Hitlers American Dream Adolf Hitlers Amerikabeeld als sleutel tot zijn denken
Student
: Dymphy Tromp
Studentnummer
: 6002862
Master
: Geschiedenis - Duitslandstudies
Begeleider
: Willem Melching
Tweede lezer
: Moritz Föllmer
Inhoudsopgave Inleiding
3
1 Het Europese Amerikabeeld Inleiding 1.1 Politiek 1.2 Welvaart en economie 1.3 Cultuur Conclusie
6
2 Internationale politiek: het beleid van de Nieuwe Wereld Inleiding 2.1 Het belang van Lebensraum 2.2 Immigratiebeleid: een waardevol Volk 2.3 Amerika in oorlog en Hitler over Woodrow Wilson Conclusie
12
3 Economie en welvaart: Luxeproducten voor het Volk Inleiding 3.1 De Amerikaanse levensstandaard 3.2 Het belang van technologische ontwikkeling 3.3 Luxeproducten voor het Volk Conclusie
21
4 Cultuur: Unkultur in een lege consumptiemaatschappij Inleiding 4.1 De degeneratie van kunst en cultuur 4.2 Duitse Hochkultur en Amerikaanse Unkultur 4.3 Een Völkische consumptiemaatschappij Conclusie
31
5 Totale Weltherrschaft: De onvermijdelijke eindstrijd tegen Amerika 44 Inleiding 5.1 Oorlog als essentie van de nationaalsocialistische ideologie 5.2 De strijd tegen Amerika: verleden in toekomst 5.3 De weg naar de oorlogsverklaring: een week van grote gebeurtenissen Conclusie Conclusie
56
Literatuurlijst
59
2
Inleiding “Nordamerika wird in der Zukunft nur der Staat die Stirne zu bieten vermögen, der es verstanden hat, durch das Wesen seines inneren Lebens sowohl als durch den Sinn seiner äußeren Politik den Wert seines Volkstums rassisch zu heben und staatlich in die hierfür zweckmäßigste Form zu bringen. Indem aber eine solche Lösung als möglich hingestellt wird, werden sich an ihr eine ganze Anzahl von Nationen zu beteiligen vermögen, was zu einer erhöhten Ertüchtigung schon infolge der gegenseitigen Konkurrenz führen kann und führen wird. Es ist wieder die Aufgabe der nationalsozialistischen Bewegung das eigene Vaterland selbst für diese Aufgabe auf das äußerste zu stärken und vorzubereiten.” [Adolf Hitler 1928] 1
De twintigste eeuw wordt ook wel de eeuw van de opkomst van Amerika genoemd.2 Niemand kon meer om de nieuwe wereldmacht heen. Ook Adolf Hitler was zich bewust van het machtige rijk dat zich aan de andere kant van de oceaan bevond. Amerika nam in zijn wereldbeeld zelfs een bijzondere plaats in. Het land was anders dan alle andere landen ter wereld en machtiger dan andere reuzenstaten, zoals China en Rusland. Zoals bij veel Europeanen in die tijd het geval was, had Amerika bijna mythische proporties aangenomen. Hitler had Amerika nooit bezocht en moest zijn beeld dus vormen door boeken te lezen, films te bekijken en door ervaringen van anderen. Het was een soort droomwereld geworden en vormde een uitgangspunt voor Hitlers denken. Zijn opvattingen over Amerika werden in grote mate gevormd door zijn eigen denkbeelden en daarom kan Amerika dienen als vergrootglas voor Hitlers ideologie. Omdat hij Amerika vanuit een nationaalsocialistisch perspectief bekeek, werpt zijn Amerikabeeld een helder licht op de essenties van de nationaalsocialistische ideologie. In dit onderzoek wordt de ideologie van Hitler toegelicht aan de hand van het voorbeeld: Amerika. Het land diende voor Hitler als toetsingsvoorbeeld en bood een toekomstvisioen van Europa. Door naar Amerika te kijken kon Hitler bepalen waar hij wel, of juist niet heen wilde met het Duitse Rijk en kon hij duidelijk in beeld krijgen wie Adolf Hitler in Gerhard L. Weinberg ed., Hitlers zweites Buch : ein Dokument aus dem Jahr 1928 (Stuttgart 1961) 130. 2 Tenzij anders aangegeven wordt met “Amerika” telkens de Verenigde Staten van Amerika bedoeld. 1
3
uiteindelijk zijn vijand zou worden. Enkele historici schreven al over Hitler en Amerika, zoals Ian Kershaw, die Amerika wel benoemt, maar er geen hele hoofdstukken aan wijdt, en Phillip Gassert heeft een interessante bundel over Amerika in het Derde Rijk. Maar hoe Hitlers ideologie zijn beeld vormde en toepaste op Amerika, is onderbelicht gebleven.3 Veel historici hebben zich vooral gericht op het gehele nationaalsocialisme ten opzichte van Amerika, maar in dit onderzoek staat juist Hitler zelf centraal. Wat hierbij duidelijk moet zijn, is dat Hitler een ideoloog was en geen waanzinnige. Hij was een ideologisch gedreven politicus en Amerika vervulde een sleutelrol in zijn denkbeelden. Zijn analyses en opvattingen over Amerika werpen een duidelijk beeld op de essenties van de nationaalsocialistische ideologie. Amerika was voor Hitler enerzijds navolgenswaardig, maar anderzijds een waarschuwend voorbeeld. Om Hitlers opvattingen over Amerika goed in kaart te brengen, wordt voor dit onderzoek voornamelijk gebruik gemaakt van teksten van zijn eigen hand. Zijn eerste boek Mein Kampf vormt hierbij een belangrijke bron om zijn ideologie uiteen te zetten. Daarnaast is ook het tweede boek dat hij schreef in 1928, zijn Zweites Buch een sleutelwerk voor dit onderzoek. In dit boek, dat tijdens zijn leven niet is uitgegeven, ging Hitler uitgebreid in op de buitenlandse politiek en de kwestie Lebensraum.4 Het boek behandelde in grote mate de Duitse aanspraak op Zuid-Tirol, wat volgens Hitler opgegeven moest worden in ruil voor een bondgenootschap met Italië. Naast deze ZuidTirol kwestie was ook Amerika een veel voorkomend onderwerp in het Zweites Buch en dat maakt dit boek een belangrijke bron voor dit onderzoek. Daarnaast is er gebruik gemaakt van primaire bronnen, zoals de dagboeken van Joseph Goebbels, toespraken van Hitler en aantekeningen van gesprekken met Hitler. Het Amerikabeeld van Hitler wordt in dit onderzoek geanalyseerd aan de hand van verschillende thema’s. Bij elk thema wordt de impact op Hitlers ideologie toegelicht. De drie thema’s zijn als volgt: politiek en bevolking, economie en technologie en ten slotte cultuur. Er zullen ook enkele vergelijkingen met andere landen gemaakt worden om aan Philip Gassert, Amerika im Dritten Reich. Ideologie, Propaganda und Volksmeinung 1933-1945 (Stuttgart 1997), Ian Kershaw, Keerpunten. Tien beslissingen die de loop van de Tweede Wereldoorlog voorgoed veranderden (Houten 2007) en Ian Kershaw, Hitler. Hoogmoed en Vergelding (Houten 1999). 4 Een aantal begrippen worden in dit onderzoek niet naar het Nederlands vertaald, omdat ze een belangrijk onderdeel vormen van Hitlers ideologie en hun kracht verliezen wanneer ze worden vertaald. 3
4
te tonen dat het beeld dat Hitler had van Amerika anders was. Rusland was bijvoorbeeld een spiegelvoorbeeld van Amerika. Waar Amerika voor een groot deel een bevolking van hoge raciale waarde had, was in Rusland juist het tegenovergestelde het geval. In het eerste hoofdstuk wordt eerst het algemene Amerikabeeld bij de Europeanen geschetst. Dit toont aan dat Hitler een kind van zijn tijd was en zeker niet uniek, maar hij voegde wél iets toe: zijn ideologie. Vervolgens wordt in het tweede hoofdstuk over politiek en bevolking, uiteengezet wat Hitlers gedachten waren over de Amerikaanse Blut und Boden. Ook Hitlers theorieën over het buitenlandbeleid van Amerika komen hier aan bod. In het derde hoofdstuk over economie en technologie staat de hoge Amerikaanse levensstandaard centraal die door de film ook het ambitieniveau van de Europeanen verhoogde. Voor Hitler had ook het Duitse Volk5 recht op een dergelijke levensstandaard en door de zichtbaarheid van de Amerikaanse welvaart, was het onontkoombaar om ook de Duitse levensstandaard te verhogen. In dit hoofdstuk wordt ook zijn ambivalente houding ten opzichte van moderne techniek besproken. Het thema cultuur wordt in het vierde hoofdstuk geanalyseerd. Hitler zette de Duitse Kultur bovenaan in de hiërarchie, maar hoe dacht hij over de Amerikaanse cultuur? Een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse cultuur was ook de consumptiemaatschappij die een grote mate van individualisme met zich meebracht. Niemand kon er omheen dat deze maatschappijvorm zijn weg naar Europa had gevonden, maar deze stond haaks op Hitlers ideeën van een Volksgemeinschaft waarbij het Volk als één lichaam achter haar natie stond. Daarom moest er voor Duitsland een op maat gemaakte Völkische consumptiemaatschappij komen. Hoe Hitler deze maatschappij voor zich zag, wordt ook in het vierde hoofdstuk besproken. Volgens Hitlers ideologie was totale Weltherrschaft een einddoel en was een eindstrijd tussen grote rijken onvermijdelijk. De tegenstander in deze strijd zou uiteindelijk Amerika zijn. In het vijfde hoofdstuk worden daarom Hitlers opvattingen over oorlog uiteengezet en wordt duidelijk waarom en hoe Amerika uiteindelijk zou moeten worden overwonnen. Na het lezen van dit onderzoek, zal duidelijk zijn wat de implicaties waren van Hitlers Amerikabeeld voor zijn ideologie en politiek.
Het woord Volk, wordt enkel met een hoofdletter geschreven wanneer het Hitlers superieure Arische Volk betreft. 5
5
1 Het Europese Amerikabeeld
“The advent of the United States of America as the greatest of worldpowers is the greatest political, social, and commercial phenomenon of our times. For some years past we have all been more or less dimly conscious of its significance. It is only when we look at the manifold manifestations of the exuberant energy of the United States, and the worldwide influence which they are exerting upon the world in general and the British Empire in particular, that we realize how comparatively insignificant are all the other events of our time”. [William Thomas Stead 1902] 6 Inleiding Aan het eind van de negentiende eeuw en vooral in het begin van de twintigste eeuw werd het voor Europeanen steeds duidelijker zichtbaar dat er aan de andere kant van de oceaan een nieuwe wereldmacht opkwam. Deze Nieuwe Wereld was voor de Europeanen als het ware een blik in de toekomst. Amerika werd als spiegel van de Europese samenleving gebruikt, het land van de vrijheid en onbegrensde mogelijkheden.7 De inleiding van de Britse journalist William Thomas Stead in zijn bestseller The Americanization of the World uit 1902, toont eenzelfde beeld. In Europa was men zich bewust van de opkomst en de grootsheid van Amerika. Stead voorspelde een American century en voorzag een wereld geleid door Amerika en het Britse Rijk. In alle opzichten was Amerika dynamisch en interessant. De economie leek niet te stuiten, de politiek had geleerd van het Europese voorbeeld en werd nauwelijks gehinderd door sentimenten uit het verleden en het Amerikaanse theater en de Hollywoodfilm spraken tot de Europese verbeelding. In dit hoofdstuk zullen deze drie thema’s: politiek, welvaart en economie, en cultuur vanuit Europees perspectief worden beschreven. In de rest van het onderzoek zullen deze thema’s worden toegespitst op Hitler en vormen zo een leidraad voor het gehele onderzoek.
William Thomas Stead, The Americanization of the World, or, the Trend of the Twentieth Century (Londen 1902) 5. 7 Frits Boterman, Duitse dichters en denkers. Het belang van cultuur in de moderne Duitse geschiedenis (Amsterdam 2008) 183. 6
6
1.1 Politiek Al in de eerste helft van de negentiende eeuw groeide in Europa de belangstelling voor de Amerikaanse staatsinrichting en samenleving. Een grote en zeer bekende auteur was de Franse filosoof Alexis de Tocqueville. In 1831 vertrok hij samen met Gustave de Beaumont voor negen maanden naar Amerika om daar in eerste instantie het gevangenissysteem, de slavernij en de rassenscheiding te bestuderen. In zijn belangrijkste en meest bekende werk De la démocratie en Amérique uit 1835 zette hij echter de volledige Amerikaanse samenleving en democratie uiteen en vergeleek deze met het systeem in Europa en in het bijzonder in Frankrijk. Bij zijn onderzoek richtte hij zijn aandacht niet op de oorspronkelijke bewoners van Amerika, maar op de kolonisten vanuit Europa. Democratie was in die tijd voor Europa een nieuw fenomeen en door op praktische wijze de Amerikaanse democratie te beschrijven, maakte Tocqueville duidelijk of het ook in Europa toepasbaar was.8 Amerika was volgens hem verder op een weg die Europa ook bewandelde.9 Hierbij wees hij wel op de gevaren die een democratie met zich mee kon brengen. Volgens de Tocqueville had Amerika niets te vrezen van revoluties, maar een belangrijke uitzondering hierop vormde de rassenstrijd. De la démocratie en Amérique was zeer succesvol in Europa en geldt nog steeds als een klassieker in verschillende wetenschappen. Hieruit bleek al duidelijk de interesse vanuit Europa voor Amerika. Ook in Nederland keek men naar Amerika. Hier publiceerde historicus Johan Huizinga in 1918 zijn vier essays Mensch en Menigte in Amerika. Zonder het land bezocht te hebben, dat zou hij in 1926 pas gaan doen, sprak uit zijn essays de bewondering voor het land. Huizinga beschreef vooral hoe anders alles in Amerika was in vergelijking tot Europa. Hij benoemde het gebrek aan geschiedenis, maar zag dit niet als iets negatiefs. In Amerika zou geen strijd zijn tussen het oude en het nieuwe. Dit gold ook voor het politieke bestel: “[…]in Amerika loopt de scheidingslijn niet zoo grif tusschen het oude en het nieuwe. In Amerika zijn alle machten nieuw en daardoor ontbreken in de Amerikaansche geschiedenis bijna al de factoren, die de Europeesche beheerschen.”.10
James Q. Wilson, ‘Tocqueville and America’, Claremont Review of Books, 2012 nr. 2, 14. K. Van Berkel, ‘Amerika als spiegel van de Europese cultuurgeschiedenis’ in: K. van Berkel e.a. ed., Amerika in Europese ogen. Facetten van de Europese beeldvorming van het moderne Amerika (’s-Gravenhage 1990) 12. 10 Johan Huizinga, Mensch en Menigte in Amerika. Vier essays over moderne beschavingsgeschiedenis (Haarlem, 1918) 3. 8 9
7
Direct na de Eerste Wereldoorlog kon niemand meer om Amerika heen. Niet alleen had Amerika met militair ingrijpen de oorlog een beslissende wending gegeven, ook de rol van de Amerikaanse president Woodrow Wilson en zijn veertien punten in het Verdrag van Versailles verstevigde de positie van Amerika in Europa. Hier was niet iedereen even gelukkig mee. Zo zag men in Duitsland, Amerika als een nieuw imperialistisch Groot-Brittannië en zou Duitsland het slachtoffer zijn geworden van Amerikaans imperialisme.11 Of mensen positief of negatief stonden tegenover Amerika hing veelal ook af van de politieke stroming waartoe men behoorde. Liberalen zagen Amerika doorgaans als het land van de toekomst. Zij stonden hiermee tegenover linkse stromingen en rechtse antidemocraten die veelal een kritische houding tegenover Amerika innamen. Zij zagen Amerika als een ‘lege samenleving’ waarin men enkel materialistisch was. Aan dit oordeel ontkwam Amerika zelfs niet bij Johan Huizinga, die na zijn bezoek aan Amerika in 1926 zijn ‘losse opmerkingen’ of eigenlijk reisverslag bundelde in Amerika. Levend en Denkend. Hierin was hij minder positief dan toen hij Mensch en Menigte schreef en het land nog nooit bezocht had. Amerika slingerde hem “[…]tusschen aanvaarding en verzet van het eene uur op het andere, en de volkomen oplossing van alle tegenstellingen wordt ook in het herdenken niet bereikt.”.12 Het feit dat Huizinga zijn eerste hoofdstuk inleidde met de quote “Progress is a terrible thing” van de Amerikaanse filosoof William James zei eigenlijk al genoeg. 1.2 Welvaart en economie De Amerikaanse economie werd vooral vanuit liberale hoek bewonderd, maar niemand kon haar explosieve economische en technologische groei ontkennen. Hiermee steeg ook de Amerikaanse levensstandaard wat de blik in de toekomst voor de Europeanen versterkte. Zo zorgde de uitvinding van de lopende band voor een hoge productie en waren luxeproducten als auto’s voor steeds meer mensen bereikbaar. Een belangrijke rol hierin speelde Henry Ford, de grondlegger van Ford Motor Company. Zijn auto’s waren de eerste die ook voor de arbeider betaalbaar waren. Dit was haalbaar door de ontwikkeling van de massaproductie, de introductie van de lopende band en het betalen van behoorlijke salarissen. 11 12
Boterman, Duitse dichters, 186. Johan Huizinga, Amerika. Levend en Denkend (Haarlem, 1926) 5.
