HOE MOET JE JE PUPPY SOCIALISEREN Tijdens de eerste maanden van zijn leven moet een puppy leren op een ontspannen en vriendelijke manier om te gaan met mensen en dieren en zich op zijn gemak te voelen in zijn omgeving. Dit kun je bereiken door hem kennis te laten maken met zoveel mogelijk verschillende personen, beesten, geluiden en situaties. Laat geen kans onbenut om je puppy de mogelijkheid te geven nieuwe indrukken op te doen en stimuleer hem de omgeving te onderzoeken. Neem hem zo vaak als je kunt mee op uitstapjes en nodig mensen uit om bij je thuis je pup te ontmoeten. Door een lijst te maken van prikkels en situaties waar je puppy gedurende zijn leven contact mee krijgt, voorkom je dat je zaken over het hoofd ziet. Stel je puppy bloot aan deze prikkels op een positieve manier. Wat je moet doen: - Vroeg beginnen is het allerbeste. Vanaf 7 weken kan een onbekende prikkel voor een puppy angst veroorzaken en wordt zijn motivatie om onbekende dingen te onderzoeken snel minder. Begin dus zo vroeg mogelijk en zorg dat je de blootstelling regelmatig herhaalt tot de leeftijd van minimaal 6 maanden maar nog beter tot hij 1 jaar oud is. - Geef hem de tijd om op zijn eigen tempo de omgeving te verkennen zodat het verband dat hij met de prikkel legt neutraal of positief is. Gooi eventueel wat brokjes in de richting van de prikkel, speel met hem terwijl je in de richting van de prikkel loopt maar forceer hem niet. - Als hij schrikt of terughoudend reageert, loop dan een stukje bij de prikkel vandaan zodat je pup kan herstellen. Wacht totdat hij voldoende moed heeft verzameld om opnieuw kennis te maken. Als hij zich achter je benen verstopt, blijf dan staan. Hij voelt zich veilig op die plek en zal sneller herstellen en opnieuw de situatie gaan onderzoeken. - Je hond andere mensen laten benaderen en dan een brokje of speeltje geven in beter dan dat de mensen hem benaderen en contact maken. Om te voorkomen dat hij overrompeld wordt moeten kennismakingen in het tempo van je pup plaatsvinden. - Deelnemen aan een puppyparty of socialisatieklasjes. Puppy’s kunnen vanaf de leeftijd van 7-8 weken deelnemen aan puppyklasjes op voorwaarde dat ze minimaal 7 dagen voor aanvang de eerste enting hebben gehad en zijn ontwormd. Puppyklasjes zijn een ideale omgeving om je pup onder begeleiding te socialiseren en de eerste gehoorzaamheidscommando’s te leren. Bovendien krijg je adviezen over de opvoeding van de pup en kun je er terecht met je vragen.
Wat je niet moet doen: - Wacht niet totdat hij volledig geënt is om infecties te voorkomen. Hoewel het immuun systeem van de puppy zich nog ontwikkelt tijdens de eerste maanden, biedt de combinatie van immuniteit die hij van zijn moeder heeft gekregen, de eerste vaccinatie en voorzichtigheid voldoende bescherming. Het risico tot infectie is relatief klein in vergelijking met het risico tot het ontwikkelen van gedragsproblemen zoals angst of agressie. Als je wacht totdat je puppy 12-14 weken is, de leeftijd van de laatste enting, is zijn angst voor onbekende zaken sterk ontwikkeld en de kans dat hij een angstprobleem krijgt en niet meer leert wennen aan onbekende prikkels en personen groot. Ga niet naar hondentoiletten, draag hem als je twijfelt over de hygiëne op een bepaalde plaats. - Overdrijf niet door je pup geen kalm moment meer te gunnen. Een puppy heeft nog veel rust nodig. Laat ontmoetingen zo normaal mogelijk verlopen en doe niet overdreven wild of enthousiast. - Hem zo enthousiast maken dat hij naar iedereen wil en niet meer onder controle is te houden als hij andere mensen of honden ziet. Jij kunt hem een brokje geven als hij langs iemand loopt. Zo blijf zijn aandacht op jou gericht en wordt hij niet de plaag van de buurt die tegen iedereen opspringt om te begroeten. Of die altijd aangelijnd moet zijn tijdens het wandelen omdat hij er steeds vandoor gaat. - Dwing je pup niet om contact te maken met dingen of personen waar hij terughoudend of bang voor is. Je maakt hem banger. Geef hem tijd om zelf te herstellen en te beslissen de prikkel alsnog te benaderen. Geef hem dan iets lekkers. Zo legt hij alsnog een positief verband met de prikkel.
