Gemeentebestuur Lichtervelde
Hittegolf- en ozonpiekenplan Lichtervelde (HOP)
Goedgekeurd in de gemeenteraad van 23/06/2014
De recentste versie van het gemeentelijk hittegolf en ozonpiekenplan in ontwerp kun je altijd vinden op http://www.brandweerlichtervelde.be
BNIP, opgesteld overeenkomstig de bepalingen van
Wet van 31-12-1963 met betrekking tot de Civiele Bescherming o
gewijzigd door KB van 07/04/2003 (Staatsblad 21/05/2003) : Verdeling van de opdrachten inzake Civiele Bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van Civiele bescherming
o
gewijzigd door de wet van 28/03/2003 door invoeging van artikel 2 en 2 ter (Staatsblad 16/04/2003) : algemeen rampenplan voor gemeenten en provincies
Rondschrijven minister van Binnenlandse Zaken van 11/07/1990 in verband met rampenplannen voor hulpverlening. Uitvoering van de wet van 21/01/1987 inzake de risico’s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten
Seveso-bis / Samenwerkingsakkoord van 22/05/2001 (Staatsblad 16/06/2001) tussen de federale staat, het Vlaams gewest, het Waals gewest en het Brussels Hoofdstedelijk gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken
KB 27/9/1991 tot de vaststelling van het noodplan voor nucleaire risico’s voor het Belgisch grondgebied (B.S. 21/01/1992) gewijzigd door KB 17/10/2003 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied
Wet van 8/7/1964 betreffende de Dringende Geneeskundige Hulpverlening
KB van 10/8/1998 betreffende de oprichting van de Provinciale Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening.
Model Gemeentelijk Noodplan Provincie West-Vlaanderen (AGN)
Koninklijk besluit betreffende de nood-en interventieplannen van 16 Februari 2006
Nationaal Hittegolf-en ozonpiekenplan (HOP)
Lay-out: Daan Pareit Advies: Tein Pareit Redactie: Marc Pareit Eindredactie: Bestuur Brandweer Lichtervelde in samenwerking met de gemeentelijke veiligheidscel Eindverantwoordelijke: Gemeentebestuur Lichtervelde Jaarlijks ter goedkeurig voorgelegd aan de gemeenteraad en de gouverneur
Inhoudsopgave DEEL I HITTEGOLF- EN OZONPIEKENPLAN 1. Inleiding ........................................................................................................................................... 2 1.1
2.
Situering .................................................................................................................................. 2
1.1.1
Definitie ........................................................................................................................... 2
1.1.2
De voornaamste symptomen .......................................................................................... 2
1.1.3
De voornaamste risicogroepen ....................................................................................... 3
1.1.4
Bezwarende factoren ...................................................................................................... 4
1.1.5
Doel.................................................................................................................................. 5
1.2
Verspreiding van het gemeentelijk Hittegolf- en ozonpiekenplan.......................................... 6
1.3
Lijst van de wijzigingen ............................................................................................................ 8
De verschillende fasen van het hittegolf en ozonpieken plan (HOP) ............................................ 10 2.1
De waakzaamheidsfase ......................................................................................................... 10
2.2
De waarschuwingsfase .......................................................................................................... 10
2.2.1 Niveau 1 ................................................................................................................................ 10 2.2.2 Niveau 2 ................................................................................................................................ 10 2.3 3.
4.
De alarmfase.......................................................................................................................... 11
Acties volgens de verschillende fasen van het hittegolf en ozonpieken plan (HOP) .................... 12 3.1
Waakzaamheidfase ............................................................................................................... 12
3.2
Waarschuwingsfase ............................................................................................................... 13
3.3
Alarmfase (actiefase op beslissing van de overheid) ............................................................ 13
Preventieve maatregelen in geval van hittegolf en/of ozonpiek .................................................. 14 4.1
Bejaarden .............................................................................................................................. 14
4.1.1 Algemene maatregelen ........................................................................................................ 14 4.1.2 Maatregelen in verband met de infrastructuur ................................................................... 15 4.1.3
5.
Maatregelen op logistiek niveau ................................................................................... 16
4.2
Kinderen ................................................................................................................................ 16
4.3
Sociaal geïsoleerde mensen .................................................................................................. 16
4.4
Personen die grote inspanningen doen in het kader van hun werk of een sportactiviteit... 17
4.5
Preventietips voor iedereen .................................................................................................. 17
Alarmsymptomen bij hittegolf en/of ozonpiek ............................................................................. 18 5.1
Het is belangrijk om bepaalde klinische alarmsymptomen te herkennen ............................ 18
5.1.1 Tekenen van uitdroging ........................................................................................................ 18 5.1.2 Tekenen van hitteslag........................................................................................................... 18
6.
5.2
Maatregelen bij tekenen van uitdroging of mogelijke hitteslag ........................................... 18
5.3
Tot de komst van de hulpdiensten ........................................................................................ 18
Gemeentelijke veiligheidscel Lichtervelde .................................................................................... 19 i
7.
Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) ........................................................................................................ 20 7.1
Verantwoordelijke ................................................................................................................. 20
7.2
Permanentie Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) .......................................................................... 20
7.3
Taken Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) ...................................................................................... 20
7.4
Plaats van samenkomst ......................................................................................................... 20
7.5
Samenstelling Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) ......................................................................... 20
7.5.1
Beleidsgroep .................................................................................................................. 20
7.5.2
Zorgverleners................................................................................................................. 21
8.
Communicatie en informatie ........................................................................................................ 22
9.
Schuilgaan...................................................................................................................................... 23
10.
Evacuatie ................................................................................................................................... 24
11.