8
Uit het succes van Ford en zijn aanpak vloeide de stroming Fordisme. Een variant op het Taylorisme waarin standaardisatie en efficiency centraal stonden. In het Fordisme was vooral de manier van bedrijfsorganisatie van belang, maar eigenlijk verwees het begrip naar de hele consumptiemaatschappij die in Amerika was ontstaan.13 Het Fordisme was een voorbeeld voor velen in Europa en de theorie van Ford. Hogere lonen leiden tot grotere koopkracht, wat weer leidt tot meer consumptie, waardoor de vraag stijgt en daarmee de productie en uiteindelijk weer de lonen. Volgens historicus Frits Boterman beloofde Ford een nieuw soort kapitalisme, dat door technische innovaties en massakoopkracht de sociale tegenstellingen zou oplossen en door rationalisering de levensstandaard zou verhogen.14 Ook Huizinga sprak zijn bewondering uit voor de Amerikaanse welvaart en vooral voor de techniek. Hij noemde de uitvinding van de auto en vooral de radio van zo’n grote betekenis dat deze nauwelijks te overzien is. 15 Echter liet hij een negatieve kanttekening ook hier niet achterwege: “Met den bioscoop deelt voorts de radio de eigenschap, dat zij dwingt tot een sterke maar oppervlakkige spanning der aandacht, die het na-denken, of laat mij zeggen, het reflecteerend opnemen, volstrekt uitsluit.”.16 Hieruit bleek wederom dat veel Europeanen Amerika beschouwden als een technologisch hoogstaande, maar cultureel inhoudsloze maatschappij. Het kleine percentage dat het land daadwerkelijk bezocht bevestigde het beeld van ‘de leegte van Amerika’ vaak, zoals ook was te zien bij Huizinga.17 Jeffrey Fear stelt in zijn recensie van het boek Unbegrenzte Möglichkeiten: "Amerikanisierung" in Deutschland und Frankreich (1900-1933) van Egbert Klautke dat “The Europeans perceived American society as one in which everyone drove the same cars, dressed alike, and ate the same foods; where individualism was crushed, social hierarchies were levelled, and the dangerously independent "new women" dominated the arts.”18
13
Deze maatschappijvorm wordt in dit onderzoek gezien als onderdeel van de Amerikaanse cultuur en wordt daarom in het thema cultuur behandeld. 14 Boterman, Duitse dichters, 191. 15 Huizinga, Amerika. Levend, 16. 16 Ibidem, 17. 17 Rob Kroes, De leegte van Amerika. Een massacultuur in de wereld (Amsterdam 1992). 18 Jeffrey Fear, ‘Review Unbegrenzte Möglichkeiten: "Amerikanisierung" in Deutschland und Frankreich’, Business History Review (2007) 396-398, aldaar 396.
9
1.3 Cultuur Ook de uitingen van Amerikaanse cultuur vonden hun weg naar Europa. In de Weimarrepubliek was er een opleving van het culturele Amerikanismus, waarbij moderne Amerikaanse fenomenen razend populair waren, zoals jazzmuziek, boksen, mode, revues, radio en film. Vooral de Hollywoodfilm sprak tot de verbeelding en werden ook veel Duitse producties naar Amerikaans Hollywood voorbeeld gemaakt. Zoals Der Blaue Engel uit 1930, de doorbraak van Marlene Dietrich, die later zoals vele andere Europese acteurs naar Hollywood vertrok.19 De populariteit van de Hollywoodfilm kwam ook tot uiting in de populariteit van de persoon Charlie Chaplin. “Mr. Chaplin, kommen Sie nach Europa!”, schreef de filmrecensent Béla Balázs in zijn fictieve brief aan Charlie Chaplin in het link liberale tijdschrift Weltbühne.20 Volgens historicus Sabine Hake sloten vooral Links-liberale intellectuelen Charlie Chaplin in het hart: “What they perceived in Charlot, as he was affectionately called, was the utopian vision of a cinema freed of the constraints of filmic realism and devoted solely to exploring the aesthetic qualities of the new medium.”.21 Chaplin werd gezien als de belichaming van de moderniteit die de strijd aanging met de normen en waarden van de elite. Hij was degene die kunst, technologie en massacultuur met elkaar verbond.22 Toen Chaplin dan eindelijk Berlijn bezocht in 1931 liep de hele stad uit om deze beroemdheid in het echt te kunnen zien. Huizinga besteedde in zijn Amerika. Levend en Denkend ruim aandacht aan de Amerikaanse cultuur en in het bijzonder aan de Amerikaanse pers. Hij beschrijft de cultuur als naar buiten gekeerd: “De cultuur ligt uitgestald in de krant, in de school, in het museum, toegankelijk voor iedereen.”.23 Vooral de Amerikaanse krant had een verbazingwekkend effect op hem, het was een onhandelbaar ding en de Europese reiziger zou zich vooral afvragen wat er zich nu echt in de wereld afspeelt. Wat dat betreft zweefde Huizinga dus net als vele andere Europeanen tussen een positieve en een negatieve mening over Amerika.
Frits Boterman, Cultuur als Macht. Cultuurgeschiedenis van Duitsland 1800-heden (Amsterdam, 2013) 374-378. 20 Sabine Hake, ‘Chaplin Reception in Weimar Germany’, New German Critique (1990) 87-111, aldaar 87. 21 Ibidem, 88-89. 22 Ibidem, 89. 23 Huizinga, Amerika. Levend, 24. 19
10
Een onderdeel van de Amerikaanse cultuur was ook de, door de economische welvaart ingegeven, consumptiemaatschappij. Hierbij besteden mensen het grootste deel van hun vrije tijd aan consumeren. Het was een Amerikaanse levensstijl die ook zijn weg naar Europa gevonden had, maar vooral werd gezien als iets negatiefs, omdat het de vervlakking van de maatschappij in de hand zou werken. Volgens de Praagse schrijver Franz Kafka beroofde het de mens van zijn individualiteit en maakte het hem tot marionet zonder enig gevoel. Voor veel Europeanen werd Amerika gekenmerkt door een onpersoonlijke, vervreemdende levensstijl. 24 Op welke manier zou ooit deze consumptiemaatschappij vormgegeven kunnen worden in Europa? Conclusie In de twintigste eeuw had Amerika haar weg gevonden naar Europa. Voor veel Europeanen was het een droomwereld en bood Amerika een blik in de toekomst van Europa. Europeanen die de mogelijkheid hadden Amerika daadwerkelijk te bezoeken, keerden vaak met gemengde gevoelens terug naar huis. Het land was prachtig modern en had een grote voorsprong op Europa, maar daarnaast was het vooral ook erg leeg. Op welke manier kon deze Amerikaanse maatschappij geschikt gemaakt worden voor Europa? In de volgende hoofdstukken zal het Amerikabeeld van Hitler worden beschreven. In vooral zijn Zweites Buch zette Hitler zijn opvattingen over Amerika uiteen, net zoals veel van zijn tijdgenoten dit ook hadden gedaan. Hitler was een kind van zijn tijd en zijn Amerikabeeld verschilde daarom niet veel van dat van andere Europeanen in de twintigste eeuw.
H.O. Neuschäfer, ‘De vrijheid als schrikbeeld. Kafka’s perceptie van Amerika’ in: K. van Berkel e.a. ed., Amerika in Europese ogen, 83. 24
11
2 Internationale politiek: het beleid van de Nieuwe Wereld Inleiding In het vorige hoofdstuk zijn de contouren aangegeven van het Amerikabeeld van Europeanen. Vanaf nu zal dit onderzoek zich richten op Hitler en op zijn gedachten en theorieën over Amerika. Hierbij vormt vooral zijn Zweites Buch uit 1928 een belangrijke bron, omdat hij in dit boek zijn ideeën over buitenlandse politiek uiteenzette. Anders dan in Mein Kampf schreef hij in het Zweites Buch relatief veel over Amerika. Hitler had een duidelijke theorie over het succes van Amerika en hoe de toekomst zou verlopen met zo’n grote wereldmacht. In zijn optiek werd de wereld gedomineerd door grote landen. Amerika was daarom in potentie het machtigst. In dit hoofdstuk wordt in de eerste paragraaf het belang van Lebensraum besproken, een essentieel onderdeel van Hitlers ideologie. Hoe keek Hitler naar de Amerikaanse landmassa en wat voor mogelijkheden bracht deze uitgestrektheid? Vervolgens wordt in de tweede paragraaf ingegaan op het Volk van dat Lebensraum. Hoe belangrijk was Lebensraum daadwerkelijk als er geen Volk van hoge raciale waarde op leefde? Ook komt hier aan bod hoe Hitler dacht over de Amerikaanse bevolking en wat zijn theorieën waren over het succes van de Amerikaanse immigratie. Uiteindelijk wordt in de derde paragraaf een van Hitlers belangrijkste elementen van politiek beschreven: oorlog. Een onvermijdelijk iets voor elke gezonde staat en dus ook voor zijn eigen Duitse Rijk. Hoe keek Hitler naar de Amerikaanse buitenlandse politiek met als belangrijkste factor, de inmenging van Amerika in de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende vredesregeling? 2.1 Het belang van Lebensraum De begrippen Lebensraum en Volk waren de kern van het denken van Hitler. Het waren voor Hitler de voorwaarden voor vooruitgang en in deze begrippen kon een verklaring gevonden worden voor het bestaan van succesvolle- of juist niet succesvolle staten. Dit gold ook voor de spectaculaire opkomst van Amerika. Zoals zal blijken was de kwaliteit van het Volk het belangrijkste element voor een succesvolle staat, maar zonder een groot en vruchtbaar Lebensraum was deze ontwikkeling onmogelijk. De Lebensraum van Amerika was niet alleen heel groot, hun grond was ook nog eens erg vruchtbaar en over verschillende zones verdeeld, waardoor het land
12
beschikking had over veel delfstoffen, zoals olie. Hierin zag Hitler het probleem voor Europa. De Europeaan zou de Amerikaanse levensstandaard vanzelfsprekend vinden en dit ook altijd blijven nastreven, maar hij vergat hierbij dat de verhouding tussen bevolking en grond niet hetzelfde is als in Amerika. In het Zweites Buch zei hij hier het volgende over: “[…]das Verhältnis der Volkszahl zur Grundfläche des amerikanischen Kontinents ein unendlich günstigeres ist als die analogen Verhältnisse der europäischen Völker zu ihren Lebensräumen. […] Und wenn durch emsigsten Fleiß für Deutschland oder Italien eine weitere Steigerung der Volkszahl möglich wäre, dann würde sie in der amerikanischen Union oben bis zu einem Vielfachen dessen möglich sein. Und wenn endlich jede weitere Steigerung in diesen beiden europäischen Ländern endgültig unmöglich ist, dann kann die amerikanische Union noch jahrhundertelang weiterwachsen, bis endlich das Verhältnis erreicht sein wird, das wir heute schon haben.“25
“Die Aussichten des deutschen Volkes sind trostlose.”, aldus Hitler.26 Het Duitse Volk was hopeloos verloren wanneer het aankwam op Lebensraum. In Europa zou het Duitse Rijk nooit aan genoeg Lebensraum kunnen komen om net zo te kunnen leven als de Amerikanen. Om een geduchte concurrent van Amerika te kunnen worden of het land zelfs voorbij te streven, moest de Duitse Lebensraum uitgebreid worden naar het Oosten. Vanwege deze gedachte was oorlog altijd een onmisbaar instrument van buitenlandse politiek. Het feit dat Amerika over zoveel Lebensraum beschikte, was van grote invloed op het Amerikaans gedrag naar buiten toe. Voor Hitler was uitbreiding of de hang naar expansie een natuurlijk menselijk verschijnsel. Het was ook een kenmerk van jonge staten die zich automatisch naar buiten richten, wanneer de binnenlandse kolonisatie voltooid was.27 Omdat Amerika over zo’n groot gebied beschikte, was deze wens naar uitbreiding niet aanwezig. Dit in combinatie met een ontbrekende politieke traditie, zorgde ervoor dat Amerika weinig oog had voor het buitenland. Bovendien was Amerika
Hitler, Zweites Buch, 58. Ibidem, 121. 27 Ibidem, 131. 25 26
13
door zijn ligging vrijwel onaantastbaar. Verplichtingen op het gebied van buitenlands beleid schudde Amerika volgens Hitler van zich af om zich alleen te richten op het eigen binnenlandse beleid, voorlopig althans. Als Hitlers theorie klopte, kwam er een moment waarop een land zich zou richten op het buitenland. 2.2 Immigratiebeleid: een waardevol Volk Volkeren en rassen namen in Hitlers ideologie een belangrijke positie in en zijn raciale denkbeelden waren hier onlosmakelijk mee verbonden. Een Volk was de drijvende kracht achter een succesvolle staat, dus dit moest in Hitlers ogen de verklaring zijn voor het succes van Amerika. De kern van zijn analyse was immigratie. Niet zomaar immigratie, maar de verhuizing van de meest waardevolle mensen in Europa naar Amerika. Hitler beschrijft Amerika als een Europese kolonie waar de sterkste Europese schakels vanuit Europa naar toe getrokken zijn. Juist dit zouden de mensen met het meeste initiatief zijn die, moe geworden van een vastgeroest Europa, erop uit trokken naar een nieuwe wereld. Wie waren dit? Uiteraard de nordische bevolking van Europa, de Germaanse, ook wel aangeduid als ‘Arische mens’. Amerika was dus volgens Hitlers theorie een product van Europese emigratie.28 Hoewel Hitler zich in Mein Kampf bijna niet uitlaat over Amerika, in tegenstelling tot in zijn Zweites Buch, komt deze conclusie hier wel al aan bod: “Nord-Amerika, dessen Bevölkerung zum weitaus größten Teile aus germanischen Elementen besteht […]”.29 Om zijn bewering kracht bij te zetten, verwees hij naar het minder succesvolle MiddenAmerika waar de immigranten zich met de oorspronkelijke bevolking hadden vermengd. In Noord-Amerika zat de Germaanse mens, raszuiver en vrijwel zonder spoor van bloedvermenging. Precies het toekomstbeeld dat hij had van zijn Derde Rijk onder de nationaalsocialisten. Een zuiver Volk moest je zuiver houden en daarom was het volgens Hitler belangrijk om toe te zien op de immigratie. Ongezonde elementen moest de toegang tot een gezonde staat geweigerd worden. Hitler bewonderde het immigratiebeleid van Amerika en stelde dat Duitsland en Amerika op dit vlak dezelfde opvattingen hadden. 30 In Amerika werden mensen geselecteerd op een manier waar Hitler van droomde. Hij Gerhard L. Weinberg, ‘Hitler’s Image of The United States’, The American Historical Review 69 (1964) 1006-1021, aldaar 1009. 29 Adolf Hitler, Mein Kampf (München 1934), versie uit 1943, 313. 30 Ibidem, 490. 28
14
stelde dat het Amerikaanse volk werd gefilterd door de immigratiewetten. Zoals de wetten die het aan het einde van de negentiende eeuw mogelijk maakten mentaal en chronisch zieke personen de toegang tot het land te weigeren. In 1925 werd in Amerika zelfs een immigratiewet aangenomen die de toestroom van Italianen en Oost-Europese Joden aan banden legde. De Amerikaanse overheid creëerde op deze manier een jong en gezond volk. Een serieuze bedreiging voor Europa waar de geboorteregulering steeds zwakker zou worden en oorlog en emigratie, naar bijvoorbeeld Amerika, de bevolking uitdunde. Juist de mensen die door oorlog en emigratie verloren gingen, had Europa zo hard nodig, de mannen die strijden voor hun vaderland en de vindingrijke en avontuurlijke emigranten. Hitler vreesde ervoor dat het Duitse Volk Amerika op deze manier niet bij zou kunnen houden. Een jonge en gezonde bevolking, zoals in Amerika, was Hitlers ideaalbeeld. Echter, in zijn ogen had de degeneratie in Duitsland al ingezet en werd het Volk mede door raciale vermenging steeds zwakker. Hitler beargumenteerde dit soort denkbeelden met de theorie van het sociaal darwinisme. Deze ideeën waren afkomstig van auteurs zoals Houston Steward Chamberlain die persoonlijk invloed uitoefende op Hitler. Tijdens de evolutie waren er superieure rassen ontstaan en ook rassen van mindere waarde. Net zoals in de dierenwereld, moest het meest ontwikkelde ras het mindere ras onderwerpen of zelfs uitroeien. Hitler beschouwde het Duitse of Arische ras als superieur, maar was bang voor degeneratie door rassenvermenging. Als de degeneratie nog enkele honderden jaren aanhield , zou het Duitse Volk in geen geval het jongere en gezondere Amerikaanse volk kunnen bijhouden: “Unser Volk wird, wenn es mit gleicher politischer Gedankenlosigkeit wie bisher in die Zukunft hineinlebt, den Anspruch auf Weltbedeutung endgültig entsagen müssen. Es wird rassisch mehr und mehr verkümmern, bis es endlich zu degenerierten, animalischen Freßsäcken heruntersinkt, denen selbst die Erinnerung an die vergangene Größe fehlen wird.“31
31
Hitler, Zweites Buch, 127.
