HET WERKGEVERENQUÊTEFORMULIER Nederland
Project gefinancierd binnen het 6e Kaderprogramma van DG Research van de Europese Commissie
1
M Meeddeew weerrkkeerrss Deze enquête is vertaald van het Engels naar het Nederlands door het volgende team: Vertalers: Lindsay Digneffle Walter Jansen Amelia Roman Adjudicator: Rick Huys Karolus Kraan
2
I. Introductie [ ] zijn notities voor de programmeur, ( ) zijn notities voor de interviewer . [Notitie voor de programmeur: Een paar uitzonderingen daargelaten, voeg twee antwoordopties toe voor alle vragen: 8 = ‘Weet niet’ en 9 = ‘Geweigerd’. De uitzonderingen zijn de vragen B3ITUSE en B3ITUSE2007 waar de respondent te kennen wordt gegeven ‘Weet niet’ te antwoorden, als het relevant is]. (Interviewer notitie: lees nooit de antwoordopties ‘Weet niet’ en ‘Geweigerd’ hardop voor. Gebruik deze opties alleen als de respondent op deze wijze antwoordt). Mijn naam is [NAAM INTERVIEWER] en ik bel u namens [SPONSOREN VAN DE ENQUÊTE] die een onderzoek uitvoeren naar de manier waarop organisaties handelen. De [SPONSOREN VAN DE ENQUÊTE] hebben u recentelijk geschreven om uw meewerking aan dit onderzoek. Het interview duurt ongeveer 30 minuten en alle informatie die u ons geeft zal met strikte vertrouwelijkheid behandeld worden. De meeste vragen in het interview zullen over deze vestiging gaan; dus [Naam Vestiging: NV] op [adres vestiging: ADRES]. Maar eerst zou ik graag een aantal vragen stellen over uzelf. ATITLE Wat is uw positie binnen deze vestiging? Codeer antwoord letterlijk (Interviewer notitie: een letterlijk antwoord moet gecodeerd worden met een van de volgende codes, ‘geweigerd’ is niet toegestaan). 1. Algemeen manager 2. Eigenaar / beheerder 3. Human Resource Manager / Personeelsmanager 4. Anders (specificeren a.u.b.) ATENURE Hoe lang bekleedt u deze positie al binnen deze vestiging? (Interviewer notitie: codeer het meest nabije jaar. Gebruik ‘0’ indien minder dan 6 maanden) Bereik: 0..50
3
Sectie A: Demografische en personeelskarakteristieken Dank u. Ik ga nu naar de kern van het interview. Ter herinnering, ik zal u vragen over [Naam Vestiging: NV] op [adres vestiging: ADRES]. ASECTOR Wat is de hoofdactiviteit van deze vestiging? (Interviewer notitie: wanneer noodzakelijk vraag naar toelichting) [Om post-veldwerk gecodeerd te worden naar NACE rev. 2] AWPAGE Hoeveel jaar bestaat uw vestiging al? Tel hier a.u.b. ook doorgebrachte tijd op eerdere locaties bij op. 1. Minder dan 2 jaar 2. 2 t/m 4 jaar 3. 5 t/m 9 jaar 4. 10 t/m 19 jaar 5. 20 t/m 49 jaar 6. 50 jaar of meer AINDP Welke optie beschrijft het beste [NV] op [ADRES]? 1. Een op zichzelfstaande onafhankelijke vestiging/onderneming. 2. Een onderdeel van een aantal vestigingen behorende tot een groter(e) bedrijf of organisatie. APUB Een organisatie uit de publieke sector wordt ofwel compleet door de overheid beheerd ofwel de overheid heeft een groot aandeel. Maakt uw vestiging deel uit van: 1. De private sector 2. De publieke sector ACUSTM Produceert uw vestiging goederen voor, of biedt zij diensten aan aan een van de volgende groepen? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elke van de vragen a t/m d]. a. [vraag alleen als AINDP=2] Zusterbedrijven of andere vestigingen binnen uw organisatie b. Particuliere ondernemingen c. De publieke sector zoals overheidsinstellingen of door de overheid beheerde corporaties d. Particuliere personen 1.
Ja 4
2.