Middelen ................................................................................................................................... 25
12.
Nuttige contacten ...................................................................................................................... 26
Deel II..................................................................................................................................................... 27 Bijlagen .................................................................................................................................................. 27 1.
Lijst met gebruikte afkortingen ..................................................................................................... 28
ii
Deel I
Hittegolf- en ozonpiekenplan
1
1. Inleiding 1.1 Situering 1.1.1 Definitie Het gemeentelijk Hittegolf-en ozonpiekenplan wordt in werking gesteld bij een hittegolf of een ozonpiek. • Onder hittegolf verstaan we een belangrijke opwarming van de lucht of een verspreiding van een hete luchtlaag over Lichtervelde en dit gedurende enkele dagen of weken. In België wordt een hittegolf gedefinieerd als volgt: een periode van minstens drie opeenvolgende dagen met een gemiddelde minimumtemperatuur (gemiddelde over de drie dagen en niet per dag) hoger dan 18,2 °C en een gemiddelde maximumtemperatuur hoger dan 29,6 °C. Om praktische redenen werden deze waarden afgerond naar 18 °C en 30 °C. • Ozon in de omgevingslucht is een vervuilend gas dat ernstige risico’s inhoudt voor de gezondheid. Vooral mensen met ademhalingsmoeilijkheden, bejaarden en jonge kinderen kunnen hinder ondervinden van hoge ozonconcentraties. Maar ook gezonde volwassenen kunnen erdoor beïnvloed worden, vooral bij het leveren van zware inspanningen in de buitenlucht. • Een ozonpiek treedt op als een bepaalde ozonconcentratiedrempelwaarde overschreden wordt. De Europese Unie heeft richtlijnen uitgewerkt waarbij streefwaarden opgesteld werden voor de bescherming van de volksgezondheid. De EU-drempelwaarde voor het inlichten van de bevolking is vastgelegd op een uurgemiddelde concentratie van 180 microgram ozon per kubieke meter lucht. De alarmdrempel wordt overschreden vanaf een uurgemiddelde concentratie van 240 microgram ozon per kubieke meter lucht.
1.1.2 De voornaamste symptomen 1. Symptomen te wijten aan de hitte (a) zonnesteek: is het gevolg van een directe invloed van de zon op het hoofd en treedt meestal op bij kinderen na rechtstreekse blootstelling aan de zon bij grote hitte. De voornaamste kenmerken zijn:
hevige hoofdpijn
slaperigheid met eventueel bewustzijnsverlies
hoge koorts
oppervlakkige brandwonden ter hoogte van de huid
(b) hittekrampen: spierkrampen die voornamelijk ter hoogte van buik en ledematen voorkomen en die vooral optreden bij overvloedig zweten tijdens zware fysieke inspanningen (c) hitte-uitputting: treedt op na verscheidene dagen hitte; door hevig zweten vermindert de 2
hoeveelheid elektrolyten en zouten in het lichaam. Hitte-uitputting wordt gekenmerkt door duizeligheid, flauwte, vermoeidheid, slapeloosheid of ongewone nachtelijke onrust. (d) hitteslag: de blootstelling van een persoon aan een hoge temperatuur gedurende een langere periode kan bij gebrek aan thermische regulatie van het menselijk lichaam ernstige complicaties met zich meebrengen:
hoge lichaamstemperatuur
verhoging van het hartritme
ongewone onrust
warme, rode en droge huid
hoofdpijn
braakneigingen en braken
stuipen
bewustzijnsverlies gaande tot coma
Het gaat hier om een medische urgentie die, indien niet behandeld, in korte tijd de dood tot gevolg kan hebben. 2. Symptomen te wijten aan een ozonpiek: (a) kortademigheid of abnormaal ademen (b) oogirritatie (c) keelirritatie (d) hoofdpijn Deze symptomen kunnen optreden zowel bij gezonde personen als bij chronisch zieken. Belangrijk is te weten dat al deze symptomen perfect kunnen voorkomen worden!!! EN VOORKOMEN IS NOG STEEDS BETER (EN GOEDKOPER) DAN GENEZEN.
1.1.3 De voornaamste risicogroepen Hittesymptomen en symptomen te wijten aan ozonpieken komen niet alleen bij risicogroepen voor: ook gezonde personen kunnen er onder bepaalde voorwaarden het slachtoffer van worden. De risico’s zijn echter het hoogst bij bepaalde bevolkingsgroepen. Zij hebben dan ook speciale aandacht nodig gedurende dergelijke periodes. Het is belangrijk te weten dat het hier niet alleen gaat om een medisch probleem, maar eveneens en misschien vooral om een sociaal probleem. 1. Jonge kinderen. Ze lopen een bijzonder risico omdat hun vochtreserves nog onvoldoende zijn. Blootstelling aan de zon of een verblijf (dat zelfs niet langdurig hoeft te zijn) in een afgesloten en te warme omgeving (wagen, kamer zonder verluchting) kan snel tot uitdroging leiden en tot hitteslag. Vooral kinderen met symptomen zoals diarree (dat reeds op zichzelf snel uitdroging kan veroorzaken), en verhoogde temperatuur lopen het meeste gevaar. 3
Baby’s en jonge kinderen, maar ook jongeren die inspanningen doen moeten tijdens die perioden naast hun klassieke voeding voldoende water en vocht krijgen. 2. Bejaarden. Ze lopen eveneens een verhoogd risico. Een normaal verouderingsproces gaat immer gepaard met een aantal progressieve veranderingen waardoor o.a. het lichaam minder snel reageert in geval van hitte:
enerzijds wordt de omgevende hitte veel minder aangevoeld door een verzwakking van de centrale informatieverwerking in de hersenen,
anderzijds werken de zweetklieren minder goed, waardoor verdamping en het afkoelingsproces minder vlot verlopen.
