HIER opgewekt Kennissessie Financiering -23 april 2013, Tilburg De ambities zijn vormgegeven, het werkplan is klaar en een businessplan is in de maak. Vroeg of laat komen lokale energie initiatieven voor de uitdaging te staan financiering voor hun project te vinden. En makkelijk blijkt die fase niet. Tijdens de HIER opgewekt Kennissessie Financiering kwamen 70 betrokkenen bij initiatieven bijeen om meer te weten te komen over wat de mogelijkheden zijn. Henk Doorenspleet van Rabobank International ging in op de rol die banken wel en niet kunnen spelen. Kennis, inzicht en een klinkend plan zijn cruciaal (pagina 2). Jan Willem Zwang vertelde meer over de mogelijkheden van crowdfunding. Wat mag en kan? En wat mag in ieder geval niet? (pagina 4). Professionalisering komt moeilijk tot stand zonder professionaliteit. Ofwel: hoe trekt een lokaal duurzaam energiebedrijf zich aan de eigen haren omhoog? Jurgen van der Heijden van CALorie Energie ging in op een aantal verdienmodellen waarmee initiatieven kunnen werken (pagina 7). En heb je financiers of een verdienmodel gevonden, dan is het zaak goede financiële afspraken te maken. Hoe doe je dat? Ernst van der Leij van Morgen Groene Energie vertelde hoe Morgen dat doet (pagina 10). Tot slot ging Patrick Rutten van Duurzame Energie Haaren in op het verdienmodel van dit initiatief. Kennis speelt in dit verdienmodel een belangrijke rol (pagina 12). In dit document een verslag van de kennissessie. De HIER opgewekt Kennissessie werd georganiseerd in samenwerking met de Servicepunten HIER opgewekt Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
HOE KOM JE BIJ DE BANK AAN TAFEL? Henk Doorenspleet, Rabobank International ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● Als ICT expert bij de Rabobank maakte Henk Doorenspleet van dichtbij mee hoeveel kracht mensen samen kunnen opbrengen om iets in hun omgeving te veranderen. Lonneker, een dorpje bij Enschede, was ooit zo’n beetje het eind van de wereld, verstoken van een fatsoenlijke internetverbinding. Toch wist een lokale coöperatie daar alles in beweging te zetten en een modern glasvezelnetwerk naar Lonneker te krijgen. ‘Het geheim van een coöperatie zit hem in het koppelen van een collectief belang met het individueel belang. Plat gezegd: samen voor ons eigen.’ Een vitale coöperatie is niet alleen in staat om goede plannen te maken en draagvlak te genereren, maar weet meestal ook een hoop informele geldbronnen aan te boren. Lokale banken, zoals de Rabobank, zijn er om daarin mee te denken, en soms ook om dat laatste gat in de begroting dicht te financieren. Centrale vraag: wat kunnen we van een bank verwachten?
TAFELSESSIES Wat ‘heeft’ de Rabobank met duurzame lokale initiatieven? We hebben dat een beetje in onze genen zitten, want de Rabobank is ontstaan uit een verzameling lokale coöperatieve banken. Veel lokale filialen zijn sowieso bereid om beginnende lokale initiatieven te ontvangen, mee te denken, ze stellen vergaderruimte ter beschikking, helpen met drukwerk of andere hand- en spandiensten. Het hoofdkantoor in Utrecht was kort geleden trouwens gastheer van de ‘Energy Pit’ voor lokale energiecoöperaties (klik hier voor meer informatie over de Energy Pit). Dat gezegd hebbende, het daadwerkelijk lenen van geld is een zakelijke ‘business as usual’ aangelegenheid: er wordt niet zomaar een lening verstrekt. De Rabobank zal initiatieven wel helpen om naar een financierbare constructie te groeien, maar daartussen zitten gevallen waar een bank uiteindelijk niets mee kan. Hoe kom je als lokaal initiatief aan financiering bij een bank? Voor het krijgen van financiering zijn twee zaken essentieel: je moet een degelijk bedrijfsplan op tafel leggen en daarin moet een goed ‘verdienmodel’ zitten. Met andere woorden: wat zijn de kosten, hoe verdient het initiatief zijn geld, hoeveel rente en aflossing kan er worden betaald, wat gebeurt er als de inkomsten op een kwade dag gaan tegenvallen? Door zo’n bedrijfsplan bladerend kan de bank soms iets door de vingers zien en wat soepeler omgaan met zekerheden en regels, maar sympathie voor het plan alleen is uiteraard geen goede basis voor financiering. Voor een lokaal initiatief is het belangrijk om geen overspannen verwachtingen te hebben van wat een bank voor je kan doen. Het basisprincipe is namelijk dat een bank verwacht dat je zelf een hoop ‘eigen vermogen’ in het plan stopt, waarbij de bank het laatste beetje voor zijn rekening neemt, het gat dat nog moet worden overbrugd. Het mooie van gemeentelijke en provinciale duurzaamheidsfondsen is dat je bijdragen (zachte leningen) uit zo’n fonds ook als ‘eigen vermogen’ mag beschouwen, waardoor de bank eerder bereid is om ook in te stappen. Terugkomend op het eerder genoemde bedrijfsplan: hou het alsjeblieft simpel! Focus je op een goed afgebakende, concrete, doelstelling en zoek daar financiering voor. Als het plan succes heeft versterkt dat het enthousiasme en de binding in de coöperatie, er komen leden en investeerders bij, en dan is dat een goed moment om eventueel bredere doelstellingen na te jagen. Je zou het liefst een medewerker van een bank in de coöperatie hebben? Ja, als je die kans ziet dan zou ik hem grijpen. De financiële wereld is complex en het werkt absoluut in
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 2
je voordeel als er iemand in het team zit die de regels kent, hoe je zaken moet uitrekenen en opschrijven, en die de weg bij banken en andere investeerders weet. Maakt het voor een bank iets uit welke juridische vorm je kiest? Zeker. Je kunt bij de notaris namelijk kiezen uit drie soorten van coöperaties:
met volledige (financieel onbeperkte) aansprakelijkheid van de leden; met beperkte aansprakelijkheid van de leden (plafond van € 5.000 per lid); met uitgesloten aansprakelijkheid (leden hoeven niets te betalen als het ooit ‘mis’ gaat).