15
De degeneratie van de Duitse bevolking zou er voor kunnen zorgen dat Duitsland eindigde met een status zoals die van Nederland en Zwitserland, tweederangs staten zonder inspraak in Europa. Een waar schrikbeeld voor Hitler! 32 Voor Hitler gold een bevolking van de hoogste raciale waarde als belangrijkste element van een staat en alleen dit was bepalend voor succes. Grote bevolkingsaantallen of oppervlakte alleen waren niet voldoende. Hitler stelde kwaliteit boven kwantiteit: “nicht Zahlen, sondern Werte”.33 Amerika had wat dat betreft alles mee, een groot Lebensraum, vruchtbare grond en een volk van hoge raciale waarde. In Hitlers logica vormde Rusland daarom dan ook geen bedreiging voor Europa. Met meer inwoners en een grotere oppervlakte dan Amerika, had Rusland net zo gevaarlijk kunnen zijn. De raciale waarde van de Russische bevolking was echter veel lager dan dat van de Duitsers en Amerikanen, waardoor een Russische heerschappij nergens ter wereld gevreesd werd. Hitlers uiteenzetting van de opkomst en het succes van Amerika grensde aan jaloezie. Alles wat Amerika had, begeerde hij voor de toekomst van het Duitse Rijk. Hoe zou dit ooit mogelijk zijn als niet alle benodigde factoren, een groot Lebensraum en boven alles een bevolking van hoge raciale waarde, aanwezig waren? Oplossingen hiervoor zette hij natuurlijk al uiteen in Mein Kampf en ook in zijn Zweites Buch gaat hij hiermee verder. Uit het Zweites Buch blijkt dat hij vooral bewondering had voor het vooroorlogse Amerika. Het door hem zo geprezen immigratiebeleid bood een mogelijkheid voor Europa om Amerika bij te benen. Doordat het steeds makkelijker werd om naar Amerika te emigreren, trokken ook Europeanen van mindere raciale waarde naar de Nieuwe Wereld. Omdat deze mensen zich nieuw vestigden in Amerika en dit keer niet op basis van avontuur zoals eerdere immigranten, voelden zij zich meer verbonden met hun Europese vaderland. Hier was de assimilatie in Amerika volgens Hitler mislukt: “Blutfremde Menschen mit ausgeprägt eigenem Nationalgefühl oder Rasseinstinkt hat übrigens auch die amerikanische Union nicht einzuschmelzen vermocht.”.34 Ook in Amerika ging het in Hitlers ogen dus bergafwaarts. Als Duitsland op tijd het tij kon keren en de degeneratie tegen kon gaan, zou er een mogelijkheid bestaan om Amerika bij te benen of zelfs op termijn voorbij te streven. Hitler, Zweites Buch, 127. Ibidem, 128. 34 Ibidem, 132. 32 33
16
Een gezonde staat had een sterk Volk van hoge raciale waarde nodig en voldoende Lebensraum. Uit de menselijke drang naar expansie vloeide volgens Hitler logischerwijs altijd oorlog. Hoezeer Hitler Amerika ook bewonderde, hij bleef over het land praten in een competitieve vorm. Het was de taak van de nationaalsocialisten Duitsland te versterken en zich zo klaar te maken voor de onvermijdelijke strijd tegen Amerika. 2.3 Woodrow Wilson en Amerika in oorlog Strijd, met andere woorden oorlog, was voor Hitler onvermijdelijk. 35 Vooral na het verlies van de Eerste Wereldoorlog kon een oorlog voor het voortbestaan van het Arische ras niet uitblijven. Als het Arische ras daadwerkelijk van de hoogste raciale waarde was, zou het een volgende oorlog moeten winnen en zich daarmee verzekeren van voldoende Lebensraum voor uiteindelijke wereldheerschappij. In Hitlers denken, gebaseerd op het sociaal darwinisme, waren rijken altijd met elkaar in strijd. Hier was ook zijn analyse van Amerika op gebaseerd. Zoals in het volgende hoofdstuk te lezen is, had Hitler veel bewondering voor de Amerikaanse economie, maar hij benadrukte ook dat het dom was om te denken dat de wedloop tussen Europa en Amerika alleen op economisch vlak zou zijn: “Es ist aber leichtsinnig zu glauben, daß die Auseinandersetzung zwischen Europa und Amerika nur immer wirtschaftsfriedlicher Natur sein würde, wenn wirtschaftliche Momente endlich zu bestimmenden Faktoren des Lebens anwachsen.”.36 Oorlog was een logisch gevolg van de natuurlijke expansiedrang van de mens. “Je mehr aber ein Volk sich zu dem Glauben bekennt, daß es durch wirtschaftsfriedliche Betätigung allein sein Leben erhalten könne, um so mehr wird gerade seine Wirtschaft selbst dem Zusammenbruch ausgeliefert. Denn endgültig ist die Wirtschaft als eine rein sekundäre Angelegenheit im Völkerleben gebunden an die primäre Existenz eines kraftvollen Staates. Vor dem Pflug hat das Schwert zu stehen und vor der Wirtschaft eine Armee.”37
Ian Kershaw, Keerpunten. 418. Hitler, Zweites Buch, 131. 37 Ibidem, 124. 35 36
17
De inmenging van Amerika in de Eerste Wereldoorlog vormde niet alleen een keerpunt in de oorlog, maar ook
in Hitlers denken over Amerika. Tegelijkertijd
bevestigde het ook zijn theorie over staten, in een succesvolle staat was oorlog onvermijdelijk, dus dit was ook voor Amerika het geval. Dat Amerika zich op 6 april 1917 mengde in de oorlog was voor Hitler ook vanzelfsprekend, omdat je met neutraliteit niks bereikte. Wederom verwees Hitler hier naar Nederland en Zwitserland. Als Amerika zich net als deze landen niet had gemengd in de oorlog en neutraal was gebleven, was het nu ook een tweederangs land geweest. Wie de oorlog ook zou winnen, door deelname liet Amerika zien een belangrijk land te zijn.38 Vrij negatief was Hitler echter over de rol van de toenmalige Amerikaanse president Woodrow Wilson. In het Zweites Buch besteedde hij een aantal pagina’s aan de president en de reden voor inmenging in de oorlog: “Wie Amerika in den Krieg eintrat”.39 Hitler had geen goed woord over voor de Wilsonschen Kriegspolitik en stelde dat de president al in 1915 van plan was een oorlog tegen Duitsland te voeren. Hij haalde hierbij de Amerikaanse geheime dienst aan die vanaf 1915 de Duitse ambassade in Amerika aftapte. Uit Hitlers verhaal wordt duidelijk dat hij vond dat er een vals spelletje gespeeld was: “Man beachte die Zeit -- es war zu Beginn des Jahres 1915, als diese Einrichtung geschaffen wurde, also zu einer Zeit, wo die Vereinigten Staaten mit Deutschland und Österreich-Ungarn noch in Frieden lebten, und Wilson nicht müde wurde, zu versichern, daß er feindselige Absichten gegen Deutschland nicht hege. Auch die Zeit, wo der damalige deutsche Botschafter in Washington, Graf Bernstorff, keine Gelegenheit versäumte, der freundlichen Gesinnung und der freundschaftlichen Gefühle Wilsons für Deutschland und das deutsche Volk Anerkennung zu zollen.”40
In dezelfde tijd dat Wilson geen kans onbenut liet om Duitsland te complimenteren, gaf hij ook opdracht tot het mobiliseren van de oorlogsindustrie. Hitler ondersteunde zijn bewering dat Wilson al besloten had tot de oorlog met beweringen Hitler, Zweites Buch, 140. Ibidem, 213. 40 Ibidem. Niet alleen in Duitsland vonden afluisterpraktijken plaats, ook in het neutrale Nederland werden op grote schaal ambassades afgeluisterd. 38 39
18
van de Amerikaanse historicus Harry Elmer Barnes, die stelde dat Amerika tijdens de oorlog aan de verkeerde kant had gevochten. Volgens Barnes was de oorlog niet de schuld van Duitsland, maar was het veroorzaakt door het agressieve optreden van de geallieerden.41 Hitler wilde hiermee een einde maken aan de mythe dat Amerika, in het bijzonder president Wilson, onbedoeld en tegen zijn wil de oorlog ingezogen werd door de aanslag van een Duitse onderzeeër op het Amerikaanse passagiersschip Lusitania. Het hoofd van de Amerikaanse geheime dienst ten tijde van de oorlog, William J. Flynn, publiceerde na de oorlog zijn memoires in het Amerikaanse tijdschrift Liberty. Deze memoires waren voor Hitler een bewijs dat Amerika al voor het begin van de oorlog bezig was met afluisteren van Duitse prominenten en dat de Amerikaanse beweringen over een vriendelijke opstelling jegens Duitsland niet correct waren.42 Vervolgens deed Hitler een beroep op het Duitse Volk: “Die Lektüre des Flynnschen Artikels muß bei jedem Menschen mit gesundem deutschen Blut in den Adern ein Gefühl heller Empörung zurücklassen, nicht bloß über die heimtückische Politik Wilsons, sondern auch, und besonders, über die unglaubliche Dummheit mit der man in der deutschen Botschaft dieser Politik in die Hände arbeitete.”43
Voor Hitler had Amerika in de oorlog een beslissende rol. De enige reden dat Duitsland verloor, had te maken met de Amerikaanse inmenging en het gebrek aan steun in eigen land, niet omdat Groot-Brittannië zo sterk was.44 Duitsland was na de oorlog in Hitlers ogen niet langer de grootste bedreiging voor Groot-Brittannië. Het grootste gevaar voor Groot-Brittannië lag niet meer in Europa, maar in Amerika. Hitler vervolgde zijn verhaal met een blik op de toekomst. Hij bepreekt mogelijke bondgenoten in Europa en ziet er eigenlijk maar twee van waarde: Italië en GrootBrittannië. Als Duitsland in de toekomst zou deelnemen aan een nieuwe statencoalitie Deborah E. Lipstadt, Denying the Holocaust. The Growing Assault on Truth and Memory (New York 1993) 74. 42 Hitler, Zweites Buch, 214. 43 Ibidem, 215. 44 De Dolkstootlegende: Theorie van Duitse legerleiding over het verlies van de oorlog. Duitsland zou de oorlog hebben verloren, omdat het leger niet voldoende gesteund was door de Duitse bevolking, met name de arbeiders, aan het thuisfront. De linkse regering had, met hulp van stakende arbeiders, de soldaten aan het front een dolkstoot in de rug gegeven. De verantwoordelijkheid van de Duitse nederlaag kon zo afgeschoven worden op de regering en het thuisfront. 41
19
met andere waardevolle en sterke staten, was het mogelijk om op te staan tegen een wereldheerschappij van Amerika. De allesbepalende oorlog richting het oosten moest dan al gevoerd zijn, waardoor het Duitse Rijk genoeg Lebensraum zou hebben veroverd. Pas dan, en met behulp van een bondgenootschap met het machtige Groot-Brittannië, kon er een vuist gemaakt worden richting Amerika. Hitlers vertrouwen in een bondgenootschap met Groot-Brittannië is opvallend. Zelfs na de Eerste Wereldoorlog zag hij dit als een serieuze optie. Strijd was dus het kenmerk van een gezonde staat en was daarmee ook vanzelfsprekend in Hitlers plannen opgenomen. Het beïnvloedde volgens Hitler ook het buitenlandse beleid van Amerika. In hoofdstuk 5, Totale Weltherrschaft wordt Hitlers ideologie met betrekking tot oorlog verder geanalyseerd. Ook wordt hier beschreven in welk licht de uiteindelijke oorlogsverklaring in december 1941 gezien moet worden. Conclusie Amerika had eigenlijk alles wat Hitler begeerde voor zijn Duitse Rijk. Een gezond, Germaans Volk van de hoogst raciale waarde en een Lebensraum, veilig omringd door oceanen. Een land dat groot genoeg was om zich nog honderden jaren te kunnen ontwikkelen. De begrippen Lebensraum, Volk, strijd en oorlog komen op alle mogelijke manieren voor in Mein Kampf en Hitlers Zweites Buch. Ook in de passages over Amerika in vooral het Zweites Buch vormde competitie de rode draad. Het doel was oorlog en volgens het darwinistische principe survival of the fittest, zou het sterkste Volk hier als overwinnaar uit komen en totale wereldheerschappij hebben. Voor Hitler was dit het Arische Volk. Het Volk dat ook van Amerika zo’n sterke staat gemaakt had. Maar het Amerikaanse Volk werd, net als het Duitse slachtoffer van degeneratie. Als Hitler de regeneratie van zijn Volk voor elkaar kon krijgen, was er een kans om Amerika te verslaan in een oorlog die, volgens Hitlers theorie, onvermijdelijk was. De Eerste Wereldoorlog vormde een omslagpunt in Hitlers denken over Amerika. Een oorlog tegen Amerika en andere grote staten was volgens zijn theorieën überhaupt noodzakelijk, maar de manier waarop Amerika zich in de oorlog mengde voelde voor Hitler bijna hetzelfde als het verraad in eigen land waarbij het Duitse leger met een dolk in de rug gestoken werd door het Duitse arbeidersfront. Een oorlog tegen Amerika werd op deze manier nog noodzakelijker en vanzelfsprekender.
20
3 Economie en welvaart: Luxeproducten voor het Volk Inleiding Economie was voor Hitler niet zo belangrijk als politieke en militaire macht, maar toch belangrijk genoeg om er in zijn Zweites Buch een aantal bladzijden aan te wijden. Dat het Duitse Volk er volgens Hitler heel slecht voor stond, is in het vorige hoofdstuk beschreven. De enige redding lag voor Hitler in een groter Lebensraum en herleving van de Duitse economie. Om te kunnen voorzien in de stijgende levensstandaard van het Duitse Volk, zou Duitsland afhankelijk kunnen worden van import en export.45 Dat was niet Hitlers ideaal. Hij wilde een Lebensraum, groot genoeg om ook op economisch vlak volledig zelfvoorzienend te zijn. Amerika had volgens Hitler een grote invloed op de verwachtingen van het Duitse Volk dat onder meer door de uitvinding van film kennis had kunnen maken met de Amerikaanse levensstandaard. Om dit te kunnen verklaren had hij wederom theorieën opgesteld. Deze worden samen met de Amerikaanse levensstandaard besproken in de eerste paragraaf. In de tweede paragraaf worden Hitlers opvattingen over techniek en het belang hiervan uiteengezet. Hoe keek hij aan tegen de technologische ontwikkelingen in Amerika en wat voor voordelen kon dit voor Duitsland hebben? Hitler had grote bewondering voor degene die mede verantwoordelijk was voor de hoge levensstandaard in Amerika, namelijk Henry Ford. Niet voor niets had hij een portret van de industrieel en oprichter van Ford Motor Company op zijn werkkamer in München hangen. Een inspiratiebron voor Hitler en uiteindelijk ook voor de Duitse Volkswagen. Dat Hitler in Ford een inspiratiebron zag, is opmerkelijk te noemen en onderstreept zijn ambivalente opvattingen over techniek. Dit komt in de laatste paragraaf aan bod. 3.1 De Amerikaanse levensstandaard Ten tijde van het schrijven van zijn Zweites Buch in de tweede helft van de jaren twintig, was het Duitse Volk volgens Hitler minder dan ooit in staat om zichzelf te kunnen voorzien uitsluitend door middel van eigen territorium. Alle pogingen om zichzelf van eigen bodem te kunnen voeden, door bijvoorbeeld de grond vruchtbaarder te maken, waren niet toereikend. Het groeiende bevolkingsaantal tegenover een niet groeiende 45
Hitler, Zweites Buch, 123.
21
Lebensraum maakten de vooruitzichten hopeloos. Nog problematischer was het volgens Hitler dat het Duitse Volk door de moderne media goed op de hoogte was van de hoge levensstandaard van de Amerikanen. Iets wat volgens Hitler niet verwonderlijk was: “So wie die Lebensbedürfnisse des flachen Landes sich steigern durch langsame Kenntnisnahme und den Einfluß des Lebens der Großstädte, so steigert sich aber auch das Lebensbedürfnis ganzer Völker unter der Einwirkung des Lebens bessergestellter reicherer Nationen. Nicht selten wird von einem Volk ein Lebensstandard als ungenügend empfunden, der noch 30 Jahre vorher als Maximum erschienen wäre, einfach nur deshalb, weil man unterdes Kenntnis erhielt vom Lebensstandard eines anderen Volkes.”46
Met het Lebensraum dat Duitsland op dat moment bezat, was het behalen van deze hoge Amerikaanse levensstandaard voor het Duitse Volk onmogelijk. Duitsland zou afhankelijk moeten worden van andere landen om te kunnen voorzien in de wensen van het Volk. Nog meer problemen zag Hitler binnen Europa en voornamelijk in GrootBrittannië. Een economisch machtig Duitsland vormde een bedreiging voor GrootBrittannië. Met de Eerste Wereldoorlog nog vers in het geheugen, zou Groot-Brittannië dit niet accepteren en daarom zijn toevlucht zoeken in geweld om Duitsland te bestrijden. Zolang het Duitse leger niet opgebouwd was, was Duitsland verloren tegenover Groot-Brittannië. Het hebben van een omvangrijk en sterk leger was voor Hitler dus een voorwaarde voor economische groei. 47 Maar zelfs als aan alle voorwaarden was voldaan, kon Duitsland en eigenlijk heel Europa nog lang niet op tegen de grootste concurrent: Amerika. De Amerikaanse auto-industrie met haar enorme exportmogelijkheden gold voor Hitler als belangrijkste waarschuwing voor de Duitse en Europese markt. Doordat de Amerikaanse afzetmarkt zo groot was, de koopkracht in het land zo hoog en de Amerikanen zichzelf konden voorzien met grondstoffen, waren er productiemethoden mogelijk die in Europa ondenkbaar zouden zijn. Door de hoge productiecijfers kwamen Amerikaanse auto’s ook naar Europa en zelfs in de Duitse straten zag Hitler ze al rijden. Amerika was de grootste speler geworden op het wereldwijde exporttoneel en het zou
46 47
Hitler, Zweites Buch, 121. Ibidem, 123.