Voeg hieraan toe
dat bejaarden dikwijls aan chronische ziekten lijden die hen gevoeliger maakt voor grote temperatuurschommelingen,
dat ze hierdoor meer medicijnen nemen waarvan een aantal het afkoelingsproces nadelig beïnvloeden,
dat er geleidelijk een vermindering van de zelfstandigheid optreedt, waardoor ze afhankelijker worden van anderen in geval van nood
dat ze dikwijls sociaal geïsoleerd leven waardoor in geval van nood te laat of niet wordt ingegrepen
en dat ze vaak tot de financieel minder begoede klasse behoren, waardoor ze niet in de mogelijkheid zijn zich correct af te koelen in geval van hitte (slecht geïsoleerde behuizing, geen mogelijkheid de woning correct af te koelen of zich te verplaatsen naar afgekoelde ruimten)
En we hebben alle ingrediënten bijeen die maken dat vooral bejaarden het meeste te lijden hebben ten gevolge van hitteperioden: 3 hondsdagen en 2 hete nachten volstaan om hun overlijdenskansen te verhogen, zeker als ze daarnaast nog lijden aan chronische ziekten. 3. Sociaal geïsoleerde mensen. Ze behoren eveneens tot de risicogroepen. Door het feit dat zij weinig (of gewoon geen) bezoek krijgen verkleint de kans op een vroegtijdige reactie in geval van problemen en wordt er pas laat of te laat alarm geslagen. Bovendien treden hitteperioden meestal op tijdens de zomervakantie waardoor personen die reeds in normale omstandigheden weinig bezoek ontvangen in deze periode nog meer geïsoleerd dreigen te geraken. 4. Personen die grote inspanningen doen in het kader van hun werk of een sportactiviteit. U kan ter informatie de folder met als titel ”Hittegolf en ozonpieken” raadplegen: aanbevelingen voor sportclubs en voor sportieve en culturele evenementen . De folder werd uitgegeven door de Vlaamse overheid.
1.1.4 Bezwarende factoren 1. Medisch bezwarende factoren 4
Alcoholverslaving en abstinentiesyndroom
Hart- en longaandoeningen
Aandoeningen van het centraal zenuwstelsel (Parkinson, dementie, Alzheimer)
Acute dehydratatie van welke oorzaak ook (vb. gastro-enteritis)
Medicijnen die de hittesymptomen kunnen verergeren (niet-exhaustieve lijst): o
geneesmiddelen die dehydratatie en elektrolytenstoornissen veroorzaken: vb. diuretica
o
geneesmiddelen die de nierfunctie aantasten: vb. ontstekingsremmers
o
geneesmiddelen beïnvloed in hun werking door dehydratatie
o
geneesmiddelen die het warmteverlies verhinderen (en aldus afkoeling tegengaan): ∗ op niveau van het centraal zenuwstelsel ∗ perifeer
o
geneesmiddelen die een hyperthermie (verhoogde temperatuur) kunnen veroorzaken
o
geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen
In geval van twijfel is het wenselijk het advies van de behandelende arts te vragen en dit bij voorkeur VOOR het optreden van een hittegolf. Zo kan u vernemen of de geneesmiddelen de lichaamstemperatuur eventueel nadelig kunnen beïnvloeden. Het kan dan noodzakelijk zijn de dosis aan te passen aan de omstandigheden. 2. Milieu-invloeden a) De hygrometrie: de relatieve vochtigheidsgraad, het regime van de winden en de luchtkwaliteit (ozon, zwaveldioxide, zwevende deeltjes, lood, stikstofoxides enz.) spelen een belangrijke rol, hoewel moeilijk meetbaar. b) De architectuur: de hoogste niet-geïsoleerde verdiepingen van een gebouw zijn risicovoller, de zuidkant van een gebouw, alsook de bouwstructuur en de bouwmaterialen (dikte van de muren, dubbele beglazing, isolatie enz.). c) Omgevingsfactoren:
drukke verkeerszones,
de nabijheid van industriële verbrandingszones.
3. Lokale en culturele factoren. Ook lokale en culturele factoren spelen een rol: de perceptie van en gevoeligheid voor temperatuurwisselingen hangen uiteraard af van de gemiddelde temperaturen die de lokale bevolking in die welbepaalde regio gewoon is.