Om een lokaal initiatief te financieren ziet een bank het liefst een coöperatie met beperkte aansprakelijkheid, waarbij de leden voor elkaar instaan en elkaar op dingen aan zullen spreken. Sommige leden hebben te weinig eigen geld om aanzienlijk mee te investeren in de plannen van een lokale coöperatie. Wat te doen? Goede vraag. Als zulke leden daarvoor een gewone persoonlijke lening bij een bank zouden afsluiten, dan betalen ze al snel 10 procent rente. Niet aantrekkelijk dus. Toch zie ik een paar oplossingen:
Groene lening of hypotheek: zoek naar een Groenfonds met redelijk zachte voorwaarden voor een persoonlijke lening. Bij een groene hypotheek kun je duurzame energietechnieken en isolatie vaak meefinancieren in de hypotheek. Maar dat is alleen interessant voor mensen die een vast inkomen hebben en zich nog wel een koopwoning kunnen veroorloven; Collectief aanschaffen: als je als coöperatie bijvoorbeeld collectief een aantal zonnepanelen aanschaft, dan zijn ze per stuk wat goedkoper (kwantumvoordeel). Bovendien kunnen leden met een kleine beurs ervoor kiezen om bijvoorbeeld één of anderhalf paneel te betalen. Zo kunnen ze toch meedoen. Dit komt in feite neer op ‘crowdfunding’ op kleine schaal; Onderling lenen: natuurlijk kunnen de rijkere leden ook geld uitlenen aan de armere leden van de coöperatie, bijvoorbeeld tegen een zeer lage rente. Dat is heel makkelijk te organiseren. In mijn optiek zou financieel rendement namelijk geen grote rol moeten spelen in een coöperatie. Je begint zoiets immers in de eerste plaats vanwege een collectief gevoelde behoefte, of ideële doelstelling. Daarbij past ook solidariteit en cohesie binnen de coöperatie, waarin sterkere leden de minder sterke leden kunnen helpen. Het sociale en ecologische aspect is belangrijker dan geld verdienen.
In het HIER opgewekt Kennisdossier Financiering op www.hieropgewekt.nl staan artikelen over binnenkomen bij de bank (klik op de titels om de artikelen te lezen): - Uit de Valley of Death, financieringsarrangementen voor lokale energie initiatieven - Hoe verleiden we de bank? - Verslag Kennissessie Financiering, Deventer, 22 januari 2013 - Verslag Energy Pit, dragons den voor lokale energie initiatieven, Utrecht, 14 april 2013
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 3
CROWDFUNDING: WAT MAG EN WAT WERKT? Jan Willem Zwang, Greenspread en ADEM Houten ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● Met die paar honderd euro op onze spaarrekening realiseren we nooit een mooi duurzaam energieproject. Maar door zulke bedragen van een paar honderd mensen bij elkaar te leggen wel! Dat is het principe van crowdfunding. Het maakt internationaal en in Nederland een grote vlucht. Ook voor lokale initiatieven biedt crowdfunding perspectief, vooral omdat zij voor hun projecten vaak niets hebben aan banken, provinciale fondsen en grote subsidiepotten. Dus wat is crowdfunding precies en wat hebben we aan een crowdfundingplatform als Greencrowd?
TAFELSESSIES Wat is crowdfunding? Het is een verzamelbegrip voor allerlei initiatieven waarbij vele kleine bijdragen leiden tot het behalen van het doel van één partij. Het werkt bijvoorbeeld zo: een ondernemer wil een project starten, maar heeft onvoldoende startkapitaal. Om aan het geld te komen presenteert hij zijn project op een internetplatform, met vermelding van het benodigde bedrag. Zo kan iedereen via dat platform mee investeren in dat project, desnoods met een klein bedrag. Welke vormen van crowdfunding zijn er? Het gaat altijd om een vorm van ‘sociaal lenen en investeren’, maar niet altijd per se in harde euro’s: 1. 2. 3. 4. 5.