Nee
ACUSTIMP [Alleen vragen als er meer dan een keer ‘ja’ geantwoord is op ACUSTM] Aan welke van deze vier groepen biedt uw vestiging het grootste volume van goederen of diensten aan? [Respondent kan slechts één optie kiezen]. 1. Zusterbedrijven of andere vestigingen binnen uw organisatie 2. Particuliere ondernemingen 3. De publieke sector, zoals overheidsinstellingen of door de overheid beheerde corporaties 4. Particuliere personen ATYPE Welke van de volgende beschrijft het beste de kern-producten of diensten die geproduceerd worden in uw vestiging? [Respondent kan slechts één optie kiezen]. 1. Producten of diensten die aangepast worden aan de specificaties van de consument. 2. Gestandaardiseerde producten of services. AOWNDM [Alleen vragen als APUB=1] Valt deze vestiging onder binnenlands of buitenlands eigenaarschap? Wanneer dit een mix van beide is, maak uw keuze aan de hand van de meerderheid (>50%) van het eigenaarschap. [Respondent kan slechts één optie kiezen] 1. Helemaal of grotendeels binnenlands eigenaarschap 2. Helemaal of grotendeels buitenlands eigenaarschap AEMP Hoeveel werknemers heeft u momenteel op de loonlijst staan bij deze vestiging? Het gaat om alle werknemers die direct door uw vestiging betaald worden (dat wil zeggen: part-timers, full-timers, vaste en tijdelijke medewerkers). 1. 1 t/m 19 2. 20 t/m 49 3. 50 t/m 99 4. 100 t/m 249 5. 250 t/m 499 6. 500 t/m 999 7. 1.000 of meer (Interviewer notitie: wanneer gevraagd, dit is exclusief werknemers die betaald worden door een uitzendbureau). ATEMP Welk percentage van de werknemers van deze vestiging heeft een tijdelijk contract? Het gaat om alle werknemercontracten met een einddatum of voor een bepaalde tijdsperiode, ook al is het voor een aantal jaar. 1. Geen
5
2. 3. 4.
1% t/m 9% 10% t/m 24% 25% of meer
APARTPC Welk percentage van de werknemers van deze vestiging werkt part-time? ‘Parttime’ heeft betrekking op alle werktijdregelingen onder het gebruikelijke aantal voltijdsuren dat van toepassing is binnen uw vestiging. 1. Geen 2. 1% t/m 24% 3. 25% t/m 49% 4. 50% of meer AAGENCY Werken er in deze vestiging momenteel werknemers die zijn gecontracteerd via een uitzendbureau? 1. Ja 2. Nee
AAGENNUM [Alleen vragen als AAGENCY = 1] Denk a.u.b. aan het totaal aantal werknemers binnen deze vestiging, inclusief werknemers in loondienst en door uitzendbureaus gecontracteerd personeel. Welk percentage van het totale aantal werknemers bestaat uit mensen dat werkt via een uitzendbureau? 1. 1 t/m 4% 2. 5% t/m 9% 3. 10% t/m 24% 4. 25% of meer [Alleen voorlezen als AAGENCY = 1] In het verdere verloop van het interview zou ik graag willen dat, wanneer er een vraag gesteld wordt over werknemers binnen deze organisatie, u het totaal aantal werknemers neemt, inclusief mensen via een uitzendbureau. AEMPCH [Alleen vragen als AWPAGE>=2] Hoe verhoudt het huidige totale aantal werknemers binnen uw vestiging zich tot het aantal van twee jaar geleden, dat is in [MAAND, JAAR]? 1. Het aantal werknemers is afgenomen met meer dan 5% 2. Het aantal werknemers is toegenomen met meer dan 5% 3. Zo goed als onveranderd AEMPCHa [Alleen vragen als AEMPCH=2] Hoe groot is de werkgelegenheidstoename ongeveer geweest? 1. Toegenomen met 5% t/m 9% 2. Toegenomen met 10% t/m 24%
6
3.