1.1.5 Doel 5
Het gemeentelijk noodplan heeft als doel het hoofd te bieden aan de meest diverse noodsituaties bij een hittegolf en/of ozonpieken. Tegenover de chaos plaatst het gemeentelijk Hittegolf- en ozonpiekenplan een georganiseerde hulpverlening, die in eerste instantie de eigen middelen van de gemeente gebruikt. Het gemeentelijk Hittegolf-en ozonpiekenplan wil bevorderen dat: alle betrokkenen snel worden gealarmeerd
iedereen weet wat zijn taak en bevoegdheid is
er gecoördineerd wordt opgetreden
de hulpdiensten van binnen en buiten de gemeente snel en efficiënt worden opgeroepen en opgevangen en dat zij alle faciliteiten krijgen om te werken
1.2 Verspreiding van het gemeentelijk Hittegolf- en ozonpiekenplan Bestemmelingen: 1. Gemeentelijke overheden en diensten a) Burgemeester b) Voorzitter OCMW c) Brandweer d) Wijkdienst Lichtervelde Politiezone Tielt (IPZ-zone) e) Technische dienst f) Conciërge gemeentehuis (dispatching dienst 100) g) Secretariaat van het gemeentelijk nood-en interventieplan h) Directeur RVT ROB ’tHof i)
Secretariaat van de gemeentelijke veiligheidscel
j)
Ieder lid van de gemeentelijke veiligheidscel
2. Dienst 100 Brugge (dispatching) 3. Brandweer (discipline 1) a) Ieder kaderlid brandweer Lichtervelde 4. MUG centra (discipline 2) a) MUG St. Rembert Torhout b) MUG H.Hart Roeselare c) MUG Stedelijk Ziekenhuis Roeselare 5. Politie (discipline 3) 6
a) Korpschef Politiezone Tielt (IPZ-zone) b) Dienst Commando en ondersteuning Politiezone Tielt (IPZ-zone) 6. Civiele bescherming (discipine 4) a) Grote wacht Jabbeke 7. Rode Kruis (discipine 2 en 4) a) Rode Kruis West-Vlaanderen b) Rode Kruis afdeling Torhout 8. Provinciebestuur van West-Vlaanderen a) Provinciegouverneur b) Provinciaal rampenmanagement 9. Andere Diensten a) Gezondheidsinspecteur W.VL b) Federale dienst openbare hulpverlening c) Hoofdverpleegkundige contractant ministerie van volksgezondheid d) Alle leden van het Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP)en/of Gemeentelijk Overleg Thuiszorg (GOT) te Lichtervelde i. huisartsen ii. apothekers iii. kinesisten iv. thuisverpleging v. poetsdiensten vi. diensten familiale hulp vii. dienstencentra viii. palliatieve thuiszorgdiensten e) alle Lichterveldse scholen f) alle Lichterveldse kinderdagverblijven, kinderopvang, g) Lichterveldse jeugdbewegingen en speelpleinwerking h) Lichterveldse verenigingen voor de senioren i)
Lichterveldse sportverenigingen
j)
maaltijdbezorgers
Deze bestemmelingen moeten elke wijziging aan de over hen voornoemde gegevens onmiddellijk aan 7
de burgemeester meedelen.
1.3 Lijst van de wijzigingen
8
Gegevens betreffende afzender volgnummer datum wijziging of wijziging of actualisatie actualisatie
gegevens betreffende bestemmeling gewijzigde wijziging aangebladzijde bracht door ... op ... (naam en datum)
Gelieve onmiddellijk elke wijziging aan de over uw dienst voornoemde gegevens of eventuele opmerkingen aangaande dit gemeentelijk Hittegolf- en ozonpiekenplan op bovenstaand standaardformulier in te vullen en op te sturen naar het secretariaat van de Brandweer van Lichtervelde p/a Beverenstraat 16, 8810 Lichtervelde. De recentste versie van het Hittegolf en ozonpiekenplan in ontwerp kun je altijd vinden op http://users.pandora.be/brandweer.lichtervelde
9
2. De verschillende fasen van het hittegolf en ozonpieken plan (HOP) 2.1 De waakzaamheidsfase De waakzaamheidsfase gaat in vanaf 15 mei en loopt tot en met 30 september. Vanaf 15 mei worden de acties systematisch opgestart. Men spreekt hier niet van een drempel, maar van een periode.
2.2 De waarschuwingsfase De waarschuwings-en alarmfasen gaan in wanneer aan een aantal criteria wordt voldaan. Deze criteria zijn gebaseerd op de resultaten
van 5-daagse weersvoorspellingen,
dagelijkse ozonmetingen en
2-daagse ozonvoorspellingen.
Twee niveaus worden opgenomen in de waarschuwingsfase:
2.2.1 Niveau 1 Dit niveau is uitsluitend gebaseerd op meteorologische criteria. Het wordt bereikt wanneer, op basis van meteorologische voorspellingen, gedurende een periode van twee dagen aan de volgende criteria is voldaan:
gemiddelde minimumtemperatuur (in de beschouwde periode) is hoger dan een drempelwaarde die overeenkomt met het 95ste percentiel gemeten in de zomerperiode (juni-augustus, periode 1970-2004 in Ukkel): 18 °C in Ukkel
gemiddelde maximumtemperatuur (in de beschouwde periode) is hoger dan een drempelwaarde die overeenkomt met het 95ste percentiel gemeten in de zomerperiode (juniaugustus, periode 1970-2004 in Ukkel): 30 °C in Ukkel
EN
2.2.2 Niveau 2 Dit niveau is geldig zodra aan meteorologische voorwaarden EN / OF aan ozoncriteria wordt voldaan (het is dus niet nodig dat aan de twee criteria tegelijkertijd is voldaan). Het wordt bereikt wanneer, op basis van meteorologische voorspellingen, gedurende een periode van drie opeenvolgende dagen aan de volgende criteria is voldaan:
Meteorologische voorwaarden o De gemiddelde minimumtemperatuur (over de 3 beschouwde dagen) is hoger dan een drempelwaarde die overeenkomt met het 95ste percentiel gemeten in de zomerperiode (juni10
augustus, periode 1970-2004 in Ukkel): 18 °C in Ukkel EN o De gemiddelde maximumtemperatuur (over de 3 beschouwde dagen) is hoger dan een drempelwaarde die overeenkomt met het 95ste percentiel gemeten in de zomerperiode (juniaugustus, periode 1970-2004 in Ukkel): 30 °C in Ukkel OF/ EN
Ozonwaarden o Er werd de vorige dag, op minstens één ozonmeetplaats, een uurgemiddelde ozonconcentratie gemeten hoger dan 240 microgram/m3 (EU-alarmdrempel) EN o Er wordt voor de huidige dag, op minstens één ozonmeetplaats, een uurgemiddelde ozonconcentratie voorspeld hoger dan 180 microgram/m3 (EU-informatiedrempel).