22
voor Europa bijna onmogelijk worden om daar nog tegenop te kunnen boksen. Europa beschikte volgens Hitler simpelweg niet over dezelfde productiemogelijkheden als Amerika.48 Op 4 april 1934 gaf Hitler een interview voor de Duitse pers dat werd gepubliceerd in partijkrant de Völkischer Beobachter. Hierin stelde hij dat de levensstandaard van het Duitse Volk moest worden verhoogd en dat Duitsland hier zelf in moest kunnen voorzien. Door middel van meer industrie en een optimale benutting van de Duitse grond, zou iedereen aan het werk gezet worden, de werkloosheid dalen, de koopkracht stijgen en daarmee de hoge levensstandaard waar de Duitse burger naar verlangde gerealiseerd kunnen worden. De vraag of de Rijkskanselier hiermee een soort proletariaat met gelijke inkomens in gedachten had, beantwoordde hij met een resoluut: “Ganz im Gegenteil”. Hitler had juist meer het Amerikaanse model in gedachten.49 Het Duitse Volk moest volgens Hitler geen primitief Volk worden, maar een Volk met de hoogst denkbare levensstandaard. De Amerikanen golden hierbij als voorbeeld. In Amerika was niet iedereen gelijk, maar was het mogelijk de sociale ladder te beklimmen. Dit wilde Hitler ook voor Duitsland. Ieder individu moest de mogelijkheid hebben de ladder te beklimmen en zichzelf te ontplooien.50 Het Amerikaanse ideaal van de onbegrensde mogelijkheden was volgens Hitler ook voor het Duitse Volk weggelegd. De Duitse burger als individu was dus belangrijk voor Hitler, maar hij stelde hierbij wel dat elk individu, de samenleving als geheel in het achterhoofd moest houden: “Die erste Fensterscheibe war ein Luxusartikel, aber heute fragt jedermann
nach
Glass.
Es
wurde
zu
einem
allgemeinen
Gebrauchsartikel. Die erste Glühbirne war ein Luxusartikel, aber der Erfinder bezweckte, sie einem jeden zugänglich zu machen. Der Zweck und das Ziel eines jeden Fortschrittes muss sein, ein ganzes Volk, ja die ganze Menschheit glücklicher zu machen.”51
Max Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen 1932-1945. Kommentiert von einem deutschen Zeitgenossen (München 1965) Band I Triumph, Erster Halbband 1932-1934, 27. Januar 1932, 85. 49 Ibidem, 25. März 1934, Interview in Völkischer Beobachter 373. 50 Ibidem. 51 Ibidem. 48
23
3.2 Het belang van technologische ontwikkeling
Hitler was gefascineerd door de technologische voorsprong van Amerika. Hij zag Duitsland in de toekomst als een geïndustrialiseerd land. Op deze manier zou het ook kunnen concurreren met Amerika. Uit zijn teksten in Mein Kampf en zijn Zweites Buch blijkt dat hij een groot voorstander was van technologische vooruitgang en rationalisering. Dit uitte zich onder andere in zijn interesse voor auto’s en wapentechniek.52 Hitlers neues Europa moest wat betreft natuurlijke bronnen, expansie en technologische ontwikkelingen uiteindelijk Amerika kunnen bijbenen, of nog beter, voorbij streven.53 Alleen de verovering van Lebensraum, begeleid en mogelijk gemaakt door technologie, kon dit in de toekomst mogelijk maken. Technologie was voor Hitler een manier om het leven van het Duitse Volk te verbeteren en de positie van het Duitse Rijk in de wereld te verstevigen. Historici zijn het erover eens dat Hitler een bijzondere en ambivalente houding innam ten aanzien van modernisme en technologie. Enerzijds greep hij met zijn nationaalsocialistische ideologie terug op de Duitse geschiedenis en mythes die de boerenstand verheerlijkten en leek hij de komst van de moderne wereld te vervloeken, anderzijds omarmde hij technologische ontwikkelingen en was hij, zoals eerder duidelijk is geworden, een groot liefhebber van gemotoriseerde voertuigen. Maar ook hier moesten technologische ontwikkelingen in het teken staan ter verbetering van het Duitse Volk. De Duitse historicus Philipp Gassert stelt in zijn boek Amerika im Dritten Reich, dat Hitler in zijn interesse in techniek en modernisme puur selectief was. Zo mocht technologische
vooruitgang
geen
democratisering
tot
gevolg
hebben:
“Das
nationalsozialistische Deutschland war nur an einer höchst selektiven “Modernisierung” interessiert und keineswegs an einer “Anglo-Amerikanisierung” in der klassischen Bedeutung dieses Begriffes, der technischen Fortschritt und Demokratisierung umfasst.”.54 Hitler was zich bewust van het feit dat de landen om hem heen niet stil stonden en dat de nieuwste voertuigen en wapens uitermate belangrijk zouden zijn in een volgende oorlog. Daarnaast zou het ontwikkelen van nieuwe technologieën de levensstandaard van het Duitse Volk verhogen, maar Hitler was er duidelijk in dat men
Philipp Gassert, Amerika im Dritten Reich, 26. Ibidem, 27. 54 Ibidem. 52 53
24
in geen geval alle vertrouwen in de economie alleen moest leggen. Dit zou een Volk namelijk alleen maar verzwakken: “Sowie aber ein Volk überhaupt erst sein Leben mit dem Gedanken sättigt, durch wirtschaftsfriedliche Betätigung allein das tägliche Auskommen finden zu können, um so weniger wird es im Falle des Scheiterns dieses Versuches an eine gewaltsame Lösung denken, sondern im Gegenteil, es wird dann erst recht den leichtesten Weg einzuschlagen versuchen, der den Mißerfolg der Wirtschaft behebt, ohne das Blut dabei riskieren zu müssen. Tatsächlich befindet sich Deutschland schon heute mitten in diesem Zustand.”55
Dat Hitler technologische ontwikkeling belangrijk vond, bleek ook uit de kring van intimi die hij om hem heen verzamelde. Vooral mensen met een technologische achtergrond en veel kennis van het onderwerp schoten omhoog in de partijhiërarchie van de NSDAP. Hitlers vraagbaken op het gebied van techniek was Fritz Todt, NSDAP lid sinds 1923 en ingenieur. Door Todts kijk op techniek behoorde hij tot Hitlers favorieten. Ongeveer 3000 kilometer autoweg werd onder zijn leiding tijdens de tweede helft van de jaren dertig aangelegd. Todts doel was het om de Duitse techniek zo ver te ontwikkelen dat het de Duitse samenleving tot een hoger plan kon tillen. Dit moest het gat tussen techniek en cultuur, veroorzaakt door moderniteit, dichter bij elkaar brengen.56 Dit onderscheidde Duitsland volgens Todt van de zielloze Amerikaans/Joodse techniek. Door zijn denkbeelden was hij precies wat Hitler graag zag in een nationaalsocialist. Hitler was dus een groot liefhebber van techniek, wat eigenlijk een bijeffect was van moderniteit. Hij wist dat het belangrijk was en onmisbaar als Duitsland mee wilde komen met de rest van de wereld. Volgens historicus Roger Griffin had Hitler vooral iets tegen ‘Joodse moderniteit’. Ook hieruit blijkt hoe selectief Hitler was.57
Hitler, Zweites Buch, 64. Richard Overy, The Dictators. Hitler’s Germany, Stalin’s Russia (London 2004) 237. 57 Roger Griffin, Modernism and Fascism. The Sense of a beginning under Mussolini and Hitler (New York 2007) 280. 55
56
25
Afbeelding 1 Hitler bekijkt het model van een Autobahn brug. Rechts van hem Fritz Todt en uiterst rechts is huisarchitect Albert Speer te zien.
Afbeelding 2 Ook Hitler maakt zijn handen vuil bij de bouw van de snelweg in Frankfurt in 1933. Rechtsachter hem Fritz Todt.
3.3 Luxeproducten voor het Volk Een hogere levensstandaard betekende dat luxe producten toegankelijk moesten worden voor de gewone burger. Als autoliefhebber betekende dat voor Hitler dat auto’s beschikbaar moesten zijn voor zo veel mogelijk mensen. Hij droomde van het Amerikaanse straatbeeld waarin miljoenen auto’s rondreden. De motorisering van de wereld was volgens Hitler onvermijdelijk en er moest rekening mee worden gehouden in de toekomst. Hij noemde de Amerikaanse auto-industrie de voorloper van alle andere industrieën ter wereld, het zou bepalend zijn voor de toekomst. 58 Het succes en de culturele standaard van een land konden volgens Hitler bepaald worden aan de hand van het aantal auto’s dat er rond reed en het aantal kilometers autoweg dat er lag.59 Hitler was een bewonderaar van het zogenaamde Fordisme. Een uitvloeisel van het Taylorisme waarbij een optimaal productieproces en massaproductie centraal stonden. Productieprocessen werden gerationaliseerd om zo veel mogelijk uit een werknemer te halen en de productie te verhogen. Bij het Fordisme werden deze productietechnieken geperfectioneerd. Het Fordisme is genoemd naar de Amerikaanse industrieel Henry Ford. Hij verfijnde het gebruik van de lopende band en de specialisering van het productieproces en werd daarmee het symbool van de overgang van een landbouweconomie naar een industriële economie. Door Fords verfijning van
Griffin, Modernism and Fascism, 124. Wolfgang König, ‘Adolf Hitler vs. Henry Ford. The Volkswagen, the role of America as a model, and the failure of a Nazi consumer society’, German Studies Review (2004) 249-268, aldaar 251. 58 59
26
het productieproces was hij in staat auto’s te produceren die ook door zijn eigen arbeiders gekocht konden worden. De Amerikaanse auto-industrie diende voor Hitler als model voor zijn toekomstige Duitse rijk. Net zoals veel van zijn tijdgenoten was hij een groot bewonderaar van Henry Ford. Hitler las diens autobiografie in 1924 tijdens zijn verblijf in de gevangenis en zag zichzelf als de ‘Duitse Ford’.60 De manier waarop er in Amerika auto’s geproduceerd werden en het een onderdeel van massaproductie geworden was, bood oplossingen voor de Duitse economie. Het zou een impuls voor de economie betekenen en een einde maken aan de hoge werkloosheid. Ook de zo gewenste hoge levensstandaard zou gerealiseerd kunnen worden wanneer de gewone burger de mogelijkheid had een auto aan te schaffen. Wat dit betreft waren Hitlers plannen voor de massaproductie van auto’s een mogelijkheid om aan populariteit onder de Duitse bevolking te winnen. Daarnaast zouden de productietechnieken ook erg goed van pas komen in het geval van oorlog.61 Een aspect dat Hitler nooit uit het oog verloor. Niet alleen de samenleving zou te maken krijgen met een motorisering, ook voor oorlogsvoering was het onoverkomelijk en kon het een belangrijk verschil maken. Hitlers bewondering voor Ford was groot, maar in tegenstelling tot andere bewonderaars zag hij in Fords filosofie geen oplossing voor sociale vraagstukken. Deze konden wederom alleen opgelost worden met een uitbreiding van het Lebensraum. Hitlers bewondering voor Ford had waarschijnlijk in grote mate te maken met diens politieke opvattingen. Naast het feit dat Ford een afkeer zou hebben gehad van het kapitalisme, had hij ook antisemitische denkbeelden. Fords ideeën over Joden en zijn manier van bedrijfsvoering, een autoritäres Führertum volgens Gassert, maakten hem voor veel rechts georiënteerde intellectuelen aantrekkelijk.62 Voor Hitler kwam hier zijn liefde voor auto’s bij. Fords ideeën gaven hem de mogelijkheid om het Duitse Volk voor zich te winnen met de ontwikkeling van een auto voor het Volk: de Volkswagen. De productie en verkoop van auto’s in Duitsland werd volgens Hitler door ‘marxisten’, een term die Hitler gebruikte voor alle linkse partijen inclusief de sociaaldemocratische SPD, tegengehouden. Die aanpak was verkeerd en men realiseerde zich niet hoe belangrijk de auto zou worden in de toekomst. Door de auto te blijven zien als luxeproduct en er hoge belastingen op te heffen, zou de ontwikkeling ervan stagneren en Overy, The Dictators 237. Konig, ‘Adolf Hitler vs. Henry Ford’, 251. 62 Gassert, Amerika, 53. 60 61
27
nooit hetzelfde niveau als in Amerika kunnen halen. Op producten die in ontwikkeling zijn moest de staat volgens Hitler überhaupt geen belasting heffen, omdat dit zorgde voor stagnatie. Bij Hitlers jaarlijkse toespraak op de opening van de Internationale Automobil- und Motorradausstellung in Berlijn voor vertegenwoordigers van de Duitse auto-industrie, zette hij op 15 februari 1936 zijn ideeën uiteen over de gevolgen van belasting op luxegoederen: “Ein kapitaler Denkfehler übrigens, aus dem zu ersehen war, wie sehr auch unsere bürgerliche wirtschaftliche Einsicht bereits versagte. Denn die sogenannte Luxusartikel-Besteuerungs-Theorie ist überall dort ein Unsinn, wo nach aller menschlichen Voraussicht der Luxus ein Allgemeingut zu werden verspricht. Mann soll vor allem nicht jene Produktionen besteuern, die noch in der Entwicklung begriffen sind, sondern solche, deren Entwicklung ersichtlich schon als abgeschlossen gelten kann. Dass man dann aus einem so falschen Denken heraus alle jene besonderen Maßnahmen vernachlässigte oder überhaupt unterließ, die geeignet sein konnten, die Entwicklung dieser so unerhört erfolgversprechenden und aussichtsreichen Industrie zu fördern, braucht
kaum
noch
erwähnt
zu
werden.
Finanzamt
und
Polizeidirektionen arbeiteten gemeinsam an der möglichst gründlichen Erdrosselung und Ausrottung der deutschen Kraftverkehrsentwicklung und damit der Kraftverkehrswirtschaft, und es ist ihnen – dieses Kompliment kann den marxistisch-zentrümlichen Regierungen nicht vorenthalten werden – der gemeinsame Angriff wunderbar gelungen.”63
Het Duitse Volk had volgens Hitler dezelfde behoefte aan auto’s als het Amerikaanse volk. In dezelfde toespraak noemde hij het Amerikaanse voorbeeld, waar men in staat was betaalbare auto’s te produceren, briljant.64 Als Duitsland ook maar enigszins mee wilde komen met economieën zoals die van Amerika, moesten deze Amerikaanse technieken overgenomen worden. In 1929 reden er zo’n 26 miljoen auto’s in Amerika, dat was ongeveer een auto per vijf personen. Dit niveau had Duitsland nog lang niet bereikt en dat was Hitler een doorn in het oog. Het feit dat het Duitse Volk
Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen, Band I Triumph, Zweiter Halbband 1935-1938, 15. Februar 1936, Speech Internationale Automobil- und Motorradausstellung Berlin, 577. 64 Ibidem. 63
28
jarenlang verstoken was van auto’s maakte dat zij juist nu, misschien meer dan enig ander volk ter wereld, zo naar auto’s verlangde. De Duitse auto-industrie kreeg van Hitler het advies rekening te houden met het inkomen van haar toekomstige klanten. Hitler vond 1000 Mark een goede prijs voor een auto. Dit nam niet weg dat er ook auto’s van 20.000 Mark verkocht konden worden. De ene auto sloot de andere niet uit. Dit deed de Ford auto in Amerika namelijk ook niet. Integendeel, de lage prijs van de Ford had ervoor gezorgd dat meer mensen mobiel werden en uiteindelijk de mogelijkheid kregen om duurdere auto’s te kunnen aanschaffen. Ook hier was het dus volgens Hitler mogelijk de ladder te beklimmen. Het Duitse Volk mocht niet langer weggehouden worden van grote economische ontwikkelingen.65 Henry Ford was voor Hitler dus een voorbeeldfiguur en de Amerikaanse autoindustrie wilde hij op een zelfde manier in Duitsland realiseren. Tegelijkertijd vormden de Ford-auto en de Amerikaanse auto-industrie concurrentie voor zijn plannen met Duitsland. In 1936 kwam hij daarom met het verbod op het kopen van Ford-auto’s door partijleden en Goebbels’ ministerie van Propaganda und Volksaufklärung zorgde ervoor dat er geen nieuwsberichten meer werden gepubliceerd over nieuwe goedkope Ford auto’s die in Amerika in ontwikkeling waren.66 Van eerlijke concurrentie, onmisbaar voor een gezonde economie, was Hitler dus duidelijk niet gediend, maar het sloot wel goed aan bij Hitlers wens dat Duitsland zelf in alles moest kunnen voorzien. Conclusie Hitler bewonderde de Amerikaanse vooruitgang op het gebied van techniek. Hij wilde een Duitse versie van de Amerikaanse consumptiemaatschappij creëren en een begin maken met een auto voor de gewone man, de Volkswagen. Het is duidelijk dat Hitler het belang van een sterke economie zag. Het was volgens hem een voorwaarde voor een succesvolle staat. Toch benadrukte Hitler dat economie het niet zo belangrijk was als politieke en militaire macht: Je mehr aber ein Volk sich zu dem Glauben bekennt, daß es durch wirtschaftsfriedliche Betätigung allein sein Leben erhalten könne, um so Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen, 15. Februar 1936, Speech Internationale Automobil- und Motorradausstellung Berlin, 577. 66 König, ‘Adolf Hitler vs. Henry Ford’, 253. 65
29
mehr wird gerade seine Wirtschaft selbst dem Zusammenbruch ausgeliefert. Denn endgültig ist die Wirtschaft als eine rein sekundäre Angelegenheit im Völkerleben gebunden an die primäre Existenz eines kraftvollen Staates. Vor dem Pflug hat das Schwert zu stehen und vor der Wirtschaft eine Armee.67
In het volgende hoofdstuk worden Hitlers opvattingen over cultuur geanalyseerd. In hoeverre verschilde de Duitse Kultur van de Amerikaanse cultuur? Een onderdeel dat al in enige mate in dit hoofdstuk is besproken, de massaconsumptie, komt terug in het hoofdstuk over cultuur. Een consumptiemaatschappij zoals in Amerika was volgens Hitler ook voor het Duitse Volk weggelegd, maar dan wel op zijn voorwaarden en volgens zijn ideologie vormgegeven.
