het raamwerk van de eindkwalificaties, stelt de opleiding verschillende eisen aan de afstudeerstage. Een stagebedrijf dient ten minste te beschikken over een gedegen middenmanagement en dient de student een eigen werkplek te bieden. De stageopdracht moet onder meer een advieskarakter hebben en een aantal vakgebieden van de studie vertegenwoordigen. Een student dient vooraf goedkeuring te krijgen voor zowel het stagebedrijf en de opdrachtformulering als voor het daaruit voortvloeiende scriptievoorstel. De opleiding heeft een formulier beschikbaar waarin omschreven staat aan welke eisen dit voorstel moet voldoen. De stagecoördinator keurt de aanvraag in samenspraak met vakdocenten. Betrouwbaar
32
Over de beoordeling van toetsen zijn binnen IVA Driebergen duidelijke afspraken gemaakt. De tussentijdse testen, werkstukken en (deel)tentamens worden nagekeken door de vakdocenten. De promotoren houden toezicht op hoe de normering binnen tentamens is opgebouwd, deze opbouw is niet opleidingsbreed vastgelegd. Het groepswerk van studenten levert in principe ook een groepsbeoordeling op. Bij groepsopdrachten kan het echter voorkomen dat de ene student zich veel meer moet inzetten, omdat een andere student minder zijn of haar best doet. Op zo’n moment is het groepscijfer geen juiste weergave van de individuele inzet van de studenten. Als de indruk bestaat dat studenten zich schuldig hebben gemaakt aan meeliftgedrag geeft de docent een individuele beoordeling. Hij vraagt het studententeam dan bijvoorbeeld onderling cijfers te verdelen op een wijze die aansluit bij de individuele inzet. Deze procedure zorgt voor cijfers passend bij de prestatie van de studenten en werkt preventief op meeliftgedrag. Hogeschool IVA hanteert een examenreglement en heeft een examencommissie die bestaat uit acht leden, waaronder docenten, coördinatoren en twee directieleden. De examencommissie heeft onder meer de volgende taken: het toetsen van programmawijzigingen aan het reglement en het borgen van de gewijzigde situatie; het beoordelen van verzoeken rond toetsing die afwijken van het reglement; het onderzoeken van fraudegevallen en het opleggen van passende sancties en het ondertekenen van de diploma’s. In het examenreglement zijn de procedures van bezwaar maken en in beroep gaan helder omschreven. Een bezwaar tegen een uitspraak van de examencommissie komt terecht bij de Commissie van beroep. In deze commissie hebben een onafhankelijke voorzitter, drie docenten en drie studenten zitting. In de praktijk komen dergelijke bezwaren bij IVA Driebergen echter maar zeer sporadisch voor. Studentbeeld Alle relevante informatie op het gebied van toetsing, berekenwijzen, reglementering, herkansingen en
IVA Driebergen
toetsmomenten is opgenomen in de studiegids van het desbetreffende leerjaar. Vier tot zes weken voor het einde van elk semester ontvangen studenten een uitgebreide handleiding over de tentamenperiode; het tentamenrooster is drie weken voor aanvang van de toetsperiode bekend. Resultaten van testen kunnen de studenten inzien in de webomgeving, ze ontvangen de test meestal binnen een week nagekeken terug. Uit de Nationale Studenten Enquête blijkt dat IVA-studenten tevreden zijn over het tijdig bekend maken van resultaten en beoordelingen: ze beoordelen dit punt met 3.93 op de vijfpuntschaal. In de eerste twee jaar van de opleiding stuurt IVA Driebergen elke zes à zeven weken een cijferoverzicht naar huis met het gemiddelde van de behaalde testcijfers per vak. De studenten, en met hen de commissie, waarderen de strakke informatievoorziening en organisatie rond toetsing. Uit de gesprekken met de studenten kwam verder naar voren dat zij een goed idee hebben waarop ze beoordeeld worden. De gegevens uit de NSE ondersteunen dit: studenten geven de duidelijkheid van de criteria waarop beoordeeld wordt 4.09 op de vijfpuntschaal en de aansluiting van de toetsing op de inhoud van de opleiding 4.19. Studenten noemen de testen in de eerste twee jaar een goede voorbereiding op het afsluitende tentamen. Niet alleen omdat de vraagstelling overeenkomt, maar ook omdat docenten hen aansporen om de correcte antwoorden na te zoeken. Studenten kunnen vervolgens bij de docent terecht als ze meer uitleg nodig hebben. Met de stage- en scriptiegids kunnen studenten (en bedrijfsbegeleiders) het gehele proces van de onderzoeksstage voorbereiden. In het derde jaar begint de voorlichting over het afstudeerjaar zodat er voldoende tijd is een goede combinatie studentbedrijf-opdracht te maken. De commissie kwalificeert deze deelstandaard als goed. Het systeem van toetsing sluit uitstekend aan op zowel de inhoud als de vormgeving (het didactisch concept) van het lesprogramma. De studenten gaven aan in hun opleiding veel steun te hebben aan de tussentijdse testen. De toetsen zijn door de commissie beoordeeld en goed bevonden wat betreft inhoud, niveau en complexiteit. De commissie is van mening dat de opleiding de
B Mobiliteitsmanagement
eindkwalificaties over het geheel genomen voldoende breed en diep toetst. De beoordeling is adequaat. De commissie spreekt verder haar waardering uit voor de gedegen organisatie en informatievoorziening rond de toetsing.
Gerealiseerd eindniveau Standaard 16, deel 2: De opleiding toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.