2.3 De alarmfase Dit niveau is geldig zodra aan meteorologische voorwaarden EN aan ozoncriteria wordt voldaan. Er wordt aan dezelfde meteorologische voorwaarden voldaan als in de waarschuwingsfase niveau 2 EN Er werd de vorige dag, op minstens één ozonmeetplaats, een uurgemiddelde ozonconcentratie gemeten hoger dan 240 microgram/m3 (EU-alarmdrempel) EN Er werd de vorige dag, op minstens één ozonmeetplaats, een uurgemiddelde ozonconcentratie gemeten hoger dan 240 microgram/m3 (EU-alarmdrempel) EN Er wordt voor de huidige dag, op minstens één ozonmeetplaats, een uurgemiddelde ozonconcentratie voorspeld hoger dan 240 microgram/m3 (EU-alarmdrempel).
11
3. Acties volgens de verschillende fasen van het hittegolf en ozonpieken plan (HOP) 3.1 Waakzaamheidfase De waakzaamheidsfase gaat in vanaf 15 mei en loopt tot en met 30 september.
Updating van de websites van de brandweer op http://www.brandweerlichtervelde.be/preventie en de gemeente onder de rubriek leven en welzijn het item preventie http://www.lichtervelde.be/levenenwelzijn.asp
Sensibilisering van het groot publiek over de hitte- en ozonrisico’s
Aanmoediging tot een versterkte solidariteit met familie, buren en bekenden en speciaal naar de personen die een risico lopen Algemene preventieve informatie van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, de sociale partners en organisaties, de mutualiteiten en de plaatselijke verenigingen (zie HF 4 op pagina 14).
Ruime verspreiding van de folder ”hittegolf en ozonpiek” bij alle bewustmakingsinstellingen
1. Alle leden van het Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) en/of Gemeentelijk Overleg Thuiszorg (GOT) te Lichtervelde a) huisartsen b) apothekers c) kinesisten d) thuisverpleging e) poetsdiensten f) diensten familiale hulp g) dienstencentra h) palliatieve thuiszorgdiensten 2. RVT-ROB ’tHof 3. alle Lichterveldse scholen 4. alle Lichterveldse kinderdagverblijven, kinderopvang, 5. Lichterveldse jeugdbewegingen 6. Lichterveldse verenigingen voor de senioren 7. Lichterveldse sportverenigingen 8. maaltijdbezorgers
12
3.2 Waarschuwingsfase Op basis van een voorspelling van waarschuwingsfase niveau 1:
waarschuwings- en alarmberichten opstellen
waakzaamheid en capaciteit van de informatieambtenaar verhogen
Op basis van een voorspelling van waarschuwingsfase niveau 2:
Onmiddellijke verwittiging van het LZMP van het opstarten van deze fase
Onmiddellijke verwittiging van de bevoegde ambtenaren (Noodplanningsambtenaar, informatieambtenaar en de voorzitter van het LZMP), de gezondheidsbeoefenaars, d.w.z. het GOT
Onmiddellijke verwittiging van het rusthuis ’tHof, RVT ’tHof, de thuiszorgdiensten, en desgevallend de lokale de hulpdienst 100 en het dienstencentrum De Ploeg
Start van een mediacampagne met duidelijke preventieve en curatieve boodschappen bestemd voor de verzorgers en de sociaal assistenten van de risicopersonen
Indien nodig, nieuwe updating van de website van de gemeentelijke brandweer op http://www.brandweerlichtervelde.be/preventie en de gemeente op http://www.lichtervelde.be/levenenwelzijn.asp
Activering van een telefoonnummer (Informatieambtenaar) waar men voor informatie terecht kan via e-mail:
[email protected]
3.3 Alarmfase (actiefase op beslissing van de overheid) De noodzakelijke acties voor dit niveau worden uitgevoerd wanneer de drempelwaarde bereikt is en blijkt dat de reeds genomen maatregelen geïntensifieerd moeten worden. De alarmfase gaat niet noodzakelijk in wanneer aan deze definitie is voldaan. In deze omstandigheden wordt dringend een veiligheidscel van de gemeente bijeengeroepen (zie ANIP). E-mail:
[email protected] In functie van de beschikbare informatie en de voorspellingen voor de volgende dagen zal bij consensus beslist worden 1. of verdere informatiecampagnes noodzakelijk zijn 2. of het noodzakelijk is een alarmfase af te kondigen 3. om aan de bevoegde autoriteiten al dan niet voor te stellen om een cel risicobeheer op te richten of om het lokaal zorgmeldpunt (LZMP) via e-mail (
[email protected]) samen te roepen die dan concrete maatregelen kan voorstellen om de negatieve effecten van de hittegolf te beperken (zoals bijvoorbeeld het annuleren of uitstellen van massamanifestaties)
13
4. Preventieve maatregelen in geval van hittegolf en/of ozonpiek 4.1 Bejaarden Onder invloed van de bovenstaande factoren (zie 1.1.4 op pagina 5) kan een plotse en aanhoudende temperatuurstijging dramatische gevolgen hebben voor bejaarden: drie snikhete dagen en twee warme nachten zijn genoeg om het overlijdensrisico bij deze mensen te verhogen, vooral indien zij aan een chronische ziekte lijden. Voorkomen is beter dan genezen. Wacht dus niet op een hittegolf om de gepaste maatregelen te nemen ... WANT DAN IS HET MISSCHIEN AL TE LAAT. Schenk speciale aandacht aan bewoners van het WZC en risicopersonen!