67
Hitler, Zweites Buch, 124.
30
4 Cultuur: Unkultur in een lege consumptiemaatschappij Inleiding Cultuur was net als macht en economie een onmisbaar onderdeel van de nationaalsocialistische samenleving. Volgens Hitler leed de volledige Duitse samenleving aan degeneratie en deze ontwikkeling was ook op het gebied van kunst en cultuur werkzaam. In dit hoofdstuk wordt geanalyseerd waarom cultuur voor Hitler zo belangrijk was en hoe hij stond tegenover de Amerikaanse cultuur die volgens veel Europeanen werd gekenmerkt door de hoog ontwikkelde consumptiemaatschappij. Dat deze maatschappijvorm ook naar Europa zou komen, was onontkoombaar, maar dan wel graag in een aangepaste vorm. Ten opzichte van de Amerikaanse cultuur zag Hitler namelijk zowel positieve als negatieve invloeden die niet allemaal toepasbaar waren op de Duitse samenleving. Hitler rangschikte zelfs cultuur op een hiërarchische manier. Het Duitse Volk kenmerkte zich door Kultur en stond in de hiërarchie bovenaan. Veel volken waren volgens Hitler wel geciviliseerd, maar dit betekende tegenover Kultur weinig positiefs. Een voorbeeld waren de Fransen, die zouden wel beleefd zijn, maar niet beschaafd. Hitler gaf de tegenstelling tussen Kultur en Zivilisation als volgt aan: “Denn man kann nicht Kultur, die ein allgemeiner Lebensausdruck eines bestimmten Volkes ist, irgendeinem anderen Volk mit ganz anderen seelischen Voraussetzungen vermitteln. Dies ginge höchstens mit einer sogenannten internationalen Zivilisation, die, sich aber zur Kultur verhält wie eine Jazzmusik zu einer Beethovenschen Symphonie.”68
In dit hoofdstuk zal als eerste de houding van Hitler ten opzichte van kunst en cultuur geanalyseerd worden. Er wordt uitgelegd waarom ook cultuur aan degeneratie onderhevig was en wat voor maatregelen Hitler hiertegen wilde nemen. Vervolgens worden specifieke onderdelen van de Amerikaanse cultuur besproken en hoe Hitler hier tegenover stond. Wat zag hij als nuttige invloeden op het Duitse rijk en wat beschouwde hij als Unkultur? Uiteindelijk komt de Amerikaanse consumptiemaatschappij aan bod,
68
Hitler, Zweites Buch, 165.
31
omdat dit een onderdeel was van de Amerikaanse cultuur. Hoe kon deze voor het Duitse Volk worden omgevormd tot een op maat gemaakte Völkische consumptiemaatschappij? 4.1 De degeneratie van kunst en cultuur Hitler zag zichzelf als kunstenaar en had daarom duidelijke ideeën en opvattingen over kunst en cultuur. Het onderwerp was dan ook, net zoals de politiek en de economie, onlosmakelijk verbonden met zijn nationaalsocialistische ideologie. Zijn Duitse Volk was met hun Kultur op dit gebied wederom superieur aan andere volkeren en de Duitse cultuur had veel grootsheid voortgebracht. In Mein Kampf sprak Hitler over Duitse kunst en cultuur als de nationale trots en dat de Duitser trots mag zijn, tot zo’n hoog ontwikkeld Volk te behoren. Het was voor Hitler een reden om je als Volk beter te voelen dan andere, minder ontwikkelde volkeren zonder nationale cultuur en zonder nationale trots. Op veel plekken waar het Duitse Volk zich ooit had gevestigd, was er een hoogwaardige Kultur ontstaan. Deze theorie zette Hitler kracht bij door te wijzen op de oude Grieken en het Habsburgse Rijk. De Duitsers hadden het in het Habsburgse Rijk voor elkaar gekregen dit ‘politisch so künstlichen Gebilde’ rijk te doordringen met een hoogwaardige Kultur.69 Dit was de reden dat het zo lang had kunnen blijven bestaan, ondanks de fragiele politieke structuur die eigen was aan deze multiculturele staat. Hetzelfde was het geval met Amerika. Duitse immigranten hadden dit land opgebouwd en bijgedragen aan de culturele vorming. Hitler stoorde zich eraan dat deze bijdragen niet toegeschreven werden aan de Duitse Kultur, maar aan de Amerikaanse. Hitler stelde dat de mens wat cultuur betreft in drie groepen te verdelen was: ‘Würde man die Menschheit in drei Arten einteilen: in Kulturbegründer, Kulturträger und Kulturzerstörer, dann käme als Vertreter der ersten wohl nur der Arier in Frage.’. 70 Hij noemde het Duitse Volk ook de Kulturdünger voor andere volken. De grootsheid van een natie als Amerika had voor een groot deel te maken met wat het Duitse Volk daar had bereikt en bijgedragen.71 De Duitse Kultur werkte volgens Hitler bevruchtend op andere culturen en bracht ze op een hoger niveau. Hitler verbond Kultur aan hoog ontwikkelde volken en dan vooral aan het Arische Volk. Waar de Ariër was, kon men Kultur vinden. Hij maakte expliciet duidelijk Hitler, Zweites Buch, 74. Hitler, Mein Kampf, 318. 71 Hitler, Zweites Buch, 117. 69 70
32
dat dit volksgebonden was en niet over te brengen op andere volken. De achterliggende wens van Duitse kolonisatie om de Duitse Kultur over te brengen was volgens Hitler dan ook onzin. In een speech uit 1927 benadrukte hij dit. Hij sprak hier over de degeneratie van Kultur die de Joden teweeg brachten en dat ras volgens Joden van ondergeschikt belang was. Om de waanzin van dit Joodse idee aan te tonen, wees Hitler op ‘de neger’. Als de Joden gelijk hadden en ras niet essentieel was, was het mogelijk de neger uit Afrika te halen en in een leeg Duitsland te zetten. Duitsland zou er dan precies hetzelfde uitzien als op dat moment het geval was. De neger had dan een net zo’n hoogwaardige Kultur als de Duitser opgebouwd. Dit was volslagen onzin volgens Hitler. Het was absoluut onmogelijk dat de jazzband, een hoogstaande Kultur zoals het Duitse Volk op dat moment had voortgebracht, ook had kunnen realiseren.72 Het was slecht gesteld met de Duitse Kultur, aldus Hitler. Moderne invloeden die vooral vanaf de Eerste Wereldoorlog hun intrede hadden gedaan, hadden de hoogwaardige Duitse Kultur in een toestand van degeneratie gestort met als dieptepunt de Weimar Republiek, die in het teken stond van modernistische experimenten en expressionistische schilders. 73 74 De publieke moraal werd vergiftigd door de communistische dreiging, waardoor Duitse kunst en cultuur omver werden geworpen. De Duitse Kultur moest daarom beschermd worden tegen decadente Joodse en bolsjewistische invloeden van het modernisme. Hitler koppelde deze decadentie aan de grote stad en de massacultuur die deze met zich meebracht. Hitlers grootste bewonderaar en zijn minister van Propaganda Joseph Goebbels was het roerend met zijn Führer eens. Hij walgde van het bolsjewisme zoals hij dat in Berlijn aanschouwde, met haar Joodse warenhuizen en kitscherige hotels. Ze weerspiegelden het ‘Kulturbolschewismus’ van de Duitse Kultur.75 Volgens Hitler was de programmering van bioscopen en theaters een vergiftiging van de geest en vooral de Duitse jeugd was hierdoor in gevaar. Er moest daarom een grote schoonmaak worden gehouden. Theater, kunst, literatuur, bioscoop, pers, reclame en etalages moesten worden verlost van de uitingen van een ‘verfaulenden Welt’ en in
Hitler, Collection of Speeches. Speech in Schleiz, Thuringia, 18 januari 1927. Roger Griffin, Modernism and Fascism. The Sense of a Beginning under Mussolini and Hitler (2007 New York) 283. 74 Kershaw, Hoogmoed, 346. 75 Shelley Baranowski, Strength Through Joy. Consumerism and Mass Tourism in the Third Reich (Cambridge 2004) 32-33. 72 73
33
het teken van hoogstaande Kultur gesteld worden.76 Op deze manier werd cultuur een verschijnsel dat van bovenaf werd gereguleerd om uiteindelijk een culturele ‘renaissance’ te bewerkstelligen. Dit was het doel van de Reichkulturkammer die in 1933 werd opgericht door Goebbels en de Duitse natie moest verlossen van decadentie.77 Moderne, onbegrijpelijke kunst betekende de ondergang van de Duitse Kultur. Dat Hitler een diepe hekel had aan moderne kunst, bleek onder meer in 1937 toen hij samen met Goebbels een bezoek bracht aan het Haus der deutschen Kunst. Het gebouw was prachtig, in de stijl van de oude Grieken, maar eenmaal binnen zou Hitler hebben geschuimbekt van woede.78 Vooral de moderne schilderkunst, zoals het expressionisme kon zijn goedkeuring niet dragen. Gelukkig had Hitler een oplossing en besloot hij een speciale tentoonstelling te openen speciaal voor moderne en decadente kunst, de zogeheten entartete Kunst. Het Haus der deutschen Kunst zou voortaan alleen nog maar hoogstaande Duitse kunst tonen.79 Bij de plechtige opening van het Haus der deutschen Kunst op 19 juli 1937 hield Hitler een alleszeggende speech over de staat van de Duitse Kultur. Het was een rede tegen het verval van de kunst. Kunst moest volgens Hitler duidelijk zijn en geen achterliggende gedachten hebben. Daarbij vond hij het verschrikkelijk dat het vaak niet duidelijk was wat de boven of onderkant was van veel werken uit de moderne kunst. 80 Kunst was onlosmakelijk verbonden met het Arische
ras.
Volgens
historicus
George Mosse ondersteunde Hitlers rede bij het Haus der deutschen Kunst het belang van kunst voor Hitler en het Duitse Volk. Hitlers nieuwe man “must be a culturally Afbeelding 3 Hitler bezoekt de Entartete Kunst tentoonstelling. Aan zijn gezichtsuitdrukking is duidelijk af te lezen hoe afschuwelijk hij het vond.
Hitler, Mein Kampf, 279. Griffin, Modernism, 253. 78 Joseph Goebbels, Die Tagebücher von Joseph Goebbels (München 2000), Teil I Aufzeichnungen 1923-1941 Band 4 März – November 1937, 6 juni 1937, 170. 79 Hitler, Speech in Münich, 19 juli 1937. 80 Overy, The Dictators, 351. 76 77
34
centered, creative person.” 81 De Duitse kunst en cultuur konden nu aan een wedergeboorte beginnen. Aan de overkant van de straat vond de tentoonstelling over de Entartete Kunst plaats waar bezoekers na het bekijken van Duitse hoogwaardige kunst, de ontaarde kunst konden aanschouwen. In Amerika vond dezelfde degeneratie van kunst en cultuur plaats als in Duitsland, maar in tegenstelling tot Duitsland was er in Amerika geen verbetering. Onder de nationaalsocialisten was het Duitse rijk bezig aan een wederopstanding en vonden ook hoogwaardige kunst en cultuur hun weg terug naar het publieke leven. Bij de oorlogsverklaring aan Amerika op 11 december 1941 vergeleek Hitler zichzelf met president Roosevelt. De Amerikaanse president was, ondanks de ideale omstandigheden in zijn land, er niet toe in staat geweest, dezelfde successen te behalen zoals Hitler dat in Duitsland had gedaan: “Während im Deutschen Reich unter der nationalsozialistischen Führung in wenigen Jahren ein ungeheuer Aufstieg des Lebens, der Wirtschaft, der Kultur, der Kunst usw. einsetzte, war es dem Präsidenten Roosevelt nicht gelungen, auch nur die geringsten Verbesserungen in seinem eigenen Lande herbeizuführen.“82
Wat dit betreft hadden de nationaalsocialisten in Hitlers ogen een zeer grote prestatie geleverd. Dat Amerika had gefaald de degeneratie tegen te gaan, was vooral toe te schrijven aan de politieke elite, waarin ook Joodse invloeden hun weg gevonden hadden. 4.2 Duitse Hochkultur en Amerikaanse Unkultur Alles wat in Amerika goed was, had een Duitse oorsprong. De Arische immigranten hadden de hoogstaande Duitse Kultur meegebracht naar Amerika en verder uitgebreid. Echter, ook in Amerika had de degeneratie toegeslagen en had misschien nog wel ernstigere vormen aangenomen dan in Duitsland het geval was. Amerika was het symbool van massacultuur geworden en een land met een groot tekort aan cultuur.83 Dit was in Hitlers ogen weinig positief. De eerste vormen van massacultuur waren mede George Mosse, Nazi Culture. Intellectual, Cultural and Social Life in the Third Reich (London 1966) xxiii. 82 Max Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen Band II Untergang, Zweiter Halbband 19411945, 11. Dezember 1941, 1802-1803. 83 Ibidem, 16. Januar 1942, 1824. 81
35
door de Eerste Wereldoorlog ook naar Europa gekomen, maar waar ging het heen? Door naar Amerika te kijken kon deze vraag alleen maar negatief beantwoord worden. Massaproductie en consumptie zorgden voor een degradatie van cultuur en als Amerikaanse uitvinding waren ze tot symbool van macht geworden. Zo had Amerika Duitsland tot slaaf gemaakt.84 De vijandigheid ten aanzien de massacultuur droeg bij aan het culturele en artistieke conservatisme van Hitler. Hij had niks met de Amerikaanse uitingen van moderne muziek, zoals jazz en tango. Het was internationaal, of in Hitlers woorden ‘kosmopolitisch’, en daarom alleen al geen hoogstaande cultuur.85 Kosmopolitisme werd door Hitler aan de Joden en het bolsjewisme gekoppeld. Hitler wees een dergelijk wereldbeeld af en dat was niet verwonderlijk, omdat nationale verbondenheid voor alles ging. Wat muziek betreft, en eigenlijk op alle vlakken van cultuur, was de Duitse natie volgens Hitler en Goebbels superieur en de muzikaalste van de wereld: ‘Musikalität gehört zu einer primitiven Rasse. Beim Deutschen bringt das nordische Element noch die konstruktive Begabung dazu. Darum sind wir die musikalischste Nation der Welt.’, aldus Goebbels op 14 november 1936 in zijn dagboek na een gesprek met Hitler.86 Toch was er voor Hitler wel een genre van de Amerikaanse cultuur waartoe hij zich aangetrokken voelde. Een genre dat hij voor het verspreiden van zijn ideologie naar de massa heel goed kon gebruiken, namelijk de film. Van de Amerikaanse filmtechnieken kon Hitler veel leren en dat deed hij dan ook vol bewondering. Films creëerden een soort droomwereld waarin de grenzen tussen hoge en lage cultuur vervaagden. Het sprak mensen ontzettend aan, zo ook het Duitse Volk. Vanaf 1933 steeg het aantal bioscoopbezoekers in het Duitse Rijk aanzienlijk.87 Hier was geen causaal verband met het aan de macht komen van Hitler. In deze tijd werd namelijk de geluidsfilm geïntroduceerd wat het kijken naar films een stuk leuker maakte. Ook het einde van de depressie zorgde ervoor dat meer mensen films bekeken. Mensen wilden weer leuke dingen doen en hadden bovendien geld om naar de film te gaan. Zoals film dus voor het
Baranowski, Strength through Joy, 32-33. Ibdem. 86 Goebbels, Tagebücher (München 2000), Band 3/II – März 1936 – Februar 1937, 14. November 1936, p. 251. 87 Martina Steber en Bernhard Gotto, Visions of Community in Nazi Germany. Social Engineering & Private Lives (Oxford 2014) 67. 84 85
36
hele Duitse Volk aantrekkelijk was, gold dit ook voor Hitler en zag hij daarnaast de toegevoegde waarde van het medium om de massa te kunnen bereiken. Uit de dagboeken van Goebbels bleek hoezeer Hitler zich bezighield met film. Samen met Goebbels bekeek en analyseerde hij Amerikaanse films. Volgens Goebbels hadden ze samen de grootste plezier en konden Duitse filmmakers veel leren van de Amerikanen. Het kwam de Amerikanen zo natuurlijk en waar het film betrof waren ze zelfs in veel opzichten superieur aan Duitsers, aldus Goebbels.88 Hij had bewondering voor het gemak waarmee de Amerikanen een film zuiver, helder en geestig konden laten zijn. In 1937 deed Goebbels voor Kerst zijn Führer ter ontspanning 32 ‘Klassefilme’ cadeau en twaalf Micky Mouse-films.89 Het was duidelijk dat ze genoten van dit medium. Hun gezamenlijke bewondering voor films en in het bijzonder Amerikaanse films schepte duidelijk een band. Opvallend was het dat Goebbels nadat hij een film bekeken had, vermeldde of deze (al) aan het Duitse Volk vertoond kon worden. Dit deed hij met bijna alle uitingen van kunst en cultuur uit het buitenland. Mosse zegt hierover: “Censorship was imposed upon foreign books, periodicals, and new papers, and all domestic literary and artistic output was rigidly controlled. A wall was built around the nation, none the less effective for lacking stone and mortar. Within this wall Nazi culture had a free hand to determine, if it could, every man’s attitude toward life.”90 Dit maakte duidelijk hoezeer Hitler, en waarschijnlijk ook Goebbels, zichzelf zagen als een soort vaders van het Duitse Volk. Zij bepaalden wanneer het Volk klaar was voor specifieke uitingen van cultuur. Ook de Duitse media werden beïnvloed door Amerika. Er vond in Duitsland een veramerikanisering van tijdschriften, kranten en reclame plaats en vaak zelfs zonder Duitse
of
nationalistische
ondertoon.