Toegenomen met 25% of meer
AEMPCHb [Alleen vragen als AEMPCH=1] Hoe groot is de afname van werkgelegenheid ongeveer geweest? 1. Afname met 5% t/m 9% 2. Afname met 10% t/m 24% 3. Afname met 25% of meer AEMPCH-CAUSE [Alleen vragen als AEMPCH = 1] Kan een van de volgende oorzaken aangewezen worden als reden voor de afname van werkgelegenheid? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m e]. a. Toename in de productiviteit dankzij technologische innovatie b. Toename in de productiviteit door organisatorische veranderingen of reorganisatie c. Terugval in de markt voor uw goederen of diensten d. Verkoop of sluiting van een deel van uw vestiging of organisatie e. [Alleen vragen als APUB=2] Verlaging van het budget 1. 2.
Ja Nee
AEMPCDOT [Vraag alleen als geen van de bovenstaande antwoorden is gekozen] Kunt u een beknopte omschrijving geven van de reden van deze afname in werkgelegenheid?
AGNDR Welk percentage van de werknemers in deze vestiging is vrouw? 1. Geen 2. 1% t/m 24% 3. 25% t/m 49% 4. 50% t/m 74% 5. 75% of meer AGNDRM Welk percentage van de managers in deze vestiging is vrouw? 1. Geen 2. 1% t/m 5% 3. 5% t/m 9% 4. 10% t/m 24% 5. 25% of meer AOCC Welk percentage van de werknemers in deze vestiging behoort tot een van de volgende beroepsgroepen?
7
1. 2. 3. 4. 5.
Managers Professionals en geschoolde technici Geschoolde ambachtslieden en handarbeiders Geschoold kantoorpersoneel en verkoopwerknemers Laag-opgeleide of ongeschoolde werknemers
[CATI CHECK OF DE SOM VAN 1+2+3+4+5 = 100%] AAGEY Welk percentage van de werknemers in deze vestiging is jonger dan 30 jaar? 1. Geen 2. 1% t/m 24% 3. 25% t/m 49% 4. 50% of meer AAGEO Welk percentage van de werknemers binnen deze vestiging is ouder dan 55 jaar? 1. Geen 2. 1% t/m 24% 3. 25% t/m 49% 4. 50% of meer AABSENT Gedurende de afgelopen 12 maanden, welk percentage van het totaal aantal werkdagen in deze vestiging is verloren gegaan door ziekte van personeel? 1. Geen 2. 1% t/m 4% 3. 5% t/m 9% 4. 10% of meer
Sectie B: Organisatiestructuur en verandering Ik ga u nu een aantal vragen stellen over de structuur en organisatie van deze vestiging. [als AWPAGE>=2] Bij enkele vragen zal ik vragen naar de huidige situatie en naar de situatie van 2 jaar geleden.
1)
Werkorganisatie
Ik begin met vragen over de organisatie van het werk in deze vestiging. B1HIE Hoeveel organisatorische niveaus bestaan er in uw vestiging, inclusief het hoogste niveau (bijvoorbeeld senior management) en laagste niveau (bijvoorbeeld productiemedewerkers).
8
Aantal: _______ B1HIE2007 [Alleen vragen als AWPAGE>=2] Hoeveel organisatorische niveaus waren er 2 jaar geleden? Aantal:_______ B1DIVTYPE Heeft deze vestiging een van de volgende typen divisies of afdelingen? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m c]. a. Afzonderlijke divisies of afdelingen naar functie: verkoop, productie, administratie, onderzoek, etc. b. Afzonderlijke divisies of afdelingen naar type product of dienst c. Afzonderlijke divisies of afdelingen naar geografische ligging: verkoopregio’s, etc. 1. Ja 2. Nee (Interviewer notitie: wanneer gevraagd, dit is exclusief divisies of afdelingen in andere vestigingen van dezelfde organisatie) B1NDIV Hoeveel afzonderlijke afdelingen of divisies rapporteren direct aan het hoofd van deze vestiging? Aantal:________
B1STRUC Wie neemt normaal gesproken de beslissingen over de dagelijkse werkzaamheden van de niet-leidinggevende werknemers? 1. 2. 3.
De werknemer die de werkzaamheden uitvoert Managers of werkopzichters Zowel werknemers als managers of werkopzichters
B1DLGQLT Zijn een van de volgende verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m e]. a. b. c. d. e.