Tijdens de visitatie bestudeerde de commissie diverse toetsen en concludeerde dat de kwaliteit daarvan goed was. Met het behalen van deze testen, tentamens en werkstukken laten studenten dan ook tijdens de studie zien dat ze de getoetste stof en vaardigheden op bachelorniveau beheersen. De opleiding meet tijdens de afstudeerfase in het vierde jaar of studenten de beoogde eindkwalificaties realiseren. Na goedkeuring van de stageaanvraag wijst de stagecoördinator de student een begeleider toe. Vaak is dit een docent die het vakgebied doceert waar de scriptie het meest betrekking op heeft, maar IVA zet ook externe begeleiders in die niet lesgeven binnen de instelling. Deze externe afstudeerbegeleiders hebben allen minimaal bachelorniveau en zijn veelal werkzaam in de mobiliteitsbranche. Afstudeerscripties worden door de IVA-begeleider beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier en een uitgebreid document met nakijkcriteria (basis-, verdiepings- en profileringscriteria). Ook de bedrijfsbegeleider geeft een beoordeling zowel voor de stage, als voor de scriptie. De stagecoördinator neemt de cijfers in ontvangst waarna het eindcijfer wordt bepaald. Voor wat het stagecijfer betreft weegt de beoordeling van de begeleidend docent/externe IVA-begeleider voor zeventig procent mee voor het eindcijfer en de beoordeling van de bedrijfsbegeleider voor dertig procent. Om de kwaliteit van de beoordeling te vergroten, stuurt de instelling at random een kwart van de scripties naar externe beoordelaars. Zij kiezen ieder zes scripties om te beoordelen, vaak op basis van hun expertise of verwantschap met het onderwerp. Als het cijfer van de externe beoordelaar en de IVAbegeleider maximaal een punt uit elkaar liggen, dan wordt het cijfer gemiddeld. Als de beoordelingen
november 2012
33
meer dan een punt afwijken, vindt er overleg plaats tussen de scriptiebegeleider en de externe beoordelaar. Samen bepalen ze wat het eindcijfer wordt. Een kwart van de externe beoordelingen heeft een afwijking van meer dan een punt. Het is in die gevallen vaak zo dat de IVA-begeleider strenger beoordeelt dan de externe beoordelaar. Ook de beroepenveldcommissie bekijkt een steekproef van eindwerken voor haar tweejaarlijkse bijeenkomst over de eindtermen. De visitatiecommissie beoordeelde voorafgaand aan de visitatie vijftien scripties (zie bijlage 6) en stelde vast dat daarin het bachelorniveau beslist gerealiseerd wordt. Ook de beoordeling van deze eindwerken was adequaat: de commissie kwam over het algemeen tot gelijke conclusies als de IVAbeoordelaars. Punt van aandacht vindt de commissie dat er slechts één docent betrokken is bij de begeleiding en beoordeling van een scriptie, en dat hiervoor soms begeleiders worden ingezet die losstaan van hogeschool IVA. De commissie beveelt de opleiding aan alle scripties structureel door een tweede lezer te laten beoordelen (het vier-ogenprincipe). Dit zorgt voor een sterkere borging van het eindniveau. Tevens ondervangt deze procedure eventuele ongelijkheden tussen beoordelingen die, ondanks de uitgebreide beoordelingsdocumenten, door de inzet van externe begeleiders kunnen ontstaan. Naast kennis & inzicht en toepassingsvaardigheden is de beroepshouding waarmee beginnend professionals de arbeidsmarkt betreden de derde pijler in de eindtermen van de Hogere Managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche. De aandacht die de opleiding besteedt aan het vormen van de beroepshouding (in omgangs- en verzorgingsregels, in het programma, in de vele contacten met het werkveld én in de algehele cultuur binnen IVA) vertaalt zich in afgestudeerden die volgens de beroepenveldcommissie zeer sociaal en klantvriendelijk zijn, maar tegelijkertijd ook hardwerkend en prestatiegericht. Vanwege hun brede managementkennis en sterk ontwikkelde intermenselijke vaardigheden zijn de alumni voor bedrijven snel inzetbaar.
34
Ook de afgestudeerden zelf ervaren de vorming die ze hebben meegekregen als een grote meerwaarde van de opleiding. Aan de start van hun carrière merkten ze in de omgang met klanten en bij gespreksvoering een aanzienlijke voorsprong op jonge collega’s met een andere opleidingsachtergrond. De alumni bevestigden in het gesprek met de commissie dat het eindniveau brancheoverstijgend is. Ze kunnen de presentatie naar klanten toe, het motiveren en coachen van ondergeschikten, de kennis en vaardigheden over bedrijfsvoering en het optimaliseren van processen ook toepassen in andere sectoren. In de ogen van de commissie doet het zware automotive-imago dat de opleiding naar buiten toe (nog steeds) heeft dan ook geen recht aan wat opleiding inhoudt en biedt. De commissie adviseert IVA Driebergen er daarom meer bekendheid aan te geven dat ze een business hogeschool is met breed managementonderwijs en een uitmuntende professionele vorming. De commissie beoordeelt deze deelstandaard als goed. De toetsen en eindwerken zijn beslist van bachelorniveau. De kennis, het inzicht en de toepassingsvaardigheden van de afgestudeerden zijn hiermee ruimschoots aan de maat. Zoals beoogd door de opleiding, beschikken alumni over de brede bedrijfseconomische, marketing- en branchekennis die nodig is om binnen en buiten de mobiliteitsbranches goed te functioneren op midden- en hoger kaderniveau. De vorming en houding die de studenten meekrijgt, steekt naar de mening van de commissie met kop en schouders boven het Nederlandse gemiddelde uit. IVA Driebergen brengt zeer sociale, klantgerichte en hardwerkende alumni voort, voor wie de juiste professionele houding een tweede natuur is. Ook de vele werkveldcontacten waar studenten al tijdens hun opleiding een netwerk mee kunnen opbouwen, vindt de commissie een sterk punt in het realiseren van het eindniveau. Deze zaken samen geven afgestudeerden een uitstekende uitgangspositie als ze de arbeidsmarkt betreden.