Een gift doen (doneren) Geld uitlenen of investeren Delen Hulp in natura Ruilen
Hoe trendy is crowdfunding? Wereldwijd is daarmee al twee miljard euro opgehaald en in Nederland al 12 miljoen. Een succesvol voorbeeld is de Windcentrale, waar 5.500 participanten 7 miljoen bij elkaar brachten. Daar krijg je als aandeelhouder 500 kWh gratis stroom, oftewel een stukje windmolen, voor terug. Het op die manier ‘verpakken’ spreekt mensen enorm aan. Maar ook bij de banken gaan ze met crowdfunding aan de slag. Zo heeft de ABN Amro tegenwoordig het eigen crowdfunding platform Seeds. Het aardige daarvan is dat je als klant dus kunt kiezen waar de bank je geld in steekt. Wanneer kies je voor crowdfunding? In principe als het om een overzichtelijk totaalbedrag gaat, waarvoor je niet bij een bank, fonds of subsidiegever terecht kan. Maar het is ook een prima manier om nieuwe mensen van buiten je eigen cirkeltje erbij te betrekken en draagvlak te creëren voor je plan. Crowdfunding is vooral een financieel verhaal? Nee, dat is een denkfout die vaak wordt gemaakt. Crowdfunding gaat in de eerste plaats over gevoel. Je moet mensen op een emotioneel niveau aanspreken. Het moet je raken. Welke crowdfunding platforms op internet zijn er? Momenteel zijn er circa 30 platforms in Nederland actief die zich in meer of mindere mate professioneel bezig houden met crowdfunding, zoals:
Geldvoorelkaar
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 4
Douw en Koren Crowd about now Greencrowd
Hoe gaat Greencrowd te werk? Greencrowd is opgericht om het realiseren van duurzame energieprojecten te versnellen. Dat proberen we door burgers financieel te betrekken bij projecten binnen in hun eigen leefomgeving. Daarbij beoordeelt Greencrowd eerst hoe duurzaam het project is en daarna dragen we de verantwoordelijkheid voor het hele crowdfunding proces. Greencrowd is een stichting zonder winstoogmerk en de directeuren worden niet voor hun werk betaald. Mochten wij als stichting toch winst boeken, dan geven we die aan maatschappelijk verantwoorde projecten. Heel globaal werkt het voor deelnemers (particulier, bedrijf) die willen investeren zo: je zoekt op onze site welk project je bevalt en kiest voor financiële deelname met een zeker bedrag gedurende 4, 7 of 11 jaar. Dat alles tegen aantrekkelijke rendementen. De site genereert daarna automatisch een crowdfunding contract dat je wel even moet ondertekenen en terugsturen. Deelnemers worden per email op de hoogte gehouden hoe de inzameling van geld loopt en wanneer het totaalbedrag ongeveer wordt bereikt. Zodra de totale investering voor het project bijeen is geharkt ontvangt men een betaallink van de Stichting Greencrowd, waarmee men de feitelijke investering doet. Meer over de werkwijze - De minimum inleg voor een particuliere deelnemer bedraagt € 10 euro; - Het project wordt gecanceld als het beoogde totaalbedrag niet door crowdfunding wordt opgehaald; - Mocht de belangstelling juist overweldigend zijn, dan wordt bekeken of het project vergroot kan worden; - De opdrachtgever van een project (bijvoorbeeld een gemeente, woningcorporatie, provincie, bedrijf, een lokale coöperatie) doet in principe zelf de promotie van het project. Greencrowd kan wel een handje helpen, bijvoorbeeld via de eigen site, eigen contacten, lokale kranten, personeelsblaadjes e.d.; - De kosten voor een opdrachtgever zijn gemiddeld 3% afsluitprovisie, 2 euro per crowdfunder per jaar (voor administratieve afwikkeling) en 100 euro voor plaatsing van het project op de site; - Een opdrachtgever mag het bijeengebrachte kapitaal opvoeren als ‘vreemd vermogen’ of als ‘eigen vermogen, al naar gelang dat fiscaal het meest aantrekkelijk is;
Wat voor concrete projecten doet Greencrowd? Er lopen op het moment diverse projecten. Bijvoorbeeld een zonnepaneleninstallatie op het dak van het gemeentehuis van Neder-Betuwe in Opheusden (piekvermogen ruim 20.000 Watt). Dat project was aanvankelijk door Greenspread ontwikkeld en voorgefinancierd, waarna Greencrowd de financiering op zich nam via crowdfunding. Hoe pak je crowdfunding als lokaal initiatief aan? Het makkelijkst is om gebruik te maken van één van de bestaande internetplatforms (zoals Greencrowd) omdat die veel werk uit handen nemen en geëquipeerd zijn om een goede financiële administratie te voeren. Maar je kunt het als lokaal initiatief ook zelf intern organiseren, gewoon door je leden te vragen geld in te leggen, en wellicht samen te werken met een gemeente, (sport)verenigingen, lokale bedrijven enzovoort. Maar pas op, maak het project qua techniek, investering en opbrengst niet te risicovol, want als het onverhoopt misgaat wordt de coöperatie daar financieel op aangesproken. De crowdfunders willen immers hun ingelegde geld en het beloofde Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 5
rendement wel terugzien. Ook Greencrowd verleent daarom geen medewerking aan financieel risicovolle projecten. Wij kunnen soms wel helpen om het financieel risico te verkleinen. Hoe pak je crowdfunding aan bij duurzame energie op een school? Vaak wordt ervoor gekozen om geld te verzamelen middels donaties en zachte leningen bij de ouders van schoolkinderen. Daarbij is het verstandig om het geleende bedrag (met rente) in maximaal acht jaar terug te betalen. Dat zijn de jaren dat een kind op de basisschool zit, en waarin de ouder dus een binding heeft met de school. Ook via Greencrowd zijn al diverse scholen van zonnepanelen voorzien.