De werknemer die de werkzaamheden uitvoert Managers of werkopzichters Een gespecialiseerde groep of divisie binnen de onderneming of organisatie Externe groepen – klanten, externe evaluatie-experts, etc. [Alleen vragen als op alle opties a t/m d ‘nee’ is geantwoord] Kwaliteitscontrole is niet relevant voor deze vestiging.
9
1. 2.
Ja Nee
B1TEAM Werken er momenteel werknemers van deze vestiging in een team, waarin de leden samen beslissen over hoe het werk wordt uitgevoerd? 1. 2.
Ja Nee
(Interviewer notitie: wanneer gevraagd, een werk-team wordt soms een autonoom team of zelf-gestuurd team genoemd) B1TEAMPER [Alleen vragen als B1TEAM = 1] Welk percentage van de werknemers binnen deze organisatie werkt momenteel in zulke teams? 1. 0 t/m 24% 2. 25% t/m 49% 3. 50% t/m 74% 4. 75% of meer B1TEAM2007 Waren er twee jaar geleden werknemers die in zulke teams werkten? 1. Ja 2. Nee B1TEAMCHG [Alleen vragen als B1TEAM2007 = 1] Vergeleken met twee jaar geleden, is het percentage werknemers dat momenteel werken in zulke teams: 1. 2. 3.
Toegenomen? Afgenomen? Ongeveer hetzelfde gebleven?
B1CIRCLE Zijn er werknemers binnen deze organisatie momenteel betrokken in groepen die elkaar dikwijls ontmoeten om na te denken over verbeteringen die gemaakt zouden kunnen worden binnen deze vestiging? 1. Ja 2. Nee B1CIRCLEPER [Alleen vragen als B1CIRCLE = 1] Welk percentage van de werknemers binnen deze vestiging neemt momenteel deel aan zulke groepen? 1. 0 t/m 24% 2. 25% t/m 49%
10
3. 4.
50% t/m 74% 75% of meer
B1CIRCLE2007 Hebben 2 jaar geleden werknemers deelgenomen aan een groep die nadacht over verbeteringen? 1. Ja 2. Nee B1CIRCLECHG [Alleen vragen als B1CIRCLE2007=1] Vergeleken met 2 jaar geleden, is het percentage van de werknemers dat deelneemt aan zulke groepen 1. Toegenomen? 2. Afgenomen? 3. Ongeveer gelijk gebleven? B1DLGSCHD Kunnen ‘niet-leidinggevende’ werknemers in deze vestiging kiezen wanneer ze hun dagelijkse werk beginnen of eindigen, naar hun persoonlijke behoeften? 1. Ja 2. Nee B1DLGSCHDPER [Alleen vragen als B1DLGSCHD=1] Welk percentage van de ‘niet-leidinggevende’ werknemers binnen deze vestiging kan momenteel kiezen wanneer ze het dagelijkse werk beginnen of eindigen? 1. 0 t/m 24% 2. 25% t/m 49% 3. 50% t/m 74% 4. 75% of meer B1DLGSCHD2007 Konden twee jaar geleden ‘niet-leidinggevende’ werknemers kiezen wanneer ze hun dagelijkse werk begonnen of eindigden? 1. Ja 2. Nee B1DLGSCHDCH [Alleen vragen als B1DLGSCH2007=1] Vergeleken met twee jaar geleden, is het percentage ‘niet-leidinggevende’ medewerkers dat kan kiezen wanneer ze hun dagelijkse werk beginnen of eindigen: 1. Toegenomen? 2. Afgenomen? 3. Ongeveer gelijk gebleven?