IVA Driebergen
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
35
Bijlagen
36
IVA Driebergen
Bijlage 1 Visitatiecommissie Deze notitie is volgens het NVAO-format opgesteld. I. Overzicht panelleden en secretaris Naam (inclusief titulatuur) H. Adriani Ing. P. Claessen Ir. R.S. Kloosterman F. Willems BA
Rol (voorzitter / lid / student-lid / secretaris) lid lid voorzitter studentlid
III Secretaris/Coördinator Drs. J. van Oudheusden
Gecertificeerd
Domeindeskundige (ja / nee) ja ja ja nee
IV
Korte functiebeschrijvingen panelleden
1 2 3 4
De heer Adriani is CEO van dSolution (software applicaties voor reis- en luchtvaartindustrie) De heer Claessen is hoofddocent marketing, bedrijfseconomie, management bij de HAN. De heer Kloosterman heeft vele jaren ervaring als voorzitter van visitatiecommissies. Mevrouw Willems studeert momenteel
V
Overzicht deskundigheden binnen panel
Deskundigheid a. deskundigheid ten aanzien van de ontwikkelingen in het vakgebied
b.
internationale deskundigheid
c.
werkvelddeskundigheid in het voor de opleiding relevante beroepenveld
3
3
De deskundigheid blijkt uit: De heer Adriani is CEO van het bedrijf dsolution dat software applicaties maakt voor de reis- en luchtvaartbranche. Als CEO is hij verantwoordelijk voor commercie en innovatie. De heer Claessen is vanuit zijn rol als hoofddocent bij de HAN zeer goed op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied van management, specifiek ook op het gebied van automotive De heer Adriani is CEO van een wereldwijd actieve organisatie, met vestigingen in Nederland, Hong Kong en Dubai. De heer Claessen is vanuit zijn rol als hoofddocent bij de HAN betrokken bij het begeleiden van (buitenlandse) afstudeerders. Tevens is hij betrokken als docent in de Engelstalige bacheloropleiding autotechniek. De heer Adriani is sinds 2005 werkzaam als adviseur voor en leverancier aan de reis- en luchtvaartbranche. Tot 2002 was hij zelfstandig dealer van Toyota. Adriani publiceert regelmatig in het vakblad Automotive. De heer Claessen werkte tot enkele jaren geleden als HR-
N.B. De secretaris is GEEN panellid
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
37
d.
e.
ervaring met het geven en ontwikkelen van onderwijs op het desbetreffende opleidingsniveau en deskundigheid ten aanzien van de door de opleiding gehanteerde 4 onderwijsvorm(en) visitatie- of auditdeskundigheid
f.
studentgebonden deskundigheid
manager voor de dealergroep Bochane. De heer Kloosterman adviseert uiteenlopende internationale organisaties op het gebied van marketing en organisatie. De heer Claessen is hoofddocent bij instituut Automotive van de HAN. In deze functie geeft hij les in (en ontwikkelt) de vakken marketing, bedrijfseconomie, lean en organisatie & management. Vanaf augustus 2012 is hij curriculum verantwoordelijke voor de Technisch Commerciële richting. De heer Kloosterman heeft diverse visitatiecommissies voorgezeten. Mevrouw Willems haalde in 2012 haar BA in Liberal Arts and Sciences aan University College Maastricht (UCM). Ze was lid van de faculteitsraad van de Faculty of Humanities and Sciences waar UCM een onderdeel van is. In 2011 volgde mw. Willems vakken rond met name bedrijfscommunicatie aan de Aarhus School of Business in Denemarken. Momenteel doorloopt ze een premastertraject voor de master Sociale Psychologie aan Universiteit Utrecht en is ze lid van de Cultuur Commissie van Erasmus Student Network in Utrecht.
Curricula Vitae Hans Adriani is twaalf jaar werkzaam geweest bij een grote Volkswagendealer, destijds met negen filialen. In eerste instantie als werkplaatsreceptionist, later respectievelijk als lease adviseur, bedrijfsleider, after sales manager, verkoopleider en directieassistent. In 1980 nam hij een Toyota dealerschap over en is 21 jaar zelfstandig ondernemer geweest. De wens om het dealerschap tot maximaal 55-jarige leeftijd uit te oefenen, kwam uit in 2001. Sinds 2002 is dhr. Adriani gevestigd als zelfstandig adviseur, coach en mediator voor bedrijven en organisaties met als dienstverlening: 1. bedrijfsorganisatie advies en projectmanagement Personeelsbegeleiding inzake veranderingsprocessen, projectmatige ondersteuning in projecten. 2. arbitrage Tussen Automobiel Importeurs en dealers frequent optreden als arbiter o.a. in sales target aangelegenheden. Sinds 2005 is dhr. Adriani eigenaar/CEO van dsolution.biz BV. Dsolution.biz BV levert als softwarebedrijf software voor de Airline- en algemene Travel-Industry met een wereldwijde marktdekking. De huidige klantenkring omvat onder andere: Emirates Airlines, Hainan Airways, Transavia, Surinam Airways, WinAir, Dutch Antilles express, Kenya Airways en Travelport. Begin 2012 zette hij een nevenvestiging op in United Arabic Emirates (UAE). Dsolution Gulf FZE gevestigd in Dubai. In de vestiging in Dubai wordt mede de software ontwikkeld voor Dsolution in Europa en de USA. Nevenactiviteiten Vaste columnist van het autovakblad ‘Automotive’ Watersport Parttime adviseur citroen dealerbedrijf Regio bestuurslid Noord Holland Bovag. 4
Hieronder worden bijvoorbeeld verstaan afstandsonderwijs, werkplekgerelateerd onderwijs, flexibel onderwijs, competentiegericht onderwijs of onderwijs voor excellente studenten.