www.davalon.nl Rudy De Meester Dipl. ECAWBM
WAT DOE JE ALS JE PUPPY NIET WIL WANDELEN Puppy’s reageren vaak niet zo enthousiast als je ze het halsbandje om doet en wilt gaan wandelen. Ze lopen mee tot het einde van het tuinpad waarna ze plotseling stilstaan of gaan zitten. Ze kijken om zich heen en weigeren nog een stap te verzetten. Ook tijdens de wandeling besluiten ze geregeld: ‘Tot hier en niet verder’. Het spreekwoord ‘onbekend maakt onbemind’ is hier van toepassing. Je pup is op dit moment geen stijfkop maar onzeker. In zijn bekende omgeving, je huis en tuin, voelt hij zich veilig. Hij is aan de voorwerpen, geluiden en personen gewend geraakt. Als je hem mee wandelen neemt, haal je hem uit zijn veilige omgeving en stel je hem bloot aan nieuwe geuren, geluiden, personen, dieren en voorwerpen zoals verkeer, vuilnisbakken en kinderwagens. Je pup weet niet wat hij moet verwachten waardoor hij onzeker wordt. Voordat hij de grote wijde wereld inloopt, wil hij eerst even de kat uit de boom kijken. Jonge puppy’s benaderen en onderzoeken onbekende voorwerpen en personen onbevangen. Hierdoor leren ze in een razend tempo hoe de wereld in elkaar zit. Vanaf vijf weken neemt de bereidheid om argeloos te onderzoeken af en de angst voor onbekende zaken toe. Wanneer ze weigeren verder te lopen geven ze aan dat ze de situatie nog niet helemaal vertrouwen. Geef je puppy de tijd om even poolshoogte te nemen en overtuig hem dat de situatie in orde is. Wat je moet doen: De situatie minder bedreigend maken. - Door hem op zijn gemak poolshoogte te laten nemen kan hij voldoende rust en zelfvertrouwen krijgen om verder te lopen. Als hij achter je benen gaat staan, stap dan niet weg. Hij voelt zich veiliger als hij zich een beetje kan verstoppen en zal zijn schuilplaats verlaten als hij even heeft kunnen wennen. - Laat kinderen of iemand die hij kent voorop lopen. Vaak volgt de pup spontaan. - Ga wandelen met een andere hond waar je pup een goede relatie mee heeft en die niet bang is, zodat hij ervaart dat er geen reden tot onzekerheid is en het goede voorbeeld kan volgen. - Doe je pup een Adaptil halsband om. Deze halsband scheidt geruststellende feromonen uit waardoor je pup minder bang reageert in nieuwe situaties en sneller went. - Til je puppy op en draag hem een stukje. Zet hem na een paar meter weer op de grond en loop vrolijk pratend verder.
Wat je moet doen: De situatie leuk maken. - Praat vrolijk tegen je puppy. Probeer hem te lokken door gekke geluidjes te maken en zijn aandacht op jou te richten. Door hem af te leiden zal hij minder aandacht hebben voor de omgeving. Bovendien laat je hem zien dat er geen reden tot ongerustheid is. - Neem een speeltje mee en probeer hem te verleiden tot een spelletje. Een voorwerp aan een koord dat je over de grond sleept werkt goed. Je kunt hem ook uitdagen met zijn favoriete piepbeest en al spelend een eindje wandelen. Meestal is dit voldoende om hem over de drempel te helpen. - Een brokje of snoepje kan helpen om hem te verleiden verder te lopen. Wat je niet moet doen: De situatie vervelender maken. - Door boos te reageren maak je de situatie onaangenamer voor je puppy en overtuig je hem niet dat er geen reden tot ongerustheid is. - Door hem te dwingen verder te lopen door bijvoorbeeld aan de riem te trekken maak je hem angstiger en wordt het in de toekomst moeilijker hem ervan te overtuigen dat wandelen leuk is. Lange termijn tips: - Om zich zeker te voelen in onze samenleving en in de toekomst van