In het HIER opgewekt Kennisdossier Financiering op www.hieropgewekt.nl staan artikelen over crowdfunding (klik op de titels om de artikelen te lezen): - Financieren zonder banken - Crowdfunding als alternatief voor bankfinancieringen? - Verslag Kennissessie Financiering, Deventer, 22 januari 2013
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 6
VERDIENMODELLEN Jurgen van der Heijden, CALorie Castricum ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● In 2010 realiseerde een groep enthousiaste burgers zich dat huishoudens in Castricum jaarlijks 30 miljoen euro betalen aan energierekeningen van grote energiebedrijven. Geld dat we beter kunnen investeren in de lokale economie en leefbaarheid! Dat was het startsein voor CALorie, een lokaal duurzaam energiebedrijf voor Castricum en buurgemeenten. Zij krijgen steun van tientallen vrijwilligers en de gemeente, maar dat alleen levert te weinig geld en uitvoeringskracht op om een vliegende start te maken. In de woorden van medeoprichter Jurgen van der Heijen: ‘Professionalisering komt moeilijk tot stand zonder professionaliteit, ofwel: hoe trekt een lokaal duurzaam energiebedrijf zich aan zijn eigen haren omhoog?’
TAFELSESSIES Hoe kunnen we qua verdienmodel opboksen tegen grote energiebedrijven? Ten eerste moet je je realiseren dat een lokaal initiatief heel weinig ‘overheadkosten’ heeft. Bijna al het geld dat binnenkomt kun je dus in leuke, duurzame dingen investeren. De grote landelijke bedrijven hebben de handicap dat het vaak reuzen op lemen voeten zijn. Ze zijn veel geld kwijt aan hun hiërarchische bedrijfsstructuur, reclame, management, stafafdelingen en vaste kosten aan kolencentrales bijvoorbeeld. Daarnaast hecht ik sterk aan de ‘sociale inverdieneffecten’ die we als lokaal initiatief boeken, puur omdat je in je buurt, dorp of streek samen iets op democratische wijze opbouwt, waar iedereen lokaal voordeel bij heeft. Denk aan het verlagen van energierekeningen bij de leden (waardoor minder geld wegvloeit naar energieconcerns), denk aan werkverschaffing voor lokale aannemers (isoleren woningen) en installateurs (plaatsen panelen e.d). Is het geld van onze leden, en van wederverkoop van energie, een goed verdienmodel? Nee. Het beetje lidmaatschapsgeld, en de provisie voor de wederverkoop van bijvoorbeeld Greenchoice energie, dat dekt alleen de kosten van een slapend bestaan als energiecoöperatie. Als je lokaal iets wilt veranderen dan moet je flink kunnen investeren, projecten kunnen doen. En dat is bijna ondenkbaar zonder private marktpartijen. Om dat uit te leggen hanteer ik graag een model van een lemniscaat. Met aan de ene kant de interne, ideële sfeer van de coöperatie en aan de andere kant de buitenwereld van bedrijven, geld en kennis. Voor een krachtig lokaal initiatief moeten die twee werelden elkaar ontmoeten en versterken. Zijn we dan overgeleverd aan marktpartijen? Zeker niet. Zij hebben ons minstens zo hard nodig als wij hen. Lokale (of regionale) installateurs, adviseurs, leveranciers en aannemers zijn dolblij met een goede samenwerking, want dat betekent klanten (onder ons ledenbestand en in de lokale gemeenschap). Maar die bedrijven moeten dan wel bereid zijn ‘om beetje van de burger te worden’. Dat betekent dat zij qua houding, meedenken, service, kosten en invloed een goede partner moeten worden. In het ideale geval Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 7
mobiliseer je in dit model zoveel kracht uit het bedrijfsleven (en hun financiers) dat je als lokaal initiatief snel tot aanzienlijke projecten kunt komen, en snel kunt groeien tot een sterk lokaal energiebedrijf. Moeten we er altijd commerciële bedrijven bijhalen? Nee, soms hebben bijvoorbeeld woningcorporaties ook interesse om mee te doen. Er zijn gevallen waarin zij een beetje menskracht (zoals ook bij huurderscommissies) ter beschikking stellen, vergaderruimte en dergelijke. De 10 pijlers onder het verdienmodel van Jurgen van der Heijden 1.