4.1.1 Algemene maatregelen
De mantelzorgers en de zorgverstrekkers vragen om de algemene klinische en biologische toestand van patiënten en bewoners van dichtbij te volgen (vb. regelmatig wegen, bloeddruk staand en liggend); de gezondheidstoestand van een bejaarde kan heel snel evolueren!
Alle fysieke inspanningen en uitstappen tijdens de warmste uren schrappen. Indien uw bewoners toch naar buiten gaan, om eender welke reden, kies dan vooral een tijdstip ’s morgens of ’s avonds en BESCHERM HEN zo veel mogelijk tegen de zon: hoed, zonnebril, beschermende zonnecrème
De bewoners zo licht mogelijk kleden (ruime en lichte kledij)
Water verstuiven op het gezicht en andere onbedekte delen van het lichaam, met een verstuiver of waterspuitbussen
Een vochtige doek op het gezicht leggen die eventueel gekoeld werd in de koelkast
De mond bevochtigen: mond spoelen, water verstuiven
Regelmatig douches en frisse baden nemen
Een aantal dieet- en gezondheidsmaatregelen toepassen alsook maatregelen nemen in verband met uitdroging, afkoeling en verfrissing, vb.: o
Het is essentieel om bejaarden regelmatig te laten eten (met kleine hapjes)en drinken
o
Laat de bewoners minstens 1,5 liter (of 8 glazen) water per dag drinken (buiten de maaltijden); afhankelijk van smaak, verbeelding of streek, hierbij een lijst van ”dorstlessers”:
o
water zonder of met koolzuur, zelfs met smaak: munt, grenadine, citroen, sinaasappel etc.
vruchtensap (opletten voor citrusvruchten die diarree kunnen veroorzaken)
voldoende gezouten soepen
yoghurt en milkshakes
thee en kruidenthee
De bewoners in twee groepen verdelen:
bewoners die zelf kunnen drinken: hier volstaat het om toezicht en voldoende water en voedsel te voorzien en hen te tonen hoe ze zich kunnen verfrissen; 14
bewoners die gedeeltelijk of volledig hulpbehoevend zijn of die moeilijk kunnen slikken: zij moeten geholpen worden om zich te verfrissen, te eten en drinken
Het is ook belangrijk om hun kleding aan te passen aan de warmte. Bejaarden vergeten dat wel eens!
Zorg dat oudere mensen steeds iets te drinken en een telefoon binnen handbereik hebben en dat hun medicatie aangevuld is.
Heeft u bejaarde familieleden, buren of kennissen, breng hen dan regelmatig een bezoekje om te kijken of het goed met hen gaat. Kan dat niet, bijvoorbeeld wegens vakantie, zoek dan iemand die wel langs kan gaan.
Een regelmatig telefoontje kan mensen ook geruststellen.
Zorg steeds dat u belangrijke medische informatie bij de hand hebt voor het geval een ziekenhuisopname nodig is.
Een dubbel van de huissleutel bij iemand die je vertrouwt kan in geval van nood belangrijk zijn om hulp te bieden
Regelmatig contact houden met de behandelende arts: hij kan zijn patiënten ook bewust maken van de risico’s en hun behandeling eventueel aanpassen.
4.1.2 Maatregelen in verband met de infrastructuur
Nagaan of de vensters in de kamers en de gemeenschappelijke ruimtes afgeschermd kunnen worden (luiken, rolluiken, gordijnen), vooral van gevels die aan de zonkant gelegen zijn, zolang de buitentemperatuur hoger ligt dan de temperatuur binnen het vertrek
Zo veel mogelijk ramen en deuren openzetten en lucht door het hele gebouw laten circuleren zodra de buitentemperatuur lager ligt dan de binnentemperatuur (heel vroeg ’s morgens)
De temperatuur in de kamers controleren
Bepalen welke kamers moeilijk fris te houden zijn en die eventueel tijdelijk afsluiten voor de risicopersonen
Ervoor zorgen dat er minstens één fris of verkoeld vertrek is waar de bewoners terechtkunnen. Bewoners die mobiel zijn of bezoek krijgen van familie kunnen regelmatig meegenomen worden naar winkelcentra of ontspanningsruimtes die goed geventileerd zijn en waar vaak airco is
Indien u over een vertrek met airconditioning beschikt, de werking van het airconditioning- of luchtverversingssysteem laten controleren (gemiddelde temperatuur lager of gelijk aan 25 °C in minstens één groot vertrek van de instelling)
De werking van de in-en uitgangen controleren zodat de warmte zo veel mogelijk buiten wordt gehouden tijdens de heetste periode van de dag
15
4.1.3 Maatregelen op logistiek niveau
Controleren of u over voldoende ventilators, verstuivers, doekjes, enz. beschikt
Het WZC en RVT moeten controleren of ze over een toereikende hoeveelheid medisch materiaal beschikt, vb.: thermometers, infuusoplossingen
De bevoorradings- en distributiemogelijkheden van uw instelling controleren voor water, ijs en frisdranken (zonder alcohol en niet te zoet)
De mogelijkheid voorzien om de maaltijden aan te passen met menu’s die rijk zijn aan water en met koude schotels (fruit, rauwkost en mogelijkheid om de porties te verdelen over verschillende kleinere maaltijden)
Een protocol opstellen dat de maatregelen vastlegt die het WZC en RVT zal nemen wanneer de situatie evolueert naar de alarmfase, vooral inzake de volgende punten:
o
Het personeel mobiliseren en eventueel personeelsleden uit verlof terugroepen
o
De planning aanpassen
o
Samenwerken met familieleden van de bewoners en met vrijwilligers die regelmatig op bezoek kunnen komen bij de ouderen en aandacht hebben voor klinische alarmsignalen
Aan familie of vrienden vragen om aangepaste kleren voor de zomer mee te brengen
4.2 Kinderen Jonge kinderen zijn een risicogroep omdat ze nog onvoldoende vochtreserves hebben. Vooral kinderen met symptomen als diarree en koorts lopen gevaar bij blootstelling aan de zon of een verblijf in een afgesloten en warme omgeving.