11
B1MULTSK Zijn er werknemers binnen deze vestiging die getraind zijn om te rouleren over taken met andere werknemers? De training kan binnen of buiten uw vestiging gevolgd zijn. 1. Ja 2. Nee 3. Niet relevant (Interview notitie: Een ‘Niet relevant’-antwoord kan voorkomen als roulatie niet mogelijk is omdat er een te hoog niveau aan vaardigheden of expertise vereist is). B1MULTSK2007 [Alleen vragen als B1MULTSK=1] Vergeleken met twee jaar geleden, is het percentage van de medewerkers dat getraind is om taken te rouleren met andere werknemers: 1. Toegenomen 2. Afgenomen 3. Ongeveer gelijk gebleven
2)
Managementpraktijken
Ik ga u nu een aantal vragen stellen over het gebruik in uw vestiging van verschillende managementpraktijken. B2QUAL Observeert deze vestiging de kwaliteit van haar productieproces of diensverlening? 1. Ja, voortdurend 2. Ja, periodiek 3. Nee 4. Niet relevant B2QUAL2007 [Alleen vragen als AWPAGE>=2] Observeerde twee jaar geleden deze vestiging de kwaliteit? 1. Ja, voortdurend 2. Ja, periodiek 3. Nee 4. Niet relevant B2JITP Gebruikt deze vestiging een geautomatiseerd systeem om de inventaris, voorraden of onderhanden werk te minimaliseren? Deze staan soms bekend als just-in-time of lean production systemen, of als werken volgens een zero buffer principe. 1. Ja 2. Nee 3. Niet relevant B2JITP2007 [Alleen vragen als AWPAGE>=2]
12
Had deze vestiging twee jaar geleden zo’n systeem in gebruik? 1. Ja 2. Nee 3. Niet relevant B2KMDBASE Actualiseren werknemers in deze vestiging geregeld databases die ‘goede werkpraktijken’ of ‘geleerde lessen’ documenteren? 1. Ja 2. Nee
B2KMSHR2007 [Alleen vragen als AWPAGE>=2] Actualiseerden werknemers in deze vestiging twee jaar geleden geregeld zulke databases? 1. Ja 2. Nee B2KMEX Observeert deze vestiging ideeën ‘van buiten’ (de organisatie) of technologische ontwikkelingen omtrent nieuwe of verbeterde producten, processen of diensten? 1. Ja, met personeel dat specifiek is aangesteld voor deze taak 2. Ja, als onderdeel van de verantwoordelijkheden van het algehele personeel 3. Nee B2KMEX2007 [Alleen vragen als AWPAGE>=2] Observeerde deze vestiging twee jaar geleden ideeën ‘van buiten’ of technologische ontwikkelingen? 1. Ja, door gebruik te maken van specifiek voor deze taak aangesteld personeel 2. Ja, als onderdeel van de verantwoordelijkheden van het algehele personeel 3. Nee B2CUSAT Observeert deze vestiging klanttevredenheid met vragenlijsten, focusgroepen, analyses van klachten, of andere methoden? 1. Ja, op regelmatige basis 2. Ja, maar onregelmatig 3. Nee B2CUSAT2007 [Alleen vragen als AWPAGE>=2] Observeerde deze vestiging twee jaar geleden de klanttevredenheid? 1. Ja, op regelmatige basis 2. Ja, maar onregelmatig 3. Nee
13
3) Gebruik van Informatie en Communicatie Technologieën (ICTs) B3WEB Heeft deze vestiging een website? 1. Ja 2. Nee B3WEB2007 [Alleen vragen als AWPAGE>=2] Had deze vestiging twee jaar geleden een website? 1. Ja 2. Nee B3WEBSERV [Alleen vragen als B3WEB=1] Biedt uw huidige website online diensten aan zoals verkoopdiensten, bestelmogelijkheden, reserveringen, downloads, etc.? 1. Ja 2. Nee B3WEBSERV2007 [Alleen vragen als B3WEBSERV=1] Vergeleken met twee jaar geleden, is het aantal diensten dat uw website aanbiedt: 1. Toegenomen? 2. Afgenomen? 3. Ongeveer gelijk gebleven? B3EMPL Welk percentage van de werknemers in deze vestiging gebruikt computers als onderdeel van de normale werkzaamheden? 1. Geen 2. 1% t/m 24% 3. 25% t/m 49% 4. 50% t/m 74% 5. 75% of meer (Interviewer notitie: Leg uit, wanneer gevraagd, dat een computer betrekking heeft op het gebruik van PC’s, micro-computers, mini-computers, mainframe computers of laptops. Dit is niet inclusief het gebruik van andere apparatuur zoals centrale verkoopcomputers, scanners en machine-monitors.)
ICT MODULE Vraag ALLEEN als de ICT-manager geïnterviewd wordt B3ITUSE Ik zou u graag willen vragen of uw vestiging de volgende vijf typen gespecialiseerde informatietechnologie gebruikt. Als u niet zeker bent over een type informatietechnologie, antwoord u alstublieft ‘weet niet’.