gezamenlijke uitstapjes en wandelingen te kunnen genieten en niet bang te worden, moet je je puppy blootstellen aan zoveel mogelijk verschillende omgevingen op een prettige manier. Zo leert hij dat de wereld veilig is. Neem hem dus meerdere keren per dag mee naar buiten en probeer wandelingetjes in verschillende omgevingen te maken. Loop niet steeds hetzelfde rondje. Je puppy heeft variatie nodig. - Laat je puppy zo vroeg mogelijk enten en ontwormen. Begin vanaf de leeftijd van 7 weken met je puppy overal mee naar toe te nemen. Hoe ouder hij is, hoe minder nieuwsgierig en hoe sterker zijn angstreactie in een onbekende omgeving. Naarmate de pup ouder is wordt het moeilijker om hem over zijn onzekerheid heen te helpen. Voorkom plaatsen waar heel veel honden komen in verband met infectie gevaar of draag je puppy. - Puppy’s die voor het einde van de socialisatie periode (12-14 weken) geregeld worden blootgesteld aan verschillende omgevingen waaronder drukkere stedelijke omgevingen, ontwikkelen minder agressie- en angstproblemen naar onbekende personen en gedragen zich op de leeftijd van 1 jaar vriendelijker naar onbekende personen en honden. www.davalon.nl
Rudy De Meester Dipl. ECAWBM
WAT DOE IK ALS MIJN PUPPY ’S NACHTS HUILT OF BLAFT Honden zijn sociale dieren. Dat betekent dat ze in een groep leven en dat ze zich veilig voelen wanneer ze contact hebben met andere individuen zoals honden of mensen. In het nest heeft de pup gezelschap gehad van zijn nestgenootjes, zijn moeder en misschien de familieleden van de fokker. Als hij van de groep gescheiden wordt, raakt hij van streek en zal luid beginnen te blaffen of huilen. Dit is het signaal voor zijn moeder om hem te gaan zoeken en terug te brengen bij de groep. Nu je pup bij jou woont vervang je de rol die zijn moeder en nestgenootjes hebben vervuld. Zijn nieuwe gezin wordt het gezelschap waar hij bij wil zijn. Heeft hij geen contact met de groep, dan raakt hij van streek en begint te huilen of te blaffen. Dit zal stoppen zodra hij weer gezelschap heeft en zich niet langer alleen voelt. Wanneer hij meer gewend raakt aan zijn nieuwe omgeving, zal hij zich sneller op zijn gemak voelen en ontspannen blijven als hij alleen is. Wat je moet doen: - Blijf bij je puppy: Help hem de eerste nachten door en laat hem niet alleen. Geef hem de tijd om te wennen aan zijn nieuwe omgeving. Leer hem eventueel wennen aan een bench. Maak die heel comfortabel. Leg er een zacht dekentje in, een warme kruik in een zachte handdoek gewikkeld. Geef hem een veilige zachte knuffel om tegenaan te kruipen en zet de bench naast je bed of zet de bench beneden en ga de eerste nachten beneden slapen. Je puppy moet je vanuit zijn slaapplaats kunnen zien en eventueel mag je hem zachtjes strelen totdat hij in slaap valt. Praat rustig en geruststellend tegen hem. - Plaats een Adaptil verdamper zo dicht mogelijk in de buurt van de bench of spray wat Adaptil op zijn dekentje. Adaptil bevat een geruststellend feromoon waardoor het voor je pup makkelijker is om te ontspannen. - Zet je pup overdag ook zo nu en dan in de bench. Blijf de eerste keren bij hem in de buurt. Ga bijvoorbeeld een boek lezen. Als hij rustig is, probeer dan kort de ruimte te verlaten. Kom terug voordat hij begint te piepen of blaffen. Geleidelijk kun je hem langer alleen laten. - Al je pup gewend is aan zijn bench en nieuwe omgeving kun je de bench stapsgewijs verder weg van de slaapkamer plaatsen of als je beneden hebt geslapen weer naar bed gaan.