Lidmaatschapsgelden van de leden (bij veel coöperaties slechts 50 á 100 euro per jaar);
2.
Participaties (soort certificaat van aandeel, vaak van symbolische waarde bij beginnende coöperaties);
3.
Vrijwilligerswerk (in natura, tijd);
4.
Groene energie van een landelijk energiebedrijf (zoals Greenchoice e.a.) doorverkopen aan de leden van de coöperatie. De coöperatie incasseert daarbij een provisie van ongeveer 3 á 4% van de omzet die het energiebedrijf aan de leden maakt;
5.
De coöperatie koopt collectief duurzame installaties (zonnepanelen, isolatie, warmtepomp e.d.) in voor haar leden, en ontvangt daarvoor van de leverancier een provisie;
6.
Kleine opslag op de prijs van zonnepanelen, isolatiemateriaal e.d. als het lokale bedrijf die zelf levert;
7.
Sponsoring door het lokale bedrijfsleven in de vorm van geld of hulp in natura, bijvoorbeeld met gratis vergaderruimte, het maken van een website, technisch advies;
8.
Gemeenten geven soms opstartsubsidie voor lokale energieinitiatieven. Daarnaast hebben overheden en particuliere fondsen subsidie voor uiteenlopende duurzame doelen. Bijvoorbeeld gericht op huishoudens, bedrijven of scholen, maar zelden voor een lokaal energiebedrijf an sich. Laatstgenoemde kan wel een makelaar zijn tussen de subsidiegevers en lokale doelgroepen, en zich daarmee een positie verschaffen.
9.
Goed lopende lokale energiecoöperaties zouden soms eigenlijk aanspraak moeten kunnen maken op gemeentelijk uitvoeringsgeld voor klimaatbeleid, leefbaarheid en stimulering van de lokale economie. Lokale initiatieven zijn soms immers effectiever dan beleidsambtenaren met gemeentelijke potten investeringsgeld. In dit geval gaat het dus niet om subsidie, maar om meerwaarde dat zich laat uitbetalen.
10. Giften van particulieren en bedrijven. Het kan lonen om als lokaal initiatief bij de fiscus een ANBI-status aan te vragen als ‘goed doel’. Dat maakt het verstrekken van giften fiscaal aftrekbaar. Een succesvol lokaal energieinitiatief rust zijn verdienmodel op een aantal van de bovengenoemde pijlers. Die pijlers moeten aldus zoveel geld voor de coöperatie opleveren dat de coöperatie zich professioneel kan organiseren. Bijvoorbeeld om een directeur te kunnen betalen, drukwerk, computers, website, een kantoor, verzekeringen, acties en out-of-pocket-kosten.
Zouden subsidies van de overheid geen uitkomst zijn? Een duwtje in de rug in de fase van opstarten kan welkom zijn, maar een lokale energiecoöperatie moet daarna volgens mij op eigen benen staan, anders heeft het economisch gezien blijkbaar niet voldoende meerwaarde. Professionals zijn duur, dus kun je als lokaal initiatief niet beter met vrijwilligers werken? Met alleen vrijwilligers loop je het risico dat je te lang blijft hangen in een vage opstartfase, domweg omdat vrijwilligers vaak onvoldoende tijd hebben, of niet over de goede vaardigheden, kennis of Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 8
netwerken beschikken. Bij CALorie wilden we daarom vanaf dag één vliegend van start. We hebben toen een professionele directeur aangesteld. Hij werkt op no cure no pay basis, waardoor hij meteen een stimulans heeft om snel leden, sponsors en partners te vinden. Met welk imago krijg je de meeste betalende leden? Mijn motto is: probeer naar buiten toe het imago van een ‘AVRO-lid’ te hebben, tussen alles in dus. Zodra je te ‘groen’ bent, te activistisch of ‘roodgroen’, dan haken veel mensen bij voorbaat al af. In het HIER opgewekt Kennisdossier Verdienmodellen op www.hieropgewekt.nl staan artikelen over verdienmodellen. Klik hier. Raadpleeg voor meer informatie over CALorie Energie de pagina van dit initiatief in de inventarisatie van HIER opgewekt. Klik hier
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 9
FINANCIËLE AFSPRAKEN MAKEN Ernst van der Leij, Morgen Groene Energie ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● De coöperatie Morgen Groene Energie (MGE) heeft Nuenen als thuisbasis, maar heeft ambities om in de hele regio Zuidoost Brabant actief te zijn. Met name voor ondernemers in het Middenen Kleinbedrijf. Want MKB’ers willen vaak best investeren in duurzame energie, maar bankleningen zijn duur en dikwijls krijgen ze de financiering niet rond. Daarom kwam MGE met een creatief arrangement dat het voor MKB’ers wel heel aantrekkelijk weet te maken. Welke set oplossingen en afspraken zit er onder dat arrangement?