14
Gebruikt uw vestiging een van de volgende typen informatietechnologie? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m e]. a. b. c. d. e.
Cliënt- of klant-relatie-software Resultaat bijhoudende software (Performance tracking) Enterprise Resource Planning software Collaborative work software Electronic Data Interchange met externe cliënten of leveranciers
1. 2. 3
Ja Nee Weet niet
B3ITUSE2007 Gebruikte u twee jaar geleden een van deze vijf typen gespecialiseerde informatietechnologie? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m d]. a. b. c. d. e.
Cliënt- of klant-relatie-software Resultaat bijhoudende software (Performance tracking) Enterprise Resource Planning software Collaborative work software Electronic Data Interchange met externe cliënten of leveranciers
1. 2. 3.
Ja Nee Weet niet
4)
Uitbesteding en Samenwerking
Ik ga u nu een aantal vragen stellen over de activiteiten van deze vestiging en haar relaties met andere vestigingen en organisaties. B4ACTV Worden de volgende activiteiten uitgevoerd in deze vestiging? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m e] a. Het ontwerpen of ontwikkelen van nieuwe producten of diensten b. Productie van goederen of diensten c. Inkoop van grondstoffen of basisproducten zoals materialen, onderdelen, componenten of diensten d. Verkoop of marketing van goederen of diensten e. Administratie 1.
Ja 15
2.
Nee
B4COLB [Alleen vragen als minimaal een B4ACTV =1 en neem elke activiteit op waarvoor geldt dat B4ACTIV=1] Werkt deze vestiging momenteel samen met andere vestigingen of organisaties bij het uitvoeren van de volgende activiteiten [de volgende activiteit]? [Geef afzonderlijk ‘ja’ of ‘nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m e] a. Het ontwerpen of ontwikkelen van nieuwe producten of diensten b. Productie van goederen of diensten c. Inkoop van grondstoffen of basisproducten zoals materialen, onderdelen, componenten of diensten d. Verkoop of marketing van goederen of diensten e. Administratie 1. 2.
Ja Nee
B4COLB2007 [Vraag alleen als AWPAGE>=2 en als B4COLB=1 bij in ieder geval 1 optie] Werkte deze vestiging twee jaar geleden samen met andere vestigingen of organisaties op het gebied van een of meer van deze activiteiten [deze activiteit]? 1. Ja 2. Nee B4SUB Besteedt uw vestiging een of meerdere van de volgende activiteiten [deze activiteit] gedeeltelijk of helemaal uit aan een derde partij die niet beheerd wordt door uw vestiging of het moederbedrijf? [Geef afzonderlijk ‘ja’ of ‘nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m e] a. Het ontwerpen of ontwikkelen van nieuwe producten of diensten b. Productie van goederen of diensten c. Inkoop van grondstoffen of basisproducten zoals materialen, onderdelen, componenten of diensten d. Verkoop of marketing van goederen of diensten e. Administratie 1. 2.
Ja Nee
B4SUB2007 [Vraag alleen als AWPAGE>=2] Heeft deze vestiging twee jaar geleden een of meerdere van deze activiteiten [deze activiteit] gedeeltelijk of helemaal uitbesteed of gesubcontracteerd aan een andere organisatie? 1. Ja 2. Nee
16