Soms
was
de
nationaalsocialistische
achterliggende gedachte wel duidelijk aanwezig, zoals bij een tijdschrift over natuur. Zo werden lezers erop gewezen dat ook bomen tekenen van degeneratie lieten zien en werd uiteengezet waarom Duitse bossen vrij moesten blijven van raciaal mindere soorten. Ook Amerikaanse massaproducten vonden hun weg naar Duitsland. Zo kwamen advertenties voor Coca Cola zelfs zoveel voor dat veel mensen dachten dat het een Duits
Goebbels, Tagebücher Band 3/I – April 1934 – Februar 1936, 17. Oktober 1935, 312-313. Ibidem, Band 5 – Dezember 1937 – Juli 1938, 22. Dezember 1937, 64. 90 Mosse, Nazi Culture, xxi. 88 89
37
product was! 91 Op deze manier vond de Amerikaanse consumptiemaatschappij dus ook haar weg in Duitsland. In de officiële krant van de nationaalsocialistische partij, de Völkischer Beobachter was veel sprake van anti-Amerikaans sentiment, maar ook hier hadden advertenties in de Amerikaanse stijl hun intrede gedaan. Op het gebied van sport stond vaak de strijd centraal en moesten vooral zwarte Amerikanen het ontgelden. Zo zouden de blanke Amerikanen tijdens de Olympische Spelen van 1932 in Los Angeles, volgens de Völkischer Beobachter zwarte Olympiërs gebruiken om hun overwinning veilig te stellen. En tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, was een van de redenen om het evenement überhaupt te organiseren het feit dat het een kans bood om de, voorlopig atletische, strijd aan te kunnen gaan met Amerika. Deze atletische strijd werd in juni 1936, nog voordat de Olympische Spelen plaatsvonden, ook daadwerkelijk gewonnen door de Duitse bokser Max Schmeling. Hij versloeg de zwarte Amerikaan Joe Louis. Schmeling vocht voor Duitsland en won. De blanke Duitser versloeg de zwarte Amerikaan, dat moest natuurlijk wel benadrukt worden: ‘Der Weisse über den Schwarzen, und der Weisse war ein Deutscher.’.92 Veel prominente Duitsers reisden af naar Amerika om vervolgens verslag te doen van de situatie aldaar en hoe er door de Amerikanen naar Duitsland gekeken werd. Zo ook een ambtenaar van Goebbels’ Reichsministerium für Volksaufklärung und Propaganda in 1936, die vermeldde dat de situatie in Amerika beter was dan gedacht: ‘Presse und Regierung gegen, Volk für uns. Wie fast in allen Ländern.’. Ook de Duitse radio zou er erg populair zijn.93 Hieruit bleek hoe zeer Hitler en Goebbels een volkspartij dachten te zijn. Toch verslechterde de situatie binnen korte tijd. Zo kwam de Duitse consulgernaal uit Californië met ’Schauerdinge aus Amerika’. Hij vertelde over de Joodse heerschappij in Amerika wat ervoor zorgde dat Hitler afzag van deelname aan de wereldtentoonstelling in New York: ‘Die Judenherrschaft ist dort so stark, dass wir vorläufig nichts zu erben haben. Der Führer sagt auch unsere Beteiligung an der New Yorker Weltausstellung endgültig ab.’ 94 De tentoonstelling van 1937 die, mede dankzij architect Albert Speer, voor de nationaalsocialisten in Parijs zo succesvol geweest was.
S. Jonathan Wiesen, Creating the Nazi Marketplace. Commerce and Consumption in the Third Reich (Cambridge 2011) 67-68. 92 Goebbels, Tagebücher Band 3/II – März 1936 – Februar 1937, 20. Juni 1936, 112. 93 Ibidem. 94 Ibidem Band 5 – Dezember 1937 – Juli 1938, 22. April 1938, 188. 91
38
Het was de ultieme kans om andere landen af te troeven in architectuur, want ook op dit terrein was er sprake van strijd.
Afbeelding 4 Albert Speer laat Hitler het model zien voor de wereldtentoonstelling in Parijs van 1937.
Afbeelding 5 De Duitse inzending in Parijs tegenover de inzending van de Sovjet Unie.
Deze strijd op het gebied van cultuur vond ook plaats ten opzichte van Amerika. De Duitse architectuur nam hier een belangrijke plaats in. De wolkenkrabbers in Amerika waren reusachtig en spraken tot de verbeelding van veel Europeanen. Voor Hitler betekende het dat de gebouwen in het Duitse Rijk die Amerikaanse wolkenkrabbers moesten overtreffen. Een bekend voorbeeld is de geplande Volkshalle. Dit moest een enorm gebouw worden en in hoogte niet onderdoen voor de Amerikaanse architectuur. Ook
Afbeelding 6 De in Berlijn geplande Volkshalle
39
de Sint Pieter in Rome zou nog weinig indrukwekkend zijn vergeleken met de Volkshalle in Berlijn. De Duitse hoofdstad moest alle oude en ook moderne steden overtreffen. Het was belangrijk dat de architectuur duizenden jaren konden blijven staan en de macht en succes van het Duitse rijk uitstraalden.95 Bij de planning van de herbouw van Berlijn werd voortdurend gelet op hoe andere steden eruit zagen. Zo moesten er assen komen zoals in Parijs, maar dan breder. Met de geplande 120 meter breedte, was de grootste as in Berlijn 1/3 breder dan de Champs-Elysees.96 Elke stad ter wereld moest worden overtroffen. De berichten vanuit Amerika werden ondertussen steeds slechter. Filmmaakster Leni Riefenstahl bezocht Amerika in 1938 om haar film over de Olympische Spelen Olympia te promoten. Ook zij, waarschijnlijk ingegeven door haar eigen boycot in Amerika, doet een negatief verslag. Ze bevestigde degeneratie die door Joden in gang gezet was en stelde dat de Duitsers in Amerika niks in te brengen hebben: ‘Die Juden herrschen mit Terror und Boykott. Aber wie lange noch?’, becommentarieerde Goebbels.97 Misschien was dit een teken voor Hitler dat Amerika steeds verder aan het degenereren was. 4.3 Een Völkische consumptiemaatschappij Net als met moderniteit had Hitler ook met de Amerikaanse consumptiemaatschappij een ambivalente houding. De manier waarop er in hoog tempo grote aantallen auto’s werden geproduceerd, was voor hem een ideaalbeeld. Dat wilde hij ook voor het Duitse Volk. Het Duitse Volk had volgens hem grote behoefte aan een consumptiemaatschappij en daarbij hoorde ook een mate van individualisme, maar dit ging erg slecht samen met het idee van een Volksgemeinschaft en een geïsoleerde nationale cultuur. 98 Voor Duitsland moest er daarom een op maat gemaakte Völkische consumptiemaatschappij komen en het Amerikaanse model diende hierbij als voorbeeld. Na de Eerste Wereldoorlog verlangden Duitsers naar een normaal leven met goede voorzieningen. Mensen hadden ook behoefte aan plezier, zoals het kijken van films en zelfs het voeren van oppervlakkige gesprekken over koetjes en kalfjes was Overy, Dictators, 220. Ibidem, 219. 97 Goebbels, Tagebücher Band 6 – August 1938 – Juni 1939, 5. Februar 1939, 249. 98 Steber en Gotto, Visions, 67. 95 96
40
hiervan een onderdeel. Ook was er een verlangen naar simpel en snel entertainment.99 Een samenleving zoals deze was in Amerika, was dus voor veel Duitsers gewenst. Het begrip Amerikanisme behelsde in deze tijd niet alleen moderniteit en technische vooruitgang, ook de massacultuur van een consumptiemaatschappij hoorde hierbij. Historica Shelley Baranowski stelt over het begrip Amerikanisme in haar boek over de consumptiemaatschappij van het Derde Rijk het volgende: “It comprised the celebration of a mass culture centered on the proliferation of material goods and dream-inducing cultural artefacts such as film, which erased the boundaries between high and low culture. To German admirers and critics both, America encouraged a vision of happiness independent of work, individual freedom from bourgeois standards of privacy and deportment, the blurring of once well-defined gender roles, the elimination of class-specific consumption patterns, and participation across class lines in similar leisure-time and cultural pursuits.”100 Hitler
was
zich
duidelijk
wel
bewust
van
de
kracht
van
de
consumptiemaatschappij en hoezeer het Duitse Volk hieraan toe was. Door kortere werkdagen en lagere kosten voor goederen als auto’s en huizen kon de Amerikaanse massaproductie en distributie er bovendien voor zorgen dat het communisme minder aantrekkelijk werd voor arbeiders. Hiermee kon Hitler precies bereiken wat hij wilde: het samenkomen van nationalisme en socialisme in een Duitse staat. Deze theorie zette hij
kracht
bij
door
te
wijzen
op
de
populariteit
van
de
opkomende
consumptiemaatschappij in de jaren twintig.101 Als Hitler ervoor kon zorgen dat het Duitse Volk toegang had tot producten als auto’s en daarmee een vorm van een consumptiemaatschappij kon creëren, kon hij veel mensen voor zich winnen. Voor Hitler en andere nationaalsocialistische partijprominenten kleefde er aan de consumptiemaatschappij een heel groot nadeel: democratisering. Dit zou het gevolg zijn van massaconsumptie en was als zodanig ook waar te nemen in Amerika. Ook was het onlosmakelijk verbonden met Joodse corruptie en Bolsjewisme. Massaconsumptie, Steber en Gotto, Visions, 66-67. Baranowski, Strength through Joy, 19. 101 Ibidem, 30-31. 99
100
41
reclame en productie promootten deze corruptie en daarom werd massaconsumptie gezien als een Joodse vorm van kapitalisme. Niet zomaar kapitalisme, maar een vorm die de Volksgemeinschaft ondermijnde.102 Hierbij werd dikwijls gewezen op Berlijn met haar grote Joodse warenhuizen. Joden zouden enkel verkopen wat de arbeider met hard werk had geproduceerd en dus in de makkelijkste schakel van het productieproces verkeren, maar wel het meest profiteren. Ook hier moest in de Völkische consumptiemaatschappij een einde aan worden gemaakt. Om deze Völkische consumptiemaatschappij te realiseren werd de organisatie Kraft durch Freude opgericht. Deze organisatie moest er, door middel van beloningen voor arbeiders, voor zorgen dat er een einde kwam aan de ongelijkheid en dat de kloof tussen individuele verlangens en collectieve doelen verkleind werd. Volgens Baranowski bedreigde het verlangen van het Volk naar een hogere levensstandaard de nationale eensgezindheid die juist zo nodig was bij de voorbereiding op oorlog en het verkrijgen van een groter Lebensraum. Door arbeiders toegang te geven tot luxeproducten, sport, culturele evenementen en massatoerisme, werden ze geïntegreerd in de natie en bovendien tevreden gehouden worden. 103 Het bekendste voorbeeld van een KdF ‘productie’ was de KdF-wagen, de Volkswagen Kever. De arbeiders die verantwoordelijk waren voor de productie van deze auto werden ondergebracht in een speciaal voor hen gebouwde stad, de KdF-Stadt. Conclusie De degeneratie van de Duitse Kultur had vooral na de Eerste Wereldoorlog ingezet. Hitler wilde daar wanneer hij eenmaal aan de macht gekomen was een einde aan maken en zorgen voor een wedergeboorte van de Duitse hoogstaande Kultur. Het Duitse Volk was op het vlak van cultuur superieur aan andere volken. Al het goede wat andere volken hadden voortgebracht aan cultuur, in het bijzonder de Amerikanen, was te danken aan Duitse invloeden. In Duitsland had Hitler op tijd aan de rem kunnen trekken en was het tij gekeerd, maar in Amerika was dit in zijn ogen niet het geval. Dit schept het beeld dat Hitler het idee had dat ook in Amerika de degeneratie de samenleving verzwakte. Vooral buitenlandse invloeden hadden de degeneratie in Amerika in gang gezet en zolang de 102 103
Baranowski, Strength through Joy, 30-31. Ibidem, 4-6.
42
Amerikaanse overheid hier niets aan veranderde, kon het superieure Duitse Volk de strijd winnen. In het volgende hoofdstuk zal besproken worden waarom deze strijd zo centraal stond en dat een uiteindelijke oorlog tegen Amerika in de lijn der verwachtingen lag.
43
5 Totale Weltherrschaft: de onvermijdelijke eindstrijd tegen Amerika “Alle großen Kulturen der Vergangenheit gingen nur zugrunde, weil die ursprünglich schöpferische Rasse an Blutvergiftung abstarb. Immer war die letzte Ursache eines solchen Unterganges das Vergessen, daß alle Kultur von Menschen abhängt und nicht umgekehrt, daß also, um eine bestimmte Kultur zu bewahren, der sie erschaffende Mensch erhalten werden muß. Diese Erhaltung aber ist gebunden an das eherne Gesetz der Notwendigkeit und des Rechtes des Sieges des Besten und Stärkeren. Wer leben will, der kämpfe also, und wer nicht streiten will in dieser Welt des ewigen Ringens, verdient das Leben nicht.“104
Inleiding In de voorgaande hoofdstukken stonden drie verschillende thema’s centraal die elk een belangrijk onderdeel vormden van Hitlers ideologie en staatkundige ideeën in relatie tot Amerika. Op de terreinen van macht, economie en cultuur moest een Volk superieur zijn, maar dit waren niet de cruciale punten waarop een Volksgemeinschaft zich moest onderscheiden van andere volkeren. Het belangrijkste was uiteindelijk strijd. Strijd was in Hitlers Mein Kampf en in zijn Zweites Buch een veel voorkomend begrip en ook de achterliggende gedachte van zijn nationaalsocialistische ideologie. In het eerste hoofdstuk van zijn Zweites Buch: Krieg um Frieden im Lebenskampf sprak hij over de strijd van het bestaansrecht van een Volk. Zijn sociaaldarwinistische wereldbeschouwing maakte dat het gehele leven in het teken stond van survival of the fittest. In Hitlers geval was de ‘fittest’, het puurste en raciaal meest superieure Volk. In dit hoofdstuk wordt in de eerste paragraaf uitgelegd hoe Hitlers nationaalsocialistische ideologie onvermijdelijk leidde naar oorlog en waarom uiteindelijk ook oorlog met Amerika onvermijdelijk zou zijn. In de tweede paragraaf wordt een beeld geschetst van Hitlers opvattingen over de strijd met Amerika in het verleden en voor de toekomst. De aanloop naar de daadwerkelijke oorlogsverklaring aan Amerika tijdens de Tweede Wereldoorlog, maakte duidelijk dat deze eerder kwam dan gedacht. Binnen het tijdsbestek van een week kwam het in december 1941 tot de oorlogsverklaring aan de Amerikanen. Niet toevallig maakte Hitler in diezelfde week
104
Hitler, Mein Kampf , 316-317.
44
bekend met de Joden schoon schip te willen maken. Deze bijzonder hectische week wordt in de laatste paragraaf beschreven. Hitlers nieuwe Europa onder Duits gezag was nog niet eens voltooid. Dacht hij op dat moment al een kans te maken op totale Weltherrschaft door een overwinning op Amerika of was de oorlogsverklaring een wanhoopsoffensief? 5.1 Oorlog als essentie van de nationaalsocialistische ideologie Strijd was voor Hitler een onderdeel van normaal menselijk gedrag. Juist deze altijd aanwezige strijd was hetgene dat de mens van dieren onderscheidde. Het was daarnaast de essentie van een krachtig Volk, dat altijd moest streven naar de overwinning. Hitler stelde dat deze overwinning niet op gebied van kunstmatige constructies moest zijn, zoals economie. Hij sprak in Mein Kampf over een algemene strijd der volkeren waarbij een succesvolle economie geen garantie voor succes was: “Wer heute glaubt, daß sich ein völkischer, nationalsozia- listischer Staat etwa nur rein mechanisch durch eine bessere Konstruktion seines Wirtschaftslebens von anderen Staaten zu unterscheiden hätte, [...], der ist im Alleräußerlichsten steckengeblieben und hat keine blasse Ahnung von dem, was wir als Welt- anschauung zu bezeichnen haben. [...] Ein Volk, das nur in diesen wirklich äußeren Reformen haften bliebe, würde damit nicht im geringsten eine Garantie für den Sieg dieses Volkes im allgemeinen Völkerringen erhalten.“105
Ook binnen de Volksgemeinschaft gold het recht van de beste en sterkste. Van de massa moest je in Hitlers ogen geen hoge verwachtingen koesteren, maar als een raciaal superieure massa werd geleid door leiders die hiertoe van nature met speciale gaven waren uitgerust, kon het hoogst mogelijke bereikt worden: de overwinning. Wederom ging hier een selectie van de besten door middel van harde strijd aan vooraf. De enkeling stond zo boven de massa: “Sie muß in sich selbst eine Verkörperung des Strebens sein, die Köpfe über die Masse zu stellen und diese mithin den Köpfen unterzuordnen.”106 Dit was dus ook de oorsprong van Hitlers ideeën over het regeren van een staat. Hij wees daarom een democratische staatsinrichting resoluut af. 105 106
Hitler, Mein Kampf, 493. Ibidem, 497-499.