Wat je niet moet doen: - Laat je niet misleiden door te denken dat hij zijn zin aan het doordrijven is en probeert de baas te spelen. Je puppy is bang! - Straf niet. Je pup is al van streek. Als je dan binnen komt gestormd op hem moppert of op de deur slaat, wordt de situatie nog verontrustender en zal hij harder gaan blaffen. Soms stoppen ze met blaffen als ze zijn gestraft omdat ze niet meer durven. Het probleem is daarmee niet opgelost. Je pup blaft niet meer maar zit nu misschien bibberend van ellende in een hoekje.
www.davalon.nl
Rudy De Meester Dipl. ECAWBM
WAT DOE IK ALS MIJN PUP MIJN HANDEN BIJT Als je je puppy wilt aaien, kan hij hierop reageren door in je handen te bijten of te kauwen. Puppy’s onderzoeken de wereld met hun bek en maken contact met andere individuen met hun bek. Zo gebruiken ze een kort beetje om uit te nodigen tot spel en ‘bijten’ in elkaar tijdens het spelen. De reden waarom puppy’s zoveel bijten is dat ze de hardheid van hun beet moeten leren kennen en beheersen. Zodra ze een andere pup pijn doen en deze gilt, zullen ze loslaten. Hoewel de bedoeling van je puppy niet onvriendelijke is, kan het bijten heel pijnlijk zijn door de vlijmscherpe tandjes en door de slechte zelfbeheersing en hardheid van de beet bij sommige pupjes. Als het gedrag niet wordt gestimuleerd en beloond verdwijnt het puppybijtgedrag meestal vanzelf. Wat je moet doen: - Biedt een alternatief aan. Wil je je puppy aaien? Geef hem dan iets om op te kauwen. Veel puppy’s hebben een voorkeur voor een gerolde kauwstaaf, dus zonder knopen aan het uiteinde. Je pup zal op de kauwstaaf gaan knagen en met je andere hand kun je hem strelen. Neem altijd een grote kauwstaaf. De bedoeling is dat hij hem niet kan doorslikken. Te kleine kauwstaven of kauwplakjes kunnen als ze week worden een slikreflex veroorzaken en in de keel van je puppy klem komen te zitten. - Laat merken dat het pijn doet. Zodra je puppy in je handen bijt, zeg dan luidt ‘auw’ verstijf beweeg niet meer en kijk kwaad. Stopt hij met bijten, ontspan dan en kijk vriendelijk. Blijft hij bijten sta op en loop weg. Zo leert hij dat bijten het einde van het contact betekent. Puppy’s zijn erg gesteld op gezelschap en zal het weglopen als vervelend ervaren. - Gebruik een huislijn voor de echte doorbijters. Sommige puppy’s komen achter je aan gelopen als je wegloopt nadat je ’auw’ hebt geroepen of bijten plotseling in je benen. Bevestig dan een huislijn aan de halsband of het tuigje van je puppy. Een huislijn is een puppy riempje van ongeveer 50 cm lang waar het handvat af is geknipt zodat het niet klem kan komen te zitten achter voorwerpen. Je puppy draagt de huislijn voortdurend totdat het probleemgedrag is opgelost. Bijt hij, neem dan de huislijn vast en zet hem even zonder iets te zeggen op een plek waar hij alleen is. Het kan handig zijn om bijvoorbeeld in de keukendeur of een deur naar de gang een kinderhekje te plaatsen. Na een paar minuten doe je het hekje weer open. - Maak het vies door je handen in te spuiten met Bitter Apple. Dit is een bitter smakende substantie die oorspronkelijk werd gebruikt om het likken aan de vacht van honden te verminderen. Het middel kan ook worden gebruikt om het bijten in de handen te verminderen als alle andere adviezen niet werken. Spuit de Bitter Apple op je handen vlak voordat je contact maakt met je puppy. Bijt of likt hij aan je handen dan zal de smerige smaak hem afschrikken.
Het is niet de bedoeling dat je hem uitlokt om aan je handen te likken. De opzet is dat hij leert van de gevolgen van zijn eigen gedrag, niet dat jij hem dwingt aan je hand te likken en dit vervolgens een vervelende ervaring is. - Zorg dat je altijd voldoende speeltjes hebt waar je pup zijn kauwbehoefte op kan richten. - Wissel de speeltjes eens om. Door ze een tijdje weg te pakken en andere speeltjes te geven blijven ze interessanter. Wat je niet moet doen: - Spelen met je handen. Door je vingers of je hand in zijn bek te steken leert je puppy dat spelen met handen leuk is en zal het ongewenste gedrag toenemen. - Straffen: door bijvoorbeeld op zijn neus te slaan. Hoe meer je gaat bewegen of een interactie aangaat hoe meer je puppy zal reageren. Zo hard slaan dat het pijn doet maakt je puppy bang voor handen.
www.davalon.nl
Rudy De Meester Dipl. ECAWBM