Laat dus nooit een kind alleen achter in een wagen of een afgesloten ruimte.
Kijk erop toe dat kinderen de hele dag door regelmatig drinken, maar geef hen zo weinig mogelijk gesuikerde limonades. Water is de beste keuze
Lichte katoenen kleding in een heldere kleur beschermt het best tegen de zon
Bescherm ook hun hoofd met een hoedje of petje
Let erop dat de kinderen niet te lang in de zon spelen
Vooral rond de middag en in de vroege namiddag lopen ze een hoger risico om te verbranden.
Wrijf hen steeds in met een hoog beschermende zonnecrème
4.3 Sociaal geïsoleerde mensen Ook niet-bejaarden kunnen in sociaal isolement leven en weinig of geen bezoekers krijgen. In een noodsituatie lopen ze daardoor extra risico. Tijdens een hittegolf kan een beetje solidariteit veel problemen voorkomen.
Kent u mensen in uw omgeving waarvan u weet dat ze alleen leven, loop dan regelmatig even 16
langs om te kijken hoe het met hen gaat.
Help een handje door boodschappen te doen of naar de apotheek te gaan.
Ook al kent u hen niet goed, een beetje menselijke warmte helpt tegen de hitte.
4.4 Personen die grote inspanningen doen in het kader van hun werk of een sportactiviteit Beperk lichamelijke inspanningen zoveel mogelijk. Sporten tijdens een hittegolf of een ozonpiek is niet aangewezen en ook andere zware fysieke inspanningen kan u best laten. Als het echt niet anders kan, zorg dan dat u heel veel water drinkt.
4.5 Preventietips voor iedereen
Drink meer water dan gewoonlijk. Voldoende vocht opnemen is zeer belangrijk tijdens een hittegolf. Vermijd alcohol, koffie en dranken met veel suiker. Wacht niet tot u dorst hebt om een glaasje water te nemen.
Blijf binnen tijdens de heetste periodes van de dag. Een afgekoelde ruimte thuis of in een openbare plaats is het best. Houd vensters en gordijnen dicht aan de zonnekant zolang het buiten warmer is dan binnen. ’s Nachts is het ideale moment om te verluchten en uw woning te laten afkoelen. In uw huis is de ozonconcentratie trouwens de helft lager dan buiten, dus bij hoge ozonconcentraties blijft u best binnen.
Beperk lichamelijke inspanningen zoveel mogelijk. Sporten tijdens een hittegolf of een ozonpiek is niet aangewezen en ook andere zware fysieke inspanningen kan u best laten. Als het echt niet anders kan, zorg dan dat u heel veel drinkt.
Draag aangepaste kledij. De juiste kledij kan bescherming bieden tegen de zon. Draag daarom lichte kleding met een heldere kleur. Katoen geniet de voorkeur. Een hoed of een petje biedt uw hoofd extra bescherming tegen de zon.
Bescherm uw huid. Gebruik steeds een beschermende zonnecrème als u in de zon komt, ook al is dat voor een korte periode. Vergeet ook niet om u regelmatig opnieuw in te smeren. Heeft u een vraag over beschermende zonnecrèmes of eventuele bijwerkingen van medicijnen tijdens warme periodes, aarzel dan niet om de huisarts of apotheker om raad te vragen.
17
5. Alarmsymptomen bij hittegolf en/of ozonpiek 5.1 Het is belangrijk om bepaalde klinische alarmsymptomen te herkennen 5.1.1 Tekenen van uitdroging
droge mond, slijmvliezen, tong
rode, warme en droge huid
blijvende huidplooi na zacht knijpen in de huid
gevoel van dorst, zwaarte en uitputting
verwarring, ongewoon onrustig zijn, slaperigheid overdag, onrustige nachten
daling van het lichaamsgewicht
5.1.2 Tekenen van hitteslag
hoge lichaamstemperatuur
droge huid
hoge pols met een snelle evolutie naar bewustzijnsverlies en shocktoestand
5.2 Maatregelen bij tekenen van uitdroging of mogelijke hitteslag Neem onmiddellijk contact op met de verantwoordelijke arts of verpleger: zij zullen beslissen over een aangepaste behandeling (infuus, overbrenging naar een gespecialiseerd centrum).
5.3 Tot de komst van de hulpdiensten
Beschut de persoon indien mogelijk tegen de zon, op een koele plaats
Vermijd elk risico van vallen en dit door de persoon in een veilige houding te plaatsen
Kleed de persoon uit
Verstuif fris water over de persoon
Wikkel de persoon in een vochtig laken
18
6. Gemeentelijke veiligheidscel Lichtervelde Hierbij verwijzen we naar de meest recente versie van het ANIP.
19
7. Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) 7.1 Verantwoordelijke Gemeentelijke verantwoordelijke discipline 2
7.2 Permanentie Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) Tijdens de kantooruren Tel: 051/72.94.30 Buiten de kantooruren Tel: 051/72.94.30
7.3 Taken Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP)
adviseren in verband met het gemeentelijk hittegolf- en ozonpiekenplan Lichtervelde bij het o
opstellen
o
administratief bijhouden
o
testen
o
evalueren (gemeentelijk oefenprogramma)
o
jaarlijks actualiseren en de bestemmelingen ervan op de hoogte brengen
de zorgrisico’s inventariseren en analyseren
evalueren van gemeentelijke noodsituaties binnen de zorg
de alarmeringsschema’s opstellen en bijhouden
management tijdens pandemieën, hittegolf, ozonpiek...
organiseren van de voorafgaande informatie over zorgrisico’s zoals hittegolf, ozonpieken...