45
De ene Weltanschauung sloot voor Hitler de andere uit. Er konden er niet twee naast elkaar bestaan en daarom was oorlog altijd onvermijdelijk. Om een Volk naar de overwinning te leiden, moest dit worden voorbereid op de strijd. De massa, in het geval van Duitsland vooral de arbeider, moest worden doordrongen van het belang van de uiteindelijke strijd: “Wenn die völkische Idee aus dem unklaren Wollen von heute zu einem klaren Erfolg kommen will, dann muß sie aus ihrer weiten Gedankenwelt bestimmte Leitsätze herausgreifen, die ihrem Wesen und Inhalt nach geeignet sind, eine breitere Menschenmasse auf sich zu verpflichten,
und
zwar
diejenige,
die
allein
den
weltanschauungsmäßigen Kampf dieser Idee gewährleistet. Dies ist die deutsche Arbeiterschaft.“107
Het programma van een reguliere politieke partij in een democratische staat, had tot doel
het
behalen
van
succes
bij
verkiezingen.
Het
programma
van
een
wereldbeschouwing, zoals het nationaalsocialisme, was gericht tegen een bestaande ordening en uiteindelijk tegen andere wereldbeschouwingen. Oorlog was volgens Hitler ook goed voor de gezondheid van een Volk. Heldhaftigheid en kameraadschap creëerden echte mannen. De nationaalsocialistische Arische man was gevormd door oorlog en moest vol overtuiging kunnen vechten voor zijn vaderland, zoals Hitler dit ook zelf gedaan had ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. De ideale Arische man was gevormd door strijd en moest klaar zijn voor alle oorlogen die nog zouden komen. Hitler gebruikt zichzelf en zijn kameraden uit de oorlog dan ook erg graag als voorbeeld in Mein Kampf en toen hij eenmaal aan de macht was gekomen, stonden veel ceremonies in het teken van het herdenken van de Duitse gesneuvelde helden. Zo kreeg de herdenkingsdag Volkstrauertag onder de nationaalsocialisten een ander karakter. Niet langer werden de doden van de Eerste Wereldoorlog herdacht, maar heldenverering stond in het middelpunt en het feest werd omgedoopt tot Heldengedenktag. Het was de taak van de nationaalsocialisten om de kracht van het Duitse Volk te bundelen. Alleen op deze manier kon het Volk gered worden uit het huidige te kleine.
107
Hitler, Mein Kampf, 510-511.
46
Lebensraum was immers van groot belang. Allen voldoende Lebensraum zou het Volk van voldoende producten zoals voedsel kunnen voorzien: “Die Außenpolitik des völkischen Staates hat die Existenz der durch den Staat zusammengefaßten Rasse auf diesem Planeten sicherzustellen, indem sie zwischen der Zahl und dem Wachstum des Volkes einerseits und der Größe und Güte des Grund und Bodens andererseits ein gesundes, lebensfähiges, natürliches Verhältnis schafft.“108
Een zo groot mogelijk Lebensraum zou een Volk bovendien de kans geven zich tot het hoogst mogelijke niveau te ontwikkelen. Het was hoe dan ook essentieel voor een superieur Volk. De verhouding tussen Volk en Lebensraum moest perfect zijn. Als dit in 1914 het geval geweest was, had de Eerste Wereldoorlog volgens Hitler een veel gunstigere uitkomst kunnen hebben voor Duitsland. Duitsland was voor Hitler lang een wereldmacht geweest, maar bij de start van de Eerste Wereldoorlog in 1914 had het land deze status al lang verloren. Het Lebensraum dat Duitsland op dat moment bezat, was niet voldoende om van een wereldmacht te kunnen spreken. Groot-Brittannië kon volgens Hitler hier niet als tegenargument aangevoerd worden. Het land zelf was misschien klein, maar het totale Britse Rijk besloeg ongeveer een vierde van de aarde. Het Duitse rijk viel volledig in het niet bij de oppervlakte van andere, volgens Hitler, ‘sogenannten Weltmächte’, met op de eerste plaats Amerika. Daarnaast konden ook Rusland en China tot de reuzenstaten gerekend worden. 109 Hitler stelde dat het belachelijk was dat enkele naties over zoveel Lebensraum konden beschikken en andere naties het met zoveel minder moesten stellen. De strijd was daarom altijd oneerlijk. Dat de beter bedeelden vervolgens ook nog de kleinere naties van hun Lebensraum in de vorm van koloniën beroofden, was voor Hitler het toppunt. Om van Duitsland opnieuw een wereldmacht te maken, had het Lebensraum nodig en de enige manier om dit te bereiken was door middel van oorlog. Het was tijd voor de wedergeboorte van het Duitse Rijk. Onder de nationaalsocialisten kon eindelijk de volgens Hitler zo verdiende Weltherrschaft bereikt
108 109
Hitler, Mein Kampf, 728. Ibidem, 729-730.
47
worden: “Ein Staat, der im Zeitalter der Rassenvergiftung sich der Pflege seiner besten rassischen Elemente widmet, muß eines Tages zum Herrn der Erde werden.“110 5.2 De strijd tegen Amerika: verleden en toekomst De Eerste Wereldoorlog speelde een grote rol bij de vorming van Hitlers denkbeelden en was ook het referentiekader in zijn perceptie van Amerika. Het verliezen van deze oorlog was volgens Hitler aan meerdere factoren te wijten. Het ontbreken van steun in het Duitse vaderland, de eerder genoemde Dolkstootlegende, was een van deze factoren, maar belangrijkste reden voor de nederlaag was de inmenging van Amerika. Toch waren wraakgevoelens en revisionisme niet wat Hitler dreef tot oorlog. Het is al eerder benoemd dat oorlog volgens Hitler volkomen normaal was voor een gezonde staat. Als een staat intern alles op orde had, zou het zich automatisch naar buiten richten. Het lag voor hem dan ook in de lijn der verwachting dat Amerika zich uiteindelijk in een oorlog zou storten. Amerika zou niet uit zelfverdediging in de oorlog gestapt zijn. Kapitalistische belangen, ingegeven door Joodse invloeden zouden hiervoor de reden zijn geweest.111 Voor Amerika was geld volgens Hitler het enige dat telde. Dit was nog steeds het grote probleem voor Amerika. Het machtige land, dat over zoveel mogelijkheden tot succes beschikte, was ernstig verzwakt door Joodse inmenging en ‘vernegering’. Had Hitler ooit nog grote bewondering gehad voor het Amerikaanse immigratiebeleid, waarmee ze hun van oorsprong Arische bevolking puur hielden, was het de afgelopen decennia hard achteruit gegaan. President Wilson, voor wie Hitler geen goed woord overhad, had zich laten verleiden een oorlog in Europa aan te gaan en in Roosevelt kon het zelfde gevaar schuilen. In de jaren dertig geloofde Hitler nog niet dat Duitsland iets te vrezen had van Amerika. Niet alleen was het land wat betreft haar bevolking verzwakt, ook de beurskrach en daarop volgende economische crisis hadden grote impact gehad. Van een land dat te kampen had met zulke grote binnenlandse problemen, hoefde niet verwacht te worden dat het naar buiten zou gaan kijken en een bedreiging zou gaan vormen. Daarnaast versterkte de crisis in Amerika ook Hitlers theorie over kapitalisme. Het was
Hitler, Mein Kampf, 782. Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen Band II Untergang, Erster Halbband 1939-1940, 28. April 1939, 1166 1148-1179. 110 111
48
voor hem duidelijk dat dit systeem geen garantie was voor het voortbestaan van een natie op de langere termijn.112 Door Hitlers beeld van een verzwakt Amerika, had hij vanaf het moment van zijn machtsovername in Duitsland, weinig oog voor het land aan de andere kant van de oceaan. De banden tussen beide landen verslechterden wel, bijvoorbeeld door de anti Amerika berichten in de Völkischer Beobachter en de scherpe kritiek in de Amerikaanse pers over de behandeling van Joden in Duitsland, maar Hitler verwachtte op dat moment weinig agressie van Amerika. Zijn plannen voor de herindeling van Europa konden ongestoord worden uitgevoerd, omdat het voor Amerika niet van direct belang was. Het land kon zo goed als worden genegeerd.113 Dat Duitsland in de jaren dertig niets te vrezen had van Amerika stond voor Hitler vast, maar hij was er van overtuigd dat dit ging veranderen. Amerika zou zich uiteindelijk naar buiten richten en een confrontatie met Europa over uiteindelijke suprematie was dan onvermijdelijk. Wie dacht dat het conflict tussen Amerika en Europa voor eeuwig een geweldloos karakter zou hebben, leefde volgens Hitler in een droomwereld. Het was daarom van belang dat Europa zich opmaakte voor deze onvermijdelijke strijd met Amerika. Duitsland moest Europa brengen tot een ‘raciale renaissance’.114 Als deze taak was volbracht, kon een Duits Europa zich inzetten voor totale Weltherrschaft. Het idee dat Duitsland voorlopig niets te vrezen had van Amerika veranderde al enigzins in 1936 bij de aanloop naar de Olympische Spelen in Berlijn. Door het toenemende antisemitisme en racisme in Duitsland werd er in Amerika opgeroepen tot een boycot van de Spelen, maar op het laatste moment werd besloten toch deel te nemen. In 1938 was de neutrale houding van Amerika ten opzichte van Duitsland definitief voorbij toen de aandacht op Duitsland gericht werd door de gebeurtenissen tijdens de Reichskristallnacht. Tijdens deze nacht van 9 op 10 november werden Joden aangevallen, synagogen in brand gestoken en winkels en bedrijven van Joden vernield. Amerika riep als reactie hierop haar ambassadeur in Duitsland terug. Het werd meer dan ooit duidelijk dat ze met nazi-Duitsland te maken hadden met een land dat niet op
Kershaw, Keerpunten, 419. Ibidem, 420. 114 Ibidem, 418. 112 113
49
vrede uit was. Vanaf dit moment hield ook Hitler rekening met Amerika als serieuze vijand.115 Roosevelt was volgens Hitler volledig door Joden omringd en de houding van Duitsland tegenover andere landen was nu bepalend voor de toekomst. Vooral een directe confrontatie met Groot-Brittannië moest uit de weg gegaan worden. Hitler zag Groot-Brittannië het liefst als bondgenoot en beschreef dat dan ook uitvoerig in Mein Kampf en zijn Zweites Buch. Groot-Brittannië was een groot rijk en samen met een groot Duitsland, voorzien van voldoende Lebensraum, konden ze samen tegen Amerika strijden. Maar als Groot-Brittannië in een conflict tegenover Duitsland kwam te staan, een kans die Hitler vrij groot achtte, zou Amerika zich onmiddellijk achter GrootBrittannië scharen. Daar was Duitsland op dat moment nog niet klaar voor. Hitler wilde daarom eerst zijn blik naar het oosten richten als begin van een nieuw Duits Europa. Als Duitsland de Sovjet-Unie kon veroveren, was er genoeg Lebensraum om het Duitse Volk te kunnen voorzien van grondstoffen en daarmee te versterken. Hierna behoorde een aanval tegen Frankrijk tot de mogelijkheden. Met een versterkt Duitsland kon zo’n aanval succesvol worden afgerond. Groot-Brittannië zou zich volgens Hitlers verwachtingen neutraal opstellen en op dat moment niet anders kunnen dan plaatsnemen aan de onderhandelingstafel met Duitsland. Hitlers gevreesde tweefrontenoorlog kon zo uit de weg worden gegaan. Tegen die tijd moest dan ook de omvorming van Berlijn tot Welthauptstadt Germania zijn gerealiseerd.116 De weg naar Weltherrschaft lag hierna open en de volgende verovering op Hitlers moest Amerika worden. 5.3 Een week van grote gebeurtenissen in december 1941 Roosevelt begon zich vanaf de Reichskristallnacht steeds meer zorgen te maken over Duitsland en vreesde voor het uitbreken van een Europese oorlog door het tekortschieten van de appeasement-politiek van Groot-Brittannië en Frankrijk. Op 15 april 1939 kwam hij daarom met een publieke boodschap. Hij wilde van Hitler de garantie dat hij voor een periode van tenminste tien jaar geen aanvallen zou plegen op dertig, vooral Europese landen. Amerika zou vervolgens bereid zijn om deel te nemen aan onderhandelingsgesprekken met Duitsland. De boodschap werd door Hitler gezien Kershaw, Keerpunten, 421. Henry Picker, Hitlers Tischgespräche. Im Führerhauptquartier 1941-1942 (Bonn 1951) 53 en 98. 115 116
50
als daad van arrogantie en een paar dagen later reageerde hij erop in een speech in de Rijksdag. Volgens historicus Ian Kershaw is dit een van zijn meest doeltreffende toespraken geweest.117 Uit Hitlers reactie bleek dat hij de Amerikaanse president, die beïnvloed zou zijn door Joodse raadgevers, niet hoog inschatte en dat als er een oorlog zou uitbreken dit niet de schuld van Duitsland zou zijn. Volgens Hitler had Duitsland zich altijd welwillend opgesteld. Roosevelt had Hitler in zijn boodschap gewaarschuwd voor een catastrofale oorlog, waarop Hitler beweerde het woord oorlog, in tegenstelling tot de Amerikanen, nooit in de mond te hebben genomen.118 Duitsland was het braafste jongetje van de klas en werd volgens Hitler geprovoceerd door Amerika. Amerika wilde graag bestaande problemen oplossen aan de onderhandelingstafel en dit was voor Hitler ook een optie geweest wanneer de Amerikanen in de geschiedenis niet bewezen hadden hier niet toe in staat te zijn. Hierbij haalde Hitler de Volkenbond aan waar Amerika nooit aan had meegedaan, omdat het Verdrag van Versailles waarin de Volkenbond werd opgericht, nooit geratificeerd werd door het Amerikaanse Congres. Amerika had een voorbeeld aan Duitsland moeten nemen, dat na uitsluiting door Versailles uiteindelijk toch mocht aansluiten bij de Volkenbond. Toen bleek dat ook hier problemen niet konden worden opgelost, had Hitler zelf initiatief genomen en trok Duitsland zich in 1933 terug uit de Volkenbond. Hij had zijn Volk er weer bovenop geholpen, zonder dat er een oorlog voor nodig was geweest!119 Dit was voor Hitler het bewijs dat juist Amerika niet in staat bleek tot onderhandelingen. Hij liet niet na te benadrukken wat voor grote prestatie hij geleverd had. Roosevelt was net als Hitler in 1933 aan de macht gekomen, maar was in tegenstelling tot Hitler, in een gespreid bedje beland. Toch had hij niet zoveel kunnen bereiken als Hitler voor zijn Volk. Het Duitse Volk kende nu gerechtigheid, welvaart, vooruitgang en vrede.120 Dat een conflict met Amerika plaats zou vinden, was voor Hitler zeker, maar hij dacht dat dit niet vóór 1945 zou gebeuren.121 Wanneer Duitsland Europa onder controle had en beschikte over een oorlogsvloot die klaar was voor heerschappij over de oceanen, kon Amerika worden aangepakt. Bij het begin van de oorlog in september 1939 Picker, Hitlers Tischgespräche, 423. Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen Band II Untergang, Erster Halbband 1939-1940, 28. April 1939, 1148-1179 1169. 119 Ibidem. 120 Ibidem. 121 Kershaw, Keerpunten, 424. 117 118
51
wist Hitler dat ze op dat moment nog niet opgewassen waren tegen Amerika. Confrontaties moesten daarom voorlopig uit de weg gegaan worden. In de Duitse pers mochten er bijvoorbeeld geen provocaties aan het adres van Amerika meer plaatsvinden. Pas wanneer ook operatie Barbarossa, de codenaam voor de aanval op de Sovjet-Unie, tot een succesvol einde was gebracht, kon er worden nagedacht over de strijd tegen Amerika. Hitlers houding jegens Amerika leek een persoonlijke vendetta tegen president Roosevelt te zijn geworden. Over de Amerikaanse burger was hij opvallend genoeg een stuk positiever. De bewoners die Amerika tot een grote en machtige natie hadden gemaakt, waren immers van oorsprong Arische immigranten. Zij waren de raszuivere heersers van het land geweest, totdat ook zij zich inlieten met minderwaardige volkeren. Toch had Hitler nog hoop voor deze mensen. Het nationaalsocialisme kon de Amerikaanse bevolking redden van verdere verzwakking. De arbeidersklasse van Amerika kon het land met behulp van het nationaalsocialisme tot een nog grotere natie maken.122 Volgens een enquête in juli 1941 onder de Amerikaanse bevolking zou 75% tegen de oorlog zijn geweest. Dit was voor Hitler het bewijs dat Roosevelt en ‘seine jüdischen Hintermänner’ het voor het zeggen hadden en opereerden in een vacuüm tegen de wil van het Amerikaanse volk.123 Dit versterkte waarschijnlijk Hitlers idee dat een groot deel van de Amerikaanse bevolking achter het nationaalsocialisme stond en dat het onderwerpen van deze natie misschien makkelijker zou kunnen verlopen dan gedacht. Door de sfeer die door de snelle successen in Polen in vooral in West-Europa was ontstaan en het in eerste instantie voorspoedige verloop van de inval in de Sovjet-Unie leek Hitler te denken, de hele wereld aan te kunnen. Een snellere aanval op Amerika was niet meer ondenkbaar, maar was nog steeds niet Hitlers ideaal. Toen het duidelijk werd dat Duitsland de Sovjet-Unie toch ernstig had onderschat, werd het eerdere vertrouwen in een goede afloop van de oorlog steeds minder. Als dit fout ging, dan was een nieuw Europa onder Duits gezag verder weg dan ooit. Vanaf dit moment kwam alles in een stroomversnelling terecht. Binnen een week tijd was de oorlog opgeschaald tot wereldoorlog. James V. Compton, The Swastika and the Eagle. Hitler, the United States, and the Origin of the Second World War (London 1968) 18. 123 Goebbels, Tagebücher Teil II Diktate 1941-1945, Band 1 – Juli – September 1941, 20. Juli 1941, 96. 122
52
Hitler had een duidelijk plan ontwikkeld om Duitsland van meer Lebensraum te voorzien. Eerst was de Sovjet-Unie aan de beurt. Als deze verovering tot een goed einde was gebracht, zou het Duitse Volk ruim voldoende voedsel en middelen hebben om vervolgens Groot-Brittannië te onderwerpen. Uiteindelijk zou dan Amerika aan de beurt zijn, maar de onverwachte kracht van het Sovjet-leger en de Russische winter gooiden roet in het eten. Op 5 december kwam de opmars van het Duitse leger in Moskou tot stilstand en werden de Duitse soldaten teruggedrongen. Hitlers Blitzkrieg was nu officieel mislukt en het was zelfs duidelijk dat Duitsland de oorlog niet meer zou gaan winnen. Toch had Hitler hoge verwachtingen van Japan en had de hoop dat zij de SovjetUnie zouden aanvallen vanuit het oosten. Op 7 december opende Japen onverwacht de aanval op Amerika met het bombarderen van de vlootbasis Pearl Harbor. Het was nu duidelijk dat Japan de pijlen op het westen had gericht, Amerika en Japan waren in oorlog. Heel erg leek Hitler dit volgens Goebbels overigens niet te vinden, hij zou buitengewoon gelukkig zijn geweest met de ontwikkelingen.124 Op 10 december gaf Hitler opdracht de Rijksdag bijeen te roepen om in een speech de positie van Duitsland duidelijk te maken. Nu Amerika de handen vol had aan Japan en daardoor de wapenleveranties aan Groot-Brittannië minder zouden worden, moest Duitsland de kans grijpen en de oorlog verklaren aan Amerika. Volgens Kershaw was Hitler ervan overtuigd dat zijn oude theorie bleek te kloppen: “Amerika zou nu aan handen en voeten gebonden zijn door de oorlog in de Pacific; en de positie van Groot-Brittannië zou worden verzwakt door de afnemende goederenstroom vanaf de overkant van de Atlantische Oceaan en door de Japanse aanvallen op zijn koloniën in het Verre Oosten. Duitslands vooruitzichten waren in één klap verbeterd.”125
Op 11 december 1941 verklaarde Hitler tijdens zijn Rijksdagrede de oorlog aan Amerika. In deze rede gaf hij naast de oorlogsverklaring aan dat de verschillen tussen Duitsland en Amerika op papier eigenlijk niet groter zouden moeten zijn, dan de verschillen tussen Amerika en Rusland. Hieruit blijkt dat Hitler in Amerika ooit een gelijke zag, maar dat dit in de loop der jaren naar het negatieve was veranderd:
124 125
Kershaw, Keerpunten, 448. Ibidem, 449.