38
IVA Driebergen
-
Hoofdbestuurslid Toyota Dealer Associatie. 5 jaar bestuurslid Rotaryclub.
Opleidingen 1964- 1965 Instituut Voor de Autobranche & Management 1972 Instituut voor Sociale Wetenschappen. MO Economie. 1992- 1994 vliegbrevetten internationaal privé vlieger en theorie certificaat I.C.A.O. beroepsvlieger (hboniveau). 2000 Opleiding NMI-mediator bij The Lime Tree. mediator. Studie Quantummechanica. 2011-2012 geregeld besprekingen met onderzoeksteam Leidse Universiteit Lorentz Centrum omtrent laatste ontwikkelingen Quantummechanica. Bijwonen workshops.
Paul Claessen Werkervaring 1993-2000 Renault Nederland: Adviseur Kwaliteitsmanagement voor het dealernetwerk. In deze functie was dhr. Claessen verantwoordelijk voor de ISO 9002 certificering van het dealernetwerk. Ook ontwikkelde en gaf hij diverse TQM trainingen voor kaderfuncties bij de dealerorganisaties. 2000-2008 Dealergroep Bochane: HRM manager Dhr. Claessen droeg verantwoordelijkheid voor het HR-management van achttien dealervestigingen met totaal ± 400 medewerkers. Hij gaf leiding aan drie mensen die o.a. de salarismutaties en de verlof/ verzuimregistratie verzorgden. Hij maakte deel uit van het managementteam waar hij advies gaf aangaande alle personeels- en organisatieaangelegenheden. Bij het bedrijf heeft hij ook twee reorganisaties (mede) doorgevoerd. 2008-heden HAN: Hogeschool Arnhem-Nijmegen: Hoofd Docent bij instituut Automotive. In deze functie geeft dhr. Claessen les in (en ontwikkelt) de vakken marketing, bedrijfseconomie, lean en organisatie & management. Daarnaast begeleidt hij projectgroepen, stagiaires en afstudeerders. Vanaf augustus 2012 is hij curriculumverantwoordelijke voor de Technisch Commerciële-richting. Opleiding 1980-1986 VWO te Den Haag 1986-1992 TH Rijswijk richting Technische Bedrijfskunde Aanvullende trainingen, o.a.: HAN: Pedagogisch Didactische Bekwaamheid HAN: Masterclass Ondernemerschap
René Kloosterman heeft na zijn studie Technische Bedrijfskunde (TUE, 1991) gewerkt voor het adviesbureau KPMG Consulting en sindsdien grote projecten uitgevoerd in de food-industry in binnen- en buitenland (Rusland, Kazakhstan, Tsjechië, Curaçao). Sinds 1995 is hij actief als zelfstandig ondernemer en interimmanager. Hij werkte in die rol onder andere voor financiële instellingen (2009), ANWB (2009) en de Politieacademie (2008 – 2010). Vanaf 2002 is hij tevens actief op het gebied van onderwijsvisitaties, zowel in de hoedanigheid als directeur en later ook directeur/oprichter van een VBI, als in de rol van commissievoorzitter.
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
39
Floor Willems haalde in 2012 haar BA in Liberal Arts and Sciences aan de University College in Maastricht. Ze specialiseerde daar in sociale psychologie en bedrijfscommunicatie en ze schreef haar bachelor scriptie over transformationeel leiderschap in veranderende bedrijven. In 2009-2010 was Floor lid van de faculteitsraad van de Faculty of Humanities and Sciences (FHS) waar de University College Maastricht (UCM) een onderdeel van is. In 2011 studeerde ze een half jaar aan de Aarhus School of Business in Denemarken waar ze vooral vakken in bedrijfscommunicatie volgde. Op het moment volgt ze een aantal vakken aan de psychologie faculteit van de UU om te voldoen aan de eisen van de master Sociale Psychologie aan de UU en is ze lid van de Cultuur Commissie van Erasmus Student Network in Utrecht waar ze culturele activiteiten organiseert voor internationale studenten om ze te integreren in het Nederlandse (studenten)leven.