7.4 Plaats van samenkomst adres:
Gemeenthuis Markt 2 8810 Lichtervelde 051/72.94.30 051/72.94.36
Tel: Fax:
7.5 Samenstelling Lokaal Zorgmeldpunt (LZMP) 7.5.1 Beleidsgroep i.
gemeentelijke verantwoordelijke discipline 2
ii.
noodplanambtenaar
iii.
voorzitter van de gemeentelijke veiligheidscel 20
iv.
burgemeester
v.
schepen van gezondheid
vi.
gemeentesecretaris
vii.
informatieambtenaar
7.5.2 Zorgverleners i.
alle leden van het Gemeentelijk Overleg Thuiszorg (GOT)
ii.
huisartsen
iii.
apothekers
iv.
kinesisten
v.
thuisverpleging
vi.
poetsdiensten
vii.
diensten familiale hulp
viii.
dienstencentra
ix.
palliatieve thuiszorgdiensten
21
8
Communicatie en informatie
Hierbij verwijzen we naar de meest recente versie van het BNIP D5.
22
9
Schuilgaan
Hierbij verwijzen we naar de meest recente versie van het ANIP.
23
10 Evacuatie Hierbij verwijzen we naar de meest recente versie van het ANIP.
24
11 Middelen Hierbij verwijzen we naar de meest recente versie van het ANIP.
25
12 Nuttige contacten Indien u bijkomende uitleg wenst, kunt u contact opnemen met:
Contactcenter van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu 02 / 524.97.97 (tussen 8u en 17u)
Voor de beoefenaars van de gezondheidsberoepen: de cel medische bewaking tel + 0476 / 605 605. Mailen naar:
[email protected] Medische gevallen die ongewoon zijn qua ernst en frequentie en die met de hittegolf te maken hebben kunt u hier melden
De website www.gezondheid.belgie.be
Intergewestelijke cel voor leefmilieu www.irceline.be (ozonconcentraties)
Koninklijk Meteorologisch Instituut www.meteo.be (weerbericht)
http://airquality.issep.be
26
Deel II
Bijlagen
27
1. Lijst met gebruikte afkortingen AGN APN Amb ANIP BNIP CB CC CCGEM CP CPOPS DSI
EG GOT IPZ LG LZMP M1 MIP MSP MUG NIP POL PSIP PSM REG RK RVpunt SIT TRI VIP
Algemeen Gemeentelijk multidisciplinair Noodplan Algemeen Provinciaal Noodplan Ambulance Algemeen Nood- en Interventieplan: omvat de richtlijnen en de nodige informatie om een noodsituatie te beheersen Bijzonder Nood- en Interventieplan: ANIP met bijzondere richtlijnen voor bijzondere risico’s Civiele Bescherming Coördinatiecomité. De multidisciplinaire cel die de bevoegde overheid (burgemeester) bijstaat bij de beleidscoördinatie in de beleidsgroep op de commandopost (CP). Coördinatiecomité binnen de gemeentelijke fase van het nood- en interventieplan Commandopost = plaats waar de beleidsgroep het Coördinatiecomité (CC) onder leiding van de burgemeester samenkomt Operationele Commandopost = meestal de commandowagen van de brandweer (M1 of die van de zone Roeselare): hier verenigen zich de hoofden van de 5 disciplines. De supervisie op afstand gebeurt in het Coördinatiecomité (CC) Dringende Sociale Interventiedienst van het RK: vrijwilligers die voor opvang zorgen van de niet-gekwetsten en de familieleden. Zij krijgen ook alle administratieve gegevens van triage en ziekenhuizen zodat zij redelijk snel weten waar iedereen zich bevindt. Ook helpen ze mee bij de identificatie bij rampen. Ernstig Gewond = klasse II = geel = schildpad Gemeentelijk Overleg Thuiszorg Inter PolitieZone = zonevorming binnen discipline 3 Licht Gewond = klasse III = groen = doorkruiste ziekenwagen Lokaal ZorgMeldPunt Materiaalwagen 1 = snelle interventiewagen met alle reddingsmateriaal en tevens commandowagen Medisch InterventiePlan (monodisciplinair) = het gestandaardiseerd noodplan dat de medische keten opstart en organiseert in een noodsituatie Mobiele Sanitaire Post (uit Brugge) Medische UrgentieGroep = interventiewagen met urgentiearts en urgentieverpleegster Nood- en InterventiePlan Politie Psychosociaal Interventieplan Psychosociaal Manager, die de psychosociale zorg coördineert Regulatie = regelen van de afvoer van slachtoffers Rode Kruis Rendez-Vous punt: verzamelpunt waar de nieuwe middelen samenkomen Snel InterventieTeam van het RK = Ford Transit met extra mensen (meestal verpleegkundigen) en materiaal (Brugge) Triage Voorafgaand Interventieplan = een interventieplan opgesteld op verzoek van de betrokken burgemeester door de territoriaal bevoegde brandweerdienst om een doeltreffende en snelle
28
VMP VP ZE
actie van de hulpdiensten in de hand te werken bij gebouwen, gebouwcomplexen en installaties waar zeer grote gevaren voorkomen Vooruitgeschoven (Voorwaartse) Medische Post = noodhospitaal Verzamelpunt = verzamelpunt transportmiddelen en/of versterking bij de officier ambulances Zeer Ernstig gewond = klasse I = rood = haas
29