Sectie C: Human Resources Ik ga u nu een aantal vragen stellen over human resources management waaronder vragen over training en communicatie. CRCTSK Heeft uw vestiging de laatste twee jaar moeilijkheden gehad om personeel te werven voor banen waarvoor normaal gezien een formele beroepsonderwijskwalificatie of universiteitsdiploma nodig is? 1. Ja 2. Nee CRCTUN Heeft uw vestiging de laatste twee jaar moeilijkheden gehad om personeel te werven voor laag of ongeschoolde banen waarvoor normaal gezien geen formele beroepsonderwijskwalificatie of universiteitsdiploma nodig is? 1. Ja 2. Nee CRTN Heeft uw vestiging de afgelopen twee jaar moeilijkheden gehad om personeel te behouden? 1. Ja 2. Nee CAPPPC Bij benadering, welk percentage van de werknemers heeft, op zijn minst eens per jaar, een beoordelingsgesprek of evaluatie-gesprek? 1. Geen 2. 1% t/m 24% 3. 25 t/m 49% 4. 50% of meer CAPPPRO [Alleen vragen als CAPPPC>1] Zijn beslissingen over de promotie van werknemers verbonden aan de uitkomst van hun beoordelingsgesprek? 1. Ja, het beoordelingsgesprek is een belangrijke factor die een eventuele promotie beïnvloedt 2. Ja, maar het beoordelingsgesprek is een van de verschillende factoren die een eventuele promotie beïnvloeden 3. Nee
17
CINCENPAY Bij benadering, bij welk percentage van de werknemers van deze vestiging wordt een deel van het loon direct bepaald door zijn/haar functioneren, of door het functioneren van een bredere groep? 1. Geen 2. 1% t/m 24% 3. 25% t/m 49% 4. 50% of meer CTRNOFF Heeft een of meerdere van uw werknemers de afgelopen 12 maanden betaald vrijaf gekregen van de werkzaamheden om een interne of externe training te volgen? 1. Ja 2. Nee CTRNOFFPC [Alleen vragen als CTRNOFF=1] Welk deel van uw werknemers heeft de afgelopen 12 maanden betaald vrijaf gekregen van de werkzaamheden om een training te volgen? 1. 0 t/m 24% 2. 25% t/m 49% 3. 50% t/m 74% 4. 75% of meer CTRNON Gedurende de afgelopen 12 maanden, heeft een of meerdere van uw werknemers tijdens de uitvoering van de werkzaamheden training gekregen om hun vaardigheden te vergroten (‘on the job’-training)? 1. Ja 2. Nee CTRNONPC [Alleen vragen als CTRNON=1] Welk deel van de werknemers heeft gedurende de afgelopen 12 maanden training gekregen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden om hun vaardigheden te vergroten? 1. 0 t/m 24% 2. 25% t/m 49% 3. 50% t/m 74% 4. 75% of meer CBRFANY Worden er bijeenkomsten gehouden tussen lijnmanagers of werkopzichters en alle werknemers waarvoor zij verantwoordelijk zijn? 1. Ja 2. Nee
18
(Interviewer notitie: Wanneer gevraagd, deze ontmoetingen staan soms bekend als ‘instructiegroepen’ of ‘teamoverleggen’.) CBRIEFN [Alleen vragen als CBRFANY=1] Hoe vaak vinden deze bijeenkomsten plaats? 1. Elke dag 2. Op z’n minst eens per week 3. Op z’n minst eens per maand 4. Op z’n minst eens per jaar
Sectie D: Economische context en strategische doelen Ik ga u nu een paar vragen stellen over de economische en marktomgeving van uw onderneming. DMRKT [Alleen vragen als APUB=1 en als ACUSTM > 1] (dat wil zeggen, een private vestiging die handel drijft buiten de organisatie) Welke van deze geografische gebieden zorgden voor het grootste deel van uw omzet tussen 2007 en 2009? 1. Nationaal 2. Internationaal DMRKTPUB [Alleen vragen als APUB=2 of (APUB=1 en ACUST=1)] (dat wil zeggen, een vestiging in de publieke sector, of een in de private sector die geen handel drijft]. Welke van deze geografische gebieden ontvingen het grootste deel van de goederen of diensten die u leverde tussen 2007 en 2009? 1. Lokaal of regionaal 2. Nationaal 3. Internationaal DMKTCHNG [Alleen vragen als APUB=1 en als ACUSTM > 1] (dat wil zeggen, een private vestiging die handel drijft buiten de organisatie) Vergeleken met twee jaar geleden, is de totale omzet van de goederen en diensten die geproduceerd zijn door deze vestiging: 1. Toegenomen met meer dan 5%? 2. Afgenomen met meer dan 5%? 3. Ongeveer gelijk gebleven? DMRKTCHNGPUB [Alleen vragen als APUB=2 of (APUB=1 en ACUSTM=1)] (dat wil zeggen, een vestiging in de publieke sector, of een in de private sector die geen handel drijft) Vergeleken met twee jaar geleden, is de totale hoeveelheid door deze vestiging geleverde goederen of diensten: 1. Toegenomen met meer dan 5% 19