TAFELSESSIES Wat is het voordeel van een lokale coöperatie boven een groot energiebedrijf? Ik ken toevallig Ludo van Halderen, de voormalige CEO van Nuon, en had een interessant gesprek met hem over lokale energiecoöperaties. Volgens hem is het grote voordeel van lokale coöperaties dat je een vertrouwensband hebt met je leden, gebaseerd op gedeelde idealen en doelen. Daardoor zit je als coöperatie direct aan de keukentafel bij mensen thuis. Bij de grote energiebedrijven is dat ondenkbaar. Zij moeten het hebben van dure mediacampagnes en callcenters, die bij de meeste consumenten vooral op wantrouwen en weerstand stuiten. Maar ben je als kleine lokale speler wel effectief? Nee, dat is de achilleshiel van ons als lokale coöperaties. De meesten van ons drijven financieel op een beetje lidmaatschapsgeld en de bescheiden marge op de wederverkoop van Greenchoice1 energie. Volgens dat magere verdienmodel wordt je als lokaal energiebedrijf pas effectief en financieel sterk als je enkele tienduizenden leden hebt. En hoe krijg je zoveel leden als je voorlopig niet echt interessante dingen kunt bieden? Daarvan waren we ons bij Morgen Groene Energie terdege bewust. We wilden direct vaart maken. Daarom hebben we ons met een klein groepje meteen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en we zijn direct gaan uitdokteren hoe we leuke projecten kunnen bedenken en creatief laten financieren. Onderdeel van die wens om effectief te zijn, is ons streven om op regionale schaal te opereren. Alles lokaal organiseren is volgens mij echt te klein. Daarom denken wij aan Nuenen en een stuk van Brabant als ons werkgebied. Morgen Groene Energie (MGE) gaat uit van het principe ‘lokaal aan de voorkant, regionaal aan de achterkant’. In ons ideale plaatje zijn er straks tal van lokale coöperaties in Brabant, die zich aan de achterkant hebben verenigd in MGE voor de oninteressante maar noodzakelijke zaken als de backoffice, financiële arrangementen en een leveringsvergunning. Hoe steekt het basis verdienmodel van MGE in elkaar? Ook MGE drijft voor zijn dagelijks bestaan op het eerder genoemde model van lidmaatschapsgeld en wederverkoop van energie. We hebben nu ongeveer 200 leden, waarmee de coöperatie jaarlijks zo’n 2.000 euro binnenkrijgt. Ons wederverkoopmodel steekt als volgt in elkaar. Onze leden (klanten) krijgen energie volgens marktconforme prijzen (met Essent prijzen als benchmark), maar met een klein beetje korting. MGE betaalt aan Greenchoice echter iets lagere ‘tussenhandel’ prijzen en Greenchoice koopt de energie op zijn beurt nog wat goedkoper in tegen groothandelprijzen. De ‘winstmarge’ voor MGE is ongeveer 50 euro per lid per jaar. Voor onze leden/klanten betekent het in de praktijk dat zij een jaarnota van Greenchoice krijgen, met een oplegbriefje van MGA. Die wederverkoop is geen vetpot, maar het is in elk geval een basis om te starten. Het voordeel van wederverkoop is overigens dat alle debiteurenrisico’s (wanbetalers) bij Greenchoice liggen. Op de 1
) Of een vergelijkbaar energiebedrijf dat groene energie aanbiedt.
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 10
lange termijn wil MGE echter langzaam gaan ‘kantelen’ van een inkoopcoöperatie naar een productiecoöperatie, met eigen energieproductie en –inkoop. Vertel eens meer over het ‘Zon op MKB’ arrangement dat jullie hebben uitgevonden? Zoals gezegd, MGE wilde meteen al van start met een aantrekkelijk project! Daarom bedachten we voor onze MKB-leden de actie ‘Zon op MKB’, die het voor MKB’ers gemakkelijk moet maken om PVpanelen op de bedrijfsdaken te plaatsen. Daarvoor riepen we een aparte BV in het leven, die onder de coöperatie hangt. ‘Zon op MKB’ is een financieel uitgekiende constructie, die het voor alle MKB’ers (rijk of arm) mogelijk maakt om meteen een mooie hoeveelheid PV op het dak te plaatsen, terwijl alle financiers van het arrangement er ook wat aan verdienen. Kort samengevat bestaat het arrangement uit de volgende onderdelen:
Een keuring moet uitwijzen of het dak constructief geschikt is voor het dragen van panelen; De MKB’er moet eigenaar zijn van gebouw (daardoor kan hij achter de meter 100% salderen en maximaal gebruik maken van de fiscale regelingen KIA, EIA, VAMIL); Optimaal is het plaatsen van 10.000 – 30.000 kWh per dak. Dat geeft een terugverdientijd van maximaal 5 jaar; Voor MKB’ers die deze investering niet kunnen doen werkt MGE aan een fonds waaruit zijn panelen grotendeels worden voorgefinancierd. De MKB’er hoeft daardoor nog maar 20% van de investering vooraf zelf te betalen; De MKB’er mag de opbrengst van de PV-panelen achter de meter volledig salderen. Daarnaast krijgt hij 17,5% korting op de ‘gangbare’ stroomprijs (Essent prijs als benchmark).