40
IVA Driebergen
Bijlage 2 Programma visitatie Programma voor de opleidingsbeoordeling IVA Driebergen Adres: Hogesteeg 2a, Driebergen Verkenning (11 oktober 2012) 12.30 – 14.00
Aankomst commissie Werklunch en interne vergadering
14.00 – 14.45
Bestuur en directie Dhr. Vermei, algemeen directeur Dhr. Kleyberg, adjunct directeur Dhr. Van Gestel, adjunct directeur Dhr. Van Lith, adjunct directeur Dhr. Barendregt, adjunct directeur Dhr. Magito, adjunct directeur
14.45 – 15.30
Etalagemoment Rondleiding
15.30 – 16.00
Inloopspreekuur, tevens bestudering van documenten
16.00 – 17.00
Werkveldcommissie Dhr. Luijckx, PGA Nederland Dhr. Zwartjens, Terberg Group Dhr. Dijkstra, oud-inspecteur hoger onderwijs Alumni Dhr. Hermans, Bovemij Mw. De Groot, BDO Accountants Dhr. Jansen, CO Cuisine Dhr. Halilovic, Autorola
17.00 – 17.15
Terugkoppeling van eerste bevindingen, bepalen aandachtspunten voor dag 2 Dhr. Vermei, algemeen directeur Dhr. Kleyberg, adjunct directeur
Verdieping (12 oktober 2012) 09.00 – 09.30
Aankomst commissie
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
41
09.30 – 11.00
Docenten Dhr. De Jonge Dhr. Hoffmann Dhr. Wildschut Dhr. Modderman Dhr. Brandsen Dhr. Winters
11.30 – 12.00
Examencommissie Dhr. Mulder Dhr. Smid Dhr. Borggreve
12.00 – 13.00
Studenten van de leerjaren 1 tot en met 3 (inclusief afvaardiging opleidingscommissie) Mw. Jongeneel Mw. Augustijn Mw. Wennemers Dhr. Vessies Dhr. Ros Dhr. De Boer Dhr. Wezeman
13.00 – 14.00
Lunch en documentenbeoordeling
14.00 – 15.00
Studenten jaar 4 Dhr. Van den Brand Dhr. Candel Dhr. Giessen Dhr. Van der Ham
15.00 – 16.30
Aanvullend onderzoek, formuleren conclusies
16.30 – 17.00
Terugkoppeling resultaten, afsluiting van de visitatie Dhr. Vermei, algemeen directeur Dhr. Kleyberg, adjunct directeur Dhr. Van Gestel, adjunct directeur Dhr. Van Lith, adjunct directeur Dhr. Barendregt, adjunct directeur Dhr. Magito, adjunct directeur
42
IVA Driebergen
Bijlage 3 Kwantitatieve gegevens 1. In-, door- en uitstroomgegevens “Hogere managementopleiding voor de Mobiliteitsbranche” Aanvulling basisgegevens hbo-bachelor volgens NVAO-definities per 1 oktober 2012.
Uitval uit het eerste jaar Cohort startjaar
Studenten start cursusjaar
Studenten einde 2e semester
percentage 'uitval'
1011
198
174
12%
0910
167
143
14%
0809
214
181
15%
0708
215
171
20%
0607
186
154
17%
0506
212
183
13%
Toelichting bovenstaande tabel toont de uitval uit het eerste jaar volgens de definitie. De cijfers slaan terug op de afgelopen zes cohorten. Een belangrijke aanvulling is dat het bovenstaande percentage opleiding breed géén pure uitvallers weergeeft. Een deel van deze studenten stroomt na een proefperiode van drie maanden terug in een Mbo-niveau programma. In veel van deze gevallen wordt dit scenario op voorhand bij de intake al besproken. Voor het vergelijk met andere hogescholen geeft het cijfer wel het juiste beeld indien het uitgangspunt is de aansluiting tussen vooropleiding, toegang tot hoger onderwijs en de uiteindelijke ‘terugval’ naar een lager niveau.
Uitval uit de bachelor Cohort startjaar
Studenten start hoofdfase
uitval Studenten
percentage uitval
0708
122
12
10%
0607
105
10
10%
0506
132
15
11%
Toelichting bovenstaande tabel toont de studenten die gestart zijn met de hoofdfase van de Hogeschool en alsnog uitvallen binnen de nominale duur van de studie.
Rendement Cohort startjaar
Studenten start hoofdfase
Studenten geslaagd
rendement
0708
122
101
83%
0607
105
81
77%
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
43
0506
132
108
82%
Toelichting bovenstaande tabel geeft het percentage studenten weer dat binnen vijf jaar hun bachelor opleiding met goed gevolg hebben afgerond. Een deel van het resterende percentage heeft binnen de hogeschool nog 1 jaar de tijd om alsnog de resterende punten te behalen. Na zes jaar eindigt het traject.
Docentkwaliteit Opleiding
Docenten Hbo
Hbo
38
Master
21
PhD
0
Anders
3
totaal
62
Toelichting bovenstaande tabel geeft het totaal aantal docenten weer dat op dat op 1 oktober 2012 onderwijs verzorgt aan studenten in de hogeschool, uitgesplitst naar hoogst genoten opleiding. Bij de drie docenten waar ‘anders’ wordt weergegeven gaat het om een behaald IVA-diploma, voor de tijd dat IVA Driebergen een rijkserkend diploma uitgaf. 2. Gerealiseerde docent-studentratio studenten hho
632 /
docenten hbo (fte)
29,95
ratio (afgerond)
21,1
Toelichting bovenstaande berekening toont het totaal van ingeschreven studenten op de Hogeschool IVA die op 1 oktober 2012 onderwijs genoten, gedeeld op het aantal (fte) docenten dat onderwijs verzorgde in binnen dit programma. Studenten die buiten de nominale studieduur ingeschreven staan en nog herkansingen moeten maken zijn niet meegenomen in de berekening.
3. Gemiddeld aantal contacturen per fase van de studie Contacturen Klokuren per week 1e jaar
21,68
2e jaar
20,48
3e jaar
16,63
4e jaar
2,5 *
44
IVA Driebergen
Toelichting bovenstaande tabel toont het aantal contacturen (omgerekend in klokuren) per week voor de student in de verschillende fasen van de opleiding. De gegevens komen voort uit de meting die de Inspectie Hoger Onderwijs over jaargang 2010-2011 uitvoerde binnen IVA Driebergen. Het getal 2,5 bij het vierde jaar geeft in onze ogen een vertekend beeld. De begeleiding tijdens de afstudeerfase kent 50 klokuren, de doorlooptijd bedraagt 20 weken. Hoewel een deling tot het bovenstaande getal komt, is de fysieke begeleiding in dit vierde jaar niet evenredig verdeeld over de weken.