2. Afgenomen met meer dan 5% 3. Ongeveer gelijk gebleven DMKTINC [Alleen vragen als DKMKTCHNG=1 of DMRKTCHNGPUB=1] Met hoeveel procent ongeveer is uw [omzet / de totale hoeveelheid geleverde goederen of diensten] toegenomen? 1. Toegenomen met 5% t/m 9% 2. Toegenomen met 10% t/m 24% 3. Toegenomen met 25% of meer DMKTDEC [Alleen vragen als DKMKTCHNG=2 of DMRKTCHNGPUB =2] Met hoeveel procent ongeveer is uw [omzet / de totale hoeveelheid geleverde goederen of diensten] afgenomen? 1. Afgenomen met 5% t/m 9% 2. Afgenomen met 10% t/m 24% 3. Afgenomen met 25% of meer DOPCHNG Heeft uw vestiging gedurende de afgelopen twee jaar belangrijke investeringen gedaan, veranderingen in functiepakketten, of andere belangrijke veranderingen in activiteiten, ten gevolge van een of meerdere van de volgende factoren? [Geef afzonderlijk ‘ja of nee’ antwoordopties bij elk van de vragen a t/m h] a) Veranderingen in gezondheids- veiligheidsregelgeving b) Veranderingen in milieuregelgeving c) Toegenomen arbeidskosten d) Verhoogde grondstofprijzen of andere kosten van onderdelen of basisdiensten e) Toegenomen concurrentie f) Verandering in de vraag g) Introductie van nieuwe technologie (waaronder ICT) h) [Alleen vragen als APUB=2] Budgetbeperkingen 1. 2.
Ja Nee
Sectie E: Vestiging Tot slot heb ik nog een paar algemene vragen over uw vestiging. ELAB Hoe zou u de arbeidsproductiviteit van uw vestiging inschatten ten opzichte van de productiviteit van uw concurrenten [als APUB=1] in uw markt? / [als APUB=2] andere organisaties die een vergelijkbare dienst verlenen in uw land? Is uw arbeidsproductiviteit: 1. Ver boven het gemiddelde? 2. Boven het gemiddelde?
20
3. 4. 5.
Gemiddeld? Onder het gemiddelde? Ver onder het gemiddelde?
EINNOVPRD Heeft deze vestiging enig nieuw of in belangrijke mate verbeterd product of dienst geïntroduceerd gedurende de laatste twee jaar? 1. Ja 2. Nee PRDMRKTa [Alleen vragen als EINNOVPRD=1] Was een van deze nieuwe producten of diensten nieuw voor uw markt? 1. Ja 2. Nee PRDMRKTb [Alleen vragen als EINNOVPRD=1] Was een van deze nieuwe producten of diensten niet nieuw voor de markt maar nieuw voor uw vestiging? 1. Ja 2. Nee EINNOVPRC Heeft uw vestiging gedurende de laatste twee jaar enig nieuw of in belangrijke mate verbeterd proces ingevoerd, voor het produceren van goederen of het leveren van diensten? 1. Ja 2. Nee EINNOVMRK Heeft uw vestiging gedurende de laatste twee jaar enig nieuwe of in belangrijke mate verbeterde marketingmethode ingevoerd? 1. Ja 2. Nee EINNOVORG Heeft uw vestiging gedurende de laatste twee jaar belangrijke organisatorische veranderingen doorgevoerd in uw vestiging? Dit kunnen nieuwe of veranderde business activiteiten zijn, manieren waarop verantwoordelijkheden voor het werk en besluitvorming georganiseerd zijn, of manieren van organiseren van relaties met andere firma’s. 1. Ja 2. Nee EBASKET Kunt u a.u.b. de meest belangrijke organisatorische verandering die de afgelopen twee jaar door de vestiging is ingevoerd, kort beschrijven?
21
(Beschrijving) ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________
LAATSTE VRAAG: JINFCONR Zou u a.u.b. uw naam willen geven en uw telefoonnummer kunnen bevestigen in het geval dat het noodzakelijk is om u opnieuw te contacteren? Naam___________________________________________________________________
JADMRECR Zou u uw toestemming willen geven om data die wij via deze vragenlijst verkregen hebben te verbinden met andere statistische onderzoeken? 1. Ja 2. Nee
22