Hoe wordt dat fonds gevuld? We streven naar een fonds van minimaal 1 miljoen euro. Het bestaat uit 60% vreemd vermogen (waaronder bankfinanciering) en 40% inleg door de ‘rijkere MKB leden’. De investeerders in het fonds ontvangen een rendement van 8 á 17%. Er is echter nog wel een hobbel te nemen met de Rabobank. MGE wil namelijk het liefst een contract met Rabo Nederland (omdat de coöperatie regionaal wil opereren) maar er zitten nog wat problemen in de gesprekken met de bank. Mede daarom is MGE zeer geïnteresseerd in de precieze voorwaarden van het nieuwe duurzaamheidsfonds van de provincie. Raadpleeg voor meer informatie over Morgen Groene Energie de pagina van dit initiatief in de inventarisatie van HIER opgewekt. Klik hier en/of klik hier. Morgen Groene Energie is bereid om collega-coöperaties gedetailleerde inzage te geven in het business model van het beschreven ‘Zon op MKB’ arrangement.
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 11
VERDIENMODELLEN DEH Patrick Rutten, DEH ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● De lokale coöperatie Duurzame Energie Haaren (DEH) ging in 2012 officieel van start en maakt sindsdien een bemoedigende ontwikkeling door. Centraal in de coöperatie staat het ‘samen doen’; voorlopig vooral door tegen gunstige prijzen zonnepanelen in te kopen en de leden volledig te ontzorgen. Daarnaast geeft DEH ook advies aan over energiebesparing. In deze kennissessie nuttige informatie over het verdienmodel van DEH, over het betrekken van burgers en het realiseren van zonneprojecten op scholen, bedrijven en bij huurders.
TAFELSESSIES Hoe kwam de lokale coöperatie tot stand? DEH is ontstaan uit de werkgroep HEET (Haaren Energiebewust Ecologisch Traject) die vanaf 2009 actief was met ondermeer thema-avonden, filmavonden, een duurzaamheidsdag en Milieucafé’s. Daarmee wist HEET lokaal en regionaal al flink wat bekendheid te krijgen, en dat was een goede wegbereider voor het oprichten van een vereniging of een coöperatie. Na enige studie kozen voor de vorm van een coöperatie, omdat die de meeste mogelijkheden biedt. Bij het nadenken over de opzet van de coöperatie hebben we trouwens met een schuin oog gekeken naar het coöperatiemodel van Texelenergie. Nadat die keuze was gemaakt schreven we een businessplan en ontwikkelden verdienmodellen, die door diverse werkgroepen verder werden (en nog steeds worden) uitgewerkt. Uiteraard moest er ook een bestuur worden opgetuigd. Het bestuur is daarnaast onderdeel van een iets grotere stuurgroep van de coöperatie. Onder die stuurgroep hangen een aantal werkgroepen. Na al dat voorwerk werd DEH in de zomer van 2012 opgericht, samen met een website en meteen al 23 leden. Na twee ledenvergaderingen meldden zich 85 deelnemers voor onze eerste PV actie, en deze deelnemers werden ook lid. Op dit moment (medio 2013) zitten we op 145 leden. Hoe hebben jullie mensen erbij betrokken? DEH is een energiecoöperatie waarbij de nadruk ligt op het samen doen. Door allerlei acties en avonden zijn we tot inmiddels 145 leden gegroeid. De eerste groep komt heel snel. Daarna wordt het lastiger om ze te overtuigen. Je moet dan echt de meerwaarde kunnen aantonen van een lidmaatschap van de coöperatie. Maar alleen het ledenaantal is niet genoeg; we vragen ze ook om actief te worden in één van onze werkgroepen. Op het moment hebben we een werkgroep zonnepanelen en -boilers, een werkgroep lokale energie-inkoop en een werkgroep energie-inkoop. Qua mensen betrekken moeten we ook niet het contact met de gemeente onderschatten. Dat is belangrijk, want die ambtenaren maken het bestemmingsplan, en wil je bijvoorbeeld een windmolen, dan is het belangrijk om ze meteen bij jouw ideeën te betrekken. Nog mooier is als het lukt om ze ook lid te maken van de energiecoöperatie. Wat is het verdienmodel van DEH? Voorlopig is ons verdienmodel gebaseerd op het grootschalig inkopen van zonnepanelen voor onze leden. Dat is voor een leverancier/installateur van de panelen zo interessant, dat hij ons een provisie uitbetaalt. In 2012 hebben we bijvoorbeeld in één keer 80 zonnepaneel systemen (PV en zonnecollectoren) besteld. Eerst schreven we 30 leveranciers aan, waarna groothandel Natec als beste uit de selectie kwam. Dat leverde ons een provisie van € 18.000 op (gemiddeld ruim 200 euro per systeem). Van die inkomsten ging afgerond 33% naar de kas van de coöperatie, 33% naar lokale
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 12