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
45
Bijlage 4 Eindkwalificaties Doelstellingen van de opleiding Getuige de grote diversiteit en complexiteit van functies in de mobiliteitsbranche, dient een IVA-student kennis van en oriëntatie op de gehele bedrijfskolom te bezitten om niet te worden beperkt in zijn instroom- en doorgroeimogelijkheden. Afgestudeerden van Hogeschool IVA moeten inzicht hebben in het hele proces van productie tot en met de verkoop aan consument en bedrijf (B-to-B) inclusief het aftersales-proces. Hogeschool IVA stelt zich ten doel jonge mensen op te leiden die succesvol in deze continu evoluerende branche kunnen opereren als Bachelor op een midden en hoger kaderniveau. Indeling 1) Globale eindtermen 2) De eindtermen in 3 dimensies: a. Kennis en inzicht b. Toepassingsvaardigheden c. Beroepshouding 1) De globale eindtermen De genoemde doelstelling stelt o.a. de volgende eisen aan het opleidingsprofiel. De afgestudeerde: • kan marktgericht, economisch, strategisch en innovatief denken; • heeft inzicht in het functioneren van organisaties; • heeft inzicht in relevante overlegstructuren; • heeft visie op (deel)gebieden van de automotive of nautische branche; • heeft technische kennis en enige vaardigheid op het gebied van • • • • •
elektrotechniek, voer/vaartuigtechniek en de techniek achteraandrijving (motorisatie). heeft inzicht in commerciële toepassingen; heeft kennis van de distributiemogelijkheden in nationaal en internationaal perspectief; heeft inzicht in het geheel van ondernemen en de onderneming; kan leiding geven aan een team van medewerkers;
• • • • • • •
is assertief, flexibel en besluitvaardig; heeft een goed ontwikkelde sociale vaardigheid; kan communiceren en presenteren; heeft een ondernemende instelling; is stressbestendig; heeft kennis van de technische mogelijkheden van producten binnen de mobiliteitsbranche; kan de producten binnen de bedrijfstak vermarkten en verkopen.
2) De eindtermen in 3 dimensies 2a) Kennis en inzicht
46
IVA Driebergen
De afgestudeerde beschikt over voldoende theoretische kennis om achtergronden bij het concrete dagelijkse werk te kunnen betrekken. Tevens beschikt hij over voldoende parate kennis, zodat hij in staat is verschillende taken uit te voeren. De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in:
Algemeen: • de structuur van de automotive of nautische branche; • de techniek toegepast in personenauto’s en bedrijfswagens of pleziervaartuigen; • aard en omvang van binnenlandse en buitenlandse vervoersmarkten; • het functioneren van arbeidsorganisaties in het algemeen; • de grondslagen van handelsondernemingen en specifiek die in de automotive of nautische branche; • de principes van een kwaliteitszorgsysteem. Marketing en marktonderzoek (theoretisch NIMA B-niveau): • de theorie van het marktgericht ondernemen; • de kenmerken van een marketingplan en de procedures voor het samenstellen en uitvoeren ervan voor organisaties in de automotive of nautische branche; • marktontwikkelingen binnen de distributieketen van de automotive of nautische branche; • de theorie van het vestigingsplaatsbeleid; • kenmerken van verschillende typen marktonderzoeken en de procedures bij de uitvoering daarvan; • de theorie van de commerciële communicatie; • het opzetten van een promotieplan. Bedrijfsadministratie, Financieel-en Kwaliteitsmanagement: • de elementen van een adequate financiële administratie van een onderneming; • belangrijke financieel-economische begrippen als liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit; • het opstellen en beoordelen van een financieel jaarverslag; • de aspecten van budgettering van een onderneming, het uitvoeren van • kostenanalyses en het inschatten van risico's; • • • • • •
betalingscondities, risico's en financiering van internationale handel; het calculeren van artikelen; methoden van voorraadadministratie; de grondslagen van investeren in en financieren van een onderneming; het ontwikkelen van een verantwoord ondernemingsplan; de theorie van fysieke distributie, het logistiek proces in een bedrijf.
International Business: • culturele, politieke, wettelijke en economische omgevingsfactoren bij • internationale handel; • de international trade theory; • de invloed van overheden op handelsactiviteiten, “factor mobility” en directe • buitenlandse investeringen; • de valutamarkten; • vestiging- en controlestrategieën, en internationale managementtheorieën. Automatisering: • elektronische informatieverzorging, waaronder tekstverwerking, databases, spreadsheets en presentatieprogrammatuur; • de principes van automatisering en de automatiseringsbehoefte in de automotive of nautische branche; • veel gebruikte geautomatiseerde managementinformatiesystemen in de mobiliteitsbranche;
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
47
• •
nieuwe informatietechnieken en ICT-processen van toepassing zijnde op de commerciële bedrijfsvoering; verwerking van onderzoeksgegevens.