53
“Amerika ist eine von einem Präsidenten geleitete Republik. Deutschland war einst eine von einer bedingten Autorität geführte Monarchie, später eine autoritätslose Demokratie, heute eine von starker Autorität geführte Republik. Zwischen beiden Staaten liegt ein Ozean. Die Divergenzen zwischen dem kapitalistischen Amerika und dem bolschewistischen Russland müssten, wenn überhaupt diese Begriffe etwas Wahres an sich hätten, wesentlich grösser sein als zwischen dem von einem Präsidenten geführten Amerika und dem von einem Führer geleiteten Deutschland.“126
Om de hectiek van deze week nog te versterken, stond op 9 december ook nog de Wannsee Conferentie gepland. Door de gebeurtenissen bij Pearl Harbor werd de conferentie verzet, maar Hitler maakte wel in deze zelfde week, op 12 december, aan de nazitop duidelijk met de Joden schoon schip te willen maken. Hij greep hierbij terug op een rede uit januari 1939 waarin hij stelde dat als de oorlog zich zou ontwikkelen tot een wereldoorlog, hij de aanstichters zou vernietigen. Deze aanstichters waren de Europese Joden en de wereldoorlog was op 11 december een feit. Op 13 december 1941 noteerde Goebbels het volgende in zijn dagboek: “Buzüglich der Judenfrage ist der Führer entschlossen, reinen Tisch zu machen. Er hat den Juden prophezeit, dass, wenn sie noch einmal einen Weltkrieg herbeiführen würden, sie dabei ihre Vernichtung erleben würden. Das ist keine Phrase gewesen. Der Weltkrieg ist da, die Vernichtung des Judentums muss die notwendige Folge sein.”127 Er wordt vaak gezegd dat Hitlers beslissing om Amerika de oorlog te verklaren een moment van gekte en grootheidswaanzin was, maar eigenlijk anticipeerde Hitler op een onvermijdelijke gebeurtenis. Ook Kershaw maakt dit duidelijk. De oorlogsverklaring was volgens hem geheel in lijn met de opvattingen die Hitler al sinds de jaren twintig ten aanzien van Amerika had gehad.128 De aanval van Japan op Pearl Harbor kwam onverwacht, maar was wel in stijl van Hitlers Blitzkrieg. Het feit dat hij op dat moment besloot door te pakken, is met zijn ideologie en strategische ideeën in ogenschouw genomen, volgens Kershaw, goed te verklaren. Ook hoopte Hitler op steun van Japan Max Domarus, Hitler. Reden und Proklemationen Band II Untergang, Zweiter Halbband 19411945, 11. Dezember 1941, 1803. 127 Goebbels, Tagebücher Teil II Diktate 1941-1945, Band 2 – Oktober – Dezember 1941, 13. Dezember 1941, 498. 128 Kershaw, Keerpunten, 455. 126
54
tegen de Sovjet-Unie. Uit mijn bevindingen voor dit onderzoek blijkt echter wel dat Hitler tijdens de week van 5 december tot aan de oorlogsverklaring op 11 december, zijn eigen analysen die hij in Mein Kampf uiteen had gezet uit het oog verloor en eigenlijk zelfs negeerde. Duitsland moest zich nooit meer in een tweefrontenoorlog storten, maar door Amerika de oorlog te verklaren was het doodvonnis voor Duitsland getekend. Het was voor Hitler een kwestie van alles of niets geworden. Conclusie Volgens Hitlers ideologie konden er niet meerdere wereldbeschouwingen naast elkaar bestaan en dat maakte zijn drang naar oorlog eigenlijk erg logisch. Daarbij komt ook nog de grote behoefte aan Lebensraum voor het Duitse Volk om zich tot het hoogst mogelijke niveau te kunnen ontwikkelen. De aanval op de Sovjet-Unie was de eerste stap naar een groter Lebensraum en moest uiteindelijk de verovering van heel Europa mogelijk maken. Hitler had een soort stappenplan ontwikkeld naar totale Weltherrschaft en diende alleen nog maar te worden uitgevoerd. Het was wel een meerjarenplan waarvan Hitler niet dacht dat hij nog zou leven om de voltooiing ervan mee te maken. Wanneer na de uitbreiding van het Lebensraum, ook Hitlers Germania waarvan de voltooiing ergens tussen 1945 en 1950 gepland stond, gerealiseerd was, zou het rijk klaar zijn om de strijd met Amerika aan te gaan. Dit was onvermijdelijk, omdat totale Weltherrschaft Hitlers doel was. Als de nationaalsocialistische ideologie de juiste was en het Arische Volk superieur, was totale Weltherrschaft het enige logische streven. Wat dit betreft kwam de aanval op Amerika te vroeg, want Hitlers nieuwe Europa was nog niet voltooid. Door de gebeurtenissen in de oorlog zag hij echter toch de mogelijkheid om eerder dan gedacht een gooi te doen naar totale Weltherrschaft en negeerde hij hierbij zijn eigen theorieën over een tweefrontenoorlog die hij in Mein Kampf uiteen gezet had. De tweefrontenoorlog die tijdens de Eerste Wereldoorlog desastreus bleek en waar Duitsland zich te allen tijde ver van had moeten houden in een volgende oorlog.
55
Conclusie Centraal in dit onderzoek stond Hitlers ideologische kijk op en analyse van Amerika. Zoals alles bekeek hij ook Amerika vanuit perspectief van de nationaalsocialistische ideologie. Daarom geeft zijn Amerikabeeld een idee van de essenties van de nationaalsocialistische ideologie van Lebensraum, oorlog en een welvarende en raciaal zuivere Volksgemeinschaft. Er is naar verschillende facetten gekeken waaruit uiteindelijk een duidelijk beeld naar voren komt: Amerika was bijna alles wat Hitler wilde voor Duitsland. Een enorm Lebensraum, veilig omringd door oceanen, een raciaal pure bevolking afkomstig uit het noorden van Europa, een economie die import en export niet eens nodig had en een consumptiemaatschappij met bijbehorende hoge levensstandaard en technische hoogstandjes. Op veel vlakken was Hitler een kind van zijn tijd, dit gold ook voor zijn Amerikabeeld, waarbij hij zich veelal baseerde op bestaande clichés en er door middel van zijn ideologie een eigen draai aangaf Zoals voor elke Europeaan bood Amerika een blik in de toekomst van Europa en voor Hitler zijn Europa onder Duits gezag. Dat het Amerikaanse model van een samenleving ook naar Europa zou komen, daar viel niet aan te ontkomen. Velen waren er echter wel van overtuigd dat deze samenleving voor Europa op een andere manier vormgegeven moest worden. Ook Hitler realiseerde zich dat de Amerikaanse consumptiemaatschappij niet te vermijden was. Het Duitse Volk had er behoefte aan, maar het was voor Hitler belangrijk dat het niet de bijbehorende Amerikaanse culturele leegte met zich mee zou brengen. Daarom wilde hij een speciale en geestelijke Völkische consumptiemaatschappij die aansloot bij zijn ideologie, zoals hij die in Mein Kampf had beschreven. De groeiende economische macht van Amerika was onmiskenbaar en werd veelal als bedreigend ervaren, maar Hitler gaf hier een andere draai aan. Zoals duidelijk is geworden, was economie volgens hem niet het terrein waarop de uiteindelijke strijd om de Weltherrschaft gevoerd zou worden. Oorlog, in Hitlers woorden ‘blutigen Kampf’ was hier de onvermijdelijke factor.129 Hier kwam ook zijn racistische wereldbeeld om de hoek kijken, want het meest superieure Volk zou overwinnen. Juist dit racistische element in combinatie met zijn geopolitieke aannames, zorgden ervoor dat Hitlers beeld van Amerika extra beladen was. 129
Hitler, Mein Kampf, 710.
56
Het is gebleken dat Hitler op bepaalde punten over Amerika negatief was, maar ook dit is goed te verklaren door het verschijnsel waarop Hitler zelf ook graag zijn theorieën baseerde: menselijk gedrag. Het is normaal voor mensen om hun eigen angsten en problemen op anderen te projecteren. Dit was precies wat Hitler deed bij de vorming van zijn opvattingen van Amerika. Op deze manier toetste hij zijn ideologie aan de hand van voorbeelden uit Amerika en kon hij niet anders dan concluderen dat hij het bij het rechte eind had. Zijn negatieve denkbeelden over Amerika waren vooral ontstaan door de opkomst van de moderniteit na de Eerste Wereldoorlog. De problemen die bestonden in Duitsland en de angsten die Hitler had voor de Duitse samenleving, projecteerde hij op Amerika. Vooral de Joodse invloeden die Amerika ten gronde zouden richten, zijn hiervan het belangrijkste voorbeeld. Dit was volgens hem in Duitsland ook het geval en moest worden tegengegaan. Hitlers oordeel kwam voor een deel voort uit zijn eigen overtuiging, maar hij beriep zich ook op tal van clichés en stereotypen, zoals dat van de cultuurloze massamens die voortkwam uit de Amerikaanse consumptiemaatschappij. Hitler keek met jaloezie naar de macht en economie van Amerika, maar zag ook hoe daar de degeneratie had toegeslagen door toedoen van de Joden. Negatieve kenmerken die hij zag in Amerika, zoals democratie en kapitalisme, waren te wijten aan de inbreng van Joden. Dit was wat hij in Duitsland ook zag gebeuren. Voor de Amerikaanse presidenten Wilson en Roosevelt had hij nauwelijks goede woorden over, maar ook hier werd hun gedrag en beleid afgedaan als beïnvloed door Joden. Joodse raadgevers hadden volgens Hitler de touwtjes in handen en zorgden ervoor dat Amerika een bedreiging vormde voor Europa, maar die tegelijkertijd ook Amerika cultureel en raciaal degenereerden. Het was daarom belangrijk om, net zoals Hitler in Duitsland van plan was, ook Amerika uiteindelijk te ontdoen van Joodse invloeden. Een paradoxaal idee van Hitler, want volgens zijn ideologie zou deze degeneratie er juist voor moeten zorgen dat Amerika geen bedreiging voor Duitsland vormde. Strijd stond in Hitlers gedachtengoed centraal en totale Weltherrschaft was daarom zijn einddoel. Wanneer hij door middel van oorlog Duitsland van meer Lebensraum had voorzien, kon hij de blik richten op Amerika. Dat deze oorlog met Amerika er zou komen, was dan ook onvermijdelijk. Als hij Amerika eenmaal had veroverd, kon hij ook dit land ontdoen van Joodse invloeden. Amerika was verder precies wat hij wilde, dus hij hoefde maar weinig veranderingen door te voeren wanneer
57
het eenmaal zo ver was. Het vitale deel van de Amerikaanse bevolking was van Arische oorsprong en raciaal puur en kon met het nationaalsocialisme de hoogste ontwikkelingen doormaken. Wanneer Hitlers totale Weltherrschaft gerealiseerd zou zijn, was ook zijn German Dream werkelijkheid geworden: een wereld onder Duits gezag.
58
Literatuurlijst Baranowski, Shelley, Strength Through Joy. Consumerism and Mass Tourism in the Third Reich (Cambridge 2004). Berkel, K. Van, e.a. ed., Amerika in Europese ogen. Facetten van de Europese beeldvorming van het moderne Amerika (’s-Gravenhage 1990). Boterman, Frits, Cultuur als Macht. Cultuurgeschiedenis van Duitsland 1800-heden (Amsterdam 2013). Boterman, Frits, Duitse dichters en denkers. Het belang van cultuur in de moderne Duitse geschiedenis (Amsterdam 2008). Compton, James V., The Swastika and the Eagle. Hitler, the United States, and the Origin of the Second World War (Londen 1968). Domarus, Max, Hitler: Reden Und Proklamationen 1932-1945 (Würzburg 1990). Fear, Jeffrey, ‘Review Unbegrenzte Möglichkeiten: "Amerikanisierung" in Deutschland und Frankreich’, Business History Review (2007). Gassert, Philipp, Amerika im Dritten Reich. Ideologie, Propaganda und Volksmeinung 1933-1945 (Stuttgart 1997). Goebbels, Joseph, Die Tägebücher von Joseph Goebbels. Im Auftrag des Instituts für Zeitgeschichte (München 2000). Griffin, Roger, Modernism and Fascism. The Sense of a beginning under Mussolini and Hitler (New York 2007). Hake, Sabine, ‘Chaplin Reception in Weimar Germany’, New German Critique (1990) pp. 87-111. Hitler, Adolf, Mein Kampf (München 1934) druk 851.-855, 1943. Huizinga, Johan, Amerika. Levend en Denkend (Haarlem, 1926). Huizinga, Johan, Mensch en Menigte in Amerika. Vier essays over moderne beschavingsgeschiedenis (Haarlem, 1918). Kershaw, Ian, Hitler. 1889-1936 Hoogmoed (Houten 1999). Kershaw, Ian, Keerpunten. Tien beslissingen die de loop van de Tweede Wereldoorlog voorgoed veranderden (Houten 2007). Kershaw, Ian, Vergelding. 1936-1945 (Houten 1999).
59
König, Wolfgang, ‘Adolf Hitler vs. Henry Ford. The Volkswagen, the role of America as a model, and the failure of a Nazi consumer society’, German Studies Review (2004), pp. 249-268. Kroes, Rob, De leegte van Amerika. Een massacultuur in de wereld (Amsterdam 1992). Lipstadt, Deborah E., Denying the Holocaust. The Growing Assault on Truth and Memory (New York 1993). Mosse, George, Nazi Culture. Intellectual, Cultural and Social Life in the Third Reich (London 1966). Overy, Richard, The Dictators. Hitler’s Germany, Stalin’s Russia (London 2004). Picker, Henry, Hitlers Tischgespräche. Im Führerhauptquartier 1941-1942 (Bonn 1951). Stead, William Thomas, The Americanization of the World, or, the Trend of the Twentieth Century (Londen 1902). Steber, Martina en Bernhard Gotto, Visions of Community in Nazi Germany. Social Engineering & Private Lives (Oxford 2014). Weinberg, Gerhard L., ‘Hitler’s Image of The United States’, The American Historical Review 69 (1964) pp. 1006-1021. Weinberg, Gerhard L. ed., Hitlers zweites Buch: ein Dokument aus dem Jahr 1928 (Stuttgart 1961). Wiesen, S. Jonathan, Creating the Nazi Marketplace. Commerce and Consumption in the Third Reich (Cambridge 2011). Wilson, James Q., ‘Tocqueville and America’, Claremont Review of Books, 2012 nr. 2, pp. 14-16.
Afbeeldingen: Voorpagina Punch Limited http://punch.photoshelter.com/image/I0000BzQsnT1Q34Q Afbeelding 1 Wiener Library Afbeelding 2 Bundesarchiv, Bild 183-R27373 / CC-BY-SA Afbeelding 3 der-fuehrer.org Afbeelding 4 Historytoday Afbeelding 5 Zum.de Afbeelding 6 sueddeutsche.de
60