cultuur- of sportclubs in de gemeenschap en 33% als inkoopvoordeel naar onze leden (klanten). Dat laatste is ook van belang, want ook je leden willen het gevoel hebben er gunstig uit te springen. Loopt de coöperatie zelf een risico bij zo’n actie? Wij denken dat je als beginnende coöperatie geen risico moet lopen. Tot nog toe waren we dus uitsluitend bemiddelaar in het proces. Onze leden gaan dus individueel een contract aan met de leverancier van de panelen. Is wederverkoop van energie ook een goed verdienmodel? Ja en nee. Gemiddeld ontvang je als wederverkoper zo’n 50 euro per lid per jaar van de energieleverancier, dus je hebt wel heel veel leden nodig om er wat aan te verdienen. En alleen als je heel erg groot wordt (duizenden leden) is het interessant om een eigen leveringsvergunning aan te vragen, waarmee je daadwerkelijk een eigen energiebedrijf wordt. DEH richt zich vooral op woningeigenaren, maar hoe financier je zonnepanelen voor huurders? Je zou als initiatief ook voor panelen op een huurflat naar bijvoorbeeld een Rabobank kunnen stappen. Zij financieren dat tegen een rente van 6 á 7%. Het financieel rendement van zonnepanelen zit ongeveer op 9 á 10%, dus dat zou uit moeten kunnen. De bank vraagt vermoedelijk wel om inbreng van eigen vermogen, dus dat zou je nog moeten oplossen. Maar een ASN bank wil soms wel tot 90% voorfinancieren. Je moet in het plan er echter wel op bedacht zijn dat energieprijzen in de toekomst ook kunnen gaan dalen. Dan is het belangrijk dat je met de deelnemende huurders een contract hebt waarin ze voor een bepaald aantal jaren de energie van de zonnepanelen tegen een vast (of een nader overeen te komen) bedrag blijven betrekken. Er zijn trouwens ook voorbeelden in het land van woningbouwcorporaties die zonnepanelen voor hun huurders hebben voorgefinancierd en dat verrekenen met de huur, zonder dat de woonlasten omhoog gaan. Kijk voor meer informatie in het Kennisdossier Lokale opwek verhuurders op www.hieropgewekt.nl. Kun je de panelen van de leden ook op een dak van naburige bedrijven plaatsen? Er is een landelijk voorstel in de maak (nog niet definitief!) dat je ook zonnepanelen van jou op andermans dak mag salderen op je eigen energierekening, mits die panelen in hetzelfde postcodegebied liggen. In een dorp kun je op die manier het dak van een naburige boerenschuur volleggen met zonnepanelen, en de stroom salderen bij coöperatieleden in de buurt. In een stad kun je hetzelfde trucje uithalen bij een naburig bedrijfsdak. Zonnepanelen op een school, hoe financier je dat? Daarvoor zijn meerdere opties. Gaat het om veel panelen, dan is het interessant om ouders erbij te betrekken en via crowdfunding het bedrag voor zonnepanelen bij elkaar te krijgen. In Roermond was er een flinke zonnepanelenactie bij burgers, en daar heeft de installateur als tegenprestatie ‘gratis’ 12 zonnepanelen op een school neergelegd. Op de website van Hier Opgewekt verschijnt binnenkort een toolkit over zon op school. Houd de site of nieuwsbrief dus in de gaten! Ook ideeën hoe je burgers betrekt bij een plan voor een windturbine? Dat is veel lastiger dan een zonnepanelenactie. Een windturbine van 2,5 megawatt kost je al gauw zo’n 3 miljoen euro. In de Brabantse situatie moet je bijvoorbeeld bij een industrieterrein minimaal 3 molens neerzetten en langs een snelweg 8 molens. Dat vergt grote investeringen, die alleen een grote (windmolen-)coöperatie aankan. Uiteraard kun je ook een professionele windturbineontwikkelaar erbij betrekken, maar zorg ervoor dat jouw bijdrage minimaal 51% is, zodat je zeggenschap houdt.
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 13
Heb je zulke ambities, dan is het een idee om ook bedrijven als coöperatie lid aan te trekken, want die kunnen soms veel zwaarder mee investeren. Dat is voor hen best interessant, want de huidige bankrente is laag en windturbines kunnen een financieel rendement hebben van 15%.. Voor zulke grote projecten is het ook een optie om met andere energiecoöperaties samen te werken. Daardoor heb je ook een grotere ‘achterban’ voor draagvlak en om mee te investeren. Ook DEH is daarom regelmatig in gesprek met andere energiecoöperaties. Tenslotte is er natuurlijk de vraag of je als (kleine) coöperatie eigenaar wil zijn van een turbine, met al het financieel risico van dien (beheer, windopbrengst). Als coöperatie kun je namelijk ook een goede rol als bemiddelaar en wegwijzer spelen, bijvoorbeeld in samenwerking met partijen als Greenchoice en met grote windmolencoöperaties in de regio en daarbuiten. Kijk hier voor meer informatie over Duurzame Energie Haaren.
Disclaimer Dit verslag is een zo getrouw mogelijke weergave van de Energy Pit op 12 april 2013 in Utrecht. Het verslag is zorgvuldig samengesteld, maar HIER opgewekt kan niet uitsluiten dat teksten onjuistheden bevatten. Suggesties zijn dan ook altijd welkom (
[email protected]).
Verslag HIER opgewekt Kennissessie Financiering | 23 april 2013 | Tilburg | www.hieropgewekt.nl | pagina 14