Bedrijfscommunicatie: • de talen Nederlands, Engels en Duits; • het spreken in openbaar; • de gangbare zakelijke attitude. Consumenten en Industriële verkoop: • de instrumenten van de promotiemix; • de kenmerken van een verkoopplan; • de psychologie van de klant; • de verschillende verkooptechnieken in de particuliere en B-to-B markt; • de klachtenafhandeling; • prijstaxaties; • verkoopleiding (op NIMA Sales B-niveau); • leasing (VNA Leasing niveau 1). Recht en wetskennis: • recht in het algemeen en wettelijke en fiscale bepalingen rondom de eigen onderneming in het bijzonder; • het opstellen en beoordelen van financiële overeenkomsten en contracten; • internationale koopovereenkomsten; • verschillende rechtsvormen; • zekerheidsrechten als pand, hypotheek en bezitloos pand; • consumentenrecht; • milieu- en veiligheidswetgeving; • productaansprakelijkheid; • arbeidsrecht (Arbo/WVP, cao’s, ontslagrecht en de wet op de ondernemingsraden); • de rol van de overheid. Praktijkcomponent: • het functioneren van een auto- of watersportbedrijf, met name in commerciële functies; • het opzetten en uitvoeren van een onderzoek in een praktijksituatie in een (branchegebonden) bedrijf; • het functioneren van beurzen/showdagen en participatie daarbinnen. 2b) Toepassingsvaardigheden op midden en hoger kaderniveau De afgestudeerde is in staat om zelfstandig en in samenwerking met anderen toepassingen te verrichten (zoals onderzoeken, opzetten, samenstellen etc.) op de volgende gebieden: Marketing: • doelgroepen en smaakvoorkeuren; • de marketingstrategie van een onderneming en het ondernemingsplan; • het marketingplan voor een branchegerelateerd product of -concept, inclusief een promotie- en distributieplan; • het vestigingsplaatsanalyse-onderzoek; • product-marktcombinaties; • commerciële communicatie; • promotiemateriaal.
48
IVA Driebergen
Marktonderzoek: • marktonderzoek in het algemeen; • marktonderzoeken voor het starten van een branchegebonden onderneming; • onderzoeksbehoeftes in relatie tot onderzoekstypes; • gebruik van marktonderzoeken. Bedrijfsadministratie, Financieel Management en Kwaliteitsmangement: • verkoop- en inkoopcalculaties; • de doelmatigheid van de bedrijfsvoering van de onderneming betreffende financiële en organisatorische processen; • het ondernemingsplan voor een branchegerelateerde onderneming; • internationale handel; • financiële planning (begrotingen en exploitatierekeningen); • voorraadadministratie; • bedrijfsprocessen en kwaliteitsprocedures; • administratieve organisatie en een managementinformatiesysteem; • de logistiek (douaneregelingen/formulieren, transport en opslag) van internationale handel. International Business: • creëren van internationaal netwerk; • global manufacturing; • supply chain management; • multinational finance function. Automatisering: • computerapparatuur en standaardsoftware voor financieel en goederenbeheer; • software voor marketing en managementtaken (CRM-systemen); • gewenste automatiseringsbehoefte van een onderneming. Recht en wetskennis: • wettelijke bepalingen en fiscale regels; • (financiële) overeenkomsten en contracten; • internationale koopovereenkomsten; • zekerheidsrecht; • consumentenrecht; • milieu- en veiligheidswetgeving; • productaansprakelijkheid (o.a. non-conformiteitsbeginsel); • arbeidsovereenkomstenrecht (groepsopdracht).
Communicatie en leidinggeven: • intermenselijke communicatie in zakelijke situaties; • de verschillende vormen van leidinggeven; • human resource management; • personeelsbeleid; • multidisciplinaire teams; • zakelijke presentatie; • de Nederlandse, Engelse en Duitse taal in relatie tot leveranciers en afnemers;
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
49
•
onderhandelen met leveranciers en interne doelgroepen.
Productkennis: • maatschappij, cultuur en trendontwikkelingen binnen de automotive- of nautische branche; • de distributie van brancheproducten op lokaal, nationaal en internationaal niveau; • het operationaliseren van kwaliteitseisen; • het assortimentsbeleid; • de technische en modische geschiktheid van een aangeboden product; • relaties met leveranciers en klanten. Commercieel proces: • inkoop- en verkoopplanning; • communiceren met een presentatiespecialist; • presenteren en inrichten van een (digitale)showroom; • verkoopgesprekken voeren op detailhandel en importeursniveau; • uitwerking leasing (VNA Lease niveau 1). Praktijkcomponent: • onderzoek in de praktijksituatie van een branchegerelateerd bedrijf en het resultaat zakelijk te presenteren; • het toetsen van praktijkproblemen aan geleerde theorie; • functioneren in een branchegebonden onderneming op het niveau ‘trainee midden en hoger kader’; • organisatie van prospect contactdagen en beurzen. 2c) Beroepshouding als midden-/hogerkaderfunctionaris De afgestudeerde van de Hogeschool-IVA heeft de volgende competenties: • • • • •
commercieel en servicegericht te functioneren; planmatig en resultaatgericht te werken; te denken en te handelen vanuit een bedrijfsmatige cultuur; zich primair te richten op de behoefte van de gebruiker; positief met kwaliteitszorg en innovaties om te gaan;
• • • • •
open te staan voor de inbreng van afnemers/consumenten en andere deskundigen; flexibel te opereren en te anticiperen op belangrijke ontwikkelingen; samen te werken op verschillende niveaus (ethisch handelen); zelfstandig te werken; zelfstandig zijn loopbaan te beginnen en te ontwikkelen;
• • • • • •
de eigen sterke en zwakke punten te noemen; realistisch om te gaan met zijn capaciteiten; contacten te leggen en een netwerk op te bouwen; timemanagement effectief in de praktijk te brengen; zakelijke coaching te geven aan ondergeschikten; de verworven beroepshouding uit te dragen in de praktijk.
50
IVA Driebergen
Bijlage 5 Programmaoverzicht Vak
SEM1
SEM2
SEM3
SEM4
SEM5
SEM6
SEM7
SEM8
Totaal
Bedrijfsmanagement
1.5
2.5
2.5
3.0
-
-
-
-
9.5
Recht
1.0
1.5
1.0
2.0
-
-
-
-
5.5
Bedrijfseconomie
3.0
4.0
2.5
3.5
-
-
-
-
13.0
Economie
1.0
1.5
1.0
2.0
-
-
-
-
5.5
Marketing
2.0
2.5
1.5
3.5
4.0
7.0
-
-
20.5
Bedrijfsadministratie
1.0
1.5
-
-
-
-
-
-
2.5
Computergebruik
-
1.5
1.5
-
2.0
3.0
-
-
8.0
Consumentenverkoop
2.0
3.0
1.5
4.0
-
-
-
-
10.5
Industriële verkoop
1.0
1.5
1.0
2.0
-
-
-
-
5.5
Leasing
-
-
1.0
1.0
-
-
-
-
2.0
Verbrandingsmotoren
2.0
2.5
2.0
2.5
-
-
-
-
9.0
Voertuigtechniek
1.0
2.5
1.5
2.5
-
-
-
-
7.5
Elektrotechniek
1.0
2.5
1.5
2.5
-
-
-
-
7.5
Practicum
4.0
5.0
-
-
-
-
-
-
9.0
Bedrijfscommunicatie
1.0
2.0
2.0
3.5
1.5
2.5
-
-
12.5
Presentatietechniek
1.0
-
1.0
2.0
1.5
3.0
-
-
8.5
Engels
1.5
2.0
2.0
3.5
2.0
2.0
-
-
13.0
Frans
-
-
1.5
2.5
-
-
-
-
4.0
Duits
-
-
1.0
2.0
-
-
-
-
3.0
Kwaliteitsmanagement
-
-
-
-
4.0
7.0
-
-
11.0
International business
-
-
-
-
4.0
7.0
-
-
11.0
Financieel management
-
-
-
-
4.0
7.0
-
-
11.0
Organisatie psychologie
-
-
-
-
3.0
3.5
-
-
6.5
Stage
-
-
-
-
-
-
34.0
-
34.0
Scriptie
-
-
-
-
-
-
-
10.0
10.0
Totaal
24.0
36.0
26.0
42.0
26.0
42.0
34.0
10.0
240.0
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
51
Bijlage 6 Bestudeerde documenten Kritische reflectie (bijlagen) Bijlage 1 Doelstellingen van de opleiding 1) De globale eindtermen 2) De eindtermen in 3 dimensies Bijlage 2 Aansluiting en doorgroei afstudeerders Bijlage 3 Inspectie Hoger Onderwijs; Definitief verslag van bezoek in het kader van onderzoek naar onderwijstijd Bijlage 4 Overzicht vooropleiding bij instroom, cohort 2007/08 Bijlage 5 • IDU-gegevens en voortgangsrapportage • IDU Statistiek cohort 0708 0809 • IDU Statistiek cohort 0708 0809 Procentueel vergelijk • IDU Statistiek cohort 0708 0809 Delta Bijlage 6 Totaalmatrix van studiepunten per vakgebied per semester Bijlage 7 Overzicht van in- en uitvaluren van cursusjaar 2011/12 Bijlage 8 Contacten personeel met beroepspraktijk Bijlage 9 Voorbeeld handleiding tentamenronde
Stukken ter inzage op locatie Docentoverzicht FTE & Opleiding Boekenpakket 1e jaar hbo Boekenpakket 2e jaar hbo Boekenpakket 3e jaar hbo Time Management Agenda Dossier Commissie van Beroep Jaaroverzicht Examencommissie Stageverslag afstudeerfase Complete dossiers afstudeerders van 15 scripties ter inzage Studiegids 1e jaar Hbo Automotive Business Management Studiegids 2e jaar Hbo Automotive Business Management Studiegids 3e jaar Hbo Automotive business Management Studiegids 1e jaar Hbo Nautisch Business Management Studiegids 2e jaar Hbo Nautisch Business Management Stage & Scriptiegids Bijlage J, Nakijkcriteria scriptie Onderwijstijd in Hoger Onderwijs, toelichting gegevens (rapport) Instructies Ondernemingsplan Voorbeeld test motor
52
IVA Driebergen
Voorbeeld test bedrijfsmanagement (eerste- en tweedejaars) Voorbeeld test bedrijfseconomie (eerste- en tweedejaars) Voorbeeld test marketing (eerste- en tweedejaars) Voorbeeld tentamens verschillende jaargangen Lesprotocol voorbeeld Docentoverleg voorbeeld Eindwerkstukken bestudeerd door de visitatiecommissie
ID
jaar
Onderwerp
2008042
11
Internationaal marktonderzoek
2008055
11
Invoering nieuwe producten
2008062
11
Haalbaarheid occassioncenter
2008139
11
2008168
11
Uitbreiding aantal fysieke winkels Marktaandeel SEAT
2008169
11
2008173
11
Onderzoek naar energiebehoefte Rotterdams havengebied Klanttevredenheidsprogramma
2008235
11
Aftercare plan opstellen
2008290
11
Klantbehoeften De Lucht
7
8
8,3
7,1
7,2
7,0
8,0
6,0
9,1
8,0
6,7
5,6
6,6
5,7
9,1
8,2
7,9
7,2
2006191
10
Tijd is geld
8,7 7,8
8,6 7,1
2007029
10
Kranenmarkt
7,0
6,2
2007140
10
Customer Support Agreement
9,1
8,3
2007166
10
6,5
6,7
2007180
10
Acquisitie na financiele crisis en reorganisatie Value based mobility
8,7
8,0
2007415
10
Van idee naar initiatief
8,4
8,6
B Mobiliteitsmanagement
november 2012
53
Bijlage 7 Onafhankelijkheidsverklaringen
54
IVA Driebergen